laatöte poging beproefd, om de bij tweede lezing verworpen kanalen bij derde lezing weer in het ontwerp te brengen. Maar met over- groote meerderheid weigerde de Kamer den oorapronkelijken tekst te herstellen. Met 235 tegen 147 stemmen werd het daartoe strek kende amendement verworpen. Het centrum trachtte daarop nog het Dort mundRijnkanaal te behouden, maar ook dit voorstel viel met groote meerderheid, 275 tegen 134 stemmen. Tegen stemden de con servatieven, de vrijzinnigen en een groot deel der nationaal- liberaler Daarna werd het geheele wetsontwerp ver worpen. Deze uitslag heeft natuurlijk een diepen in druk gemaakt. In de eerste plaats om het persoonlijk échec van den keizer, maar vooral omdat de ver werping der voorstellen ernstige gevolgen moet hebben. Dat de kamer ontbonden zal worden, staat vast, maar het is te verwachten, dat ook het ministerie een paar van zijn leden zal moeten opofferen. In Pruisen toch zijn de ministers generaals, en dus gehouden om over winningen te behalen. Vóór de beslissende stemming verklaarde prins Hohenlohe, dat het wetsontwerp, al zou het ook thans worden verworpen, niet van de agenda zou verdwijnen. De houding der con servatieven zou dus van ernstig gevolg kunnen ziju voor hunne betrekkingen tot de regeering. Crisis-geruchten zweven ook elderB en wel in Frankrijk. Men spreekt nl. van een bepaald conflict tusschen De Galliffet en Millerand. De eerste, in merg en been een man van gezag, wil niet langer aanzien dat Guériu den spot drijft met het gezag en had reeds aanstonds de meest krachtige middelen willen aanwenden om den muiter tot reden te brengen. Maar hoe groot de tegenstelling tusschen den antisemiet en Millerand ook moge zyn, deze laatste wil als socialist niet medegaan met de voorgestelde krachtige maatregelen. Of het waar is dat het conflict tusschen beide ministers een zoo ernstig karakter heeft, dat zij niet naast elkander aanblijven, dat is natuurlijk moeilijk uit te maken. Maar in elk geval is Millerand voorloopig aan de winnende hand. Hopen wij dat De Gallifet zai begrijpen, dat andere belangen hem gebieden minister van oorlog te blijven, en dat hij dien post niet mag verlaten om een verschil, welks beteekenis wij overigens aller minst onderschatten. De ernstige gevolgen van het niet hand haven van het gezag zijn Zondag gebleken, Ook de tegenpartij is oproerig geworden en heeft aanleiding gegeven tot vrij ernstige onlusten (zie hierachter), waarbij naar het schijnt de geestverwanten van minister Mille raad zich niet onbetuigd lieten, terwijl de legeraanbidders zich er tusschen mengden, De toestand is er daardoor voor de regeering niet beter op geworden. En nu bevat de Temps weer een viertal brieven van kamerleden (o. a. van Castelin), die met het oog op den ernst van den toe stand de bijeenroeping der kamers vragen! Slaagt deze beweging, dan is het ongeluk van Frankrijk niet te overzien. De bijeenkomst der kamers kan alleen tot een nieuw oproer leiden en tot niets anders. Beknopte Mededeelingen. Zondag had te Zoningen een verkiezing plaats voor een lid van de Belgische kamer. De vereonigde linkerzijde overwon met ruim 4000 stemmen, de andere candidaat was een afvallige liberaal, gesteund door de clericalon. Een te Parijs ontvangen telegram uit Soedan meldt, dat luitenant-kolonel Klobb, die uitgezonden was om het bevel op zich te nemen van.dejcolonne, welke gecommandeerd werd door de kapiteins Voulet en Chanoine, is vermoord, evenals luitenant Meunier, die hem vergezelde. Een Londensch blad meldt dat Chamberlain aan de Transvaal een ultimatum heeft gesteld, op den grondslag -van de eischen, door Milner in de conferentie te Bloemfontein ontwikkeld. Bevestiging is evenwel noodig. Een vriend va a luit.-generaal sir W. Butler schrijft in de Daily Chronicledat de generaal zelf zijn ontslag aangevraagd heeft, omdat hg het met de politiek der Engelsche regeeriDg en van sir A. Milner tegenover Transvaal niet eens was en samenwerking dus onmogelijk werd. De aanbieding om comman dant te worden van de stelling Devopport is hem gedaan na zijn ontslag-aanvrage. Goluchowki en Von Bulow hadden een langdurige samenkomst. Te Petersburg wordt ontkend, dat met den emir van Afghanistan wordt onderhandeld over een verlenging van de Russische spoor wegen op Afghaansch gebied. Volgens de officieele berichten sluit de jongste rekening van Rhodesia met een tekort van 500.000 pd. st. Het Dreyfns'proces, DE ALGEMEENE INDRUK over de debatten is niet zeer bemoedigend, en dat wijl elke leiding ontbreekt. De voorzitter laat alle oud-ministers en generaals op hun beurt voor de balie komen en hun verhaal doen, zonder orde of regel. Deze ontbreekt, zoowel in de volgorde waarin de getuigen voorkomen, als in den loop hunner voordrachten, want getuigenissen kan men de verklaringen niet noemen. Immers het eerste begrip eener goede getuigenverklaring ontbreektdo door den getuige persoonlijk waargenomen feiten, waar uit de rechter een conclusie heeft te trekken. Bijna zonder uitzondering doen de ministers en generaals wat des rechters isconcludeeren uit wat zij hoorden van anderen die door den krijgsraad nog niet gehoord zijn. Voor de rechters is alles wat zij hooren een chaos, waarin slechts dit is te onderscheiden, dat alle getuigen van deze-rubriek, dus de superieuren van de krijgsraadleden, Dreyfus schuldig noe- Dikwerf op de meest uiteenloopende of elkander uitsluitende gronden. Maar wat baat dit, waar Labori ontbreekt om telkens en telkens de generaals naast elkander te BtelleD aldus te doen uitschijnen hoe groot de onderlinge tegenspraak wel is. Thans is het aan de leden van den krijgs raad overgelaten de urenlange redevoeringen te ontleden in hoofdpunten en details, en dan al deze naast elkander te stellen. Dat mili tairen dat niet kunnen, is natuurlijk. Alleen reeds het luisteren, d. w. z. het hooren eu goed opnemen, is een kunst waarin een militair zich niet kan oefenen. En nog minder geoefend zijn zij in de nog grootere feunBt van fijne ontleding van een zoo onafzienbare reeks van verwarde argumenten, losse beweringen heele en halve onwaarheden. Hen daarbij te helpen kon alleen een Labori Hoe noodig de leiding van een zoo in de zaak doorkneed, scherpzinnig en vlug debatter is, kan uit het volgende blijken. Generaal Chanoine deelde mede dat, toen minister werd, de dossiers reeds in handen der civiele justitie waren. Hij heeft de zaak daarom uit andere bronnen bestudeerd (d. w. z. uit inlichtingen van den generalen staf) kwam natuurlijk tot de conclusie dat Dreyfus schuldig was. Toen in '94 ontdekt werd dat er stukken van den staf aan den vreemde ver kocht werden, is op een aantal officieren toe zicht geoefend. Allengs kon dat worden inge krompen, tot eindelijk slechts één man in den kring bleet, Dreyfus. Maar wat later komt Roget voor en deze wil aantoonen, dat het verhaal van Esterhazy betreffende den oorsprong van het bordereau een onwaarheid was. Vóór de ontdekking van het bordereau ruBtte niet het minste vermoeden op Dreyfus. Alle verhalen van het tegendeel zijn valsch, zoo zei deze generaal, en daarom kan hei niet zijn dat Esterhazy het bordereau schreef op verzoek van Sandherr, die zijn moreele be wijzen tegen Dreyfus door een materieel be wijs wilde versterken. Welk een heerlijke gelegenheid om de gene raals in een confrontatie af te maken, door den een te laten verklaren dat er vóór de ontdek king ernstige verdenking tegen Dreyfus stond en de ander te laten verzekeren, dat dit bepaald onwaar en onmogelijk is. Demange liet echter de gelegenheid voorbij gaan. Maar het ergste is wel dat bijna alle getui gen van deze rubriek blijk geven van een ONBEGRENSDE MINACHTING VOOR HET ARREST VAN HET HOF VAN CASSATIE, dat door alle generaals wordt geacht niet te bestaan. Immers bijna allen voeren de be kentenissen en het handschrift van het bor dereau als bewgs tegen Dreyfus aan. Met betrekking tot het bordereau zegt hei arrest dat [de verklaringen der experts Meyer, Giry en Molinier, en de herroeping van de in 1894 gehoorde experts Charavay, bene vent de expertise van het papier pelure] tendent démontrerque le bordereau rtaurait pas été écrit par Dreyfus. Wij zijn geen rechtskennera en weten dub niet of de krijgsraad, na een nieuw verhooi van experts, tot een andere conclusie mag komen. Maar in geen geval mogen de generaals, zoolang niet een nieuwe expertise heeft plaatb gehad, hnu vroeger door het hof van casaatk verworpen vermoedens handhaven. Nog sterker klemt dit bij de bekentenissen. Het hoogste rechtscollege van Frankrijk eet. rechtscollege, welks gezag door de loi de des- saisi8sement nog verdrievoudigd is heeft be slist on ne sauraiten effet, voir dans ces propos un aveu de culpabilité. Ea dit oordeel wordi gemotiveerd door de overweging le fet dt Dreyfus in den mond gelegde zin aanvang) met een betuiging van onschuld, 2e dat hei onmogelijk is, met het oog op de tegenstrijdig beid in de verklaringen, den juisten en volledige) tekst van de woorden van Dreyfus vast stellen. Met deze uitspraak voor oogen bevesti gen bijna alle generaals, dat hun overtuiging van de schuld van Dreyfus steunt op de be ssen. En majoor Cuignet voegt er bij men kan zich in deze niet vergissen, zondei twijfelen aan elk menschelijk getuigenis Daarlatende in hoever de krggsraad bevoegd anders te oordeelen dan het hof van cas satie, hebben alleen de rechters, niet de getuigen hun conclusies te trekken uit de feitelijke me dedeelingen van andere getuigen en deskun digen. Dat heeft alleen de krijgsraad te doen, Wat de generaals doen is dus feitelijk plei ten voor zichzelf en tegen Dreyfus, en daarbij gronden zij zich op nog niet gehoorde getui genissen Of laten wg het ware woord maar poemenwat geschiedt is intimidatie, door meerderen op hun minderen uitgeoefend. zich zelf is het een groot bezwaar, dat deze alleen leeken recht hebben te spreken. De toestand wordt ernstiger door de afwe zigheid van Labori. Maar het allerergste ia wol dit, dat de wet, toen deze vaststelde dat de krijgsraad zou wor den saamgesteld naar den rang van den schuldigde, niet heeft voorzien, in het geval, dat een strafzaak zou voorkomen, met twee partgen, en dat een daarvan 4 of 5 rangen hooger zou zijn dan de beklaagde, en 1 of 2 rangen hooger, dan de voorzitter van den krijgsraad. DE BEWIJZEN UIT DEN VREEMOE. Het incident met de bewijzen van buiten- landsche herkomst, neemt steeds grooter om vang. Reeds in de kamerzitting van 7 Juli 1898, had Cavaignac bij het voorlezen van het valsche stuk van Henry gezegd, dat het bureau des renseignements in den tijd van jaar wel 1000 tusschen buitenlandsche spion- gewisselde stukkeu had bijeengebracht om den term te gebruiken die Vrydag aan orgaan van den generalen staf ontsnapte had geroofd. Over dit geheime militaire dossier heeft de ontslagen majoor Cuignet Zaterdag nadere mededeelingen gedaan. Daaruit biykt, dat de staf werkelp een behoorlijk georganiseerde rooversbende is, die alles steelt wat onder haar bereik komt. Particuliere brieven, soms met zeer vertrouwe- lijken inhoud, officieele rapporten, aanteeke- niDgen, zelfs aanteebeniDgen over te houden gehouden toosten. Naar dit dossier verwees Cuignet voor het bewijs dat Dreyfus schuldig was natuuriyk zonder eenig bewgastuk aan te halen. Het was daarom dat Dreyfus eindelgk op stond en Cuignet gewoon weg een leugenaar noemde. Maar 't was niet alleen Dreyfus, die veront waardigd was over de houding van Cuignet. Zelfs de regeeringscommissaris, majoor Carrière, heeft dezen getuige een lesje gegeven. Cuignet besprak nl. het telegram van kolonel Schneider, en achtte het, ondanks den ernst den toestand, oirbair een aardigheid te tappeD, door te herinneren dat het telegram afkomstig was uit Ems, van waar reeds meer een valsche depêche uitging. Daarna zeide hg, dat het nu bedoelde Em- ser telegram een tegenspraak bevatte op een stuk, dat door den toenmaligeH minister van oorlog, generaal Chanoine, was overgelegd, en afkomstig was nit een dossier, welks echtheid tot heden niet in twyfel was getrokken. D e egenspraak van generaal Schnei is dus gericht aan de Fran che regeering, zoo zeide Cuignet, die aldus bewees tot eiken prys een nieuw diplo matiek incident te willen uitlokken. Daartegen kwam de regeeringscommissarie op, maar niet terstond. Wel een half uur later, toen het kruisverhoor reeds aan den gang was, stond majoor Carrière op om ti i, dat majoor Cuignet inlichtingen had gegeven, geschikt om een buitenlandsch offi cier, die een diplomatieke missie in Frank rijk vervult, in de zaak te betrekken. Nament. regeering moest hij daartegen alle reservet. maken. Met betrekking tot het rapport van Schnei der deelde Cuignet nog mede, dat men in staat was de onnetwistbare echtheid van dai stuk te bewgzen (Natuurlgk bleet dat bewgs achterwege! Trouwens, toen Cavaignac hei faux-Henry aan de kamer mededeelde, voegde hij er by, dat hg de echtheid van dit stak uii een' moreel en uit een materieel oogpunt had onderzocht en toch bleek het stuk, welks echtheid vroeger door de generaals Boisdeffre, Pellieux en Gonse bezworen was, valsch). Nog zeide Cuignet, dat de schryver de echt heid van dit stuk betwist, omdat hg (de Oos- tenrgksche attaché) in een lastig parket kwam tegenover zgn bondgenooten (de Duitsche eu Itaiiaanscbe attachés) en omdat hem het dementi was voorgeschreven. Ia verband met deze insinuatie van Cuignet dat het telegram van kolonel Schneider op hoog bevel werd afgezonden, verdient vermei ding dat de regeering te Weenen stellig ver klaart, dat de kolonel geheel op eigen gezag en verantwoordelijkheid handelde. lottigen slag te verzachten, - niet mede. dat deelde hg Dezer dagen deelden wy een bericht uit de Figaro mede, inhoudende dat een lid van het instituut, tevens een vriend van den hertog van Aumale, in staat was te getuigen dat kolonel Von Schwarzkoppen het petit bleu aan Esterhazy had geschreven, in het byzgn van kolonel Schneider. Het blad meldt thans dat bedoelde getuige is de heer Picot. Uit de verklaringen van Cuignet stippen wij nog aan, de bewering dat Esterhazy iater zgn hand had veranderd, om zgn schrift op dat van het bordereau te doeu gelijken Villon, de beroemde getuige, die te Beriyu een generaal en een kolonel over het verraad van Dreyfus hoorde spreken, heeft wegens „ziekte" Rennes moeten verlaten. Dr Reclus heeft Labori aangeraden heden de "zitting by te wonen, maar geen enkele vraag te stellen. Alsof het den vurigen strg- der mogelijk zou zyn zooveel onrecht te hooren ju mond te houden Mr Labori en zgn vrouw zeggen in de pers dank voor de overtalrgke betuigingen van Bympathie, die zy uit alle dealen der wereld hebben ontvangen. Het is hun onmo- geiyk ze 8chrifteiyk te beantwoorden. Er was een zeer onverkwikkelgke stryd uitgebroken tusschen de twee geneesheer en, die Labori behandelen zouden. Mr Labori zendt aan de Figaro een brief, waarin hy met nadruk protesteert tegen de insinuaties van dr. Doyen tegenover dr. Reclus. Hy zegt„Noch mijn familie, noch ik hadden dr Doyer gevraagd te komen en wan neer ik hem heb ontvangen, was dat alleen in zgn hoedanigheid als vriend. Ik zelf heb niet gewild, dat hy de wond onderzocht. Wat dr. Reclus betreft, deze was niet toevallig by my. Ik wist dat hy te Rennes was. Ik heb uitdrukkeiyk hem ge vraagd mij te behandelen en ik zou hem verzocht hebben uit Parijs te komen ais hij niet te Rennes was geweest". Onlusten te Parijs. Ook in de door den staf geleide schandpers wordt natuurlijk de waarde der tegenspraken ontkend. De dolzinnigheid stg gt ten top, want de zaak staat op het oogenblik zoo, dat alle bladen, die zoo woest het oordeel van vreemdelingen wraken, al hun beschuldigingen tegen Dreyfus gronden op brieven vai de vreemde attachés Van nul en geener waarde heeten alle behoor- lgk ondertoekende, geschreven verklaringen van buitenlandsche officieren, die langs regel matigen weg inkomen en welker authenticiteit dus vaststaat. Maar als onwraakbare bewgsstukken worden beschouwd alle aan dezelfde beeren toegeschre veu papieren, die door den generalen stal verzameld zgn en welker herkomst in hei duister ligt, wgl de generaals ze ontvingen uit handen van de verdachte lieden, die voor geld de vreemde ambassadeurs berooven. Ea over deze sujetten mag men niet eens te min denken Want bg het VERHOOR VAN GENERAAL GONSE heeft deze een dier lieden aangeduid als een zeer achtenswaardig" persoon. De generaal had dunkt ons een zuiverdej maatstaf dan zich zelf moeten gebraiken. Door een vraag gaf Demange te kennen, dat de minister van oorlog er ten minste betei over dacht. De „zeer achtenswaardige spion" had het Legioen van Eer gevraagd, maar de minister had dat geweigerd. Generaal Gon6e wist daar niets van. Uit het verhoor van denzelfden generaal dienen nog een paar punten aangestipt. In de eerste plaats het zwaarwichtige argu ment, dat Dreyfus in vele geheime stukken is genoemd, maar nooit als een onschul dige. Hoe treffendAlsof men aan het ministerie de stukken, waaruit de onschuld van Dreyfus big kt, ia het dossier zou hebben gelaten. Fas si béte, mon ginêrall In de tweede plaats de reeds in een gedeelte van onze vorige oplaag vermelde verklaring, dat, toen Hënry (destjjds majoor Henry) den gene raal het valsche stuk overhandigde, hg er op aan drong dat Gonse het niet aan den chef van den dienst, kolonel Picquart, zou laten zien. Eindelgk vernamen wg, dat ook generaal Gonse in het geheim van de ontdekking van de valschheid van dit stuk was. Wel een week voor die valschheid bekend werd (dus een week voor Cavaignac de ontdekking aan de regeering mededeelde) had generaal Roget er met Gonse over gesproken. Wat hy in die week wel heeft gedaan, om de gevolgen van dien voor den staf zoo nood- HET FORT VAN CUERIN. Het is niet ten onrechte, dat de laatste v?eek door binnen- en buitenlandsche bladen gewaar schuwd is tegen de bespotting van het gezag en tegen de uit verdeeldheid voortkomende zwakke houding der Fransche regeering. De toestand toch is zeer ernstig geworden. Eerst had de regeering, onder den invloed van Millerand, afgezien van eiken maatregel van geweld, en alleen voor de strenge handhaving van het beleg gezorgd en zoo werd in berich- van Zaterdag de toestand in de Rue Chabrol als volgt geschetst Het geheele gebouw is omringd door politie, terwgl zelfs de riooigangen zgn dichtgemet seld, en gas en waterleiding zyn afgesneden. Niemand mag het gebouw naderen, terwijl, uit vrees dat de buren zouden medewerken aan de approviandeering, de belendende perceelen eveneens worden bewaakt. Een gedeelte der in de veBting vertoevenden heeft getracht het gebouw te verlaten, maar allen werden terstond gearresteerd. Eer de 40 man der bezetting is ziek geworden waarop verlof werd gevraagd en verkregen om een geneesheer te ontbieden. Deze schetste den toestand in het gebouw als zeer ongunstig, wyi de afsluiting der riolen vrees voor het uitbreken van typhus doet ontstaan. Zoo was de toestand dus Zaterdag. Dat ver andering zon komen, bleek uit het Journal du peupledat tegen Zondagmiddag 3 uur een ANARCHISTISCHE, ANTI-CLERICALE BETOOCINC aankondigde. Alle vrienden en kameraden werden opge roepen om zich te vereenigen onder de kreten A bas la calotte en A bas les jezuïtes„om op te trekken tegen de fanatieken, die, door uit tartingen en hun wildheid, ons geduld hebben uitgeput." Reeds te half drie waren de leiders en vele groepen ter plaatse, waarop een compagnie onbereden garde republicaine uitrukte en zich op de Place de la Republique opstelde. Het aantal manifestanten nam steeds toe er waren vele socialisten, waardoor de meest gehoorde kreet was „leve de republiekReeds spoedig trachtte de politie de menigte uiteen te drgven. Maar de betoogers verzamelden, zich weer, en trokken onder aanvoering van Sebastien Faure in de richting van de Place de la Nation. Ook nu trachtte de politie menigte te verspreiden. Er ontstond een hevige vechtparty, waarbg revolverschoten werden gelost. Een commissaris van politie werd door twee messteken getroffen. De stoet her stelde zich spoedig en vervolgde zgn weg. Op de Place de la Nation had een nieuw, nog heviger, gevecht plaats. Ook hier werd ge schoten. Drie agenten bekwamen verwondingen. Sebastien Faure en eanigen van diené vrien den, o. a. Henry Dorr, vluchtten op een tramwagen, maar werden door den koetsier aan de politie aangewezen en vervolgens gearresteerd. Dorr bleek in het bezit van twee revolvers te zgn. Onderwijl hadden nog andere arrestaties plaats gehad, terwgl de rest der betoogers het uitgangspunt terugkeerde. Hier en daar werden van eenige kerken ruiten ingeworpen, tot eindelijk een incident plaats had, over welks beteekenis verschillend wordt geoordeeld. De betoogers deden een AANVAL OP EEN KERK, en wel op de St. Josepbskerk in de Rue d'Arboy. Volgens de eene lezing heeft de binnenge drongen menigte vele voorwerpen vernield, maar zich niet vergrepen aan dat, wat den katholieken heilig is. Maar anderen stellen bet gebeurde voor als een modernen beeldenstorm- De betoogers waren, naar wg lezen, gewa pend met byien en lange messen, die zij uit de winkels hadden weggenomen. De ijzeren hekken voor de kerk werden met bijlslagen vernield, waarop de zware deuren werden opengehakt en de bende de kerk binnendrong. Hier werd alles geplunderd. Zes altaren wer den verwoest, de doopvonten ter aarde gewor pen, de schildergen verscheurd, de beelden stuk geslagen. Vervolgens vielen de woeste lingen op het hoogaltaar aan. Het allerheilige werd op den grond geslingerd, de heilige hosties werden vertrapt, de meubelen verbryzeld. Da deuren en de stukken van de.meubelen werden neergeworpen midden op het pleintje voor de kerk, waar een brandstapel werd gemaakt en aangestoken. De koster der kerk slaagde erin te ontsnappen en waarschuwde de politie. Weldra kwamen politie en republikeinsche gardes opdagen, doch werden genoodzaakt zich te verdedigen tegen de gewapende manifestan ten. Een twintigtal oproerlingen vluchtten in een nabgzgnd huis, audereu in deu kerktoren. De politie moest een formeel beleg beginnen, waarvan het einde was, dat de twintig opge- slotenen werden gegrepen en naar het politic bureau gebracht. Toen de agenten in de kerk kwamen, was men bezigden brand testeken den preekstoel, dien men biykbaar niet kon klein krygen. De kerk ziet er deerlyk gehavend uit. Van andere zgde wordt het vorhaal van de groote verwoesting bevestigd. De kerk bood het vertrek een treurigen aanblik. Overal lagen stokken van glazen kerksieraden en ge* broken beelden. Voor het hoofdaltaar zag een toeschouwer den abbè Lecour, op zgn knieën kruipende, om de heilige ouwels weer bgeen te verzamelen. Deze geesteiyke verklaarde, dat de schade niet te begrooten viel, wyi verscheidene zeld zame schilderyen waren vernield. Latere woelingen. Na dat tooneel, dat tusschen 5 en 6 uur schijnt afgespeeld, bleef het natuuriyk langen fcyd onrustig. Talrijke kleinere betoogingen werden in den loop van den avond door de politie uiteen gedreven, vooral in de buurt van het station van den Oosterspoorweg, wa ar de politie her- haaldelgk charges moest maken. De menigte riep„leve de republiekleve het legerStraatjongens die pakken cou ranten op de straat verbranden, werden door de politie verstrooid. Tegea tien uur hadden eenige ongeregeld heden plaats op de Boulevards Magenta en Strassbourg, alzoo in de onmiddeliyke naby- heid van de Rue Chabrol. Er werden revol verschoten gehoord, doch er waren geen gc kwetsten. Eenige arrestaties hadden plaats. Nog later verplaatsten de ongeregeldheden zich naar de Rue Chabrol zelf, alzoo naar de vesting" der antisemieten. Omstreeks 2 uur na middernacht werd ge seind dat er in het geheel 50 gewonden waren, onder wie vele politieagenten. De meeste won den waren niet door wapens ontstaan, maar door het onder den voet raken. Van de arrestaties werden er 25 gehandhaafd,, INGEZONDEN STUKKEN. lugszoaden stukken word«n in geen geval teroggesoaiten. OE ONGELUKKEN op de tramlyn MiddelburgVlisaingen wordeü zoo veelvuldig, dat het m. i. meer dan tgd wordt dat de bevoegde autoriteiten krachtig optreden. Van meer of minder beleefde verzoeken aan het publiek, van het dreigen met straf en met verwgdering uit de tram wacht ik weinig. Een afdoende maatregel zon zgn dat de balcons der wagens aan beide zijden door deurtjeü werden afgesloten, die alleen door de conduc teurs kunnen geopend worden. Op verschil lende buitenlandsche tramlynen, o. a. op die van Parys naar St. Germain, wordt dit stelsel van bescherming van het niet door woorden tot voorzichtigheid aan te manen publiek toe-. Ik geef toe dat de afsluiting der balcons eenigen last aan de reizigers en eenig meer der werk aan de conducteurs zou veroorzaken, i een en ander iB van weinig belang tegenover de vreeseiyke ongelukken, die maar steeds meer en meer voorkomen. T. RECLAMES. 40 cent per regel. HetOor,deKeel,helStroUen- hooid en de Neus. Het Instituut DROUET, door wylen Dokter DROUET van de Geneeskundige faculteit te Parys in 1888 gesticht, zet zgn weldoend werk steeds voort door kosteloos en schriftelgk alle noodige inlichtingen tot genezing der Oor-, Neus- en Keelaandoeningen te geven. Op aanvrage zendt de administratie te Brus sel, 140 AnBpachlaan, gratis het blad voor doofheid enz. Dit blad, „eigendom van het Instituut", deelt alle noodige inlichtingen eu omschrijving der laatste genezingen mede. HANDELSBERICHTEN. Cjrraanmarjkten enz. Axel 19 Aug. Ter graanmarkt vanheden (Zaterdag) waren de pry zen als volgtjarige tarwe 7.— a 7.25; nieuwe tarwe J 7.— a 7.25 jarige rogge f—a/—nieuwe rogge 6.25 a 6.50jarige wintergerst a nieuwe wintergerst 8.— a 8.25jarige zomergerst f—a 5 nieuwe zomergerst 7.25 a J 7.50; haver f 6.25 a 6.40; paardenboonen 8.-— a 8.25groene erwten 7.60 a 7.80kool zaad a kanariezaad f a vlas (per 44a. 56o.)f w. Boter f 1,20. Eiereu 8.—»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 3