UIDDELBIRGSGHE COURANT.
142° Jaargang
1899,
Vrijda;
18 Augustus.
Verschillende Berichten.
N°. 194-
Deie courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen.
P*Qs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1»-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 17 Aug. 8 u. vm. 67 gr. 12 u. 70 gr.
av. 4 70gr. P. Verw. mat. N. W. wind, bew.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend
nummer moeten dea middags vóór één uur
aau het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 oent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
▼oorwaarden. Prospectassen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Zierikzee: A. C. de Mooij; te Tholen: W. Al
vam Nieuwenhuijzen; te Terneuzen: M. de Jonge.
Bij deze courant behoort een By voegsel.
Middelburg 17 Augustus.
Indische- en Nederlandsehe
Financiën.
Het Augustus-nommer van De Gids bevat
een belangrijk opstel van mr C. Th. van De
venter over de verhouding der Indische en
Nederlandsehe geldmiddelen. Daarin wordt
nogmaals en op duidelijke wijze, de financie-
kunst van het moederland op de kaak gesteld:
zoolang dit er voordeel bij had, huldigde het
de leer der „financieele eenheid", om haar on
middellijk los te laten toen hare toepassing
nadeelig zou zijn.
Wij hebben hiervan indertijd een treffend
voorbeeld aangehaald, zegt het Alg. Handels
blad, en gevoelen weinig lust, op de toen
behandelde quaestie terug te komen. Onze
ministers en volksvertegenwoordiging hebben,
telkens wanneer er gelegenheid was de in 1883
verrichte „goocheltoer" ongedaan temaken, zich
daaromtrent Oost-Indisch doof gehouden. Als
de tegenwoordige minister van koloniën den
23en November jl. in de Tweede kamer, na
op de vroegere „verkeerdheden" te hebben
geweten, zegt„daarop is niet meer terng te
komen, althans ik zie er geen kans toe"; ziet
de heer Van Kol „misschien kans bet wèl te
doen, welnu, hij heeft het recht van initiatief,
men kan zien hoever wij daarmede komen",
dan wil dat, naar onze opvatting, niet anders
■eggen dan dit: elk voorstel om aan Indië,
geheel of gedeeltelijk, terug te geven wat
daaraan vroeger door het moederland ontnomen
is, zou met eene verpletterende meerderheid
verworpen worden laat ons dus bet verledene
laten rusten en althans voor de toekomBt
rechtvaardig zijn
Teruggeven van ten onrechte genoten gelden
beteekent verhooging van belastingdruk
en och, dan maakt men zich zoo gaarne wijs
dat er geen onrecht gepleegd, dat de terug
gaaf niet verplicht is!
Wat helpt het, bij dergelijken toestand telkens
op hetzelfde aanbeeld te blijven hamerenin
moedeloosheid vraagt men zich af, of men zijn
tijd niet nuttiger kan besteden.
Eo, wij moeten ook dit zeggendegenen,
die voor de belangen van Iudië opkomen,
vervallen daarbij soms in zoo groote overdrij
ving, dat zij hun doel niet kunnen bereiken
en de zaak schaden die zij meenen voor te
staan. Wie zegt dat Nederland in totaal 850
millioen van Indië heeft geroofd, en dus tot de
teruggaaf van die som verplicht is, houdt ten
eerste geen rekening met de uitgaven waartoe
het bezit van koloniën bet moederland ver
plicht, en vooral, houdt geen rekening met de
vroegere algemeen gangbare denkbeelden om
trent koloniaal bezit.
De regeering sprak in 1851, by haar eerste
ontwerp regeeringsreglement, van onze kolo
niën als van een „wingewest" dat, behoudens
de welvaart der inheemache bevolking, aan
Nederland zal biyven verschaffen destoffeiyke
voordeelen die het doel waren der „verovering."
Tegen die woorden „wingewest" en „verove
ring" rees bezwaar, maar niet tegen de „stoffe
lijke voordeelen", en de regeering was in 1854
wel overtuigd dat zy de groote meerderheid
der volksvertegenwoordiging aan hare zyde
had, als zy als een der beginselen, waarvan zy
by de samenstelling van genoemd reglement
was uitgegaan, verkondigde„dat, behoudens
de welvaart en geleidelijke ontwikkeling der
inheemache bevolking, Nederlanduch Iudië aan
den moederstaat blyve verschaffen de stoffe-
lyke voordeelen die geacht kunnen worden het
doel der vestiging te zyn geweest.7 En de
grootste koloniaal-liberaal van dien tjjd viel
wel het cultuurstelsel aan, maar
verdedigde bet batig slot; den 18enJuli 1854
zeide van Höevell:
„Men stelt het voor alsof de tegenparty die
millioenen aan de natie wilde ontnemenmen
stelt bet voor alsof ons stelsel was: geene
directe voordeelen uit Indie. Dat is eene on
waarheid. Maar wy willen die voordeelen op
eene andere wyze"
Zooals men zietzy, die het meest opkwa
men voor de belangen van Indië en de krach
tigste oppositie voerden tegen de regeering in
het moederland, maakten wel bezwaar tegen
de wyze waarop het batig slot verkregen
werd, maar niet tegen die batige sloten zelve.
Eu nu kunnen wy wel spreken van eene
verkeerde staatkunde, die vroeger gevolgd
werd; het afkeuren, dat onze staatslieden
voorbeen geen bezwaar hadden tegen een stel
sel van exploitatie, naar hunne meening het
doel van koloniaal bezit, in die afkeuring
ligt niet het besef dat wy zonden hebben te
herstellen wat, naar ouza opvatting, onze voor
gangers verkeerd deden. Nauw in verband
met de Indische batige sloten staat het vol-
bardingsstelsel jegens België, dat ons land op
den rand van het staatsbankroet bracht; ook
aan de gevolgen van dat stelsel was in latere
jaren nietB meer te veranderen.
Een voorbeeld!
Wij zien in onze verbeelding eene fabriek,
die vele tientallen van jaren bestaan heeft.
De fabrikant maakte vroeger hooge pryzen
voor zyne goederen, en betaalde geringe loo-
nen hy meende dat het genoeg was aan
zyne werklieden. Hy verdiende dus veel geld,
dat echter door verkeerde speculatiën ook
grootendoels weder verloren ging. Zijn zoon,
die thans het bedryt voortzet, heeft andere
begrippen omtrent zijne verplichtingen jegens
zyne arbeiders, bezorgt dezen een mensch-
waardig bestaan, en verdient zelf weinig
Wie zal nu van dien zoon verlangen dat hy
nog in den een of anderen vorm nitbetaalt al
wat de arbeiders zjjns vaders volgens de tegen
woordige opvatting te weinig kregen. Hy
zou het ook niet kunnen.
Als men nu maar niet in aanmerking neemt
dat elke vergelijking kreupel gaat, dan geeft
dit voorbeeld vry wel terug wat wy denkeu
over de teruggaaf der batige sloten van voor
heen die, naar onze overtuiging, het moeder
land niet verrykt hebben.
De verplichting tot teruggaaf dier „batige
sloten" erkennen wy dus nietzoo vervolgt het
Hbld.
Mr Van Deventer wil zoodanige verplichting
erkend zien ten opzichte van alles wat Neder-
laud sedert 1867 uit Indië getrokken heeft:
naar zijne berekening, 187 millioen. De vroegere
bedragen wil hij buiten rekening laten, op den
o. i. zwakken grond dat Nederland de gelden
uit Indië toen werkeiyk noodig had„al blijft
het natuurlijk, strikt genomen, niet geheel te
rechtvaardigen, het is verschoonbaar dat de
buitengewone nood van het moederland aan
leiding gaf tot het opleggen van buitengewone
heffingen aan de kolonie."
Waarom by dan 1867 als grens stelt? Omdat
6 „een gezaghebbend man" (Kappeyne)
zich verheugde dat, „zelfs al verviel het batig
slot geheel, het Staatsbankroet niet langer
voor de deur zou staan." Op het oogenblik
dat de comptabiliteitswet in werking trad, kon
Nederland zich dus zelf redden, van dat
ongenblik af is het steunen op anderen, op
Iudië, ongeoorloofd.
Wy waardeeren de goede bedoeling, maar
stemmen met de conclusie niet in. De comp
tabiliteitswet werd allerminst in het leven
geroepen om een einde te maken aan de „by-
dragen van het moederland"en in ons oog
is de gestelde grens zeer willekeurig. Men
kon reeds lang vóór 1867 het batig slot g e-
d e e 11 e 1 y k missenen wie de pogingen
van onze ministers van financiën tusBchen
1880 en '90 heeft aanschouwd om het Neder
laudsche budget sluitend te maken, kan ge-
makkeiyk betoogen dat men in die jaren de
bydragen uit Indië niet geheel missen kon,
al moest men ze nu missen.
De batige sloten van 1863—'66 bedroegen
157 millioen; die had Nederland noodig, en
mag het dus behouden; die na '67 bedroegen
alle te zamen 139 millioen, die had Neder
land niet meer noodig en moet het dus te
ruggeven Meu zal ons toegeven, dat dat
geen redeneering is: in den gedachtengang
van mr Van Deventer zou het veeleer ge
past hebben, te zeggen van 1863—'67 had
Nederland slechts laat ons zeggen 10 mil
lioen 's jaars noodig om zyn budget sluitend
te maken, dus heeft het 117 millioen in die
periode te veel ontvangen
Wat ons betreft, wy zgn, om de boven
ontvouwde redenen, van meening dat van
geen restitutie sprake behoeft te zgn.
Doch, met ééne uitzondering de dertig
millioen, die in 1871 bestemd waren voor
openbare werken in Indiëdie men v o o r-
loopig gebruikte om Nationale schuld af te
lossen, „omdat men het geld toch niet renteloos
kon laten liggen", terwyl men toch, zoo noodig,
opnieuw kon leenen. Maar toen het zoover
kwam, was men de discussies van December
71 vergeten, evenals de moreele verplichting
welke op den Naderlandschen Staat rustte om
die gelden weder ten bate van Indië beschik
baar te stellen.... Men liet de Indische belas
tingschuldigen zorgen voor rente en aflossing
der in 1883 geleende 45 millioen, terwyi de
Nederlandsehe dito's bleven profiteeren van
de schulddelging van 1872—'751
Di e handelwijze kan met verdedigd worden
dunkt ons; zy was niet het gevolg van een
vroeger rechtvaardig geacht beginsel, maar wel
streed zij met van regeeringswege in 1871 af
gelegde beloften. Wat in 1883 gebeurd is, ach
ten wy een vlek op ons bestuur over Indië,
die nog altyd op uitwissing wacht
De leening van 45 millioen beeft aan Indië,
met rente en aflossing, tot alt. 1899 ca. 79 mil
lioen gekost; de van 1872—'75 geamortiseerde
30 millioen heeft ons land, tot 1883 toe, met
de rente ca. 41 millioen verrijkt. Naar deze
verhouding (45 41) is de Nederlandsehe
schatkist thans aan de Indische nog 72 millioen
schuldig.
Laat men niet over eenige restitutie van
vroeger genoten gelden spreken voor dat deze
„eereschnld" is afgelost I
Briefwisseling Koningin en Paus.
In ons nommer van Maandag 11. namen wij
betreffende die correspondentie de mededeeling
op van den Haagschen correspondent der
Prov. Overigs. en Zwolsche Crt, dat dr Schaepman
die beide brieven in de pen gaf. Wy meenen
nu ook verplicht te zyn te melden hoe dit
bericht in de pers, vooral in de katholieke
bladen, is begroet.
De Maasbode noemde het een canard en zegt
dat de briefschryver, anders vaak goed inge
licht, zich thans een praatje heeft laten aan
leunen, dat allervermakelgkst is.
De brief van H. M. de Koningin aan Z. H.
:n Paus zou zijn ontworpen door dr
Schaepman.
Sterker noghet antwoord van den Paus heet
'eoeens „geconcipieerd" door dr Schaepman.
En dat alles wordt met den meesten ernst
verteld op gezag van „zeer goed ingelichte zyde."
„De Haagsche briefschryver is vermoedeiyk
het offer geworden van een fynen grappenma-
ken", eindigt het blad.
De Limb. Koerier schryft ongeveer hetzelfde
„Niemand minder dan dr Schaepman zon de
ontwerper zyn van den brief van H. M. Konin
gin Wilhelmina aan Z. H. den Paus.
Sterker nog, diezelfde britfachryver beweert
ook te weten, dat de dokter 'a Pausen brief
concipieerde. De moeiiykheden in de redactie
zouden de hulp van dr Schaepman noodig
hebben gemaakt.
Het is vreemd, dat dit bericht komt van
een zyde die reeds zoo dikwyis bleek betrouw
baar te zyn.
Dit nieuwtje echter is wellicht aau de hitte
der hondsdagen te wijten."
De Residentiebode nam het op als curiositeit.
Het Centrum eveneens. Dit blad voegde er by
„Natuurlijk blijven al deze fraaie vertelsels
veor rekening van den correspondent. De
fantasie speelt er biykbaar een zeer groote
rol in.
Nog zy vermeld, dat het bericht volgens de
Standaard „wel wat heel ongelooflijk klonk" en
dat het Ned. Dagblad het opnam onder het op
schrift „de minister zonder portefeuille".
De meeste liberale bladen namen de mede
deeling eenvoudig op zonder commentaar.
ENGELAND EN TRANSVAAL.
Te Dordrecht heeft Woensdagavond een in
drukwekkende meeting plaats gehad ten gunste
van de Transvaal en den Oranje Vrystaat.
Voorzitter der meeting was de heer dr H.
J. Kiewiet de Jonge.
Op diens voorstel werd besloten de volgende
motie als telegram te zenden aan Paul Kruger
„Aan de Burgers der Z.-A. Republiek:
De vergadering van Nederlandsehe mannen
en vrouwen, te Dordrecht gehouden, betuigt
baar smart over de gevaren die onverdiend,
telkens opnieuw, de onafhankeiykheid Uwer
Republiek bedreigen;
uit baar bede om Gods hulp by onverboop-
ten stryd."
Nog werd eene motie voorgesteld, eveneens
als telegram te verzenden, aan president Steyn
„De vergadering van Nederlandsehe mannen
en vrouwen, te Dordrecht saamgekomeD, be
tuigt
haar smart over de gevaren, die onverdiend,
telkens opnienw de onafhankeiykheid der twee
republieken van Zuid-Afrika bedreigen
baar vreugde over het samengaaB der
Afrikaners
baar bewondering over de Oranje-Vrystaters
wegens bun tronw aan bun Transvaalscbe
broeders
uit haar bede, dat God bun rechtvaardige
zaak doe zegevieren."
Door onderscheidene sprekers werd bet woord
gevoerd.
BMOEMIAUIÜJ» MZ.
By kon. besluit:
is benoemd tot onderwyzer aan de Rijks
kweekschool voor onderwyzers te Nymegen
C. G. Tromp aldaar
is, voor het tydvak van 1 September 1899
tot 31 Augustus 1900, benoemd tot leeraar aan
de R. H. B. S. te Sappemeer dr J. F. Hoekstra,
tydeiyk leeraar aan die school;
is de off. van gezondh. 2e kl. dr H. W.
Boele, van het pers. van den geneesk. dienst
der landmacht, op zyne aanvrage, op non
activiteit gesteld, zonder bezwaar der schat
kist en voor den tyd van éen jaar.
0 08T-IND1Ë.
De tocht naar de V Kota's is aangevangen.
Generaal Van Heutsz houdt een bivak
aan te Matangkoeli en Araboengkoe en slaat
een derde bivak op te Djamboejer. Overal
worden wegen aangelegd en wordt het land
opgemeten. De artillerie is terug. Geen vy-
and werd ontmoet.
UIT STAD EN PROVINCIE.
3By kon. besluit is, zooals nog in een
eel der oplaag van ons vorig nommer is
medegedeeld, voor het tydvak van 1 Sept.
1899 tót en met 31 Aug. 1900, benoemd tot
leeraar aan de R. H. B. S. te M i d d e 1-
b a r g dr R. van der Laan, thans tijdelijk
leeraar aan de H. B. S. en Gymnasium te
Maastricht.
In de St.'Ct van heden zyn opgenomen
de statuten der vereeDiging: Landbouwver-
eeniging Oost en West Souburgte Oost- en
West-Souburg.
Het doel der vereeniging is de practische
ontwikkeling van landbouw en veeteelt te
bevorderen.
Zy tracht haar doel te bereiken door
a. het aankoopen ten behoeve en voor
rekening van hare leden van gewaarborgde
kunstmeststcffdn, voederstoffen en zaden en
het aanbesteden van de levering dier zaken,
welke da leden zich tegen betaling wensohen
aan te Bchsffen
i. het doen houden van vergaderingen, waar
onderwerpen op gebied van landbouw en
veeteelt worden behandeld;
het doen houden van lezingen of voor
drachten over genoemde onderwerpen
d. het aanschaffen van geschikte boek
werken, tydschriften en brochures
e. het inrichten van proefvelden en voorts
voor alle andere wettige middelen.
Dit bleek ons geheel overbodig, zegt de cor
respondent der Tem. Crten ook zeer nadee
lig voor onze gemeente. Al de kooplieden
hadden Diosdag hun vee aan de lijn op het
erf van P. Bockstael, buiten de bebouwde kom
der gemeente, aldaar bekend als de zooge
naamde markt van Cureghem.
Aangevoerd waren aldaar: 12 stieren, 68
sen, 36 koeien, 74 vaarzenen 10hokkelingen,
totaal 200 beeateD, die allen vlug werden
verkocht aan goede prijzen; er waren meer
slagers en kooplui als gewoonhjk, wel een
bewijs dat zoo'n dag buitengewoon geschikt is
voor vcemarktdag.
Op de veemarkt van Woensdag was de aan
voer nihil, kooplui of slagers waren ook niet
aanwezig.
Het ter elfder nur door ons dag. best. ge
nomen besluit zal ook nog een staartje hebben.
De kooplui zouden overeengekomen zyn de
volgende week weer markt te houden op
Cureghem, als belooning voor de bereidwillig
heid van P. Bockstael, inzake het in gereedheid
brengen van zyn erf.
In een vorig nommer schreven wy dat in
onze stad biljetten zyn aangeplakt, betrekking
hebbende op de Van Dyck's tentoonstelling te
Antwerpen, in de Duitsche taal.
Men maakt er obb attent op dat die biljetten
met de Van Dyck's tentoonstelling niet in ver
band staan. Dit is zoo, het is een reclame
van een Belgischen teekenaar, die tydens de
tentoonstelling van de werken van zyn grooten
kunstbroeder ook zyo arbeid exposeert en han
dig in het aanplakbiljet op de groote Van Dijck-
tentoonatelling zinspeelt.
Ook schijnt het doen aanplakken van Dait-
sche biljetten alhier op een vergissing te
berustener zgn er wel degeiyk in de Vlaam-
sche taal, wat o. a. uit een te Vlissingen ge
dane bekendmaking blijkt.
- De milicien-verlofganger L. d. B., van het
bataljon 2e compagnie, die dezer dagen was
opgekomen voor de herhalingsoefeningen, wilde
Woensdagavond zich met de tram van 9 u.
15 van Vlissingen naar zgn garnizoen te Mid
delburg begeven en sprong daartoe op den
Badbnisweg op de ingang zijnde tram, strui
kelde en viel, waarna de wielen van den
laatsten waggon hem over het rechter been
gingen, dat onder de knie gebroken werd,
terwyi ook de voet werd gekwetst.
De man werd per tram naar de remise
vervoerd, waar hem de eerste geneeskundige
hulp werd verleend, en vervolgens per bran
card naar het militaire hospitaal getranspor
teerd.
Hoewel de gewonde veel pyn heeft geleden,
bestaat, zooals men ons mededeelde, geen
gevaar voor zyn leven en heeft men alle h .op
het been te kunnen behouden.
Met dezelfde tram, die daarna te 9 n. 50 uit
Middelburg terugkeerde, trachtte een wielryder,
C. de H., hotelbediende te Vlissingen,
samen te ryden en lette daardoor niet voldoende
op den weg. Tengevolge daarvan bemerkte
hij niet de nadering van een rytuig, met t
paarden bespannen, waartegen by even voor
Abeele met volle vaart inreed. Onder de
wielen van het rytuig geraakt, bekwam by
vrg ernstige kneuzingen aan de rechterzijde
van de borst en aan het linkerbeen. Met een
volgende tram werd hy naar Vlissingen over
gebracht, waar bem geneeskundige halp ver
leend werd. De door hem gekregen kwetsuren
werden niet levensgevaariyk bevonden.
De werkzaamheden voor de tram Steen
bergenB rouwersbaven zyn nu zoo verre
gevorderd, dat de aannemer met het leggen
der rails op het traject Steenbergen—Zype is
gereed gekomen.
Zooals in ons blad is gemeld, was de
veemarkt te Sas van Gent deze week,
wegens denR.K. feestdag, door het dagelyksch
bestuur verzet van Dinsdag: op WoeBsdag.
LETTEREN EN KUNST.
Uit Vlissingen sohryft men ons
Het muziekkorps der d.d. schuttery te Mid
delburg, onder directie van den luitenant-kapel
meester, den heer Jan Morks, gaf Woensdag
avond zyn laatste concert in dit seizoen op
het terras van het Grand Hotel, en een talrijk
bezoek leverde het bewys, dat deze nitvoerin-
gen steeds meer en meer worden gewaar daerd.
De directeur had zorg gedragen voor een
kenr nit zyn répertoire en dank zy e.-ne ge
lukkige stemming, was de klankvorming over
het algemeen zeer zuiver. Het programma
werd geopend met een opgewekte marsch van
Kloss Der Schneidige Marinelieutenant, maar niet
minder krachtig klonk de nieuwe compositie
van den heer Morks Au Grand Hotel des
Bains. Deze militaire marsch no. 17, in 3/<
maat, behoort tot de beste welke ik tot nog toe
van genoemden kapelmeester hoorde; de melodie
is pittig en het trio vooral by zonder klenrryk.
Het geheel werd ook met veel attaque weer
gegeven.
Onder de nummers, welke verder verdien*
steiyk werden ten gehoore gebracht, behoorden
o. m. de bekende ouverture La Couronne d'or,
Schubert's Ave Maria en de Wals van Wald-
Die Zartlicken.
La Grbve des Musiciens vormde een aardigeu
overgang tot de pauze; en hoewel Wagner,
die voorzeker veeleischend is, in het Festspiel
vooral zijn natuur getrouw biyfr-, toch trad
het belangrgke basflguur helder op den voor
grond. De solo cornet-a piston was in dit
nummer echter te bescheiden hij voornamelijk
heeft het in de hand, door meerdere flinkheid
van gelnid, aan sommige passages beter relief
te verleenen.
Wij roepen het Middelburgsch korpB een
welgemeend „tot wtêrziens" toe.
De Wereldkroniek gat wader een buiten
gewoon nummer uit, gewyd aan de revisie
van het Dreyfusproces. Het bevat een aantal
afbeeldingen, byna alle uitstekend geslaagde
photograpbische clichés. By zonder ver makeiyk
lijkt ons de photographie van de overbrenging
van het geheime dossier. Dezer dagen ont
leenden wy aan de Figaro bet op onnavolg
bare wyze gedaan verbaal, hoe dit dossier*
nadat Picquart was weggezonden, allengs its
omvang won en zoo groot werd, dat de stuk
ken, die voor 2 jaar een pakje sigarettenpapier
geleken, nn een groote vracht zyn. Het plaatje
in De Wereldkroniek bewyst dat de Figard
niet overdreef. Acht soldaten zyn bezig dö
kist met de geheime stukken vau een groote»
wagen af te laden
Van onderscheidene kanten zijn de ver
zamelde hacdteekeningen op het adres va»
het Nederlandsehe volk aan het Ec^elschd
in zake de Tr&Dsvaalsche crisis aan dea beef
Paul den Tex te Amsterdam vei zonden.
Wy zullen thms geen opgaaf doen van bef
aantal onderteekenaren in verschillende plaat
sen, maar wachten totdat eene officieel©'
mededeeling van het comité wordt gedaan.
Door enkele Rotterdamsche kapitalisten'
is aangekocht het buitenverblijf Leeuwendaal
te Ryswijk, groot 10 H. A. Een stratenplan,
bestaande uit een parkaanleg met lanen en
beplanting, is reeds ontworpen.
Onder buitengewone deelneming he- fc
Woensdagmorgen te Utrecht de begrafenis
plaats gehad van de drie jonge menschen, die
daar Zaterdagavond op zoo treurige wyze om
het leven gekomen zyn.
De byzetting van bet ïyk der jonge dame
geschiedde in ale stilte; daarby werd geen
woord gesproken.
Dit was wel het geval by de teraardibestei*