UIDDELBIRGSGHE COURANT. 142° Jaargang 1899, Vrijda; 18 Augustus. Verschillende Berichten. N°. 194- Deie courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. P*Qs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1»- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 17 Aug. 8 u. vm. 67 gr. 12 u. 70 gr. av. 4 70gr. P. Verw. mat. N. W. wind, bew. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten dea middags vóór één uur aau het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 oent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige ▼oorwaarden. Prospectassen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Zierikzee: A. C. de Mooij; te Tholen: W. Al vam Nieuwenhuijzen; te Terneuzen: M. de Jonge. Bij deze courant behoort een By voegsel. Middelburg 17 Augustus. Indische- en Nederlandsehe Financiën. Het Augustus-nommer van De Gids bevat een belangrijk opstel van mr C. Th. van De venter over de verhouding der Indische en Nederlandsehe geldmiddelen. Daarin wordt nogmaals en op duidelijke wijze, de financie- kunst van het moederland op de kaak gesteld: zoolang dit er voordeel bij had, huldigde het de leer der „financieele eenheid", om haar on middellijk los te laten toen hare toepassing nadeelig zou zijn. Wij hebben hiervan indertijd een treffend voorbeeld aangehaald, zegt het Alg. Handels blad, en gevoelen weinig lust, op de toen behandelde quaestie terug te komen. Onze ministers en volksvertegenwoordiging hebben, telkens wanneer er gelegenheid was de in 1883 verrichte „goocheltoer" ongedaan temaken, zich daaromtrent Oost-Indisch doof gehouden. Als de tegenwoordige minister van koloniën den 23en November jl. in de Tweede kamer, na op de vroegere „verkeerdheden" te hebben geweten, zegt„daarop is niet meer terng te komen, althans ik zie er geen kans toe"; ziet de heer Van Kol „misschien kans bet wèl te doen, welnu, hij heeft het recht van initiatief, men kan zien hoever wij daarmede komen", dan wil dat, naar onze opvatting, niet anders ■eggen dan dit: elk voorstel om aan Indië, geheel of gedeeltelijk, terug te geven wat daaraan vroeger door het moederland ontnomen is, zou met eene verpletterende meerderheid verworpen worden laat ons dus bet verledene laten rusten en althans voor de toekomBt rechtvaardig zijn Teruggeven van ten onrechte genoten gelden beteekent verhooging van belastingdruk en och, dan maakt men zich zoo gaarne wijs dat er geen onrecht gepleegd, dat de terug gaaf niet verplicht is! Wat helpt het, bij dergelijken toestand telkens op hetzelfde aanbeeld te blijven hamerenin moedeloosheid vraagt men zich af, of men zijn tijd niet nuttiger kan besteden. Eo, wij moeten ook dit zeggendegenen, die voor de belangen van Iudië opkomen, vervallen daarbij soms in zoo groote overdrij ving, dat zij hun doel niet kunnen bereiken en de zaak schaden die zij meenen voor te staan. Wie zegt dat Nederland in totaal 850 millioen van Indië heeft geroofd, en dus tot de teruggaaf van die som verplicht is, houdt ten eerste geen rekening met de uitgaven waartoe het bezit van koloniën bet moederland ver plicht, en vooral, houdt geen rekening met de vroegere algemeen gangbare denkbeelden om trent koloniaal bezit. De regeering sprak in 1851, by haar eerste ontwerp regeeringsreglement, van onze kolo niën als van een „wingewest" dat, behoudens de welvaart der inheemache bevolking, aan Nederland zal biyven verschaffen destoffeiyke voordeelen die het doel waren der „verovering." Tegen die woorden „wingewest" en „verove ring" rees bezwaar, maar niet tegen de „stoffe lijke voordeelen", en de regeering was in 1854 wel overtuigd dat zy de groote meerderheid der volksvertegenwoordiging aan hare zyde had, als zy als een der beginselen, waarvan zy by de samenstelling van genoemd reglement was uitgegaan, verkondigde„dat, behoudens de welvaart en geleidelijke ontwikkeling der inheemache bevolking, Nederlanduch Iudië aan den moederstaat blyve verschaffen de stoffe- lyke voordeelen die geacht kunnen worden het doel der vestiging te zyn geweest.7 En de grootste koloniaal-liberaal van dien tjjd viel wel het cultuurstelsel aan, maar verdedigde bet batig slot; den 18enJuli 1854 zeide van Höevell: „Men stelt het voor alsof de tegenparty die millioenen aan de natie wilde ontnemenmen stelt bet voor alsof ons stelsel was: geene directe voordeelen uit Indie. Dat is eene on waarheid. Maar wy willen die voordeelen op eene andere wyze" Zooals men zietzy, die het meest opkwa men voor de belangen van Indië en de krach tigste oppositie voerden tegen de regeering in het moederland, maakten wel bezwaar tegen de wyze waarop het batig slot verkregen werd, maar niet tegen die batige sloten zelve. Eu nu kunnen wy wel spreken van eene verkeerde staatkunde, die vroeger gevolgd werd; het afkeuren, dat onze staatslieden voorbeen geen bezwaar hadden tegen een stel sel van exploitatie, naar hunne meening het doel van koloniaal bezit, in die afkeuring ligt niet het besef dat wy zonden hebben te herstellen wat, naar ouza opvatting, onze voor gangers verkeerd deden. Nauw in verband met de Indische batige sloten staat het vol- bardingsstelsel jegens België, dat ons land op den rand van het staatsbankroet bracht; ook aan de gevolgen van dat stelsel was in latere jaren nietB meer te veranderen. Een voorbeeld! Wij zien in onze verbeelding eene fabriek, die vele tientallen van jaren bestaan heeft. De fabrikant maakte vroeger hooge pryzen voor zyne goederen, en betaalde geringe loo- nen hy meende dat het genoeg was aan zyne werklieden. Hy verdiende dus veel geld, dat echter door verkeerde speculatiën ook grootendoels weder verloren ging. Zijn zoon, die thans het bedryt voortzet, heeft andere begrippen omtrent zijne verplichtingen jegens zyne arbeiders, bezorgt dezen een mensch- waardig bestaan, en verdient zelf weinig Wie zal nu van dien zoon verlangen dat hy nog in den een of anderen vorm nitbetaalt al wat de arbeiders zjjns vaders volgens de tegen woordige opvatting te weinig kregen. Hy zou het ook niet kunnen. Als men nu maar niet in aanmerking neemt dat elke vergelijking kreupel gaat, dan geeft dit voorbeeld vry wel terug wat wy denkeu over de teruggaaf der batige sloten van voor heen die, naar onze overtuiging, het moeder land niet verrykt hebben. De verplichting tot teruggaaf dier „batige sloten" erkennen wy dus nietzoo vervolgt het Hbld. Mr Van Deventer wil zoodanige verplichting erkend zien ten opzichte van alles wat Neder- laud sedert 1867 uit Indië getrokken heeft: naar zijne berekening, 187 millioen. De vroegere bedragen wil hij buiten rekening laten, op den o. i. zwakken grond dat Nederland de gelden uit Indië toen werkeiyk noodig had„al blijft het natuurlijk, strikt genomen, niet geheel te rechtvaardigen, het is verschoonbaar dat de buitengewone nood van het moederland aan leiding gaf tot het opleggen van buitengewone heffingen aan de kolonie." Waarom by dan 1867 als grens stelt? Omdat 6 „een gezaghebbend man" (Kappeyne) zich verheugde dat, „zelfs al verviel het batig slot geheel, het Staatsbankroet niet langer voor de deur zou staan." Op het oogenblik dat de comptabiliteitswet in werking trad, kon Nederland zich dus zelf redden, van dat ongenblik af is het steunen op anderen, op Iudië, ongeoorloofd. Wy waardeeren de goede bedoeling, maar stemmen met de conclusie niet in. De comp tabiliteitswet werd allerminst in het leven geroepen om een einde te maken aan de „by- dragen van het moederland"en in ons oog is de gestelde grens zeer willekeurig. Men kon reeds lang vóór 1867 het batig slot g e- d e e 11 e 1 y k missenen wie de pogingen van onze ministers van financiën tusBchen 1880 en '90 heeft aanschouwd om het Neder laudsche budget sluitend te maken, kan ge- makkeiyk betoogen dat men in die jaren de bydragen uit Indië niet geheel missen kon, al moest men ze nu missen. De batige sloten van 1863—'66 bedroegen 157 millioen; die had Nederland noodig, en mag het dus behouden; die na '67 bedroegen alle te zamen 139 millioen, die had Neder land niet meer noodig en moet het dus te ruggeven Meu zal ons toegeven, dat dat geen redeneering is: in den gedachtengang van mr Van Deventer zou het veeleer ge past hebben, te zeggen van 1863—'67 had Nederland slechts laat ons zeggen 10 mil lioen 's jaars noodig om zyn budget sluitend te maken, dus heeft het 117 millioen in die periode te veel ontvangen Wat ons betreft, wy zgn, om de boven ontvouwde redenen, van meening dat van geen restitutie sprake behoeft te zgn. Doch, met ééne uitzondering de dertig millioen, die in 1871 bestemd waren voor openbare werken in Indiëdie men v o o r- loopig gebruikte om Nationale schuld af te lossen, „omdat men het geld toch niet renteloos kon laten liggen", terwyl men toch, zoo noodig, opnieuw kon leenen. Maar toen het zoover kwam, was men de discussies van December 71 vergeten, evenals de moreele verplichting welke op den Naderlandschen Staat rustte om die gelden weder ten bate van Indië beschik baar te stellen.... Men liet de Indische belas tingschuldigen zorgen voor rente en aflossing der in 1883 geleende 45 millioen, terwyi de Nederlandsehe dito's bleven profiteeren van de schulddelging van 1872—'751 Di e handelwijze kan met verdedigd worden dunkt ons; zy was niet het gevolg van een vroeger rechtvaardig geacht beginsel, maar wel streed zij met van regeeringswege in 1871 af gelegde beloften. Wat in 1883 gebeurd is, ach ten wy een vlek op ons bestuur over Indië, die nog altyd op uitwissing wacht De leening van 45 millioen beeft aan Indië, met rente en aflossing, tot alt. 1899 ca. 79 mil lioen gekost; de van 1872—'75 geamortiseerde 30 millioen heeft ons land, tot 1883 toe, met de rente ca. 41 millioen verrijkt. Naar deze verhouding (45 41) is de Nederlandsehe schatkist thans aan de Indische nog 72 millioen schuldig. Laat men niet over eenige restitutie van vroeger genoten gelden spreken voor dat deze „eereschnld" is afgelost I Briefwisseling Koningin en Paus. In ons nommer van Maandag 11. namen wij betreffende die correspondentie de mededeeling op van den Haagschen correspondent der Prov. Overigs. en Zwolsche Crt, dat dr Schaepman die beide brieven in de pen gaf. Wy meenen nu ook verplicht te zyn te melden hoe dit bericht in de pers, vooral in de katholieke bladen, is begroet. De Maasbode noemde het een canard en zegt dat de briefschryver, anders vaak goed inge licht, zich thans een praatje heeft laten aan leunen, dat allervermakelgkst is. De brief van H. M. de Koningin aan Z. H. :n Paus zou zijn ontworpen door dr Schaepman. Sterker noghet antwoord van den Paus heet 'eoeens „geconcipieerd" door dr Schaepman. En dat alles wordt met den meesten ernst verteld op gezag van „zeer goed ingelichte zyde." „De Haagsche briefschryver is vermoedeiyk het offer geworden van een fynen grappenma- ken", eindigt het blad. De Limb. Koerier schryft ongeveer hetzelfde „Niemand minder dan dr Schaepman zon de ontwerper zyn van den brief van H. M. Konin gin Wilhelmina aan Z. H. den Paus. Sterker nog, diezelfde britfachryver beweert ook te weten, dat de dokter 'a Pausen brief concipieerde. De moeiiykheden in de redactie zouden de hulp van dr Schaepman noodig hebben gemaakt. Het is vreemd, dat dit bericht komt van een zyde die reeds zoo dikwyis bleek betrouw baar te zyn. Dit nieuwtje echter is wellicht aau de hitte der hondsdagen te wijten." De Residentiebode nam het op als curiositeit. Het Centrum eveneens. Dit blad voegde er by „Natuurlijk blijven al deze fraaie vertelsels veor rekening van den correspondent. De fantasie speelt er biykbaar een zeer groote rol in. Nog zy vermeld, dat het bericht volgens de Standaard „wel wat heel ongelooflijk klonk" en dat het Ned. Dagblad het opnam onder het op schrift „de minister zonder portefeuille". De meeste liberale bladen namen de mede deeling eenvoudig op zonder commentaar. ENGELAND EN TRANSVAAL. Te Dordrecht heeft Woensdagavond een in drukwekkende meeting plaats gehad ten gunste van de Transvaal en den Oranje Vrystaat. Voorzitter der meeting was de heer dr H. J. Kiewiet de Jonge. Op diens voorstel werd besloten de volgende motie als telegram te zenden aan Paul Kruger „Aan de Burgers der Z.-A. Republiek: De vergadering van Nederlandsehe mannen en vrouwen, te Dordrecht gehouden, betuigt baar smart over de gevaren die onverdiend, telkens opnieuw, de onafhankeiykheid Uwer Republiek bedreigen; uit baar bede om Gods hulp by onverboop- ten stryd." Nog werd eene motie voorgesteld, eveneens als telegram te verzenden, aan president Steyn „De vergadering van Nederlandsehe mannen en vrouwen, te Dordrecht saamgekomeD, be tuigt haar smart over de gevaren, die onverdiend, telkens opnienw de onafhankeiykheid der twee republieken van Zuid-Afrika bedreigen baar vreugde over het samengaaB der Afrikaners baar bewondering over de Oranje-Vrystaters wegens bun tronw aan bun Transvaalscbe broeders uit haar bede, dat God bun rechtvaardige zaak doe zegevieren." Door onderscheidene sprekers werd bet woord gevoerd. BMOEMIAUIÜJ» MZ. By kon. besluit: is benoemd tot onderwyzer aan de Rijks kweekschool voor onderwyzers te Nymegen C. G. Tromp aldaar is, voor het tydvak van 1 September 1899 tot 31 Augustus 1900, benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Sappemeer dr J. F. Hoekstra, tydeiyk leeraar aan die school; is de off. van gezondh. 2e kl. dr H. W. Boele, van het pers. van den geneesk. dienst der landmacht, op zyne aanvrage, op non activiteit gesteld, zonder bezwaar der schat kist en voor den tyd van éen jaar. 0 08T-IND1Ë. De tocht naar de V Kota's is aangevangen. Generaal Van Heutsz houdt een bivak aan te Matangkoeli en Araboengkoe en slaat een derde bivak op te Djamboejer. Overal worden wegen aangelegd en wordt het land opgemeten. De artillerie is terug. Geen vy- and werd ontmoet. UIT STAD EN PROVINCIE. 3By kon. besluit is, zooals nog in een eel der oplaag van ons vorig nommer is medegedeeld, voor het tydvak van 1 Sept. 1899 tót en met 31 Aug. 1900, benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te M i d d e 1- b a r g dr R. van der Laan, thans tijdelijk leeraar aan de H. B. S. en Gymnasium te Maastricht. In de St.'Ct van heden zyn opgenomen de statuten der vereeDiging: Landbouwver- eeniging Oost en West Souburgte Oost- en West-Souburg. Het doel der vereeniging is de practische ontwikkeling van landbouw en veeteelt te bevorderen. Zy tracht haar doel te bereiken door a. het aankoopen ten behoeve en voor rekening van hare leden van gewaarborgde kunstmeststcffdn, voederstoffen en zaden en het aanbesteden van de levering dier zaken, welke da leden zich tegen betaling wensohen aan te Bchsffen i. het doen houden van vergaderingen, waar onderwerpen op gebied van landbouw en veeteelt worden behandeld; het doen houden van lezingen of voor drachten over genoemde onderwerpen d. het aanschaffen van geschikte boek werken, tydschriften en brochures e. het inrichten van proefvelden en voorts voor alle andere wettige middelen. Dit bleek ons geheel overbodig, zegt de cor respondent der Tem. Crten ook zeer nadee lig voor onze gemeente. Al de kooplieden hadden Diosdag hun vee aan de lijn op het erf van P. Bockstael, buiten de bebouwde kom der gemeente, aldaar bekend als de zooge naamde markt van Cureghem. Aangevoerd waren aldaar: 12 stieren, 68 sen, 36 koeien, 74 vaarzenen 10hokkelingen, totaal 200 beeateD, die allen vlug werden verkocht aan goede prijzen; er waren meer slagers en kooplui als gewoonhjk, wel een bewijs dat zoo'n dag buitengewoon geschikt is voor vcemarktdag. Op de veemarkt van Woensdag was de aan voer nihil, kooplui of slagers waren ook niet aanwezig. Het ter elfder nur door ons dag. best. ge nomen besluit zal ook nog een staartje hebben. De kooplui zouden overeengekomen zyn de volgende week weer markt te houden op Cureghem, als belooning voor de bereidwillig heid van P. Bockstael, inzake het in gereedheid brengen van zyn erf. In een vorig nommer schreven wy dat in onze stad biljetten zyn aangeplakt, betrekking hebbende op de Van Dyck's tentoonstelling te Antwerpen, in de Duitsche taal. Men maakt er obb attent op dat die biljetten met de Van Dyck's tentoonstelling niet in ver band staan. Dit is zoo, het is een reclame van een Belgischen teekenaar, die tydens de tentoonstelling van de werken van zyn grooten kunstbroeder ook zyo arbeid exposeert en han dig in het aanplakbiljet op de groote Van Dijck- tentoonatelling zinspeelt. Ook schijnt het doen aanplakken van Dait- sche biljetten alhier op een vergissing te berustener zgn er wel degeiyk in de Vlaam- sche taal, wat o. a. uit een te Vlissingen ge dane bekendmaking blijkt. - De milicien-verlofganger L. d. B., van het bataljon 2e compagnie, die dezer dagen was opgekomen voor de herhalingsoefeningen, wilde Woensdagavond zich met de tram van 9 u. 15 van Vlissingen naar zgn garnizoen te Mid delburg begeven en sprong daartoe op den Badbnisweg op de ingang zijnde tram, strui kelde en viel, waarna de wielen van den laatsten waggon hem over het rechter been gingen, dat onder de knie gebroken werd, terwyi ook de voet werd gekwetst. De man werd per tram naar de remise vervoerd, waar hem de eerste geneeskundige hulp werd verleend, en vervolgens per bran card naar het militaire hospitaal getranspor teerd. Hoewel de gewonde veel pyn heeft geleden, bestaat, zooals men ons mededeelde, geen gevaar voor zyn leven en heeft men alle h .op het been te kunnen behouden. Met dezelfde tram, die daarna te 9 n. 50 uit Middelburg terugkeerde, trachtte een wielryder, C. de H., hotelbediende te Vlissingen, samen te ryden en lette daardoor niet voldoende op den weg. Tengevolge daarvan bemerkte hij niet de nadering van een rytuig, met t paarden bespannen, waartegen by even voor Abeele met volle vaart inreed. Onder de wielen van het rytuig geraakt, bekwam by vrg ernstige kneuzingen aan de rechterzijde van de borst en aan het linkerbeen. Met een volgende tram werd hy naar Vlissingen over gebracht, waar bem geneeskundige halp ver leend werd. De door hem gekregen kwetsuren werden niet levensgevaariyk bevonden. De werkzaamheden voor de tram Steen bergenB rouwersbaven zyn nu zoo verre gevorderd, dat de aannemer met het leggen der rails op het traject Steenbergen—Zype is gereed gekomen. Zooals in ons blad is gemeld, was de veemarkt te Sas van Gent deze week, wegens denR.K. feestdag, door het dagelyksch bestuur verzet van Dinsdag: op WoeBsdag. LETTEREN EN KUNST. Uit Vlissingen sohryft men ons Het muziekkorps der d.d. schuttery te Mid delburg, onder directie van den luitenant-kapel meester, den heer Jan Morks, gaf Woensdag avond zyn laatste concert in dit seizoen op het terras van het Grand Hotel, en een talrijk bezoek leverde het bewys, dat deze nitvoerin- gen steeds meer en meer worden gewaar daerd. De directeur had zorg gedragen voor een kenr nit zyn répertoire en dank zy e.-ne ge lukkige stemming, was de klankvorming over het algemeen zeer zuiver. Het programma werd geopend met een opgewekte marsch van Kloss Der Schneidige Marinelieutenant, maar niet minder krachtig klonk de nieuwe compositie van den heer Morks Au Grand Hotel des Bains. Deze militaire marsch no. 17, in 3/< maat, behoort tot de beste welke ik tot nog toe van genoemden kapelmeester hoorde; de melodie is pittig en het trio vooral by zonder klenrryk. Het geheel werd ook met veel attaque weer gegeven. Onder de nummers, welke verder verdien* steiyk werden ten gehoore gebracht, behoorden o. m. de bekende ouverture La Couronne d'or, Schubert's Ave Maria en de Wals van Wald- Die Zartlicken. La Grbve des Musiciens vormde een aardigeu overgang tot de pauze; en hoewel Wagner, die voorzeker veeleischend is, in het Festspiel vooral zijn natuur getrouw biyfr-, toch trad het belangrgke basflguur helder op den voor grond. De solo cornet-a piston was in dit nummer echter te bescheiden hij voornamelijk heeft het in de hand, door meerdere flinkheid van gelnid, aan sommige passages beter relief te verleenen. Wij roepen het Middelburgsch korpB een welgemeend „tot wtêrziens" toe. De Wereldkroniek gat wader een buiten gewoon nummer uit, gewyd aan de revisie van het Dreyfusproces. Het bevat een aantal afbeeldingen, byna alle uitstekend geslaagde photograpbische clichés. By zonder ver makeiyk lijkt ons de photographie van de overbrenging van het geheime dossier. Dezer dagen ont leenden wy aan de Figaro bet op onnavolg bare wyze gedaan verbaal, hoe dit dossier* nadat Picquart was weggezonden, allengs its omvang won en zoo groot werd, dat de stuk ken, die voor 2 jaar een pakje sigarettenpapier geleken, nn een groote vracht zyn. Het plaatje in De Wereldkroniek bewyst dat de Figard niet overdreef. Acht soldaten zyn bezig dö kist met de geheime stukken vau een groote» wagen af te laden Van onderscheidene kanten zijn de ver zamelde hacdteekeningen op het adres va» het Nederlandsehe volk aan het Ec^elschd in zake de Tr&Dsvaalsche crisis aan dea beef Paul den Tex te Amsterdam vei zonden. Wy zullen thms geen opgaaf doen van bef aantal onderteekenaren in verschillende plaat sen, maar wachten totdat eene officieel©' mededeeling van het comité wordt gedaan. Door enkele Rotterdamsche kapitalisten' is aangekocht het buitenverblijf Leeuwendaal te Ryswijk, groot 10 H. A. Een stratenplan, bestaande uit een parkaanleg met lanen en beplanting, is reeds ontworpen. Onder buitengewone deelneming he- fc Woensdagmorgen te Utrecht de begrafenis plaats gehad van de drie jonge menschen, die daar Zaterdagavond op zoo treurige wyze om het leven gekomen zyn. De byzetting van bet ïyk der jonge dame geschiedde in ale stilte; daarby werd geen woord gesproken. Dit was wel het geval by de teraardibestei*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1