MIDDELBURGSCHE COIJRANT. N°. 176- 142" Jaargang 1899. Vrijdag Middelburg 27 Juli. 28 Juli. Daw courant verschijnt dagelijks, met uitzondering tan Zon- en Feestdagen, Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Therm om eter Middelburg 27 Juli 8 n. vm. 60 gr. 12 u. 72 gr. •v. 4n. 70gr.F.Varw. m. N. W. wind, ged. bew. Bij deze courant behoort een By voegsel. Kosteiooze toogang tot de Rijks Hoogere burgerscholen. Iu de Staatscourant van Dinsdag is wij meldden het in 't kort in ons vorig nommer opgenomen het kon. besluit van den 7en Juli, ten doel hebbende om, door wijziging van art 23 van het reglement voor de Rtjka Hoogere Burgerscholen, de gelegenheid tot het zonder betaling van schoolgeld bijwonen der lessen aan die scholen uit te breiden. Bedoeld artikel 23 is nu als volgt vastge- steld „Het bedrag van het schoolgeld, zoowel voor hen, die het geheele onderwijs volgen, als voor hen, die slechts enkele lessen bijwonen, wordt door den minister voor elke hoogere burgerschool at zonder lijk vastgesteld. Zij, die hetzij onvermogend zijn schoolgeld te betalen, hetzij buiten de gemeente wonende, waar de school is gevestigd, niet bij machte zijn, het schoolgeld henevens de reis- en ver blijfkosten te betalen, kunnen, wanneer zij aan het toelatingsexamen hebben voldaan en door hunnen ijver daarvoor in aanmerking bljjken te komen, van de betaling van schoolgeld door den minister op de by dit reglement gevoegde voorwaarden worden vrygesteld. „Aau hen, te wier behoeve vrijstelling van de betaling van schoolgeld is verleend, kunnen boekon en leermiddelen kosteloos van ryks- wege worden verstrekt. Blijkens het in dit artikel genoemde reglement worden als voorwaarde gesteldaanmelding vóór 1 Juni bij den directeur; verder dat de ouders of de voogd der leerlingen doen biyken van hun onvermogen, dan wel wonende buiten de gemeenten, waarde school gevestigd is, dat zy niet by machte zyn de reis- en ver big f kosten te betalen, en eindelijk dat de leerling in het toelatingsexamen slage en „uit een on derzoek blyke, dat bij van een goed gedrag is en door buitengewonen yver uitmunt." De minister staat de vrystelling toe voor hen, die aan deze voorwaarden voldoen, tenzy, in verband met het aantal betalende leerlingen, dat tot de school toegang heeft erlangd en met de beschikbare plaatsruimte en de be schikbare leerkrachten, bezwaar mocht bestaan tegen de toelating van alle geschikt bevonden candidates, in welk geval door den minister van binnenlandeche zaken bepaald wordt tot welk maximum zg zullen worden toegelaten. De by het toelatingsexamen behaalde cgfdrs beslissen iu dit geval omtreut de volgorde der plaatsing. Omtrent de kosteloos toegelaten leerlingen wordt elk kwartaal rapport gedaan aan den Inspecteur van het Midd. Ond., die van zyn opmerkingen daarvan aan den minister mededeeling doet. De vrystelling wordt inge trokken, zoo de aanleiding, nl. het onvermo gen ophoudt of de leerling zich aan wangedrag schuldig maakt; zy kan worden ingetrokken, „wanneer de driemaandeiybsche rapporten over de vorderiogen en den yver van den leerling daartoe aanleiding geven." Zy vervalt ein- deiyb, „wanneer aan het einde van een school jaar de vorderingen van den leerling niet van dien aard zijn, dat hij tot eene hoogere hlaBoe kan worden bevorderd, tenzy nit de rapporten blijkt, dat de oorzaak daarvan een gevolg is van buitengewone omstandigheden, onafhan kelijk van den aanleg of den yver van den leerling, in welk geval de minister hem kan vergunnen andermaal een jaar in klasse te vertoeven." Dankbaar, maar niet voldaan kan ook van deze „uitbreiding" gezegd worden, welke door deze regeling nog lang niet hare uiterste grens heeft bereikt. Immers, kinderen van betalende ouders kunnen volgens deze voorwaarden, hoe wel zy misschien de grootste brekebeenen zyn, nog altijd de toelating beletten van een be gaafden zoon van onvermogende ouders, wat eene onbetwistbare onbiliybheid is, waar het onderwya bekostigd wordt uit de openbare kas. Ter wille van die billijkheid, zal mea nog één Btap verder moeten gaan en betalende en niet- betalende leerlingen met geiyke rechten moeten brengen op dezelfde rangiyst, zoodat niet aan het geldbezit der ouders, maar alleen aan de geschiktheid van den leerling de voorrang wordt toegekend. (Arnh. Crt.) Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zyn. Advertentiën: 20 cent per Tegel. Geboorte- dood- en alle ftu4tare familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 ceni. Beolames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te Ylissingen: C. N. J. de Vet Mestdaoh; te Goes: A. C. Boluyt, firma Wed. de Jonge. Thans is omtrent dit punt een nieuwe aan- 8chryvine geschied, waarover men het vol gende aan de N. R. Crt. meedeelt: Niettegenstaande ten vorigen jare alleen bezwaar is gemaakt tegen eene te uitgebreide aanduiding van het beroep op de voor zg de der briefkaarten, wordt, blijkens de vele bij het hoofdbestuur der posteryen en telegraphie ingekomen klachten, op vele postkantoren ook de verzending geweigerd van briefkaarten, waarop de naam eenigszins uitgebreid, of wel de naam en het beroep van den afzender in ééne uitdrukking zyn vermeld. Dit behoort volgens het hoofdbestuur der posterijen niet te geschieden ook al is dergelijke vermelding nog al uitgebreid, geiyk b. v. het geval kan zyn op briefkaarten, afgezonden door naam- looze vennootschappen, maatschappijen of agenturen. Dan behoort daarin te worden berust. Het is mede niet verboden, dat by, die twee of meer beroepen uitoefent, welke niet in een woord zyn samen te vatten, die beroepen elk met éen woord of daarmede geiyk gestelde nitdrnkking vermeldt. Voorts vestigt het hoofd bestuur voornoemd de aandacht der postamb tenaren er op, dat doorhaling of radeering van niet-geoorloofde aanduidingen of opschriften op briefkaarten geoorloofd is, alsmede, dat aan duiding van het beroep, welke niet voldoet aan de gestelde eischen, door radeeren, door halen, c. q. bijeckrgven met de pen, in den vereischten vorm mag worden gebracht. BEHfOKMll* UBA MZ. Bg kon. besluit: is aan den ty del ijk gepens. officier van ge zondheid 1ste kl. by de zeemacht C. J. P. Verhoeff, opnieuw toegekend, een pensioen van f 950 'sjaars, en wel voor drie jaren en is de bronzen eere-penning voor menschlie- vend hnlpbetoon en een loffeiyk getuigschrift ;ekend aan mr J. H. Fransen van de Pntte, te 's Gravenbage, wegens betoonde menschlie vendheid by de redding van eene vrouw uit de Hofvyver aldaar, in den avond van 17 Mei. EEN POSTKWESTIE OPGELOST. In den laatsten tijd kwamen berhaaldeiyk klachten voor over willekeurige handelingen op sommige poatkantoren tegenover briefkaar ten met gedrukte adressen. Meer dan waar schijnlijk kwamen deze voort nit verschil van opvatting over, of onbekendheid met de be doeling van ambteljjke voorschriften. ONGEVALLENWET. Verschenen is de nota der regeering naar aanleiding van de ingediende amendementen op bet ontwerp betreffende de wettelijke ver zekering van werklieden tegen geldelijke ge volgen van ongevallen in bepaalde bedryven. Een statistiek van de ODgevallen, in groote en in kleine ondernemingen voorkomende, kan door de regeering niet worden overgelegd, wegens gemis aan de noodige gegevens. De vorming der in het amendement Kuyper bedoelde bedrgfsvereenigingen zou niet ten nadeele kannen zgn van de niet tot die ver- eenigingen beboorende werkgevers, indien door deze bedigfsvereenigingen eene voldoende waar borgsom werd gestort, indien de door baar aan de rgksverzekeriDgsbank te betalen vergoeding voor administratie kosten niet minder was dan de administratiekosten, welke zg aan de Bank veroorzaakten, indien eindelgk een uit een verzekeringstechnisch oogpunt voldoend aantal werklieden voor risico van de Bank bleef verzekerd. Indien daarentegen aan eene der bovenbedoelde voorwaarden niet werd voldaan, dan zou de ryksverzekeringsbank en zouden dus indirect de niet bij de bedrgfavereenigingen aangesloten werkgevers van de vorming dier vereenigingen nadeel kannen ondervinden. Dat er alsdan termen zouden zyn, om een deel van da administratiekosten der ryksverzekerings bank ten laste van den staat te brengen, kan da regeering niet inzien. Tegen de amendementen van de heeren Kuyper en Drucker c.s. op art. 1, die beoogen iedere omschrgving van het begrip bedrgfs- ongeval nit de wet te weren, bestaat bg de regeering geen bezwaar. Tegen de door de heeren Van Kol c. s. voorgestelde wgziging van art. 2 no 1 heeft de regeering overwegend bezwaar, daar die bv. ten gevolge zou hebben dat een werk man, wien gedurende den schafttgd een onge luk overkwam tengevolge van handelingen geheel buiten verband met de uitoefening van het bedrgt, daarvoor schadeloosstelling zon ontvangen. Tegen den door den heer Pyttersen voorge stelde wijziging van het bepaalde in art. 2 sub 1 zon de regeering aauvankeiyk geen bezwaar hebben, evenmin als tegen de door de heeren Van Kol c. s. en den heer Pyttersen voorgestelde wijziging van no 3 van art. 2. Tegen het amendement van den heer Kuyper tot invoeging van een nieuw art. 2 en een nieuw hoofdstuk X bestaan bjj de regeering bedenkingen, hoewel zij den voorsteller hnlde brengt voor de vele moeite, welke hy zich gegeven heeft om door eene zoo uitgewerkte regeling te trachten de bg sommige werkgevers tegen de regeeringsvoordracht gerezen bezwaren weg te nemen. Tegen de amendementen van de heeren Drucker c- s. en van den beer Van Dein se betreffende het begrip werkman heeft de re geering vooralsnog bezwaar. De voorgestelde wgzigingen ten aanzien van artt. 3 en 8schy- der regeering vooralsnog niet wensche- lijk toe. Ook komt het dar regeering minder juist voor in de wet eene impaling op te nemen als door den beer Pyttersen wordt voorgesteld aan art. 8 toe te voegen. Tegen eene wijziging als door den heer Drucker c. s. op art. 11 sub lo wordt voorge steld, zou de regeering aanvankelijk geen be zwaar hebben. Tegen de opneming van de bepalingen, ver vat in het amendement van de heeren Van Kol c. s. op art. 11 6o en 8o, bestaat bg de regeering overwegend bezwaar. Tegen het opnemen in de lgst der verzeke- ringsplichtige bedrgven, van de bedrgvenvan exploiteeren van entrepots of entrepotsdokken amendt Pyttersen op art. 11 12o zou de regeering vooralsnog geen bezwaar hebben. De amendementen van den heer Heldt, den heer Pyttersen en de heeren Van Koll c. s. op art. 11 19o en 59o worden door de Reg. ten sterkste ontraden. De amendementen van de heeren Van Kol c. s. en van den heer Pyttersen op art 11 21o acht de Reg. overbodig. Tegen de amende meuten van de heeren Drucker c. s. op art. 41 31o en 40o bestaat geen bezwaar. Art. 11 59o (nieuw) amendt Pyttersen komt der Reg. onnoodig voor. Art. 11 60° (nieuw) en 61° (nieuw) amendt. v. Kol c- s. meent de rog. niet te moeten opnemen. Tegen bet amendt. Drncker c. s. op art. 13 bestaat vooralsnog geen bezwaar. De teg. blijft aan 'a Gravenbage de voorkeur geven voor de vestiging der Rgbsverzekerings bank boven Amsterdam. Het amendt. Drncker c. s. op art. 17 komt der reg. vooralsnog bedenkeiyk voor. Het amendt. Knyper op art. 19 komt der regeering niet wenscheiyk voor. Ook heeft de reg. bezwaar tegen bet amendt. van de •en Drucker c. s., sub-amendt. van de heeren van Kol c s. op art. 21. Het amendt. Drncker c. s. en van de heeren van Kol c. s. op art. 22 acht de reg. zonder practische beteeken <b. Ook tegen het amendt. Pyttersen (art. 23bia) heeft de reg. bezwaren. Wyzigiog van ait. 24 (amend. Kuyper) komt der reg. niet wenschelgk voor. De wenschelgbheid van de amend, op artt. 25 en 28 van de heeren Van Kol c. s. is der reg. niet gebleken. Tegen het amend. Van Kol c. s. op art. 29 bestaat geen overwegend bezwaar. Dg wenschelgkheid van het amend. Van Kol c. s. op art. 31 wordt niet ingezien. Tegen het amend. Drucker c. s. op artt. 32 i 34 bestaat aanvanbeHjk geen bezwaar, evenmin tegen de amend. Drucker c. s. op artt. 49 en 50. Tegen de amendt.-Drucker c.s. op art..52 bestaat vooralsnog overwegend bezwaar, even eens tegen bet amendt.-Drucker c.s. op art. 59 De wenscbeiykbeid van het amendt.-Drucker op art. 64 kan de reg. niet inzien. Aan neming van het amendement der Comm. v. rapp. op art. 66 moet de regeering ontraden. Tegen het beginsel van het amendt.-Drncker c.s. op art. 74 (art. lAbis) bestaat geen bezwaar, evenmin tegen de voorgestelde wyziging van art. 79 (amend.-Drueker c.s.) Hetzelfde geldt voor art. 80. De amendt.-Kuyper en Drucker c.s. op de artt. 82, 84 en 85 acht de regeering niet zonder bedenking. Voor de wyziging van art. (amendt.-Kuyper) acht de reg. geen afdoende reden aangevoerd. In beginsel verdient het amendt.-Pgnappel op art. 95 naar bet oordeel der regeering stenn daar zich exceptioneels gevallen, als be doeld bg dit amendement, kunnen voordoen. Niettemin oppert de regeering tegen de for muleering van art. SBbis enkele bedenkingen. Zegelrecht op effecten. De minister van financiën meent thans te mogen aannemen, dat Biets de invoering op 1 Mei 1900 van het verhoogde zegelrecht in den weg staat. UIT STAD EN PROVINCIE, Ten dringendste noodigen wy de kiezers in bet derde district van Middelburg nit morgen (V r y d a g) hunne stem uit te brengen op de heerenK.W. Brevet en 3. GratamaHzn. Het zQn de twee eerste witte puntjes op bet stembiljet die zwart gemaakt moeten worden. De stembns is geopend van 's morgens acht tot 'a namiddags vijf uren. Onze beschouwing omtrent die stemming in ons nommer van Woensdag 11. heeft „Een lid der anti-revolntionnaire kiesvereeniging" be wogen ons een schry ven ter opname te zenden. Waac by weigerde dit in de courant met jn naam te ondarteekenen een voorwaarde die bij verkiezingen door ons gesteld wordt ten opzichte van advertentiën en ingezonden stakken en bovendien de toon van zyn schryven, hoe ook by sommigen aan diezyde gebruikeiyk als zy ons blad aanvallen, niet paste tegenover ons van wie men gast vry beid vroeg, konden wy aan zyn verzoek niet voldoen. Toch vinden wg in hetgeen dat „lid der anti-revolntionnaire kiesvereeniging" schreef aanleiding tot eene enkele opheldering. Wy maakten de opmerking dat er onder de anti-revoluttonnairen in onze stad, zyn die ernstige bedenking hadden tegen het candi- deeren van de nu gestelde personen. De meergenoemde schry ver kan dat, zegt hij, beslist tegenspreken, en wel op grond datop de vergadering der kiesvereeniging, die hjj bywoonde, „niet een was, die op de door de _M. Crt aangegeven gronden of op eenigen anderen grond tegen het candideeren dier heeren zyn stem verhief." Eigenaardige redeneering. Wy hebben hoegenaamd niet bet oog gehad op de vergadering der kiesvereeniging en daarop ook niet kunnen zinspelen. Waar bet daar behandelde steeds geheim gebonden wordt, trnemen wy daarvan nooit iets. Maar buiten die vereeniging laten zichanti- revolntionnairen wel eens nit, en daarop was beweriDg, die wy besliBt volhouden, ge grond. Dat wy, doelende op de heeren Brevet en Gratama, niet van aftredende leden mogen spreken, zooals de schry ver beweert, ont kennen wy ten zeerste. Beiden zgn dat wel Ujk en stellig is dit voor het derde district de heer Gratama. Dat een der anti-liberale candidaten lid der Provinciale Staten is, bewyat nog niets voor kennis van locale toestanden in gemeente, waarin hy woont. Evenmin het feit dat deze hier geboren is en vroeger ook zyn verbiyf bad in dagen waarin hy zich van de publieke zaak al bitter weinig zal hebben aan getrokken. In elk geval kannen wy nit dat oogpunt met gerustheid beweren dat de hee ren Brevet en Gratama hunne sporen verdiend hebben. Van de tegen-candidaten zal nog moeten biyken of dit van ben ooit gezegd zal kunnen worden. Vader. Men zon hetzelfde knnnen beweren van den heer Brevet. Dit stnkje geschiedenis meenden wij even onder de oogen der kiezers te moeten brengen om eerstens te constateeren dat de niet-her- kiezing van mr VoorBt Vader in verband stond met eene daad van zyn oigen partij- genooten en ten tweede duidelgk te doen uitkomen de grove onrechtvaardigheid om te trachten thans de kiezers te bewegen jnist op mr S. Gratama wraak te nemen over hot in 1893 gebeurde. Dat is onredeiyk, onedel en onmaniyk, By kon. besluit zyn benoemd tot voor zitter van het bestuur van den polder Walckerui, P. den Bouwmeester; tot gezworen voor den polder Van Lijnden A. Scheele Janszoon; tot gezworen voor het waterschap Loven en Willemakerke W. Geelhoedt, en tot gezworen voor den polder Westerland H. van Strien. Een onedel wapen hanteert men in dezen stryd tegenover mr Gratams. Men beweert dat dit raadslid indertyd tegenover den beer Van Voorst Vader werd gecandideerd. Wy hebben daarom noch eens nagelezen wat er in de vergadering van Gemeentebelangge houden 11 Juli 1893, is voorgevallen. Destyds moest er voorzien worden in zes vacatures in den raad, vijf wegens periodieke aftrediüg en een wegens het bedanken van den beer mr J. A. van Hoek. Van die periodiek aftredenden had de heer J. J. van der Harst zich niet meer verkiesbaar gesteld. Door Gemeentebelang werden toen de hoeren Van Dunné, L. K. van der Harst en J. H. Sngders op nienw gecandideerd. Met hoeveel waardeering op de vergadering destyds ook gesproken werd over het mede periodiek aftredend lid, den heer Van Voorst Vaderen hoe gaarne Bommigen toen ook die plaats aan de anti-revolntionnairen hadden willen blgven afstaan de meerderheid was daartoe niet te vinden, vooral in verband met hetgeen denzelfden dag in de Provinciale Staten was voorgevallen, toen jhr mr Sis, als 't ware bij overrompeling, het mandaat van lid der Eerste kamer waB ontnomen. Hoezeer ook enkele liberale leden destyds onvergeeflijke font hadden begaan niet op hun post te zyn de houding der anti-liberaleu prikkelde tot een tegendaad. De vergadering van Gemeentebelang besloot daarom den heer Van Voorst Vader niet meer candidaat te stellen. Dientengevolge moest in drie vacatures worden voorzien; en daarvoor werden candi daat gesteld de heeren mr K. W. Brevet, mr S. Gratama en J. C. de Waal. Na gaat het toch niet aan om thans mr Gratama in 't byzonder te signaleeren als Niettegenstaande het prachtige zomer weder ieder, die eenigszins ertoe in de ge legenheid is, noodde tot een zitje in een heer lijk belommerden tnin, en ofschoon een kapel, van welke een groote roep uitgaat, dat zitje nog aantrekkelgker maken moest, was het aantal van hen, die heden middag waren opgegaan naar ons eenig Schuttershofom de matinèe bij te wonen, die de kapel van het hnzar en regiment Kroonprins van Zweden gaf, betrekkelijk klein. Misschien dat de Donderdag daarop zyn invloed liet gelden. Met een oordeel over het muziekkorps wach ten wy tot ons volgend nommer, na het con cert van heden avond, waaraan zeker wel een zeer druk bezoek zal ten deel vallen. Dat men onvergeeflijk slordige menschen op 't wereldrond ontmoet, wie zal 't tegenspre ken, maar bet summum van zorgeloosheid mag wel heeten, dat men, 's morgens vroeg met al de bewoners het bnia verlatende, een petroleum stel laat branden op een plaats, waar door de ontwikkelde warmee gemakkelgk brand kan ontstaan. Dat dit kan, bleek heden middag op den Wal alhier in een huis, waarvan de bewo ners in den vroegen ochtend waren gaan rijden. De uitslaande rook waarschuwde voorbijgan gers en bnreu, die met een paar emmers water begin van brand blnschten, dat nu nog weinig schade veroorzaakte, maar dat zeer ernstige gevolgen had kunnen hebben. Woensdag middag zgn alhier aange komen en heden ochtend naar Veere verttok ken drie torpedobootende Foka, Idjen en BatoJc. Te Big ge kerke viel Woensdag mor gen een paard van den landbouwer P. G., by uitrijden met een voer zand nit de zandput Dij Klein Valkenisse, dood neer. Men zegt dat het dier schrok vau een uit het busch loopend konijn. Uit Viissingen. Wegens het ontvreemden van eene koperen lantaarn van het haventerrein en koperen moeren van het hek op den Noordzeeboulevard welke voorwerpen by een uitdrager in be1 slag zyn genomen is door de politie aldaar tegen twee harer goede bekenden proces-5 verbaal opgemaakt. ONDERWIJS. Mej. C. A. Koole, van Middelburg; slaagde te 'sGravenhage voor akte L. O. En- gelsch. De heer Jac8 Smit, onderwyzer te Krab- bendgke, behaalde eveneens akte „landbouw'' L. O. Onze correspondenten gelieven ons dergeüjké mededeelingen en andere omtrent verworven akten te onthouden. Zoo de betrokken personen zeiven die ons melden, willen wy ze wel mee-' deelen; maar voor correspondenten-berichten hebben zy niet voldoende waarde. Door het Nederlandsch onderwijzersge nootschap, dat dezer dagen te Rotterdam ver gaderde, werden tot eereleden benoemd de heeren H. Wuite te Zwolle, D. Boswyk te Arnhem, H. Kroese en J. Versluis te Amsterdam. Verworpen werd een voorstel van Arnhem om het hoofdbestuur op te dragen een onder zoek in te stellen betrekkeiyk de ambteiyke verhouding in gemeenteverordeningen tusschen hoofden en onderwgzers. Door dezelfde afdeeling was nog voorgesteld het hoofdbestuur den minister te doen verzoeken by benoeming tot leden (deskundigen) van examencommissies van het L. O. en tot onder- wyzers (onderwgzeressen) aan de ryksnorraaal- lessen voortaan meer dan tot nogtoe geschiedde, te willen letten ook op do belangen der klasse- onderwyzers. Het hoofdbestuur verklaarde zicb van een gesteld in plaats van den heer Van Voorstdergeljjke opdracht niet te kannen kwjjten;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1