MIDDELfilRGSCHE COURANT.
Zaterdag
8 Juli.
FEUILLETON.
N°. 159-
142° Jaargang.
1899*
Middelburg 7 Juli.
YERGEIDIUe EU BOETE.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen.
Pïfis, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 7 Juli 8 u. m 61 gr. 12 u. 68 gr.
av.du.71 gr.F.Verw. zw. wind, ged. bew.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zQn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën byabonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectassen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdac-h; te
GoesA. C. Bolluït, firma Wed. de Jonge.
Vredes-conferentie.
De kans, dat de conferentie tegen half Juli
reeds uiteen zal gaan, ia, naar hét Het Vad.
verneemt, gering. De commissie van redactie
dor arbitrage zal morgen de ontwerpen bij de
geheele commissie indienen. Deze zal denke
lijk eerst na eenige dagen beslissing nemen,
daar de leden in staat gesteld moeten worden
te bestudeereD. Vervolgens zullen ze weder
aan de séance plénière der geheele conferentie
onderworpen moeten wordeD, wat ook eerst
na eenige dagen zal kunnen geschieden.
Dat de gevallen van verplichte arbitrage uit
het ontwerp vervallen zijn, lijkt erger dan het
is, zegt hetzelfde blad. De opgenoemde ge
vallen betreffen toeh quaeatiea, waarover zeker
wel nooit een oorlog zou uitbreken. Boven
dien bleek by de vaststelling, dat herhaalde
lijk misverstand ontstond over hetgeen eigen
lijk bedoeld werd, zoodat de gevallen ten ge
volge van verschillende reserves toch al s
beperkt waren. Zoo hadden, om iets te noemen,
verschillende groote mogendheden bezwaar
tegen het opnemen van geschillen, voort
spruitende uit tractaten over interoceanische
kanaleD, omdat zij vreesden, dat beoogd werd
het beheer over die kanalen zelve internationaal
te regelen, hetgeen de bedoeling niet was.
Nu intusschen de gevallen van verplichte
arbitrage vervallen zijn, zal nog een poging
worden gedaan om een bepaling in het trac
taat te doen opnemon, waardoor de regee
ringen zich verbinden om, als er een différend
aigu zich openbaart, al bet mogelijke te doen
om het langs den weg der arbitrage op te
lossen. Zulk een verplichting zon alleen van
zedelijken aard zijn, maar toch allicht prac-
tisch van meer beteekenis wezen, dan het
opleggen eener bepaalde verplichting voor
geschillen, waarbij toch niemand aan een
oorlog denkt.
Voorts is er reden te verwachten, dat langs
den weg van bijzondere tractaten tusscbeD
enkele landen de praktijk der arbitrage meei
en meer veld zal winnen.
Een officieele mededeeliog over dealgemeene
vergadering van Donderdag hondt in, dat werd
goedgekeurd bet verslag, door den heer Rolir:
uitgebracht namens de 2e commissie, zoomede
de 60 artikelen, door die commissie uitgewerkt
betreffende de wetten en gebruiken van den
oorlog te land.
De conferentie heeft eveneens goedgekeurd
de volgende conclnsiëo, behandeld en bekracb
tigd in de tweede commissie
De eerste conclusie, uitgesproken op voor
stel van den eersten gedelegeerde van Luxem.
burg, spreekt den wenseh uit, dat het vraag
stuk der rechten en verplichtingen van de
onzijdigen op het programma van de volgende
conferentie zal verschijnen.
Een conclusie van gelijke strekking is aan
genomen, behoudens reserve van Groot-Britan-
flië, voor zooveel betreft bet bombardement
door een scheepsmacht van niet verdedigde
forten, steden, dorpen en kuatgedeelten.
De derde conclusie, voorgesteld door de le
13.
Vit het Fransch.
van PAUL BOURGET.
IV.
afdeeüng vau de tweede commissie op voorstel
van haar president, den heer Asser, is van den
volgenden inhoud
„De conferentie van 's Gravenhage, in aan
merking nemende de vcorloopige stappen, door
het Zwitsersche Bondsbestuur gedaan om te
geraken tot herziening van de conventie van
iève, spreekt den wensch uit, dat binnenkort
zal worden overgegaan tot bet houden eener
bijzondere conferentie, ten doel hebbende de
herziening van deze overeenkomst."
Zij is door de tweede oommissie aange
nomen met een motie, voorgesteld door den
heer Beldiman en luidende als volgt
„De wenschelijkheid uitsprekende van de
herziening van de conventie van Genève, be
tuigt de tweede commissie haar volle instem
ming met de verklaring, afgelegd door den heer
Asser, voorzitter van de eerste afdeeling, in
de zitting van 20 Juni en waarbij de gedele
geerde van Nederland geconstateerd heeft dat
alle te 's Gravenhage vertegenwoordigde Staten
zich gelukkig zouden rekenen, indien de Zwit
sersche Bondsraad spoedig het initiatief nam
tot het bijeenroepen van een conferentie met
het oog op de herziening van de conventie
van Genève."
De conclusie en de motie, voorgesteld door
de tweede commissie, nam de conferentie met
algemeene stemmen aan.
De heer Martens zeide dat de 4e conclnsie
loopt over een voorstel, aan de conferentie
gedaan in den vorm van een brief, dien de
delegatie van de Vereenigde Staten heeft ge
richt aan haar voorzitter en die strekt om de
onschendbaarheid van den privaten eigendom
op zee in oorlogstijd uit te spreken.
De 2e commissie dacht niet, dat het mogelijk
was, op deze kwestie in te gaan, noch wat be
treft de bevoegdheid, noch wat betreft de zaak
zelve, maar zij heeft gemeend den wensch te
moeten uitspreken, dat het voorstel, door de
delegatie van de Vereenigde Staten ter tafel
gebracht, geplaatst zal worden op het pro
gramma van een latere conferentie.
De conferentie heeft deze motie aangenomen
onder hetzelfde voorbehoud, dat geformuleerd
was in de vergadering der commissie.
Ter aanvulling van het kort bericht in ous
vorig nommer laten wij hier nog het een en
ander volgen omtrent het diner, Donderdag
door de Koningin aan de gedelegeerden ter
conferentie aangeboden.
BH. MM. zaten aan tafel naast elkander;
aan Hare zijden waren ter eene baron Staal,
ter andere graaf Miiaster gezeten en tegenover
de Koninginnen zaten graaf Nigra en Sir Julian
Pauncefote.
De Koningin was in het wit gekleed, de
Koningin-Moeder in lila.
Aan tafel Bprak de Koningin hare gasten
in bet Fransch toe, zeggende: „Ik verheug
mij hartelijk, dat ik heden de afgevaardigden
ter Vredesconferentie om mij vercenigd zie en ge
legenheid heb mijn wenschen te herhalen voor
het welslagen van het groote werk, dat te dan
ken is aan het edele initiatief van Z. M. den
Keizer van alle Ruslanden, en dat ik u de ver
zekering kan geven, Mijne heeren, dat ik u met
vreugde de gastvrijheid van mijn residentie
heb aangeboden.
„Ik drink op de gezondheid van alle Sou-
vereinen en Staatshoofden, wier vertegenwoor
digers ik hier zie."
Al pratende wasz^n moeder,dooi hem gevolgd,
de eetkamer binnen gegaan en nu zij hem in het
volle licht zag, waa éen blik voldoende om
haar te zeggen, dat haar zoon onder den indruk
waa eener buitengewone ontroering.
„Mijn kindMijn kind 1" herhaalde zij.
„Eugène OVerder kwam zR niet.
Die kreet, genit door het moederhart, dat
plotseling een verpletterende ingeving kreeg
verstomde voor de uitbarsting van wanhoop
van hem tot wien zfj sprak. Corbières was
op een stoel geionken en in krampachtig
snikken uitgebarsten. Zich hier te bevinden,
te midden van al die voorwerpen, waarmede
hy was opgegroeid, in die atmosfeer, waarin
by zijn jeugd had doorgebracht, nadat hy
wist wat hy wist, dat was hem te machtig
en hjj bezweek voor den storm vau sterke
aandoeningen, die in hem woelde. Misschien
heeft die tranenvloed hem bewaard voor zelf
moord en krankzinnigheid, daar hy de ont-
jMtlende spanning verbrak, waaronder ik ge-
zijn weien had zien ineenkrimpen en de.
moeder luisterde in dat kleine vertrekje, waar
de zegepralen van den scholier en den
student gevierd waren, naar dat hartbrekende
schreien, die wanhopige znchten, die onder
drukte kreten, waarin zich het groote zieleleed
van den man uitte. Hy was geheel geschokt
door dien aanval, waarvan de oorzaak voor
de ongelukkige vrouw geen raadsel meer kon
zyn. Gedurende zóóvele dagen had zg ge
vreesd dat haar zoon de misdaad zou ontdekken,
die misdaad die zy voor hem begaan hadden,
doch niettemin een misdaad was. Eu zy
sprak, over den ongelukkige heengebogen,
hem in hare armen sluitende: „Eugène, ik
ben het, uw moeder, zie my aan, spreek tot
my. Gy ïydt. Wathebtgy? Waarom weent
gy O, spreekt tot my 1" Daarop ging ze
hartstochtelijker voort„Spreek dan toeh;
Wat gij my ook te zeggen hebt, zeg het gy
martelt my te veel.
Zij legde by deze laatste woorden zulk een
hartstochtelyke moederliefde aan den dag, dat
er die onweerstaanbare suggestie uit voort
kwam, die ons tot in het diepst der ziel dringt
om ons een bekentenis te ontlokken. De man
hief schreiende het hoofd op en zei, al zyn
smart in dezen eenen volzin leggende, maar
ook al de liefde waarmede zy thans vermengd
was „Mijn arme moeder, ik kom uit la rue
du Faubourg St Jacques.
Zy antwoordde niet. Zijn ondanks had hij
baar aangezien, nadat hy gesproken bad. Hjj
Baron Staal antwoordde hierop, evoneens.in
't Fransch
„Als voorzitter van do Vredesconferentie,
ben ik zeker dat mijn medeafgevaardigden met
my zullen instemmer? als ik het algemeen ge
voel vertolk dat hen heden vervult. Uwe
Majesteit vergunne Haar uit hun naamenden
mijnen de betuiging van innige dankbaarheid
uit te spreken, welke ons allen bezielt, voor
de zoo minzame ontvangst, die Zij ons wel
heeft willen bereiden, en voor de wenschen
welke Zy wel heeft willen uiten voor het
wolslagen van het groote werk, dat te danken
is aan het initiatief van den Keizer, mijn
doorluchtigen Meester, en dat zoo gelukkig
wordt voortgezet onder de hoede van Uwe
Majesteit.
Ik noodig u uit, Mynheeren, uw glas op te
heffen ter eere van Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden en Hare doorluchtige Moeder".
De stafkapel van het 7e regiment, die den
maaltgd met muziek opluisterde, speelde na
>ze toespraak het Wilhelmus.
Na den maaltgd werd in de troonzaal
receptie gehouden.
VERZORC1NC VAN CEBREKK1CEN.
By gelegenheid der algemeene vergadering
van de Maatschappij tot bevordering der Ge
neeskunst hield Woensdag de heer dr Renssen
uit Arnhem een rede over de verzorging van
gebrekkigen en mismaakt en, waar by hy spe
ciaal het oog had op hen, die door een operatie
het gebruik hunner leden verloren hadden of
met gebreken geboren werden. Spreker maakte
met cgfers duidelijk, hoe groote schade de
maatschappg lijdt, doordat deze ongelukkigen
uiet in staat zgn mee te werken tot de alge
meene welvaart. In ods land verkeert 1 van
de bevolking in dit geval. Rekent men nu alleen
maar met degenen, die zonder onderstand abso
luut noodlgdend zyn, dat is 5 dan komt
men, de vermeerdering van het nationaal ver
mogen door elk individu op f 600 stellende,
tot een verlies van anderhalf millioen gulden.
Dit wat betreft den zuiver staathuishoud
kundigen kant. Maar hoe groot is niet het
lijden dezer miedeelden. In hun vroegste jeugd
zijn ze ook bg de allerarmste bevqjking het
voorwerp van teedere zorg, maar reeds inden
schooltyd is dit uit en worden ze licht een
voorwerp van plagery en bespotting, terwgl
ze, indien niet de dood hun genadig is, in
armoede en gebrek hun verder leven voort-
Na zyn in vele Staten al sinds jaren inrich
tingen verrezen, waar deze paria's der maat
schappij zoodanig opgevoed worden, dat zg in
staat zijn voor hun eigen onderhond te zorgen.
De oudste dier inrichtingen bestaat in
Beierende voornaamste is wel die in Kopen
hagen, die sinds haar oprichting, in 1817,
reeds 14,213 gebrekkigen tot verschillendo
vakken opgeleid heeft, zy levert schrgvers,
schrijnwerkers, kleermakers, boekbinders
enz., waarvan sommigen met één hand,
anderen met de tanden en lippen hun
brood verdienen. Spreker vertoonde aan zijn
auditorium vele voorwerpen, in die inrichting
gemaakt, met photographiën van de vervaar
digers. Zoo o. a. een fraai weefwerk en een
borstel, het werk van een verlamde, die alles
met zgn tanden had leeren bewerken.
Dr Renssen rekende zich gelukkig te kunnen
zag haar achteruitdeinzen, hare oude gerim
pelde handen vooruit steken, als om iets af te
weren, terwyi een doodeiyke bleekheid haar
gelaat overtoog, zoo ontzettend dat hy meende
dat zy stierf. De geneesheer ontwaakte in
den zood, en op zyn beurt schoot hg toe en
met denzelfden naam, dien hy twintig jaar ge
leden zou genoemd hebben, als hy haar zag
verbleeken, sprak hy „Mamatje."
„Laat my", riep zy steeds achteruitgaan
de, tot dat ze tegen den muur stond. Daar
keerde zy zich om, nam haar hoofd tnsschen
de handen en knielde neder, om te bidden, zg
bad heel lang en toen zij het hoofd ophief
lag er in hare oogen, op haar voorhoofd, om
haar mond, een soort van kalme berusting, die
op aangrypende wyze afstak by die uitdruk
king van inwendig knagen, die haar zoon
sedert zooveel jaren verontrust had.
„Zoo is het beter," zuchtte zy met een
vreemdsoortige vervoering. Het benauwde mij
al zoo lang. God heeft mededoogen met my
gehad Ja," vervolgde zy, nog meer op
gewonden, „ik wist wel dat het een verlich
ting zou zyn als gy alles wist, als ik met u
kon spreken, en u alles uitleggen, als ik dat
verdriet nog in mijn leven had. Gy zoudt
toch alles vernomen hebben op den dag van
het laatste oordeel, wanneer men in de harten
lezen zal en dat zou nog veel vreeselyker
gewe est zyn." Daarop sloot zy de oogen en
zei met eeu rilling: „Ik ben bereid om den
mededeelen dat spoedig, zooals hy hoopte nog
in deze eeuw, de eerste inrichting van dezen
aard in ons land zou tot stand komen, en wel
in het Diaoonessenhais te Arnhem.
Deze belangrijke mededeeling werd met ge
juich begroet. Prof. dr Treub heette aan den
itdisch baar het voornaamste feit, dat van
de 50ste alg. vergadering valt te boekstaven.
(Arh. Crt.)
UIT STAD ER PROVINCIE.
Het tweede zomerconcert, dat Donderdag
avond in het Schuttershof alhier werd ge
en, evenals het eerste door het muziekkorps
der d.d. scbuttery, onder leiding van den heer
Jan Morks, had onder gunstige omstandigheden
plaats.
"ia eenige dagen zeer onaangenaam te zyn
geweest, had het weêr zich naar deugden
geschikt.
Het was een heerüjke avond!
Dit liet niet na een gunstigen invloed uit te
oefenen op het publiek, dat in goeden getale
was opgekomen en zich zeer ingenomen toonde
met de nitvoering.
En daarvoor was alle reden.
Met veel entrain en groote nauwgezetheid
werd een goed gekozen programma uitgevoerd.
Behalve na elk nommer en aan het einde,
werd geapplaudiseerd na de verdienstelijk
uitgevoerde picolo-solo Nid iïoiseaux, en wel
zoo harteiyk en welgemeend, dat eene gedeel-
telijke herhaling plaats bad.
Den solist mag wel een woord van lof ge
bracht worden voor de wyze waarop hy zich
van zyn taak kweet.
Evenals bij het eerste concert, werden ook
nu de bezoeksters aangenaam verrast door de
aanbieding, by haar binnenkomst, van een
roos. Een aardig gedachte attentie!
Ia plaats van by de heeren J. C. W.
Altorffar ligt het in ons vorig nummer gemelde
adres inzake de tram VlissingenDomburg ter
teekeniDg by den heer R. M. Smits alhier.
Men schryft ons nit Z i e r i k z e e
Donderdag gaf de soeieteit Tot nut en ge
noegen alhier haar gewoon jaariyksch feest,
in het lokaal Parklust met omliggend terrein.
Werd deze feestviering, tengevolge v n het
buitengewoon onstuimige en regenachtige
weder der laatste dagen, door bestnur en leden
met angst tegemoet gezien, aan den morgen
van den feestdag verscheen de zon in al hare
glorie en verdreef alle bezorgdheid.
Toen dan ook de stafauziek van het 3e
regiment infanterie van Bergen op Zoom,
onder directie van den kapelmeester, den heer
A. Barbe, welk corps de muziekuitvoeringen
op dezen dag zou geven, aan wal stapte en
zijne vroolijke tonen hooren liet, was alles
opgewektheid. Jammer dat de stoomboot, d;e
het corps aanbracht, pas te een uur aankwam,
zoodat de matinée, op dat nur bf piald, eerst
twee unr kon aanvangen. Dit was vooral
jammer, omdat de ringrydery, vastgesteld op
half drie uur namiddag, toch voortgang moest
ben, zoodat door het heen en weer loopen
van het publiek veel van de sohoone uitvoe
ring verloren ging. Dit nam niet weg, dat
door velen, wien de muziek éen en al is, veel
werd genoten.
De ringrydery met versierde sjees of tilbury,
bespannen met een paard, leverde voor de
drinkbeker te drinken. De goede God geeft
mij de kracht Eugèae, zeg my alles
wat gy weet, alles, en ifa zal u zeggen
wat er van waar is en wat niet. Gij moet
gehoorzamen, myn kind; want ik ben uw
moeder, die u maar al te lief gehad heeft
ondervraag my, ik gelast het u, opdat er niets
meer tnsschen ons zy, dan de waarheid.
- „Ik zal mgn best doen," sprak Eugène
na een poos. Die eensklaps zoo flinke houding
van die vrouw, die hg altgd zoo schuchter,
zoo bedeesd gekend had, boezemde hem ont
zag in, 't geen te vreemder was, daar bij ge
komen was om een verklaring met haar te
hebben, die een beleedigiDg voor haar was.
Maar er is in de aanvaarding van zekere
proevingen een soort van grootheid, waar
voor zelfs de rechter die veroordeelt zich moet
bnigen en met die ontroering de edelste
die hy op dit oogenblik kon gevoelen, de
eenige die hem redde van zedelijken moord
in dit verhoor ging hy voort: „Is het
waar dat de ongelukkige, die daar ginds
in de me du Faubourg St Jacques woont, die
Pierre Robert, de onechte zoon is van een
beschermer van mgn vader?"
„Dat is waarhg is de zoon van den
heer Pierre Robert Handric. Om die reden is
hy ingeschreven onder die twee voornamen.
Die mynheer Handric was de zoogbroeder
vau uw vader. Uw grootmoeder was te
Póronne zyn min geweest. Hfl had uw vader
liefhebbers een aardig gezicht op en het was
opmerkelijk, hoe velen met spanning deevolu-
In van rydsters en ryders volgden.
Aan de ringrydery waren twee pryzen ver
bonden, nl. éen voor den schoonst versierden
wagen en éen voor de meest gestoken ringen,
welk laatste door dames geschiedde.
Na afloop der ringrydery maakte de voor
zitter der sociëteit, de heer H. C. van den
le, den uitslag van den wedstryd bekend
en wonsebte den winners en winsters met een
harteiyk woord geluk met de door hen be-
Die nitslag was dat verwierven:
voor den mooist versierden wagenle prijs
f 20 de heer L. Koopman te Zierikzee, 2e
prys f 10 de heer V. M. Krepel te Nieuwer-
kerk, 3e prys een voorwerp van kunst, de
heer H. Hage te Ouwerkerk;
voor het ringryden le prys 40 de heer
L. Koopman te Zierikzee en mej. P. L. van
Oeveren te Nieuwerkerk, 2e prys f 20 de heer
M. Krepel te Bruinisse en mej. M. Via te Haam-
i, 3e prys f 10 de heer H. M. der Wedu
wen te Dreischor en mej. H. P. van Oeveren.
De secretaris der sociëteit, de heer F. C.
van der Vliet, bood aan al de dames, mede
dingsters, als bewys van balde, met een harte
lijke toespraak, een fraai bouquet aan.
's Avonds acht nor werd het feest op het-
fde terrein voortgezet en was de heer Barbe
met zgn korps het eerst aan de beurt. Was
de matinée, tengevolge van buitengewone
omstandigheden, nog al rnmoerig, het concert
kenmerkte zich door de gewone aandacht, die
aan de uitvoeringen van een corps, als dat
van het derde, steeds geschonken wordt. Die
aandacht verdient het dan ook dubbel; de
directie is bg den heer Barbe in uitstekende
handen en zijne executanten zijn met hem één
van zin en gevoelen. Dit levert een hoogst
doet het publiek dubbel
Tot beBlnit van het feest werd een prachtig
vuurwerk afgestoken, geleverd door de firma
G. J. Rugsch te Utrecht. Ook dit nummer lirp
tot aller genoegen flink van stapel en gaf aan
liefhebbers van licht en kleuren en vooral van
knaleffect veel stof tot genoegen.
En hiermede is deze feestviering weder ten
ode. Wy wenschen het bestnur van Fut en
moegen geluk met den uitstekenden afloop
en hopen dat nog menig feest, door haar ge
organiseerd, met even goeden uitslag moge
bekroond worden.
Naar aanleiding van het bericht, behel
sde de aanwezigheid in de hervormde kerk
te Scherpenisse van de in Maart 1814
aan hunne wonden overleden Engelsche krijgs
lieden, volgt hier de vertaling van den oor-
apronkelijken tekst
Hier is het graf van William Brydge
Champion, eerste luitenant van Z. M. Engelsch
fregatschip Amphion(onder commando van
kapitein James Pattison Stewart.)
Ean der Engelsche squadrons, die dienden
om mede te werken tot bevryding vau ons
land van de Franache overheersching.
Voor dit heerlijk doel stierf hy aan dö
wonden, die hg bekwam, toen by de booten
vau dat schip tot eeu aanval op vyf bruggen
vau den vijand leidde van fort Lillo, den Ösa
Maart 1814. De overledene was 27 jaar oud en
bg het ministerie geplaatst."
„Dus is het andere ook waar", stameldef
de zoon, wien de krachten ontbraken om dtf
afschuweiyke zaak onder woorden te brengen;
„Dat mynheer Handric ons een som
gelds voor dat kind had toevertrouwd, dat is
ook waar."
„Eu dat gy die voor mg gebruikt hebt?"'
vroeg hy met een gesmoorde Bten;, byn»
fluisterend, als vreesde by, als hg zijne eigen
woorden hoorde, weer aangegrepen te v orden
door die woede, tegen «1e schande waarmede'
hg zich overdekt voelde. En zij antwoordde
op even zachten, fluisterenden toon„'t Ia
waar". Daarop vouwde zij de handen en
smeekte„Luister naar mij, Eagène, luister.
Wy zyn heel schuldig geweest, maar om ons
te begrijpen, zoudt gy alles moeten weteo, en
in de eerste plaats dat die zoon van den heer
Handric hem reeds zooveel verdriet gedaan
Had. Hy was schrander, maar van zijn school
tijd af aan een losbol. Daarom had de heer
Handric tot Corbières gezegd Ik wil niet
dat hy iets bezit vóór zijn dertigste jaar,
behalve hetgeen hy noodig beeft voor zyn
studies. Die som had hg bepaald op achttien
honderd francs in het jaar. Het heela kapitaal
was veertig duizend francs. Wg mochten ons
niet bekend maken, omdat de heer Handric
getrouwd was. De moeder van Pierre Robert
was een nichtje zyner vrouw. Hoe was de
beer Handric, zulk een braaf man, er tw