MIDDELfilRGSCHE COURANT. Zaterdag 8 Juli. FEUILLETON. N°. 159- 142° Jaargang. 1899* Middelburg 7 Juli. YERGEIDIUe EU BOETE. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Pïfis, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 7 Juli 8 u. m 61 gr. 12 u. 68 gr. av.du.71 gr.F.Verw. zw. wind, ged. bew. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zQn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën byabonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectassen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdac-h; te GoesA. C. Bolluït, firma Wed. de Jonge. Vredes-conferentie. De kans, dat de conferentie tegen half Juli reeds uiteen zal gaan, ia, naar hét Het Vad. verneemt, gering. De commissie van redactie dor arbitrage zal morgen de ontwerpen bij de geheele commissie indienen. Deze zal denke lijk eerst na eenige dagen beslissing nemen, daar de leden in staat gesteld moeten worden te bestudeereD. Vervolgens zullen ze weder aan de séance plénière der geheele conferentie onderworpen moeten wordeD, wat ook eerst na eenige dagen zal kunnen geschieden. Dat de gevallen van verplichte arbitrage uit het ontwerp vervallen zijn, lijkt erger dan het is, zegt hetzelfde blad. De opgenoemde ge vallen betreffen toeh quaeatiea, waarover zeker wel nooit een oorlog zou uitbreken. Boven dien bleek by de vaststelling, dat herhaalde lijk misverstand ontstond over hetgeen eigen lijk bedoeld werd, zoodat de gevallen ten ge volge van verschillende reserves toch al s beperkt waren. Zoo hadden, om iets te noemen, verschillende groote mogendheden bezwaar tegen het opnemen van geschillen, voort spruitende uit tractaten over interoceanische kanaleD, omdat zij vreesden, dat beoogd werd het beheer over die kanalen zelve internationaal te regelen, hetgeen de bedoeling niet was. Nu intusschen de gevallen van verplichte arbitrage vervallen zijn, zal nog een poging worden gedaan om een bepaling in het trac taat te doen opnemon, waardoor de regee ringen zich verbinden om, als er een différend aigu zich openbaart, al bet mogelijke te doen om het langs den weg der arbitrage op te lossen. Zulk een verplichting zon alleen van zedelijken aard zijn, maar toch allicht prac- tisch van meer beteekenis wezen, dan het opleggen eener bepaalde verplichting voor geschillen, waarbij toch niemand aan een oorlog denkt. Voorts is er reden te verwachten, dat langs den weg van bijzondere tractaten tusscbeD enkele landen de praktijk der arbitrage meei en meer veld zal winnen. Een officieele mededeeliog over dealgemeene vergadering van Donderdag hondt in, dat werd goedgekeurd bet verslag, door den heer Rolir: uitgebracht namens de 2e commissie, zoomede de 60 artikelen, door die commissie uitgewerkt betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land. De conferentie heeft eveneens goedgekeurd de volgende conclnsiëo, behandeld en bekracb tigd in de tweede commissie De eerste conclusie, uitgesproken op voor stel van den eersten gedelegeerde van Luxem. burg, spreekt den wenseh uit, dat het vraag stuk der rechten en verplichtingen van de onzijdigen op het programma van de volgende conferentie zal verschijnen. Een conclusie van gelijke strekking is aan genomen, behoudens reserve van Groot-Britan- flië, voor zooveel betreft bet bombardement door een scheepsmacht van niet verdedigde forten, steden, dorpen en kuatgedeelten. De derde conclusie, voorgesteld door de le 13. Vit het Fransch. van PAUL BOURGET. IV. afdeeüng vau de tweede commissie op voorstel van haar president, den heer Asser, is van den volgenden inhoud „De conferentie van 's Gravenhage, in aan merking nemende de vcorloopige stappen, door het Zwitsersche Bondsbestuur gedaan om te geraken tot herziening van de conventie van iève, spreekt den wensch uit, dat binnenkort zal worden overgegaan tot bet houden eener bijzondere conferentie, ten doel hebbende de herziening van deze overeenkomst." Zij is door de tweede oommissie aange nomen met een motie, voorgesteld door den heer Beldiman en luidende als volgt „De wenschelijkheid uitsprekende van de herziening van de conventie van Genève, be tuigt de tweede commissie haar volle instem ming met de verklaring, afgelegd door den heer Asser, voorzitter van de eerste afdeeling, in de zitting van 20 Juni en waarbij de gedele geerde van Nederland geconstateerd heeft dat alle te 's Gravenhage vertegenwoordigde Staten zich gelukkig zouden rekenen, indien de Zwit sersche Bondsraad spoedig het initiatief nam tot het bijeenroepen van een conferentie met het oog op de herziening van de conventie van Genève." De conclusie en de motie, voorgesteld door de tweede commissie, nam de conferentie met algemeene stemmen aan. De heer Martens zeide dat de 4e conclnsie loopt over een voorstel, aan de conferentie gedaan in den vorm van een brief, dien de delegatie van de Vereenigde Staten heeft ge richt aan haar voorzitter en die strekt om de onschendbaarheid van den privaten eigendom op zee in oorlogstijd uit te spreken. De 2e commissie dacht niet, dat het mogelijk was, op deze kwestie in te gaan, noch wat be treft de bevoegdheid, noch wat betreft de zaak zelve, maar zij heeft gemeend den wensch te moeten uitspreken, dat het voorstel, door de delegatie van de Vereenigde Staten ter tafel gebracht, geplaatst zal worden op het pro gramma van een latere conferentie. De conferentie heeft deze motie aangenomen onder hetzelfde voorbehoud, dat geformuleerd was in de vergadering der commissie. Ter aanvulling van het kort bericht in ous vorig nommer laten wij hier nog het een en ander volgen omtrent het diner, Donderdag door de Koningin aan de gedelegeerden ter conferentie aangeboden. BH. MM. zaten aan tafel naast elkander; aan Hare zijden waren ter eene baron Staal, ter andere graaf Miiaster gezeten en tegenover de Koninginnen zaten graaf Nigra en Sir Julian Pauncefote. De Koningin was in het wit gekleed, de Koningin-Moeder in lila. Aan tafel Bprak de Koningin hare gasten in bet Fransch toe, zeggende: „Ik verheug mij hartelijk, dat ik heden de afgevaardigden ter Vredesconferentie om mij vercenigd zie en ge legenheid heb mijn wenschen te herhalen voor het welslagen van het groote werk, dat te dan ken is aan het edele initiatief van Z. M. den Keizer van alle Ruslanden, en dat ik u de ver zekering kan geven, Mijne heeren, dat ik u met vreugde de gastvrijheid van mijn residentie heb aangeboden. „Ik drink op de gezondheid van alle Sou- vereinen en Staatshoofden, wier vertegenwoor digers ik hier zie." Al pratende wasz^n moeder,dooi hem gevolgd, de eetkamer binnen gegaan en nu zij hem in het volle licht zag, waa éen blik voldoende om haar te zeggen, dat haar zoon onder den indruk waa eener buitengewone ontroering. „Mijn kindMijn kind 1" herhaalde zij. „Eugène OVerder kwam zR niet. Die kreet, genit door het moederhart, dat plotseling een verpletterende ingeving kreeg verstomde voor de uitbarsting van wanhoop van hem tot wien zfj sprak. Corbières was op een stoel geionken en in krampachtig snikken uitgebarsten. Zich hier te bevinden, te midden van al die voorwerpen, waarmede hy was opgegroeid, in die atmosfeer, waarin by zijn jeugd had doorgebracht, nadat hy wist wat hy wist, dat was hem te machtig en hjj bezweek voor den storm vau sterke aandoeningen, die in hem woelde. Misschien heeft die tranenvloed hem bewaard voor zelf moord en krankzinnigheid, daar hy de ont- jMtlende spanning verbrak, waaronder ik ge- zijn weien had zien ineenkrimpen en de. moeder luisterde in dat kleine vertrekje, waar de zegepralen van den scholier en den student gevierd waren, naar dat hartbrekende schreien, die wanhopige znchten, die onder drukte kreten, waarin zich het groote zieleleed van den man uitte. Hy was geheel geschokt door dien aanval, waarvan de oorzaak voor de ongelukkige vrouw geen raadsel meer kon zyn. Gedurende zóóvele dagen had zg ge vreesd dat haar zoon de misdaad zou ontdekken, die misdaad die zy voor hem begaan hadden, doch niettemin een misdaad was. Eu zy sprak, over den ongelukkige heengebogen, hem in hare armen sluitende: „Eugène, ik ben het, uw moeder, zie my aan, spreek tot my. Gy ïydt. Wathebtgy? Waarom weent gy O, spreekt tot my 1" Daarop ging ze hartstochtelijker voort„Spreek dan toeh; Wat gij my ook te zeggen hebt, zeg het gy martelt my te veel. Zij legde by deze laatste woorden zulk een hartstochtelyke moederliefde aan den dag, dat er die onweerstaanbare suggestie uit voort kwam, die ons tot in het diepst der ziel dringt om ons een bekentenis te ontlokken. De man hief schreiende het hoofd op en zei, al zyn smart in dezen eenen volzin leggende, maar ook al de liefde waarmede zy thans vermengd was „Mijn arme moeder, ik kom uit la rue du Faubourg St Jacques. Zy antwoordde niet. Zijn ondanks had hij baar aangezien, nadat hy gesproken bad. Hjj Baron Staal antwoordde hierop, evoneens.in 't Fransch „Als voorzitter van do Vredesconferentie, ben ik zeker dat mijn medeafgevaardigden met my zullen instemmer? als ik het algemeen ge voel vertolk dat hen heden vervult. Uwe Majesteit vergunne Haar uit hun naamenden mijnen de betuiging van innige dankbaarheid uit te spreken, welke ons allen bezielt, voor de zoo minzame ontvangst, die Zij ons wel heeft willen bereiden, en voor de wenschen welke Zy wel heeft willen uiten voor het wolslagen van het groote werk, dat te danken is aan het initiatief van den Keizer, mijn doorluchtigen Meester, en dat zoo gelukkig wordt voortgezet onder de hoede van Uwe Majesteit. Ik noodig u uit, Mynheeren, uw glas op te heffen ter eere van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en Hare doorluchtige Moeder". De stafkapel van het 7e regiment, die den maaltgd met muziek opluisterde, speelde na >ze toespraak het Wilhelmus. Na den maaltgd werd in de troonzaal receptie gehouden. VERZORC1NC VAN CEBREKK1CEN. By gelegenheid der algemeene vergadering van de Maatschappij tot bevordering der Ge neeskunst hield Woensdag de heer dr Renssen uit Arnhem een rede over de verzorging van gebrekkigen en mismaakt en, waar by hy spe ciaal het oog had op hen, die door een operatie het gebruik hunner leden verloren hadden of met gebreken geboren werden. Spreker maakte met cgfers duidelijk, hoe groote schade de maatschappg lijdt, doordat deze ongelukkigen uiet in staat zgn mee te werken tot de alge meene welvaart. In ods land verkeert 1 van de bevolking in dit geval. Rekent men nu alleen maar met degenen, die zonder onderstand abso luut noodlgdend zyn, dat is 5 dan komt men, de vermeerdering van het nationaal ver mogen door elk individu op f 600 stellende, tot een verlies van anderhalf millioen gulden. Dit wat betreft den zuiver staathuishoud kundigen kant. Maar hoe groot is niet het lijden dezer miedeelden. In hun vroegste jeugd zijn ze ook bg de allerarmste bevqjking het voorwerp van teedere zorg, maar reeds inden schooltyd is dit uit en worden ze licht een voorwerp van plagery en bespotting, terwgl ze, indien niet de dood hun genadig is, in armoede en gebrek hun verder leven voort- Na zyn in vele Staten al sinds jaren inrich tingen verrezen, waar deze paria's der maat schappij zoodanig opgevoed worden, dat zg in staat zijn voor hun eigen onderhond te zorgen. De oudste dier inrichtingen bestaat in Beierende voornaamste is wel die in Kopen hagen, die sinds haar oprichting, in 1817, reeds 14,213 gebrekkigen tot verschillendo vakken opgeleid heeft, zy levert schrgvers, schrijnwerkers, kleermakers, boekbinders enz., waarvan sommigen met één hand, anderen met de tanden en lippen hun brood verdienen. Spreker vertoonde aan zijn auditorium vele voorwerpen, in die inrichting gemaakt, met photographiën van de vervaar digers. Zoo o. a. een fraai weefwerk en een borstel, het werk van een verlamde, die alles met zgn tanden had leeren bewerken. Dr Renssen rekende zich gelukkig te kunnen zag haar achteruitdeinzen, hare oude gerim pelde handen vooruit steken, als om iets af te weren, terwyi een doodeiyke bleekheid haar gelaat overtoog, zoo ontzettend dat hy meende dat zy stierf. De geneesheer ontwaakte in den zood, en op zyn beurt schoot hg toe en met denzelfden naam, dien hy twintig jaar ge leden zou genoemd hebben, als hy haar zag verbleeken, sprak hy „Mamatje." „Laat my", riep zy steeds achteruitgaan de, tot dat ze tegen den muur stond. Daar keerde zy zich om, nam haar hoofd tnsschen de handen en knielde neder, om te bidden, zg bad heel lang en toen zij het hoofd ophief lag er in hare oogen, op haar voorhoofd, om haar mond, een soort van kalme berusting, die op aangrypende wyze afstak by die uitdruk king van inwendig knagen, die haar zoon sedert zooveel jaren verontrust had. „Zoo is het beter," zuchtte zy met een vreemdsoortige vervoering. Het benauwde mij al zoo lang. God heeft mededoogen met my gehad Ja," vervolgde zy, nog meer op gewonden, „ik wist wel dat het een verlich ting zou zyn als gy alles wist, als ik met u kon spreken, en u alles uitleggen, als ik dat verdriet nog in mijn leven had. Gy zoudt toch alles vernomen hebben op den dag van het laatste oordeel, wanneer men in de harten lezen zal en dat zou nog veel vreeselyker gewe est zyn." Daarop sloot zy de oogen en zei met eeu rilling: „Ik ben bereid om den mededeelen dat spoedig, zooals hy hoopte nog in deze eeuw, de eerste inrichting van dezen aard in ons land zou tot stand komen, en wel in het Diaoonessenhais te Arnhem. Deze belangrijke mededeeling werd met ge juich begroet. Prof. dr Treub heette aan den itdisch baar het voornaamste feit, dat van de 50ste alg. vergadering valt te boekstaven. (Arh. Crt.) UIT STAD ER PROVINCIE. Het tweede zomerconcert, dat Donderdag avond in het Schuttershof alhier werd ge en, evenals het eerste door het muziekkorps der d.d. scbuttery, onder leiding van den heer Jan Morks, had onder gunstige omstandigheden plaats. "ia eenige dagen zeer onaangenaam te zyn geweest, had het weêr zich naar deugden geschikt. Het was een heerüjke avond! Dit liet niet na een gunstigen invloed uit te oefenen op het publiek, dat in goeden getale was opgekomen en zich zeer ingenomen toonde met de nitvoering. En daarvoor was alle reden. Met veel entrain en groote nauwgezetheid werd een goed gekozen programma uitgevoerd. Behalve na elk nommer en aan het einde, werd geapplaudiseerd na de verdienstelijk uitgevoerde picolo-solo Nid iïoiseaux, en wel zoo harteiyk en welgemeend, dat eene gedeel- telijke herhaling plaats bad. Den solist mag wel een woord van lof ge bracht worden voor de wyze waarop hy zich van zyn taak kweet. Evenals bij het eerste concert, werden ook nu de bezoeksters aangenaam verrast door de aanbieding, by haar binnenkomst, van een roos. Een aardig gedachte attentie! Ia plaats van by de heeren J. C. W. Altorffar ligt het in ons vorig nummer gemelde adres inzake de tram VlissingenDomburg ter teekeniDg by den heer R. M. Smits alhier. Men schryft ons nit Z i e r i k z e e Donderdag gaf de soeieteit Tot nut en ge noegen alhier haar gewoon jaariyksch feest, in het lokaal Parklust met omliggend terrein. Werd deze feestviering, tengevolge v n het buitengewoon onstuimige en regenachtige weder der laatste dagen, door bestnur en leden met angst tegemoet gezien, aan den morgen van den feestdag verscheen de zon in al hare glorie en verdreef alle bezorgdheid. Toen dan ook de stafauziek van het 3e regiment infanterie van Bergen op Zoom, onder directie van den kapelmeester, den heer A. Barbe, welk corps de muziekuitvoeringen op dezen dag zou geven, aan wal stapte en zijne vroolijke tonen hooren liet, was alles opgewektheid. Jammer dat de stoomboot, d;e het corps aanbracht, pas te een uur aankwam, zoodat de matinée, op dat nur bf piald, eerst twee unr kon aanvangen. Dit was vooral jammer, omdat de ringrydery, vastgesteld op half drie uur namiddag, toch voortgang moest ben, zoodat door het heen en weer loopen van het publiek veel van de sohoone uitvoe ring verloren ging. Dit nam niet weg, dat door velen, wien de muziek éen en al is, veel werd genoten. De ringrydery met versierde sjees of tilbury, bespannen met een paard, leverde voor de drinkbeker te drinken. De goede God geeft mij de kracht Eugèae, zeg my alles wat gy weet, alles, en ifa zal u zeggen wat er van waar is en wat niet. Gij moet gehoorzamen, myn kind; want ik ben uw moeder, die u maar al te lief gehad heeft ondervraag my, ik gelast het u, opdat er niets meer tnsschen ons zy, dan de waarheid. - „Ik zal mgn best doen," sprak Eugène na een poos. Die eensklaps zoo flinke houding van die vrouw, die hg altgd zoo schuchter, zoo bedeesd gekend had, boezemde hem ont zag in, 't geen te vreemder was, daar bij ge komen was om een verklaring met haar te hebben, die een beleedigiDg voor haar was. Maar er is in de aanvaarding van zekere proevingen een soort van grootheid, waar voor zelfs de rechter die veroordeelt zich moet bnigen en met die ontroering de edelste die hy op dit oogenblik kon gevoelen, de eenige die hem redde van zedelijken moord in dit verhoor ging hy voort: „Is het waar dat de ongelukkige, die daar ginds in de me du Faubourg St Jacques woont, die Pierre Robert, de onechte zoon is van een beschermer van mgn vader?" „Dat is waarhg is de zoon van den heer Pierre Robert Handric. Om die reden is hy ingeschreven onder die twee voornamen. Die mynheer Handric was de zoogbroeder vau uw vader. Uw grootmoeder was te Póronne zyn min geweest. Hfl had uw vader liefhebbers een aardig gezicht op en het was opmerkelijk, hoe velen met spanning deevolu- In van rydsters en ryders volgden. Aan de ringrydery waren twee pryzen ver bonden, nl. éen voor den schoonst versierden wagen en éen voor de meest gestoken ringen, welk laatste door dames geschiedde. Na afloop der ringrydery maakte de voor zitter der sociëteit, de heer H. C. van den le, den uitslag van den wedstryd bekend en wonsebte den winners en winsters met een harteiyk woord geluk met de door hen be- Die nitslag was dat verwierven: voor den mooist versierden wagenle prijs f 20 de heer L. Koopman te Zierikzee, 2e prys f 10 de heer V. M. Krepel te Nieuwer- kerk, 3e prys een voorwerp van kunst, de heer H. Hage te Ouwerkerk; voor het ringryden le prys 40 de heer L. Koopman te Zierikzee en mej. P. L. van Oeveren te Nieuwerkerk, 2e prys f 20 de heer M. Krepel te Bruinisse en mej. M. Via te Haam- i, 3e prys f 10 de heer H. M. der Wedu wen te Dreischor en mej. H. P. van Oeveren. De secretaris der sociëteit, de heer F. C. van der Vliet, bood aan al de dames, mede dingsters, als bewys van balde, met een harte lijke toespraak, een fraai bouquet aan. 's Avonds acht nor werd het feest op het- fde terrein voortgezet en was de heer Barbe met zgn korps het eerst aan de beurt. Was de matinée, tengevolge van buitengewone omstandigheden, nog al rnmoerig, het concert kenmerkte zich door de gewone aandacht, die aan de uitvoeringen van een corps, als dat van het derde, steeds geschonken wordt. Die aandacht verdient het dan ook dubbel; de directie is bg den heer Barbe in uitstekende handen en zijne executanten zijn met hem één van zin en gevoelen. Dit levert een hoogst doet het publiek dubbel Tot beBlnit van het feest werd een prachtig vuurwerk afgestoken, geleverd door de firma G. J. Rugsch te Utrecht. Ook dit nummer lirp tot aller genoegen flink van stapel en gaf aan liefhebbers van licht en kleuren en vooral van knaleffect veel stof tot genoegen. En hiermede is deze feestviering weder ten ode. Wy wenschen het bestnur van Fut en moegen geluk met den uitstekenden afloop en hopen dat nog menig feest, door haar ge organiseerd, met even goeden uitslag moge bekroond worden. Naar aanleiding van het bericht, behel sde de aanwezigheid in de hervormde kerk te Scherpenisse van de in Maart 1814 aan hunne wonden overleden Engelsche krijgs lieden, volgt hier de vertaling van den oor- apronkelijken tekst Hier is het graf van William Brydge Champion, eerste luitenant van Z. M. Engelsch fregatschip Amphion(onder commando van kapitein James Pattison Stewart.) Ean der Engelsche squadrons, die dienden om mede te werken tot bevryding vau ons land van de Franache overheersching. Voor dit heerlijk doel stierf hy aan dö wonden, die hg bekwam, toen by de booten vau dat schip tot eeu aanval op vyf bruggen vau den vijand leidde van fort Lillo, den Ösa Maart 1814. De overledene was 27 jaar oud en bg het ministerie geplaatst." „Dus is het andere ook waar", stameldef de zoon, wien de krachten ontbraken om dtf afschuweiyke zaak onder woorden te brengen; „Dat mynheer Handric ons een som gelds voor dat kind had toevertrouwd, dat is ook waar." „Eu dat gy die voor mg gebruikt hebt?"' vroeg hy met een gesmoorde Bten;, byn» fluisterend, als vreesde by, als hg zijne eigen woorden hoorde, weer aangegrepen te v orden door die woede, tegen «1e schande waarmede' hg zich overdekt voelde. En zij antwoordde op even zachten, fluisterenden toon„'t Ia waar". Daarop vouwde zij de handen en smeekte„Luister naar mij, Eagène, luister. Wy zyn heel schuldig geweest, maar om ons te begrijpen, zoudt gy alles moeten weteo, en in de eerste plaats dat die zoon van den heer Handric hem reeds zooveel verdriet gedaan Had. Hy was schrander, maar van zijn school tijd af aan een losbol. Daarom had de heer Handric tot Corbières gezegd Ik wil niet dat hy iets bezit vóór zijn dertigste jaar, behalve hetgeen hy noodig beeft voor zyn studies. Die som had hg bepaald op achttien honderd francs in het jaar. Het heela kapitaal was veertig duizend francs. Wg mochten ons niet bekend maken, omdat de heer Handric getrouwd was. De moeder van Pierre Robert was een nichtje zyner vrouw. Hoe was de beer Handric, zulk een braaf man, er tw

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1