BUITENLAND. Door Gedeputeerde Staten werd vergunning Toen de eene helft van de begraafplaats te Domburg na meer dan 20 jarige rust weer in gebruik was genomen en de meeste lijken nog lang niet bleken te zijn vergaan, werd het gevoelen van den geneeskundigen inspecteur ingewonnen omtrent de vraag of een aangren zend stuk grond by de begaatplaats moest worden gevoegd of een ander terrein voor begraafplaats moest worden ingericht. By onderzoek moest geheel het gevoelen van burgemeester en wethouders worden ge deeld, dat het uit een hygiënisch oogpunt en uit een gevoel van piëteit wenschoiyk moest worden geacht bedoelde begraafplaats te slui ten, omdat het nog jaren kon dureD, alvorens met zekerheid mocht worden verwacht, dat de overblijfselen van lij ken voldoende zouden zyn vergaan wegens het zoutgehalte van den bodem. Een meer van de kust verwijderd terrein werd daarop voor begraafplaats uitgekozen is thans reeds als zoodanig in gebruik. Zonder eenig motief dan alleen om ze later te verhuren, verzocht C. Aarnoutse binnen den afstand van 35 M. van de begraafplaats te Vlissingen huizen te mogen bouwen. Op ongunstig advies van burgemeester en wethouders en van den geneeskundi) specteur werd door Gedeputeerde Staten het verzoek geweigerd. Op verzoek van het gemeentebestuur van Goes werd een oordeel uitgesproken over de openbare school aan de Singelatraat. Dit oordeel moest ongunstig luiden, daar er tal van gebreken waren aangetroffen, die in meer of minder mate nadeel aan de gezondheid der schoolgaande kinderen konden berokkenen. Onder meer werd gewezen lo. op de primitieve ventilatiemiddelen in alle lokalen, ook in dat van de voor bert klasse, gepaard met het zelden kunnen openen van de ramen aan de oostzijde wegens rook eener bakkerij, terwijl de meeste ramen .daarbij nog uitzien in een steeg, waarin bij windstilte geen voldoende luchtverversching plaats vindt 2o. op de onvoldoende verwarmingsmidde len, daar geen rekening is gehouden met de grootte der lokalen noch met eenige beschut ting der kinderen, die het dichtst by de kachel gezeten zyn 3o. op slecht invallend licht in enkele lokalen 4o. op de kilheid van het groote en holle lokaal der voorbereidende klasse bij eenigzins koud en winderig weer, door zyne groote ven- tilatierameD, op het kerkplein uitkomende 5o. op de ligging van de school aan een kerkplein, dat met zyne tochtige winden aan spelende en dan weer, rustende kinderen zoo licht tot koudevatting aanleiding moetgeveD; 60. op de overdekte eu kleine opene speel plaats, beide grenzende aan een schuur, waarin veel vee wordt gestald, hetgeen de oorzaak moet zyn, mede ook door de privaten en uri noir der schoollokalen, dat de atmospheer dier speelplaats en vooral by warm weer paald onfriach moet genoemd worden. Summa summarum werd op de wenschelijk- heid gewezen om dit schoolgebouw door nieuwe schoollokalen op eene meer geschikte plaats der gemeente te doen vervangen. Aan het verzoek van het geneeskundig staatstoezicht om de banken in het 5de en 6 de leerjaar van school B te Vlissingen zoodanig om te laten zetten, dat het licht ten opzichte der schoolgaande kinderen links invalt werd door het gemeentebestuur gereedeiyk voldaan. Omtrent drinkwater, lezen wij in de Han delingen De noodige voorziening in de behoefte aan drinkwater te Turkye {een gehucht der ge meenten IJzendijke en Waterlandkerkje) is reeds bij „typhus" medegedeeld. Het daarop betrekking hebbende rapport van prof. Saltet omtrent het bacteriologisch onderzoek van de 2 drinkwatersoorten waar mee de bewoners zich thans moeten behelpen luidt als volgt Van de beide watersoorten werden platen gemaakt met gewone voedingsgelatineten einde de soorten bacteriën na te gaan, welke in deze watersoorten voorkwamen. Het bepa len van het aantal culturen, die zich ontwik kelden werd achterwege gelaten, omdat deze bepaling bij water, hetwelk lang nadat het verzameld is en wel zonder byzondere voor zorgen, zonder beteekenis is te achten. Verder werden met het doel om meer spe ciaal typhus- en colibacillen op te sporen grootere boeveelheden, telkens 100 c. M3. water genomen en daaraan toegevoegdpep- ton 1 chloornatrium l/3 en carbolzuur 0,05 In een andere vloeistof, waarin 1 pepton, chloornatrium !/a on joodkalium 1 by het te onderzoeken water gevoegd wer den, werd eveneens de ontwikkeling van even tueel aanwezige darmbacteriëa beproefd. Beide proeven werden tweemaal genomen. De vier broed kolfjes werden 24 uren bij lichaamstem peratuur gesteld en daarna door middel van gelatine- en agarplaten op de zich onder deze omstandigheden ontwikkeld hebbende micro- organismen onderzocht. Ten slotte werd bij 10 c. M3 van elke wa tersoort een gelijke hoeveelheid zure bouillon toegevoegd en nagegaan na hoeveel tijd deze vloeistof bij 37° C. geplaatst, troebel was geworden. Bij B. coli is dit na korten tijd het geval. De resultaten van dit onderzoek waren de volgende lo. in het eerste water van een put in de weide bleken aanwezig te zijnpenicillium glaucum, micrococcus aurantiacus, en Bacillus mesentericusin het water van den nieuwen put een staphylococcus albussoort, B. fluores ces nm. liquefaoiens, B. subtilis en een vibrio- aoort. Naast deze organismen werd in beide wa tersoorten nog éan bacteriëasoort aangetrof fen, welke zoowel microscopisch als in enkele cultuureigenschappen overeenkomst vertoonde ten deele met B. typhosus, ten deele met B. coli. Indol en gas maakte dit organisme even wel niet. Door middel van de agglutinatiere- actiën met coli- eu typhnssernm bon echter uitgemaakt worden, dat dit organisme noch als typhus- noch als colibacil te definieeren was. B. coli en B. typhosus werden dus niet de onderzochte watersoorten aangetroffen. Beide watersoorten zijn evenwel als veront reinigd te beschouwen. Het betrekkelijk groot aantal bacteriënsoorten, die er in werden aan getroffen en de aanwezigheid van B. fluores- cens nm. liquefaciens geven tot deze conclu sie het recht. Bij de visitatiën der apotheken bleken in Zeeland voldoende 49 en onvoldoende 4 by geneeskundigen, voldoende 21 en onvoldoende 1 bij apothekers en voldoende 1 drogistwinkel. In Zeeland werden verricht 4814 vaccina- tiën en 3 revaccinatiën. Het aantal gevacci- neerden was beneden het jaar 437, van 13 1754, van 3—6 2280, van 612 323 en boven de 12 jaar 20. Verschillende Berichten. In de kriogen der Vredesconterentie ver luidt dat reeds omgezien wordt naar een ge bouw, dat voor gemeenschappelijke rekening der mogendheden tot vestiging van een arbitrage-hof te 'sGravenhage zou worden aangekocht en ingericht voor het geval de conferentie het beginsel aanvaardt. Of de heeren reeds zoover gevorderd zijn, dat men aan dit onderdeel ban denben Het hoofdbestuur van den Nederlandschen bond Maatschappelijk Belang heefc aan den minister van binnenlandsche zaben een adres gericht, waarin het dezen verzoebt te willen bevorderen het indienen en totstandbrengen van een wet, regelende de oprichting van laboratoria om vervalsching van levensmiddelen te bunnen controleeren en als een gevolg daarvan overtredingen te kunnen vervolgen en hier niet hebben wou eu de raadsleden oven- min en dat ge het wel wat vreemd zoudt vin den. Maar hy antwoordde, dat volgens art. 43 de raadsvergaderingen in het openbaar moeten worden gehouden en dat de heeren aan dat vreemde wel zouden wennen. We moeten hem dus wel toelaten, maar laten we ons^ voor hem iu acht nemen." en ander raadslid„Zoo'n brutale vent Wat heeft hy met onze zaben te maken? Maar we zullen er wel niets aan kunnen doen, als burgemeester het zegt." Wordt besloten den verslaggever toe te laten, die even daarna verschynt en door de meeste raadsleden met wantrouwige blikken wordt beloerd. Het natuurwonder, dat men ter G'8che raadsvergadering nog nooit had waar genomen, was de verslaggever van de D. en Gr. Crt. Vrydag middag, na afloop van de inspectie van verlofgangers van de nationale militie, is te Veendam een milicien van Muntendam by het Beneden-Dwarsdiep in de vaart gesprongen en verdronken. In dronkenschap wierp hij eerst zijn kleeren in het water, sprong er daarna zelf in en zoek dadelyk. De assistent der posterijen te Workum is, na een ter plaatse door de justitie inge steld onderzoek, als verdacht zich te hebben schuldig gemaakt aan het misdrijf, strafbaar gesteld bij art. 247 Wetb. van Strafr., aange houden en in verzekerde bewaring naar Leeuwar den overgebracht. Te Venlo is tijdens de afwezigheid van de moeder, het kind van een remmer, zoodanig met brandwonden overdekt, door het spelen met lucifers, dat het nog dienzelfden dag in het gasthuis is overleden. Het bericht, volgens hetwelk te Boxtel brand zou zyn ontstaan door een minder goed geïsoleerde electrische leiding, in de schuur, behoorende bij de pastorie, is, naar van be voegde zyde wordt medegedeeld, onwaar. Er bestaat geen electrische geleiding Daar die Donderdag avond was er een heel standje in de Palmstraat te Rotterdam, waar een man zyn vrouw ernstig mishandelde. Spoedig kwa men een paar agenten van politie er by, die den wildeman te lijf gingen. Zij kwamen echter van een slechte reis, want de kerel, geholpen door zijn paar zoons, sloeg er in het portaal van zyn woning zoo duchtig op los, dat beide agenten verwond werden, een nog al ernstig. De man verschanste zich daarop in zijn woning, dreigende ieder, die hem te na kwam, met een revolver te zullen neerschieten. Dat deed hij ook een commissaris van politie, die hem som meerde zijn woning te openen. Doordat het publiek in de buurt door deze oneelen zeer opgewonden was, de woning van den woesteling bedreigde met een bom bardement, en hem te lyf wilde, was de politie nog genoodzaakt hem en zyn woning tegen dit publiek te beschermen. Den geheelen nacht en den ganschen Vrydag stond er van politiewege een vaste post voor het huis. Hy was Vrydag- avond nog niet uit zijn woning te voorschyn gekomen en nog altyd bedreigde hy wie van overheidswege durfde binnentreden. Aldaar is een bootwerker van een aan 't dek van een stoomschip staande stelling in 't laad ruim gevallen. De man overleed tydens zijn vervoer naar het ziekenhuis. - De trein van Rotterdam naar Gouda heeft Vrijdagmiddag nabQ Capel/e op den verbin dingsweg een man overreden en gadood. Het ongeluk aan de werkplaats van het station van den H. IJ. Spoorw. te Haarlem, waarvan wij in ons vorig nommer onder Laatste berichten in 't kort melding maakten, heeft zich als volgt toegedragen. Er was een machine warm geloopen, en drie werklui zouden die weder klaar maken, en lagen daarom er onder, een hunner met de beenen over de rails, de beide anderen er tusschen. Nu schijnen de stootblokken van den tender zich te hebben begeven, want hoewel die waren aangezet, evenals de rem, kwamen machine en tender in beweging, toen de machinist, om de koppelpeu te verwy deren, eenige stoom toeliet. Het gevolg was, dat van den man die over de rails lag, de heide beenen werden atgeretei, dat een ander de borstkas werd ingedrukt en ook de ruggegraat werd gekneusd, terwyi de derde, die zich aan de as gegrepen had, er met lichte verwondingen afkwam. De beide eerstgenoemden zyn naar het gast huis vervoerd. Betreffende de onregelmatigheden in de administratie der IJzendoornsche diaconie, wordt thans medegedeeld, dat het vermoeden bestaat, dat een armvoogd verschillende pos ten opzettelyk te hoog heeft gebracht. Het onderzoek in deze zaak levert zeer veel moeilijkheden op. Men spreekt van een te kort van f 600 a f 700. Te Wijthmen onder Zwollerkerspel is een boerenwoning afgebrand. De bewoners eE hunne kinderen hebben zich met moeite kun nen redden, daar ze eerst wakker werden, toen het vuur reeds viel op een wiegje waarin het kleinste kind sliep. De levende have is nog gered kunnen worden, slechts een schot met varkens is omgekomen. Het verbrande was, hoewel niet geheel, verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. Onze vroede vaderen zoo schrijft men aan den Stand, uit Gr. in Overijsel d.d. 21 Juni 1899 waren heden ter raadsvergade ring vereenigd. Hevige ontroering verwekte de mededeeling van den voorzitter „Myne heeren er staat een reporter buiten die op de vergadering wil komen." Een der edelachtbaren, bedeesd„Is dat een gevaariyk dier, burgemeester"? Voorzitter„Gevaarlijk welmaar 't is g dier. 't Ia zooveel als een verslaggever aan een krant." Ik heb hem al gezegd, dat ik hem Behalve alle opvarenden, de geheele mailen specie is het gelukt voldoende provisie en water aan land te brengen, hetgeen in dit onherbergzaam oord een levensvoorwaarde geacht moet worden. Een Fransehman, die te Rio Grande gevangen zat, wegens een misdaad tegen een kind van drie jaar gepleegd, is een slachtoffer der lynchwet geworden. Het gepeupel drong de gevangenis binnen, martelde den misdadiger en eindigde met hem lerend te verbranden. Door den geneeskundigen raad in Kou- stautinopel zyn pelgrimstochten uit Perzië naar Mesopotamië verboden, terwyi mede een verbod is uitgevaardigd omtrent het vervoeren van lyken tusschen deze beide landen. Een 16 jarige joDgen te Breda, begaf zich in het begin dezer maand in het kanaaltje aldaar ten einde een meisje, dat spelende te water was geraakt, te redden. Hy be zeerde zich daarby aan den voet door in een spijker te trappen, en sloeg op het wondje geen acht, met het gevolg, dat hy onder de hevigste pijnen aan bloedvergiftiging overleed. Te Antwerpen, op de plaats tegenover Austruweel is volgens het H. v. A. een prachtig schip verloren gegaan. De noorsche bark Lyna, van Pensacola daar aankomend met eene volle lading hout en veel deklast, kwam, door een Hollandsche boot gesleept, de rivier opgevaren. In 't zwaaien kwam het schip op de plaat en bleef er zitten. Bij laag water is het schip doorgebroken. Voor- en achterdeelen zakten in de diepte, terwijl het middengedeelte omhoog kwam. Het want brak, en de masten raakten over boord. Het schip is reddeloos verloren. De Redder van de firma Gerlinck en lichters zyn ter plaatse om de lading te bergen. Het blijkt dat Walmacq, de soldaat die den moord op de Place Royal te Brussel pleegde, zijn slachtoffer heeft bestolen. Het horloge van den vermoorde werd door hem aan een anderen soldaat verkocht, en is sedert terug- Te Auderlechbij Brussel heeft een kat een kind van vijf maanden, dat in een wieg lag, gedeeltelijk verscheurd op een wyze, welke den tygerachtigen aard van het dier verried, Men heeft nog hoop de zwaar gekwetste kleine te behouden. Een landbouwer uit de Belgische gemeente Rollegem, die Dinsdag avond met een aanzien- lyk bedrag, dat hij voor een paard had ont vangen, uit de naburige gemeente Moescroen huiswaarts keerde, werd onderweg aangevallen, vermoord en geplunderd. Men vond Woensdag morgen het lijk op den weg liggenhet hoofd was van den romp gesneden. De justitie uit Kortryk heeft ter plaatse een onderzoek ingesteld. Te Parijs is een complot ontdekt van een tiental winkelbedienden, die er zich op toelegden aan hunne patroons goederen tp ontstalen, waarmede zij onderling ruilhandel dreven. Phonografen, kunstwerken en tal van andere artikelen bleken als ruilmiddelen ge bezigd te zyn. Te Havue bestaat een beetje opwinding onder de winkelbedienden, over de vraag van den vrijen Zondagmiddag, door de meeste winkeliers toegestaan, maar door enkelen nog De hertog van Cambridge woonde te Richmond het huwelijk bij van Prinses Marie van MecklenburgStrelitz met den Graaf Jametel, welke plechtigheid Donderdag werd voltrokken. In het dorp Liidinghausen, een gemeente in de provincie Westfalen, sloeg Donderdag de bliksem in een woning waar men bruiloft vierde. Een der bruiloftsgasten werd onmid dellijk gedood, terwyl negen andereD, die met hem aan tafel zateD, verlamd werden. Omtrent het vergaan van het Ned. stoom schip Prins Maurits van den K, W.I.M. blijkt uit particuliere berichten, dat het stoomschip Zondag 28 Mei des voormiddags 9.40 van Cumana vertrok en te 11.20 v.m. hevig op een onbekende klip stootte. Spoedig bleek de noodzakelijkheid het schip op de wal te sturen, alwaar het 8 min. later met zinkend voorschip aankwam. Vyf minuten later waren passagiers en bemanning (108 personen) alsmede de mail in de sloepen. Ten 1 uur nm. ging het achterschip met vreeslyk gekraak de grond in en redden zich de gezagvoerder en drie man, die aan boord gebleven waren, door in de sloep te springen. Een klein gedeelte van het voorschip met de brug en rookkamer zijn nog zichtbaar. Algemeen Overzicht. Het best wordt het nieuw kabinet in ons oog geteekend, door Paul de Cassagnac, den bekenden bonapartist, die opmerkte, dat de ministers waarschijnlijk zei ven niet weten, wat nog meer op hun programma zullen plaat- n, dan de redding der republiek. Alleen wat Cassagnac als hatelykheid bedoelt, is in ons oog een deugd. De ervaring der laatste jaren bewijst, dat mooie programma's met veelbelovende hervormingen niets baten, zoolang niet een betere grondslag is verkregen, waarop regeering en kamer kunnen gaan ar beiden. Het is daarom niet alleen een nuttige, maar zelfs een benydenswaardige taak, welke het nieuwe kabinet gaat ondernemen. Immers de verdediging der republiek mag niet bepaald biy ven tot maatregelen tegen enkele individuen, die zich de laatste weken het meeste bloot gaven. Er is, voor wie de republiek wil vestigen, meer, veel meer te doen. Of de nieuwe regeering daarbij niet zal stuiten op het bezwaar, dat het kabinet heet uit Dreyfusards te bestaan, zelfs reeds een Dreyfus-regeering wordt genoemd Geheel onmogelijk is dit niet. Maar toch, het aantal invloedrijke en zelfstandige manneD, die nog te goeder trouw aan de schuld van den kapi tein gelooven, zal de laatste weken wel zoo geslonken zijn, dat die weinige overblijvenden verwaarloosd kunnen worden. Anders staat het natuurlijk met de talloozen, by wie het politieke doorzicht minder ontwik keld is, in elk geval niet genoeg, om de ware beteekenis der groote zaak te begrijpen. Immers sedert eenige weken is Dreyfus geen persoon, maar een beginsel. Dreyfusard is hij die strijdt voor zekere groote beginselen, welke in gevaar zyn. En zoo aan dezen strijd al den naam van Dreyfus verbonden is en langen tyd verbonden zal blyveD, dan is het daarom, dat zyn zaak aan het licht deed komen het ont zettende gevaar, dat niet alleen de Fransche republiek, maar wij mogen wel zeggen gansch Frankryk bedreigde. Dat het optreden van het huidige kabinet, dat conservatieve en socialistische elementen bevat, getuigt van het diep besef van den ernst van den toestand, was nit de persbe- schouwingen over het verloop der crisis ge bleken. En als wy nu in een der bladen van de rechterzijde lezeD, dat men uit de samen stelling van het kabinet mag afleideD, dat de republiek ook door haar vrienden wordt be dreigd geacht, dan is dat onnoodige moeite. Men kan het duidelijk lezen in alle bladen, die het ministerie willen steunen. De een verkondigt het luide om te rechtvaardigen dat Millerand naast De Gallifet gaat zitten, de ander om te verklaren, waarom De Gallifet geen bezwaar .ziet met Millerand samen te werken. Toch blijft het voor velen een hard gelag een socialist aan de regeeringstafel te zien. Maar Yves Guyot roept dezulken toe, dat dit alles eigen schuld is. Da republikeinen zyn voor anderhalf jaar genoeg gewaarschuwd, dat als zy zich de zaak van het recht niet aantrokken, de eindelyke zegepraal van het recht, den socialisten ten goede zou komen. Maar men weet wat gebeurd is. De repu- blikeinsche party in en buiten de kamer heeft by na een jaar lang Méline door dik en dun gevolgd. Dat de echte Mélinisteu woedend zyD, is natuurlyk, en men spreekt er van, dat zij reeds Maandag zullen toonen tot de oppositie te behooren. Wij hopen dat dit waar zal bly ken. De regee ring kan den steun dier groep best missen, en hoe meer deze zich by de rechterzijde aansluit, hoe zuiverder de toestand wordt. Erger zou het zyn, als waar is dat Camille Pelletan een gedeelte der radico-socialisten tot afval overhaalt. Men verwacht daarom Maandag een hevigen aanval op het kabinet. De nieuwe ministers hielden Vrydag hun eerste zitting. De gewone nota, welke na afloop aan Hams werd gegeven, houdt in, dat de premier mededeelde, dat hij den prefecten zal aanschrijven, dat zij in staatkundige en electorale aangelegenheden de grootste onpar- tydigheid moeten in acht nemen en elk incident behooren te onderdrukken, dat de rust zou kunnen verstoren. Generaal De Galliffet verklaarde, dat hij den generaals een rondschryven zal zenden, waarin zij worden uitgenoodigd aan de militairen, van welken graad ook, in herinnering te brengen den volstrekten eerbied voor de krygstucht. De ministerraad besloot eenige opperofficie- ren, die zich hadden te buiten gegaan in be- toogingen, onvereenigbaar met de discipline, over te plaatsen. Terwyl in Frankrijk dus een crisis werd opgeloat, wordt de toestand van andere regee ringen dreigender. De flnancieele voorstellen van de Spaansche regeering wekken veel ver zet, zoodat men na reeds sprak van een aan staand aftreden van het kabinet. Silvela ont kende dergelyke voornemens te hebben. Maar toch is de toestand niet geheel bevredigend, vooral door de obstructie der minderheid. Met deze heeft ook de Italiaansche kamer te kampen, met hetzelfde gevolg als in Spanje, dat gesprokeD wordt van een dreigende crisis, welke haar oplossing in kamerontbinding zou vinden. Maar van meer gewicht is de toe stand in Duitschland. De regeering is niet bij machte geweest den keizer voor een groot échec te bewaren. Want, wie let op de per soonlijke uitingen des keizers, welke ten grond slag lagen aan het ontwerp, betreffende de werkstakingen, weet dat het votum van den rijksdag in de eerste plaats den keizer trelt, ook al hebben de staatssecretarissen niet alleen de volle verantwoordelijkheid voor het ontwerp aanvaard, maar zelfs van hun warme instem ming doen blyken. Dat onder deze omstan digheden slechts de conservatieven, de anti semieten en een tiental nationaal-liberalen met de regeering medegingen, is dus een ernstig échec. Of Von Hohenlohe het lang zal overleven? Ziedaar de vraag, welke hier en daar wordt gesteld. Geheel onmogelijk achten wij het niet, dat de rykskanselier heengaat. Op zijn leeftyd nog zoo zwaren stryd te atryden, moge aantrekkelijk zyn voor uitnemende mannen, die wat verplicht zyn aan een grootsch ver leden, of die weten een groote taak te moeten vervullen. Maar Von Hohenlohe heeft nooit een plaats ingenomen welke hem verplichtingen oplegt, en, wat hy te doen heeft en doen kan, is niet zoo belangrijk, dat hij zich de rust behoeft te ontzeggen, waarop een meer dan 80jarige aan spraak heeft. Tegenover deze teleurstelling welke den keizer en der regeering werd bereid, staat slechts óen troost, de gunstige afloop van de beraadslagingen over twee onderwerpen van internationaal belang, de handelsrelaties tot Engeland en den aankoop van een deel der Spaansche kolonies. Maar tegenover dat succes dat Von Bülow den gravenkroon deed ver werven staat weer een ernstige moeilijkheid in den Pruissischen Landdag, waar de groote kanaalplannen op ernstig verzet stuiten. Beknopte Mededeelingen. In de Belgische kamer heeft Vanden- peereboom Vrijdag voorgesteld de behande- ing der kieswet 5 Juli te doen aanvangen. Na een opgewonden debat zou tot stemming worden overgegaan. Maar Vandervelde ver zette zich daartegen, op grond dat volgens het reglement van orde stemmingen alleen tusschen tweeën en vijven mogen plaats hebben. Dit werd door Vandenpeereboom betwist en door anderen volgehouden. Toen toch tot stemming werd overgegaan, verliet de geheele linker- zijde als protest de zaal. De kamer was daar door onvoltallig, zoodat toch geen stemming kon plaats hebben. Men houdt zich te Brussel zoo bang, dat de behandeling der kieswet zal leiden tot ongere geldheden, dat men het garnizoen met twee bataljons van het 10e regiment wil versterken. Quesnay de Beaurepaire belooft voor den krijgsraad te Rennes twee getuigen van onver dacht gehalte voor te brengeD, die de schuld van Dreyfus onwraakbaar zullen aan toonen. Men verwacht te Parijs het aftreden van den prefect van politie Blanc, die van plaats zou verwisselen met een zijner ambtvoorgan gers Lepine, thans lid van den Raad van state. Zoowat alle Parysche bladen van eenige beteekenis hebben buitengewone verslaggevers naar Brest en naar RenneB gezonden. Waar nu die heeren ongaarne niets doen, heeft de telegraaf naar Parijs het erg druk. Uit de vele kolommen stippen wy deze bijzonderheid aan, dat er nog een bijzonder schot voor het raam van de kamer van Dreyfus komt, om te beletten, dat een nabij wonend looier in de kamer van den gevangene kan zien. Vrijdag heeft Labouchère in het Lager huis gevraagd of de regeering besloten heeft de troepenmacht in de Kaapkolonie te ver meerderen tot 40.000 man. De staatssecretaris van oorlog, de heer Wyndham antwoordde be slist ontkennend. De Volksraad van Oranje Vrijstaat be sloot het artilleriekorps uit te breiden cn het Mausergeweer in te voeren. Engeland had te Peking het ontslag ge- eischt 7an een der gouverneurs, die den moord op een zendeling zou hebben begunstigd. Het Tsung-li-Yamen heeft deze eischen echter af gewezen, tengevolge waarvan eenige opwinding heerscht. Burgerlijks Stand. Van 1724 Juni 1899. Vlissingen. OndertrouwdJ. N. D. BIJJ, jm. 23 j. met H. van der Weel, jd. 24 j. N. J. Fieget, jm. 23 j. met J. M. van Hoek, jd. 30 j. B. J. A. Pleijte, jm. 23 j. met J. Sporrij, jd. 22 j. P. J. Lindhöut, jm. 29 j. met C. M. Horians, jd. 28 j.- Getrouwd A. E. L. Carton, jm. 20 j. met A. S. Blondjd. 20 j. A. Sanderse, jm. 23 j. met J. Looijse, jd. 24 j. L. Kooman, jm. 24 j. met M. Gillissen, jd. 25 j. Bevallen: G- L. Timmermans, geb. Den Boer, d. M. de Boo van Uijen, geb. Dees, d. C. L. van de Velde, geb. Smies, d. G. Schipper, geb. Rijkse, d. W. H. Tollenaar, geb. Wilhelmus, d. J. Sponselee, geb. Acda, d. S. M. de Plaa, geb. Beenhouwer, z. E. C. Snellen, geb. Van der Lugt, z. J. C. W. Kesteloo, geb. Kemeling, z. OverledenF. M. Bakker, d. 9 j. M. A. P. Corveleijn, d. 3 m. Goes. Getrouwd: J. Meijaard, jm. 26 j. met C. Heijnsdijk, jd. 25 j. BevallenJ. C. Bosdijk, geb. De Brandt, z. N. Verboom, geb. Karelse, d. J. Reyerse.geb. Kraak, z. H. P. Stieger, geb. Boosteu, d. E. C. Magielse, geb. Timmerman, d. W. A. M. van Kalmthout, geb. Vriends, d. I Stoomdrukkerij - D. G. Kröber Jr. - Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 6