Verschillends Berichten. ONDERWIJS. Bargemeeoter en wethouders van Vlis- s i u g e u hebben den heer J. J. Ie Bleu be noemd tot tijdelijk onderwijzer aan school A. Ter vervulling van de vacature van onderwater te Westkapelle bestaat de voordracht uit de heeren Snijders te Mid delburg, J. Nor tier te Ellewoutsdijk en A. C. Jansen te Tholen. Zaterdag a. zal de benoeming plaats hebben. RECHTSZAKEN. Arrondisscments-Bcchtbatik tt Middelburg. Heden (Vrijdag) zijn veroordeeld wegens verduistering J. D., 16 j., schilder, Koude- kerke, thans alhier in hechtenis, tot 3 m. gev. straf; overtreding der politie-verordening te Temeu- sen M. J. A., 42 j., herbergier, Terneazen, tot f 5 b. ten behoeve der gemeente Tementen, s. 1 d. h.; bedreiging met eenig misdrijf tegen het leven gericht: M. B., 27 j., blikslager, Goes, thans alhier in hechtenis, tot 2 m. gev. straf mishandeling van een ambtenaarE. M. H., 55 j., metselaar, Vlissingen, tot 1 m. gev.straf mishandelingH. R. L., 34 j., koopman, Middelburg, tot 14 d. gev. straf, en K. J. W., 36 j., hvr. van A. C, K,, zonder beroep, Vlis singen, en P. d. B., 27 j., werkman, Terhole (Hontenisse), beiden tot f 8 k. o. 8 d. h., ea dronkenschap en wederspannigheidK. B., 33 j., werkman, te Vlissingen, tot f 3 b. s. 3 d. h. en 14 d. gev. straf. Vrijgesproken W. B., 24 j., P. B., 20 j., schilders, J. d. J., 21 j., en P. C. R., 24 j arbeiders, allen Goes, beklaagd van mishan deling. De eisoh van den procureur-generaal by het gerechtshof te 's Graveahage, in de zaak- Vemer, luidde 6 jaar. Beklaagde was door de rechtbank aldaar veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf, wegens het voortgezet misdryf van doodslag op me vrouw Meyer en op zyn echtgenoote in den avond van 5 Juni 1898. LETTEREN EN KONST. Ofschoon het reeds eenigen tyd is geleden dat het drama Dreyfus hier ter stede werd ten tooneele gebracht, is de herinnering daaraan zeker by de meesten van ben, die het zagen opvoeren, gebleven. Daarom maken wy er melding van dat de auteur van dit tooneelwerk, de heer Sprink- huizen, in verband met hetgeen de laatste dagen in de „zaak" is gebeurd, een ander slot, behandelende da laatste en de toekomende gebeurtenissen, aan zyn geesteskind gegeven heeft. Dat laatste, nieuwe bedrijf biykt in Amster dam, dat er natuurttjk de primeur van had, gepakt te hebben, want de toeloop bUjft sedert eenige avonden zoo groot, dat zelfs het orkeBt door toeschouwers bezet is. Het nieuwe bedrijf vangt aan met het voor stellen van Dreyfus, een brief lezende van zyn vrouw, die hem meldt dat het einde zyner beproevingen naby is. Dan komt plotseling zyn bewaarder den balling een telegram breDgen, waaruit blykt dat het hof van cassatie de herziening van het vonnis heeft gelaBt. Een mooi tooneol volgt dan tnssohen den bewaarder en Dreyfus, waarby het publiek in tranen wegsmelt. Esterhazy en consorten worden natuurlijk uitgejouwd en overweldigend is het gejuich, wanneer blijkt dat Picquart Dreyfus' redder is. Donderend zyn de toejuichingen ter eere vah hem en Zola. Eindelijk nadert de Sfax om Dreyfus naar Frankryk te brengen. Alle muren en staket sels vallen weg. De open zee vertoont zich en een reusachtig schip is zichtbaar by avond gloed. Barendae-jDrey/tts komt met groot élan naar voren en juicht het uit„Het einde der beproeving is naby. De rechtvaardigheid zege viert; myn laatste woord in deze hel zy een bede voor myn vaderland. Leve Frankryk!" Dreyfus gaat scheep en het scherm valt, terwyi het publiek na Herhaalde toejuichingen, blijmoedig huiswaarts keert. Het eeuwfeest van Velasquez wordt dezer dagen in Spanje gevierd. Te Madrid is een Standbeeld voor hem onthuld, in tegenwoor digheid van het geheele hof. LANDBOUW. EEN PAAR DAtiEN AAN DEN OVERKANT. Van onzen eigen verslaggever. 2ooals wy in 't kort meldden, werd Donderdsg ochtend te tien uren, onder voorzitterschap van den heer J. J. van Weel, by afwezigheid van den heer F. Hombacb, die per telegraaf bericht had gezonden verhinderd te zyn, door de afdeeling Zeeland van het Nederlandsch Paardenstamboek hare, voor alle belangstellen den in de paardenfokkery toegankeiyke, alge- meene vergadering gehouden. Groot was de belangstelling nietde graan- beurs, waar de samenkomst plaats had, bood nog ruimte te over. De voorzitter heette de aanwezigen, waar onder de voorzitter der landbouwmaatsohappy en het lid van Gedeputeerde Staten, jbr mr E. A. O. de Gasembroot, welkom, waarna de notnlen werden gelezen van het verhandelde 1n de vorige vergadering. Namens de oommissie, belast met het onder zoek der rekening over 1898, bracht de heer J. L. de Bats advies uit, strekkende tot goed keuring ervan. Daarmede vereenigde zich de vergadering. Verder werd doot den heer T. J. Voorbeytel, afgevaardigd geweest ter op 19 December 1898 (e Rotterdam gehouden algemeene vorgadering, verslag uitgebracht omtrent hetgeen daar is verhandeld. Aan de orde was nn de verkiezing van drie bestuursleden, ter voorziening in de vacatureB, ontstaan door de periodieke aftreding van de heeren F. Hombach, P. Swemcr, en C. A. H. Wagtho. De aftredende leden werden allen herkozen, respectieveiyk met 21, 23 en 28 stemmen. De heer Wagtho, ter vergadering aanwezig, verklaarde zich bereid op nieuw als lid vau het bestuur op te treden, in de hoop echter meer steun te ontvangen van den voorzitter dan tot dusver het geval was. De heer Van Weel dankte den heer Wagtho voor zyne bereidwilligheid, hem tevens hulde brengende voor het vele, dat hij in het belang der afdeeling, waarvan hy de ziel is, verricht. Hoe kan men de belangstelling verhoogen in het N. P. S. Deze vraag zou door den voor zitter worden ingeleid, dooh moest door zyne afwezigheid aangehouden worden. Punten van beschryving voor de in Nov. a. te Rotterdam te houden algemeene vergadering werden niet genoemd. Eindeiyk deed de heer Wagtho nog eenige mededeelingen omtrent den toeBtand der af deeling: 1 Juni telde zy 394 leden. 11 heng sten en 3 merriën werden ingeschreven van de 24 hengsten en 42 merriën die aangeboden werden. Dit jaar zal ook te Axel een extra-keuring voor het N. P. S. plaats hebben. DaArna sloot de voorzitter de vergadering, na zyn spyt betuigd te hebben dat de heer Hombach niet had kannen tegenwoordig zyn, tengevolge waarvan de vergadering zoo weinig interessant is geweest. Hy dankte voorts het lid van Ged. Staten en den voorzitter der landbonwmaatschappy voor hunne tegenwoordigheid, die van hunne belangstelling in de zaak getuigt. Toen we van bovengenoemde vergadering kwamen, heerschte er reeds eene aangename drukte op de straat. Overal werd muziek ge maakt, overal kwam men in feeststemming. Wy haastten ons naar het tentoonstellings terrein, om zoo spoedig we konden kenniB te krijgen van de bekroningen. Dat ging vry spoedig voor het grootste deel, maar de keur meesters van de paarden maakten het laat. Nu, 't was hun te vergevenzy hadden handen vol werks om uit de ruim 80 niet vyftig zooals een drukfout ons gisteren in de pen gaf paarden de beste te kiezen. Dat was te moeiiyker, omdat de ingezonden exemplaren over het algemeen goed waren. Den besten werd een bekroning waardig gekenrd; en waar in IJzendyke nog al gemopper is over het re sultaat van sommige bekroningen, zal ieder moeten erkennen dat de keurmeesters over de paarden niet dan na nauwgezette overwe ging hun oordeel geveld hebben. Rundvee, we seinden het reeds, was er weinig op het terrein. Wy weten wel dat de veeteelt in deze streek bijzaak is, maar ook weten wy dat er meer had kunnen ingezonden wordenden geëxposeerd was. Ging men eene vergeiyking maken met vee uit Walcheren, Beveland of Sohouwen, dan zou die zeker ten nadeele zyn van den veestapel in het land bewesten den Brakman, maar wanneer men het op zichzelf beschouwt,dan valt er wel te prijzen. Men heeft oordeelkundig gekruist, het Noord-Hol- landsch bloed komt erinop dien weg voort gaande, komt men wel waar men wezen moet. Van de schapen, geiten en ander klein vee valt weinig te zeggen, ook niet van de varkens en het pluimgedierte. Wat het laatste betreft, zagen wy zeer mooie kippen en kalkoenen. De inzendingen daarvan waren klein en die van boter niet groot. Drie fabrieken zonden in en evenveel landbouwers. Dat is te weinig voor Zeeland. Groot daarentegen was de inzending van landbouwwerktuigen. En de firma wed. J. C. Massee en Zn. uit Goes, en de Gebroeders Polak uit Vlissingen hadden hun beBte beentje voorgezet. Beiden lieten het er niet by hunne artikelen te expeseeren, maar deden ook proef- ondervinderiyk zien wat er met de ver schillende werktuigen verricht kan worden. Wy schtyven geen catalogus en noemen daarom niet alles wat deze firma's uitstaldende ïyst zou te lang worden. Zy brachten hetgeen reeds naam heeft en ook de nieuwigheden, die nog naam moeten mak6n. Onze oude kennis A. de Troye uit Middel burg stelde eeu wanmolen ten toon. Hy ver betert steeds zyn fabrikaat en deze molen was ook geschikt voor het schoonmaken van karwei en ïynzaad. W. J. Boogaart te Poortvliet exposeerde de melkontroomer Mélotte, die reeds een goeden naam heeft en veel bekijks vond. Van den heer J. P. de Vlieger teZuidzande zagen wy een zigzag-egge, die volgenB het zeggen van den vervaardiger A. de Hullu Pz. te Zuidzande, uitnemend geschikt ia om vlas, bieten-, peen-, kool- uien- en klaverzaden in te werken. De firma Franken en Goemans te Goes stelde den \lfa colibri-melkontroomer ten toon en had dru werk om de belangstellende kyfeers over dit werktuig in te lichten. Zy werd daarin ge ouw bijgestaan door den heer John. Palmer, ee i Zweedsch ingenieur, die van de zuivelbe- re ting eene speciale studie maakt. Dat kijkers sp edig koopers worden, bleek ook hierboven v i wachting, want in deu regel komen de be- s Hingen eerst later, had die firma op de ten toonstelling al heel wat orders te noteeren. Langzaam maar zeker breken de Alfa colibri- ontroomers baan. Goede wijn behoeft geen krans; daarom had de Nederlandsche gist- en spiritusfabriek te Delft slechts haar van meerdere tentoonstel lingen bekende kiosk doen opslaan. De in Zeeland zoo goéd bekende heer Marlet was natuurlijk op zyn post, om met zyn krachtig woord vau de producten der Delftsche fabriek te zeggen wat er van te zeggen viel. De firma G. Albefts Lz. en Co. te Middel burg stelde vaatwerk, buiten mededinging, ten toonsolide leek het ons en de pryzen vielen den belangstellenden, die informaties vroegen, by zonder mede. Touwwerk was hetgeen de heer A. H. den Hartogh van Schoondyke inzond. Klein maar rein was het geëxposeerde. In het oog viel ook byna niet de inzending van kunstmeststoffen van den heer P. J. Ver- sluijs te Terneuzen. Toch verdiende zy bekeken te worden. Op ruime schaal verspreidde de exposant verschillende lezenswaardige boek- skens: over het gebrnik van sodanitraat, over de waarde van Chilisalpeter en de daarvan te benuttigen hoeveelheid. Nienw was de kunstmeststrooier, dien de firma De Jong en Co. uit Dordrecht inzond. De prys, die er aan werd toegekend, was goed verdiend. Ploegen waren er heel wat op het terrein. Daarby maakten die van Cappon, German en Van de Sande, alle goede bekenden by onze landbonwerB, een goed figuur. Een machinale bietenrooier, van de meerge noemde Dordsche firma De Jonge en Co., vond veel bekyks. De deskundige kykers lieten er zich gunstig over uitzy echter wilden de practyk erover uitspraak laten doen. Nu zijn we zoo wat bet terrein rond geweest er was natuurlijk veel meer dan wy vermeld hebben, maar bet meest meldenswaardige hebben wy geboekstaafd. Wy hadden honger gekregen en reeds meer malen op de klok gekeken of het etensuur voor den officieelen maaltijd nog niet daar was. Vyf uur was gezegd, maar eerst te zes ver scheen de soep op tafel. Veel deelname was er niet, een vyftig- tal aanzittenden waren er. Dat was misschien de reden, dat de stroom van welsprekendheid, die anders aan dergeiyke maaltijden vliet, zwak was. De offioieele toosten op de Koningin, weldra de beschermvrouwe der Maatschappij, op het gewesteiyk bestuur en op het gemeentebestuur en de inwoners van IJzendyke, door den voor zitter Ingesteld, werden gevolgd door een op de Provinciale Staten, gedronken door den heer Van Weel. De heer De Bats bedankte daarvoor, waarna de heer Lucieer een dronk instelde op de feest commissie in het algemeen en op den voiyve- jrigen secretaris ervan, den heer De Lonter, in het byzonder. Met een dronk van den heer J. Th. Hen- drikse op den voorzitter der Maatschappy, den heer mr P. C. J. Hennequin, werd de toostenry besloten, want het vuurwerk vroeg de aandacht. Dat werd op de Markt afgestoken en de welbekende heer Hendrikx uit Antwerpen legde er veel eer mee in. Alles Blaagde uitnemend en zy, die in betrekkelijk korten tyd het kapi taaltje by een wisten te brengen voor het slot van het landbouwfeest te IJzendyke, hebben alle reden van tevredenheid. Dat hebben trouwens ook alle ingezetenen, waar zy Donderdag hnnne gemeente met recht in feestkleeding hadden gestoken. De sparre- boompjes, waarmede de voornaamste straten aan beide zyden beplant waren, had men nn met bloemen en linten gesierd en tnssohen de met wimpels en vlaggen getooide mastenpalen had men slingers van giorno's gehangen, die, toen 's avonds de zich erin bevindende kaarsen ontstoken waren, een groot deel van het stedeke een phantastisch aanzien gaven en dat te meer, waar ook verschillende particulieren op meer of minder groote schaal hunne gevels illumineerden. Het centrum der feestelijkheid, de groote Markt, was eveneens rondom met giorno's be hangen en de te midden staande muziektent aatuuriyk schitterend verlicht. Dat waren ook de verschillende eerepoorten, die daardoor natnoriyk nog meer tot haar recht kwamen. En hiermee zyn we aan het eind onzer taak, die wy, gesteund door allen, wier voorlichting of hulp wy vroegen, met genoegen verrichtten. Wy hopen ook ten genoege van hen, die ons de eer doen ons verslag te lezen. HoIIandsch en Belgisch vee. In de Gazette van Eecloo kwam dezer dagen over de bekende veekwestie een sohry ven voor van „Een Polderboer", waarin deze o. a. het volgende opmerkte „Het mond- en klauwzeer zwaait thans den scepter over Westelijk- en een deel van Midden- Europa. Das liggen Holland en België ook onder haar beheer. De ziekte kan het vee aantasten door uit de lucht te vallen (verschooning voor deze verklaring) en door besmetting of aanraking. Wy staan hier Voor onloochenbare feiten in onze onmiddeliyke omgeving. De eigenaars der meeste stallen, zoo aan deze als aan gene zyde der grenzen, die bezocht geweest zyn door het mond- en klauwzeer, verklaren, dat zy van het ontstaan der ziekte geen de minste oorzaak kunnen aandniden. De meeste beves tigen noch besmetting, noch aanraking te kun nen vermoeden. Door besmetting :'Ah! nu komen we op het terrein waar we zyn moeten, nameiyk de grenzen. Die grenzen van zoo groot gewicht voor staatkundigen, politiekers, militairen, de grenzen, die moeten aanduiden dat de rechten en macht van een volk, van een gemeenebest daar eindigen, wat beduiden die strepen voor die groote overheerscheres, de besmetting, toch wel? Niets, letteriyk niets. Wat zou zy er zich nog evenmin over be kreunen, al bouwde men er muren van 100 voet hoog of graafde men er kanalen van 2 uren breed. Met een behendigen wip, baar alleen eigen, zou zy al die hinderpalen oven gemakkeiyk biyven overschrijden, er rond zwieren, nu eens hier, dan eens daar, naar hartelust, evenals de dood, die overal en nergens is. Toob willen Holland en België die machtige alleenheerscberes aan hunne grenzen de baan afsnyden. Holland is onverbiddellijkgeen enkel stuk Belgisch vee mag zijnen bodem be treden. (Wat kleingeestige, wat armzalige dwingelandy tochBelgië is iets toegevender, maar 't heeft zyn reden. Daar mag HoIIandsch vee nog, mits karantyn, binnenen ziejuist de karantynataliën zyn broeinesten van mond en klauwzeer. Ik wil de goede meening en zorg der beide regeeringen niet in twyfel trekken, noch min achten toch stel ik zeker vast, dat de vrees voor besmetting ver overdreven is, en de ge nomen maatregelen doellooze plagerijen voor den landbouwenden stam uitmaken. Gy, hooge bestuurders, die dikwyis zoo vol vuur de woorden van pacificatie, van vryheid, dat het den menschen welga, van de lippen laat vallen, waarom die woorden nu niet in daden overgebracht aan de grenzen Komaan danMenschlievendheid Zon Holland België meer besmetten of om gekeerd, al is 't dat het eene of andere koninkryk vandaag of morgen eens een ziek beestje of wat meer telde Denken die machtige regeerders alleen aan besmetting Ia dat alleen hun kwelgeest Slaan zy geen acht op andere, waarachtig nog geheime beweegredenen Is de handel, de landbouw, gezondheid van het v ee dan neg niet genoeg gewaarborgd wan neer de ziekte, als ze uitberst, van stal tot stal, van wijk tot wyk, van dorp tot dorp, van polder tot polder, bewaakt wordt, en desnoods dan nog wel met den sterken armWaarom dan nog die bijzondere buitengewone uitzonde ringsmaatregelen aan de grenzen? IndieH men overbrenging der ziekte alleen aanneemt door aanraking, dan zyn de gevallen, die men kan aangeven, zoo menigvuldig, dat wy nauweiyks nog den voet zouden mogen verzetten. Een voorbeeld. Zooals men weet, is de influenza, na eene afwezigheid van een goed 80 jaar, over eenige jaren teruggekeerd. Als nn die ziekte in mate moest toenemen, zon het dan ook niet goed wezen aan de grenzen quarantainehnizen te bouwen, waar men de Hollanders en de Belgen, die wederzyds in het land moeten, een 14tal dagen op stal kon zetten Zoo waren wy dan toch vast en zeker voor wederzydsche besmetting gewaarborgd, en kregen we gezameniyk misschien die lieve influenza den ketel in. Besluit De grensmaatregelen zyn van weinig betee- kenisde voordeelen wegen tegen de nadeelen niet op. Vooral de quarantainestallen zyn af te keurenzy helpen tot besmetting mee. Dege lijk sanitair toezicht, zonder quarantaine, by in- en nitgaan: dadelijke terugzending naar de uitvoerplaats van het door ziekte verdacht of aangetast vee; quarantaine in de stallen van den kooper, alwaar het ingevoerd vee af gezonderd wordt, voldeed aan alle vereisohten en stelde iedereen tevreden," De redactie van genoemd blad, die vroeger zich een voorstander toonde van de bewuste maatregelen, laat op dit sohryven volgen Onze briefwisselaar heeft volkomen geiyk mond- en klauwzeer is door geene grensmaat regelen te regeeren. Daarom keuren wij met hem niet alleen de quarantaine van 10 dagen, maar allo quarantaine af. M. Arthur Verhagen, lid der Bestendige Deputatie, die verleden jaar zoo gewetensvol het provinciaal landbouwonderzoek leidde, was eene oplossing dichtbij. Ziehier wat hy daaromtrent in zyn beknopt verslag, pag. 32, schreef: De Belgische grens zou alle weken éénen dag open zyn voor den invoer van het HoI Iandsch vee, onder voorbehouding dat Holland, onder dat opzicht, aan België de volle weder- keerigheid zou toestaan (hetgeen thans niet bestaat) en dat op de volgende voorwaarden 1° Ieder dier, dat aan de grens wordt ge- braeht, zou het voorwerp zyn eener quaran taine van drie dagen, gedurende welke een ernstig geneeskundig onderzoek zou plaats hebben, gedaan door Belgische veeartsen. Deze quarantaine zou de noodige wetenschappelijke vaststellingen toelaten, in zake van pokziekte eu vau muil- en pootplaag. De kosten ervan zouden ten laste der invoerders zyn. De vol komen gezond erkende dieren zouden alleen in België toegelaten worden. 2o. Elk dier, in België toegelaten, zou ver plichtend vergezeld zyn van een gedagteeken den geleibrief, bevattende zijne nauwkeurige beBchryving eu aanduidende den naam, voor naam en bet verbiyf van den kooper. Het ingevoerde dier zou rechtstreeks naar de woonplaats van den kooper moeten geatnnrd worden. Deze laatste zou verplicht zyn het te zynent in quarantaine te stellen, gedurende vier weken, zorg dragende het volkomen af te zonderen van zgne andere dieren. De gemeenteoverheid, met de bewaking der quarantaine gelast, zon door den toldienat verwittigd worden van de aankomst van het dier. De houder zou verplicht zyn het aange kochte dier, zonder schadevergoeding, af te maken indien het, binnen de vier weken, erkend werd als aangedaan zijnde van besmetteiyke ziekte. Na verloop van dit tydperk zou het gezond bevonden dier in den stal by de andere dieren mogen geplaatst en op den inventaris van den landbouwer ingeschreven of verkocht worden. Ten slotte zegt het blad Balten dat wy eene quarantaine van drie dagen nog gevaariyker achten, dewyi zy, even als de quarantaine van tien dagen, bet byeen- gebraohte vee aan besmetting blootstelt, en onze grensbewoners aldus voor het weiden op HoIIandsch grondgebied in den weg staat, vinden wij bovengemeld stelsel veel gepaster dan datgene van minister De Bruyn. De ware oplossing, en wy weten van ds grensbelangen mee te spreken, - - iseen of meer dagen te week, vrye in- en uitvoer, zonder quarantaine, van alle vee, mits oordeel; kondig geneesonderzoek by het in- en uit gaan, ten laste van den invoerder, en toepas sing van voorschriften in den aard als hierboven. Het bericht in eenige bladen, dat de bur; gemeeater van Arnhem zyn ontslag zou heb ben genomen, scbynt voorbarig te zyn. Naar men ons meldt, wacht de bnrgemeeBter met de aanvraag om ontslag tot na de terug komst van den commissaris der Koningin van diens buitenlandsch verlof. Het veel besproken en aangevallen art. 243 der gemeentewet, betreffende het heffen van belastingen, zal door de regeering gewy- zigd worden, zegt men. Dit was van een minister als mr Goeman Borgesiua wel te waobten. Het gisteren opgenomen bericht omtrent de bedoeliDg met beheer en redactie van de Staatscourant en de leiding der Lkndsdrnkkery,. is, volgens het Dhld., ODjnist. Staatscourant en Landsdrukkerij onder beheer van een afdeolingschef van binnenlandsche zaken, be staat nu reeds en biyft bestaan. De eenige verandering ia de benoeming van den adjunct commies corrector F. J. Kleyn tot hoofdcor-ij, rector, tevens belast met de waarneming vau° het directeurschap der Ned. Staatscourant. Overigens biyft alles by het oude. Jhr A. M. C. Sohorer, aspirant-adjouct- inspectenr by de Maatschappij tot Expl, van S. S., is met ingang van 1 Mei jl. benoemd tot adjanct-inspecteur 2e klasse by die Maat schappy. Verplaatst met 1 Augustus de landmeter van het kadaster voor de kadastrale boekhou ding A. P. L. Spnybroek van Almelo naar Utrecht. Wie verschrij 11 zich niet eens? De heer F. K. Dubois, president van den R* K. oud-weezenbond, te Rotterdam, kreeg, na het bezoek der Koninginnen, eene decoratie! doch op de offioieele kennisgeving had men by vergissing gezet R. K. onderwyzerBbond. Daar over wordt eene opmerking gemaakt. Kan ook de schuld liggen aan de gewoonte van atkorten, tegenwoordig veel in zwang Te Rotterdam reed tegen den avond een voerman van een petrolenmwagen onder een viadnet aan de Poortstraat doorhy vergat echter te bukken en kwam met een yzeren balk zoodanig in aanraking, dat by van den bok werd geslingerd en met gewond hoofd werd opgenomen. Hij werd naar het zieken huis overgebracht. Te Amsterdam werd door iemand, die een apotheker bezocht om een recept te laten klaarmaken, ontdekt dat de man zwaar be- sohonken was. Hy waarsohuwde een politie agent, die daarop met een inspecteur een on derzoek instelde en tot de ontdekking kwam dat de, man geiyk had. De inspecteur maakte proces-verbaal op wegens het overtreden van artikel 426 van het Wetboek voor Strafrecht en stelde een inspecteur van het genees kundig staatstoezicht met het geval in kennis, die ook de dronkenschap van den apotheker constateerde, lp de apotheek wordt door politie toezicht gehouden, en de recepten worden gecontroleerd. Door het springen van een vat petro leum ontstond in die stad brand aan bóörd van het Rynschip Amsterdam II. Ia een uur was het brandje gebluscht. In het Oosterdok aldaar verdronk een jon den van de Admiraal van Wassenaer, die by act zwemmen met zyn hoofd in een dryvende mand echynt gedoken te zyn. Te Bloemendaal is ingebroken in een villa en eenig zilver gestolen. Dinsdagavond is by Doetichem een dekad- en wettenfabriek totaal uitgebraad. Assurantie iekt de schade. In den nacht van Dinsdag op Woensdag heeft het te Brammen tameiyk gevroren goederen, die op een bleek lagen, waren 's mor gens nog totaal Btijf. OVERDREVEN Het bericht omtrent het gebeurde te Utrecht met een trein, die byna op een anderen, die stil stond, zou zijn geloopen, moet wy hadden er al een stil vermoeden van schrik barend overdreven zyn geweest. Het was zeker weer afkomstig van een goed vriend, die een beambte in de hoogte wilde steken. De zaak droeg zich volgens een achry ven aan de N. R. Ct toe als volgtEen locaal- trein Utrecht—Amersfoort stond gereed tot vertrek. Op hetzelfde Bpoor, een eindweegs achterwaarts, stond een ledige trein van den CentraaUpoor, die onmiddeliyk na vertrek van den locaaltrein dezen zou volgon tot aan het terrein van den Centraalspoor weg bij den AmsterdamBchen straatweg. Die ledige trein, pas aangekomen, stond dientengevolge met de locomotief naar de andere zyde, zoodat de machinist het oog niet op den locaaltrein gericht kon houden. Door welke oorzaak nu is tot dusver onbekend, dooh zon der daarvoor eenig sein te hebben ont vangen zette de machinist den ledigen trein in beweging en zou die inderdaad tegen den stilstaanden trein doch zonder eenig geweld, daar de vaart zeer gering was zyn aangekomen, indien niet het personeel van het station onmiddeliyk éèn assistent, twee wachte» en een treinsmid door het geven van alarmsignaal den ledigen trein lieten stop pen en den locaaltrein in voorwaartsohe be weging gaan. Op dat oogenblik kwam de con ducteur van dezen laatsten voor den dag om te zien waarom zyn trein zonder zfln order in beweging gezet werd en nam de dankbe tuigingen der natuuriyk toen ook schrikkende reizigers in ontvaDgst. Het personeel van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 2