Verschillends Berichten.
ONDERWIJS.
Bargemeeoter en wethouders van Vlis-
s i u g e u hebben den heer J. J. Ie Bleu be
noemd tot tijdelijk onderwijzer aan school A.
Ter vervulling van de vacature van
onderwater te Westkapelle bestaat de
voordracht uit de heeren Snijders te Mid
delburg, J. Nor tier te Ellewoutsdijk en A. C.
Jansen te Tholen.
Zaterdag a. zal de benoeming plaats hebben.
RECHTSZAKEN.
Arrondisscments-Bcchtbatik tt Middelburg.
Heden (Vrijdag) zijn veroordeeld wegens
verduistering J. D., 16 j., schilder, Koude-
kerke, thans alhier in hechtenis, tot 3 m.
gev. straf;
overtreding der politie-verordening te Temeu-
sen M. J. A., 42 j., herbergier, Terneazen,
tot f 5 b. ten behoeve der gemeente Tementen,
s. 1 d. h.;
bedreiging met eenig misdrijf tegen het leven
gericht: M. B., 27 j., blikslager, Goes, thans
alhier in hechtenis, tot 2 m. gev. straf
mishandeling van een ambtenaarE. M. H.,
55 j., metselaar, Vlissingen, tot 1 m. gev.straf
mishandelingH. R. L., 34 j., koopman,
Middelburg, tot 14 d. gev. straf, en K. J. W.,
36 j., hvr. van A. C, K,, zonder beroep, Vlis
singen, en P. d. B., 27 j., werkman, Terhole
(Hontenisse), beiden tot f 8 k. o. 8 d. h., ea
dronkenschap en wederspannigheidK. B.,
33 j., werkman, te Vlissingen, tot f 3 b. s.
3 d. h. en 14 d. gev. straf.
Vrijgesproken W. B., 24 j., P. B., 20 j.,
schilders, J. d. J., 21 j., en P. C. R., 24 j
arbeiders, allen Goes, beklaagd van mishan
deling.
De eisoh van den procureur-generaal by
het gerechtshof te 's Graveahage, in de zaak-
Vemer, luidde 6 jaar.
Beklaagde was door de rechtbank aldaar
veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf, wegens
het voortgezet misdryf van doodslag op me
vrouw Meyer en op zyn echtgenoote in den
avond van 5 Juni 1898.
LETTEREN EN KONST.
Ofschoon het reeds eenigen tyd is geleden
dat het drama Dreyfus hier ter stede werd ten
tooneele gebracht, is de herinnering daaraan
zeker by de meesten van ben, die het zagen
opvoeren, gebleven.
Daarom maken wy er melding van dat de
auteur van dit tooneelwerk, de heer Sprink-
huizen, in verband met hetgeen de laatste
dagen in de „zaak" is gebeurd, een ander slot,
behandelende da laatste en de toekomende
gebeurtenissen, aan zyn geesteskind gegeven
heeft.
Dat laatste, nieuwe bedrijf biykt in Amster
dam, dat er natuurttjk de primeur van had,
gepakt te hebben, want de toeloop bUjft sedert
eenige avonden zoo groot, dat zelfs het orkeBt
door toeschouwers bezet is.
Het nieuwe bedrijf vangt aan met het voor
stellen van Dreyfus, een brief lezende van zyn
vrouw, die hem meldt dat het einde zyner
beproevingen naby is.
Dan komt plotseling zyn bewaarder den
balling een telegram breDgen, waaruit blykt
dat het hof van cassatie de herziening van
het vonnis heeft gelaBt.
Een mooi tooneol volgt dan tnssohen den
bewaarder en Dreyfus, waarby het publiek
in tranen wegsmelt.
Esterhazy en consorten worden natuurlijk
uitgejouwd en overweldigend is het gejuich,
wanneer blijkt dat Picquart Dreyfus' redder
is. Donderend zyn de toejuichingen ter eere
vah hem en Zola.
Eindelijk nadert de Sfax om Dreyfus naar
Frankryk te brengen. Alle muren en staket
sels vallen weg. De open zee vertoont zich
en een reusachtig schip is zichtbaar by avond
gloed. Barendae-jDrey/tts komt met groot élan
naar voren en juicht het uit„Het einde der
beproeving is naby. De rechtvaardigheid zege
viert; myn laatste woord in deze hel zy een
bede voor myn vaderland. Leve Frankryk!"
Dreyfus gaat scheep en het scherm valt,
terwyi het publiek na Herhaalde toejuichingen,
blijmoedig huiswaarts keert.
Het eeuwfeest van Velasquez wordt dezer
dagen in Spanje gevierd. Te Madrid is een
Standbeeld voor hem onthuld, in tegenwoor
digheid van het geheele hof.
LANDBOUW.
EEN PAAR DAtiEN AAN DEN OVERKANT.
Van onzen eigen verslaggever.
2ooals wy in 't kort meldden, werd Donderdsg
ochtend te tien uren, onder voorzitterschap
van den heer J. J. van Weel, by afwezigheid
van den heer F. Hombacb, die per telegraaf
bericht had gezonden verhinderd te zyn, door
de afdeeling Zeeland van het Nederlandsch
Paardenstamboek hare, voor alle belangstellen
den in de paardenfokkery toegankeiyke, alge-
meene vergadering gehouden.
Groot was de belangstelling nietde graan-
beurs, waar de samenkomst plaats had, bood
nog ruimte te over.
De voorzitter heette de aanwezigen, waar
onder de voorzitter der landbouwmaatsohappy
en het lid van Gedeputeerde Staten, jbr mr
E. A. O. de Gasembroot, welkom, waarna de
notnlen werden gelezen van het verhandelde
1n de vorige vergadering.
Namens de oommissie, belast met het onder
zoek der rekening over 1898, bracht de heer
J. L. de Bats advies uit, strekkende tot goed
keuring ervan. Daarmede vereenigde zich de
vergadering.
Verder werd doot den heer T. J. Voorbeytel,
afgevaardigd geweest ter op 19 December 1898
(e Rotterdam gehouden algemeene vorgadering,
verslag uitgebracht omtrent hetgeen daar is
verhandeld.
Aan de orde was nn de verkiezing van drie
bestuursleden, ter voorziening in de vacatureB,
ontstaan door de periodieke aftreding van de
heeren F. Hombach, P. Swemcr, en C. A. H.
Wagtho.
De aftredende leden werden allen herkozen,
respectieveiyk met 21, 23 en 28 stemmen.
De heer Wagtho, ter vergadering aanwezig,
verklaarde zich bereid op nieuw als lid vau het
bestuur op te treden, in de hoop echter meer
steun te ontvangen van den voorzitter dan tot
dusver het geval was.
De heer Van Weel dankte den heer Wagtho
voor zyne bereidwilligheid, hem tevens hulde
brengende voor het vele, dat hij in het belang
der afdeeling, waarvan hy de ziel is, verricht.
Hoe kan men de belangstelling verhoogen in
het N. P. S. Deze vraag zou door den voor
zitter worden ingeleid, dooh moest door zyne
afwezigheid aangehouden worden.
Punten van beschryving voor de in Nov. a.
te Rotterdam te houden algemeene vergadering
werden niet genoemd.
Eindeiyk deed de heer Wagtho nog eenige
mededeelingen omtrent den toeBtand der af
deeling: 1 Juni telde zy 394 leden. 11 heng
sten en 3 merriën werden ingeschreven van de
24 hengsten en 42 merriën die aangeboden
werden.
Dit jaar zal ook te Axel een extra-keuring
voor het N. P. S. plaats hebben.
DaArna sloot de voorzitter de vergadering,
na zyn spyt betuigd te hebben dat de heer
Hombach niet had kannen tegenwoordig zyn,
tengevolge waarvan de vergadering zoo weinig
interessant is geweest.
Hy dankte voorts het lid van Ged. Staten
en den voorzitter der landbonwmaatschappy
voor hunne tegenwoordigheid, die van hunne
belangstelling in de zaak getuigt.
Toen we van bovengenoemde vergadering
kwamen, heerschte er reeds eene aangename
drukte op de straat. Overal werd muziek ge
maakt, overal kwam men in feeststemming.
Wy haastten ons naar het tentoonstellings
terrein, om zoo spoedig we konden kenniB te
krijgen van de bekroningen. Dat ging vry
spoedig voor het grootste deel, maar de keur
meesters van de paarden maakten het laat.
Nu, 't was hun te vergevenzy hadden handen
vol werks om uit de ruim 80 niet vyftig
zooals een drukfout ons gisteren in de pen
gaf paarden de beste te kiezen. Dat was
te moeiiyker, omdat de ingezonden exemplaren
over het algemeen goed waren. Den besten werd
een bekroning waardig gekenrd; en waar
in IJzendyke nog al gemopper is over het re
sultaat van sommige bekroningen, zal ieder
moeten erkennen dat de keurmeesters over
de paarden niet dan na nauwgezette overwe
ging hun oordeel geveld hebben.
Rundvee, we seinden het reeds, was er weinig
op het terrein. Wy weten wel dat de veeteelt
in deze streek bijzaak is, maar ook weten wy
dat er meer had kunnen ingezonden wordenden
geëxposeerd was. Ging men eene vergeiyking
maken met vee uit Walcheren, Beveland of
Sohouwen, dan zou die zeker ten nadeele zyn
van den veestapel in het land bewesten den
Brakman, maar wanneer men het op zichzelf
beschouwt,dan valt er wel te prijzen. Men
heeft oordeelkundig gekruist, het Noord-Hol-
landsch bloed komt erinop dien weg voort
gaande, komt men wel waar men wezen moet.
Van de schapen, geiten en ander klein vee
valt weinig te zeggen, ook niet van de varkens
en het pluimgedierte. Wat het laatste betreft,
zagen wy zeer mooie kippen en kalkoenen.
De inzendingen daarvan waren klein en die
van boter niet groot. Drie fabrieken zonden
in en evenveel landbouwers. Dat is te weinig
voor Zeeland.
Groot daarentegen was de inzending van
landbouwwerktuigen. En de firma wed. J. C.
Massee en Zn. uit Goes, en de Gebroeders
Polak uit Vlissingen hadden hun beBte beentje
voorgezet. Beiden lieten het er niet by hunne
artikelen te expeseeren, maar deden ook proef-
ondervinderiyk zien wat er met de ver
schillende werktuigen verricht kan worden.
Wy schtyven geen catalogus en noemen daarom
niet alles wat deze firma's uitstaldende ïyst
zou te lang worden. Zy brachten hetgeen reeds
naam heeft en ook de nieuwigheden, die nog
naam moeten mak6n.
Onze oude kennis A. de Troye uit Middel
burg stelde eeu wanmolen ten toon. Hy ver
betert steeds zyn fabrikaat en deze molen was
ook geschikt voor het schoonmaken van karwei
en ïynzaad.
W. J. Boogaart te Poortvliet exposeerde de
melkontroomer Mélotte, die reeds een goeden
naam heeft en veel bekijks vond.
Van den heer J. P. de Vlieger teZuidzande
zagen wy een zigzag-egge, die volgenB het
zeggen van den vervaardiger A. de Hullu Pz.
te Zuidzande, uitnemend geschikt ia om vlas,
bieten-, peen-, kool- uien- en klaverzaden in
te werken.
De firma Franken en Goemans te Goes stelde
den \lfa colibri-melkontroomer ten toon en had
dru werk om de belangstellende kyfeers over
dit werktuig in te lichten. Zy werd daarin
ge ouw bijgestaan door den heer John. Palmer,
ee i Zweedsch ingenieur, die van de zuivelbe-
re ting eene speciale studie maakt. Dat kijkers
sp edig koopers worden, bleek ook hierboven
v i wachting, want in deu regel komen de be-
s Hingen eerst later, had die firma op de ten
toonstelling al heel wat orders te noteeren.
Langzaam maar zeker breken de Alfa colibri-
ontroomers baan.
Goede wijn behoeft geen krans; daarom had
de Nederlandsche gist- en spiritusfabriek te
Delft slechts haar van meerdere tentoonstel
lingen bekende kiosk doen opslaan. De in
Zeeland zoo goéd bekende heer Marlet was
natuurlijk op zyn post, om met zyn krachtig
woord vau de producten der Delftsche fabriek
te zeggen wat er van te zeggen viel.
De firma G. Albefts Lz. en Co. te Middel
burg stelde vaatwerk, buiten mededinging, ten
toonsolide leek het ons en de pryzen vielen
den belangstellenden, die informaties vroegen,
by zonder mede.
Touwwerk was hetgeen de heer A. H. den
Hartogh van Schoondyke inzond. Klein maar
rein was het geëxposeerde.
In het oog viel ook byna niet de inzending
van kunstmeststoffen van den heer P. J. Ver-
sluijs te Terneuzen. Toch verdiende zy bekeken
te worden. Op ruime schaal verspreidde de
exposant verschillende lezenswaardige boek-
skens: over het gebrnik van sodanitraat, over
de waarde van Chilisalpeter en de daarvan te
benuttigen hoeveelheid.
Nienw was de kunstmeststrooier, dien de firma
De Jong en Co. uit Dordrecht inzond. De
prys, die er aan werd toegekend, was goed
verdiend.
Ploegen waren er heel wat op het terrein.
Daarby maakten die van Cappon, German en
Van de Sande, alle goede bekenden by onze
landbonwerB, een goed figuur.
Een machinale bietenrooier, van de meerge
noemde Dordsche firma De Jonge en Co., vond
veel bekyks. De deskundige kykers lieten er
zich gunstig over uitzy echter wilden de
practyk erover uitspraak laten doen.
Nu zijn we zoo wat bet terrein rond geweest
er was natuurlijk veel meer dan wy vermeld
hebben, maar bet meest meldenswaardige
hebben wy geboekstaafd.
Wy hadden honger gekregen en reeds meer
malen op de klok gekeken of het etensuur
voor den officieelen maaltijd nog niet daar was.
Vyf uur was gezegd, maar eerst te zes ver
scheen de soep op tafel.
Veel deelname was er niet, een vyftig-
tal aanzittenden waren er. Dat was misschien
de reden, dat de stroom van welsprekendheid,
die anders aan dergeiyke maaltijden vliet, zwak
was.
De offioieele toosten op de Koningin, weldra
de beschermvrouwe der Maatschappij, op het
gewesteiyk bestuur en op het gemeentebestuur
en de inwoners van IJzendyke, door den voor
zitter Ingesteld, werden gevolgd door een op
de Provinciale Staten, gedronken door den
heer Van Weel.
De heer De Bats bedankte daarvoor, waarna
de heer Lucieer een dronk instelde op de feest
commissie in het algemeen en op den voiyve-
jrigen secretaris ervan, den heer De Lonter, in
het byzonder.
Met een dronk van den heer J. Th. Hen-
drikse op den voorzitter der Maatschappy, den
heer mr P. C. J. Hennequin, werd de toostenry
besloten, want het vuurwerk vroeg de aandacht.
Dat werd op de Markt afgestoken en de
welbekende heer Hendrikx uit Antwerpen legde
er veel eer mee in. Alles Blaagde uitnemend
en zy, die in betrekkelijk korten tyd het kapi
taaltje by een wisten te brengen voor het slot
van het landbouwfeest te IJzendyke, hebben
alle reden van tevredenheid.
Dat hebben trouwens ook alle ingezetenen,
waar zy Donderdag hnnne gemeente met recht
in feestkleeding hadden gestoken. De sparre-
boompjes, waarmede de voornaamste straten
aan beide zyden beplant waren, had men nn
met bloemen en linten gesierd en tnssohen de
met wimpels en vlaggen getooide mastenpalen
had men slingers van giorno's gehangen, die,
toen 's avonds de zich erin bevindende kaarsen
ontstoken waren, een groot deel van het stedeke
een phantastisch aanzien gaven en dat te meer,
waar ook verschillende particulieren op meer of
minder groote schaal hunne gevels illumineerden.
Het centrum der feestelijkheid, de groote
Markt, was eveneens rondom met giorno's be
hangen en de te midden staande muziektent
aatuuriyk schitterend verlicht.
Dat waren ook de verschillende eerepoorten,
die daardoor natnoriyk nog meer tot haar recht
kwamen.
En hiermee zyn we aan het eind onzer taak,
die wy, gesteund door allen, wier voorlichting
of hulp wy vroegen, met genoegen verrichtten.
Wy hopen ook ten genoege van hen, die ons
de eer doen ons verslag te lezen.
HoIIandsch en Belgisch vee.
In de Gazette van Eecloo kwam dezer dagen
over de bekende veekwestie een sohry ven voor
van „Een Polderboer", waarin deze o. a. het
volgende opmerkte
„Het mond- en klauwzeer zwaait thans den
scepter over Westelijk- en een deel van Midden-
Europa. Das liggen Holland en België ook
onder haar beheer.
De ziekte kan het vee aantasten door
uit de lucht te vallen (verschooning voor deze
verklaring) en door besmetting of aanraking.
Wy staan hier Voor onloochenbare feiten
in onze onmiddeliyke omgeving. De eigenaars
der meeste stallen, zoo aan deze als aan gene
zyde der grenzen, die bezocht geweest zyn
door het mond- en klauwzeer, verklaren, dat
zy van het ontstaan der ziekte geen de minste
oorzaak kunnen aandniden. De meeste beves
tigen noch besmetting, noch aanraking te kun
nen vermoeden.
Door besmetting :'Ah! nu komen we op het
terrein waar we zyn moeten, nameiyk de
grenzen. Die grenzen van zoo groot gewicht
voor staatkundigen, politiekers, militairen, de
grenzen, die moeten aanduiden dat de rechten
en macht van een volk, van een gemeenebest
daar eindigen, wat beduiden die strepen voor
die groote overheerscheres, de besmetting, toch
wel? Niets, letteriyk niets.
Wat zou zy er zich nog evenmin over be
kreunen, al bouwde men er muren van 100
voet hoog of graafde men er kanalen van 2
uren breed. Met een behendigen wip, baar
alleen eigen, zou zy al die hinderpalen oven
gemakkeiyk biyven overschrijden, er rond
zwieren, nu eens hier, dan eens daar, naar
hartelust, evenals de dood, die overal en
nergens is.
Toob willen Holland en België die machtige
alleenheerscberes aan hunne grenzen de baan
afsnyden. Holland is onverbiddellijkgeen
enkel stuk Belgisch vee mag zijnen bodem be
treden. (Wat kleingeestige, wat armzalige
dwingelandy tochBelgië is iets toegevender,
maar 't heeft zyn reden. Daar mag HoIIandsch
vee nog, mits karantyn, binnenen ziejuist
de karantynataliën zyn broeinesten van mond
en klauwzeer.
Ik wil de goede meening en zorg der beide
regeeringen niet in twyfel trekken, noch min
achten toch stel ik zeker vast, dat de vrees
voor besmetting ver overdreven is, en de ge
nomen maatregelen doellooze plagerijen voor
den landbouwenden stam uitmaken.
Gy, hooge bestuurders, die dikwyis zoo vol
vuur de woorden van pacificatie, van vryheid,
dat het den menschen welga, van de lippen
laat vallen, waarom die woorden nu niet in
daden overgebracht aan de grenzen Komaan
danMenschlievendheid
Zon Holland België meer besmetten of om
gekeerd, al is 't dat het eene of andere
koninkryk vandaag of morgen eens een ziek
beestje of wat meer telde
Denken die machtige regeerders alleen aan
besmetting Ia dat alleen hun kwelgeest
Slaan zy geen acht op andere, waarachtig nog
geheime beweegredenen
Is de handel, de landbouw, gezondheid van
het v ee dan neg niet genoeg gewaarborgd wan
neer de ziekte, als ze uitberst, van stal tot
stal, van wijk tot wyk, van dorp tot dorp, van
polder tot polder, bewaakt wordt, en desnoods
dan nog wel met den sterken armWaarom
dan nog die bijzondere buitengewone uitzonde
ringsmaatregelen aan de grenzen?
IndieH men overbrenging der ziekte alleen
aanneemt door aanraking, dan zyn de gevallen,
die men kan aangeven, zoo menigvuldig, dat
wy nauweiyks nog den voet zouden mogen
verzetten.
Een voorbeeld.
Zooals men weet, is de influenza, na eene
afwezigheid van een goed 80 jaar, over eenige
jaren teruggekeerd.
Als nn die ziekte in mate moest toenemen,
zon het dan ook niet goed wezen aan de grenzen
quarantainehnizen te bouwen, waar men de
Hollanders en de Belgen, die wederzyds in het
land moeten, een 14tal dagen op stal kon zetten
Zoo waren wy dan toch vast en zeker voor
wederzydsche besmetting gewaarborgd, en
kregen we gezameniyk misschien die lieve
influenza den ketel in.
Besluit
De grensmaatregelen zyn van weinig betee-
kenisde voordeelen wegen tegen de nadeelen
niet op.
Vooral de quarantainestallen zyn af te
keurenzy helpen tot besmetting mee. Dege
lijk sanitair toezicht, zonder quarantaine, by
in- en nitgaan: dadelijke terugzending naar
de uitvoerplaats van het door ziekte verdacht
of aangetast vee; quarantaine in de stallen
van den kooper, alwaar het ingevoerd vee af
gezonderd wordt, voldeed aan alle vereisohten
en stelde iedereen tevreden,"
De redactie van genoemd blad, die vroeger
zich een voorstander toonde van de bewuste
maatregelen, laat op dit sohryven volgen
Onze briefwisselaar heeft volkomen geiyk
mond- en klauwzeer is door geene grensmaat
regelen te regeeren. Daarom keuren wij met
hem niet alleen de quarantaine van 10 dagen,
maar allo quarantaine af.
M. Arthur Verhagen, lid der Bestendige
Deputatie, die verleden jaar zoo gewetensvol
het provinciaal landbouwonderzoek leidde, was
eene oplossing dichtbij.
Ziehier wat hy daaromtrent in zyn beknopt
verslag, pag. 32, schreef:
De Belgische grens zou alle weken éénen
dag open zyn voor den invoer van het HoI
Iandsch vee, onder voorbehouding dat Holland,
onder dat opzicht, aan België de volle weder-
keerigheid zou toestaan (hetgeen thans niet
bestaat) en dat op de volgende voorwaarden
1° Ieder dier, dat aan de grens wordt ge-
braeht, zou het voorwerp zyn eener quaran
taine van drie dagen, gedurende welke een
ernstig geneeskundig onderzoek zou plaats
hebben, gedaan door Belgische veeartsen. Deze
quarantaine zou de noodige wetenschappelijke
vaststellingen toelaten, in zake van pokziekte
eu vau muil- en pootplaag. De kosten ervan
zouden ten laste der invoerders zyn. De vol
komen gezond erkende dieren zouden alleen
in België toegelaten worden.
2o. Elk dier, in België toegelaten, zou ver
plichtend vergezeld zyn van een gedagteeken
den geleibrief, bevattende zijne nauwkeurige
beBchryving eu aanduidende den naam, voor
naam en bet verbiyf van den kooper. Het
ingevoerde dier zou rechtstreeks naar de
woonplaats van den kooper moeten geatnnrd
worden. Deze laatste zou verplicht zyn het
te zynent in quarantaine te stellen, gedurende
vier weken, zorg dragende het volkomen af te
zonderen van zgne andere dieren.
De gemeenteoverheid, met de bewaking der
quarantaine gelast, zon door den toldienat
verwittigd worden van de aankomst van het
dier. De houder zou verplicht zyn het aange
kochte dier, zonder schadevergoeding, af te
maken indien het, binnen de vier weken, erkend
werd als aangedaan zijnde van besmetteiyke
ziekte. Na verloop van dit tydperk zou het
gezond bevonden dier in den stal by de andere
dieren mogen geplaatst en op den inventaris
van den landbouwer ingeschreven of verkocht
worden.
Ten slotte zegt het blad
Balten dat wy eene quarantaine van drie
dagen nog gevaariyker achten, dewyi zy, even
als de quarantaine van tien dagen, bet byeen-
gebraohte vee aan besmetting blootstelt, en
onze grensbewoners aldus voor het weiden op
HoIIandsch grondgebied in den weg staat,
vinden wij bovengemeld stelsel veel gepaster
dan datgene van minister De Bruyn.
De ware oplossing, en wy weten van ds
grensbelangen mee te spreken, - - iseen of
meer dagen te week, vrye in- en uitvoer,
zonder quarantaine, van alle vee, mits oordeel;
kondig geneesonderzoek by het in- en uit
gaan, ten laste van den invoerder, en toepas
sing van voorschriften in den aard als hierboven.
Het bericht in eenige bladen, dat de bur;
gemeeater van Arnhem zyn ontslag zou heb
ben genomen, scbynt voorbarig te zyn.
Naar men ons meldt, wacht de bnrgemeeBter
met de aanvraag om ontslag tot na de terug
komst van den commissaris der Koningin van
diens buitenlandsch verlof.
Het veel besproken en aangevallen art.
243 der gemeentewet, betreffende het heffen
van belastingen, zal door de regeering gewy-
zigd worden, zegt men.
Dit was van een minister als mr Goeman
Borgesiua wel te waobten.
Het gisteren opgenomen bericht omtrent
de bedoeliDg met beheer en redactie van de
Staatscourant en de leiding der Lkndsdrnkkery,.
is, volgens het Dhld., ODjnist. Staatscourant
en Landsdrukkerij onder beheer van een
afdeolingschef van binnenlandsche zaken, be
staat nu reeds en biyft bestaan. De eenige
verandering ia de benoeming van den adjunct
commies corrector F. J. Kleyn tot hoofdcor-ij,
rector, tevens belast met de waarneming vau°
het directeurschap der Ned. Staatscourant.
Overigens biyft alles by het oude.
Jhr A. M. C. Sohorer, aspirant-adjouct-
inspectenr by de Maatschappij tot Expl, van
S. S., is met ingang van 1 Mei jl. benoemd tot
adjanct-inspecteur 2e klasse by die Maat
schappy.
Verplaatst met 1 Augustus de landmeter
van het kadaster voor de kadastrale boekhou
ding A. P. L. Spnybroek van Almelo naar
Utrecht.
Wie verschrij 11 zich niet eens?
De heer F. K. Dubois, president van den R*
K. oud-weezenbond, te Rotterdam, kreeg, na
het bezoek der Koninginnen, eene decoratie!
doch op de offioieele kennisgeving had men by
vergissing gezet R. K. onderwyzerBbond. Daar
over wordt eene opmerking gemaakt.
Kan ook de schuld liggen aan de gewoonte
van atkorten, tegenwoordig veel in zwang
Te Rotterdam reed tegen den avond een
voerman van een petrolenmwagen onder een
viadnet aan de Poortstraat doorhy vergat
echter te bukken en kwam met een yzeren
balk zoodanig in aanraking, dat by van den
bok werd geslingerd en met gewond hoofd
werd opgenomen. Hij werd naar het zieken
huis overgebracht.
Te Amsterdam werd door iemand, die
een apotheker bezocht om een recept te laten
klaarmaken, ontdekt dat de man zwaar be-
sohonken was. Hy waarsohuwde een politie
agent, die daarop met een inspecteur een on
derzoek instelde en tot de ontdekking kwam
dat de, man geiyk had. De inspecteur maakte
proces-verbaal op wegens het overtreden van
artikel 426 van het Wetboek voor Strafrecht
en stelde een inspecteur van het genees
kundig staatstoezicht met het geval in
kennis, die ook de dronkenschap van den
apotheker constateerde, lp de apotheek wordt
door politie toezicht gehouden, en de recepten
worden gecontroleerd.
Door het springen van een vat petro
leum ontstond in die stad brand aan bóörd
van het Rynschip Amsterdam II. Ia een uur
was het brandje gebluscht.
In het Oosterdok aldaar verdronk een jon
den van de Admiraal van Wassenaer, die by
act zwemmen met zyn hoofd in een dryvende
mand echynt gedoken te zyn.
Te Bloemendaal is ingebroken in een
villa en eenig zilver gestolen.
Dinsdagavond is by Doetichem een dekad-
en wettenfabriek totaal uitgebraad. Assurantie
iekt de schade.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
heeft het te Brammen tameiyk gevroren
goederen, die op een bleek lagen, waren 's mor
gens nog totaal Btijf.
OVERDREVEN
Het bericht omtrent het gebeurde te Utrecht
met een trein, die byna op een anderen, die
stil stond, zou zijn geloopen, moet wy
hadden er al een stil vermoeden van schrik
barend overdreven zyn geweest. Het was
zeker weer afkomstig van een goed vriend,
die een beambte in de hoogte wilde steken.
De zaak droeg zich volgens een achry ven
aan de N. R. Ct toe als volgtEen locaal-
trein Utrecht—Amersfoort stond gereed tot
vertrek. Op hetzelfde Bpoor, een eindweegs
achterwaarts, stond een ledige trein van den
CentraaUpoor, die onmiddeliyk na vertrek van
den locaaltrein dezen zou volgon tot aan het
terrein van den Centraalspoor weg bij den
AmsterdamBchen straatweg.
Die ledige trein, pas aangekomen, stond
dientengevolge met de locomotief naar de andere
zyde, zoodat de machinist het oog niet op den
locaaltrein gericht kon houden. Door welke
oorzaak nu is tot dusver onbekend, dooh zon
der daarvoor eenig sein te hebben ont
vangen zette de machinist den ledigen
trein in beweging en zou die inderdaad tegen
den stilstaanden trein doch zonder eenig
geweld, daar de vaart zeer gering was zyn
aangekomen, indien niet het personeel van het
station onmiddeliyk éèn assistent, twee
wachte» en een treinsmid door het geven
van alarmsignaal den ledigen trein lieten stop
pen en den locaaltrein in voorwaartsohe be
weging gaan. Op dat oogenblik kwam de con
ducteur van dezen laatsten voor den dag om
te zien waarom zyn trein zonder zfln order in
beweging gezet werd en nam de dankbe
tuigingen der natuuriyk toen ook schrikkende
reizigers in ontvaDgst. Het personeel van