MIDDELRllRGSCHE COURANT. NT". 181- 142° Jaargang 1899 Dinsdag Middelburg 5 Juni. 6 Juni. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. fnt8» Per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 4. - Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 5 Juui 8 u. vm, 67 gr. 12 u. 77 gr. av. 4 u. 75 gr. F. Verw. zw. wind, licht bew. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éèn nut aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën20 cent per regel. Gebo< te- dood- en alle andere familieberichten èn Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elk» regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rege Groote letters naar <f plaats die zjj innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te AmsterdamA. de La Mar Axn. te Rotter dam: Nijoh van Ditmar. Zenuwachtige menschen. De conferentie, die thanB op het Huis Ten Bosch wordt gehouden, moge op het groote wereldtooneel den vrede willen verschaffen op menig ander gebied brengt zij onrust en diB-harmonie te weeg. Zoo ook, en niet het minst, aan ons depar tement van Buitenlandscbe zaken. Wat gebeurd is, in verband met het niet-uit- noodigen der Zuid-Afribaansche republieken, met onzen gezant te St Petersburg ligt velen zeker nog versch in 't geheugen. Het is een leerzaam stukje voor de diplo matie, om toch vooral zich niet te wagen buiten haar terrein en niet ia couranten te schryven. En dan heeft „Buitenlandsche zaken" nog heel wat té stellen met onze vreemde gasten, om te waken dat zij zich niet ergeren, en dingen hooren welke hun souvereinen niet welgevallig kunnen zyn. Meetings, waarop in 't algemeen tegen de conferentie wordt geaposteld, zijn zoo erg niet. Daarop verneemt men slechts algemeene uitin gen, die geen der gedelegeerden zich behoeft aan te trekken. Maar bijzondere kweBties, waarbij het beleid van een bepaald sonverein betrokken is, die zijn gevaarlijker. Zoo beeft men nu het gebeurde met den Armeniër Minas-Tchéraz, professor aan het Engelsche Kings college. Dat maakt den toestand moeilijk. Zoo iemand denkt in het vrije Nederland zich vrij te kunnen uiten, vooral waar hy zich binnen de perken wil houden. Maar dat gaat zoo gemakkelijk niet. In Den Haag zijn hem, zooals men weet, vriendschappeiyke wenken gegevenmaar toch zal hij daar optreden; en hetzelfde zal hij doen te Amsterdam, dank zij den heeren Kuy- per en Lieftinck. Curieus is echter wat hem aan het departe ment van buitenlandsche zaken wedervoer. Dit vertelt ons een medewerker van het Hbld; die hem interviewde en op wien de professor allerminst den indruk maakte van een gevaar lijken revolutionnair. Miuas-Tchéraz heeft trouwens in Noord- Amerika, Engeland, België en Frankryk onge hinderd getuigenis kunnen afleggen van het lijden van zyn volk. Des te zonderlinger ib daarom hetgeen hy in dien interview mede deelt van zijne ervaringen aan dat departement. Na gezegd te hebben, dat natuuriyk „officieel geloochend" zou worden, dat zijne voordracht door de politie verhinderd werd op een wenk van hooger hand, ging hij, volgens den bericht gever van genoemd blad, aldus voort: „Maar in werkelijkheid zit de Sultan, en mid dels uw Minister er achter. De invloed van Abdul Hamid is niet gering. Ik zal u echter in hoofdzaak mededeelen wat mij Woensdag jl. overkomen is, en dan kunt n zelf daaruit wel uwe gevolgtrekkingen maken. Toen ik Dins dag vernam, dat de politie mijn lezing in het lokaal op de Princessegracht minder wensche- lijk achtte, en deze daarom niet doorging, besloot ik naar nwen Minister van Buitenlandsche zaken te gaan. Ik begreep er, eerlijk gezegd, niets van. De Minister Hanotaux, ook wel genaamd Hanotaux-pacha vanwege zyn groote vriendschap voor den Sultan, had tegen mijn lezingen nim mer bezwaar gehad. En nu wordt my dit hier, zoo niet absoluut verboden, dan toch zeer be zwarend gemaakt. In Holland waar een groote staatkundige vrijheid heerscht. Kort en goed, ik ging naar het Buitenhof, maar vernam aldaar, dat Z. Exc. er niet was, en ik den volgenden dag, Woensdag, moest terugkomen. Dit deed ik eok. Eerst 's morgens, daarna 's middags vervoegde ik my aan het departement, maar de deuren bleven voor mij gesloten. By mijn laatste, derde poging, om een onderhoud te verkrijgen, zeide de bode my, dat Z. Exc. niet op het bureau was. Zyn vorige, eensluidende verklaringen had ik voor zoete koek geslikt, maar nu werd het mij te bar. Ik zeide hem, dat Z. Exc. er wel was, dat ik hem per- sooniyk had zien binnenkomen. En toen bleek mij welk een groot diplomatiek talent in dezen man stak. Vergeet niet, dit in uw verslag van ons onderhoud op te nemen. Tot dusverre had de man my in uitstekend Fransch te woord gestaan, maar na myn stellige verzeke ring, dat Z. Exc. zich wel in het gebouw be- 1, had zpn kennis van het Fransch hem eensklaps begeven. „Ik spreek alleen Hol- landsch," zeide hy my op al myn verdere vragen. Ik kreeg er geen woord meer uit. Is dat niet geniaal By mijn omgaand bezoek had ik nog de geslepenheid gehad te vernemeü, dat, behalve den minister, die met iemand sprak, en den chef van het kabinet, die ook belet gaf, en de bode benevens myn persoon er niemand op het departement was, die my uitslnitsel kon geven. Ik waagde de opmer king, dat er toch altijd iemand met de afdoe ning van de loopende zaken is belast, maar dit schynt hier niet het geval te zyn. Nu heb ik de overtuiging, dat men my liever niet te woord staat, en ik nog wel tweemaal zon kunnen aankloppen, zonder gehoor te ontvan gen. Daarom zal ik myn gangen naar het departement maar staken. A guoi bon Officieel, officieus of hoe u het ook heeten wil, kan de inmenging van hooger hand worden geloochend, maar dat Tarkhan Pacha op last van den Sultan tegen myn aanwezigheid alhier, en tegen het houden van mijn lezing geprote steerd heeft, kunt u voor zeker aannemen." Men schijnt tegenwoordig aan ons ministerie van Buitenlandsche zaken erg zenuwachtig te zijn. De hooge eer der conferentie schijnbaar wel wat zwaar te torsen de beslommeringen om al die autoriteiten hier te believen en het hun aangenaam te makendoet menigeen nerveus en daardoor onhandig zijn. Wij begrijpen wel eenigszins dat, vooral met het oog op de Mohammedaansche bewegingen in ons Oost-Indië, het zaak is den sultan niet te ontstemmen maar liever vriendschappeiyk en meegaande te doen zijn, edoch men kan alles overdryven. Pas heeft dr Schaepman in Parijs zulk een e welsprekende lofrede gehouden op Nederland, het land der vrijheid bij uitnemendheid. Wij loopen nu kans te ondervinden, dat het gevaarlijk is te veel geprezen te worden. De eer was voor ons te groot. Is er niemand die de ambtenaren aan „Bui tenlandsche zaken" kalmeert en tot het besef brengt, dat de vrijheid van spreken in oub land te kostbaar kleinood is om het, zelfs ten behoeve van een sultan, te verspelen De minister zelf zou alvast kunnen beginnen de heeren tot bun plicht te roepen UIT STAD EN PROVINCIE. Dat gisterenavond, by het eerste Zon dagavond-concert alhier de Schuttershof- tuin weêr te klein was om alle bezoekers te bevatten, zal wel niemand verwonderd hebben. Het gaat met het be7fQk aan die uitvoerin gen steeds crescendo. Éét aantal geabonneer- den neemt jaarlijks toe, en daar by was er Zon dagavond een natuuriyk gevolg van het bui tengewoon fraaie weör een groote toeloop van hen, die een afzonderlijke entréekaart Het was er weêr recht gezellig eu opgewekt. Het prettig en ongedwongen verkeer tussehen het jonge geslacht van beiderlei kunne bleef, zooals gewooniyk, binnen de perken'; de aan tafeltjes gezeten ouderen amuseerden zich best; en ons schuttery-muziekkorps kweet zich wêer dapper en flink van zyn taak, dank zy de goede leiding van den heer Jan Morks. Wie op het idee kwam, deze concerten te doen geven, deed het bleek by den aanvang van het vierde jaar, dat nu is inge treden, op nieuw een goede greep in ons volksleven. De commies der posterijen en telegraphie der 4e kl. Menffels is verplaatst van Nijmegen naar V 1 i s s i n g e n. Zaterdag middag had te He in hens- zand de ter aardebestelling plaats van wyien m heer mr J. C. R. v. d. Bilt. Algemeen was de deelneming en ten teek en van rouw waren van byna alle huizen de lui- De lykkist was met een aantal kransen be dekt en bij den stoet sloten zich aan de leden van den raad en vele particulieren. Aan de groeve werden door een der familie den, den heer mr A. F. L. Gregory, advocaat- generaal by den Hoogen Raad der Nederlanden de verdiensten van den overledene geschetst als mensch en als staatsburger; daarna sprak de heer Van Doorne, predikant by de N. H. gemeente, die den heer Van der Bilt hulde bracht voor de vele en goede diensten, door aan de gemeente Heinkenszand in het aan de herv. gemeente aldaar in het by zonder bewezen. Namens de familie daukte de heer mr F. N. van der Bilt uit Middelburg beide sprekers voor hun waardeerende woorden en alle be langstellenden voor de eer, den overledene be- LEERPLICHT. In de Vragen des Tijds van Juni schrijft de heer dr J. Th. MoutoD, wethouder van onder- wijs te Amsterdam, een artikel ten gunste van het aanhangige leerplichtontwerp, dat hij in zyn nieuwen vorm veel verbeterd acht. Met zijn ondervinding steunt hy de bewering van den minister, dat de verhouding van Het hoofd tot de ouders niet zal lyden door de bevoegd heid aan het hoofd in zake het toezicht op het schoolverzuim toegekend. Zeer bepaald juicht ook de heer Mouton toe het verplicht stellen van het herhalingsonderwys, een over wegend belang voor wie de kostelooze scholen en die met matig schoolgeld bezoeken. Het hoofdbestuur van de Vereenigimg van Hoofden van scholen in Nederland heeft een adres gericht tot de Tweede Kamer, waarin aangedrongen wordt op ongewijzigde aanne ming van het wetsontwerp op den leerplicht, met name wat betreft het daarin opgenomen verplicht herhalingsonderwys, en tevens het verzoet, dat in de wet een artikel worde op genomen, hetwelk den onderwyzers een be hoorlijke belooning waarborgt voor de meer dere diensten die van hen zullen worden ge vorderd. BENOEMHIGENI ENZ. Bij kon. besluit: is aan Ph. H. Themmen de Lang, op ver zoek, eervol ontslag verleend als notaris te Oldehoorn (gemeente Utingeradeel); is benoemd tot notaris binnen het arr. Maastricht, ter standplaats Maastricht J. Th. Quis, candidaat notaris te Valkenburg is aan Adolf Rosenzweig vergunning ver leend de geneeskunst uitte oefenen op Neder - landsche zeeschepen, met uitzondering van oorlogsvaartuigen, onder voorwaarde, dat de wettelijke bepalingen omtrent de uitoefening der geneeskunst in Nederland stiptelyk nakome. is de heer J. van Heel, arts, by het pers. Vbn de geneesk. dienst van het leger in N.-I., noemd en aangesteld tot officier van gezondh. 1de kl. Aanstaanden Donderdag verleent de minister van oorlog geene audiëntie. Uit Koewacht meldt men ons Ter verduideiyking van myn bericht in het vorig nommer diene, dat M. en een 10-tal ge tuigen niet gehoord werden in het huis van M., maar in een herberg op Moerbeke-Koe- wacht, vlak tegenover het huis zijner moeder. Het doel der reis van het parket was met den verdachte denzelfden weg te nemen, dien deze, volgens zijn aanwyzing op 13 April, met vrouw Haeck gevolgd had. Het schynt echter, naar velen beweren, onmogelijk dat hij dien weg naar Koewacht geloopen heeft. Dit is zeker: uit alles blijkt, dat de justitie nog niet de minste aanwijzing heeft, waar eigenlijk de moord gepleegd is. Om dat op te sporen, is men evenwel druk in de weer. Verbazend is het aantal getuigen, die gehoord worden. Weiden er, zooals gemeld is, Vrijdag te Koewacht tien gehoord; Zaterdag zijn van die gemeente en omstreken 18 voor dat doel naar Gent gereisd, terwyl er zich tegen Maan dag en Dinsdag een even groot aantal reis vaardig kunnen houden. Verwondering baart het, dat de bewuste put nog niet eens zeer nauwkeurig onderzocht is. Zou het zoo geheel onmogelijk zyn, dat de vermoedelyke dader ook de moordtuigen in dien put, die toch alles scheen te bevatten, ge worpen heeft? Met zyn scheermes o. a. moet verdachte toch ergens gebleven zyn in zijn woning is het niet gevonden, terwyl hy, een week of vijf geleden, aan een barbier te Koe wacht verklaarde dat dit mes zoek was geraakt. Naar men ons uit Sas van Gent meldt is de tot standboming eener fabriek voor de bereiding van arsenicum en gond uit arae. nikkies op 700 M. afstand van de ryksgrens die gemeente verzekerd. De fabriek moet nog dit jaar in December in werking worden l. Het schijnt dat goud houdende arse- nikkies de moeite loont, om dit goud langs chemischen weg uit het mineraal te trekken. Zondag middag viel in die gemeente meisje, B. de R., inden Westeiykenkanaalarm nabij de schotbalksluis bij de oostkade. Reeds in zinkenden toestand werd zy met veel moeite gered, waarna de levensgeesten werden opge wekt door toepassing der bekende regelen. kommies by 's rijks directe belastingen, invoer rechten en accynzen is o. a. geslaagd P, J. de Blaey te Retranchement. - Zaterdagavond omstreeks half elf ure ontstond brand in twee naast elkander ge- itste oppers hooi in de Oude stad, even buiten de kom der gemeente Aardenburg. Daar voor omliggende erven of gebouwen niet het minste gevaar bestond en het oude hooi geene waarde meer had, gaf de burgemeester, die onmiddellijk ter plaatse was, last aan een viertal mannen om den brand te bewaken. Aan blusschen viel niet te denken, te minder daar de bevolking den laatsten avond der ker mis vierde. Toen men Zondagmorgen de nog smeulende ■erbiyfselen wat oprakelde, meende men tus sehen de hoopen de overbiyfaelen van eeu geraamte te ontdekken. Eenige verkoolde stukken van beenderen werden gevonden, maar onmogeiyk kon door de geneeskundigen ge constateerd worden, of die van een mensch dan wel van een dier afkomstig waren. De politie houdt toezicht op de smeulende massa, terwijl de justitie met het voorval is in kennis gesteld. VERNIETIGING RAADSBESLUIT ARNEMUIDEN. Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is uitspraak gedaan in het bekende geschil tussehen den heer G. Bom en den gemeente raad van Arnemuiden. Hun besluit luidt als volgt Gedeputeerde Staten van Zeeland, beschik kende op het door G. Born te Arnemuiden op 20 Mei jl. ingestelde appèl tegen een be sluit van den Raad dier gemeente van 15 Mei 1899, waarbij afwijzend is beschikt op zijn reclame tegen eene hem, op grond van art 25 al. 3 der gemeentewet, op 3 Mei te voren ge worden waarschuwing van Burgemeester en wethouders. Overwegende dat de bedoelde waarschuwing luidde „Wij hebben de eer u mede te deelen dat u door verlies van een der in art. 19 der gemeentewet vermelde vereischten hebt opge houden raadslid en daardoor wethouder dezer gemeente te zyn. By ons besluit van heden besloten wij tot het bevelen eener verkiezing op een nader vast te stellen dag ter voorzie ning in de vacature, door uw aftreden ontstaan." Overwegende dat de reclamant op s zwaarachrift by den raad tegen de bedoelde waarschuwing geen recbtstreeksche beschikking van den raad, maar eene mededeeling, d.d. 16 Mei van burgemeester en wethouders heeft ont vangen van dezen inhoud „Wij hebben de eer u mede. te deelen, dat de gemeenteraad in zyne zitting van 15 dezer afwyzend op uw bezwaarschrift heeft beschikt op de gronden, door ons aangevoerd wegens uw verlies van een der in art. 19 der gemeen tewet vermelde yereischten, met name het Overwegende dat in dezen alleen rekenschap kan gehouden worden met de feiten en gron den, welke ter kennis van den appellant zijn gebracht, daar hy zich niet tegen hem onbe kende beweringen verdedigen kan. Overwegende dat bij de waarschuwing door burgemeester en wethouders niet is vermeld welk vereischte voor het raadlidmaatschap de reclamant had verloren, eu dat by de mede deeling van 's raadsbeslisaing door burgemees ter en wethoaders wel is waar het verlies van ingezetenschap als zoodanig is genoemd, doch zonder opsomming der gronden waarvan dit verlies van ingezetenschap het gevolg zou zyn. Overwegende dat by gebreke van het aan voeren van eenigen bewijsgrond voor de door burgemeester en wethouders en den raad ge nomen beslissing in appèl de juistheid van het beweren van den reclamant moet worden aan genomen dat hij te Arnemuiden sedert het ontruimen zyner vroegere woning eene gemeu bileerde kamer bewoont en zyne woonplaats niet naar Middelbnrg heeft overgebracht zooals biykens eene mededeeling van burge meester en wethouders van Middelburg aan Gedeputeerde Staten bij onderzoek gebleken is juist te zijn. Overwegende dat de appellant mitsdien niet zijn ingezetenschap verloren heeft en derhalve niet opgehouden beeft lid van den raad te zQn, Gelet op art. 25 al. 3 en art 34 der ge meentewet besluiten Voornoemd besluit van den gemeenteraad van Arnemuiden van 3 Mei jl. te v e r n i tig en. Het spoorwegongeluk te Vlissiugen Zaterdag werd nog wy maakten dit toen zooveel mogeiyk bekend in een der verbryzelde spoorwegcoupés gevonden een ïyk hetwelk by onderzoek is gebleken te zijn dat Woeesdag a. s. zal de commissaris der koningin Biervliet en IJzendyke f vermoedeiyk ook H o o f d p 1 a a t bezoeken. Bij het jongst gehouden examen voorl van mejuffrouw F. H. Roth, oud 18 jaar, dochter van den buitengewonen gezant en gevolmach tigden minister van den Zwitaerachen bond Berüjn. De coupé, waarin de ongelukkige het leven verloor, is een eerste-klasse damesooupé, aan voorzyde van het postrytuig verbonden. Door den hevigen schok drong de voorzyde van het postrytuig in den goederenwagen, waarin de hoofdconduoteur en de conducteur zaten en gedood werden. Nadat de overleden conducteurs uit den wagen waren verwyderd, werd het zwaar be schadigde postrytuig een eind weegs achteruit op de rails geplaatst, wyi men niet vermoedde, dat zich in de verbryzelde damescoupé nog passagier bevond. Die waggons hebben daar van Donderdag nacht tot Zaterdagavond geataan ten aanaehouwe van de autoriteiten en vele nieawsgierigen, zonder dat men in de coupé anders zag dan hout, yzer enz. Eerst toen Zaterdagavond de wagen naar het atelier aldaar vervoerd was en men daar tot opruiming overging, ontdekte men het ïyk der dame. Zaterdagavond kwam de politie te weten wie de ongelukkige was en Zondag kwam haar vader, die als Zwitserseh afgevaardigde ter vredesconferentie te 's Gravenhage vertoeft, naar Vüssingen, vergezeld van een familielid. Nadat het ïyk was herkend, is het per bran card naar het Gasthuis vervoerd. De gezant en het familielid, die in het hotel Zeeland logeerden, ontvingen daar Zondagna middag een condoleantie-bezoek van den com missaris der Koningin in Zeeland en den bur gemeester van Vüssingen. De justitie was Zondag ook weder op het terrein van de ramp. Het ïyk der dame wordt heden (Maandag) namiddag per trein 5.25 naar Zurich, de woonplaats harer ouders, vervoerd. In het buitengewoon nommer, heden mor gen aan al onze geabonneerden gezonden, werd het bovenstaande medegedeeld. Ter aanvulling kunnen wy thans nog het volgende melden. Te Vüssingen, zoowel als elders, wekte het en zeker niet zonder reden verbazing en zelfs verontwaardiging, dat men twee dagen lang den verbrijzelden waggon liet staan, zonder een grondig onderzoek in te stellen, of zioh daarin nog personen bevonden. Toch meenen wy voor deze nalatig sohynende handelwyze wel eene, wy zullen niet zeggen geldende, maar toch eenigszins verBchoonende reden te kunnen opgeven. Naar ons een ooggetuige mededeelde, was, bevel van den aanwezigen stationchef (plaatsvervangend, wyi de chef door ziekte verhinderd was dienst te doen), dadeiyk een onderzoek ingesteld naar de passagiers, terwyl men ook in de verbrljzélde waggons zocht, doch alleen de ïyken der beide conducteur6 vond. Toen de commandant van de mailboot, die Donderdagavond varen moest, berichtte, dat een der eerste klasse hutten, welke voor deze reis besproken was, nog niet was bezet en er dus nog één passagier moest worden vermist, heeft men opnieuw een onderzoek in gesteld. Onze zegsman verhaalde ons daaromtrent het volgende „Ik begaf mij daarom (d. i. tot da) onderzoek) weder tussehen de stukken van den waggon en tastte overal rond, maar voelde niets dan kussens, stukken hout en glassplin ters. We dachten daarom, dat de gezochte passagier niet met dezen trein waB meegekomen" Als de meest aannemelijke veronderstelling komt ons nn voor, dat de dame by den eer sten schok, dien de trein kreeg, gevallen is, terwijl de samenschuivende wanden en banken haar de ledematen, armen en beenen, verbryzeld, haar daarna onder kussens, hont en stukken yzer bedolven hebben. Het ïyk werd gevonden, in de hand een tascbje houdende, en een ejawl om de schouderb geworpen, zoo- dat de dame zich naar alle waarschijniykheid reeds had gereed gemaakt uit te stygen. Naar men oub mededeelde, waren de tanden diep in het vleesch van de onderlip gedrongen, hetgeen by sommigen het vermoeden heeft doen ontstaan aan den dood, veroorzaakt door ver stikking. Iu hoever de reizigster nog geleefd heeft, valt niet met zekerheid te zeggen. Op verzoek van den vader der jonge dame zal echter geen nadere lijkschouwing meer plaats hebben. Ervaring van een reiziger. De in den trein aanwezige passagiers hebben eerst in het laatste moment het gevaar beseft, waarin zij verkeerden, althans zoo vertelde ons een der reizigers, die zich ook in een der eerste compartimenten had bevonden. Uit zijn verhaal deelen wy het volgende medé„Ik had, by het passeer en van Middel burg, myn jas aangetrokken en myn parapluie uit het net genomen en zat daarna rustig te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1