MIDDELRllRGSCHE COURANT.
NT". 181-
142° Jaargang
1899
Dinsdag
Middelburg 5 Juni.
6 Juni.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
fnt8» Per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 4. -
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 5 Juui 8 u. vm, 67 gr. 12 u. 77 gr.
av. 4 u. 75 gr. F. Verw. zw. wind, licht bew.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éèn nut
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Gebo< te- dood- en alle andere familieberichten èn
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elk» regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rege
Groote letters naar <f plaats die zjj innemen.
Advertentiën by abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te AmsterdamA. de La Mar Axn. te Rotter
dam: Nijoh van Ditmar.
Zenuwachtige menschen.
De conferentie, die thanB op het Huis Ten
Bosch wordt gehouden, moge op het groote
wereldtooneel den vrede willen verschaffen
op menig ander gebied brengt zij onrust en
diB-harmonie te weeg.
Zoo ook, en niet het minst, aan ons depar
tement van Buitenlandscbe zaken.
Wat gebeurd is, in verband met het niet-uit-
noodigen der Zuid-Afribaansche republieken,
met onzen gezant te St Petersburg ligt velen
zeker nog versch in 't geheugen.
Het is een leerzaam stukje voor de diplo
matie, om toch vooral zich niet te wagen buiten
haar terrein en niet ia couranten te schryven.
En dan heeft „Buitenlandsche zaken" nog
heel wat té stellen met onze vreemde gasten,
om te waken dat zij zich niet ergeren, en
dingen hooren welke hun souvereinen niet
welgevallig kunnen zyn.
Meetings, waarop in 't algemeen tegen de
conferentie wordt geaposteld, zijn zoo erg niet.
Daarop verneemt men slechts algemeene uitin
gen, die geen der gedelegeerden zich behoeft
aan te trekken.
Maar bijzondere kweBties, waarbij het beleid
van een bepaald sonverein betrokken is, die
zijn gevaarlijker.
Zoo beeft men nu het gebeurde met den
Armeniër Minas-Tchéraz, professor aan het
Engelsche Kings college.
Dat maakt den toestand moeilijk. Zoo
iemand denkt in het vrije Nederland zich vrij
te kunnen uiten, vooral waar hy zich binnen
de perken wil houden.
Maar dat gaat zoo gemakkelijk niet.
In Den Haag zijn hem, zooals men weet,
vriendschappeiyke wenken gegevenmaar toch
zal hij daar optreden; en hetzelfde zal hij
doen te Amsterdam, dank zij den heeren Kuy-
per en Lieftinck.
Curieus is echter wat hem aan het departe
ment van buitenlandsche zaken wedervoer.
Dit vertelt ons een medewerker van het Hbld;
die hem interviewde en op wien de professor
allerminst den indruk maakte van een gevaar
lijken revolutionnair.
Miuas-Tchéraz heeft trouwens in Noord-
Amerika, Engeland, België en Frankryk onge
hinderd getuigenis kunnen afleggen van het
lijden van zyn volk. Des te zonderlinger ib
daarom hetgeen hy in dien interview mede
deelt van zijne ervaringen aan dat departement.
Na gezegd te hebben, dat natuuriyk „officieel
geloochend" zou worden, dat zijne voordracht
door de politie verhinderd werd op een wenk
van hooger hand, ging hij, volgens den bericht
gever van genoemd blad, aldus voort:
„Maar in werkelijkheid zit de Sultan, en mid
dels uw Minister er achter. De invloed van
Abdul Hamid is niet gering. Ik zal u echter in
hoofdzaak mededeelen wat mij Woensdag jl.
overkomen is, en dan kunt n zelf daaruit wel
uwe gevolgtrekkingen maken. Toen ik Dins
dag vernam, dat de politie mijn lezing in het
lokaal op de Princessegracht minder wensche-
lijk achtte, en deze daarom niet doorging, besloot
ik naar nwen Minister van Buitenlandsche
zaken te gaan. Ik begreep er, eerlijk gezegd, niets
van. De Minister Hanotaux, ook wel genaamd
Hanotaux-pacha vanwege zyn groote vriendschap
voor den Sultan, had tegen mijn lezingen nim
mer bezwaar gehad. En nu wordt my dit hier,
zoo niet absoluut verboden, dan toch zeer be
zwarend gemaakt. In Holland waar een groote
staatkundige vrijheid heerscht. Kort en goed,
ik ging naar het Buitenhof, maar vernam aldaar,
dat Z. Exc. er niet was, en ik den volgenden
dag, Woensdag, moest terugkomen. Dit deed
ik eok. Eerst 's morgens, daarna 's middags
vervoegde ik my aan het departement, maar
de deuren bleven voor mij gesloten. By mijn
laatste, derde poging, om een onderhoud te
verkrijgen, zeide de bode my, dat Z. Exc. niet
op het bureau was. Zyn vorige, eensluidende
verklaringen had ik voor zoete koek geslikt,
maar nu werd het mij te bar. Ik zeide hem,
dat Z. Exc. er wel was, dat ik hem per-
sooniyk had zien binnenkomen. En toen bleek
mij welk een groot diplomatiek talent in dezen
man stak. Vergeet niet, dit in uw verslag
van ons onderhoud op te nemen. Tot dusverre
had de man my in uitstekend Fransch te
woord gestaan, maar na myn stellige verzeke
ring, dat Z. Exc. zich wel in het gebouw be-
1, had zpn kennis van het Fransch hem
eensklaps begeven. „Ik spreek alleen Hol-
landsch," zeide hy my op al myn verdere
vragen. Ik kreeg er geen woord meer uit. Is
dat niet geniaal By mijn omgaand bezoek
had ik nog de geslepenheid gehad te vernemeü,
dat, behalve den minister, die met iemand
sprak, en den chef van het kabinet, die ook
belet gaf, en de bode benevens myn persoon
er niemand op het departement was, die my
uitslnitsel kon geven. Ik waagde de opmer
king, dat er toch altijd iemand met de afdoe
ning van de loopende zaken is belast, maar
dit schynt hier niet het geval te zyn. Nu heb
ik de overtuiging, dat men my liever niet te
woord staat, en ik nog wel tweemaal zon
kunnen aankloppen, zonder gehoor te ontvan
gen. Daarom zal ik myn gangen naar het
departement maar staken. A guoi bon
Officieel, officieus of hoe u het ook heeten wil,
kan de inmenging van hooger hand worden
geloochend, maar dat Tarkhan Pacha op last
van den Sultan tegen myn aanwezigheid alhier,
en tegen het houden van mijn lezing geprote
steerd heeft, kunt u voor zeker aannemen."
Men schijnt tegenwoordig aan ons ministerie
van Buitenlandsche zaken erg zenuwachtig
te zijn.
De hooge eer der conferentie schijnbaar
wel wat zwaar te torsen de beslommeringen
om al die autoriteiten hier te believen en het
hun aangenaam te makendoet menigeen
nerveus en daardoor onhandig zijn.
Wij begrijpen wel eenigszins dat, vooral met
het oog op de Mohammedaansche bewegingen
in ons Oost-Indië, het zaak is den sultan niet te
ontstemmen maar liever vriendschappeiyk en
meegaande te doen zijn, edoch men kan alles
overdryven.
Pas heeft dr Schaepman in Parijs zulk een e
welsprekende lofrede gehouden op Nederland,
het land der vrijheid bij uitnemendheid.
Wij loopen nu kans te ondervinden, dat het
gevaarlijk is te veel geprezen te worden.
De eer was voor ons te groot.
Is er niemand die de ambtenaren aan „Bui
tenlandsche zaken" kalmeert en tot het besef
brengt, dat de vrijheid van spreken in oub land
te kostbaar kleinood is om het, zelfs ten
behoeve van een sultan, te verspelen
De minister zelf zou alvast kunnen beginnen
de heeren tot bun plicht te roepen
UIT STAD EN PROVINCIE.
Dat gisterenavond, by het eerste Zon
dagavond-concert alhier de Schuttershof-
tuin weêr te klein was om alle bezoekers te
bevatten, zal wel niemand verwonderd hebben.
Het gaat met het be7fQk aan die uitvoerin
gen steeds crescendo. Éét aantal geabonneer-
den neemt jaarlijks toe, en daar by was er Zon
dagavond een natuuriyk gevolg van het bui
tengewoon fraaie weör een groote toeloop
van hen, die een afzonderlijke entréekaart
Het was er weêr recht gezellig eu opgewekt.
Het prettig en ongedwongen verkeer tussehen
het jonge geslacht van beiderlei kunne bleef,
zooals gewooniyk, binnen de perken'; de aan
tafeltjes gezeten ouderen amuseerden zich best;
en ons schuttery-muziekkorps kweet zich wêer
dapper en flink van zyn taak, dank zy de
goede leiding van den heer Jan Morks.
Wie op het idee kwam, deze concerten te
doen geven, deed het bleek by den
aanvang van het vierde jaar, dat nu is inge
treden, op nieuw een goede greep in ons
volksleven.
De commies der posterijen en telegraphie
der 4e kl. Menffels is verplaatst van Nijmegen
naar V 1 i s s i n g e n.
Zaterdag middag had te He in hens-
zand de ter aardebestelling plaats van wyien
m heer mr J. C. R. v. d. Bilt.
Algemeen was de deelneming en ten teek en
van rouw waren van byna alle huizen de lui-
De lykkist was met een aantal kransen be
dekt en bij den stoet sloten zich aan de leden
van den raad en vele particulieren.
Aan de groeve werden door een der familie
den, den heer mr A. F. L. Gregory, advocaat-
generaal by den Hoogen Raad der Nederlanden
de verdiensten van den overledene geschetst
als mensch en als staatsburger; daarna sprak
de heer Van Doorne, predikant by de N. H.
gemeente, die den heer Van der Bilt hulde
bracht voor de vele en goede diensten, door
aan de gemeente Heinkenszand in het
aan de herv. gemeente aldaar in
het by zonder bewezen.
Namens de familie daukte de heer mr F. N.
van der Bilt uit Middelburg beide sprekers
voor hun waardeerende woorden en alle be
langstellenden voor de eer, den overledene be-
LEERPLICHT.
In de Vragen des Tijds van Juni schrijft de
heer dr J. Th. MoutoD, wethouder van onder-
wijs te Amsterdam, een artikel ten gunste van
het aanhangige leerplichtontwerp, dat hij in
zyn nieuwen vorm veel verbeterd acht. Met
zijn ondervinding steunt hy de bewering van
den minister, dat de verhouding van Het hoofd
tot de ouders niet zal lyden door de bevoegd
heid aan het hoofd in zake het toezicht op
het schoolverzuim toegekend. Zeer bepaald
juicht ook de heer Mouton toe het verplicht
stellen van het herhalingsonderwys, een over
wegend belang voor wie de kostelooze scholen
en die met matig schoolgeld bezoeken.
Het hoofdbestuur van de Vereenigimg van
Hoofden van scholen in Nederland heeft een
adres gericht tot de Tweede Kamer, waarin
aangedrongen wordt op ongewijzigde aanne
ming van het wetsontwerp op den leerplicht,
met name wat betreft het daarin opgenomen
verplicht herhalingsonderwys, en tevens het
verzoet, dat in de wet een artikel worde op
genomen, hetwelk den onderwyzers een be
hoorlijke belooning waarborgt voor de meer
dere diensten die van hen zullen worden ge
vorderd.
BENOEMHIGENI ENZ.
Bij kon. besluit:
is aan Ph. H. Themmen de Lang, op ver
zoek, eervol ontslag verleend als notaris te
Oldehoorn (gemeente Utingeradeel);
is benoemd tot notaris binnen het arr.
Maastricht, ter standplaats Maastricht J. Th.
Quis, candidaat notaris te Valkenburg
is aan Adolf Rosenzweig vergunning ver
leend de geneeskunst uitte oefenen op Neder -
landsche zeeschepen, met uitzondering van
oorlogsvaartuigen, onder voorwaarde, dat
de wettelijke bepalingen omtrent de uitoefening
der geneeskunst in Nederland stiptelyk nakome.
is de heer J. van Heel, arts, by het pers.
Vbn de geneesk. dienst van het leger in N.-I.,
noemd en aangesteld tot officier van gezondh.
1de kl.
Aanstaanden Donderdag verleent de minister
van oorlog geene audiëntie.
Uit Koewacht meldt men ons
Ter verduideiyking van myn bericht in het
vorig nommer diene, dat M. en een 10-tal ge
tuigen niet gehoord werden in het huis van
M., maar in een herberg op Moerbeke-Koe-
wacht, vlak tegenover het huis zijner moeder.
Het doel der reis van het parket was met
den verdachte denzelfden weg te nemen, dien
deze, volgens zijn aanwyzing op 13 April, met
vrouw Haeck gevolgd had. Het schynt echter,
naar velen beweren, onmogelijk dat hij dien
weg naar Koewacht geloopen heeft.
Dit is zeker: uit alles blijkt, dat de
justitie nog niet de minste aanwijzing heeft, waar
eigenlijk de moord gepleegd is. Om dat op
te sporen, is men evenwel druk in de weer.
Verbazend is het aantal getuigen, die gehoord
worden. Weiden er, zooals gemeld is, Vrijdag
te Koewacht tien gehoord; Zaterdag zijn van
die gemeente en omstreken 18 voor dat doel
naar Gent gereisd, terwyl er zich tegen Maan
dag en Dinsdag een even groot aantal reis
vaardig kunnen houden.
Verwondering baart het, dat de bewuste put
nog niet eens zeer nauwkeurig onderzocht is.
Zou het zoo geheel onmogelijk zyn, dat de
vermoedelyke dader ook de moordtuigen in
dien put, die toch alles scheen te bevatten, ge
worpen heeft? Met zyn scheermes o. a. moet
verdachte toch ergens gebleven zyn in zijn
woning is het niet gevonden, terwyl hy, een
week of vijf geleden, aan een barbier te Koe
wacht verklaarde dat dit mes zoek was geraakt.
Naar men ons uit Sas van Gent
meldt is de tot standboming eener fabriek voor
de bereiding van arsenicum en gond uit arae.
nikkies op 700 M. afstand van de ryksgrens
die gemeente verzekerd. De fabriek moet
nog dit jaar in December in werking worden
l. Het schijnt dat goud houdende arse-
nikkies de moeite loont, om dit goud langs
chemischen weg uit het mineraal te trekken.
Zondag middag viel in die gemeente
meisje, B. de R., inden Westeiykenkanaalarm
nabij de schotbalksluis bij de oostkade. Reeds
in zinkenden toestand werd zy met veel moeite
gered, waarna de levensgeesten werden opge
wekt door toepassing der bekende regelen.
kommies by 's rijks directe belastingen, invoer
rechten en accynzen is o. a. geslaagd P, J. de
Blaey te Retranchement.
- Zaterdagavond omstreeks half elf ure
ontstond brand in twee naast elkander ge-
itste oppers hooi in de Oude stad, even
buiten de kom der gemeente Aardenburg.
Daar voor omliggende erven of gebouwen niet
het minste gevaar bestond en het oude hooi
geene waarde meer had, gaf de burgemeester,
die onmiddellijk ter plaatse was, last aan een
viertal mannen om den brand te bewaken.
Aan blusschen viel niet te denken, te minder
daar de bevolking den laatsten avond der ker
mis vierde.
Toen men Zondagmorgen de nog smeulende
■erbiyfselen wat oprakelde, meende men tus
sehen de hoopen de overbiyfaelen van eeu
geraamte te ontdekken. Eenige verkoolde
stukken van beenderen werden gevonden, maar
onmogeiyk kon door de geneeskundigen ge
constateerd worden, of die van een mensch
dan wel van een dier afkomstig waren.
De politie houdt toezicht op de smeulende
massa, terwijl de justitie met het voorval is
in kennis gesteld.
VERNIETIGING RAADSBESLUIT
ARNEMUIDEN.
Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is
uitspraak gedaan in het bekende geschil
tussehen den heer G. Bom en den gemeente
raad van Arnemuiden.
Hun besluit luidt als volgt
Gedeputeerde Staten van Zeeland, beschik
kende op het door G. Born te Arnemuiden
op 20 Mei jl. ingestelde appèl tegen een be
sluit van den Raad dier gemeente van 15 Mei
1899, waarbij afwijzend is beschikt op zijn
reclame tegen eene hem, op grond van art 25
al. 3 der gemeentewet, op 3 Mei te voren ge
worden waarschuwing van Burgemeester en
wethouders.
Overwegende dat de bedoelde waarschuwing
luidde „Wij hebben de eer u mede te deelen
dat u door verlies van een der in art. 19 der
gemeentewet vermelde vereischten hebt opge
houden raadslid en daardoor wethouder dezer
gemeente te zyn. By ons besluit van heden
besloten wij tot het bevelen eener verkiezing
op een nader vast te stellen dag ter voorzie
ning in de vacature, door uw aftreden ontstaan."
Overwegende dat de reclamant op s
zwaarachrift by den raad tegen de bedoelde
waarschuwing geen recbtstreeksche beschikking
van den raad, maar eene mededeeling, d.d. 16
Mei van burgemeester en wethouders heeft ont
vangen van dezen inhoud
„Wij hebben de eer u mede. te deelen, dat de
gemeenteraad in zyne zitting van 15 dezer
afwyzend op uw bezwaarschrift heeft beschikt
op de gronden, door ons aangevoerd wegens
uw verlies van een der in art. 19 der gemeen
tewet vermelde yereischten, met name het
Overwegende dat in dezen alleen rekenschap
kan gehouden worden met de feiten en gron
den, welke ter kennis van den appellant zijn
gebracht, daar hy zich niet tegen hem onbe
kende beweringen verdedigen kan.
Overwegende dat bij de waarschuwing door
burgemeester en wethouders niet is vermeld
welk vereischte voor het raadlidmaatschap de
reclamant had verloren, eu dat by de mede
deeling van 's raadsbeslisaing door burgemees
ter en wethoaders wel is waar het verlies van
ingezetenschap als zoodanig is genoemd, doch
zonder opsomming der gronden waarvan dit
verlies van ingezetenschap het gevolg zou zyn.
Overwegende dat by gebreke van het aan
voeren van eenigen bewijsgrond voor de door
burgemeester en wethouders en den raad ge
nomen beslissing in appèl de juistheid van het
beweren van den reclamant moet worden aan
genomen dat hij te Arnemuiden sedert het
ontruimen zyner vroegere woning eene gemeu
bileerde kamer bewoont en zyne woonplaats
niet naar Middelbnrg heeft overgebracht
zooals biykens eene mededeeling van burge
meester en wethouders van Middelburg aan
Gedeputeerde Staten bij onderzoek gebleken
is juist te zijn.
Overwegende dat de appellant mitsdien niet
zijn ingezetenschap verloren heeft en derhalve
niet opgehouden beeft lid van den raad te zQn,
Gelet op art. 25 al. 3 en art 34 der ge
meentewet
besluiten
Voornoemd besluit van den gemeenteraad
van Arnemuiden van 3 Mei jl. te v e r n i
tig en.
Het spoorwegongeluk te Vlissiugen
Zaterdag werd nog wy maakten dit toen
zooveel mogeiyk bekend in een der
verbryzelde spoorwegcoupés
gevonden een ïyk
hetwelk by onderzoek is gebleken te zijn dat
Woeesdag a. s. zal de commissaris der
koningin Biervliet en IJzendyke f
vermoedeiyk ook H o o f d p 1 a a t bezoeken.
Bij het jongst gehouden examen voorl van mejuffrouw F. H. Roth, oud 18 jaar, dochter
van den buitengewonen gezant en gevolmach
tigden minister van den Zwitaerachen bond
Berüjn.
De coupé, waarin de ongelukkige het leven
verloor, is een eerste-klasse damesooupé, aan
voorzyde van het postrytuig verbonden.
Door den hevigen schok drong de voorzyde
van het postrytuig in den goederenwagen,
waarin de hoofdconduoteur en de conducteur
zaten en gedood werden.
Nadat de overleden conducteurs uit den
wagen waren verwyderd, werd het zwaar be
schadigde postrytuig een eind weegs achteruit
op de rails geplaatst, wyi men niet vermoedde,
dat zich in de verbryzelde damescoupé nog
passagier bevond.
Die waggons hebben daar van Donderdag
nacht tot Zaterdagavond geataan ten aanaehouwe
van de autoriteiten en vele nieawsgierigen,
zonder dat men in de coupé anders zag dan
hout, yzer enz.
Eerst toen Zaterdagavond de wagen naar het
atelier aldaar vervoerd was en men daar tot
opruiming overging, ontdekte men het ïyk der
dame.
Zaterdagavond kwam de politie te weten
wie de ongelukkige was en Zondag kwam
haar vader, die als Zwitserseh afgevaardigde ter
vredesconferentie te 's Gravenhage vertoeft,
naar Vüssingen, vergezeld van een familielid.
Nadat het ïyk was herkend, is het per bran
card naar het Gasthuis vervoerd.
De gezant en het familielid, die in het hotel
Zeeland logeerden, ontvingen daar Zondagna
middag een condoleantie-bezoek van den com
missaris der Koningin in Zeeland en den bur
gemeester van Vüssingen.
De justitie was Zondag ook weder op het
terrein van de ramp.
Het ïyk der dame wordt heden (Maandag)
namiddag per trein 5.25 naar Zurich, de
woonplaats harer ouders, vervoerd.
In het buitengewoon nommer, heden mor
gen aan al onze geabonneerden gezonden, werd
het bovenstaande medegedeeld.
Ter aanvulling kunnen wy thans nog het
volgende melden.
Te Vüssingen, zoowel als elders, wekte het
en zeker niet zonder reden verbazing
en zelfs verontwaardiging, dat men twee dagen
lang den verbrijzelden waggon liet staan, zonder
een grondig onderzoek in te stellen, of zioh
daarin nog personen bevonden.
Toch meenen wy voor deze nalatig sohynende
handelwyze wel eene, wy zullen niet zeggen
geldende, maar toch eenigszins verBchoonende
reden te kunnen opgeven.
Naar ons een ooggetuige mededeelde, was,
bevel van den aanwezigen stationchef
(plaatsvervangend, wyi de chef door ziekte
verhinderd was dienst te doen), dadeiyk een
onderzoek ingesteld naar de passagiers, terwyl
men ook in de verbrljzélde waggons zocht,
doch alleen de ïyken der beide conducteur6
vond. Toen de commandant van de mailboot,
die Donderdagavond varen moest, berichtte,
dat een der eerste klasse hutten, welke voor
deze reis besproken was, nog niet was bezet
en er dus nog één passagier moest worden
vermist, heeft men opnieuw een onderzoek in
gesteld.
Onze zegsman verhaalde ons daaromtrent het
volgende „Ik begaf mij daarom (d. i. tot da)
onderzoek) weder tussehen de stukken van den
waggon en tastte overal rond, maar voelde
niets dan kussens, stukken hout en glassplin
ters. We dachten daarom, dat de gezochte
passagier niet met dezen trein waB meegekomen"
Als de meest aannemelijke veronderstelling
komt ons nn voor, dat de dame by den eer
sten schok, dien de trein kreeg, gevallen is,
terwijl de samenschuivende wanden en banken
haar de ledematen, armen en beenen, verbryzeld,
haar daarna onder kussens, hont en
stukken yzer bedolven hebben. Het ïyk werd
gevonden, in de hand een tascbje houdende,
en een ejawl om de schouderb geworpen, zoo-
dat de dame zich naar alle waarschijniykheid
reeds had gereed gemaakt uit te stygen.
Naar men oub mededeelde, waren de tanden
diep in het vleesch van de onderlip gedrongen,
hetgeen by sommigen het vermoeden heeft doen
ontstaan aan den dood, veroorzaakt door ver
stikking. Iu hoever de reizigster nog geleefd
heeft, valt niet met zekerheid te zeggen.
Op verzoek van den vader der jonge dame
zal echter geen nadere lijkschouwing meer
plaats hebben.
Ervaring van een reiziger.
De in den trein aanwezige passagiers hebben
eerst in het laatste moment het gevaar beseft,
waarin zij verkeerden, althans zoo vertelde
ons een der reizigers, die zich ook in een der
eerste compartimenten had bevonden.
Uit zijn verhaal deelen wy het volgende
medé„Ik had, by het passeer en van Middel
burg, myn jas aangetrokken en myn parapluie
uit het net genomen en zat daarna rustig te