MIDDELRURGSCHE COURANT. W, ISO- 142° Jaargang 1899 Maandag 5 Juni. Middelburg 3 Juni. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 3 Juni 8 u. vm. 64 gr. 12 u. 72 gr. *v. 4 u. 69 gr. F. Verw. zw. wind, licht, bew., warm. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentïÓn20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere iieberichten on Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel ineer 20 cent. Reel mes 40 cent per rega Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertent iën by abonnement op voordeeli^e voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Bg deze courant behoort een Bijvoegsel. TolstoYarten en Doopsgezinden ten op zichte van den dienstplicht. Agenten. Te AmsterdamA. de La Mas Azn. te Rotter dam: Nwgh van Ditmar. In verband met het geschrevene omtrent gemoedsbezwaren, die bij sommigen, zooals Tolstoïanen en Doopsgezinden, tegen den mili tairen dienst bestaan, is, gelijk wij meldden, in overweging gegeven deze personen bij de hospitaalsoldaten te plaatsen. Een ander blad wil den dienstweigeraars eerst gratie verleenen en hen dan uit den dienst ontslaan. Daartegen zijn, ook door ons, bezwaren aangevoerd, o. a. dat het geval zich zou kunnen voordoen, dat men Tolstoïaan werd of Doopsgezind om zich te onttrekken aan de verplichting om de wapens te dragen. Dit heeft prof. S. Cramer, hoogleeraar bij het Doopsgezinde Seminarium en bij de ge meentelijke Universiteit te Amsterdam, een brief in de pen gegeven aan het Handelsbl. Met een beroep op het buitenland bestrijdt de schrijver in de eerste plaats de opmerking, dat het een kleinigheid zou zijn om zich Tolstoïaan of Doopsgezind te maken om zich zoodoende aan den dienst te onttrekken. In Rusland dienen de Mennonieten hun diensttijd uit bij het keizerlijk boschwezen, terwijl het bovendien door gouvernementsbesluit verboden is van een andere kerk ook tot baar gemeente op te gaan. In Duitschland breDgt het even eens verzwaring van dienst, wanneer iemand zich op grond van gemoedsbezwaren als Men noniet by den trein onz. laat indeelen. Ook is hij van allerlei voorrechten, bv. van dat om als Einjtlhrigcr te dienen, buitengesloten, 'fc Is dan ook begrijpelijk, dat niet vele Doopsgezinden daar van dit zeer bezwarende privilege gebruik maken en 't is niet waar schijnlijk dat iemand met dat doel de gelegen heid, oin tot hen over te gaan, te baat neemt. Werd hier te lande eveneens aan alle ge moedsbezwaarden toegestaan zonder wapenen te dienen, maar dan ook in den minst gemakke- HJfeen tab van dienst en met buitensluiting van andere verkrijgbare voordeelen en voorrechten, dan zullen niet overdreven velen zich daarvoor aanmelden. En het is niet meer dan billijk, dat de staat van z'ijn burgers, die van hem voordeelen verlangen, een aequivaleerenden dienst vordert. Daarop komt dr Cramer tot het fond der redeneering, te weten dat de staat, handelende gelijk werd voorgesteld, zou beginnen met on derscheid te maken waar het de kerkleer be treft, en zou gaan vragen of iemand lid is van een Tolstoïaansche of andere sekte of berk. Wij zouden daarmede weer komen tot de oude jammer jammer voor den godsdienst vooral van een publiekrechtelijke positie der kerken, Het zou er weer toe leiden, dat het niet langer aan den staat en aan den staat alleen stond te beslissen, of hij gevolgtrekkingen, die bur gers uit hun godsvrucht voor de praktijk als burgers mochten willen afleiden, nu ook van zijn kant in die praktijk al dan niet kan toe laten; er toe leiden, dat kerken in de wetge ving daarover zouden mogen medeBpreken. Maar dan is ons burgerlijk huwelijk, oi ïykheid van allen voor de wet en wat niet al verloren. Men zegge nietde staat maakt reeds zulk een onderscheid tusschen de ingezetenen, wanneer hg de vrijstelling der doopsgezinden als zoodanig van iederen eed blijft toelaten. Want deze nawerking van een toestand, voorheen vol komen correct, is tegenwoordig alleen houdbaar, doordat de staat zich ten opzichte van den eed in dezelfde richting, die naar vrijlating voor ieder, beweegt. Anders: verbiedt iemand zijn Tolstoïaansch of Katholiek of Doopsgezind geweten in een land met gelijkheid van allen voor de wet aan die wek te gehoorzamen, dan kan immers niet de staat abdïceeren, maar moet hij wijken of heengaan, totdat zijn zienswijze die van de meerderheid is geworden. Laat ons hopen, dat het gros der Christengeloovigen, dat de Joden, dat de talrijkste staatkundige partyen ons volk zullen bewaren voor iedere poging om aan een kerk meezeggenschap te verleenen in de wetgeving; dat zij waakzaam zullen zijn tegen hetgeen soms in kerkelijke kampen verluidt, misschien ook ouder de leus maar dau in anderen zin bedoeld, der scheiding van kerk en staat. Dat er, zooals het Hand. betoogde, verschil zou bestaan tusschen de geloofsvervolging in de 16e eeuw en bet gevangen zetten van een on- willigen Tolstoïaan in onze dagen, acht dr G. niet juist. De eisch zou volgens 't Hand. rusten op den onredelijken grondslag van geloofsver- schil, niet op dat van verzet tegen de wetten des lande, 't welk bij den Tolstoïaan het geval is. „Maar vraagt dr C. wie zal uitma ken wat onredelijk is? En het doet zeker voor den staat minder of niet ter zake, dat die laatste juist uit kracht van zijn geloof zich ver zet. Maar de grondslag, waarop Karol V en Philips II brave Protestanten ten onzent levend lieten verbranden of begraven, is toch eigenlijk geen andere geweest dan dia, waarop de ge vangenisstraf van een even braven Tolstïaan rust. Ook die doodvonnissen zijn wel degelijk geweld wegens „ongehoorzaamheid aankeizer- lijke en goddelgke rechten", wegens verzet tegen de plakkaten. Daarin ia tusschen die gevallen geen verschil. Maar en hier ligt het onderscheid de overheid der 16e eeuw achtte zich onder de nawerking der middel- eeuwscbe kerk- en geloofsbegrippen en vol gens het Romeinsche recht geroepen om voor godsvrucht en voor zieleheil harer ondordanen te waken, en dus ter dood te brengen wie zich tegen haar wetten dienaangaande verzette. Ons staatswezen daarentegen heeft, onder den invloed van het Protestantisme, van bet onder invloed daarvan opgekomen 17de eeuwsche natuurrecht, vau de beginselen van 1789, die godsvrucht en dat zieleheil van zf buitengesloten en overgelaten aan ingezetenen, individueel of in groepen (kerken) vereenigd. Maar nog altoos, tbans niet anders dan in de 16e eeuw, maakt de staat de wet en bepaalt hij wat hij strafbaar acht, zonder de goedkeuring van die individuen of (meer dan hij zelf wil, en tegenwoordig wil de wet het ten onzent iu 't geheel niet meer) kerken te vragen ten opzichte van 't geen misschien naar bun oordeel een godsdienstig karakter draagt en dus onaantastbaar is. Wat daartoe behoort, zal, voor zoover hij er over moet oordeelen, hij weten, niet zij. Invloed bezit natuurlijk iedere, ook zwakke strooming in de openbare meeningwetgevende macht tot. beslissing over 't geen van rechtswege gelden zal, bezit ge lukkig, zonder medewerking van anderen, de staat. Ging het anders: wee dan de minder heden op godsdienstig gebied! Bij een staat als de onze kunnen gemoedsbezwaarde in gezetenen er op rekenen, dat zij iedere tegemoet koming zullen vinden aan hun bezwaren, die mogelijk is. Maar wanneer zij als kerk op treden, ook gelijkstelling bij iedere staats rechtelijk machtige meerderbeidBkerk Prof. Cramer komt op de kwestie terug naar aanleiding van een artikeltje van den heer Felix Ortt, waarin voor de gemoedsbezwaarde Christenen den naam Tolstoïaan wijst bij af wordt gepleit. De heer Ortt wil dozen stellen buiten onze burgerlijke rechtsorde. De wette- lijfee burgerplichten zullen voor ben niet gelden, waar tegenover staat dat zij ook de rechten die de wet den burger geeft, niet kunnen eischen. Dr Cramer kan zich naar die opvatting niet voegen. Hij scbriift De Staat en de Staat alleen zal moeten be slissen over wie en binnen welke grenzen hij beperking van zijn rechtsgebied zal toelaten. Hij kan zijn recht niet deelen met kerken. Waar blijft dan de waarborg voor het recht van minderhedenwaar de onthouding van den Staat in zaken van godsvrucht en kerk? Neen, verstaat men onder gewetensvrijheid het aan iedereen gewaarborgde en onbeperkte recht om ook in bet maatschappelijk en Staats leven alles te doen en na te laten wat meent dat zijn godsvrucht hem gebiedt of ver biedt, dan is tot heden nog geen oplossing ge vonden van het vraagstuk, hoe de: stemming te brengen met eenige Staatsorde. Ook niet in Amerika, getuige het Mormonisme. Het geweten kan niet transigeeren, de Staat ten opzichte van zijn recht om zelf de grenzen vast te stellen van zijn recht evenmin, ,Niet omdat die staatsorde tot Gods orde ningen zou behooren en dus eenig doel zou aan de onschendbaarheid daarvan. Neen heilig is de staat niet, evenmin als trouwens kerken: de een en de andere zijn wereldlijk van aard. Maar recht, orde, vrijheid, veilig heid, vooruitgang, ook en niet het minst in het godsdienstige, kunnen nu eenmaal den waarborg voor hunne handhaving niet missen, dien het ongedeelde oppertoezicht van den staat hun schenkt, geoefend waar hij het noodig keurt, en niet over harten en „gelooven", maar over handelingen waarbij anderen zijn of de maatschappij is betrokken. Hoewol ik hartelijk wensch, dat de staat zich al meer van het sociale gebied terugtrekke, gelijk bij 't van het godsdienstige gebied reeds deeder zou een gevoel van groote onveiligheid over mij als belijder van godsdienstige overtuigingen komen, gaf hij zijne bevoegdheid prijs om te kunnen waken over en emi quo, Grondwet art. 172, tegen kerken." „Zoolang het bij enkele big ft zal er zoo conoludeert ten slotte ook dr. C. niets anders te doen overblijven dan de wetten toe te pas sen, die op ongehoorzaamheid zijn gesteld, waarbij dan ten laatste wegzending uit den dienst zal volgen. Dit enkele geval zal de staatsorde niet deren. Is echter een nieuwe godsdienstige strooming gegrond in zichzelf, beveelt zij zich aan geweten en inzicht aan, zij waarheid, recht en echte godsvrucht op haar zijdeontbreken haar niet alle punten in aanraking met den levenden geest der natie, dan znllen geen opgeiegde iaaten of belem meringen haar uitbreiding tegenhouden. Dan zal de Staat met zulk «en strooming moe ten gaan rekenen en naar aanleiding daar van zijn wetgeving wijzigen. Maar dat kan dan ook zonder bezwaar, juist doordat de strooming een deel van het volksleven zal zijn geworden. Zoo is het altijd gegaan en zal het wel blijven gaau ook." UIT STAD EN PROVINCIE, Bij kon. besluit is, zooals nog in e deel der oplaag van ons vorig nommer werd gedeeld, benoemd tot rechter in de arr. rechtbank te Utrecht jhr mr J. Schuuurbeque Boeije, thans rechter in de rechtbank te iddel burg. Verder zijn benoemd tot gezworen voor den polder Soélekerke L. Bierens en tot gezworen voor den Adriaan^oldet C. Markusse Mz. De klerk der posterijen en telegrafie 2de a8se F. J. A. Villóe te Middelburg is tegen Juni geplaatst aan het telegraafkantoor te Amsterdam. Uit Vlissingen. Het certificaat van zeeloods voor de mon den der Schelde, 6e district, is heden door de daartoe samengestelde commissie, nagehouden examen, ten bureele van den inspecteur over het loodswezen aldaar, uitgereikt aan den Ioodskweekeling 2e klasse T. Swart. Tengevolge van verbreking der aansluitin gen, wegens een spoorwegongeval in Zuid- Duitschland, kwam Vrijdagavond de sneltrein die te 11.5 uur aldaar moet wezen, in bet geheel niet aan. Aan de heeren Gebrs. Polak te Vlis singen is op de tentoonstelling te Appin- gedam een zilveren medaille toegekend voor Dasekings melkontroomer Fram. Bergeft op Zoom benoemd tot deken en pastoor te IJzendijke, waar Zijn Eerw. werkzaam was tot 1886. In betzelfde jaar werd hij benoemd tot pastoor-deken te Hulst, het grootste en uitge strekte dekenaat van 't bisdom van Breda. Het Hulsterblad wijdt een warm woord van hulde aan den overledene. Aldaar is in den afgeloopen nacht, van Vrijdag op Zaterdag, op twee plaatsen ingebroken, en wel bij de heeren dr Marteijn en E. Meheau- horlogemaker. De dader, want aan de voetstappen te oordeelen in den tuin, schijnt er maar éen te zijn geweest, klom bij beide huizen langs achter binnen en ontvreemdde op beide plaatsen eenig geld en bij den hor logemaker nog eenige horloges. Vrijdag avond reed te I e r s e k e een fietsrijder van een dijk af en kwam in sloot terecht. Zijn rijwiel was geheel in stuk- keD, zijn kleederen waren gescheurd en f bekwam verschillende wonden aan bet hoofd en bet been. Toch mocht hij nog van geluk spreken, want bg zulk een val mocht men ge broken armen en beenen verwachten. In de Vrijdagmiddag, in de Prins van Oranje te Goes gehouden zomervergadering van het Ned. Rundvee Stamboek, afd. „Zeeland", die slechts door 14 leden werd bijgewoond, deelde de voorzitter mede, dat op hoogere subsidies van het rijk zal worden aangedrongen, daar de prijzen nog te laag zijn, om goede stieren langere jaren ter dekkiDg te houden. Blijkens het verslag over het afgeloopen jaar, bleek dat het ledental op 31 Dec. '98 bedroeg terwijl totaal 45 stieren en 25 koeien waren ingeschreven. De rekening van den penningmeester sloot met f1599.1572 in ontvangst en f 1536.82 in uitgaaf, zoodat er f 62.337a goed slot in kas is. Aan de uitgeloofde prijzen op de a.s. ten toonstelling te IJzendijke, werden uit de kas der vereeniging nog toegevoegd: voor vaarzen, minstens 2 stuks, ingezonden door een eigenaar, en minstens 4 breede tanden hebbende, twee prijzen, een van f20 en een van f 15, met de bepaling dat zij vóór 1 Mei 1900 zijn of wor den ingeschreven in het Rundveestamboek. Als afgevaardigden naar de algemeene ver gadering van het Ned. Rundveestamboek, a. s. Woensdag te Breda te houden, werden gekozen de heeren H. A. Hanken, C. Zuijdweg en B, Giljaam, en voor het nazien der rekening van het hoofdbestuur de heer W. Kakebeeke. Als bepaald mandaat kregen de afgevaardig den mede om de uitgetrokken som van f1000 voor de tentoonstelling te Parijs en f 1000 voor die te Riga goed te keuren. Als plaats voor de algemeene zomerverga dering werd Zierikzee gekozen. GCt.) Naar men ons uit Zierikzee meldt, bedragen in h6t faillissement der firma C. Baj en Zoon, blijkens den staat van bate en lasten, die ter inzage ligt op de griffie der rechtbank, het totaal der baten f 256.857.01 en die der lasten f 248.112.46 zoodat er aan baten is f 8.744.55. Te Hulst overleed Vrijdag de heer Th- P. Hessels, de deken van het dekenaat Hulst,, na een kortstondige ziekte. De overledene, die daar bg allen zeer gezien was, bereikte den leeftijd van 65 jaar. In 1855 te Hoeven tot priester gewijd, werd de overledene achtereenvolgens tot kapelaan benoemd te Rijen, Lepelstraat en Bergen op Zoom. In 1874 werd hij van kapelsan te Onder het vee van den landbouwer M. Moes te Axel is het mond- en klauwzeer uit gebroken. De beide te Hoofdplaat gestatio neerde postpoden ziju Breskans en Biervliet als woonplaatsen aangewezen. A. de Ruijscher vertrekt naar Breskens, terwijl als opvolger van Gellekens benoemd is W. Bliek te Bier vliet, met Biervliet als standplaats. Een geheel nieuwe postregeling gaat zoo schrijft men ons met die verwisseling gepaard. Voor de boden vervallen de onmenschelijke loop naar de vroegboot en die iu de avond uren, wat wel een lichtzijde mag heeten. De bode te Breskens bezoekt tweemaal per dag Hoofdplaat, terwijl de Biervlietsche bode voormiddag naar Hoofdplaat en 's namiddags naar IJzendijke een postbestelling heeft. De voor de hand liggende schaduwzijden dezer regeling zullen wij nog niet uiteenzetten, vóór de praktijk uitspraak heeft gedaan. De dienstregeling is voor verbetering vatbaar de administratie der posteryen is met onze bezwaren geheel op de hoogte, in zake de buslichting der volkrijke buurt Driewegen. De in de maand Mei te G r o e d e gedane weerkundige waarnemingen geven aan dat in die maand is gevallen 61.5 mM, regen tegen 94.35 mM. in Mei 1898. Dö wind was op 13 dagen N. O., 6 dagen N. W., 1 dag N., dagen Z. W., 2 dagen Z. O. en I dag Z. De barometer te 8 uren 's morgens wees het hoogst den 31en, 774 mM., het laagst 168a, 750 mM., de thermometer Fahren- heid op dat uur het hoogst den 14den, 60 graden, het laagst den lsten, 46 graden. Behalve op twee dagen, was de temperatuur de geheeld maand beneden het normaalcijfer. verwachting van velen en ook van ons, heden iddag reeds verw ij der d. had zich diep in den grond van de restauratiezaal gewerkt en groote planken en splinters staken aan alle zydon tusschen de wielen uit. Men was begonnen met de doeriyk gedeukte stoompijpen, andere, op de locomotief aanwe zige, losse deelen weg te nemen en daarna werd het gevaarte gelicht. Een macht van werklieden wa3 daartoe aan den arbeid, terwijl verschillende ingenieurs en spoorweg-autoriteiten, die dadelijk per extra trein Donderdag-nacht uit Breda waren ontbo den, het werk leidden. De schade is natuurlijk zeer groot, vooral aan wachtkamer en locomotief. Da overkap ping is ook, door het deuken van oen pilaar, vrjj aanzienlijk beschadigd. Vrijdag avond werden de lijken van den hoofdoonducteur en den conducteur, die bij de ramp het leven verloren, per lykwagen, gevolgd door familieleden en eenige conducteurs, van het gasthuis naar hunne woningen in de Ka naalstraat overgebracht. Maandag heeft de ter aarde bestelling plaats. HET SPOORWEGONGELUK. TE VLISSINGEN. Gisteren was het op allee lippen, vandaag spreekt ieder ervan, morgen, overmorgen, ja nog dagen achtereen zal 'thet onderwerp zyn van vele gesprekken. Alle mogelijke vermoe dens en tal van onmogelijke tevens hoort men opperen, tegenspreken. „Het" ongeluk is het onderwerp van den dag. En tal nieuwsgierigen uit Vlissingen en Middelburg begeven zich naar de plaats des onheils, om daar door den onverbiddelljken Hermandad met Btrengen blik en breed handgebaar te worden teruggewezen, 't „Verboden toegang' stelt honderden teleur. Vrijdag zagen wij o. a. tal van photografen neerslachtig ommedwalen. uitgesloten van dat terrein, waarvan zij zoo vela prachtige „kiekjes" zouden hebben kunnen nemen, waarbg zg hunne kunst en hnnne ta lenten zoo schitterend hadden kunnen tentoon En toch komen ons de genomen maatregelen ler verstandig voor, want het „publiek" heeft nu eenmaal de eigenaardigheid van allies willen zien en daarby overal in den weg loopen; en wanneer dan een vallende steen een verschuivende balk den een oi treft, dan klaagt men steen en been „dat toch ook zoo weinig voorzorgen genomen waren". Toch mocht het enkelen gelukken, o. a. hun die zioh per trein naar Vlissingen begaven, de plaats van het onheil in oogenBchonw te ne meBen tot die gelukkigen behoorden ook wij. Heden morgen zagen wij, boe de tender, die Vrijdag nog hoog en droog tegen de bovenste deurposten zat, nu is bevrijd en teruggebracht op het terreiD, dat bij op zoo'n bijzondere w'ijze verlaten had. Nu was het ons ook mo gelijk meer nauwkeurig de ruïne op aan deze zyde van den stationsgevel aangericht. De deur, waardoor bet hollende stoomros zgn In tocht hield, is natuurlijk geheel vernield, terwijl aan weerszijden groote gaten en scheuren zijn ont staan in den muur, welke evenwel door stevige stutten voor inzakken ia behoed. Ook aan de andere deuren is, waarschijniyk door opgewor pen splinters, groote schade aan posten glasruiten aangericht. Wat de locomotief betreft, zy is, boven de Het drama te Koewacht. Ter aanvalling van het kort telegraphisch bericht in ons vorig nommor, schrijft men onB heden Het parket uit Gent en de verdachte stapten Vrijdag voormiddag te negen uur aan het station te Stekene af, waar een volk bijeen was gestroomd, vooral omdat vier gendarmen te paard van St. Nicolaas reeds V8n 7 uur af zich daar bevonden, meenende dat hst parket met een trein op dat uur u aankomen. Op den weg naar Koewacht bogat het par ket met den verdachte zioh in eon paar won in- waar M. op 13 April met de vermoorde vrouw moet gezien zijn. Hierna ging men naar een bosch, op eou paar minuten afstand van de gemeente Koewacht, waar, naar beweerd werd, eenige woken geledon een plas bloed en een veer van een vrouwen muts gezien is. Tydens het onderzoek werd het bosch dooi de politie afgezet. Vervolgens werd M. naar Koewacht gebracht en, ender toeloop van een talrijke menigte, het huis van M. bereikt. Daar werd de verdachte gehoord, evenals in tiental getuigen. De woning van M.> in het dorp Moerbeka- Koewacht, ligt vlak tegenover het huis, waar zgn moeder en twee zusters wonen, en hij kon niet nalaten bij het instappen en hot verlaten zijner woning even een van hevige ontroering biykgevenden blik op zijn ouderlijk huis te werpen. Tijdens het verhoor, dat tot vier uren duur de, verzocht M. met aandrang dat zijne moeder of een zijner zusters bij hem zou worden toe gelaten. Deze, reeds zoo zeer geschokte men- schen hadden evenwel bezwaar om aan het verzoek van haar zoon of broeder te voldoen. De verdachte blijft stokstijf ontkennen schuldig te ziju en verdedigt zich krachtig tegen alle mogelijke onverwachte aanvallen. Nu eens was hij tijdens het verhoor in een zenuwachtige stemming en min of meer op gewonden, dan weder was hij kalm en bedaard. LETTEREN EN KUNST. Jhr De Stuers over dr Bredius. Het Haagsche Dagblad heeft den heer De Stuers geïnterviewd en hem er o. a. op gewe- dat 't niet alleen de Minister is, die aan gevallen wordt, maar ook de heer De Stuers. Het antwoord luidde: Wie valt mij aan? Dr Bredius en de door hem opgehitste pers. Die journalisten neemt het mg niet kwalgk die anoniem blaffen, ik haal er de schouders over op. Zij weten letterlijk niets anders dan wat hun van éénen kant verhaald wordt en zonder aarzelen, zonder den aangevallene te hooren, oordeelen zijhun opinie is in een wip gevormd en dan matigen zy zicb aan terstond de publieke opinie te leiden én te vormen. Kijk nu eens hoe die ongenoemde rechters oordeelen. Zij hebben een - zijdige inlichtingen en verder do wetenschap van de immense verdiensten van dr Bredius; en dat is hun genoeg om den minister en mij als ellendelingen voor te stellen. Bijna geen een die verstandig genoeg is om zijn oordeel op te schortenbijna geen een die genoeg medelijden met mij heeft, om tegenover de overweldigende verdiensten van Bredius, mijn verdiensten te doen wegen. Ik weet heel goed dat de mijne niet in de schaduw kunnen staan van de zijne; maar enfin er is toch zoo vlei ik my wel iets, al is het dan ook weinig, voor my te zeggen. Bredius is hoog verdienstelijk op het oenigszins be perkt gebied van het Mauritshuis en van de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1