MIDDELRURGSCHE COURANT.
W, ISO-
142° Jaargang
1899
Maandag
5 Juni.
Middelburg 3 Juni.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 3 Juni 8 u. vm. 64 gr. 12 u. 72 gr.
*v. 4 u. 69 gr. F. Verw. zw. wind, licht, bew., warm.
Advertentiën voor bet eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentïÓn20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere iieberichten on
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel ineer 20 cent. Reel mes 40 cent per rega
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertent iën by abonnement op voordeeli^e
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Bg deze courant behoort een Bijvoegsel.
TolstoYarten en Doopsgezinden ten op
zichte van den dienstplicht.
Agenten.
Te AmsterdamA. de La Mas Azn. te Rotter
dam: Nwgh van Ditmar.
In verband met het geschrevene omtrent
gemoedsbezwaren, die bij sommigen, zooals
Tolstoïanen en Doopsgezinden, tegen den mili
tairen dienst bestaan, is, gelijk wij meldden,
in overweging gegeven deze personen bij de
hospitaalsoldaten te plaatsen.
Een ander blad wil den dienstweigeraars
eerst gratie verleenen en hen dan uit den dienst
ontslaan.
Daartegen zijn, ook door ons, bezwaren
aangevoerd, o. a. dat het geval zich zou
kunnen voordoen, dat men Tolstoïaan werd
of Doopsgezind om zich te onttrekken aan de
verplichting om de wapens te dragen.
Dit heeft prof. S. Cramer, hoogleeraar bij
het Doopsgezinde Seminarium en bij de ge
meentelijke Universiteit te Amsterdam, een
brief in de pen gegeven aan het Handelsbl.
Met een beroep op het buitenland bestrijdt
de schrijver in de eerste plaats de opmerking,
dat het een kleinigheid zou zijn om zich
Tolstoïaan of Doopsgezind te maken om zich
zoodoende aan den dienst te onttrekken. In
Rusland dienen de Mennonieten hun diensttijd
uit bij het keizerlijk boschwezen, terwijl het
bovendien door gouvernementsbesluit verboden
is van een andere kerk ook tot baar gemeente
op te gaan. In Duitschland breDgt het even
eens verzwaring van dienst, wanneer iemand
zich op grond van gemoedsbezwaren als Men
noniet by den trein onz. laat indeelen. Ook
is hij van allerlei voorrechten, bv. van dat
om als Einjtlhrigcr te dienen, buitengesloten,
'fc Is dan ook begrijpelijk, dat niet vele
Doopsgezinden daar van dit zeer bezwarende
privilege gebruik maken en 't is niet waar
schijnlijk dat iemand met dat doel de gelegen
heid, oin tot hen over te gaan, te baat neemt.
Werd hier te lande eveneens aan alle ge
moedsbezwaarden toegestaan zonder wapenen te
dienen, maar dan ook in den minst gemakke-
HJfeen tab van dienst en met buitensluiting van
andere verkrijgbare voordeelen en voorrechten,
dan zullen niet overdreven velen zich daarvoor
aanmelden. En het is niet meer dan billijk,
dat de staat van z'ijn burgers, die van hem
voordeelen verlangen, een aequivaleerenden
dienst vordert.
Daarop komt dr Cramer tot het fond der
redeneering, te weten dat de staat, handelende
gelijk werd voorgesteld, zou beginnen met on
derscheid te maken waar het de kerkleer be
treft, en zou gaan vragen of iemand lid is van
een Tolstoïaansche of andere sekte of berk.
Wij zouden daarmede weer komen tot de oude
jammer jammer voor den godsdienst vooral
van een publiekrechtelijke positie der kerken,
Het zou er weer toe leiden, dat het niet langer
aan den staat en aan den staat alleen stond
te beslissen, of hij gevolgtrekkingen, die bur
gers uit hun godsvrucht voor de praktijk als
burgers mochten willen afleiden, nu ook van
zijn kant in die praktijk al dan niet kan toe
laten; er toe leiden, dat kerken in de wetge
ving daarover zouden mogen medeBpreken.
Maar dan is ons burgerlijk huwelijk, oi
ïykheid van allen voor de wet en wat niet al
verloren. Men zegge nietde staat maakt reeds
zulk een onderscheid tusschen de ingezetenen,
wanneer hg de vrijstelling der doopsgezinden
als zoodanig van iederen eed blijft toelaten. Want
deze nawerking van een toestand, voorheen vol
komen correct, is tegenwoordig alleen houdbaar,
doordat de staat zich ten opzichte van den eed
in dezelfde richting, die naar vrijlating voor
ieder, beweegt. Anders: verbiedt iemand zijn
Tolstoïaansch of Katholiek of Doopsgezind
geweten in een land met gelijkheid van allen
voor de wet aan die wek te gehoorzamen, dan
kan immers niet de staat abdïceeren, maar moet
hij wijken of heengaan, totdat zijn zienswijze
die van de meerderheid is geworden. Laat ons
hopen, dat het gros der Christengeloovigen,
dat de Joden, dat de talrijkste staatkundige
partyen ons volk zullen bewaren voor iedere
poging om aan een kerk meezeggenschap te
verleenen in de wetgeving; dat zij waakzaam
zullen zijn tegen hetgeen soms in kerkelijke
kampen verluidt, misschien ook ouder de leus
maar dau in anderen zin bedoeld, der scheiding
van kerk en staat.
Dat er, zooals het Hand. betoogde, verschil
zou bestaan tusschen de geloofsvervolging in de
16e eeuw en bet gevangen zetten van een on-
willigen Tolstoïaan in onze dagen, acht dr G.
niet juist. De eisch zou volgens 't Hand. rusten
op den onredelijken grondslag van geloofsver-
schil, niet op dat van verzet tegen de wetten
des lande, 't welk bij den Tolstoïaan het geval
is. „Maar vraagt dr C. wie zal uitma
ken wat onredelijk is? En het doet zeker
voor den staat minder of niet ter zake, dat die
laatste juist uit kracht van zijn geloof zich ver
zet. Maar de grondslag, waarop Karol V en
Philips II brave Protestanten ten onzent levend
lieten verbranden of begraven, is toch eigenlijk
geen andere geweest dan dia, waarop de ge
vangenisstraf van een even braven Tolstïaan
rust. Ook die doodvonnissen zijn wel degelijk
geweld wegens „ongehoorzaamheid aankeizer-
lijke en goddelgke rechten", wegens verzet
tegen de plakkaten. Daarin ia tusschen die
gevallen geen verschil. Maar en hier ligt
het onderscheid de overheid der 16e eeuw
achtte zich onder de nawerking der middel-
eeuwscbe kerk- en geloofsbegrippen en vol
gens het Romeinsche recht geroepen om voor
godsvrucht en voor zieleheil harer ondordanen
te waken, en dus ter dood te brengen wie
zich tegen haar wetten dienaangaande verzette.
Ons staatswezen daarentegen heeft, onder den
invloed van het Protestantisme, van bet onder
invloed daarvan opgekomen 17de eeuwsche
natuurrecht, vau de beginselen van 1789, die
godsvrucht en dat zieleheil van zf
buitengesloten en overgelaten aan
ingezetenen, individueel of in groepen (kerken)
vereenigd. Maar nog altoos, tbans niet anders
dan in de 16e eeuw, maakt de staat de wet en
bepaalt hij wat hij strafbaar acht, zonder de
goedkeuring van die individuen of (meer dan
hij zelf wil, en tegenwoordig wil de wet het
ten onzent iu 't geheel niet meer) kerken te
vragen ten opzichte van 't geen misschien naar
bun oordeel een godsdienstig karakter draagt
en dus onaantastbaar is. Wat daartoe behoort,
zal, voor zoover hij er over moet oordeelen,
hij weten, niet zij. Invloed bezit natuurlijk
iedere, ook zwakke strooming in de openbare
meeningwetgevende macht tot. beslissing over
't geen van rechtswege gelden zal, bezit ge
lukkig, zonder medewerking van anderen, de
staat. Ging het anders: wee dan de minder
heden op godsdienstig gebied! Bij een staat
als de onze kunnen gemoedsbezwaarde in
gezetenen er op rekenen, dat zij iedere tegemoet
koming zullen vinden aan hun bezwaren, die
mogelijk is. Maar wanneer zij als kerk op
treden, ook gelijkstelling bij iedere staats
rechtelijk machtige meerderbeidBkerk
Prof. Cramer komt op de kwestie terug naar
aanleiding van een artikeltje van den heer
Felix Ortt, waarin voor de gemoedsbezwaarde
Christenen den naam Tolstoïaan wijst bij af
wordt gepleit. De heer Ortt wil dozen stellen
buiten onze burgerlijke rechtsorde. De wette-
lijfee burgerplichten zullen voor ben niet gelden,
waar tegenover staat dat zij ook de rechten
die de wet den burger geeft, niet kunnen
eischen.
Dr Cramer kan zich naar die opvatting niet
voegen. Hij scbriift
De Staat en de Staat alleen zal moeten be
slissen over wie en binnen welke grenzen hij
beperking van zijn rechtsgebied zal toelaten.
Hij kan zijn recht niet deelen met kerken.
Waar blijft dan de waarborg voor het recht
van minderhedenwaar de onthouding van
den Staat in zaken van godsvrucht en kerk?
Neen, verstaat men onder gewetensvrijheid
het aan iedereen gewaarborgde en onbeperkte
recht om ook in bet maatschappelijk en Staats
leven alles te doen en na te laten wat
meent dat zijn godsvrucht hem gebiedt of ver
biedt, dan is tot heden nog geen oplossing ge
vonden van het vraagstuk, hoe de:
stemming te brengen met eenige Staatsorde.
Ook niet in Amerika, getuige het Mormonisme.
Het geweten kan niet transigeeren, de Staat
ten opzichte van zijn recht om zelf de grenzen
vast te stellen van zijn recht evenmin,
,Niet omdat die staatsorde tot Gods orde
ningen zou behooren en dus eenig doel zou
aan de onschendbaarheid daarvan. Neen
heilig is de staat niet, evenmin als trouwens
kerken: de een en de andere zijn wereldlijk
van aard. Maar recht, orde, vrijheid, veilig
heid, vooruitgang, ook en niet het minst in
het godsdienstige, kunnen nu eenmaal den
waarborg voor hunne handhaving niet missen,
dien het ongedeelde oppertoezicht van den staat
hun schenkt, geoefend waar hij het noodig
keurt, en niet over harten en „gelooven", maar
over handelingen waarbij anderen zijn of de
maatschappij is betrokken. Hoewol ik hartelijk
wensch, dat de staat zich al meer van het
sociale gebied terugtrekke, gelijk bij 't van het
godsdienstige gebied reeds deeder zou een
gevoel van groote onveiligheid over mij als
belijder van godsdienstige overtuigingen komen,
gaf hij zijne bevoegdheid prijs om te kunnen
waken over en emi quo, Grondwet art.
172, tegen kerken."
„Zoolang het bij enkele big ft zal er zoo
conoludeert ten slotte ook dr. C. niets anders
te doen overblijven dan de wetten toe te pas
sen, die op ongehoorzaamheid zijn gesteld,
waarbij dan ten laatste wegzending uit den
dienst zal volgen. Dit enkele geval zal de
staatsorde niet deren. Is echter een nieuwe
godsdienstige strooming gegrond in zichzelf,
beveelt zij zich aan geweten en inzicht aan,
zij waarheid, recht en echte godsvrucht
op haar zijdeontbreken haar niet alle punten
in aanraking met den levenden geest der natie,
dan znllen geen opgeiegde iaaten of belem
meringen haar uitbreiding tegenhouden. Dan
zal de Staat met zulk «en strooming moe
ten gaan rekenen en naar aanleiding daar
van zijn wetgeving wijzigen. Maar dat kan
dan ook zonder bezwaar, juist doordat de
strooming een deel van het volksleven zal zijn
geworden. Zoo is het altijd gegaan en zal het
wel blijven gaau ook."
UIT STAD EN PROVINCIE,
Bij kon. besluit is, zooals nog in e
deel der oplaag van ons vorig nommer werd
gedeeld, benoemd tot rechter in de arr.
rechtbank te Utrecht jhr mr J. Schuuurbeque
Boeije, thans rechter in de rechtbank te
iddel burg.
Verder zijn benoemd tot gezworen voor den
polder Soélekerke L. Bierens en tot gezworen
voor den Adriaan^oldet C. Markusse Mz.
De klerk der posterijen en telegrafie 2de
a8se F. J. A. Villóe te Middelburg is
tegen Juni geplaatst aan het telegraafkantoor
te Amsterdam.
Uit Vlissingen.
Het certificaat van zeeloods voor de mon
den der Schelde, 6e district, is heden door de
daartoe samengestelde commissie, nagehouden
examen, ten bureele van den inspecteur over
het loodswezen aldaar, uitgereikt aan den
Ioodskweekeling 2e klasse T. Swart.
Tengevolge van verbreking der aansluitin
gen, wegens een spoorwegongeval in Zuid-
Duitschland, kwam Vrijdagavond de sneltrein
die te 11.5 uur aldaar moet wezen, in bet
geheel niet aan.
Aan de heeren Gebrs. Polak te Vlis
singen is op de tentoonstelling te Appin-
gedam een zilveren medaille toegekend voor
Dasekings melkontroomer Fram.
Bergeft op Zoom benoemd tot deken en pastoor
te IJzendijke, waar Zijn Eerw. werkzaam was
tot 1886.
In betzelfde jaar werd hij benoemd tot
pastoor-deken te Hulst, het grootste en uitge
strekte dekenaat van 't bisdom van Breda.
Het Hulsterblad wijdt een warm woord van
hulde aan den overledene.
Aldaar is in den afgeloopen nacht, van Vrijdag
op Zaterdag, op twee plaatsen ingebroken, en
wel bij de heeren dr Marteijn en E. Meheau-
horlogemaker. De dader, want aan de
voetstappen te oordeelen in den tuin, schijnt
er maar éen te zijn geweest, klom bij beide
huizen langs achter binnen en ontvreemdde
op beide plaatsen eenig geld en bij den hor
logemaker nog eenige horloges.
Vrijdag avond reed te I e r s e k e een
fietsrijder van een dijk af en kwam in
sloot terecht. Zijn rijwiel was geheel in stuk-
keD, zijn kleederen waren gescheurd en f
bekwam verschillende wonden aan bet hoofd
en bet been. Toch mocht hij nog van geluk
spreken, want bg zulk een val mocht men ge
broken armen en beenen verwachten.
In de Vrijdagmiddag, in de Prins van
Oranje te Goes gehouden zomervergadering
van het Ned. Rundvee Stamboek, afd. „Zeeland",
die slechts door 14 leden werd bijgewoond,
deelde de voorzitter mede, dat op hoogere
subsidies van het rijk zal worden aangedrongen,
daar de prijzen nog te laag zijn, om goede
stieren langere jaren ter dekkiDg te houden.
Blijkens het verslag over het afgeloopen jaar,
bleek dat het ledental op 31 Dec. '98 bedroeg
terwijl totaal 45 stieren en 25 koeien
waren ingeschreven.
De rekening van den penningmeester sloot
met f1599.1572 in ontvangst en f 1536.82 in
uitgaaf, zoodat er f 62.337a goed slot in kas is.
Aan de uitgeloofde prijzen op de a.s. ten
toonstelling te IJzendijke, werden uit de kas
der vereeniging nog toegevoegd: voor vaarzen,
minstens 2 stuks, ingezonden door een eigenaar,
en minstens 4 breede tanden hebbende, twee
prijzen, een van f20 en een van f 15, met de
bepaling dat zij vóór 1 Mei 1900 zijn of wor
den ingeschreven in het Rundveestamboek.
Als afgevaardigden naar de algemeene ver
gadering van het Ned. Rundveestamboek, a. s.
Woensdag te Breda te houden, werden gekozen
de heeren H. A. Hanken, C. Zuijdweg en B,
Giljaam, en voor het nazien der rekening van
het hoofdbestuur de heer W. Kakebeeke.
Als bepaald mandaat kregen de afgevaardig
den mede om de uitgetrokken som van f1000
voor de tentoonstelling te Parijs en f 1000 voor
die te Riga goed te keuren.
Als plaats voor de algemeene zomerverga
dering werd Zierikzee gekozen. GCt.)
Naar men ons uit Zierikzee meldt,
bedragen in h6t faillissement der firma C. Baj
en Zoon, blijkens den staat van bate en lasten,
die ter inzage ligt op de griffie der rechtbank,
het totaal der baten f 256.857.01 en die der
lasten f 248.112.46 zoodat er aan baten
is f 8.744.55.
Te Hulst overleed Vrijdag de heer Th-
P. Hessels, de deken van het dekenaat Hulst,,
na een kortstondige ziekte. De overledene,
die daar bg allen zeer gezien was, bereikte
den leeftijd van 65 jaar.
In 1855 te Hoeven tot priester gewijd, werd
de overledene achtereenvolgens tot kapelaan
benoemd te Rijen, Lepelstraat en Bergen op
Zoom. In 1874 werd hij van kapelsan te
Onder het vee van den landbouwer M.
Moes te Axel is het mond- en klauwzeer uit
gebroken.
De beide te Hoofdplaat gestatio
neerde postpoden ziju Breskans en Biervliet
als woonplaatsen aangewezen. A. de Ruijscher
vertrekt naar Breskens, terwijl als opvolger
van Gellekens benoemd is W. Bliek te Bier
vliet, met Biervliet als standplaats.
Een geheel nieuwe postregeling gaat zoo
schrijft men ons met die verwisseling
gepaard.
Voor de boden vervallen de onmenschelijke
loop naar de vroegboot en die iu de avond
uren, wat wel een lichtzijde mag heeten.
De bode te Breskens bezoekt tweemaal per
dag Hoofdplaat, terwijl de Biervlietsche bode
voormiddag naar Hoofdplaat en 's namiddags
naar IJzendijke een postbestelling heeft.
De voor de hand liggende schaduwzijden
dezer regeling zullen wij nog niet uiteenzetten,
vóór de praktijk uitspraak heeft gedaan. De
dienstregeling is voor verbetering vatbaar
de administratie der posteryen is met onze
bezwaren geheel op de hoogte, in zake de
buslichting der volkrijke buurt Driewegen.
De in de maand Mei te G r o e d e gedane
weerkundige waarnemingen geven aan dat in
die maand is gevallen 61.5 mM, regen tegen
94.35 mM. in Mei 1898. Dö wind was op 13
dagen N. O., 6 dagen N. W., 1 dag N.,
dagen Z. W., 2 dagen Z. O. en I dag Z.
De barometer te 8 uren 's morgens wees
het hoogst den 31en, 774 mM., het laagst
168a, 750 mM., de thermometer Fahren-
heid op dat uur het hoogst den 14den,
60 graden, het laagst den lsten, 46 graden.
Behalve op twee dagen, was de temperatuur
de geheeld maand beneden het normaalcijfer.
verwachting van velen en ook van ons, heden
iddag reeds verw ij der d.
had zich diep in den grond van de
restauratiezaal gewerkt en groote planken en
splinters staken aan alle zydon tusschen de
wielen uit.
Men was begonnen met de doeriyk gedeukte
stoompijpen, andere, op de locomotief aanwe
zige, losse deelen weg te nemen en daarna
werd het gevaarte gelicht.
Een macht van werklieden wa3 daartoe aan
den arbeid, terwijl verschillende ingenieurs en
spoorweg-autoriteiten, die dadelijk per extra
trein Donderdag-nacht uit Breda waren ontbo
den, het werk leidden.
De schade is natuurlijk zeer groot, vooral
aan wachtkamer en locomotief. Da overkap
ping is ook, door het deuken van oen pilaar,
vrjj aanzienlijk beschadigd.
Vrijdag avond werden de lijken van den
hoofdoonducteur en den conducteur, die bij de
ramp het leven verloren, per lykwagen, gevolgd
door familieleden en eenige conducteurs, van
het gasthuis naar hunne woningen in de Ka
naalstraat overgebracht. Maandag heeft de
ter aarde bestelling plaats.
HET SPOORWEGONGELUK. TE
VLISSINGEN.
Gisteren was het op allee lippen, vandaag
spreekt ieder ervan, morgen, overmorgen, ja
nog dagen achtereen zal 'thet onderwerp zyn
van vele gesprekken. Alle mogelijke vermoe
dens en tal van onmogelijke tevens hoort
men opperen, tegenspreken. „Het" ongeluk is
het onderwerp van den dag. En tal
nieuwsgierigen uit Vlissingen en Middelburg
begeven zich naar de plaats des onheils, om
daar door den onverbiddelljken Hermandad
met Btrengen blik en breed handgebaar te
worden teruggewezen, 't „Verboden toegang'
stelt honderden teleur. Vrijdag zagen wij o. a.
tal van photografen neerslachtig ommedwalen.
uitgesloten van dat terrein, waarvan zij zoo
vela prachtige „kiekjes" zouden hebben kunnen
nemen, waarbg zg hunne kunst en hnnne ta
lenten zoo schitterend hadden kunnen tentoon
En toch komen ons de genomen maatregelen
ler verstandig voor, want het „publiek" heeft
nu eenmaal de eigenaardigheid van allies
willen zien en daarby overal in den weg
loopen; en wanneer dan een vallende steen
een verschuivende balk den een oi
treft, dan klaagt men steen en been „dat
toch ook zoo weinig voorzorgen genomen
waren".
Toch mocht het enkelen gelukken, o. a. hun
die zioh per trein naar Vlissingen begaven, de
plaats van het onheil in oogenBchonw te ne
meBen tot die gelukkigen behoorden ook wij.
Heden morgen zagen wij, boe de tender, die
Vrijdag nog hoog en droog tegen de bovenste
deurposten zat, nu is bevrijd en teruggebracht
op het terreiD, dat bij op zoo'n bijzondere
w'ijze verlaten had. Nu was het ons ook mo
gelijk meer nauwkeurig de ruïne op
aan deze zyde van den stationsgevel aangericht.
De deur, waardoor bet hollende stoomros zgn In
tocht hield, is natuurlijk geheel vernield, terwijl
aan weerszijden groote gaten en scheuren zijn ont
staan in den muur, welke evenwel door stevige
stutten voor inzakken ia behoed. Ook aan de
andere deuren is, waarschijniyk door opgewor
pen splinters, groote schade aan posten
glasruiten aangericht.
Wat de locomotief betreft, zy is, boven de
Het drama te Koewacht.
Ter aanvalling van het kort telegraphisch
bericht in ons vorig nommor, schrijft men
onB heden
Het parket uit Gent en de verdachte
stapten Vrijdag voormiddag te negen
uur aan het station te Stekene af, waar een
volk bijeen was gestroomd, vooral omdat
vier gendarmen te paard van St. Nicolaas reeds
V8n 7 uur af zich daar bevonden, meenende
dat hst parket met een trein op dat uur
u aankomen.
Op den weg naar Koewacht bogat het par
ket met den verdachte zioh in eon paar won in-
waar M. op 13 April met de vermoorde
vrouw moet gezien zijn.
Hierna ging men naar een bosch, op eou paar
minuten afstand van de gemeente Koewacht,
waar, naar beweerd werd, eenige woken geledon
een plas bloed en een veer van een vrouwen
muts gezien is.
Tydens het onderzoek werd het bosch dooi
de politie afgezet.
Vervolgens werd M. naar Koewacht gebracht
en, ender toeloop van een talrijke menigte,
het huis van M. bereikt.
Daar werd de verdachte gehoord, evenals
in tiental getuigen.
De woning van M.> in het dorp Moerbeka-
Koewacht, ligt vlak tegenover het huis, waar
zgn moeder en twee zusters wonen, en hij kon
niet nalaten bij het instappen en hot verlaten
zijner woning even een van hevige ontroering
biykgevenden blik op zijn ouderlijk huis te
werpen.
Tijdens het verhoor, dat tot vier uren duur
de, verzocht M. met aandrang dat zijne moeder
of een zijner zusters bij hem zou worden toe
gelaten. Deze, reeds zoo zeer geschokte men-
schen hadden evenwel bezwaar om aan het
verzoek van haar zoon of broeder te voldoen.
De verdachte blijft stokstijf ontkennen
schuldig te ziju en verdedigt zich krachtig
tegen alle mogelijke onverwachte aanvallen.
Nu eens was hij tijdens het verhoor in een
zenuwachtige stemming en min of meer op
gewonden, dan weder was hij kalm en bedaard.
LETTEREN EN KUNST.
Jhr De Stuers over dr Bredius.
Het Haagsche Dagblad heeft den heer De
Stuers geïnterviewd en hem er o. a. op gewe-
dat 't niet alleen de Minister is, die aan
gevallen wordt, maar ook de heer De Stuers.
Het antwoord luidde:
Wie valt mij aan? Dr Bredius en de door
hem opgehitste pers. Die journalisten
neemt het mg niet kwalgk die anoniem
blaffen, ik haal er de schouders over op. Zij
weten letterlijk niets anders dan wat hun van
éénen kant verhaald wordt en zonder aarzelen,
zonder den aangevallene te hooren, oordeelen
zijhun opinie is in een wip gevormd en dan
matigen zy zicb aan terstond de publieke opinie
te leiden én te vormen. Kijk nu eens hoe die
ongenoemde rechters oordeelen. Zij hebben een -
zijdige inlichtingen en verder do wetenschap
van de immense verdiensten van dr Bredius; en
dat is hun genoeg om den minister en mij
als ellendelingen voor te stellen. Bijna geen
een die verstandig genoeg is om zijn oordeel
op te schortenbijna geen een die genoeg
medelijden met mij heeft, om tegenover de
overweldigende verdiensten van Bredius,
mijn verdiensten te doen wegen. Ik weet
heel goed dat de mijne niet in de schaduw
kunnen staan van de zijne; maar enfin er is
toch zoo vlei ik my wel iets, al is het
dan ook weinig, voor my te zeggen. Bredius
is hoog verdienstelijk op het oenigszins be
perkt gebied van het Mauritshuis en van de