MIDDELBURGSCHE COURANT. 142* Jaargang Maandag 22 Mei. FEUILLETON. N°. 119- 1899, Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pi-fls, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 20 Mei 8 u. vm. 60 gr. 12 u. 59 gr. av. 4 u. 56 gr. F. Verw. m. W. w., bew .,reg. m. onw. Advertentign voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiên20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentign bij abonnement op voordeellge voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten! Te Zierikzee: A. C. de Mooij; te Tholen: W. A3 vak NrsuwBHHUiJZEN; te Terneuzen: M. de Johgb. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Maandag a.f tweeden Pinksterdag, verschijnt de Middelburgsche courant niet. UIT STAD EN PROVINCIE. Prov. bl.< no. 59 bevat een opgaaf van bet aandeel der gemeenten in Zeeland in de kwade posten op de grondbelasting, dienst 1896, en op de personeele belasting, dienBt 1896/97. Voor Middelburg bedraagt dat f 38.55 en 1749.37', voor Vlissingen f 19.29* en f 821.28 en voor Zierikzeef 4.96 f 350.16*. De directie der stoomvaartmaatschappij ZeelandKon. Ned. Postvaart, beeft weder uit gegeven de in de Eügelsche en Duitache taal gestelde zomerdienstregeling dier maatschappij. Exemplaren daarvan, alsmede van een kleine uitgaaf in de Nederlandsche taal, zijn gratis haren kantore te Vlissingen verkrijgbaar. Naar aanleiding van het feit, dat de heer J. Lacrnoea P.Gz., Ie brandmeester bij spuit B te Vlissingen, 36 jaren dienst bij de brandweer aldaar presteerde, werd hem door het bestuur over de brandweer in eene verga dering met de brandmeesters een kristallen bokaal op zilveren voet aangeboden, met de inscriptie Brandweer Vlissingen J. LaernoesPGz. 1863—1899. Op de jongste vergadering der Vereeni- ging ter bevordering van de Ned. Visscherij is de beer G. H. Kakebeeke te G o e s bij accla matie als bestnnrslid herkozen. Er werd een oommissie van voorbereiding benoemd om een reglement tot stand te bren gen voor verzekering der zeelieden. Van Belgische zijde is men thans naar men ons uit Bath meldt bezig het ouder Saeftinge gezonken aakschip van schipper Wouters te liobten. In de Vrijdag namiddag gehouden ver gadering van bet Ned. gedeelte der vereenigde polders Betoester Ecde bezuiden St. Pieters- digk en le gedeelte van den Papenpolder had den de gewone werkzaamheden plaats. He* dijkgeschot werd gebracht van fl.10 op f 1.70 per H. A. Als gezworen werd herbenoemd de heer J. de Bruyckere. Christelijke Volksbond e Middelburg. Blijkens bet verslag omtrent de werkzaam heden van dien Bond over 1898/99, Donderdag avond uitgebracht, bleef de heer Billerbeck als directeur bet bestuur ter zijde staan. Evenals het vorig jaar, worden zijne in die betrekking gepresteerde diensten met lof vermeld. Het aantal werkloozen, dat zich gednrende dezen winter aanmeldde, was ongeveer even groot als het vorig jaar. Ook de wijze van werkeD, werd dit jaar onveranderd voortgezet. Grond werk werd dit jaar niet gedaan. De eigenlijke werkzaamheden in of nabij bet gebouw in de Wagenaarstraat namen den 3 Januari 1899 een aanvang. Van de 143 werkloozen, die aanneming ver- zochten, kon aan 88 werk worden verschaft- Hiervan behoorden tot de bedrijven van huis- en scheepstimmerman 7, metselaar 8, smid 3f schilder 17, meubelmaker en stoffeerder 2, 06 Illtf8ïill5ï m Lois 36. Uit het Engelsch. VAK grant allen. TIENDE HOOFDSTUK. Voor den rechter. „Eu die Higginson is de man, wiens zuster, volgens uw zeggen, dit prachtige docu ment zou onderteekend hebben?" „Wien de heer Ashurat het had laten teekenen. Het is niet mijn document." „En gij hebt gehoord dat zij zweert, dat bet haar handteekening niet is." „Ja; maar daar zij Higginson's zuster is, kan zij in staat zijn van alles te zweren, of te loochenen." „Werp niet noodeloos een blaam op getuigen. Juffrouw Higginson is een achtenswaardige vrouw. Gij zegt, dat gij dit stuk aau den heer Asburst hebt gegeven. Dat zij er verder niet» meer van weet. Er is een handteekening op gezet, die volgens onze experts niet de ztjne is. Verder is het onder l door twee getuigen, een Zwitsersohen die niet voor den dag komt en heet i te zijn, en door een verpleegster, die haar onierteekening verloochent. De eemige schoenmaker 6, kleermaker 3, mandemaker 2, broodbakker 2, bediende 2, sleper 2 personen en voorts een blikslager, zagenscherper, tabaks- kerver, koetsier, hoedenmaker en stoelenmatter, terwijl de overigen tot de sjouwerlieden en veldarbeiders moeten gerekend worden. Het loon beliep ia den regel f 0.70 binnens huis, f 0.75 voor anderen, terwijl de opzich ters f 0.80 genoten. Deze werklieden zijn gezamenlijk 4105 dagen bezig geweeBt, alzoo gemiddeld 461/* dagen elk- Dan 30 Maart 1899 werd het werkseizoen geBloten. De verrichte werkzaamheden waren ongeveer dezelfde als vorig jaar en bestonden voorna melijk uit houtzagen, bosjesmaken en steen- kloppen. Een 4tal leurders bleven geregeld werkzaam tot het verkoopen van kachelhout. Voor verricht werk bij particulieren werd ontvangen f 22.65, voor verkochte goederen en hout f 893.18, voor verkocht steenslag f 37 voor werkloon werd betaald f 3077.987a. De directeur van de Kamer van navraag bericht in zijn verslag, dat zijne werkzaamhe den ongeveer gelijk bleven aan die in het vorige jaar. Aanvragen om inlichting werden er 72 ge- daaD, waardoor het getal ingeschrevenen in het register tot 444 klom. Van deze 72 wa ren er 43 voor de eerste maal gedaan. Zeven lijsten werden verstrekt, terwijl aan vijf per sonen, die een lijst verlangden, deze werd ge weigerd. Dat de Kamer van navraag op prijs gesteld werd, bleek op nieuw ook uit het getal aan vragen, dat in het afgeloopen jaar een derde grooter was dan vorige jaren. Toch, zegt de directeur, moest het gebruik ervan grooter zijn, waardoor voorzeker som mige misstanden zouden worden voorkomeD. Aan het slot van zijn verslag deelt de di recteur sommige ervaringen mede, die dit vol komen bevestigen. Het drama te Koewacht. Heden seint men ons dat in de woning van den persoon, die verdacht wordt van de daar gepleegde gruwelijke misdaad, bloedsporen zijn ontdekt. Zijn huis staat op Nederlandsch grondgebied en iudien daar, waarvoor nu groot vermoeden bestaat, de moord gepleegd werd, zal de zaak ,voor een Nederlandsche rechtbank, en wel voor die te Middelburg, moeten worden be handeld. De justitie van hier was dan ook heden morgen naar Koewacht vertrokken, waar ook hst parket uit Gent aanwezig was. De verdachte was beden niet te Koewacht, maar tal van personen werden in den loop van den dag gehoord. De vermoedelijke dader is zekere Misseghers, die te Koewacht woont, op slechts twee minuten aistands van de woning van Haeck, den man der vermoorde vrouw. M., een ongehuwd pvrsoon, was vroeger slachter van beroep. Hij behoort tot eene deftige, welgestelde familie, die in de omstreken van Moerbeke woont. Zijne moeder, eene bejaarde, brave vrouw, woont met twee harer dochters te Koewacht. Omtrent het vinden van de ontbrekende persoon, die er verder van af weet, voordat de heer Tillingfcon het ontdekte in de schrijftafel van zijn oom, is de verdwenen Higginson. Is dat de waarheid, of niet?" „Ik geloof het wel", stamelde ik. „Nu die HigginsonHij treedt het eerst op, in verband met n, den dag waarop gij van Londen naar Scblangenbad gereisd zyt." „Dat is waar." „En hij slaagde er bijna inomdejuwee- len van Lady Fawley te stelen -— „Ik belette het hem," zei Ik en zette de zaak uiteen. De advocaat-fiskaal zag my ongeloovig aan. «Gij zijt een knappe jonge dame", mompelde hij „gij weet alles te verklaren; maar vindt gij niet dat het even goed een complot tns- schen u beiden had kannen zijn, dat bij ver gissing miBlukt is?" „Neen, dat kon het niet. Ik had dien graaf nooit gezien vóór dien morgen." „En toch, waarheen gij u ook begaaft, overal kwam die Higginson weer voor den dag de eenige, zooals gij zegt, die iets af weet van het bestaan van dit testament. Hij verscheen te Lucerne, als een wonderdokter, niet waar?" „Als gij zoo goed wilt zijn mg te laten verklaren." „Wel zeker, redeneer maar alles weg." Hiermede ontnam hjj natuurlijk alle kracht aan mijn verklaring. lichaamsdeelen van de vermoorde vronw, wat wij in ons vorig nommer onder Laatste berichten mededeelden, worden ons nog de volgende bijzonderheden gemeld. Vrijdag middag begaf zich, terwgl de Bel gische en Nederlandsche justitie den omtrek hadden afgezet, een geoefend zwemmer nit Moerbeke, verbonden aan een stevig tonw, in den put. Na een minuut of vijf gezocht te hebben, bracht hij een goed dichtgemaakte baal boven water, die een verpestende lucht ver spreidde. De baal werd naar de Belgische school ver voerd ea daar geopend. Zij bevatte bet hoofd der vermoorde, dat er allerakeligst uitzag, de armen met de schouderbladen, een gedeelte er borst en eenige stukken vleeach. Aaneen der vingers van de eene hand zat nog een ring; de andere hand was dichtgeknepen. Aan de beenen bevonden zich zwarte kousen en lage schoenen. In de zak werden nog ge vonden een hemd, een muts, een ledige porfce- monnaie en vijf steenen, geheel gelijk aan die, in den anderen zak en op het erf van den verdachte gevonden. De droeve zaak en het onderzoek wekt na tuurlijk veel belangstelling daar en in de om streken. Tijdens de put werd onderzocht, bevonden zich honderden nieuwsgierigen in den omtrek, die door de Belgische en Nederlandsche politie op een behoorlijken afstand gehouden werden en die na het vinden van den zak van medelijden en verontwaardiging blijk gaven. Verknopingen enz. Door het bestuur der waterkeering van het calamiteuze waterschap Oud- en Jong Breskens werd heden aan de Nieuwe sluis, gemeente Breskens, aanbesteedhet herstel, de ver nieuwing en het onderhoud tot 30 April 1900 van de werken aan de waterkeering van boven genoemd waterschap. Raming f 10.114. Minste inschrijver was de heer P. Monjè te reskens voor f 10.094. Door hetzelfde bestuur werd heden verpacht j politie-vergnnning tot het rapen van broed- of mosselzaad van de hooiden of vooruitste kende werken op den vooroever van genoemd waterschap. Hoogste bieder was de heer E. A. de Mul te Philippine voor f 65. Door het bestuur der waterkeering van het calamiteuze waterschap Tienhonderd en Zwarte werd heden in het bestuurslokaal te Gadzand aanbesteed: het verbateren en on derhouden tot 30 April 1900 der waterkeerende werken aan genoemd watorschap. Raming f 4957.30. Minste inschrijver was de heer P. Monjé te Breskens voor i 4792. Door het bestunr van den calamitenzen polder Adornis werd Vrijdag in het gemeen te huis teNieuwvliet aanbesteedhet verbeteren en onderhouden tot 30 April 1900, der water keerende werken, aan dien polder. Minste inschrijver was, zooals in ons vorig nommer reeds werd medegedeeld, de heer J. Ia Gasse te Cadzand, voor f 1612. Voorts schreef nog in de heer P. MoDjé te Breskens, voor f 1647. „En toen verscheen bij weer te Florence als koerier van den heer Ashnrst, op den dag toen dat zoogenaamde testament vervaardigd was", zei hy schamper. - „Hij was te Florence, toen de heer As hnrst het my dicteerde." - „Dat geeft ge dus toe En hij verscheen ook weer in Indiè', met onzen cliënt Lord Sonthminster, van wiens jeugd en onervaren heid hij misbrnik maakte, én hij reisde met i, niet meer door een van die toevallige omstandigheden, waaraan gij zoo by zonder onderhevig zyt, op dezelfde boot, waarop gy u toevallig bevondt." „Lord Sonthminster vertelde my, dat hy Higginson meegenomen had omdat hy een schelm kon gebruiken." „Kunt gy zweren dat hy niet zei: dien schelm „Ja wel." Dau wenach ik u geluk met uw geheu gen. Mynheer de rechter, wilt gy my toestaan, Lord Sonthminster later op dit punt te hoo- ren De rechter knikte. „En nu nog eens nw verhouding tot de verschillende leden der familie Ashurst? Gg hebt u zelf geheel onverhoeds aan Lady Faw ley voorgesteld, meen ik, op een bankje in de Kensington tuinen." „Dat is waar." „Hadt gy haar nooit te voren gezien „Nooit." INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden- Een onverstandige daad. 77* ont setné le ventils vont moissonner les tempêtes. Bungener. Julien. Daar zyn schynbaar kleine zaken, die toch groote gevolgen kannen hebben. Als zoodanig wensob ik iets te signaleeren, wat hier dezer dagen heeft plaats gehad en uit den aard der zaak by na onbekend is gebleven, omdat het in een kleinen kring is afgespeeld. Zooals bekend in dit blad werd indertijd daarop meer en minder uitvoerig gewezen ia hier in wording de Middelburg sche Coöpera tieve bouwvereenigingdie ten doel heeft voor de leden der Vereeniging goedkoope ongezon de woningen te boawen of tekoopen. Blijkens de statuten, die zyn opgenomen in de Staats courant van 16 April 1898 no. 88, moet men, om een woning van de Vereeniging in huur te ontvangen, niet alleen lid daarvan zyn, maar ook lid van een by den Beetuurdersbond aangesloten vak- of arbeidersvereniging, en moeten de huizen zijn ingericht zooveel moge- ïyk overeenkomstig de behoeften „van een arbeidersgezin. Het was aan de oprichters dier vereeniging gelukt by eenige meergegoede stadgenooten medewerking te vinden, zoodat voor een bedrag van f 6000 deelgenomen werd in de 3 pets. geldleening ten behoeve dezer onderneming. Met dit kapitaaltje, hun geheel in goed ver trouwen voorgeschoten, stelden de stichters zich voor, een blok van 12 woonhuizen voor f 12.000 te bouwen, het ontbrekende te vinden uit eene hypothecaire geldleening ten bedrage van f 6000, onder verband van al de 12 woningen, das met eene overwaarde van 6000. Bovendien behoefden de 6 hypotheek niet gegeven te worden, voordat de eerste zes woningen voltooid waren en dus over den bouw door den hypotheek gever kon geoordeeld wordeD, zoo wat aard als wat soliditeit betreft. Ten einde echter later geen tgd te verliezen en niet noodeloos voor onverwachte moeiiykheden te staan, wenschten de leiders eene voorloopige toezeg ging en wendden zy zich deswege tot bet bestnur der Middelburgsche Nwts-spaarbank. Het verzoek werd zonder opgaaf van redenen van de band gewezen; en ofschoon ik als voor malig lid van de Spaarbank-commissie daarvan wellicht iets meer zon kunnen zeggen, wenscb ik om licht te bevroeden redenen mg daarover niet uit te laten, te minder nu ik in die afwij zing aanleiding heb meenen te vindeD, om mijn mandaat als lid dier commissie neder te leggen. Ware er niets meer gebenrd, ik zoh er het zwygen toe doen, op gevaar af van het ver- wy t te moeten dragen wat my ook werkelijk toegevoegd is dat ik de commissie ben uitge- ioopen, omdat ik mgn zin niet kon krygen. Dat verwgt Iaat my trouwens kond. Op myn leefcyd krygt men een harde hnid en ofschoon ik nn nog niet zoover ben om met Multatnli te zeggen„Publiek ik veracht u", heb ik na een 35-jarig optreden in het publiek dat in velerlei ambten en betrekkingen toch Men zie o. a. ons nommer van 4 Juni M. Red.; „En gy boodt terstond aan om als ka menier met haar naar Schlangenbad te gaan?" „In plaats van haar kamenier, voor een week." „Een fijne onderscheiding. Gy zyt, meen ik, een dame, een officiers dochter, opgevoed te Girton." „Dat heb ik reeds gezegd/ „Vindt gy dan niet dat het nog al vreemd was voor een officiersdochter om als kamenier met een oude dame naar Dnitschland te vluch ten Ik trachtte nog eens het nit te leggen, maar de jury begon te lachen. Men kan een Brit- sche jury geen begrip van oorspronkelykheid by brengen. Zy zonden n alleen daarvoor naar de gevangenis zenden, als zy de wetten maakten, in plaats van ze toe te passen. „Ik meen, dat gij er o meer dan eens op beroepen hebt dat gy, toen ge Lady Fawley voor het eerst ontmoet hebt, een dubbeltje in uw zak hadt, om de wereld mee rond te reizeD?" „Dat is waar, en ik heb er de wereld mee rondgereisd." „Juistdaar kom ik straks aan. Een paar maanden later voert gij den Nyi op in uw eigen afgehuurde stoomboot, omgeven door de grootste weelde; gy naamt salon- wagens op Indische spoortreinen, niet waar „Die Nyiboot was in dienst van de Daily Telephone; ik was journaliste geworden." „Dus moet ik aannemen dat gy n aan redenen te over, om op grond myner ervaring te zeggen, dat de publieke opinie heel weinig waarde heeftdat de groote massa bijna altoos scheef oordeelt. De beatnnrders der bouwvereeniging ont vingen van welwillende zyde den wenk zich op nieuw tot do spaarbank te wenden; men meende, dat daartoe aanleiding bestond in het feit, dat 46 afwijzing niet gemotiveerd was, en misschien gegrond kon wezen op de om standigheid, dat in de eerste hypotheek-aan vraag geen bepaald rentecyfer was genoemd. De aanvragers boden nu eene rente van vier percent aan. Ofschoon alzoo op een onderpand van f 12.000 tegen rentevergoeding van vier percent zes duizend gulden, d. i. de helft van de waarde, gevraagd werd, iets dat men in den regel als eene solide geldbelegging zon besobouwen, werd do aanvraag andermaal zonder motief afgewezen, ditmaal echter, met de hooghartige mededeeling, dat de heiren niet gewoon zyn de gronden hunner besluiten, in een besloten vergadering genomen, mede te deelen. Op zich zelf is dit antwoord belachelijk, maar nu het een Spaarbankbestuar betreft, als men let op den oorsprong van de meeste spaar bankgelden, ergerlijk. De heeren Deneeren niet hun eigen geld maar dat van derden, en in hun gewaande hoogheid schijnen de heeren te vergeten tot welke categorie die derden voor het grootste gedeelte behooren. Zeker, de heeren behoeven niet te vertellen wat in de besloten vergadering gebeurde, hoeveel stemmen vóór en tegen zyn uitgebracht, en wat dies meer zy. Indien hun beslnit echter op redeiyke gronden rustte, en meer dan een gril, willekeur of misscbion nog erger was, dienden zy den moed hunner overtuiging ta Nu zy dien niet hebben, staat het my en anderen vrij, daarvan het mijne te denken en te zeggen, en dan kwalificeer ik dit beslnit, met het oog op de teekonen des lij fis, als een onverstandige daad, omdat bet een kaakslag geeft aan de aanvragers en de categorie van menechen waartoe zy behooren. Men zou kannen beweren, dat arbeiders woningen geen geschikt onderpand voor een solide hypotheek vormen. Soitl Ik zou eer bied kunnen hebben voor deze overtuiging, ofschoon ik ze iu de gegeven omstandigheden niet deel. Daarmede echter kan men rniterlgk voor den dag komen. Na men dit niet deed, durf ik beweren, dat men een anderen, niet te noemen grond had. Dit acht ik in den tegen- woordigen tgd: „spelen met vuur". Omdat ik daaraan niet wil mededoen, maar ook niet geacht wil worden daaraan mede te doen, daarom nam ik myn ontslag nit de commissie voor de Spaarbank. Niet om myne handeling ten deze te verde digen, schreef°ik deze regelenwant, zooals boven verklaard is, het oordeel van het publiek laat mg volkomen koud, terwyi bovendien myn uittreden nit deze commissie eigenlijk iet» van geheel particulieren aard is. Wat my tot schryven bewoog, was de over weging, dat ons Awtedepartemant, welks stich ting de spaarbank is, door zulke daden, met het oog op zyn verleden en allermeest met bet oog op de tegenwoordige strooming, zich in verkeerde richting beweegt. Van het Nut den heer Elwortby hebt opgedrongen, net als aan Lady Fawley „Wij waren de zaak spoedig eens." Die akelige man keerde al mijne slechtste1 argumenten tegen mij zei ven. „Hm, hy was een man en gy moet toe' geven dat gy een dame zyt wat is ook weer de geykte term met vele persoonlijk# aantrekkelijkheden „Mylord", sprak ik, my tot den rechter wendende„Heeft hy bet recht te eischen dat ik die vraag beantwoord „Die vraag behoeft geen antwoord", zef de rechter met een bniging. Ik werd vuurrood. „Ik onderwerp my aan het oordeel van den rechter en ga over tot een ander punt. In Indië hebt gy, geloof ik, een poos gelogeerd ten huize van een Hindoesch Vorst?" „Doet dit iets ter zake vroeg de rechter. „My Lord, ik tracht alleen de jury te doen inzien dat deze dame de eenige die het zoogenaamde testament gezien heeft, voor dat de heer Harold Tillington daarin beschreven als de jongste van Gladollffe het nit de schryftafel van zyn oom haaide ik tracht te doen inzien dat die dame myn plicht jegens myn cliënt noopt my er toe een avonturierster is." Zoodra dit woord uitgesproken was, voelde ik dat ik in de oogen van de jury verloren was. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1