MIDDELBURGSCHE COIRANT.
18 Mei.
N°. 116.
1426 Jaargang
1899,
Donderdag
Middelburg 17 Mei.
Dene courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen.
Prys, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—»
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 17 Mei 8 u. vm. 56 gr. 12 u. 58 gr.
av. 4 u. 59 gr. F. Verw. m. t. br. Z. W. w., z. bew., b.
Advertentiön voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentidn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
igen van 17 regels 1.50-, elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertóntiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan bet bureau te bekomen.
Agenten^
Te Zierikzee: A. C. ds Moolt; te Tholen: W. Ai
vak Nebuwenhuijzen; te Terneuzen: M. db Jokob.
Maandag a., tweeden Pinksterdag,
verschijnt de Middelburgsche courant niet.
Het wetsontwerp op de ongerallen.
verzekering in de Tweede Kamer.
li.
In de adressen der industrieelen, voorna
melijk in die van enkele bekende groote
fabrikanten, wordt met aandrang verzocht,
hun te vergunnen buiten de organisatie der
ongevallen-verzekering te blijven staan, on
der de verplichting zelve op de een of an
dere wijze voor het lot van verminkte werk
lieden zorg te dragen. Deze adressen hebben
veel indruk gemaakt, daar zij ten deele
afkomstig waren van patroons, aan wier
goede gezindheid ten opzichte van hunne
ondergeschikten niet getwijfeld kan worden.
Toch wijst de Regeering, naar mijn oordeel
volkomen terecht, dit aanbod beslist ai.
Wat de adressanten bedoelen met zelfverze
kering heeft niets gemeen met het stelsel der
Beru/sgenossenscha/ten, noch met welk stel
sel van verzekering ook. Adressanten wijzen
op vele gevallen, waarin aan een verminkten
werkman in hunne ondernemingen lichte
arbeid of wel een postje als portier, of op
zichter werd verschaft, tengevolge waarvan
de getroffene er in slaagde, een niet onvol
doend loon te verwerven. Voorts wijzen de
adressanten er op, dat slechts in enkele
gevallen niet door zoodanige werkverschaf
fing, maar door eene geldelijke uitkeering in
het lot van de getroffene moest worden voor
zien en zij maken nu eene vergelijking tus-
schen de kosten van dit stelsel en die van
het wetsontwerp. De Regeering is niet in ge
breke gebleven, op het onjuiste van deze
paralel te wijzen, nog daargelaten de om
standigheid, dat adieBsanten het premie-
cijfer voor huDne onderneming wellicht te
hoog taxeer en. Eet is niet te ontkennen,
dat er gevallen zijn, waarin een gedeeltelijk
verminkte werkman in staat zal zijn eenigen
lichten arbeid te verrichten, waardoor hij er
in slaagt in zijn onderhoud en dat voor zijn
gezin te voorzien. Wordt deze arbeid ech
ter, met het oog op zijn toestand, hoogei
bezoldigd dan in normale omstandigheden
het geval zou zijn, dan is in het loou een
wekelyksche uitkeering begrepen, welke bij
de vergelijking der cijfers in rekening moet
worden gebracht, hetgeen de adressanten
verzuimen te doen. Is het letsel zóó gering,
dat de werkman zijn vroegeren arbeid (oi
soortgelijken arbeid) kan voortzetten, dan
zal de uitkeering, welke de Bank verleenen
zal, ook uiterst gering zyn. Over het alge
meen geven de adressanten er geen bewijs
van, dat de klaarblijkelijke bedoeling van
den wetsontwerper tot hen is doorgedrongen,
dat de hoogte der uitkeering verband zal
houden met de zwaarte van het letsel.
Zelfs wordt in het adres der Eollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij beweerd, met
volkomen misverstand van den zeer duide-
ljjken tekst van artikel 23, dat altijd 70
van het loon als rente zal worden uitgekeerd,
indien de werkman zgn vroegeren arbeid
niet jaïst zóó als vóór het ongeval kan
verrichten. Soortgelijke ongegronde opmer
kingen staan er bij menigte in de adressen,
doch zij ontkomen niet aan de wêerlegging
dier Begeering.
Dat de zoogenaamde zelfverzekering ech
ter goedkooper is dan de verplichte verze
kering is niet te ontkennen. Doch het
behoeft geen betoog, dat een goede werking
van het eerste stelsel alleen mogelijk is,
indien allerlei bijzondere omstandigheden
Bftmen treffen, welke geen wetgever in zijn
macht beeft te verordenen. De onderne
ming moet zoo zijn ingericht, dat lichte
arbeid voor de getroffenen altyd beschik
baar kan worden gesteld. De patroon moet
een zekere mate van humaniteit bezitten,
om den verminkte zulken arbeid te ver
schaffen en hem duurzaam aan zijn dienst
te verbinden, zelfs wanneer de gevolgen
van het ongeval in verloop van jaren den
toestand van den getroffene mochten verer
geren. In geval van ontslag, om welke
reden ook, zou de patroon tot geldelijke
uitkeering bereid moeten worden gevonden.
Met die consequentiën houden de adressen
feen rekening. Ren der adressanten gaat
zelfs 166 ver de kosten voor de verzorging
van een verminkten, doch later ontslagen,
werkman nit te trekken op nihilAlsof
de maatschappij even goed van de zorg
voor deze invalide 'ontheven was, als de
gewezen patroon!
Hoe dit alles ook zijn moge, het blijkt
genoegzaam, dat de zoogenaamde zelf
verzekering eene uitzondering op den regel
vormt. Nu worden de wetten gemaakt voor
den regel, niet voor de uitzonderingen. De
regel is, dat de door een ongeval getroffene
niet of onvoldoende geholpen wordt en in
dezen socialen misstand wenscht het ont-
werp te voorzien. De regel is voorts, dat
bij een ongeluk van eenigen omvang, de
kleine patroon finantieel niet bij machte is
de kosten der uit te keeren pensioenen te
dragen. Door vergoeding voor het geleden
verlies aan den gekwetsten werkman in geld
te geven, kan men nimmer met volkomen
nauwkeurigheid de schadeloosstelling afpas
sen. Somtijds zal te weinig, somtijds ook
te veel gegeven worden. Doch er is nu
eenmaal geen juistere vorm voor de ver
goeding te vinden, dan eene periodieke uit
keering in geld. Vergoeding door het ver
schaffen van anderen arbeid is als wettelijken
regel onbruikbaar.
Terecht wijst de Regeering er nog op,
dat de aangehaalde voorbeelden der adres
santen loopen over slechts enkele jaren, zoo
dat één jaar, waarin een groot ongeluk plaats
vindt (men denke aan eene ontploffing of
spoorwegramp), aan de geheele rekening
een gansch ander aanzien zou kunnen geven.
Ten slotte wijst zij op de solidariteit van
de belangen der verzekerden, als grondslag
elke assurantie en dus ook van óe on
gevallen-verzekering. De premiën, betaald
in een bedrijf gedurende een zeker tijdvak,
waarin weinig ongevallen zijn voorgekomen,
strekken mede tot bijeenbrenging der kapi
talen, waaruit de uitkeeringen worden geput
voor bedrijven, in welke talrijke ongevallen
zich hebben voorgedaan. Dat das de sterke
schouders een deel van de last, rustende op
de zwakkere schouders, moeten dragen, is
een noodwendig en onvermijdelijk gevolg
van het beginsel van verzekering. Indien
men de zelfverzekering wilde inrichten als
0 werkelijke verzekering ook hierop
legt de Regeering nadruk dan zouden de
kosten voor de patroons niet verminderen,
doch integendeel stijgen.
In één opzicht is echter het bezwaar der
adressanten niet ongegrond, waar zij er op
wijzen, dat de premiën ook daarom hoog
zijn, omdat er zich slecht ingerichte onder
nemingen met groot beroepsgevaar onder de
verzekeringsplichtige bedrijven bevinden, en
de goed ingerichte ondernemingen hierdoor
zwaarder belast zullen worden, dan anders
het geval zou zijn. Indien de adressanten
evenwel een betrouwbaren weg hadden willen
aanwijzen om dit bezwaar zoo veel mogelijk
te ontgaan, dan hadden zij niet moeten
pleiten voor de zoogenaamde zelf-verzekering,
maar voor het stelsel van Bemfsgenossen-
schaften. In dat stelsel toch bestaat er een
belang voor de patroons, om de veiligheids
inrichtingen in hunne werkplaatsen zoodanig
te maken, dat het gevaar voor ongevallen
vermindert en de premie dientengevolge
relatief een lage blijft. Onderling kunnen
werkgevers bij dit stelsel eene vrij scherpe
controle uitoefenen. De NederJandsche
industrieelen willen echter blijkbaar die
richting niet uit, waardoor mij de bewijs
voering der Regeering versterkt schijnt, dat
de invoering van Berufsgenossenschaften voor
Nederland op praktische bezwaren zou
afstuiten.
Waar nu het aangeprezen denkbeeld van
zelf-verzekering voor den wetgever onaan
nemelijk is te achten en de Beruf«genossen-
schaften als regel geen aanbeveling verdienen,
blijft slechts over het stelsel der Regeering
te aanvaarden, doch daarbij zooveel moge
lijk aan de bezwaren der belanghebbenden
tegemoet te komen. In die richting is reeds
een stap gedaan, door in het vooruitzicht te
stellen, dat de gemiddelde premie voor eene
gevaarklasse zal kunnen worden verlaagd
ten behoeve eener onderneming, waar bui
tengewone inrichtingen tot beveiliging der
werklieden zijn aangebracht. Wellicht ware
het mogeiyk, hierin verder te gaan, door
plaatselijke commission van advies in te
stellen, welke de Staatsambtenaren kunnen
voorlichten over de rangschikking van on
dernemingen in de gevaarklassen. Thans
zijn alleen de inspecteurs van den arbeid
aangewezen om „desgevraagd" advies aan
het Bestnnr der Rijksverzekeringsbank
geven (artikel 42). Eet schijnt my ge-
wenBcht de bureaucratische regeling van
artikel 32—42 in den aangegeven zir
eenigszins te verzachten. Het aantal ge
vallen, waarin de werkgever van een be
sluit tot rangschikking in een gevaarklasse
in beroep zal komen, bij den Raad van
roep ingevolge artikel 68, zou dan tevens
verminderen.
Zal nu werkelijk, bij invoering van het
stelsel der Regeering, op de industrie een
zware geldelijke last worden gelegd? Ik
meen dit te mogen betwyfelen en geloof,
dat de adressanten zich in dit opzicht aan
schromelyke overdryving hebben schuldig
gemaakt.
Een vry betrouwbaar punt van vergelij
king levert het adres der E. IJ. S. M.
te dezen aanzien op. Deze maatschappy
heeft 8100 personen in dienBt, wier dagloon
minder dan f 4 bedraagt. Aan hen werd
totaal in 1898 een bedrag van f 4.500.000
aan arbeidsloonen uitbetaald. De kosten
van verzorging der door een ongeval getrof
fenen bedroegen in dat jaar f 42.000 of
nagenoeg 1 van het loon. De maatschap
pij neemt nu aan, dat zy onder vigueur der wet
1.59 °/0 zal moeten betalen f 72.000. Nn
zal men toch bezwaarlijk kunnen beweren dat
in een bedrijf, waar vier en een half millioen
gulden aan loonen der verzekerde perso
nen betaald worden, een meer-belasting
van f 30.000 voor de ongevallenverzekering
een ondragelijke last vormt. Indien deze be
cijfering van meer-belasting, zonder equiva
lent in betere verzorging der getroffenen, juist
ware hetgeen nog aan ernstigen twyfei
onderhevig is dan nog zou dit geen argu
ment vormen, om de verplichte verzekering
volgens de grondslagen van het wetsontwerp
niet in te voeren.
Mr J. KRUSEMAN.
Amsterdam, Mei 1899.
VREDESCONFERENTIE.
Op die conferentie, welke, zooals men weet,
morgen (Donderdag) te twee uren te 's Hage
wordt geopend, zgn vertegenwoordigd de vol
gende statenDuitschland, Ver. Staten van
Noord-Amerika, Ooatenrij k-Hongarije, België,
Bulgarije, China, Denemarken, Spanje, Frank
rijk, Groot Brittannie en Ierland, Griekenland,
Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Montenegro,
Nederland, Perzië, Portugal, Roemenië, Rusland,
Servië, Siam, Zweden en Noorwegen, Zwitser
land en Turkije.
Verschillende bladen leverden beBchouwin-
jn in verband met deze gewichtige gebeur
tenis. Want belangrijk is zij, hoezeer die
conferentie ook slechts menscheiyk werk
blijft, d. w. z. onvolmaakt. De Roomscb-
Katholieke organen meenen dat de arbeid,
door die samenkomst te verrichten, niet ge-*
dijen kan, nu Z. H. den Paus niet is verte
genwoordigd. De Christeiyk-Historisohe bladen
en personen als dr Bronsveld verkondigen
eêr eene tegenovergestelde meening.
En anderen redeneeren nog steeds voort over
bet verzuim, tegenover Transvaal begaan, of
over de af te keuren daden, door den czaar
opzichte van Finland gepleegd,
py blijven, ook na van al die bezwaren
kennis genomen te hebben, nog steeds de
meening toegedaan, door ons blootgelegd in
ons hoofdartikel, onder het opschrift Op en
lijn, voorkomende in ons nommer van 1 Mei.
Al zal men, ten opzichte van die conferen
tie, menige illusie zien opgaan in rook, on
vruchtbaar zal zij, dunkt ons, niet zijn.
Idealisten hebben het zichzelven vaak te
wijten dat hun droomen, waaraan zij te hooge
vlucht gaven, niet verwezenlijkt worden. Maar
is daarom het bereikbare te verwerpen of te
versmaden
Terecht schreef Eet Vad in denzelfden geest
als wij dit deden, na er op gewezen te hebben
dat het groote nnt der conferentie ligt in
Ruslands voorstellen, beoogende een nai
codificatie van het oorlogsrecht en een uit
breiding van het arbitrage-stelsel, het volgende
Dat aan den oorlog vooreerst een eind zal
komen, is niet te denken. Niet alleen, zooals
men in sommige kringen by voorkeur doet
voorkomen, omdat de heerschzucht der Konin
gen de volken ter Blachtbank voert, maar ook
omdat het antagonisme der volken nog maar
al te licht tot bloedige botsingen leidt. Maar
intnsschen kan men omzien naar middelen, eens
deels om de oorlogen te voorkomen, anderdeels,
om, als zy eenmaal zijn uitgebarsten, ze voor
wie er niet direct aan deelnemen zoo weinig
schadelijk mogelijk te maken. De conferentie
van Den Haag kan een beteekeniBvolle étappe
worden op dien weg.
Er is by de voorbereiding van deze confe
rentie het een en ander gebeurd, wat voor
vele Nederlanders onaangenaam is geweest,
wat veler religieus of nationaal gevoel heeft
geschokt. Het komt ons voor, dat bet nu de tyd
is, aan dergelijke gevoeligheden het zwijgen
op te leggen. Voor het groote werk, dat hier
kan worden gedaan, is dat alles betrekkelyk
onverschillig. Het behoeft ons niet te beletten
de byeenkomst der conferentie met ingeno
menheid te begroeten, en het zou zeker niet
onvoegzaam zijn de hooge gasten, die in
Nederland's residentie zullen vergaderen, te
begroeten op de wijze, als dat by internationale
samenkomsten gebruikeiyk is, met het ont
plooien der nationale vlag.
Over de groote eer, onze Koningin en ons
land wedervaren, zullen wij niet uitweiden. De
vraag, waardoor een vorst en een volk 't meest
geëerd worden en wat hun het meest tot een
strekt, wordt nog al verschillend beantwoord.
Maar wij gelooven ons niet aan overdryving
schuldig te makeD, als wy meenen te mogen
zeggen, dat hier toch een beleefdheid aan onze
Koningin wordt bewezen, een waardeering voor
onze nationaliteit wordt betoond, die op prijs
mogen worden gesteld. Al bekleeden wy de
positie niet meer, waardoor in de 17e eeuw
's Gravenhage het diplomatieke middelpunt was
van Europa, de feiten bewijzen toch, dat wij weêr
meer in tel zijn, dan gedurende tientallen van
jaren het geval was, en dat is voor onze in
ternationale positie niet geheel onverschillig.
Een vriendeiyk welkom worde der conferentie
niet onthouden 1
PROF. BOLLAND CONTRA
Dr SCHAEPMAN.
Van Oude gegevens uit het verre verleden der
Kerk, meer bepaaldelijk den Boomschen land
genoot ter overweging voorgelegd door G. J. P.
J. Bolland, hoogleeraar aan 's Rijks Universi
teit te Leiden, verscheen een tweede druk.
In de vooriede daarvan wordt ook dr A.
Kuyper genoemd, wat niet meer dan billijk is,
nu deze op de welbekende handige wyze Schaep-
man de beschermende hand in den stryd heeft
gereikt. „Ware de gewone lezer," zegt Bol
land, „minder slap en loom en trasg in zalke
jn, het ryk der „godvruchtige" volksmen
ners zonde spoedig uit zyn. Zooals het nu is,
jen de heeren Schaepman en Abraham
Kuyper voorloopig nog een toekomst j iemand
die met echte „gegevens", in stede van he-
driegeiyke en arglistige holheden, komt, heeft
reeds bigde te zyn, zoodra hy bij de min
ontwikkelden iets heeft uitgewerkt."
De heer Bolland kondigt tevens een nieuw
geschrift aan over „het Kruis" en over „de
Biecht". Och, och, wat is Schaepman toch
ENZ.
Bij kon. besluit
is pensioen verleend aan mr N. H. van Nes
van Meerkerk, ad f 2584 's jaars
is W. van Oosterwyk Bruyn, te Zeist,
noemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau;
is de by het leger in N. I. ged. paardenarts
kl. W. van der Burg, van het pers. van den
3esk. dienst der landmacht, in rang en
ouderdom van rang overgeplaatst bij het per-
)el van den geneesk. dienst van voormeld
leger
zyn opnieuw benoemd tot leden van het
llege voor de zeevisscheryen de heeren A.
Hoogenraad, H. Kikkert, mr G. J. Goekoop,
H. Dirkzwager Mzn. en jhr mr J. Röell.
EERSTE KAMER.
In de Dinsdag gehouden zitting dier Kamer
is, zooals nog in een deel der oplaag van ons
vorig nommer werd gemeld, het wetsontwerp
tot geiykstelling van Japaneezen met Europe
anen in Indië aangenomen met 40 tegen 4
Ook is, met 88 tegen 2 stemmen, aangeno
men de overeenkomst met de Indische paketvaart-
maatschappij.
UIT STAD EN PROVINCIE.
In de St. Crt. van heden is opgenomen
een uittreksel uit de statistiek der bevolking
in Zeeland.
Op 1 Januari bedroeg die 106.796 m. en
108.584 vr., te zamen 215.330 personen.
Wy laten hier de hevolkingscyfers van
eenige der voornaamste gemeenten volgen:
Axel 2127 m. en 2115 vr. totaal 4242; Goes
31'«9 m. en 3663 vr. totaal 6842; Hontenisse
2534 m. en 2593 vr. totaal 5127Ierseke 2219
m. en 2165 vr. totaal 4384Middelburg 8567
m. en 10104 vr. totaal 18671; Terneuzen 3903
m. en 4118 vr. totaal 8021Vlissingen 9048
m. en 9324 vr. totaal 18372 en Zierikzee 3213
m. en 3613 vr. totaal 6826 inwoners.
De bevolking dezer provincie bedroeg op 1
Januari 1898: 105.923 m., 107.695 v., 213.618 fc.
en is alzoo toegenomen in den loop van 1898
met 873 m., 839 v., 1712 t.
De loop der bevolking dezer provincie was
in 1898 als volgtgeboren werden 3560 m.,
3476 v., 7036 t., terwijl stierven 1906 m., 1770
v., 3676 t. Verschil 1654 m., 1706 v., 3360 t.
Het aantal personen, die zich gedurende 1898
in de gemeenten vestigden, bedroeg 6434 m.,
5871 v., 12.305 t., terwyi vertrokken 7215 m.,
6738 v., 13.953 t. Verschil 781 m., 867
v., 1648 t.
De loop der bevolking van de gemeente
Middelburg was in 1898 als volgtgeboren
werden 245 m. 268 v. 513 t., terwyl stierven
168 m. 188 v., 356 t. Verschil 77 m. 80 v. 157 t.
Het aagtal personen, die zich gedurende 1898
in deze gemeente vestigden, bedroeg: 584 m.
645 v. 1229 t., terwyi vertrokken 651 m. 699 v.
1350 t. Verschil 67 m., 54 v., 121 t.
Waar in vroeger tyden alleen vorstelijke
hooggeplaatste personen of zeer gefortu-
ueerden zich het genoegen konden gunnen huu
conterfeitsel aan den wand to zien pryken, kan
tegenwoordig, dank zy de photograpnie, ieder
menschenkind, hoe weinig ook door de fortuin
begunstigd, zich laten portrettteren, veelal
meer natuurgetrouw dan menig schilder het
doet.
Het aantal gelegenheden daartoe is weder
met een vermeerderd, doordien, de heer P. Smith
op het Molenwater alhier een atelier heeft
geopend, dat aan al de vereisohten om een goed
portret te maken voldoet. Het is licht, voor
zien van veel accessoires, achterdoeken etc..
terwyi de toestellen van de nieuwste vinding
zgn. Ook voor het opnemen van groepen be
staat een goede gelegenheid. Onder de portret-
die wg zagen, op gewoon papier en op
metaal, waren er die zeer artistiek waren uit
gevoerd.
Op Zondag, den eersten Pinksterdag, dea
avonds, zal door de Sociélé des fanfares L' Union
fait la force, uit Loth, by Brussel, in het Schut"
tershof alhier een cod eert worden gegeven.
Dinsdagavond is eea bejaard werkman,
zekere J., in de Nederstraat alhier, terwgl
hy aan de aebterzgde van een huis bezig was
te schilderen, van een ladder, waarop by stond,
gevallen en deerlijk gekwetst naar het gasthuis
gevoerd. Daar is hg heden ochtend overleden.
De man was weduwnaar en leed aan toevallen.
Heden vertrok van hier de justitie naar
Arnemuiden, waarschgniyk tot het doen
van een gerecbteiyk onderzoek in verband mat
aldaar vermoedelijk gepleegde onregelmatig
heden in gemeente-administratiën.
Uit Vlissingen.
Wij ontvingen een opgaaf vau de Con
certen en vermakelgaheden, die in het aan
staande seizoen aan het Grand Hotel des Bainé
aldaar zullen plaats hebben.
Daaruit biykt dat weer voor de noodige af
wisseling is gezorgd. Toegezegd worden con
certen van het muziekkorps der d.d. schutterij
te Middelburg, van bet stafmuziekkorps te
Bergen op Zoom en van de kapellen Messer*
schmidt en Diirnberger. Verder zullen Solisten
avonden gegeven worden, soirées muaScales óiï
spectacle concerten.
Dinsdag morgen wilde aldaar het vierjarig
zoontje van den heer De Z. een trekpot grypen,
die op een ketel met warm water boven een
petroleumtoestel stond, met het ongelukkig
gevolg, dat trekpot, ketel en petroleumtoestel
i over 't lichaam vielen, waarby het kokende
water en de vlam zulke hevige brandwonden
aan gezicht, armen en borst van het ventje
veroorzaakten dat het naar het gasthuis moest
worden overgebracht, waar het des namiddags
overleed.