ÉMÉirgKko Courant Het bewaren van den stalmest. Middelburg 1 Mei. BIJVOEGSEL VAN DE VAN Dinsdag 2 Mei 1899, no 103. III. Wanneer we spreken van conserveeren van den stalmest door scheikundige middelen, dan is het weer allereerst op de stikstof, dat we het oog vestigendeze toch is altijd aan ver lies onderhevig door verdamping in den vorm van ammoniak. Geschiedt deze vervluchtiging reeds op stal, dan ontstaat daardoor, naast het direct geldelijke verlies, nog een tweede nadeel van niet minder belangde dieren lijden door de ammoniakdampen al spoedig, omdat ze dan in geen frissche omgeviug staan. Oogontstekingen bij onze huisdieren kunnen door veel ammomakaamp ontstaas, alsook meer hevige aandoeningen van ademhalingsor ganen; vooral in paardenstallen kan deze prikkelende stikstofverbinding spoedig last veroorzaken. Om dit nu te voorkomen, hoeft men ver schillende scheikundige middelen aanbevolen, die dan ten doel hebben de stikstof te binden, vast te leggen en zoodoende voor gasvormig worden te bewaren. Deze bindingsmiddelen nu zijn zuren of zouten, waaruit 't zuur zich met den ammoniak moet verbinden, terwijl dan de verbinding van bet zuur met den ammoniak niet vluchtig mag zijn. Nu komt in den mast een zuur voor, het koolzuur, dat wel verbindingen aan kan gaan met den am moniak, maar deze verbinding is zeer onstand vastig, zoodat hierdoor de vervluchtiging van den ammoniak niet wordt voorkomen. Een ander zuur ia daarvoor het zwavelzuur, maar omdat het zich nu minder zou leenen dit zeer giftige zuur bij den mest te voegen, is het oog gevallen op hunne zouten en zoo kwamen we tot het gebruik van gips. Gips is een verbinding van kalk met zwavel zuur; en wanneer we nu deze verbinding in aanraking brengen met de koolzure verbinding van ammoniak, dan wordt daardoor de ammo niak gebonden aan bet zwavelzuur en zoodoende vastgelegd. Toch moet ik bierbij nog opmer ken, dat, bij 't gebruik van gips alsjbindings- middel, een uitdrogen van den mest door de zon moet worden voorkomen, omdat anders door de hitte der zon en geen aanwezigheid van water de gevormde verbindingen weer omgekeerd op elkander gaan inwerken, zoodat dan de stikstof weer verdwijnt. Zoo wordt opgegeven voor een stuk groot vee per dag te strooien in den Btal 1/5—1/2 kg- gips. Zeer goed voor dat doel te gebruiken zijn de phosphorzuur-be rattende gipssoorten, en zoo komt dan ook in den handel een zout voor onder den naam van superphosphaatgips, dat verkregen wordt als afvalproduct bij de dubbelsuperphosphaat-bereiding, hetwelk uit stekend is voor mestconserveering. Het gebruik vau 1/3 —1/2 kg. dezer stof per beest en per dag verdient dan ook ster'* aanbeveling. De voor- deeleD, erdoor verkregen, wegen driedubbel op tegen de gemaakte onkosten; redenen genoeg om deze stof aan te bevelen. Naast de superphosphaatgips word ook aanbevolen het uitstrooien jvan kainiet, het meest bekende der Stassfurter kalizouten, die we in den handel aantreffen als kunstmest. In dit kainiet is een massa chloor voorhan den, waardoor de mest als het ware versche mest blijftde ontleding der bestanddeelen in de mestvaalt hebben alle plaats door de wer king van lagere organismen, en nu schijnt de chloor uit het kaiuiet de levenswerkzaamheid dezer organismen te doen ophouden. In ieder geval is by proefnemingen gebleken dat door aanwending van kainiet bijna alle stikstof in de mestvaalt was teruggebleven. Als zoodanig is 't gebruik van kainiet dus goed; een an dere oorzaak beperkt bare waarde en haar ge bruik heel sterk. Kainiet kan namelijk niet in de stallen worden uitgestrooid, omdat bet de hoeven der dieren aantast en tevens we gens den slechten invloed, dien het op de spijsverteringen uitoefent als de dieren zich likken en zoodoende deze stof naar binnen krijgen. Het gebruik van superphosphaatgips is dan ook voor de praktijk verre te verkie zen boven kainiet. Ook weet men dat het zwavelzuurijzer of ijzervitriool een goede vastlegger der ammoniak ishaar gebruik als desinfectans van menscbe- Igke faecaliën verdient dan ook aanbeveling. Voor practisch gebruik leent het zich op de boerderij minder door de te hoogen prijs. Overal nu, waar men goed zijn stalmest wil bewaren en zooveel mogelijk alle verlies wil voorkomen, verdient het gebruik van super phosphaatgips als conserTeeringsmiddel in den stal aanbeveling; zorgt men dan tevens voor een behoorlijk ingerichte mestvaalt en 't aan wezig zijn van een gierput, dan zal veel kapi taal worden bewaard, dat anders voor de boerderij verloren is. P. LEENHOUTS. DE STIERENKEURINCEN IN ZEELAND. Het rapport ia verschenen over de stieren keuringen in deze provincie, voorgeschreven bij art. 12 van het reglement aangaande de veefokkerij van rijkswege en bij art. 12 van het reglement op het houden van stierenkeurin- gen met subsidie uit de provinciale fondsen. Na afloop der ia dit voorjaar gehouden keuringen moeten die tot leedwezen der com missie min bevredigend worden genoemd. Het aantal aangevoerde dieren staat bij dat van het vorige jaar achterin 1898 werdon aangevoerd 114 oudere en 84 jonge stieren, in 1899 88 en 84, dus 26 oudere stieren minder. Ook van de qualiteit der stieren is duidelijk een teruggang in dit jaar waar te nemen. Voor de rybsbijdrage kwamen in aanmerking ia 1898 16 dieren voor een eerste, 11 voor een tweede en 15 voor een derde premie; dit jaar waren die cijfers 11, 19 en 15. Bg de jonge dieren zgn de cijfers nog on gunstiger in 1898 11, 13 en 19 en in 1899 5, 18 en 14. Als resultaat der gehouden beoordeelingen doet de commissie de volgende voordracht ter uitreiking der onderhoudsbijdragen en aanmoe digingspremies. Kriog Walcheren. Keuring te Middel burg. .Stieren met twee breede tanden. Onder houdsbijdragen f 55.50 niet toegekend, f 37 Nimrod van C». Kasse te Kleverskerke, f 18.50 Bruno van G. Hemsdijk te Nieuw en St. Joos- land. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremies van f 86 en f 24 niet toe gekend, f 12 DirJc van L. Krijger te Bigge- kerke, f 12 Sultan van Cs. Dekker te Koude - kerke. Van d« cdere stieren kon de beste, aanC. Franse te Kleverskerke toebehoorende, tot groot leedwezen der commissie door den eigenaar niet worden aangehouden doer gebrek aan medewerking in zgn naaste omgeving, waar de landbouwers liever slechtere Btieren gebruikten, wyi die voor minder geld dekten. De oudere waren vrij middelmatig, wat ook voor de jongere geldt. Stand en beenen waren bij de meeaten slecht, terwyi ook de voedertoestand zeer onvoldoende was. Op deze wijze moet de veestapel in Walcheren niet achteruitgaan maar achteruit vliegen. Keuring te Oostkapelle. Stieren met twee breede tanden. Onderhoudsbijdragen f 55.50 Kees van Kr. Poppe te Oostkapelle, f 37 Jaap van W. Maljaars aldaar, f 18.50 niet toegekend. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiën van f 36 niet toegekend, f 24 Cesar van Jac. SimonBe te Serooskerke f 12 Dirk van P. Besuijen aldaar. De oudere stieren wonnen het van de Mid- delburgsche, doch de jongere waren voor het meerendeel (er waren er 8) zeer onvoldoeade, terwyi hun voedertoestand niet de noodige zorg verried. Kring Schouwen-Duiveland. Keuring te Zierikzee. Stieren met twee breede tanden. Onderhoudsbgdragen: f 55.50 Prins II van B. Giljam te Ouwerkerb, en Sultan van Gebrs Struijk te Sir Jansland, f 37 Janus van Izak Hage te Zierikzee, f 18.50 Nelson van J. A. Ganzeman te Oosterland en Joseph II van J. M. Klompe te Dreischor. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiënf 36 Abraham van de wed. St. van de Velde te Zierikzee, f 24 Nobel van D. Kooman te Zierikzee en Concurent van M. K. Krepel te Bruinisse. Een zeldzaam sehoone collectie van 13 oudere en 11 jongere stieren, waaronder vooral de bekroonde buitengewone exemplaren waren. Schouwen Duiveland komt in dit jaar voor de te Zierikzee gepresenteerde dieren buiten allen twijfel de eerepalm toe! De stieren van de heeren B. Giljam, Gebrs Struyk en wed St. van de Velde moge zeld zame exemplaren genoemd worden. Keuring te Noordwelle. Stieren met twee breede tanden. Onder houdsbg dragenf 55.50 Valenten van C. van Schelven te Brouwers haven, f 37 Leon van Johs de Bakker te Haamstede, f 18.50 David II van de Stieren- vereeniging te Ellemeet. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiënf 36 niet toegekend, f 24 Valentyn II van C. van Schelven te Brouwers haven, f 24 Frans van H. Hanson te Eikerzee, f 12 Zola van M. Jonker te Renease. Ook een zeer sehoone collectie van vier oudere stieren, waarvan drie bekroond werden. De commissie had de groote voldoening den heer Johs de Bakker te kunnen overhalen, zijn besten lichtbonten stier, waaraan een slager reeds gretig de hand sloeg, nog een jaar voor de fokkery te behouden. De jongere stieren muntten niet in die mate uit en verscheidene daarvan waren nog veel te weinig ontwikkeld. Kring T h o 1 e n. Keuring te Oud Vosmeer. Stieren met twee breede tanden. Onderhouds bijdragen f55.50 niet toegekend, f37 Piet Jan van C. W. Snijder te Oud-Vosmeer en Dirk van F. J. Ampt aldaar. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiën f 36 niet toegekend, f 24 Bram van M. Goorder te Oud Vosmeer en Adolf van J. A. Stoutjesdgk te Tholen, f 12 Willem I van C. H. A. Stoutjesdijk aldaar. De oudere stieren waren minder goed dan vroeger; de jongere waren meerendeels door te schrale voeding te weinig ontwikkeld en beloofden niet veel voor de toekomst. Keuring te St. Maartensdijk. Stieren met twee breede tanden. Onderhoudsbijdragen f 55.50 niet toegekend, f 37 Rembrand II van J. P. Hage Cz. Reigersbwgh te St. Maartens dijk, f 18.50 Hector van M. C. Steendgk te Stavenisse en Willem van J. Hage Jr. Kal land te Poortvliet. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiënf 36 Bernard van J. P. Hage Cz. te St. Maartensdgk, f 24 Willem van M. C. Steendijk te Stavenisse, f 12 niet toegekend. Ook hier waren de oudere zoowel als de jongere stieren minder goed dan in vroegere jaren en moet ook de geringe ontwikkeling der laatste aan onvoldoende voeding en ver zorging worden toegeschreven. Kring Z u i d-B e v e I a n d. Keuring te Bij vergissing is in hel verslag hiervoor een ander genoemdRed. 's Heerenhoek. Stieren met twee breede tan den. Aangevoerd een stier, alleen ingezonden ten bewyze dat hij nog aanwezig was en dus recht had op de hem ten vorige jare toege kende premie. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiën: f 36 niet toegekend, f24 Victor van M. Boogerd te 's Heer Arendskerke, t 12 niet toegekend. Reeds vroeger is door de commissie ge klaagd over de geringe belangstelling der stie renhouders in deze gemeente, waar bepaald goede stieren zijn, wier eigenaars de moeite niet schijnen te willen doen uaar de keuringen te komen. De commissie stelt daarom voor, de keuringen te 's Heerenhoek te laten verval len en in de plaats daarvan Ovezande als keuringsplaats aan te wgzen. Keuring te Goes. Stieren met twee breede tanden onderheudsbijdragen f 55.50 Jan van S. Nooteboom te Kloetinge, f 37 Jan van C. de Bak te Wemeldinge, f 18.50 Frits van J. Wouterse te 's Gravenpolder en Reindert II van Adr. Zandee te 's Heer Hendribskinderen. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiën van f 36 en f 24 niet toegekend, f 12 Paul Kruger van Joh. Lin- kenbergh te Wolfaartsdijk. De eenjarige stieren waren zeer middelma tig, zoodat van 7 stieren slechts één enkele voor een aanhoudingspremie kon worden aan bevolen. De oudere stieren waren over het algemeen veel beter. Keuring te Kruiningen. Stieren met twee breede tanden, onderhoudBbijdragen f 55.50 Arabi van J. Blok Janus zn Jun. te Rilland- Bath, f 37 Nico van J. J. Mol te Waarde, f 18.50 Jan van Joh, Koogman te Kruiningen. Stieren met nog geen twee breede tanden. Aanhoudingspremiëa f 36 Pietje PUck van Ms Kostense te Kruiningen, f 24 en f 12 niet toegekend. De oudere stieren wareu zeer goed en vorm den een fraaie collectie, waarouder de stier Arabi van den heer J. Blok vooral uitblonk en een der schoonste stieren in Zeeland is. De jongere, met uitzondering ran den voor- treffelijken stier van den heer Kostense, lieten veel te wenschen over. Wordt vervolgd.) DE GEZONDHEIDS-TOESTAND VAN ONS VEE, UIT BELGISCH OOGPUNT GEZIEN. Het Ned. Landbouw-Weekblad, het officieel orgaan van het Ned. Landbouw-comilê, schrijft: Dat België hoofdzakelijk de grenzen voor ons vee gesloten houdt is, zooals bekend, ge legen in de protectionistische gezindheid. Natuurlijkerwgze wordt dan ook door de Belgische landbouwpers steeds gewezen op den slechten gezondheidstoestand van het vee in Nederland. De Landbouw, orgaan van den landbouwers- bond van Oost-Vlaanderen, heeft in het num mer van 16 April jl. een stuk opgenomen, ge titeld „mager vee", dat aldus luidt: „De gezondheidstoestand van het vee ver- Biecht in Hollandde ziekte brengt onbereken bare schade aan. Door ministerieel besluit vau 11 April is het invoeren van Hollandsche Melkkoeien langs het tolkantoor Visé verboden. Voor het oogenblik kan er geen sprake zgn, zelfs met quarantaine, den invoer van het ma ger Hollandsch vee in België toe te laten. De gezondheidstoestand van bet Hollandsch vee is al te slecht. Dus zullen de grenzen niet geopend worden voor het mager vee. De vetleggers zgn dus verwittigd." Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat officieele cijfers het bewijs leveren, dat de ge zondheidstoestand van het vee in Nederland veel beter is dan die in Belgiëwanneer men in die officieele cijfers het onoinstootbaar be wijs vindt, dat het mond- en klauwzeer zich in Nederland niet uitbreidt, doch vermindert, dan zal men het Belgische bericht op de juiste waarde kunnen schatten. Volgens De Fiscus gaat men aan onze grenzen nog maar stilletjes voort, om 's avonds en 's nachts sehoone melkkoeien te smokkelen. Dank der ervaring van de geroutineerde smokkelaars en de geheimzinnigheid, waarmede alles in zijn werk gaat, slaagt de smokkelhan del in den laatsten tgd buiten verwachting. Van aanhoudingen of aanslagen wordt niets vernomen, zoodat kooplieden en smokkelaars tegenwoordig goede zaken maken. INENTING TEGEN TUBERCULOSE. Meer en meer wordt zoo schrijft Nelie, uit den Parmer, in het Hbld de aandacht der boeren gevestigd op het nemen van proe ven met tuberculine. Een afdeeling der Hol landsche maatschappij van landbouw sloot daartoe een contract met een der heeren vee artsen, en de aandacht wordt gelukkig meer en meer hierop gevestigd. Merkwaardig is wat ik onlangs las. Verleden jaar had de koningin van En geland een kudde van 40, oogenschgnlijk geheel gezonde koeien, met tuberculine laten inspuiten, en toen een aantal reageerden, de geheelo kudde laten afmaken. Uit het verslag van deze inspuitingen bleek, dat van de 34 dieren, die reageerden, 33 werkelijk tubereu- leus bleken te zijnslechts ééne had een andere ziekte. Twee koeien die twijfelachtig waren, bleken eveneens ziek. Van de vier overige, die in het geheel niet hadden gerea geerd, waren drie volmaakt gezond, en had de vierde een zeer geringe aandoening. De proef leverde dus een schitterend bewijs voor de noodzakelijkheid der inenting, ook bij dieren, waarbij niets de ziekte doet vermoe den, en beveBtigt tevens het groote vertrou wen, dat door de deskundigen in de inentingen tot herkenning der ziekte, wordt gesteld. Meel als veevoeder. Door den directeur van het Rijkslandbouw- pr oefstation te Wagen in gen is aan de secreta rissen van landbouw-afdeelingen in ons land een circulaire gericht, waarin wordt medege deeld, dat bij hem het plan bestaat in den loop van dit jaar een enquête in te stellen naar den toestand der als veevoeder gebruikte meelsoorten hier te lande. Van regeeringswege is dit denkbeeld goedgekeurd en verlof gege ven 100 meelsoorten kosteloos te onderzoeken, indien zij door betrouwbare personen oordeel kundig worden gekozen en ingezonden. Aan de secretarissen der afdeelingen wordt nu ver zocht enkele in de streek der afdeeling tot veevoedering veel gebruikte meelsoorten met opgave van naam, prijs en leverancier toe te zenden, waarvan dan door het proefstation een onderzoek zal worden ingesteld en de resultaten daarvan den secretarissen kenbaar gemaakt. THOMAS VAN AQUINO OVER LEERPLICHT. In Het Centrum wordt de volgende uitspraak van Thomas van Aquino aangehaald .„Aan den bestuurder van den Staat komt het toe, verordeningen te maken omtrent de opleiding en leeroefeningen der jongelieden, waarin zij bekwaam moeten worden gemaakt, zooals gezegd wordt in het Xe boek derEthica. Vandaar, dat ook de Staatkunde, zooals in het le boek der Ethica gezegd wordt, bepaalt, welke wetenschappen in een gemeenschap moe ten beoefend worden, en welke ieder moet aanleeren, en tot hoeverre. En zoo blijkt, dat het aan den bestuurder van den Staat toe komt verordeningen te maken over het onder- wgs, en vooral aan het gezag van den H. Stoel" (contra impugnantes Dei cultum et religionemCap. III.) BEKOEMIJi «EJ* EITZ. Bij kon. besluit: is mr J. B. D. Tulleken, te Nijmegen, met al zijne wettige zoo mannelijke als vrouwelijke afstammelingen in den Nederlandschen adel ver heven, met praedicaten van jonkheer en jonk vrouw zijnopgeheven de directie der dir. bel., invoerr. en ace. te Leeuwardende provincie Friesland toegevoegd aan en de provincie Drenthe afgescheiden van de directie derzelfde middelen te Groningen en deze directie gelaten onder beheer van den directeur A. O. J. Schind- lerde provincie Drenthe toegevoegd aan de directie derzelfde middelen te Zwolle en be noemd tot directeur der dir. bel., invoerr. en ace. te Zwolle P. J. A. Clavareau, thans in gelijke betrekking te Leeuwarden; zijn benoemdtot officier in de orde van Oranje-Nassau mr C. J. Sicbesz, oud-water- graaf van het waterschap de Berkel, en tot ridder in die ord? mr A. J. baron van Nageli, watergraaf van het waterschap de ar kei zijn benoemd tot directeur van het rijkstele graafkantoor te Alkmaar, E. J. Veldhuyzen, thans directeur van het post- en telegraafkan toor te Boskoop, van het postkantoor te Gro ningen H. W. de Ridder, thans directeur van het post- en telegraafkantoor te Assen, en tot directeur van het post- en telegraafkan toor te Valkenburg J. P. Schoonhoven, thans in gelijke betrekking te Uithuizen. Aanstaanden Woensdag verleent de minister van justitie geene audiëntie. Blijkens een telegram van den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Iodië, wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar, evenals vroeger, geraamd op 198.000 pikols. DE KATHOLIEKE KAMERLEDEN. In zake het houden van Katholiekendagen is door de Vereeniging van R. K. leden der Tweede Kamer aan de kiesvereenigingen, die zich te dezer zake tot haar hadden gewend, medegedeeld dat zy, na gezette overweging van baar voorstel en na het oordeel te hebben ingewonnen van de hoogste gezaghebbenden in deze zaak, tot het besluit gekomen is, dat zoogenaamde Katholieke-Landdagen voor ge heel Nederland op dit oogenblik noch noodig, noch nuttig kunnen worden geacht. De nota, die door de katholieke leden der Kamer in de verschillende afdeelingen is voor gelezen bij de behandeling van de credietaan- vraag voor de ontwapeningsconferentie, luidt als volgt: „De ondergeteekenden, gebruik makende van het hun door het art. 26 van het reglement van orde verleende recht, wenschen de vol gende beschouwing aan de aandacht der re geering te onderwerpen. Met groote bewondering eb instemming heb ben zy het voorstel van Z. M. den Keizf r van Rusland tot het houden der vredesconferentie vernomen. De keuze onzer residentie als zetel dezer bijeenkomst begroeten zij als een hulde aan onze natie. Zy wenschen dan ook tegen deze edele poging tot het verminderen der oor logslasten en het voorkomen van bloedigen krijg allerminst in verzet te komen, daarin ge leid door het hooge voorbeeld van hun glorie rijk regeerenden Paus Leo XIII, die over het streven van den grootmachtigen Czaar den zegen van den Koning des Vredes heeft afge beden. Zij zijn echter van meening, dat het van hoog belang is te weten, welke verantwoorde lijkheid op de Nederlandsehe regeering rust ten opzichte der uitnoodigingen, aan de ver schillende Souvereinen en Staten gericht. De hierin opgesloten vraag wordt door hen gesteld met het doel, om tot klaarheid te komen over de met niet geringe verbazing en met rechtmatig leedwezen vernomen uitsluiting van den H. Stoel en van de twee Zuid-Afri- kaansehe republieken. Zy achten het daarom van gebiedend belang, dat aan de Kamer mededeeling worde verstrekt van de volledige, met.betrekking tot genoemdo uitsluitingen tusschen onze en de overige regee ringen gevoerde correspondentie, hetzij door overlegging ter griffie ter inzage alleen voor de leden, hetzij door openbaarmaking als nadere toelichting van het wetsontwerp." ALCOHOLGEBRUIK BIJ KINDEREN. In het be' ende boekje Orundziige der Krankenerndhrung van prof. Moritz komt een stukje voor over bovengenoemd onderwerp, waarvan dr D. Snoeck Henkemans in D$ Weg wijzer de volgende vertaling geeft: Over een zaak ziju alle artsen, die zich met het alcoholvraagstuk bezig gehouden hebben, het eens, namelijk hierover, dat voor den kinderlijken leeftyd absolute onthouding eisch is. Da hersenen van het kind, nog zoo ge voelig, nog in ontwikkeling, worden door alcohol veel meer geschaad dan die van vol wassenen. Het is eene algemeen verspreide ODjuiste meening, dat wijn en bier kinderen versterkt. Het gebeert toch zelfs, dat kinde ren wijn meê naar school krygen en zy moeten dan hun hersenen, die eenigermate verdoofd zijn, dubbel inspannen, om het onder wijs te kunnen volgen. Het is echter geen fabel, dat men zelfs zuigelingen bier uit de zuigflesch heeft gegeven. In deze dingen door beter voorlichting verandering te helpen bren gen, moest ieder arts voor zgn plicht houden. Dat volwassenen zich beperken in het genot van alcohol, waaraan zy zich gewend hebben, zal men dikwijls niet kunnen bereiken, ook al zyn zy van de scbadelgkheid in het geheim zeer wel overtuigd, maar ieder, die er behoor- lijk over ingelicht wordt, zal zich allicht er toe laten vinden, voor zgn kinderen dit gevaar verwijderd te houden. Op dit punt vooral moet de beweging tegen het alcoholmisbruik aangrijpen. De absolute onthoudiug in den kinderlijken leeftgd moet men tot ongeveer het 16e jaar uitstrekken. Als dit gewoonte werd, zou ver moedelijk ook de leer van de onmisbaarheid van den alcohol onder het publiek spoedig haar kracht verliezen. Slechts de gewoonte, uit de jeugd meegebracht, is het, die het gebruik van alcohol voor de meesten onmisbaar doet schijnen. En kinderen kan men zoo buiten gewoon gemakkelijk buiten het gebruik van alkohol houden. Zij gevoelen het gemis be grijpelijkerwijze, in 't geheel niet, ja weigeren meestal in 't begin het gebruik, en pas, wan neer zij eens het aangename eener verdooving hebben leeren kennen, verlangen zij er naar. Een niet onbelangryk punt, waarop ik vroe ger reeds heb gewezen, is nog, dat kinderen, wien geen alcohol gegeven wordt, veel langer, en dikwgls bHjvend, den smaak behouden voor een diëet zonder prikkelende stoffen, vooral ook voor de bun zoo nuttige melk, melkspijzen en eieren. We' is waar z«.l dit in om land niet zoo licit gebeuren als in wijni,.rodnceerande streken, maar vol komen dezslfie onvsrantwooidelijke dead begaan ouders, die w\jn of bier bjj het middagmaal aan kin deren geven, die daarna nog huiswerk moeten maken (Vett) Stukken voor den Qemeenteraad van Middelburg. Het voorstel van burg. en weth. tot het huren van weiland voor een puinplaats, waar van wy in een vorig nommer in het kort melding maakten, luidt in zijn geheel ala volgt: „Ter voldoening aan uw besluit van den 25 Januari jl. no 8 zijn wy met het bestuur der godshuizen in overleg getreden ten einde voor een reeks van jaren de beschikking te krygen over het aan het gasthuis behoorende weiland, waarover het begin van het Arnemuidsche voetpad is aangelegd, alsmede met den pachter van dat weiland. Het weiland is kadastraal bekend Middelburg sectie G n°' 106,466,476 en 477 en is op de hierbij gevoegde verklaring van dien pachter dd. 17 dezer geteekend. Het is 2.4180 H. A. groot. By het bestuur der godshuizen bestaat geen bezwaar dat aan het weiland gedurende een aantal jaren de bestemming van puinplaats worde gegeven, in dier voege, dat in de eerste plaats de daarin gelegen waterkom (sectie G no. 106) met puin worde gedempt en daarna het geheele perceel (waaronder ook geacht wordt te zijn begrepen de in de weide aanwe zige dwarsslooten, maar niet de drinkput met zoet water), met puin worde opgehoogd. Te dien einde is het bestuur bereid om na afloop van de thans loopende pacht (25 November 1902), behoudens de noodige goedkeuring van Gedeputeerde staten, het perceel onderhands aan de gemeente, met ingang van 25 November 1902, te verhuren voor 28 jaar en tegen den tegenwoordigen huurprijs van f 150 per jaar, met vrijheid om hetgeen niet onmiddellijk tot puinplaats noodig mocht zijn onder te verhu ren. Op het weiland zal puin tot hoogstens 1.75 meter boven zomerpeil van Walcheren (1.20 meter boven het maaiveld) moeten wor den gebracht en de bovenste 40 centimeter hiervan dient uitsluitend korengrond te zijn. Voorts bedingt het bestuur, dat de gemeente zich zal verbinden met het in werking treden van de overeenkomst (waaronder in deze dient te worden verstaan het oogenblik dat van de vergunning door den tegenwoordigen pachter L, Barentsen zal worden gebruik gemaakt) baar eigen puin op het perceel zal brengen en voor particulieren geen andere puinplaats be schikbaar zal stellen, een en ander totdat aan de bepalingen van het contract in baar geheel zal zgn voldaan. Verder nog verlangt het bestuur der gods huizen dat, indien het in 1930 mocht blijken, dat tengevolge van onvoldoenden voorraad puin het perceel nog niet op bepaalde wijze is kun nen worden verhoogd, dan met de gemeente

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 5