liieirgsÉ) Conrait
Middelburg 29 April.
FEUILLETON.
Dfi lotpalleï van Lois Cayley.
Verschillende Berichten.
BIJVOEGSEL
Maandag 1 Mei 1899, no 102.
den jaar en na 27 Mei geen gezin- of persoon
lijke kaarten meer verkrijgbaar zijn, herinneren
wij eraan, dat de commissie bestaat uit de heeren
J. Belderok, A. Bugs en L. K. van der Harst,
waar zij, die geen biljet ontvingen, en toch
gaarne voor deze concerten voor zich zeiven
of voor anderen zouden willen inteekenen de
gewenschte inlichtingen kunnen verkrijgen.
VOOR TWEEËRLEI CONCERTEN
wenschen wij, nu het seizoen daarvoor nadert,
even de aandacht te vragen van de muziek
liefhebbers in Middelburg en de nabijheid
ervan.
De eerste zijn de sedert jaren her bestaande
Zomerconcerten, die uitgaan van de confrérie
St. Sebastiaan en die in den laataten tijd, zoo
door overlijden als door vertrek naar elders,
huD ledental zagen afnemen, zonder dat het
evenwicht door toetreding van nieuwe leden
werd hersteld.
Teneinde op den zoo lang bewandelden weg
te kannen doorgaan, heeft het bestuur dier
concerten gemeend een poging te moeten aan
wenden om de deelname eraan te bevorderen
en zal het eerstdaags eene lijst rondzenden bij
hen, die het meent dat hun steun kunnen ver-
leenen.
Wij vertrouwen dat die poging een goed
resultaat zal hebben, want tegen een zeer bil
lijke contributie kan men zich en zijn gezin
gedurende den zomer een vijftal zeer genotvolle
avonden verzekeren. Immers, de zomerconcerten
worden door de muziekliefhebbers steeds op
hoogen prijs gesteld en het bestuur ervan
wenscht de aantrekkelijkheid ervan zooveel
mogelijk te verhoogen. Behalve dat, als ge
woonlijk, uitvoeringen zullen worden gegeven
door het muziekkorps onzer schutterij en
door de stafmuziek van het 3e regi
ment infanterie uit Bergen op Zoom, is
het bestuur erin geslaagd om voor een
concert ditmaal ook te engageeren de
kapel van het huzaren-regiment Kroonprins
van Zweden uit Malmö, ouder leidiug van den
kon. muziekdirecteur luit. N. 6. Strömberg,
welke kapel dezen zomer voor het eerst ons
land zal bezoeken.
Deze kapel, die vroeger meermalen concert
reizen door Europa ondernam, behaalde overal
een buitengewoon succes.
De heer J. A. Kwast, bevoegd beoordeelaar
van militaire muziek, die meermalen in de ge
legenheid was de kapel te hooren, constateert
zelden op het gebied van militaire muziek een
muziekkorps gehoord te hebben dat zoo de
volmaaktheid nabijkomt als deze kapel.
„Een zeldzaam zuivere stemming, prachtig
klankgehalte en onberispelijke uitvoering der
verschillende nummers maken het hooren van
dit corps tot een genot", schrijft hij.
Met die Zweedsche huzaren, die >n hunne
schitterende uniformen een kranig figuur maken,
zullen de leden der zomerconcerten kennis
bunnen maken Donderdag den 27 Juli.
In de tweede plaats worden door de com
missie voor de Zondagavondconcerten intee-
kenbiljetten rondgezonden, om in het a. s.
ZomerseiBoen, evenals vorige jaren, in den
Schuttershoftuin weder een drie- of viertal
concerten te doen geven door het muziekkorps
der dienstdoende schutterij.
In de vier jaar van hun bestaan hebben die
concerten zich een goeden naam weten te ver
werven en het druk bezoek, dat er steeds aan
ten deel viel, bewijst hoezeer zij in den smaak
vallen.
Zooals men weet, zijn de prijzen voor gezin-
en persoonlijke kaarten zoo gering, dat die
voor bijna niemand een bezwaar kunnen zijn
en maken zij het ook mogelijk, dat meer door
de fortuin begunstigden anderen, minder be
deelden, in de gelegenheid stellen te genieten
van goede muziekuitvoeringen in een
zins prettige omgeving.
Het eerste concert is voorloopig vastgesteld
op 4 Juni a.s.
Aangezien de inteekenbiljetten uitsluitend
wotden uitgereikt aan inteekenaren van
RAADSZITTING YZENDIJKE.
Omtrent het verhandelde in de Donderdag
te IJ z e n d ij k e gehouden raadszitting, waarvan
wij in 't kort een en ander meedeelden, schrijft
men ons het volgende:
In de eerste plaats werd het gemeenteverslag
over 1898 aangeboden en de jaarwedde van
den keurmeester Van Rooy besproken. Deze,
eerst door den raad met 4 tegen 3 stommen
als zoodanig aangesteld en naderhand, op eene
aanmerking vanGedeputeerde Staten dat hij geen
rijks-veearts was, zooals de verordening vor
derde, door den heer Louter vervaDgen, eischte
niettemin zijne jaarwedde. Burgemeester en
wethouders adviseerden tot afwijzing van het
verzoek, de heeren Carpreau en De Jager
waren voor transactie en de heer Hendrikse
was van oordeel, dat de raad daarmede in het
geheel niets te maken heeft, wijl er bij de be
noeming voldoende op een en ander is gewe
zen. In stemming gebracht, werd het voorstel
van B. en W. aangenomen met 4 tegen
stemmen en 1 onthouding.
Misschien loopen wij daarmede wel de kaï
op een procesje, als intertijd met het bekende
putje op het Molentje en de heul onder den
provincialen weg, wat der gemeente houderden
guldens heeft gekost.
Naar aanleiding van een voorstel, reeds den
12 Februari door het raadeid Hendrikse schrif
telijk ingediend, werd de verordening op de
danstenten, die verleden jaar bij wijze van
proef voor den tijd van één jaar in het leven
werd geroepen, nu voor goed vastgesteld met
ge toevoeging en tevens in de veroi
bepaling opgenomen, dat broodverkoopers
geen brood in voorraad mogen hebben, dat niet
aan het aangeduide gewicht voldoet. (Vroeger
stond er „ten verkoop voorhanden hebben" en
konden de overtreders beweren: „dat brood
verkoop ik niet").
Op eene aanvraag der regelings-commissie
voor de landbouwtentoonstelling om eene sub
sidie uit de gemeentekas, stelde het dagelij ksch
bestuur voor daarvoor een crediet van 400
toe te staan. De beer Hendrikse achtte dat
reeds een besliste zaak, wijl de commissie in
hare circulaires reeds bij voorbaat daarover
had beschikthij was er echter niet tegen, maar
wilde daaraan de voorwaarde verbonden zien
dat men behoorlijk rekening en verantwoording
deed, want het damescomité, dat onder patro
naat van burg. en weth. bij het huldigingsfeest
een collecte deed, weigerde inzage van
rekening te geven, niettegenstaande gepu
ceerd werd dat zij bij mevrouw De Vos voor
belanghebbenden ter inzage lag. Hier viel de
voorzitter den spreker in de rede en zeide dat
het damescomité wel degelijk rekening aan
burg. en weth. had gedaan en dit niets
de onder werpelijke zaak te maken had. Toen
spreker daarop wilde antwoorden, ontnam de
voorzitter hem het woord en werd met
stemmen tegen 1 (die van den heer Carpreau)
het gevraagde crediet verleend.
Twee aanvragen om erfpacht, van F. J.
Wijffels en J. A. Hochart, kwamen alsnu in
behandeling om stof voor een warm debat op
te leveren.
De heer Hendrikse vroeg den voorzitter wie
den aanvragers verlof had gegeven om gebouwen
te plaatsen op den grond, dien zij in erfpacht
verlangen, en toen de voorzitter daarop ant
woordde „burgemeester en wethouders", ont
zegde hij deze daartoe het recht, beschuldigde
hen van machtsmisbruik en achtte hij eeD raad
bij dergelgke willekeurige handelingen, zooals
er in den laatsten tijd herhaaldelijk plaats von
den, vrijwel overbodig; de minderheid werd.
volgens spreker, niet meer geteld, men deed
maar wat men wilde.
Ook de heer Carpreau achtte het wenschelijker
dat vooraf eene teekening van de te stichten
gebouwen werd overgelegd, wijl thans het ge
bouw van Hochart den boulevard ontsiert. Mot
algemeene stemmen werden de erfpachten toe
gestaan.
Tot ambtenaar van den burgerlijken stand
werd met algemeene stemmen herbenoemd de
heer C. de Vos, die door zijne periodieke af
treding als burgemeester had opgehouden als
zoodanig te fungeeren.
Tijdens de beraadslagingen vroeg de beer
Hendrikae of de voorzitter aan het slot der
vergadering de leden nog in de gelegenheid zou
stellen vragen te doen, inlichtingen te verzoe
ken of opmerkingen te maken, waarop de voor
zitter antwoordde, dat hij geen omvraag meer
zou doen, want dat hij niet altijd op vragen
dadelijk kon antwoorden en aan geen verras
singen wilde blootstaan. Wilde men vragen
dan moesten die schriftelijk vóór de
vergadering aan hem geschieden, waarop de
interpellant aanmerkte, dat het een goed mid
deltje is om de discusaiën te smoren, de spre
kers aan banden te leggen en willekeur uitte
oefenen. Niettemin vroeg hij hoe het stond
met de kerkhofkwestie 6n de wijziging van
den ligger, punten in de vorige vergadering
aangehouden en op de oproepingsbrieven zoo
wel als thans doodgezwegen.
De voorzitter antwoordde dat die zaken voor
behandeling nog niet rijp waren, omdat de
pastoor nog niet had geantwoord en de Oranje
polder nog niet had vergaderd.
In tegenstelling met vroeger werd deze zitting,
waaraan de gewone publiciteit niet was gege
ven, slechts door een paar ingezetenen en
verslaggever bijgewoond.
Volkssanatoria.
Vit het Engelsch.
VAN
GRANT allen.
ZESDE HOOFDSTUK.
De beleefde oude heer.
De oude heer lachte maar zweeg.
„Die middies zorgen misschien dat de
meisjes niet mishandeld worden."
Hij leunde achterover, zag mij aan en zei,
□a een poos„Bertha is Brighton A, premie
van uitvoer. Clara is Glascow en Zuid-West
uitgestelde schuld. Middies zijn gewone Mid
lands. Gij zijt een dame met beginselen."
Hij schoof meer dan ooit heen en weder en
ging voort met dicteeren. Zijn onderwerp
was mij een raadsel, het handelde steeds over
Indische rekeningen, katoenkort, en „vlak bij
de vereenigde Egyptenaren houden." De mark
ten schenen overvoerd. Hongaren moesten
behandeld worden, alsof zij verstokt
waren verstokte zondaren kende ik wel,
maar verstokte Hongaren De vrees werd te
kennen gegeven dat de Turken ongeregeld
warende neiging om te dalen van de Austra
liërs was Blechts tijdelijk en dat deed my
De Grieken werden bepaald eleoh;
ter, ofschoon ik meende dat zij al slecht ge-
waren. De Schotsche rails zouden wel
tot rust komen enzoovoort enz.
Na verloop van een uur stond de beleefde
oude heer op, trok zijn handschoenen weer
aan en zocht naar zijn stok. „Ik heb toch een
potlood gehad! O, dank u, dat is het! Mijn
hoed? Dan mijn aanteekeningen, dank u, die
raken altyd zoek. De menschen zijn zoo slor
dig. Dan kom ik morgen op hetzelfde uur
als gij dat voor mij open wilt houden. 1
zoo goed het op te schrijven."
nIk zal het wel onthouden."
«Zoo Maar gij weet mijn naam niet."
„DieH weet ik geloof ik wel. Gij zijt de
heer Marmaduke Ashurst. Lady Georgina
Fawley heeft n hierheen gezonden."
Hij legde hoed en handschoenen weer neer
en sprak op zachten toon„Gy zijt een
merkwaardige dame. Ik had Georgina op het
hart gedrukt niet te schryven dat ik kwam
en hebt gij mij herkend?"
«Bij ingeving."
#2ogals 'tu blieft niet dat ik op myn
zuster lgk; want ofschoon ieder rechtgeaard
man aan zgn familie gehecht is, zyn er toch
dingen in Lady Georgina die ik niet kan goed
keuren."
Ik herinnerde my haar gezegde„Marny is
een gek" en hield wyseiyk myn mond.
"Ik k°°P 'niet dat ik op haar gelijk,'
herhaalde bij.
sanatorium
Walcheren krggt dus
voor longlgders.
Zooals grootendeels in ons vorig nommer
reeds iB gemeld, besloot de Vrijdag te Utrecht
gehouden vergadering van de Vereeniging tot
stichting van volkssanatoria in Nederland dat
het tweede sanatorium te Hellendoorn(Overysel)
zal worden gevestigd.
Bij de bespreking over de plaatsbepaling van
het sanatorium, betreurde de afgevaardigde van
Zeeland, de heer dr J. P. Berdenis van Berle-
kom, het, dat het hoofdbestuur is afgeweken
van het plan, om eerst een land- en daarna een
strand-sanatorium op te richten.
Spreker toonde voorts met cgfers aan dat
Zeeland en bepaaldelijk Oostkapelle een uit
nemend geschikt en gezond terrein biedt voor
de oprichting van een sanatorium.
De voorzitter wees er op, dat een commissie
uit het hoofdbestuur met nauwgezetheid ver
schillende terreinen te Elspeet, Nunspeet,
Groesbeek, Mook, Bergen bg Alkmaar, Drie
bergen, Doorn enz. enz. heeft onderzocht. De
voorzitter toonde aan waarom aan Hellendoorn
de voorkeur wordt gegeven door de meerderheid
van het bestuur. Bovendien staat de burge
meester van die gemeente twaalf bunders grond
gratis af, terwijl de indusirieelen in Twente
een belangrijke subsidie toezegden. De minder
heid van het bestuur, bestaande uit drie leden,
was voor een zee-sanatorium te
Medegedeeld werd dat in Overijsel f 19.000
van donateurs, van de gemeente Hellendoorn
f 4000 subsidie wordt verkregen, terwyi de
collecten nog moeten worden gehouden.
Dr De Vlieger uit Almeloo aohtte het
kieslijker het eerste sanatorium op het land te
stichten en niet aan het strand. Spreker is
tegen een strand-sanatorium in Zeeland met
het oog op de malaria-koortsen.
Utrecht verklaarde zich voor een zee-aana-
torium, omdat men de heuveltjes in ons land
niet kan vergeiyken met de streken in Duitsch-
land, waar land-sanatoria woiden gebouwd.
Leeuwarden achtte de vergadering niet vol
doende ingelicht over de motieven der minder
heid, om bier over een plaats te heslissen.
Bovendien achtte Leeuwarden de zaak niet
urgent, wijl de noodige gelden nog niet
wezig zijn.
voorzitter zou het leed doen, indien de
beslissing, misschien voor een geheel jaar, zou
moeten worden uitgesteld.
Prof. Talma zeide dat de zaak van
sanatorium ernstig onderzocht is. De commissie
was daarom zoo zeer voor een zeesanatorium,
omdat een landsanatorium zal worden opgericht
door de daad van H. M. de koningin-moeder,
die wy allen zoozeer apprecieeren. Voorts
toonde spreker aan, dat er nog andere belan
gen dan de zuivere belangen der sanatoria in
't spel zyn. Wel een zeesanatorium dus,
maar niet daar, waar malaria voorkomt. Even
min mogen ze in een plaats waar dennenboo-
men worden gevondenmen moet hebben een
streek waar loofboomen zijn. Spreker stelde
voor dat de vergadering zou beslissen een sana
torium op te richten aan zee.
Prof. Kooyker wees er op, dat men rekening
moet houden met de vraagwelke personen
zullen naar de sanatoria worden gezonden
Voor spreker stond de superioriteit van de zee
sanatoria nog niet vast, en daarom zou ook
hij een nadere overweging nog hoogst wensche-
k vinden.
Leeuwarden gaf in overweging de meening
van het hoofdbestuur in een rapport aan de
ïgen te doen geworden, alvorens een
beslissing te nemen.
Prof. Pel zag geen kans binnen de eerste
jaren nieuwe gegevens omtrent de zee-sanatoria
verzamelendaarom ondersteunde by het
voorstel-Talma.
Utrecht ondersteunde, met het oog op de
besprekingen die over dit onderwerp op het
over een maand te Berlijn te houden congres
zullen plaats hebben tusschen Directeuren van
sanatoria, het voorstel van dr Baert de la
Faille uit Leeuwarden.
De vraaguitstel of niet werd beantwoord
met „geen uitstel" met 22 tegen 20 stemmen.
Alvorens te stemmen over de vraagland-
of strandsanatorium vroeg dr Pynappel of er
wel een geschikt terrein voor een strandsana
torium is gevonden.
Prof. Talma zeide, dat een terrein by Bergen
volkomen geschikt is.
De voorzitter wees er op, dat Amsterdam
besloten heeft een zee-sanatorium te bouwen,
en bracht vervolgens de beide voorgestelde
plaatsen Hellendoorn en Bergen in stemming.
Daarby werd met 21 tegen 9 stemmen en
11 blanco-stemmen Hellendoorn gekozen.
Medegedeeld werd dat de begrootingen voor
de enkele gebouwen van eea gesticht van 50
personen loopen van f 105,000 tot f 130,000.
Met verwarming, waschinrichting, keuken, arts
woning en boerderij zouden die cijfers klim
men tot f 150,000 a t 160,000. (Hbld.)
halve het uitvoerend bestuur, zes leden tegen
woordig waren. De secretaris bracht verslag
uit over het jaar 1898, waaruit bleek dat er
reden tot tevredenheid bestond, wyi de vereeni
ging niet zonder succes had gewerkt.
fel was er in 1898 schoolverzuim, doch dit
bepaalde zich hoofdzakelijk tot dezelfde leer
lingen. De heeren wijkbezoekers stonden hier
tegenover machteloos, daar hun yverigste be
moeiingen schipbreuk leden op den onwil der
ouders.
De door den penningmeester gedane rekening
en verantwoording over het geëindigde dienst
jaar wees aan dat de inkomsten f834.78 be
droegen en de uitgaven f687.22 beliepen, zoodat
de rekening over 1899 begint mot een batig
saldo van f 147.56.
BEÏOESGKUBA MZ.
Bg kon. besluit
zyn benoemdby het wapen der art. bij het
late reg. vest.-art. tot kap. de eerste-luit. V.
NoeBt, van het 4de regiment vest.-art.; bij het
korps pontonniers, tot eerste-luit. de tweede-
luit. H. J. D. van Maanen, van het korps
is aan den officier van gezondb. 2de kl. S.
Biegel, van het pers. van den geneesk. dienst
der landmacht, op het daartoe door hem ge
daan verzoek, een eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend, en die officier van
gezondheid benoemd tot reserve-off. van ge-
zondh. 2de kl. bg de landmacht.
De gewone audiëntie van den minister van
waterstaat zal op Dinsdag 2 en die van den
minister van justitie zal op Woensdag 3 Mei a.
niet plaats hebben.
Door de arr.-rechtbank te 's Gravenhage is,
ter vervulling der vacature van kantonrechter
te Alphen, opgemaakt de navolgende alpha-
betische lijst van aanbevelingmr J. C. von
Briel Sasse, kantonrechter te Woerdenmr
N. O. H. van Daalen Wetters, kantonrechter
te Heusdenmr G. J. van Everdingen, griffier
by het kantongerecht te Tiel.
fWKEHK KAIIEB.
Bij het sectie-onderzoek in de kamer van
het wetsontwerp, betreffende een crediet van
f 75000 voor de ontwapenings-conferentie is
zooals in een deel der oplaag van ons vorig
nommer is gemeld door de katholieke
leden eene collectieve nota overgelegd, hou
dende protest tegen het niet uitnoodigen van
Z. H, den Paua.
Aan dr Kuyper is Vrijdag door de Kamer
zonder debat verlof verleend tot het houden
zijner interpellatie, over de uitnoodigingen
voor die conferentie, op aanstaanden Dinsdag
na de pauze.
Tegen dien dag zijn verschillende ontwerpen
aan de orde, o. a. dat betreffende de stoom
tramverbinding op de Zuid-Hollandsche eilan
den, idem tram Walsoorden en de motie-
Troelstra (algemeen stemrecht.)
Akte-examens In Zeeland.
Vrijdag werden geëxamineerd 6 manneiyke
candidaten.
Afgewezen 1.
Geslaagd zgn de heerenJ. Verhoeven,
Graauw, C. A. Swenne, J. W. Omzeele en P.
M. Corbeel, allen Middelburg, en C. J. v. d.
Sloot, Terneuzen.
Voor de vrije- en ordeoefeningen der gym-
natiek werden geëxamineerd 2 mannelijke
candidaten.
Afgewezen 1.
Geslaagd is de heer K. G. Odink, Mid
delburg.
Deze mededeeling is nog opgenomen in het
grootste deel der oplaag van ons vorig nommer.
Akte nuttig© Handwerken.
De Staats-eourant van Vrgdag 28 April be
vat het Kon. besluit van den 17en April 1899,
(Stbld no 108) tot wijziging van het programma
voor het examen ter verkrgging eener akte
van bekwaamheid voor huis- en schoolonder
wijs in de nuttige handwerken voor meisjes en
van bet programma voor het examen ter ver
krgging eener aanteekening, bevoegdheid ver-
leenende tot het geven van huis- en school-
onderwgs in genoemd vak.
Volgens dat besluit zullen voortaan de ver-
eisehten zyn bedrevenheid in
het knippena. knippen van sloop, zyzak,
kinder- en vrouwenrok, mans-, vrouwen- en
kinderhemd, mans-, vrouwen-, jongens- en
meisjasbroek, kinderschortje, alle van een
eenvoudig modelb. naknippen van onderklee-
ding naar gegeven model
het naaien a. uitvoeren der bewerkingen,
voorkomende aan de by het knippen genoemde
voorwerpenb. inzetten van rechthoekige stuk
jes in effen gestreepte, geruite en gebloemde
katoenen, linnen en wollen stoffenc. n
van duidelijke, eenvoudige letters en
met kruis- en stiksteek;
het breiena. breien van eene kous, ook met
los voetblad, of sok en van een vrouwen
borstrok b. inbreien van een hiel met kleinen
hiel, van eene zool en van rechthoekige stuk
jes c. uit het hoofd breien van den gewonen
patentsteek en van twee open werkjes en twee
kantjes ter keuze van de adspirante;
het stoppena. stoppen van breiwerk
b. stoppen van een gaatje in gewoon en ge
keperd linnen, met linnen- en keperstepen
van eene rechte scheur, schuine insnijding on
winkelhaak met linnestop
het mazen: mazen van breiwerk met rechte
en averechte steken, van opzet- en afkant-
ateken, minderingen en meerderingen, teen,
grooten en kleinen hiel
het teekenen op het bordeenvoudig teeltenen
op het bord, maar alleen van hetgeen strikt
noodig is bij het klassikaal onderwijs in dei
nuttige handwerken voor meisjes aan leerlin
gen van eene lagere school.
Juiste denkbeelden omtrent het geven van
grondig, ook klassikaal, onderwijs in de nut
tige handwerken voor meisjes.
Het besluit zal voor het eerBt worden toe
gepast bij de in 1900 te houden examens,
waarvoor dit programma tot leiddraad strekt.
Tot nog toe luiden de vereischten
Juiste denkbeelden omtrent het geven van
grondig, ook klassikaal, onderwijs in de nuttige
handwerken voor meisjes.
Bedrevenheid in breien, mazen, stoppen,
naaien en knippen.
- „Een familietrek, misschien die kan,
zooals gij weet, bestaan met volkomen ver
schil van smaak en karakter."
„Dat is waar. Maar ik zie de gelijkenis niet."
„Vreemdelingen zien zoo iets veeleerder,
en zij kan ook slechts oppervlakkig zyn."
„Gg hebt gelijk. De beginselen mgner
zuster zijn de mgne niet. Gg schgnt een jonge
ime met veel doorzicht te zgn."
Hy scheen dit als een compliment op te
vatten en ik bedoelde alleen dat een alledaagsch
man heel goed da broeder kan zgn van een
knappe vrouw als Lady Georgina.
Hg nam zijn hoed en stok weer op en ver
liet beleefd buigende het kantoor. Hy was
kleingeestig, nauwgezet millionnair, die door
zyn beleefdheid en onderdanigheid opgeklom
men was. Zoodra hij weg was, vroeg Elsie
„Hoe wist gij dat Zij zijn toch zoo heel anders."
- „Volstrekt niet. Hunne gelaatstrekken
zgn dezelfdemaar de zijne zijn grof gewor
den en de hare ingevallen. Lady Georgina's
uitdrukking is scherp en spotachtig, die van
den heer Ashurst is zacht, dom en materieel.
Zg zijn beide druk en bewegelijk, ongedurig,
maar de drukte van Lady Georgina is eerlijk,
open, bg de hand die van haar broeder if
verborgen onder het masker van onderdanige
beleefdheid. De eene is snibbig, de ander is
kleingeestig. Het is dezelfde Mylady in twee
verschillende tonen."
Van dien dag af bezocht de heer Ashurst
ONDERWIJS.
Onder voorzitterschap van den heer dr.
G. Smit Sibiuga werd Vrijdagavond in het
Schuttershof alhier door de Vereeniging tot
wering van Schoolverzuim te Middelburg
algemeene vergadering gehouden, waarin,
Op de gasfabriek te Utrecht is Zondags,
rust ingevoerd; een klein gedeelte van het
personeel biyft werken, maar tegen hooger
loon.
Het ongeluk met den red
dingsladder te Rotterdam. De
verschillende rapporten in zake het ongeluk
met den reddingsladder aan het klimhuis te
Rotterdam, waatby een der leden van de on-
ons dagelijks, eerBt een uur lang, daarna met
veel verontschuldigingen den heelen morgen.
was zoo vry van mgn voornaam te vragen
en herinnerde zich myn vader een beste
i. Hg wilde niet dat Elsie voor hem werkte.
Gelukkig kreeg zg spoedig ook hare klanten.
De oude heer bepaalde zich volstrekt
niet by de Beursletterkunde. Hg was bezig
werk te schryven over de ver
klaring der profetiën. In tegenstelling met
zijn zuster was hij heel vroom en vormelgk.
Zg sprak van „een troep gekken" en hg met
zalving van „de geestelgke tekortkomingen
onzer arme broeders." Maar zgn godsdienstige
oelens en zijn beursgedachten raakten op
zonderlinge wgze verward in zijn brein. Hij
was overtuigd dat de Britsche natie op de
een of andere wgze de Verloren Tien Stam
men van Israël vertegenwoordigde in 't bg-
zonder Ephraïm.
„Dit zoo zijnde, juffrouw Cayley, is het
licht te begrijpen dat de bestaande handels-
welvaart van Engeland afhangt van de belof
ten, aan Abraham gedaan." Daarop ontvouwde
hij zgn stelsel van verklaring, dat van geheel
commerciëelen aard was. Het klonk als een
prospectus. „Wij hebben geërfd het goud
van Australië en de diamanten van de Kaap,
nu erven wij Klondyke en de Rand; wanthet
is zeker dat wg de Transvaal inlijven. Wat
beteekenende uitdrukkingen 1 de kostbaarhe
den van de eeuwigdurende heuvelen
Dat is het Rotsgebergte en de Himalaja.
„Zij zullen genieten van den overvloed der zee
dit slaat natuurlgk op onzen uitgestrek-
ten handel en „de schatten verborgen in
het zand" is ongetwgfeld de woestijn van den
berg Sinaï. Wat is dus onze bestemming
Een dame met uwe schranderheid begrijpt ter
stond dat bet is - Hij hield op en zag
my aan.
„Om den sultan uit Syrië te verdrgven
en Palestina te annexeeren."
- „Wilt gij wel geleoven dat ik te ver
geefs getracht heb dit duidelijk te maken aan
het Ministerie van Oorlog, aan den Eersten
minister, en aan vele hooggeplaatste personen
te Londen Die menschen begrepen niets
maar gij ziet het terstond in. De Rotschilds
willen zich niet met mij verbinden voor een
Palestina-syndicaat en tosh staat er in
Nahum III vers 17
„Financiers zien niets wat boven percen
ten gaat."
„Dat is bet. En toch zou dat syndicaat
40 p. c. geven." Op dien toon ging hy nog
een heelen tyd voort, totdat hy op eens vroeg
of ik te Girton geweest was en Grieksch kende?"
„Ja wel."
--„Zondt gij iets in Herodotus kunnen zoeken?"
„Zeker."
(Wordt vervolgd.)