MIDDELBIRGSCHE COURANT. BUITENLAND. 142s Jaargang. 1899i Maandag Een gunsligen indruk 13 Maart. 61- Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 11 Maart 8 u. vm. 40 gr. 12 u. 54 gr. av. 4 u. 52 gr. F. Verw. zw. W. wind, licht bew., m. deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 11 Maart. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rogel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te AmsterdamA. db La Mab Azn.; dam: Nijgh van Ditma». 3 Rotter- moet, dunkt ons, op alle voorstanders var leerplicht maken de memorie van antwoord der regeering op het voorloopig verslag der Tweede kamer over het aanhangige wets ontwerp. En zR, die ongeduldig werden over het lang uitblijven daarvan, znllen nu zeker erkennen, dat voor dit dralen gegronde rede nen bestonden, omdat de minister van bin- nenlandsche zaken op zeer nitvoerige, zaak rijke wijze zijn standpunt nader beeft ont vouwd en verdedigd, blijkbaar met ernst heeft overwogen de bezwaren, tegen zijn oorspronkelijk ontwerp ingebracht, en aan sommige met beleid is tegemoet gekomen. Principieele tegenstanders, of bestrijders pur sang van den leerplicht op zichzelven zal de minister niet van gedachten doen veranderen; en hoe degelijk de gronden ook mogen zijn, waarop zijn standpunt berust hoe welwillend zijn tegemoetkomende hou ding tegenover het bijzonder onderwijs ook moge wezen, mannen als pater Hendrichs en de zgnen, die zelfs bestraffingen van eigen partygenooten, o. a. van dr Sehaepman, tarttenen bladen als De GrondwetDe N. Delftsche CourantDe Hollander en hun aanhang zullen den strijd niet laten varen. Doch wat deert dat mannen als mr Goe man Borge8iu8, waar zy voor een goede zaak strijden. Welk een overtuiging spreekt er nit die lgvige memorie van antwoord, ruim 46 blad zijden druks beslaande Die doorlezende, bewonderden wij even zeer de heldere betoogtrant als het duidelijk streven van den minister, dat daaruit door straalt, om toch vooral geen enkel tegen argument onweersproken te laten, hoe gezoch: en, laten wij dit woord eens mogen gebrui ken, al klinkt het niet fraai, hoe „afge zaagd" het ook moge wezen. Want men zal toch moeten toestemmei dat by een vraagstuk, zoo lang aan de ord< als dat van den leerplicht, zoo herhaaldeiyk verdedigd en bestreden, men vanzelf telkens weêr staat voor oude en gezochte argumen ten. Dat alles is echter voor den minister geen hinderpaal om steeds even strijdvaar dig te zyn. Daar hebt gij het argument dat het de regeering te doen is niet om leerplicht maar om schooldwang. Hoe dikwyls is dat al niet gebruikt en bestreden En toch wijst de minister er nog eens uitdrukkeiyk op, dat het hem alleen en uitsluitend te doen is om het verzekeren van het noodige onderwijs aan allen. „Of dat onderwys wordt genoten op school dan wel te huis, is der regeering onverschillig, mits slechts de waarborg be staat, dat dengdeiyk onderwijs wordt ver strekt". En danhoe wist men der gcê gemeente te verkondigen dat het der regeering te doen was om den Staat de opvoeding der kinderen in eigen band te doen nemen. Ter bestrijding van dat beginsel schrijft de minister nog eens uitdrukkeiyk in de Memorie van antwoord „Ook naar de meening der regeering zou een wetsontwerp, hetwelk die stelling huldigde, in beginsel zyn af te keuren. Maar in het ont werp, thans by de Kamer aanhangig, komt geen enkele bepaling voor, welke bedoelde uitspraak ook slechts eenigermate zou wettigen. Wel wordt daarby den ouders verboden de opvoeding hunner kinderen te verwaarloozen door hun zelfs het meest noodzakelijke onder, wijs te onthouden, maar het springt in het oog, dat een dergelijk verbod geheel iets anders is dan de opvoeding te willen overbrengen op den Staat, la bet laatste geval belast zich de Staat met de opvoeding in de plaats van de ouders, in het eerste geval worden de onders door de wet verhinderd zich straffeloos aan den plioht der opvoeding te onttrekken- Dus juist het tegendeel. De misvatting, waaraan bovengenoemde leden zich schuldig maakten, zou verklaarbaar zyn, indien eene regeling werd voorgesteld welke de ouders zou verplichten hunne kinderen te jenden naar een bepaald soort van scholen, by voorbeeld naar de openbare. Maar daarvan is in de versta verte geen sprake. Dit wets ontwerp laat niet alleen de ouders in de keuze van de school geheel vrij, legt niet alleen volstrekt geen voorkeur aan den dag voor openbaar of byzonder, voor neutraal of ker kelijk onderwys, maar stelt de vrijheid der ouders om hunne kinderen geen onderwys te doen genieten, dat met hunne innige overtui ging in strijd is, zoo hoog, dat dezen in die gevallen, waarin zy geen plaats kunnen vinden op een school van hun eigen richting, zelfs het recht behouden hunne kinderen van alle onderwys verstoken te laten, indien zij daar aan de voorkeur geven boven plaatsing op een school van een andere richting." Maar wy willen onze lezers ditmaal liever niet vermoeien met aanhalingen nit die memorie. Zy zouden daaruit wel veel degelijks en flinks, maar toch ook niets nieuws vernemen. Hoe de minister denkt over het byzonder onderwijs, wy hebben het hun reeds mee gedeeld en er is wellicht nog wel eens meer aanleiding voor eene enkele aanhaling. Het is thans slechts ons hoofddoel onze groote ingenomenheid te betuigen met het werk van den ministerhem hnlde te brengen voor den bewonderenswaardigen arbeid, door hem verricht, en in 't kort eens te wyzen op de verbeteringen die zyn ontwerp heeft ondergaan. Wie indertijd kennis heeft genomen van de beschouwingen, over het oorspronkelyk ontwerp geleverd, zal bemerkt hebben dat door de voorstanders algemeen bezwaar werd geopperd tegen het voorgestelde zevenjarig tijdperk voor het verplicht schoolgaan. Daaruit toeh zouden groote onkosten zyD voortgevloeid voor de gemeenten en school besturen, omdat uitbreiding der schoollokalen een noodzakelijk gevolg ervan zou zyn geweest. De minister wil thans een zesjarig tydvak voorschrijven; zooals nu reeds gevolgd wordt. Het vangt aan met het zevende en eindigt met het dertiende jaar. Natuurlijk blyft den ouders de vrijheid hnnne kinderen vroeger fchoolwaarts te zenden; maar door deskundigen wordt uit paedagogisch oogpunt het nu voorgestelde tijdperk ook zeer toegejuicht. Zoo menig maal is door de onderwijzers geklaagd dat, waar het laatste schooljaar het best is, de meeste kinderen de school gaan verlaten wanneer zij zoo ongeveer den leeftijd bereikt hebben, dat zij zelf lust en ambitie begin- te kiygeu in hetgeen hun onderwezen wordt. Uit dat oogpunt is het tydvak tus schen het zevende en het dertiende jaar van veel meer waarde dan dat, liggende o het zesde en twaalfdeen ook daarom is het een goede gedachte van den minister toe te geven aan de bezwaren, vooral om fioancieele redenen geopperd tegen zyn oor spronkelyk idee. Een tweede, groote verbetering brengen de in het ontwerp opgenomen bepalingen omtrent het herhalingsonderwijs, waarvan het bijwonen tot den vijftienjarigen leeftijd verplichtend is gesteld. Dit onderwys heeft tot heden jammerlyk fiasco gemaakt, en dit kon niet anders, omdat er by gebrek aan leerplicht niets of byua niets te herhalen viel. Omtrent die belangrijke wijziging zegt de minister in zijne memorie van toelichting ,,De bepalingen betreffende het verplicht her halingsonderwys behoeven slechts eene korte toelichting. Evenals bij het verplicht gewoon lager onderwys is bepaald, dat de ouders, enz. zich van hunne verplichting kunnen kwyten langs twee wegendoor huisonderwys of door schoolonderwys. Schooldwang is dus ook hier uitgesloten. Uit den aard der zaak moet de verplichting tot het doen verstrekken van herhalingsonder- wijs aanvangen, zoodra het kind niet meer valt onder den gewonen leerplicht. Wanneer moet echter de verplichting eindigen? De ondergeteekende heeft gemeend als algemeene regel het einde te moeten stellen by het he reiken van den vyftienjarigen leeftyd even wel niet op den verjaardag als zoodanig, maar by het einde van den cursus. Aan de ge tebesturen wordt echter de beyoegdheid toe gekend den leerplichtigen leeftyd voor jongens met een jaar te verlengen. Dit is geheel ia overeenstemming met het boven ontwikkelde denkbeeld, dat by het herhalingsonderwijs zoo veel mogelijk rekening moet worden gehouden met plaatselijke toestanden en plaatselijke be* hoeften. De verlenging zal echter alleen de jongens mogen betreffen, niet omdat meisjes minder behoefte hebben aan goed onderwys, maar omdat het verplicht stellen van herha- lingsonderwys ook voor meisjes boven 15jaar in de practijk tot beswaar aanleiding zou kan nen geven. De tegenstand van velen, om meisjes van dien leeftyd in de avonduren op school te laten gaan, behoort te worden ge gëerbiedigd. In den regel zal het herhalingsonderwys wel vyf maanden in het jaar gedurende 10 uren in de week worden gegeven. Om echter alles, wat naar overdryving zweemt, te vermyden, is he. paald, dat men met 8 uren in de week gedurende vier maanden kan volstaan. De meeste artikels van deze wet zyn ook op het verplichte herhalingsonderwys van toepas sing verklaard. Zoo ook de vrystellingen,maar met eenige uitbreiding. Zijn er ouders, die er voorkeur aan geven de kinderen nog een jaar langer op de gewone lagere school te laten blyven, dan behoort de wet dat niet te verbieden. De „45 minuten gaans" zyn hier tot 30 minuten ingekort, omdat het herhalings onderwys in de avonduren wordt gegeven. Waar enkele artikels niet toepasseiyk zyn ver klaard, is daarvoor een bijzondere reden. Voor vrystelling wegens landbouwwerkzaamheden gedurende zes weken van het jaar kan natuur lijk bij herhalingsonderwijs geen sprake zyn". Eeu derde verbetering mag wel genoemd worden het vervallen der bepaling omtrent verplichte aanneming van leerlingen ten minste tweemaal in het kalenderjaareene bepaling, welke, volgens veler getuigenis, een zeer nadeeligen invloed op den gang van het onderwijs zou uitoefenen en waar tegen ook wy indertyd zijn opgekomen. De voorschriften betreffende de controle zijn evenzeer veel verbeterd en in menig opzicht vereenvoudigd, wat de handhaving der wet ten goede zal komen. En al vreezen wy nog altijd, dat de bepa lingen ten opzichte der vrijstellingen voor gemoedsbezwaarden de denr kunnen openeD voor misbruikenbij de behandeling van het ontwerp in de kamer zal, naar wij hopen, hieraan nog wel uitdrukkeiyk de noodige aandacht worden geschonken en getracht om ontduiking van de wet onmogelijk te maken. Maar wanneer zal die behandeling nn plaats hebben Zal zij nog geschieden in dit zittingjaar? De commissie van rapporteurs stelt voor het ontwerp nogmaals aan een onderzoek in de afdeelingen te onderwerpen. Met het oog op de belangrijke wijzigingen, daarin gebracht, en de regeling van het herhalingsonderwys, valt daarvoor zeker wel een en ander te zeggen, al is het te betreuren, dat de openbare behandeling daar door weêr vertraagd zal worden. De kamer bespoedige en bekorte daarom dit onderzoek zooveel mogelyk! Het vraagstuk is nu toch wel van alle kanten voldoende bekekenen aan de meeste, ernstige bezwaren, door de kamerleden ge opperd, kwam de minister te gemoet. Veel moeite behoeft het nieuwe aideelings- onderzoek dus niet te kosten. Aan de voorstanders van den leerplicht in de kamer en die zyn er, wy weten het, onder alle partijen thans om de regeering de behulpzame hand te bieden, voortvarend, krachtig en flink, teneinde een nationaal werk tot stand te brengen, dat ons volk tot zegen kan worden. Eenige voortvarendheid in deze kan waar- lyk geen kwaad. Het ministerie gaat der vertegenwoordiging voor en overlaadt haar met werk. Wy zyn verlangend uit hare handen nu eens de vruchten te zien van al dien arbeid, waartoe de regeering haar als 't ware dwingt. gnnBte van den vrede, maar vooral dewensch om een internationaal scheidsgerecht opgericht en bestendigd te zien, zoodat, by alle onder hen voorkomende geschillen, de arbitrage worde toegepast en dus oorlog, zoo niet ge heel vermeden, zoo kort mogelyk en niet ver woestend en onmenscheiyk gevoerd zal worden. Naar wy vernemen is de kinder-uitvoering, die in den schouwburg alhier zal plaats hebben ten voordeele van Kindervoedingwe gens ongesteldheid van eenige medewerkenden, acht dagen uitgesteld en uu bepaald op Don derdag 23 Maart a. In de aanstaande week zal het ss. Neder landvan de maatschappy Zeelandin het droge dok alhier worden gezet om te worden schoongemaakt en daarna de kruiser Noord Brabantonlangs te Vlissingen te water ge laten. Op het eerste ontwerp der zomer dienstregeling op de Staatsspoorwegen, welke met 1 Mei a. s. aanvangt., komen op de lijn Vlissingen—Roosendaal een paar ingrijpende wyzigingen voor. De sneltrein, die thans 's avonds om 5.33 van Vlissingen vertrekt, gaat dan 33 min. vroeger i arriveert te Middelburg 5 9, te Goes 5.28, Bergen op Zoom 6.6 en te Roosendaal 6.20. De laatste avondtrein van Vlissingen wordt 24 min. vervroegd en vertrekt van daar te 6.10, van Middelburg 6.21, van Goes 6.49, van Ber- gen-op Zoom 7.56 en komt te Roosendaal aan te 8.14. jze treinen geven correspondentie in de richtingen Breda en Rotterdam. In omgekeerde richting komt er alleen eene wyziging in den trein, die thans 's middags te 1.10 uit Roosendaal vertrekt. Deze gaat dan 9 min. later en komt te Bergen-op-Zoom 1.37, te Goes 2.35, te Middelburg 3.5 en te Vlissin gen 3.14. Alles Greenwich-tyd. (G. Crt). Uit Vlissingen. Met ingang van 1 dezer zyn by het Belgisch loodswezen aldaar bevorderd tot zeeloodsde hulploodsen L. F. Lafère, E. L. Meyer eu B. V. Maes; tot loodsleerlingde matroos van het lichtschip Wielingen F. F. Timmerman en de matroos van dea maildienst, te Ostende, J. J. Corneau, terwyl de loodsleerling F. L. Lenaers, van den loodsdienst te Ostende, in gelyke betrek king te Vlissingen overgeplaatst is en in diens plaats te OsteDde is benoemd de matroos van het lichtschip Wielingen A. P. A. Willems;en tot matroos aan boord van datzelfde lichtschip de matrozen van den maildienst te Ostende A. C. Declerck, F. X. Calemyn en E. F. Blondé deze laatste in piaats van den matroos F. X. Raekelboom van datzelfde lichtschip, die tot loodsleerling te Nieuport is benoemd. UIT STAD EN PROVINCIE. Mogen wij nog eens herinneren dat het adres van dankbetuiging aan den Czaar van Rusland, voor zyn bekend optreden gunste eener vermindering van krijgslasten en ter bevestiging van den vrede, alhier ter teekening ligt by de heeren J. C. &W.Altorf- fer, Van Benthem Jutting en P. A. Jam De lijsten zullen in originali door tusschen- komst van het hoofdoomité aan den Keizer van Rusland of aan het inmiddels opgetreden con gres worden aangeboden. Het hoofddoel der manifestatie is niet alleen een uiting van alle volkeren van Europa ten De heer A. Wisse, onderwyzer te Big g e k e r k e, is benoemd tot onderwyzer aan een openbare lagere school te Utrecht. De ryksveldwachter C. de Waard is 18 dezer verplaatst van Biggekerke naar Zoutelande. De vereeniging Door Oefening Volmaakter te T h o 1 e n vierde deze week haar öOjarig bestaan, onder groote belangstelling. Zy telt thans 100 leden. De rederykerskamer Cats voerde bij die ge tegenheid op De gevolgen van een leugen. Verder werden een viertal komische kamer stukjes en voordrachten ten beste gegeven muziek verhoogde de feestelijke stemming en geanimeerd bal besloot de gezellige byeen komst. De hedendaagscbe anti-Joodsche beweging. Over dit onderwerp sprak Vrijdag avond te Vlissingen de heer W. Bax van Zaandam, daartoe uitgenoodigd door de aldaar gevestigde afdeeling van den NederlandschenProtestanten- i. Er was een talrijk publiek opgekomen te talrijk bijna om plaats te vinden in de kleine zaal van den heer Stofkoper. Spreker begon met te betoogen, dat de or thodox-kerkelijke beschonwing van het Joden dom, als zouden de Israëlieten zyn het uitver koren en met byzondere liefde verzorgde volk van Jehovah, hoeveel roerends en aantrekke lijks deze beschonwing ook moge hebbeD,toch niet houdbaar is, en ging verder na het leven en het lyden der Israëlieten van het begin onzer jaartelling af. Zoo naderde hi) tot den toestand der Joden in onze dagen, hetgeen hem gelegenheid gaf uit te wyden over de heftige, algemeen doordringende antisemitische weging, die zich in alle landen openbaart. Hierna gaf de heer Bax in korte, doch spre kende schetsen weer, welke vervolgingen, af persingen en verdrukking de Israëlieten te lyden hebben in landen als Rusland en Duitsch- land. Hy staafde zyne beweringen o. a. door het aanhalen van eenige regels uit het ge schrift van den bekwamen Russischen rabbijn Rülff, waarin deze de Europeesche vorsten smeekt, zich het ellendig lot van zyne onge lukkige geloofsgenooten aan te trekken. Waarin," zoo vroeg spreker, „waarin moeten wy de oorzaak zoeken van dezen weerzin tegen hot semitisme, van welken weerzin ons land, met zyn hoog ontwikkeld beginsel van ge- wetensvryheid, Goddank, tot nu toe vry bleef?" Naar zyne meening is die in de eerste plaats te vinden in den onafwijsbaren rassenhaat, bestaan de tusschen Joden en Christenen, en in de tweede plaats in een gevoel van drang tot wraakne ming op de moordenaren van hun profeet, dat reeds de eerste Christenen bezielde. Menigmaal vergaten èn deze èn latere Chris tenen de groote beginselen van zachtmoedig heid en verdraagzaamheid, juist door dezen leidsman ook tegenover zyne vyanden gepre dikt. Maar, mogen de Christenen in vele opzichten schuld hebben, spreker toonde ook aan, en wel met groote onpartydigheid, dat ook de Joden niet geheel zyn vry te spreken van het opwek ken van haat tegen hun geslacht. Op menige wondeplek in het karakter van den Israëliet legde de heer Bax den vinger, bv. waar hy sprak over hunne bekende geld- en woeker zucht. Daar tegenover evenwel wees hy erop hoeveel de menschheid in 't algemeen, op gebied van kunst, handel en wetenschap, dankt aan eminente, edele zonen uit Abraham's nage slacht. Denken wij, zeide spr., aan een Baruch Spinoza, een Rothschild, een Mendelssohn Bartholdy en tal van anderen. Spreker eindigde met eene aansporing tot verdraagzaamheid van beide zyden, Joden zoo wei als Christenen de laatsten vooral moesten niet vergeten, dat beide moeten en kunnen leven naast elkander, met elkander, steunende elkaar en daardoor beide gelukkig. Een warm applaus verkondigde den spreker 3 instemming, welke zyne woorden by zyne hoorders vonden. Na eene korte pauze, deed de heer Bax zich nogmaals kennen als een bekwaam redenaar, door een korte improvisatie op zedekundig ge bied, welke ook met aandacht gevolgd en luide toegejuicht werd. De heer Delvoye dankte uit naam van de aanwezigen den spreker voor de aangename oogenblikken, allen door zyne bezielende voor drachten verschaft, en sprak den weDSch uit spoedig weer den heer Bax te zien optreden, bij welken wensch onze berichtgever zich gaarne aansluit. Beknopte Mededeelingen. Het onderzoek naar de beide aanslagen, welke Dinsdag te Toulon zouden zijn gepleegd, geeft nog al geruststellende resultaten. De bij het kruithuis gevonden dynamietpatronen waren niet gevaarlykde inhoud ontplofte niet eens toen men ze probeerde. En de op den schild wacht geloste revolverschoten hebben waar schijnlijk in de verbeelding van den man beBtaan. Maar al vallen dan ook de aanslagen van Dinsdag weg, dat de groote ramp van Zondag het 'gevolg van misdaad was, blijft mogelijk. De Engelsche liberalen hebben in het district Ellan weer een mooie overwinning behaald. Hun meerderheid steeg van 306 tot 984 stemmener werd veel drukker gestemd dan in 1895, maar de conservatieven hadden zelfs nog minder stemmen dan toen. Het te Praag verschynende Tageblatt meldt, dat de Oostenryksche regeering een nieuw plan heeft voor de bylegging van den taalstryd. Zij zal een Duitsch en een Czecbisch gebied maken, en daar tusschen een gemengd gebied. Dit laatste zoo klein mogelyk, om vattende de streken waar 25 der bevolking een andere taal spreekt. Er zullen negen „kreisamhten" worden ingesteld, de meeste on-» gemengd, zoodat voor de ambtenaren uit beide deelen der bevolkiDg een voldoende carrière wordt opengesteld. De Hongaarsche Kamer nam het voor loopig vergelyk met Oostenryk aan. Het heengaan van den Russischen gezant was niet de eenige moeilykheid welke de Ser vische regeering by het jongste feest had. Er werd cour gehouden door den koning, waarbij ook de Boelgaarsche agent tegenwoordig was. Toen nu de Turksche gezant binnenkwam en den Boelgaar bemerkte, verliet hij terstond met het personeel van de legatie de zaal. De hofmaarschalk bracht de zaak echter in orde. De Turksche gezant kreeg een heele booge ridderorde en de Boelgaarsche agent werd eerst later, na het eigeniyke corpsjliploma- rique, ontvangen. De vorst van Samos is werkelijk afgezet en vervangen door Konstantin Valganis, presi dent van het hof van appèl te Konstantinopel. Het ja toch waar, dat de ChineeBcbe kei;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1