Verschillende Berichten. Woensdag werd te Oostburg eene algomeene vergadering gehouden van de af deeling Oostburg der Zeeumche landbouwmaat- echappij. Het voorzitterschap werd waargenomen door den heer L. J. Roggeband en 44 leden waren tegenwoordig. In deze eerste vergadering in 1899 sloeg de voorzitter een terugblik op het afgeloopen jaar. Spreker noemde dat wel geen ongunstig jaar, doch meende dat het beter had kunnen wezeD hij herinnerde aan den regen in Juni '98, die vele partyen gerst en tarwe had doen legeren, terwyi daarentegen de droogte in Augustus en September veel schade had toe gebracht aan de wortelgewassen. Waar ze niet door St. Jansvuur waren aangetast, gaven erwten een bevredigend geschot, terwyi paardenboonen bepaald slecht waren te noemen. Haver gaf eene ruime opbrengst by goede qualiteit. Vlas werd voor goeden prys ver kocht aardappelen waren in alle opzichten goed. Klaver en gras waren meer dan vol doende. Prijzen van granen en vrachten waren vry bevredigend, al was naderhand eene daling gekomen, zoodat tarwe bepaald weder te gering in prys is geworden, wat spreker voor deze soboone cultuur inderdaad be treurde; Na nog gewezen te hebben op de moeiiyk te verkrijgen samenwerking in zake bet bieten contract, waarvan spreker de schuld wierp op de laksheid der landbouwers; na herinnerd te heb ben aan den gunstigen loop van den handel in paarden, en aan den betreurenswaardige!) toestand van dien in hoornvee, sprak de voor zitter den wensch uit, dat ieder in eigen kring zooveel mogelijk zou meewerken tot aanwerving van meerdere leden voor de afdeeling, die materieelen steun nog zoozeer noodig heelt. Hierna opende hij de vergadering. Uit de daarop volgende mededeelingen van den voorzitter bleek o. a. dat het bestuur te IJzendyke is geweest en daar alles in orde heeft bevonden voor de a. s. tentoonstelling hij hoopte dat de leden de tentoonstelling met hun vee, dat daartoe in Btaat is, zullen bezoeken. De rekening van den penningmeester werd goedgekeurd met een goed slot van f 401.77, zoodat, wyi nog een bedrag van f 366.32 bij de spaarbank is belegd, het kassaldo f 768.09 bedraagt. Hierna werd voorlezing gedaan van het adres der heeren P. O. J. Hennequin, G. A. Vorster- man van Oyen, J. C. Stern, H. G. Hammacher en P. F. Tbomaes, in overleg met het bestuur, nl. bet Adres inzake de Belgische grenskwestie. AAN H- NI. DE KONINGIN, geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden, allen inwoners van Zeeuwsoh-Ylaahderen dat zij de vryheid nemen zioh tot Uwe Majesteit te wenden, ten einde uiting te geven aan het in die streek algemeen gedeelde gevoe len, dat de toestand, waarin de veehandel met het aangrenzende Belgiö verkeert, onhoudbaar mag genoemd worden, tengevolge van de moeilijkheden, door dat Rijk bij den invoer van vee in het leven geroepen dat zij het noodig achten, opdat die toestand met juistheid door Uwe Majesteit kunne be oordeeld worden, de verhouding te schetsen, waarin hunne grensstreek tot Belgiö staat, meer bepaald, boe de huidige stand van zaken ge boren is geworden en voortduurt, en hoe de belemmeringen by den invoer in Belgiö, juist in Zeeuwsch-Vlaanderen, den handel, in het bijzonder in vee, drukken dat zy, voor alles, in herinnering weuschen te brengen, dat de eenige takken van bestaan hier de landbouw en de veeteelt zyn en dat, nagenoeg zoader uitzondering, alle vee wordt gekocht voor Belgische rekening dat het begin der moeiiykheden voor de grensbewoners in hun handel met België dag- teekent van den tyd, toen de wet op de be- umetteiyke veeziekten in werking trad, tenge volge waarvan de vrije invoer van vee in Nederland in elk opzicht werd opgeheven dat de eerste maatregel van Belgische zijde, tegenover de sluiting onzer grenzen, was het weigeren van den toegang voor onze varkens. Weldra evenwel werd het vee bg den invoer getroffen door hooge invoerrechten, zeer ten nadeele van de verkoopers. Intusschen bleef de Belgische grens geopend voor alle vee, al was bet dan ook dat de prijzen voortdurend gedrukt bleven. België, dat tot dien tijd op sauitair gebied weinig voor de veefokkery bad gedaan, volgde het voorbeeld van zijne nabu ren en. bestreed ernstig de besmetteiyke vee ziekten; het bestaan van eenige besmetteUjke veeziekte in Nederland kon daardoor een reden werden om de grenzen te sluiten. Het mond en klauwzeer, hoewel evenveel en misschien in meerdere mate voorkomende in België, vervulde die rol, en men liet de grenzen enkel nu en dan geopend, om in een tijdelijk gebrek aan fokvee te voorzien. Toch werd de sluiting onveran derd gehandhaafd van 13 November 1896 tot 15 November 1898, gedurende welke periode groote hoeveelheden vee in België frauduleus werden ingevoerden hoe gering de kans van besmetting door Nederlandsch vee gevreesd werd, werd bewezen door het feit, dat doer de Belgische grensbeambten aangehaald vee, in België niet alleen vryheid verkreeg daar te blijven, maar met medeweten van iedereen in het openbaar werd verkocht; dat thans de grenzen geopend zijn voor melkvee, maar onder zeer bezwarende voor waarden. Eene quarantaine toch van 10 dagen, gevolgd door eene inspuiting met tuberculine, die eene observatie van 3 dagen noodig maakt, doet het ingevoerde vee 13 dagen op de plaats van invoer, op kosten van den invoerder, blijven, en drukt de pryzenmeer dan de risico van den smokkelhandel dat, naar de meeniBg van ondergeteekenden, bet recht om tuberculeus vee te weigeren, aan België redeiyk niet kan worden ontzegd, daar waar het zichzelf aanzieniyke offers getroost om die ziekte onder zyn vee uit te roeien dat evenwel maatregelen tegen den vryen invoer van andere producten den toets der rechtvaardigheid niet kunnen doorstaan, met name een invoerrecht van fr. 3 per 100 kilo gram op gedorsohte haver en een invoerrecht op boomen, niet gegroeid op laadeu of grond van Belgische eigenaren; dat derhalve ongedorschte haver vryeiyk kan ingevoerd worden, wat samenhangt met den aankoop van groote hoeveelheden veld vruchten in Zeeuwsch-Vlaanderen door Bel gische landbouwers; dat de ondergeteekenden in de houding der Belgische regeering in zake de grenskwestie te vergeefs naar eenige welwillendheid zoeken, en zich teleurgesteld gevoelen, dat de ver klaring van den Nederlandschen Minister van Buitenlandsche Zaken in de zitting der Tweede Kamer van de Staten-Generaal van 13 Nov. 1896, zoo beschaamd is geworden dat de woorden, toen door genoemden mi nister gesproken, luiden „Welnu, mynheer de voorzitter, ik wensch als mijne gevestigde overtuiging in dit opzicht te kennen te geven en zoo iets zegt men van deze plaats niet zonder grond dat sluiting van de Belgische grenzen voor ons vee by aanneming dezer con ventie (verbetering kanaal TerneuzenGent), noch nü, noch in eene toekomst, die verder reikt dan de naastkomende, zal geschieden, tenzy aeer ernstige en overwegende redenen, uitsluitend aan den sanitairen toestand van het Nederlandsche vee ontleend, zulks voor de Belgische regeering onvermydeiyk mocht maken" dat zulke woorden niet van do regeerings- tafel zouden zyn gesproken, indien de Belgi sche regeering geene ernstige beloften had gedaan dat in stryd met deze pertinente verklaring van den minister van buitenlandsche zaken, zooals boven reeds is aangehaald, de grenzen gesloten bleven tot 15 November 189 8, niettegenstaande de zorg voor den gezond heidstoestand van het vee de vergeiyking met die in België zeer goed kan doorstaan, en zeer zeker in 1896 nog geen sprake was van het nemen van maatregelen tegen den invoer van tuberculeus vee; dat de belemmeringen, die onze veehandel aan de Belgische grenzen ondervindt, niet wezeniyk moet geweten wordeu aan den toe stand van ons vee, maar aan den geest vaB protectie, die de Belgische regeering bezielt, onder den drang van den daar te lande be- staanden „Boerenbond"; dat ook tengevolge van den invloed, dien de Boerenbond bezit, een recht wordt geheven op den invoer van boter, welk recht onze roomboterfabrieken dwingt, hare room naar België te vervoeren, en daar tot boter te verwerken dat zy nogmaals wenschen te herhalen, dat van de Belgische regeering, blijkens het boven aangevoerde, geenerlei toenadering of welwillendheid in de zoogenaamde grenskwestie is te verwachten dat de bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen met hart en ziel aan Nederland zyn gehecht en met leede oogen zien hoe het grootste ge deelte van hunne streek in eigendom toebe hoort aan Belgische eigenaren dat deze ongewenschte toestand een gevolg is van het isolement, waaria Zeeuwsch-Vlaan deren tot voor korten tyd heeft verkeerd; immers het eenige bruikbare publiek middel van ver voer, de stoomtram Breskens-Maldeghem, dag- teekent eerst van 1887 dat evenwel door het tot stand komen van dit middel van vervoer het isolement, wat be treft den veehandel, met het overige gedeelte van Nederland niet is opgeheven; dat door onbekendheid met, waarschijniyk, en moeiiyke bereikbaarheid van deze streek, by verkoopingen van landerijen geene koopers uit andere streken opdagen, en, by niet ge noegzame koopkracht onder de inwoners zelf, de gronden doorgaans in banden van Belgische kapitalisten vielen; dat ook die omstandigheid zeer veel heeft medegewerkt om te maken, dat alle handel bijna uitsluitend gevoerd wordt met België, vooral wat het vee betreft dat de huidige toestand alzoo voor den vee handel van Zeeuwsch-Vlaanderen verderfelgk mag genoemd worden en eerlang onhoudbaar zal zyn, dewijl van de noordzyde de Schelde en van de zuidzijde de gesloten Belgische grens de slagboomen zijn, die den uitvoer van ons vee in den weg staan; dat ondergeteekenden op grond van het bovenstaande wagen aan Uwe Majesteit te verzoeken, zoodanige overeenkomst met België te sluiten, dat voor Zeeuwsch-Vlaan deren open handel worde verkre gen met den Noordkant van België wat betreft het vee, en daartoe aan te wyzen als lijn, waar de. formaliteiten van den invoer zullen geschieden, den zuidelijken oever van de Wester-Schelde. Hetwelk doende, enz. Het adres werd by acclamatie goedgekeurd, na een opmerking van den heer P. de Muijnk, dat de in het adres beschreven toestanden hoe langer hoe meer onbetrouwbaar worden. In onderscheidene gemeenten zal gelegen heid gegeven worden om het adres te tcekenen, terwijl afdrukken zullen gezonden worden aan de leden der Eerste en Tweede kamer. Voorts werd, op voorstel vau den heer Ham macher, besloten het verzoekschrift niet op de gewone wijze, d. i. per post, aan H. M. de koningin te verzenden, doch aan eene com missie, bestaande uit meergemelde heeren en het bestuur der afdeeling, op te dragen, zoo zij daartegen geene bezwaren hebben, aan H. M. om eene audiëntie te verzoeken om het adres te doen aanbieden. Op deze wijze krygt deze zaak meer het wezen eener manifestatie. De heer Ham macher heeft zichvoorgeateld dat dshh.der redac tie nit en buiten bet bestuur zich wel zeiven de kosten van reis enz. zullen willen getroosten verder wensohte spreker dat die commissie zich tevens zou vervoegen by de ministers van buiten- en van binncnlandscbe zaken. De heer Hammacher twijfelde niet of de Koningin, die veel voor de Zeeuwen over heeft, zou de deputatie met welwillendheid hooren. (Applaus). Aan eene eventueel te vormen commissie in de afdeeling Hulst zal verzocht worden op geiyke wyze te handelen. Als afgevaardigden tot de vergaderingen van het hoofdbestuur werden bij acclamatie aangewezen de heeren J. de Bruynede Die en en als hunne plaatsvervangers gekozen de heeren J. L. I. de Bats en L. B. Sturm. Naar aanleiding van de opmerking van den heer P. de Muynk dat z. i. by de verplichte hengstenkeuring de eischen te hoog gesteld worden, vooral op het gebrek cornage, ontstond eene uitvoerige discussie, die tengevolge had, dat het bestuur beloofde deze zaak met het hoofdbestuur te bespreken. Nadat de heer Hammacher, zoowel voor zich persooniyk, als, naar hy geloofde, voor de ge- heele vergadering, dank had gezegd aan den heer Lucieer voor de wgze, waarop deze de denkbeelden der commissie van bet meerge meld ontwerp-adres, dat in hoofdzaak „het papieren kind" van den heer Lucieer is, in woorden had gebracht, werd de vergadering met een woord van opwekking tot deelname aan de a. tentoonstelling, door den waarne- menden voorzitter gesloten. Onder den aanhef: „Waakt, Landbouwers, waalctt Het kaliconsortium vindt navolging wordt in het Ned. Landb. Weekbl. de aandacht gevestigd op eene circulaire van do firma Iman J. v. d. Have te Zierikzee, die dubbel gezeefd katoenmeel aanbiedt, maar omtrent het onder zoek het volgende zegt „Tengevolge van de onmogelijke bepalingen, die met lo. Januari jl. bij de Rijkslandbouw proefstations in werking getreden zyn, sta ib van af dien datum niet meer onder openbare contröle. Dit wil niet zeggen, dat ib bevreesd ben het door mij geleverde te laten onderzoekeninte gendeel, ik ben zóo overtuigd, dat mgn dubbel gezeefd katoenmeel aan de gestolde garantie voldoet, dat ik iederen kooper het recht geef een monster op te zenden naar een der Rgks proefstations, onder voorbehoud echter, dat de kosten voor zgn rekening zijn, indien het ge garandeerde gehalte wel en voor de mijne, wanneer dit gehalté niet aanwezig is". De redactie van genoemd, weekblad merkt hierbij op: „Wat is nu do beweerde garantie? Voor uwe kosten, landbouwers, moogt gy het lateD onderzoeken aan de. proefstations; blgkt het voldoende, dan moet gy de kosten als boete betalen; is het niet voldoende, dan krggt gy het tekort van het geleverde niet terug maar gij zyt vry gesteld van de boeteu in de kosten van het onderzoek opgelegd." Hoe kan een. solide firma, als deze voegt de redactie er bymet dergelijke voorstellen komendie moeten toch wel ondoordacht zgn gedaan. Tegen Stegeman, het Staphorster boertje is door de justitie eene vervolging ingesteld, wegens het onbevoegd uitoefenen der genees kunde te Amsterdam. Hij is dan ook Dinsdag niet in de hoofdstad verschenen. Verscheidene lieden, die zich bij hem vervoegden, keerden onverrichterzake terug, en de agent in burger- kleeding, die er door de politie naar toe was gezonden, kreeg ten antwoord, dat het boertje wegens onaangenaamheden met de justitie vooreerst niet meer naar Amsterdam bomt. Biykens het door de Mig. tot Expl. van S. S. aan de regeering gezonden ontwerp, re gelende den treinenloop gedurende den aan staanden zomerdienst, zullen, zooals trouwens reeds vroeger, zij het dan ook niet officieel, is gemeld, met ingang van 1 Mei de treinen 81, 83, 82, 84, 1, 5, 7, 9, 2, 4, 6 en 10, welke het sneltreinverkeer tusSchen AmsterdamBel gië via Esschen en AmsterdamVlissingen onderhouden, niet meer via Utrecht, maar via Gouda—Rotterdam D. P.—Dordrecht wor den gevoerd; Door de Commissie van Rapporteurs in de Tweede Kamer zal worden voorgesteld het gewijzigd ontwerp der Ongevallenwet aan een nieuw afdeelingBonderzoek van de Tweede Kamer te onderwerpen. De afdeelingën van "genoemde Kamer heb ben benoemd tot rapporteurs overafschaf fing der rgkstollen, verzekering der veiligheid van het verbeef op dë wegen, rgksvoorschot voor den tramweg WinschotenBellingwolde, de heeren Mutsaers, Van Ascb van Wijck (Ede), Van Deinse, Bastert en Tydeman. Naar Het Volksdagblad meldt, heeft de anarchist Rudiger reeds lang hier te lande gewoond, zoowel te Rotterdam als te Amster dam, en dat onder zijn waren naam, zonder zich schuil te houden, zyn juiste naam was in het vreemdelingenboek ingeschreven reeds begin Januari en eerst 14 Februari werd hy ten huize van Samson gearresteerd, onder voor geven dat hij zich niet bad opgegeven aan het bevolkingsregister. Nadat men hém 14 dagën in arrest heeft gehouden en men niets heeft kunnen vinden, dat grond voor ernstige vermoedens gaf, is hij verleden week Donderdag over de Duitsche grenzen gezet. Naar aanleiding van het in de N. R. Ct. opgenomen stukje over vergiftige schaaldieren merkt een deskundige op, dat de in dat opstel genoemde orde van de Ostracoden het mossel krabbetje (Pinnotheres Pisum) niet onder hare leden telt; dit laatste behoort tot de Thoraco- ftraca (Sehalenkrebsc). Den naam Muschelkrebse hebben de Ostracoden dan ook te danken aan hun tweekleppige Behelp. Jammer genoeg, zijn dezen deskundige geen betrouwbare waarne mingen bekend omtrent de giftigheid van het mosselkrabbetje. Een binnenschipper te Rotterdam, die verklaard had Woensdag te zullen gaan laden, heeft heel wat van zyn collega's te verduren gehad. Eerst werd 's nachts zijn schuit met steenen gebombardeerd en toen hy Woensdag morgen wilde verhalen, werd hem dit, doordat andere schepen dwars in het vaarwater gingen liggen, belet. Later op den dag kwam hy op zgn voornemen terug. Aldaar is een meisje, ongeveer 15 jaar oud, op een terrein achter een kuiperij, bewusteloos gevonden. Twee mannen werden verdacht haar aangerand te hebben. De toestand van het meisje, dat naar het ziekenhuis gevoerd werd, levert geen gevaar op. Nader is gebleken dat het meisje vermoe delijk bewusteloos is geworden door het ge bruik van sterken drank. De beide mannen, in wier gezelschap zg geweest is, zyn opgespoord. Te 's Gravenhage is in den nacht van Dinsdag op Woensdag, op den hoek van het Hofspui een jongmensch, ambtenaar aan het staatsspoor, door een drietal individuen aan gerand, waarscbijnlgk met het doel om hem te berooven. De jongeling ontving een slag tegen het oog, werd op den grond geworpen en mishandeld, totdat eenige voorbygangers nader den en de roovers op de vlucht togen. Te Voorburg is een uit het krankzinni gengeaticht te Medemblik ontsnapte krankzin nige aangehouden op het oogenblik dat hy inbraak wilde plegen. De man bekende aan meer inbraken schuldig te zyn. Te Leiden is een dame aan nona over leden. Zij had een dag of tien geslapen. By de veiling van oudheden in de Brakke Grond te Amsterdam, onder directie van Frederik Muller, werd Woensdagmiddag een antiquair zgn portefeuille ontrold met ruim f 5000 aan bankpapier. Dader onbekend. In den nacht van Dinsdag op Woensdag heeft aldaar in een zijstraat van den Haar- lemmerdgk, een vry felle brand gewoed. De bewoners van het perceel, die een water en vuurnering dryven, konden niet meer door de gewone deur ontvluchten, doch moesteD achter uitklimmen. De winkel is geheel uit gebrand en het pas gehuwde echtpaar, dat nog niet verzekerd was, geruïneerd. Te Baarn is in eene woning ingebroken en een hoeveelheid zilveren tafelgereedschap ontvreemd. De slechte gewoonte om uit een voorby- stoomenden trein briefjes of pakjes te werpen heeft te Heer Hugowaard aanleiding gegeven dat een wachteres vrg ernstig aan een harer oogen is gekwetst. Een jongmensch wierpeen brief, verbonden aan een stuk briquet, en het laatste trof de wachteres. Te Woerden had een weduwe, die een emmer water wilde scheppen, het ongelnk in den Rijn te vallen, vermoedelijk, door de glad heid der schooling. De vrouw werd levenloos opgehaald. Een 81-jarige vrouw te Kampen, die hal- starig weigerde baar woning in het gasthuis, dat afgebroken wordt, te verlaten omdat zg meende dat zij daarop recht bad, is nu toch uit haar woning gegaan, als zijnde ter verdere bewoning ongeschikt. De gebeele inboedel bevindt er zich echter nog in. Met het af breken wordt geregeld voortgegaan. Per deurwaardersexploit is aan de regenten aangezegd, dat het oudje de woning, op welker bewoning zy een verkregen recht had, voor de imminente gevaren is gaan verlaten, onder protest tegen de gewelddadige ontzetting en onder reserve van haar recht op schadever goeding in den uitgebreidsten zin. Een dolle koe heeft Zondagmiddag heel Finsterwolde in rep en roer gebracht. Het dier, dat verkocht was, ontkwam aan zyn ge leider en liep eerst twee mannen, die het. wilden tegenhouden, in woeste vaart omver. Verder werden drie kinderen op de horens gonomeD, waarvan er een, een meisje, zooda nige kwetsuren kreeg, dat het 't bed moet houden. Het beest liep door de kom van het dorp, waar het een algemeen sauve qui peut gaf. Sommigen vluchtten in huizen en anderen klommen in boomen, een jongen sprong in een gracht enz. Eene moeder en haar dochtertje vluchtten in eene behuizing, doch konden de deur niet zoo spoedig sluiten, of de koe had haar kop reedB binnen en stormde de gang in. Intusschen waren moeder en kind de kamer binnengevlogen en hadden de kamerdeur nog juist intgds gesloten. De geleider van het dier trachtte het nu bij den kop te brygen, doch werd op de horens genomen en door een doornheg gedrukt. Een landman werd tegen een muur gedrukt en eenigszins gewond. Bij het vervolgen van een 11-jarigen knaap viel het beest in een sloot, die de jongen over kwam, en brak den nek. De beterschap van de koningin van België houdt aan. Alweer heeft in België een botsing tus- schen twee treinen plaats gehad, ditmaal door dien een goederentrein niet ver vanTirlemont inreed op een trein, die een transport paarden naar Duitschland zou brengen. Omstreeks 20 wagens zijn geheel vernield, en verscheidene paarden zijn gedood of gekwetst. Dinsdagavond had op de Schelde voor Antwerpen een ongeluk plaats, dat gelukkig goed afliep. De binnenschuit van schipper Albrechts werd aangevaren door de stoomboot Althon. De schuit werd stuk geslagen en zonk by na onmiddeliyk, terwijl de schipper en zgn knecht op de stoomboot oversprongen. Maar de schippersvrouw liep eerst nog naar de kooi om het kind te reddei); daarna sproDg zij, een riem onder den arm nemende, over boord, juist op het oogenblik dat het schip zonk en bleef zoo, met de eene band het kind, met de andere den riem houdend, nog vyf minuten drijven, tot zy op de hoogte van het Zuiderdok door schippers gered werd. „Gestorven van gebrek, ellende en ouder dom", luidt de doodsverklaring die een politie- dokter te Parys schreef voor een zeventig jarige bedelvrouw, die op den stroozak dood op haar kamertje werd gevonden. In eeu zakje, dat zij om den hals droeg, vond men 80.000 frc. aan geldswaardig papier. Het proces over de poging tot vergifti ging van den heer Bianchini is afgeloopen. Uit de mededeelingen van hem zeiven voor de assises bleek nog dat hy bekend was met de verhouding tusschen zyn vrouw en Adolf Mayer. Hy wilde daarom scheiden, maar om zgn vrouw te sparen had hg haar een paar oude brieven gegeven, welke baar konden dienen om hem van ontrouw te beschuldigen. Voor een man is dat minder dan voor een vrouw, zoo zeide hij. Het proces is daarmede geëindigd, dat mevrouw Bianchini onder verzachtende om standigheden is veroordeeld tot vyf jaar dwangarbeid. Bij het verlaten der rechtszaal heeft de veroordeelde getracht zich met een haarnaald te vermoorden. Maar men heeft deze poging nog juist bg tyds verijdeld. Volgens de Gaulois heeft een Fransch- man, in de Transvaal woonachtig, frs. 5000 voor de weduwe Henry gezonden. Deze heeft er de helft van afgestaan voor de vrouw van een onlangs gestorven, pas uit Madagaskar terug gekeerde hoofdofficier. Wegens een geschil over Dreyfus heeft te Puy (Frankrijk) een tweegevecht met den degen plaats gehad tusschen een luitenant en een| architect. De laatste werd lichtgekwetst en de kampioenen verzoenden zich. Het verstandigst zou geweest zyn, wanneer zij met dit laatste begonnen waren. Te Maubeuge kwam men tot de ontdek king dat in de kajuit van het schip Esmeralda de schipper, diens vrouw en diens zoon door verstikking het leven hadden verloren. Behalve de Duitsche keizer hebben ook de regeeringen van Engeland en Italië en de prins van Wales betuigingen van deelneming gezonden aan de Fransche regeering naar aan leiding van de vreeselgke ontploffing bg Toulon. In de Fransche kamer is door een der leden een crediet van 200.000 fra. voor de nagelaten betrekkingen der slachtoffers gevraagd. De snelst varende boot der wereld, de Kaiser Wilhelm der Grosse, heeft haar record verbeterd. Woensdag middag 6.10 vertrok het schip van Cherbourg, waarna het Dinsdag voormiddag te 10.18 te Now-York aankwam. De reis van 3148 mgl had dus 5 dagen, 20 uur en 58 minuten geduurd. In Japan zyn weer eenige aardschokken waargenomen. De schade was hoofdzakelgk van materieelen aard; slechts enkele personen hebben het leven verloren. Wie had ooit gedacht dat de nouveauté der Hollandsche dienstmeisjes,, om per.Jiets marktwaarts te trekken, bier navolging zou vinden? roept de Makassaarsche Crt. uit. En toch is 't zoo. De kokki ('t is wel is waar een laki) van den vorst van Gowa snelt tegen woordig iederen morgen per fiets ons bureau voor by, om op de passer het noodige voor de vorstelijke tafel te gaan koopen. Alweer wordt gemeld dat de regeering van Britsch-Indië besloot suiker, die onder genot eener premie uit andere landen is uit* gevoerd, bij invoer in Indië met een bijzondere belasting te treffen. Niet trouwen met den handschoen, maar met den hoed. Eenigen tyd geleden heeft zich een Europeesch gouvernementsdienaar teSema- rang met een inlandBChe vrouw op Mohamme- daansche wijze doen trouwen. Volgens de Loc* werd dit huwelijk door den daartoe bevoegden panghoeloe voltrokken buiten tegenwoordigheid echter van den bruidegom, wyi deze vooraf schriftelgk bad te kennen gegeven niet bg de voltrekking tegenwoordig te kannen zyn; hy had evenwel bg die gelegenheid zgn hoed aan den panghoeloe gezonden en deze hoed kon hem, volgens inlandsch gebruik, vertegenwoor digen. Vermoedelijk zal dit voorbeeld wel navolging vinden onder de Earopeanen die met inlandeche vrouwen trouwen. Mevr. Kipling heeft zich in de laatste voor haar zoo smartelgke dagen als eene heldin gedragen. In de uiterste spanning ging zij Zondagavond tusschen haar man, die in een hotel, en haar dochtertje, dat by vrienden ziek lag, heen en weder, zonder een oogenblik haar zelfbeheersching te verliezen en, wanneer zg bij haar man was, onveranderlgk dezelfde welgemoedheid toonende, ofschoon zy wist, dat haar kind lag te sterven. Vroeg in den och tend merkte de geneesheer, die van het bed der kleine niet geweken was, eene groote verandering op. Hg deed terstond de moeder waarschuwen, maar voor dat deze zich nog had kunnen kleedeD, ontving zg bericht dat het kind dood was. Toen een oogenblik later haar man ontwaakte, begroette zg hem met een geruststellenden glimlach. Evenals de novellist zelf leden zgne beide meisjes aan longontsteking. Het jongste ia zeer aan de betere hand. INFLUENZA. Die ziekte neemt weer meer ea meer toe. In ons land en ook in onze omgeving is menigeen daardoor aangetast. Te Kopenhagen woedt zy steeds in hevigen graad. Men telt thans ruim 4000 gevallen. De schouwburg van het Casino heeft reeds ver scheidene avonden geen voorstellingen kunnen geven, door ziekte van het personeel. Ook in Engeland komen nog vele gevallen voor, waaronder met doodeUjken afloop. In verband daarmee wgst het British Medi cal Journal nog eens op het onverantwoorde- ïyke die ziekte, zooals nog altyd velen doen, als zoo weinig ernstig te beschouwen, en d«i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 2