Verschillende Berichten.
Woensdag werd te Oostburg eene
algomeene vergadering gehouden van de af
deeling Oostburg der Zeeumche landbouwmaat-
echappij.
Het voorzitterschap werd waargenomen door
den heer L. J. Roggeband en 44 leden waren
tegenwoordig.
In deze eerste vergadering in 1899 sloeg de
voorzitter een terugblik op het afgeloopen
jaar.
Spreker noemde dat wel geen ongunstig jaar,
doch meende dat het beter had kunnen wezeD
hij herinnerde aan den regen in Juni '98,
die vele partyen gerst en tarwe had doen
legeren, terwyi daarentegen de droogte in
Augustus en September veel schade had toe
gebracht aan de wortelgewassen.
Waar ze niet door St. Jansvuur waren aangetast,
gaven erwten een bevredigend geschot, terwyi
paardenboonen bepaald slecht waren te noemen.
Haver gaf eene ruime opbrengst by goede
qualiteit. Vlas werd voor goeden prys ver
kocht aardappelen waren in alle opzichten
goed. Klaver en gras waren meer dan vol
doende. Prijzen van granen en vrachten
waren vry bevredigend, al was naderhand eene
daling gekomen, zoodat tarwe bepaald weder
te gering in prys is geworden, wat spreker
voor deze soboone cultuur inderdaad be
treurde;
Na nog gewezen te hebben op de moeiiyk
te verkrijgen samenwerking in zake bet bieten
contract, waarvan spreker de schuld wierp op de
laksheid der landbouwers; na herinnerd te heb
ben aan den gunstigen loop van den handel
in paarden, en aan den betreurenswaardige!)
toestand van dien in hoornvee, sprak de voor
zitter den wensch uit, dat ieder in eigen kring
zooveel mogelijk zou meewerken tot aanwerving
van meerdere leden voor de afdeeling, die
materieelen steun nog zoozeer noodig heelt.
Hierna opende hij de vergadering.
Uit de daarop volgende mededeelingen van
den voorzitter bleek o. a. dat het bestuur te
IJzendyke is geweest en daar alles in orde
heeft bevonden voor de a. s. tentoonstelling
hij hoopte dat de leden de tentoonstelling
met hun vee, dat daartoe in Btaat is, zullen
bezoeken.
De rekening van den penningmeester werd
goedgekeurd met een goed slot van f 401.77,
zoodat, wyi nog een bedrag van f 366.32 bij
de spaarbank is belegd, het kassaldo f 768.09
bedraagt.
Hierna werd voorlezing gedaan van het adres
der heeren P. O. J. Hennequin, G. A. Vorster-
man van Oyen, J. C. Stern, H. G. Hammacher
en P. F. Tbomaes, in overleg met het bestuur,
nl. bet
Adres inzake de Belgische grenskwestie.
AAN H- NI. DE KONINGIN,
geven met verschuldigden eerbied te kennen,
de ondergeteekenden, allen inwoners van
Zeeuwsoh-Ylaahderen
dat zij de vryheid nemen zioh tot Uwe
Majesteit te wenden, ten einde uiting te geven
aan het in die streek algemeen gedeelde gevoe
len, dat de toestand, waarin de veehandel met
het aangrenzende Belgiö verkeert, onhoudbaar
mag genoemd worden, tengevolge van de
moeilijkheden, door dat Rijk bij den invoer
van vee in het leven geroepen
dat zij het noodig achten, opdat die toestand
met juistheid door Uwe Majesteit kunne be
oordeeld worden, de verhouding te schetsen,
waarin hunne grensstreek tot Belgiö staat, meer
bepaald, boe de huidige stand van zaken ge
boren is geworden en voortduurt, en hoe de
belemmeringen by den invoer in Belgiö, juist
in Zeeuwsch-Vlaanderen, den handel, in het
bijzonder in vee, drukken
dat zy, voor alles, in herinnering weuschen
te brengen, dat de eenige takken van bestaan
hier de landbouw en de veeteelt zyn en dat,
nagenoeg zoader uitzondering, alle vee wordt
gekocht voor Belgische rekening
dat het begin der moeiiykheden voor de
grensbewoners in hun handel met België dag-
teekent van den tyd, toen de wet op de be-
umetteiyke veeziekten in werking trad, tenge
volge waarvan de vrije invoer van vee in
Nederland in elk opzicht werd opgeheven
dat de eerste maatregel van Belgische zijde,
tegenover de sluiting onzer grenzen, was het
weigeren van den toegang voor onze varkens.
Weldra evenwel werd het vee bg den invoer
getroffen door hooge invoerrechten, zeer ten
nadeele van de verkoopers. Intusschen bleef
de Belgische grens geopend voor alle vee, al
was bet dan ook dat de prijzen voortdurend
gedrukt bleven. België, dat tot dien tijd op
sauitair gebied weinig voor de veefokkery bad
gedaan, volgde het voorbeeld van zijne nabu
ren en. bestreed ernstig de besmetteiyke vee
ziekten; het bestaan van eenige besmetteUjke
veeziekte in Nederland kon daardoor een reden
werden om de grenzen te sluiten. Het mond
en klauwzeer, hoewel evenveel en misschien in
meerdere mate voorkomende in België, vervulde
die rol, en men liet de grenzen enkel nu en dan
geopend, om in een tijdelijk gebrek aan fokvee
te voorzien. Toch werd de sluiting onveran
derd gehandhaafd van 13 November 1896 tot
15 November 1898, gedurende welke periode
groote hoeveelheden vee in België frauduleus
werden ingevoerden hoe gering de kans van
besmetting door Nederlandsch vee gevreesd
werd, werd bewezen door het feit, dat doer de
Belgische grensbeambten aangehaald vee, in
België niet alleen vryheid verkreeg daar te
blijven, maar met medeweten van iedereen in
het openbaar werd verkocht;
dat thans de grenzen geopend zijn voor
melkvee, maar onder zeer bezwarende voor
waarden. Eene quarantaine toch van 10 dagen,
gevolgd door eene inspuiting met tuberculine,
die eene observatie van 3 dagen noodig maakt,
doet het ingevoerde vee 13 dagen op de plaats
van invoer, op kosten van den invoerder,
blijven, en drukt de pryzenmeer dan de risico
van den smokkelhandel
dat, naar de meeniBg van ondergeteekenden,
bet recht om tuberculeus vee te weigeren, aan
België redeiyk niet kan worden ontzegd, daar
waar het zichzelf aanzieniyke offers getroost
om die ziekte onder zyn vee uit te roeien
dat evenwel maatregelen tegen den vryen
invoer van andere producten den toets der
rechtvaardigheid niet kunnen doorstaan, met
name een invoerrecht van fr. 3 per 100 kilo
gram op gedorsohte haver en een invoerrecht
op boomen, niet gegroeid op laadeu of grond
van Belgische eigenaren;
dat derhalve ongedorschte haver vryeiyk
kan ingevoerd worden, wat samenhangt met
den aankoop van groote hoeveelheden veld
vruchten in Zeeuwsch-Vlaanderen door Bel
gische landbouwers;
dat de ondergeteekenden in de houding der
Belgische regeering in zake de grenskwestie
te vergeefs naar eenige welwillendheid zoeken,
en zich teleurgesteld gevoelen, dat de ver
klaring van den Nederlandschen Minister van
Buitenlandsche Zaken in de zitting der Tweede
Kamer van de Staten-Generaal van 13 Nov.
1896, zoo beschaamd is geworden
dat de woorden, toen door genoemden mi
nister gesproken, luiden „Welnu, mynheer de
voorzitter, ik wensch als mijne gevestigde
overtuiging in dit opzicht te kennen te geven
en zoo iets zegt men van deze plaats niet
zonder grond dat sluiting van de Belgische
grenzen voor ons vee by aanneming dezer con
ventie (verbetering kanaal TerneuzenGent),
noch nü, noch in eene toekomst, die verder
reikt dan de naastkomende, zal geschieden,
tenzy aeer ernstige en overwegende redenen,
uitsluitend aan den sanitairen toestand van het
Nederlandsche vee ontleend, zulks voor de
Belgische regeering onvermydeiyk mocht
maken"
dat zulke woorden niet van do regeerings-
tafel zouden zyn gesproken, indien de Belgi
sche regeering geene ernstige beloften had
gedaan
dat in stryd met deze pertinente verklaring
van den minister van buitenlandsche zaken,
zooals boven reeds is aangehaald, de grenzen
gesloten bleven tot 15 November 189 8,
niettegenstaande de zorg voor den gezond
heidstoestand van het vee de vergeiyking met
die in België zeer goed kan doorstaan, en zeer
zeker in 1896 nog geen sprake was van het
nemen van maatregelen tegen den invoer van
tuberculeus vee;
dat de belemmeringen, die onze veehandel
aan de Belgische grenzen ondervindt, niet
wezeniyk moet geweten wordeu aan den toe
stand van ons vee, maar aan den geest vaB
protectie, die de Belgische regeering bezielt,
onder den drang van den daar te lande be-
staanden „Boerenbond";
dat ook tengevolge van den invloed, dien
de Boerenbond bezit, een recht wordt geheven
op den invoer van boter, welk recht onze
roomboterfabrieken dwingt, hare room naar
België te vervoeren, en daar tot boter te
verwerken
dat zy nogmaals wenschen te herhalen, dat
van de Belgische regeering, blijkens het
boven aangevoerde, geenerlei toenadering of
welwillendheid in de zoogenaamde grenskwestie
is te verwachten
dat de bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen
met hart en ziel aan Nederland zyn gehecht
en met leede oogen zien hoe het grootste ge
deelte van hunne streek in eigendom toebe
hoort aan Belgische eigenaren
dat deze ongewenschte toestand een gevolg
is van het isolement, waaria Zeeuwsch-Vlaan
deren tot voor korten tyd heeft verkeerd; immers
het eenige bruikbare publiek middel van ver
voer, de stoomtram Breskens-Maldeghem, dag-
teekent eerst van 1887
dat evenwel door het tot stand komen van
dit middel van vervoer het isolement, wat be
treft den veehandel, met het overige gedeelte
van Nederland niet is opgeheven;
dat door onbekendheid met, waarschijniyk,
en moeiiyke bereikbaarheid van deze streek,
by verkoopingen van landerijen geene koopers
uit andere streken opdagen, en, by niet ge
noegzame koopkracht onder de inwoners zelf,
de gronden doorgaans in banden van Belgische
kapitalisten vielen;
dat ook die omstandigheid zeer veel heeft
medegewerkt om te maken, dat alle handel
bijna uitsluitend gevoerd wordt met België,
vooral wat het vee betreft
dat de huidige toestand alzoo voor den vee
handel van Zeeuwsch-Vlaanderen verderfelgk
mag genoemd worden en eerlang onhoudbaar
zal zyn, dewijl van de noordzyde de Schelde
en van de zuidzijde de gesloten Belgische
grens de slagboomen zijn, die den uitvoer van
ons vee in den weg staan;
dat ondergeteekenden op grond van het
bovenstaande wagen aan Uwe Majesteit te
verzoeken, zoodanige overeenkomst met België
te sluiten, dat voor Zeeuwsch-Vlaan
deren open handel worde verkre
gen met den Noordkant van België
wat betreft het vee, en daartoe aan te
wyzen als lijn, waar de. formaliteiten van den
invoer zullen geschieden, den zuidelijken oever
van de Wester-Schelde.
Hetwelk doende, enz.
Het adres werd by acclamatie goedgekeurd,
na een opmerking van den heer P. de Muijnk,
dat de in het adres beschreven toestanden hoe
langer hoe meer onbetrouwbaar worden.
In onderscheidene gemeenten zal gelegen
heid gegeven worden om het adres te tcekenen,
terwijl afdrukken zullen gezonden worden aan
de leden der Eerste en Tweede kamer.
Voorts werd, op voorstel vau den heer Ham
macher, besloten het verzoekschrift niet op de
gewone wijze, d. i. per post, aan H. M. de
koningin te verzenden, doch aan eene com
missie, bestaande uit meergemelde heeren en
het bestuur der afdeeling, op te dragen, zoo
zij daartegen geene bezwaren hebben, aan H. M.
om eene audiëntie te verzoeken om het adres
te doen aanbieden. Op deze wijze krygt deze zaak
meer het wezen eener manifestatie. De heer Ham
macher heeft zichvoorgeateld dat dshh.der redac
tie nit en buiten bet bestuur zich wel zeiven de
kosten van reis enz. zullen willen getroosten
verder wensohte spreker dat die commissie
zich tevens zou vervoegen by de ministers van
buiten- en van binncnlandscbe zaken. De heer
Hammacher twijfelde niet of de Koningin, die
veel voor de Zeeuwen over heeft, zou de
deputatie met welwillendheid hooren. (Applaus).
Aan eene eventueel te vormen commissie
in de afdeeling Hulst zal verzocht worden op
geiyke wyze te handelen.
Als afgevaardigden tot de vergaderingen
van het hoofdbestuur werden bij acclamatie
aangewezen de heeren J. de Bruynede Die
en en als hunne plaatsvervangers gekozen de
heeren J. L. I. de Bats en L. B. Sturm.
Naar aanleiding van de opmerking van den
heer P. de Muynk dat z. i. by de verplichte
hengstenkeuring de eischen te hoog gesteld
worden, vooral op het gebrek cornage, ontstond
eene uitvoerige discussie, die tengevolge had,
dat het bestuur beloofde deze zaak met het
hoofdbestuur te bespreken.
Nadat de heer Hammacher, zoowel voor zich
persooniyk, als, naar hy geloofde, voor de ge-
heele vergadering, dank had gezegd aan den
heer Lucieer voor de wgze, waarop deze de
denkbeelden der commissie van bet meerge
meld ontwerp-adres, dat in hoofdzaak „het
papieren kind" van den heer Lucieer is, in
woorden had gebracht, werd de vergadering
met een woord van opwekking tot deelname
aan de a. tentoonstelling, door den waarne-
menden voorzitter gesloten.
Onder den aanhef: „Waakt, Landbouwers,
waalctt Het kaliconsortium vindt navolging
wordt in het Ned. Landb. Weekbl. de aandacht
gevestigd op eene circulaire van do firma Iman
J. v. d. Have te Zierikzee, die dubbel gezeefd
katoenmeel aanbiedt, maar omtrent het onder
zoek het volgende zegt
„Tengevolge van de onmogelijke bepalingen,
die met lo. Januari jl. bij de Rijkslandbouw
proefstations in werking getreden zyn, sta ib
van af dien datum niet meer onder openbare
contröle.
Dit wil niet zeggen, dat ib bevreesd ben het
door mij geleverde te laten onderzoekeninte
gendeel, ik ben zóo overtuigd, dat mgn dubbel
gezeefd katoenmeel aan de gestolde garantie
voldoet, dat ik iederen kooper het recht geef
een monster op te zenden naar een der Rgks
proefstations, onder voorbehoud echter, dat de
kosten voor zgn rekening zijn, indien het ge
garandeerde gehalte wel en voor de mijne,
wanneer dit gehalté niet aanwezig is".
De redactie van genoemd, weekblad merkt
hierbij op:
„Wat is nu do beweerde garantie? Voor
uwe kosten, landbouwers, moogt gy het lateD
onderzoeken aan de. proefstations; blgkt het
voldoende, dan moet gy de kosten als boete
betalen; is het niet voldoende, dan krggt
gy het tekort van het geleverde niet terug
maar gij zyt vry gesteld van de boeteu in de
kosten van het onderzoek opgelegd."
Hoe kan een. solide firma, als deze voegt
de redactie er bymet dergelijke voorstellen
komendie moeten toch wel ondoordacht zgn
gedaan.
Tegen Stegeman, het Staphorster boertje
is door de justitie eene vervolging ingesteld,
wegens het onbevoegd uitoefenen der genees
kunde te Amsterdam. Hij is dan ook Dinsdag
niet in de hoofdstad verschenen. Verscheidene
lieden, die zich bij hem vervoegden, keerden
onverrichterzake terug, en de agent in burger-
kleeding, die er door de politie naar toe was
gezonden, kreeg ten antwoord, dat het boertje
wegens onaangenaamheden met de justitie
vooreerst niet meer naar Amsterdam bomt.
Biykens het door de Mig. tot Expl. van
S. S. aan de regeering gezonden ontwerp, re
gelende den treinenloop gedurende den aan
staanden zomerdienst, zullen, zooals trouwens
reeds vroeger, zij het dan ook niet officieel,
is gemeld, met ingang van 1 Mei de treinen
81, 83, 82, 84, 1, 5, 7, 9, 2, 4, 6 en 10, welke
het sneltreinverkeer tusSchen AmsterdamBel
gië via Esschen en AmsterdamVlissingen
onderhouden, niet meer via Utrecht, maar
via Gouda—Rotterdam D. P.—Dordrecht wor
den gevoerd;
Door de Commissie van Rapporteurs in
de Tweede Kamer zal worden voorgesteld het
gewijzigd ontwerp der Ongevallenwet aan een
nieuw afdeelingBonderzoek van de Tweede
Kamer te onderwerpen.
De afdeelingën van "genoemde Kamer heb
ben benoemd tot rapporteurs overafschaf
fing der rgkstollen, verzekering der veiligheid
van het verbeef op dë wegen, rgksvoorschot
voor den tramweg WinschotenBellingwolde,
de heeren Mutsaers, Van Ascb van Wijck (Ede),
Van Deinse, Bastert en Tydeman.
Naar Het Volksdagblad meldt, heeft de
anarchist Rudiger reeds lang hier te lande
gewoond, zoowel te Rotterdam als te Amster
dam, en dat onder zijn waren naam, zonder
zich schuil te houden, zyn juiste naam was in
het vreemdelingenboek ingeschreven reeds
begin Januari en eerst 14 Februari werd hy
ten huize van Samson gearresteerd, onder voor
geven dat hij zich niet bad opgegeven aan het
bevolkingsregister.
Nadat men hém 14 dagën in arrest heeft
gehouden en men niets heeft kunnen vinden,
dat grond voor ernstige vermoedens gaf, is hij
verleden week Donderdag over de Duitsche
grenzen gezet.
Naar aanleiding van het in de N. R. Ct.
opgenomen stukje over vergiftige schaaldieren
merkt een deskundige op, dat de in dat opstel
genoemde orde van de Ostracoden het mossel
krabbetje (Pinnotheres Pisum) niet onder hare
leden telt; dit laatste behoort tot de Thoraco-
ftraca (Sehalenkrebsc). Den naam Muschelkrebse
hebben de Ostracoden dan ook te danken aan
hun tweekleppige Behelp. Jammer genoeg, zijn
dezen deskundige geen betrouwbare waarne
mingen bekend omtrent de giftigheid van het
mosselkrabbetje.
Een binnenschipper te Rotterdam, die
verklaard had Woensdag te zullen gaan laden,
heeft heel wat van zyn collega's te verduren
gehad. Eerst werd 's nachts zijn schuit met
steenen gebombardeerd en toen hy Woensdag
morgen wilde verhalen, werd hem dit, doordat
andere schepen dwars in het vaarwater gingen
liggen, belet. Later op den dag kwam hy op
zgn voornemen terug. Aldaar is een meisje,
ongeveer 15 jaar oud, op een terrein achter
een kuiperij, bewusteloos gevonden. Twee
mannen werden verdacht haar aangerand te
hebben. De toestand van het meisje, dat naar
het ziekenhuis gevoerd werd, levert geen gevaar
op. Nader is gebleken dat het meisje vermoe
delijk bewusteloos is geworden door het ge
bruik van sterken drank. De beide mannen,
in wier gezelschap zg geweest is, zyn opgespoord.
Te 's Gravenhage is in den nacht van
Dinsdag op Woensdag, op den hoek van het
Hofspui een jongmensch, ambtenaar aan het
staatsspoor, door een drietal individuen aan
gerand, waarscbijnlgk met het doel om hem te
berooven. De jongeling ontving een slag tegen
het oog, werd op den grond geworpen en
mishandeld, totdat eenige voorbygangers nader
den en de roovers op de vlucht togen.
Te Voorburg is een uit het krankzinni
gengeaticht te Medemblik ontsnapte krankzin
nige aangehouden op het oogenblik dat hy
inbraak wilde plegen. De man bekende aan
meer inbraken schuldig te zyn.
Te Leiden is een dame aan nona over
leden. Zij had een dag of tien geslapen.
By de veiling van oudheden in de Brakke
Grond te Amsterdam, onder directie van
Frederik Muller, werd Woensdagmiddag een
antiquair zgn portefeuille ontrold met ruim
f 5000 aan bankpapier. Dader onbekend.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
heeft aldaar in een zijstraat van den Haar-
lemmerdgk, een vry felle brand gewoed. De
bewoners van het perceel, die een water
en vuurnering dryven, konden niet meer door
de gewone deur ontvluchten, doch moesteD
achter uitklimmen. De winkel is geheel uit
gebrand en het pas gehuwde echtpaar, dat nog
niet verzekerd was, geruïneerd.
Te Baarn is in eene woning ingebroken
en een hoeveelheid zilveren tafelgereedschap
ontvreemd.
De slechte gewoonte om uit een voorby-
stoomenden trein briefjes of pakjes te werpen
heeft te Heer Hugowaard aanleiding gegeven
dat een wachteres vrg ernstig aan een harer
oogen is gekwetst. Een jongmensch wierpeen
brief, verbonden aan een stuk briquet, en het
laatste trof de wachteres.
Te Woerden had een weduwe, die een
emmer water wilde scheppen, het ongelnk in
den Rijn te vallen, vermoedelijk, door de glad
heid der schooling. De vrouw werd levenloos
opgehaald.
Een 81-jarige vrouw te Kampen, die hal-
starig weigerde baar woning in het gasthuis,
dat afgebroken wordt, te verlaten omdat zg
meende dat zij daarop recht bad, is nu toch
uit haar woning gegaan, als zijnde ter verdere
bewoning ongeschikt. De gebeele inboedel
bevindt er zich echter nog in. Met het af
breken wordt geregeld voortgegaan.
Per deurwaardersexploit is aan de regenten
aangezegd, dat het oudje de woning, op welker
bewoning zy een verkregen recht had, voor
de imminente gevaren is gaan verlaten, onder
protest tegen de gewelddadige ontzetting en
onder reserve van haar recht op schadever
goeding in den uitgebreidsten zin.
Een dolle koe heeft Zondagmiddag heel
Finsterwolde in rep en roer gebracht. Het
dier, dat verkocht was, ontkwam aan zyn ge
leider en liep eerst twee mannen, die het.
wilden tegenhouden, in woeste vaart omver.
Verder werden drie kinderen op de horens
gonomeD, waarvan er een, een meisje, zooda
nige kwetsuren kreeg, dat het 't bed moet
houden. Het beest liep door de kom van het
dorp, waar het een algemeen sauve qui peut
gaf. Sommigen vluchtten in huizen en anderen
klommen in boomen, een jongen sprong in een
gracht enz. Eene moeder en haar dochtertje
vluchtten in eene behuizing, doch konden de
deur niet zoo spoedig sluiten, of de koe had
haar kop reedB binnen en stormde de gang in.
Intusschen waren moeder en kind de kamer
binnengevlogen en hadden de kamerdeur nog
juist intgds gesloten. De geleider van het
dier trachtte het nu bij den kop te brygen,
doch werd op de horens genomen en door een
doornheg gedrukt. Een landman werd tegen
een muur gedrukt en eenigszins gewond. Bij
het vervolgen van een 11-jarigen knaap viel
het beest in een sloot, die de jongen over kwam,
en brak den nek.
De beterschap van de koningin van België
houdt aan.
Alweer heeft in België een botsing tus-
schen twee treinen plaats gehad, ditmaal door
dien een goederentrein niet ver vanTirlemont
inreed op een trein, die een transport paarden
naar Duitschland zou brengen. Omstreeks 20
wagens zijn geheel vernield, en verscheidene
paarden zijn gedood of gekwetst.
Dinsdagavond had op de Schelde voor
Antwerpen een ongeluk plaats, dat gelukkig
goed afliep.
De binnenschuit van schipper Albrechts werd
aangevaren door de stoomboot Althon.
De schuit werd stuk geslagen en zonk by na
onmiddeliyk, terwijl de schipper en zgn knecht
op de stoomboot oversprongen.
Maar de schippersvrouw liep eerst nog naar
de kooi om het kind te reddei); daarna sproDg
zij, een riem onder den arm nemende, over
boord, juist op het oogenblik dat het schip
zonk en bleef zoo, met de eene band het kind,
met de andere den riem houdend, nog vyf
minuten drijven, tot zy op de hoogte van het
Zuiderdok door schippers gered werd.
„Gestorven van gebrek, ellende en ouder
dom", luidt de doodsverklaring die een politie-
dokter te Parys schreef voor een zeventig
jarige bedelvrouw, die op den stroozak dood
op haar kamertje werd gevonden. In eeu
zakje, dat zij om den hals droeg, vond men
80.000 frc. aan geldswaardig papier.
Het proces over de poging tot vergifti
ging van den heer Bianchini is afgeloopen.
Uit de mededeelingen van hem zeiven voor
de assises bleek nog dat hy bekend was met
de verhouding tusschen zyn vrouw en Adolf
Mayer. Hy wilde daarom scheiden, maar om
zgn vrouw te sparen had hg haar een paar
oude brieven gegeven, welke baar konden
dienen om hem van ontrouw te beschuldigen.
Voor een man is dat minder dan voor een
vrouw, zoo zeide hij.
Het proces is daarmede geëindigd, dat
mevrouw Bianchini onder verzachtende om
standigheden is veroordeeld tot vyf jaar
dwangarbeid.
Bij het verlaten der rechtszaal heeft de
veroordeelde getracht zich met een haarnaald
te vermoorden. Maar men heeft deze poging
nog juist bg tyds verijdeld.
Volgens de Gaulois heeft een Fransch-
man, in de Transvaal woonachtig, frs. 5000
voor de weduwe Henry gezonden. Deze heeft er
de helft van afgestaan voor de vrouw van een
onlangs gestorven, pas uit Madagaskar terug
gekeerde hoofdofficier.
Wegens een geschil over Dreyfus heeft
te Puy (Frankrijk) een tweegevecht met den
degen plaats gehad tusschen een luitenant en
een| architect. De laatste werd lichtgekwetst
en de kampioenen verzoenden zich.
Het verstandigst zou geweest zyn, wanneer
zij met dit laatste begonnen waren.
Te Maubeuge kwam men tot de ontdek
king dat in de kajuit van het schip Esmeralda
de schipper, diens vrouw en diens zoon door
verstikking het leven hadden verloren.
Behalve de Duitsche keizer hebben ook
de regeeringen van Engeland en Italië en de
prins van Wales betuigingen van deelneming
gezonden aan de Fransche regeering naar aan
leiding van de vreeselgke ontploffing bg Toulon.
In de Fransche kamer is door een der leden
een crediet van 200.000 fra. voor de nagelaten
betrekkingen der slachtoffers gevraagd.
De snelst varende boot der wereld, de
Kaiser Wilhelm der Grosse, heeft haar record
verbeterd. Woensdag middag 6.10 vertrok
het schip van Cherbourg, waarna het Dinsdag
voormiddag te 10.18 te Now-York aankwam.
De reis van 3148 mgl had dus 5 dagen, 20
uur en 58 minuten geduurd.
In Japan zyn weer eenige aardschokken
waargenomen. De schade was hoofdzakelgk
van materieelen aard; slechts enkele personen
hebben het leven verloren.
Wie had ooit gedacht dat de nouveauté
der Hollandsche dienstmeisjes,, om per.Jiets
marktwaarts te trekken, bier navolging zou
vinden? roept de Makassaarsche Crt. uit. En
toch is 't zoo. De kokki ('t is wel is waar
een laki) van den vorst van Gowa snelt tegen
woordig iederen morgen per fiets ons bureau
voor by, om op de passer het noodige voor de
vorstelijke tafel te gaan koopen.
Alweer wordt gemeld dat de regeering
van Britsch-Indië besloot suiker, die onder
genot eener premie uit andere landen is uit*
gevoerd, bij invoer in Indië met een bijzondere
belasting te treffen.
Niet trouwen met den handschoen, maar
met den hoed. Eenigen tyd geleden heeft zich
een Europeesch gouvernementsdienaar teSema-
rang met een inlandBChe vrouw op Mohamme-
daansche wijze doen trouwen. Volgens de Loc*
werd dit huwelijk door den daartoe bevoegden
panghoeloe voltrokken buiten tegenwoordigheid
echter van den bruidegom, wyi deze vooraf
schriftelgk bad te kennen gegeven niet bg de
voltrekking tegenwoordig te kannen zyn; hy
had evenwel bg die gelegenheid zgn hoed aan
den panghoeloe gezonden en deze hoed kon
hem, volgens inlandsch gebruik, vertegenwoor
digen. Vermoedelijk zal dit voorbeeld wel
navolging vinden onder de Earopeanen die
met inlandeche vrouwen trouwen.
Mevr. Kipling heeft zich in de laatste voor
haar zoo smartelgke dagen als eene heldin
gedragen. In de uiterste spanning ging zij
Zondagavond tusschen haar man, die in een
hotel, en haar dochtertje, dat by vrienden
ziek lag, heen en weder, zonder een oogenblik
haar zelfbeheersching te verliezen en, wanneer
zg bij haar man was, onveranderlgk dezelfde
welgemoedheid toonende, ofschoon zy wist, dat
haar kind lag te sterven. Vroeg in den och
tend merkte de geneesheer, die van het bed
der kleine niet geweken was, eene groote
verandering op. Hg deed terstond de moeder
waarschuwen, maar voor dat deze zich nog
had kunnen kleedeD, ontving zg bericht dat
het kind dood was. Toen een oogenblik later
haar man ontwaakte, begroette zg hem met
een geruststellenden glimlach.
Evenals de novellist zelf leden zgne beide
meisjes aan longontsteking. Het jongste ia
zeer aan de betere hand.
INFLUENZA.
Die ziekte neemt weer meer ea meer toe.
In ons land en ook in onze omgeving is
menigeen daardoor aangetast.
Te Kopenhagen woedt zy steeds in hevigen
graad. Men telt thans ruim 4000 gevallen. De
schouwburg van het Casino heeft reeds ver
scheidene avonden geen voorstellingen kunnen
geven, door ziekte van het personeel.
Ook in Engeland komen nog vele gevallen
voor, waaronder met doodeUjken afloop.
In verband daarmee wgst het British Medi
cal Journal nog eens op het onverantwoorde-
ïyke die ziekte, zooals nog altyd velen doen,
als zoo weinig ernstig te beschouwen, en d«i