MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 58- 1899. Donderdag Veevervoer naar België. 9 Maart. ^142° Jaargang. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 8 Maart 8 u. vm. 37 gr. 12 u. 50 gr. av. 4 u. 48 gr. F. Verw. mat. W. wind bewolkt. Middelburg 8 Maart. Er zijn reeds een paar maanden verloopen Bedert ik in de N. R. Crt eene eenigszins uit gebreide verhandeling plaatste over den toe stand in Zeeuwsch-Vlaanderen in verband met de sluiting van de Nederlandsche grenzen voor den invoer van vee uit België en de veertien- daagsche openstelling van België voor den invoer van vet vee en melkkoeien uit Neder land. Gedurende dat tijdsverloop (van 20 Decem ber 1898 tot heden) hebben velen met mij ge duldig zitten wachten op de dingen, die komen zouden. Van de zijde der Nederlandsche regee ring werd, voor zoo ver mij bekend is, niets gedaan om in den bestaanden toestand eenige verbetering te brengenvan de zijde van Bel gië daarentegen werden nieuwe maatregelen voorbereid, die, wanneer zij eenmaal tot wet geworden zullen zijn, den Nederlandschen vee kweeker groot nadeel zullen berokkenen en daarenboven de landbouwers in Zeeuwsch- Vlaanderen, vooral die, welke ten westen van de Braakman wonen, in een toestand zullen brengen, nog benarder dan die, waarin zij thans verkeereneen en ander tengevolge van het oprichten van slachthuizen aan de Belgi sche grenzen en de heffing van een inkomend recht van 3 franken op de 1000 KG. ingevoerde suikerbeten, welke beide bepalingen in de maak zijn en als de Nederlandsche regee ring daartegen niet handelend optreedt tot uitvoering zullen komen. Ib het hooger aangehaalde stuk werd door mij gezegd, dat de tegenwoordige regeeriDg van België geheel afhankelijk is van de Boe renbonden, opgericht en bestuurd door de grondeigenaars in het Vlaamsch-sprekend ge deelte van België en door de geestelijkheid. „De boerenboBden der Vlaanderens", zeide onlangs op de meeting van vleeschhouwers te Brussel de heer Vanderouwera uit Mechelen, „de boerenbonders der Vlaanderens zijn onze wetgevers". Dat zulks werkelijk zoo is, is een gevolg van de behendige groepeering der kiesdistric ten, waardoor de kiezers der steden, als Ant werpen, Gent en vele andere, door die vai het platteland worden overstemd op het plat teland hebben de grondeigenaars en de gees telijkheid de leiding der verkiezingende afge vaardigden naar de Provinciale staten, zoowel sis naar de kamer van volksvertegenwoordigers en naar den senaat zijn hnnne mannendeze hebben in die lichamen de meerderheid, en wil nu de regeering den steun dier meerderheid behouden, dan moet zij den boerenbonden te wille zijn. De grondeigenaars, die, gesteund door de geestelijkheid, in de vergaderingen bet hooge woord voeren want daar, als overal elders, dienen in vergaderingen van pachters en eigenaars, de eersten slechts om de meeningen dér laatsten te beamen, al kunnen zij zich daar mede ook niet altijd vereenigen, verlangen hooge prijzen van vee en andere landbonw producten, om dientengevolge hunne pachters te verplichten hoogere pachten te betalen; zij beoogen dus, zonder de zaak bij haren waren naam te noemen, bescherming van den land bonw, in de uitgebreidste beteekenia van het woord, en na allerlei proeven is het hun ein delgk gelukt, onder voorwendsel van verbetering van den sanitairen toestand van het vee, een middel te vinden, om dat doel te bereiken, zonder tegenspraak zeer ten nadeele van den Nederlandschen veekweeker, maar toch zóo listig bedacht, dat daartegen feitelijk niets anders is aan te wenden, dan de eene on vriendelijkheid te beantwoorden met de andere. Men moge dit plagen noemenmen moge die plageden van twee regeeringen aikeuren; men moge vrome wenschen uiten, dat die plager yen niet noodig zullen zijn men moge een oogenblik, eene maand, een jaar, drie en meer jaren gehoopt hebben, dat welwillendheid van de eene zijde aan het onwelwillend optreden der andere zijde een einde zonde gemaakt hebben vergeefs gehooptvergeefs gewacht 1 België, stout door de onbegrijpelijke lank moedigheid van Nederland, eene lankmoedig heid, waar by het zyne margarine-fabricatie grootendeelB inboette en voor een afnemer een mededinger kreeg, dubbel te vreezen, omdat hg do or eene energieke regeering gesteund wordt eene lankmoedigheid, waardoor eerlang Dit woord klinkt wel eenigssins vreemd, maar geljjk derdedaagteiI# wil zeggen van de drie dagen ftn, beteekent dit één dag van de veertien. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éón uur aan het bureau bezorgd zyn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel n. eer 20 cent. Reclames 40 c Groote letters naar de plaa* die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zyn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Amsterdam A. de La Mar Azn. dam: Nijgh van Ditmar. zooals door de afdeeling Rotterdam, Schiedam en omstreken der Holland- sche maatschappij van landbouw in een verzoek schrift aan H. M. de Koningin duidelgk is uiteengezet aan den handel in vet vee van Nederland op België onberekenbaar veel nadeel zal worden toegebracht niet alleen, maar waar door ook de Hollandsche veestapel bedenkeiyk in waarde zal verminderen; eene lankmoedigheid, die in de provincie Zeeland, eene landbouwende provincie by uitnemendheid, waar het verlies der meekrap cultuur en de ongehoord lage pryzen der tarwe, de kinderen van eigengeërfde land bouwers tot pachters hebben gemaakt, zelfs tot arbeiders! de vreemdelingen heeft binnengelokt, die nn, geholpen door gedienstige zaakwaarnemers en rentmeesters, den inboor ling dwingen naar elders te verhuizen, om in zijne behoeften en in die van zyn huisgezin te kunnen biyven voorzien. En tegenover het bestuur van België, dat de belangen zyner onderdanen in den vreemde op alle wijzen beschermt en bevordert, de Neder landsche regeering, wars van elke poging om aan de jarenlange verwaarloozing een einde te maken, of liever nog, wars van een ernstig handelend optreden, om de belangen van een zeer groot deel harer onderdanen te bescher men tegen de overmacht van den vreemdeling en de geldzucht van de weinige ingezetenen, die van den toestand voordeel trekken alle heil verwachtende van eene staatscommissie, belast met het onderzoek, hoe het gesteld is met de tuberculose onder ons rundvee, van welk onderzoek voor onzen veehandel op België hoegenaamd geen resultaat te verwach ten is, zoolang men daar slachthuizen aan de grenzen verlangt, omdat het vee in Rusland (zie lager de rede van T'Serstevens) de runder pest heerscht Maar laat ods na deze nitweiding tot onze scbaapkens terugkeeren. Woensdag, den 25sten Januari 11., werd te Brussel onder het voorzitterschap van den heer T'Serstevens eene vergadering gehouden van den hoogeren landbouwraad, in welke vergadering lezing werd gegeven van een brief van den minister van landbouw, den heer De Bruijn, waarin deze zeide, dat door den grooten invoer van vee uit Holland het Belgische vee den noodlottigen invloed onder ging van de in dat land steeds heerschende ziekten onder het vee dat men daarom de grenzen meermalen had moeten sluiten voor den invoer, sedert 1896 zelfs voor goed dat men later onder behoorlijke voorzorgs maatregelen den invoer van slachtvee weder bad kunnen toelaten naar 5 groote stedelijke slachthuizen dat de grens voor mager vee nog moet gesloten biyven, maar dat men voor vee, be stemd om geslacht te worden, breedere (mildere) naatregelen zonde kunnen nemen, mits tieren op de grenzen werden geslacht. De brief eindigde met deze woorden: „In Augustus 1898 heeft het gouverne ment uit Den Haag de verzekering ont vangen, dat het in dezen maatregel geene bezwaren vond, op voorwaarde dat het vee op Belgisch grondgebied zoude geslacht worden." Zeker is het, dat de heeren in Den Haag, die dit antwoord aan den Belgischen minister gegeven hebben, de afdeeling Rotterdam van de Hollandsche Landbonwmaatschappy niet geraadpleegd hebben. Over den inhoud van dezen brief werd den volgenden dag, 26 Januari, rapport uitgebracht door de 3de afdeeling en daarna met alge besloten den minister in over weging te geven de volgende maatregelen te nemen 1. vet vee mag worden ingevoerd op voor waarde, dat het aan de grens te lande en te water worde geslacht voor den invoer van mager vee, kweekvee en melkkoeien blijven de maatregelen van quarantaine, inenting enz. bestaan; 3. invoer van vee kan belet worden, indien er door dien invoer gevaar zon bestaan dat Belgisch vee besmet werd 4. de smokkelhandel worde volkomen belet. Deze besluiten van den hoogeren landbouw raad dreigen eerlang wet te worden. Natuurlijk zijn de Belgische slachters zeer slecht te spreken oyer het slachten aan de grenzen. Een hunner, de heer De Jonghe, zeide daar omtrent op de meeting te Brussel; „In den zomer zullen de slachters van Ant werpen verplicht zij a hun vleesch naar Schelde te voeren, want het zal niet meer schikt zyn voor het verbruik. De mindere man zal dan geen ander vleesch meer kannen be komen, dan paardenvleesch, vleesch van de eke paarden, die men uit Engeland invoert." Op ditzelfde nadeel is ook gewezen door de afd. Rotterdam enz. in het hooger aangehaalde verzoekschrift, maar wat een nadeel is voor de slachters en voor den Nederlandschen vee kweeker, is een voordeel voor den boeren- bonder. Zy toch, die vleesch kunnen betalen, zuilen verlangen, dat men hun vleesch geve van rundvee, dat in het stedelijk abattoir is ge slacht; dewijl België wekelijks nagenoeg 2000 stuks slachtvee uit het buitenland moet aan voeren, om in de behoeften der vleeschetende bevolking te kunnen voorzien, en er by het slachten aan de grenzen gedurende de warme zomerdagen doorloopend vleesch te weinig zal zijn, kan het niet anders, of het inlandsch slachtvee moet duur worden. Hierdoor is het doel der boerenbonders bereikt, al zegt de heer T'Serstevens ook honderdmaal, dat er een vast handelsstelsel zal ontstaan, waardoor de pryzen van het vleesch zullen verminderen. Dat vaste handelstelsel werd door genoem den heer op de meeting te Brussel op de vol wijze aangekondigd en aanbevolen Als vertegenwoordiger van den hoogeren. landbouwraad uitgenoodigd om het woord te voeren, vond hij het een goed denkbeeld van de slachters, dat zij deze meeting hadden be legd om daardoor tot eene juiste waardeering te komen der te nemen maatregelen. België moet jaarlijks ongeveer 100.000 stuks vet rund vee invoeren, zoo sprak hg, om in de behoef ten zijner bewoners te kunnen voorzien. Alle veekweekende volken dingen natnurlgk mede naar die uitmuntende markt; niet alleen de Hollanders, maar de Amerikanen, de Roeme- niërs en de Russen. Nu heerscht in Roemenië en in Rusland onafgebroken (en permanence) de runderpestgeene enkele regeering zou het op zich durven nemen de grenzen vrgelijk openen voor het vee dezer landen, want daardoor zouden de besmettelgke ziekten onder het vee in België worden ingevoerd, nadat ze reeds zulke groote offers van de finantiën des rijks geëischt hebben. Het onafgebroken weifelen tusschen openen en sluiten der grenzen voor vreemd vee is in hooge mate afkeurenswaardiger dient een vast stèlsel te worden ingevoerd. Het belang der natie eischt, dat wg slechts op ééne en dezelfde wijze handelend optreden tegen alle landen, die vee invoereD, en buiten het stelsel dat door den hoogeren landbouwraad is voor gesteld, slachten aati de grenzenis er g Dit werd, men lette daarop, beweerd door den voorzitter van den hoogeren landbouwraad op de meeting te Brussel. Dat de Nederlandsche regeering het zich voor gezegd houde. De Belgische regeering zal alle volken, die vee kunnen invoeren, scheren over één kam. Dat ia schijnbaar zeer rechtvaardig, zeer billgk, maar ongetwijfeld zal de runderpest in Rusland en Roemenië de stok zijD, waar- zij, daartoe door de boerenbonden dwongen, het gezonde vee uit Nederland bui ten hare grenzen houdt. Zal de Nederlandsche regeering dit lgdelgk big ven aanzien, of zal zg gebruik maken van de middelen, die zg in handen heeft, om België dwingen tot meer welwillendheid? 'tGeen in de laatste jaren gebeurd ia, geeft den Nederlandschen veekweeker zeker nietweel verwachting van de toekomst. Er dreigt nog een ander gevaar. Van de beten, die in België worden inge voerd, zullen wordt de wensch der boeren bonders vervuld 3 frank inkomende rechten geheven worden per 1000 K.G. Beten, in Nederland gegroeid op gronden van Belgische eigenaars, zullen van die rech ten worden vrggesteld. Wordt deze wensch der boerenbonders eene wet, dan zullen de agenten van Belgische suikerfabrieken aan hen, die gronden van Nederlanders bebouwen, natuurlijk 3 frank minder per 1000 K.G. beten moeten aanbieden, dan aan hen, die de gronden van Belgische eigenaars in pacht hebben. De Nederlandsche fabrikanten zullen van zoodanige omstandigheden al heel spoedig partg trekken en ook geene hoogere prgzen besteden dan volstrekt geëischt worden; welke prgzen by de tegenwoordige markt der tarwe, waarlijk niet te groot zullen zgn. Alles ten nadeele van de betenverbouwende landbouwers, die niet op gehalte kunnen con tracteeren, feitelijk dus van geheel Zeeland, waar de suikerbeet voor 't oogenblik de kurk is, waarop de geheele landbouw drijft. Maar nog erger. De waarde van den grond wordt in de handen van een Belgischen eigenaar veel grooter dan in die van een Nederlanderelk stuk land, dat te koop komt, zal door zoodanige bevoorrech ting in handen komen van Belgische eigenaars- Niet lang zal het duren of alle polders in Zeeuw8Ch-VIaanderen, vele in Tholen, Noord- Beveland, zelfs in Schouwen en Duiveland zullen bestuurd worden onder den invloed van vreemdelingen. Zon het geen tijd beginnen te worden, dat daaraan door de Nederlandsche regeering paal en perk worde gesteld G. A. VORSTERMAN VAN O YEN. Aardenburg, 6 Maart 1899. Al verschillen wij met den schryver in gevoelen, o. a. ten opzichte van in deze te nemen maatregelen, wij meenen toch dat zijne beschouwing, uit het oogpunt van het alge meen belang en van dat van Zeeland in 't 3r, belangrijk genoeg is om daaraan een plaats aan het hoofd der courant te geven. Red. BMOEMIAIUEM MZ. Bij kon. besluit zijn F. B. Löhnis, inspecteur van het mid delbaar onderwgs, belast met het toezicht op de landbouwscholen, te 's Gravenhage, en dr •T. Th. Cattie, directeur van de afdeeling Tuinbouwschool der Rijkslandbouwschool te Wageningen, benoemd tot vertegenwoordigers der regeering op het in de maand Juni 1899 te Gent te houden internationaal congres voor tuinbouwonderwijs is, voor het tijdvak van 1 Mei 1899 tot en met 30 April 1900, benoemd tot onderwgzeres aan de rijkskweekschool voor onderwyzcressen te Apeldoorn, mejuffrouw J. A. E. Honbolt, aldaar. UIT STAD EN "PROVINCIE. Naar wy vernemen, wordt aanstaanden Dinsdagavond door het trio Homes, Fey en Davenport eene voorstelling in de concert- en gehoorzaal alhier gegeven. Dit drietal, dat een groot deel der wereld bereisde, belooft niet alleen heel wat op het gebied van spiritisme, somnambulisme, gedach- tenlezen en geheugenleer, maar geeft dit ook. Ofschoon hier ter stede reeds vroeger ge lijknamige kunstenaars in hetzelfde genre op traden en dus al wat vertoond zal worden niet op nieuwheid bogen kan, en niettegen staande men de overtuiging heeft dat bij vele toeren heele gewone natuurkrachten in wer king worden gebracht, handigheid en afspra ken te pas komen, toch blijft een Voorstelling als de hier bedoelde zeker wel bezienswaard, juist omdat men niet raden kan hoe vertoond wordt tot stand gebracht is. Uit Vlissingen. De onlangs aan de brug over het kanaal aldaar gezonken tjalk is thans gelicht. De kolfsocieteit De Prins van Oranje te Goes besloot in eene Dinsdagavond gehouden vergadering het Bondskolfconcours de tweede week in September te zullen ontvangen. Door het vertrek van den heer J. Mol naar 's Gravenpolder is een vacature ont staan in de gemeenteraad van Nisse. De heer Mol was sedert September 1855 lid van den raad en had alzoo 43l/s jaar dienst. Te Breda is geslaagd voor het examen m de nattige handwerken mej. J. van Dyke te Tholen. Ter aanvulling van het bericht in ons vorig nommer omtrent het afwyzend beschikken door den gemeenteraad van Axel op een ver zoek om ook op andere dagen dan kermis en jaarmarkt dansmuziek te mogen geven, deelt men ons nog mede, dat de tegenstemmers waren de heeren Smies, Weijns, Jansen van Roosendaal, Dekker en de voorzittervóór stemden de heeren Wolfert, Yan Hoeve en Van Fraagenhoven wyi afwezig waren de heeren Lamaitre en Dreg- mans. De heer Koster hield zich buitenstem ming, omdat hy, naar het schynt, niet de zaak had overwogen! In die zelfde raadszitting werd nog besloten tot het bekeien van den linkerzykant van den Noorddam en tot verplaatsen van een lantaarn in die bnnrt. Een tweede gemeente-geneesheer zal worden opgeroepen tegen 20 Maart a. b. om met 1 April in dienst te treden. In den afgeloopen nacht is te Ter neu zen door een paar personen, die goed op de hoogte bleken te zyn van de localiteit, in een tweetal perceelen inbraak gepleeg het magazijn van materialen der firma Van IJsselstein en in het kantoor der firma Little en Johnston, waar kort geleden ook al eens werd ingebroken. De ongenoode gasten hadden niet ces, want ofschoon in laatstgenoemd kantooi alle lessenaars werden geopend, is er niets van belang ontvreemd. Coöperatieve voorschotvereenlglng en spaarbank te Goes. Dinsdagmiddag werd in de Prins van Oranje te Goes eene algemeene vergadering gehouden van leden van bovengenoemde vereeniging. De heer A. E. Janssen, de vorige week tot kassier gekozen, deelde mede dat hy aanvan kelijk besloten had te bedanken, maar op dat beslnit was teruggekomen door den invloed van vele belangstellenden. Daarna werd nog de borgtocht besproken en, zooals reeds in eea deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, goedgekeurd. Nadat de beer Z. D. van der Bilt la Motthe, die niet als controleur in aanmerking wenschte te komen, met 97 van de 107 stemmen, tot voorzitter was gekozen, werd de benoeming van een controleur aan de orde gesteld. De vier candidaten, de heeren Job. Molhoek H.Jz., J. Korstanje Lz., Joh. Pilaar J.Mz. en v. d. Hoek, verwierven 45, 27, 25 en 9 stemmen en by de tweede vrye stemming 46, 27, 26 en 4. Bij herstemming tusschen de heeren Molhoek en Korstanje verkregen beiden 50 stemmen, waarna bg loting de heer Korstanje benoemd werd. Ook dit iB in het vorig nommer reeds Blijkens het daarna uitgebracht 30ste Jaarverslag, loopende van 5 Febr. 1898 tot 5 Febr. 1899, bedroeg het ledental bg den aanvaDg van het boekjaar 244. In het afgeloopen jaar traden elf leden toe en verlieten haar 9, zoodat de vereeniging op 5 Febr. 1899 246 leden telde, wier gezamenlijk bedrag aan gestorte aandeelen bedroeg f 18.298.24s. Op 5 Februari 1898 bedroeg het kapitaal def gestorte aandeelen f 18.183.26s. Aan stortingen op aandeelen, daaronder begrepen het inge schreven dividend ad f 28.25, op de nog niet volgestorte aandeelen werd ontvangen f963.41, terwijl aan gestorte aandeelen werd terugbe taald f 848.43, zoodat het aandeelenkapitaal op 5 Februari 1899 bedroeg f 18.298.246. Het reservefonds bedroeg op 5 Febr. 1898 f 9353.93. De inkomsten gedurende het afge loopen jaar bestonden uit het aandeel in de winst van het vorig boekjaar ad f 588.81 en uit entreegelden en verkoop opbrengst van spaar- en statuten boekjes f 48.95, samen alzoo f 9991.69. Verliezen leed het reservefonds niet. Het dienstjaar werd aangevangen met een bedrag aan spaargelden, groot f 103.541.91®. Ingebracht werd in den loop van het jaar f 47.307.67, terwgl een bedrag van f 47.365.19* aan spaargelden werd terugbetaald,, zoodat er op het einde van het boekjaar aan spaargel den in de bank overbleef f 103.484.39. De intrest, op de spaargelden uitbetaald, bedraagt f 200.59, terwgl er bij het einde van het boek jaar aan verschenen intrest f 2.864.93 by het kapitaal werd bygeschreven, zoodat het nieuwe boekjaar begonnen werd met een bedrag aan iaargelden, groot f 100.349.32. Bij het begin van het boekjaar, op 5 Febr. 1898, had de vereeniging geene gelden bij par-» ticulieren opgenomen. Dit geschiedde ook in den loop van het boekjaar niet. Door de voorschotvereeniging werden 29Ö voorschotten verleend tot een gezameniyk be drag van f 268.358. In den aanvang van het boekjaar waren nog aan voorschotten uitstaande f 125.250.48, zoodat de geheele voorschotre^ kening beliep eene som van f 393.608.48. Daarvan werd in den loop van het boekjaar afgelost f 264 458.73, zoodat by het sluiten van het boekjaar de nog onafgeloste voor schotten bedroegen f 129.149.75. De bank ontving voor de in het afgeloopen boekjaar 1898/99 verleende voorschotten aan intreBt f6.549.39. De gereserveerde intrest van voorschotten, in het vorig boekjaar 1897/98 verleend, bedroeg f 1.994.05, samen f8.543.44.- Daarvan moet afgetrokken worden, als nog onverachenen, de rente loopende over het nn onlangs ingetreden boekjaar 1899/1900 f1973.07. Door de bank werd aan intrest op uitgekeerde' spaargelden uitbetaald f 200.59. Aan versche nen intrest op spaargelden werd bg het eind van het boekjaar bijgeschreven f 2.864.93. Aan intrest op by particulieren opgenomen gelden werd betaald nihil. De onkosten der vereeniging bedroegen f 221.31. Terwyi eindeiyk door de bank werd terugbetaald voor vóór den vervaldag afbetaalde of door verdiscon teering in de kas teruggevloeide voorschotten f 110.27, zoodat de zuivere winst der bank bedraagt f 3173 27. Nadat het bestuur met de commissie van toezicht besloten had dat van de zuivere winst eene som van f 690.52 zou worden gevoegd bg het reservefonds, werd door de algemeene vergadering bepaald dat 5 pet. op het aan deelenkapitaal zou worden uitgekeerd, waartoe vereischt werd f 862.75dat, ter voldoening van den aanslag in de belasting op bedryta- en andere inkomsten, een bedrag van f 20 zoq

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1