MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 58-
1899.
Donderdag
Veevervoer naar België.
9 Maart.
^142° Jaargang.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 8 Maart 8 u. vm. 37 gr. 12 u. 50 gr.
av. 4 u. 48 gr. F. Verw. mat. W. wind bewolkt.
Middelburg 8 Maart.
Er zijn reeds een paar maanden verloopen
Bedert ik in de N. R. Crt eene eenigszins uit
gebreide verhandeling plaatste over den toe
stand in Zeeuwsch-Vlaanderen in verband met
de sluiting van de Nederlandsche grenzen voor
den invoer van vee uit België en de veertien-
daagsche openstelling van België voor den
invoer van vet vee en melkkoeien uit Neder
land.
Gedurende dat tijdsverloop (van 20 Decem
ber 1898 tot heden) hebben velen met mij ge
duldig zitten wachten op de dingen, die komen
zouden. Van de zijde der Nederlandsche regee
ring werd, voor zoo ver mij bekend is, niets
gedaan om in den bestaanden toestand eenige
verbetering te brengenvan de zijde van Bel
gië daarentegen werden nieuwe maatregelen
voorbereid, die, wanneer zij eenmaal tot wet
geworden zullen zijn, den Nederlandschen vee
kweeker groot nadeel zullen berokkenen en
daarenboven de landbouwers in Zeeuwsch-
Vlaanderen, vooral die, welke ten westen van
de Braakman wonen, in een toestand zullen
brengen, nog benarder dan die, waarin zij
thans verkeereneen en ander tengevolge van
het oprichten van slachthuizen aan de Belgi
sche grenzen en de heffing van een inkomend
recht van 3 franken op de 1000 KG. ingevoerde
suikerbeten, welke beide bepalingen in de
maak zijn en als de Nederlandsche regee
ring daartegen niet handelend optreedt
tot uitvoering zullen komen.
Ib het hooger aangehaalde stuk werd door
mij gezegd, dat de tegenwoordige regeeriDg
van België geheel afhankelijk is van de Boe
renbonden, opgericht en bestuurd door de
grondeigenaars in het Vlaamsch-sprekend ge
deelte van België en door de geestelijkheid.
„De boerenboBden der Vlaanderens", zeide
onlangs op de meeting van vleeschhouwers te
Brussel de heer Vanderouwera uit Mechelen,
„de boerenbonders der Vlaanderens zijn onze
wetgevers".
Dat zulks werkelijk zoo is, is een gevolg
van de behendige groepeering der kiesdistric
ten, waardoor de kiezers der steden, als Ant
werpen, Gent en vele andere, door die vai
het platteland worden overstemd op het plat
teland hebben de grondeigenaars en de gees
telijkheid de leiding der verkiezingende afge
vaardigden naar de Provinciale staten, zoowel
sis naar de kamer van volksvertegenwoordigers
en naar den senaat zijn hnnne mannendeze
hebben in die lichamen de meerderheid, en wil
nu de regeering den steun dier meerderheid
behouden, dan moet zij den boerenbonden te
wille zijn.
De grondeigenaars, die, gesteund door de
geestelijkheid, in de vergaderingen bet hooge
woord voeren want daar, als overal elders,
dienen in vergaderingen van pachters en
eigenaars, de eersten slechts om de meeningen
dér laatsten te beamen, al kunnen zij zich daar
mede ook niet altijd vereenigen, verlangen
hooge prijzen van vee en andere landbonw
producten, om dientengevolge hunne pachters
te verplichten hoogere pachten te betalen; zij
beoogen dus, zonder de zaak bij haren waren
naam te noemen, bescherming van den land
bonw, in de uitgebreidste beteekenia van het
woord, en na allerlei proeven is het hun ein
delgk gelukt, onder voorwendsel van
verbetering van den sanitairen toestand van
het vee, een middel te vinden, om dat doel te
bereiken, zonder tegenspraak zeer ten nadeele
van den Nederlandschen veekweeker, maar
toch zóo listig bedacht, dat daartegen feitelijk
niets anders is aan te wenden, dan de eene on
vriendelijkheid te beantwoorden met de andere.
Men moge dit plagen noemenmen moge
die plageden van twee regeeringen aikeuren;
men moge vrome wenschen uiten, dat die
plager yen niet noodig zullen zijn
men moge een oogenblik, eene maand, een
jaar, drie en meer jaren gehoopt hebben, dat
welwillendheid van de eene zijde aan
het onwelwillend optreden der andere
zijde een einde zonde gemaakt hebben
vergeefs gehooptvergeefs gewacht 1
België, stout door de onbegrijpelijke lank
moedigheid van Nederland, eene lankmoedig
heid, waar by het zyne margarine-fabricatie
grootendeelB inboette en voor een afnemer een
mededinger kreeg, dubbel te vreezen, omdat hg
do or eene energieke regeering gesteund wordt
eene lankmoedigheid, waardoor eerlang
Dit woord klinkt wel eenigssins vreemd, maar
geljjk derdedaagteiI# wil zeggen van de drie dagen
ftn, beteekent dit één dag van de veertien.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éón uur
aan het bureau bezorgd zyn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel n. eer 20 cent. Reclames 40 c
Groote letters naar de plaa* die zij innemen.
Advertentiën by abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zyn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Amsterdam A. de La Mar Azn.
dam: Nijgh van Ditmar.
zooals door de afdeeling Rotterdam,
Schiedam en omstreken der Holland-
sche maatschappij van landbouw in een verzoek
schrift aan H. M. de Koningin duidelgk is
uiteengezet aan den handel in vet vee van
Nederland op België onberekenbaar veel nadeel
zal worden toegebracht niet alleen, maar waar
door ook de Hollandsche veestapel bedenkeiyk
in waarde zal verminderen;
eene lankmoedigheid, die in de provincie
Zeeland, eene landbouwende provincie by
uitnemendheid, waar het verlies der meekrap
cultuur en de ongehoord lage pryzen der
tarwe, de kinderen van eigengeërfde land
bouwers tot pachters hebben gemaakt, zelfs
tot arbeiders! de vreemdelingen heeft
binnengelokt, die nn, geholpen door gedienstige
zaakwaarnemers en rentmeesters, den inboor
ling dwingen naar elders te verhuizen, om in
zijne behoeften en in die van zyn huisgezin te
kunnen biyven voorzien.
En tegenover het bestuur van België, dat de
belangen zyner onderdanen in den vreemde op
alle wijzen beschermt en bevordert, de Neder
landsche regeering, wars van elke poging om
aan de jarenlange verwaarloozing een einde te
maken, of liever nog, wars van een ernstig
handelend optreden, om de belangen van een
zeer groot deel harer onderdanen te bescher
men tegen de overmacht van den vreemdeling
en de geldzucht van de weinige ingezetenen,
die van den toestand voordeel trekken alle
heil verwachtende van eene staatscommissie,
belast met het onderzoek, hoe het gesteld is
met de tuberculose onder ons rundvee, van
welk onderzoek voor onzen veehandel op
België hoegenaamd geen resultaat te verwach
ten is, zoolang men daar slachthuizen aan de
grenzen verlangt, omdat het vee in Rusland
(zie lager de rede van T'Serstevens) de runder
pest heerscht
Maar laat ods na deze nitweiding tot onze
scbaapkens terugkeeren.
Woensdag, den 25sten Januari 11., werd te
Brussel onder het voorzitterschap van den
heer T'Serstevens eene vergadering gehouden
van den hoogeren landbouwraad, in welke
vergadering lezing werd gegeven van een
brief van den minister van landbouw, den
heer De Bruijn, waarin deze zeide, dat door
den grooten invoer van vee uit Holland het
Belgische vee den noodlottigen invloed onder
ging van de in dat land steeds heerschende
ziekten onder het vee
dat men daarom de grenzen meermalen had
moeten sluiten voor den invoer, sedert 1896
zelfs voor goed
dat men later onder behoorlijke voorzorgs
maatregelen den invoer van slachtvee weder
bad kunnen toelaten naar 5 groote stedelijke
slachthuizen
dat de grens voor mager vee nog moet
gesloten biyven, maar dat men voor vee, be
stemd om geslacht te worden, breedere (mildere)
naatregelen zonde kunnen nemen, mits
tieren op de grenzen werden geslacht.
De brief eindigde met deze woorden:
„In Augustus 1898 heeft het gouverne
ment uit Den Haag de verzekering ont
vangen, dat het in dezen maatregel geene
bezwaren vond, op voorwaarde dat het
vee op Belgisch grondgebied zoude geslacht
worden."
Zeker is het, dat de heeren in Den Haag,
die dit antwoord aan den Belgischen minister
gegeven hebben, de afdeeling Rotterdam
van de Hollandsche Landbonwmaatschappy
niet geraadpleegd hebben.
Over den inhoud van dezen brief werd den
volgenden dag, 26 Januari, rapport uitgebracht
door de 3de afdeeling en daarna met alge
besloten den minister in over
weging te geven de volgende maatregelen te
nemen
1. vet vee mag worden ingevoerd op voor
waarde, dat het aan de grens te lande en te
water worde geslacht
voor den invoer van mager vee, kweekvee
en melkkoeien blijven de maatregelen van
quarantaine, inenting enz. bestaan;
3. invoer van vee kan belet worden, indien
er door dien invoer gevaar zon bestaan dat
Belgisch vee besmet werd
4. de smokkelhandel worde volkomen belet.
Deze besluiten van den hoogeren landbouw
raad dreigen eerlang wet te worden.
Natuurlijk zijn de Belgische slachters zeer
slecht te spreken oyer het slachten aan de
grenzen.
Een hunner, de heer De Jonghe, zeide daar
omtrent op de meeting te Brussel;
„In den zomer zullen de slachters van Ant
werpen verplicht zij a hun vleesch naar
Schelde te voeren, want het zal niet meer
schikt zyn voor het verbruik. De mindere man
zal dan geen ander vleesch meer kannen be
komen, dan paardenvleesch, vleesch van de
eke paarden, die men uit Engeland invoert."
Op ditzelfde nadeel is ook gewezen door de
afd. Rotterdam enz. in het hooger aangehaalde
verzoekschrift, maar wat een nadeel is voor
de slachters en voor den Nederlandschen vee
kweeker, is een voordeel voor den boeren-
bonder.
Zy toch, die vleesch kunnen betalen, zuilen
verlangen, dat men hun vleesch geve van
rundvee, dat in het stedelijk abattoir is ge
slacht; dewijl België wekelijks nagenoeg 2000
stuks slachtvee uit het buitenland moet aan
voeren, om in de behoeften der vleeschetende
bevolking te kunnen voorzien, en er by het
slachten aan de grenzen gedurende de warme
zomerdagen doorloopend vleesch te weinig zal
zijn, kan het niet anders, of het inlandsch
slachtvee moet duur worden. Hierdoor is het
doel der boerenbonders bereikt, al zegt de heer
T'Serstevens ook honderdmaal, dat er een
vast handelsstelsel zal ontstaan, waardoor de
pryzen van het vleesch zullen verminderen.
Dat vaste handelstelsel werd door genoem
den heer op de meeting te Brussel op de vol
wijze aangekondigd en aanbevolen
Als vertegenwoordiger van den hoogeren.
landbouwraad uitgenoodigd om het woord te
voeren, vond hij het een goed denkbeeld van
de slachters, dat zij deze meeting hadden be
legd om daardoor tot eene juiste waardeering
te komen der te nemen maatregelen. België
moet jaarlijks ongeveer 100.000 stuks vet rund
vee invoeren, zoo sprak hg, om in de behoef
ten zijner bewoners te kunnen voorzien. Alle
veekweekende volken dingen natnurlgk mede
naar die uitmuntende markt; niet alleen de
Hollanders, maar de Amerikanen, de Roeme-
niërs en de Russen. Nu heerscht in Roemenië
en in Rusland onafgebroken (en permanence)
de runderpestgeene enkele regeering zou het
op zich durven nemen de grenzen vrgelijk
openen voor het vee dezer landen, want
daardoor zouden de besmettelgke ziekten onder
het vee in België worden ingevoerd, nadat ze
reeds zulke groote offers van de finantiën des
rijks geëischt hebben.
Het onafgebroken weifelen tusschen openen
en sluiten der grenzen voor vreemd vee is in
hooge mate afkeurenswaardiger dient een
vast stèlsel te worden ingevoerd. Het belang
der natie eischt, dat wg slechts op ééne en
dezelfde wijze handelend optreden tegen alle
landen, die vee invoereD, en buiten het stelsel
dat door den hoogeren landbouwraad is voor
gesteld, slachten aati de grenzenis er g
Dit werd, men lette daarop, beweerd door
den voorzitter van den hoogeren landbouwraad
op de meeting te Brussel.
Dat de Nederlandsche regeering het zich
voor gezegd houde.
De Belgische regeering zal alle volken, die
vee kunnen invoeren, scheren over één kam.
Dat ia schijnbaar zeer rechtvaardig, zeer
billgk, maar ongetwijfeld zal de runderpest in
Rusland en Roemenië de stok zijD, waar-
zij, daartoe door de boerenbonden
dwongen, het gezonde vee uit Nederland bui
ten hare grenzen houdt.
Zal de Nederlandsche regeering dit lgdelgk
big ven aanzien, of zal zg gebruik maken van
de middelen, die zg in handen heeft, om België
dwingen tot meer welwillendheid?
'tGeen in de laatste jaren gebeurd ia, geeft
den Nederlandschen veekweeker zeker nietweel
verwachting van de toekomst.
Er dreigt nog een ander gevaar.
Van de beten, die in België worden inge
voerd, zullen wordt de wensch der boeren
bonders vervuld 3 frank inkomende rechten
geheven worden per 1000 K.G.
Beten, in Nederland gegroeid op gronden
van Belgische eigenaars, zullen van die rech
ten worden vrggesteld.
Wordt deze wensch der boerenbonders eene
wet, dan zullen de agenten van Belgische
suikerfabrieken aan hen, die gronden van
Nederlanders bebouwen, natuurlijk 3 frank
minder per 1000 K.G. beten moeten aanbieden,
dan aan hen, die de gronden van Belgische
eigenaars in pacht hebben.
De Nederlandsche fabrikanten zullen van
zoodanige omstandigheden al heel spoedig
partg trekken en ook geene hoogere prgzen
besteden dan volstrekt geëischt worden; welke
prgzen by de tegenwoordige markt der tarwe,
waarlijk niet te groot zullen zgn.
Alles ten nadeele van de betenverbouwende
landbouwers, die niet op gehalte kunnen con
tracteeren, feitelijk dus van geheel Zeeland,
waar de suikerbeet voor 't oogenblik de kurk
is, waarop de geheele landbouw drijft.
Maar nog erger.
De waarde van den grond wordt in de handen
van een Belgischen eigenaar veel grooter dan
in die van een Nederlanderelk stuk land, dat
te koop komt, zal door zoodanige bevoorrech
ting in handen komen van Belgische eigenaars-
Niet lang zal het duren of alle polders in
Zeeuw8Ch-VIaanderen, vele in Tholen, Noord-
Beveland, zelfs in Schouwen en Duiveland
zullen bestuurd worden onder den invloed van
vreemdelingen.
Zon het geen tijd beginnen te worden, dat
daaraan door de Nederlandsche regeering paal
en perk worde gesteld
G. A. VORSTERMAN VAN O YEN.
Aardenburg, 6 Maart 1899.
Al verschillen wij met den schryver in
gevoelen, o. a. ten opzichte van in deze te
nemen maatregelen, wij meenen toch dat zijne
beschouwing, uit het oogpunt van het alge
meen belang en van dat van Zeeland in 't
3r, belangrijk genoeg is om daaraan
een plaats aan het hoofd der courant te geven.
Red.
BMOEMIAIUEM MZ.
Bij kon. besluit
zijn F. B. Löhnis, inspecteur van het mid
delbaar onderwgs, belast met het toezicht op
de landbouwscholen, te 's Gravenhage, en dr
•T. Th. Cattie, directeur van de afdeeling
Tuinbouwschool der Rijkslandbouwschool te
Wageningen, benoemd tot vertegenwoordigers
der regeering op het in de maand Juni 1899
te Gent te houden internationaal congres voor
tuinbouwonderwijs
is, voor het tijdvak van 1 Mei 1899 tot en
met 30 April 1900, benoemd tot onderwgzeres
aan de rijkskweekschool voor onderwyzcressen
te Apeldoorn, mejuffrouw J. A. E. Honbolt,
aldaar.
UIT STAD EN "PROVINCIE.
Naar wy vernemen, wordt aanstaanden
Dinsdagavond door het trio Homes, Fey en
Davenport eene voorstelling in de concert- en
gehoorzaal alhier gegeven.
Dit drietal, dat een groot deel der wereld
bereisde, belooft niet alleen heel wat op het
gebied van spiritisme, somnambulisme, gedach-
tenlezen en geheugenleer, maar geeft dit ook.
Ofschoon hier ter stede reeds vroeger ge
lijknamige kunstenaars in hetzelfde genre op
traden en dus al wat vertoond zal worden
niet op nieuwheid bogen kan, en niettegen
staande men de overtuiging heeft dat bij vele
toeren heele gewone natuurkrachten in wer
king worden gebracht, handigheid en afspra
ken te pas komen, toch blijft een Voorstelling
als de hier bedoelde zeker wel bezienswaard,
juist omdat men niet raden kan hoe
vertoond wordt tot stand gebracht is.
Uit Vlissingen.
De onlangs aan de brug over het kanaal
aldaar gezonken tjalk is thans gelicht.
De kolfsocieteit De Prins van Oranje te
Goes besloot in eene Dinsdagavond gehouden
vergadering het Bondskolfconcours de tweede
week in September te zullen ontvangen.
Door het vertrek van den heer J. Mol
naar 's Gravenpolder is een vacature ont
staan in de gemeenteraad van Nisse. De heer
Mol was sedert September 1855 lid van den
raad en had alzoo 43l/s jaar dienst.
Te Breda is geslaagd voor het examen
m de nattige handwerken mej. J. van Dyke
te Tholen.
Ter aanvulling van het bericht in ons
vorig nommer omtrent het afwyzend beschikken
door den gemeenteraad van Axel op een ver
zoek om ook op andere dagen dan kermis en
jaarmarkt dansmuziek te mogen geven, deelt
men ons nog mede, dat de tegenstemmers waren
de heeren Smies, Weijns, Jansen van Roosendaal,
Dekker en de voorzittervóór stemden de heeren
Wolfert, Yan Hoeve en Van Fraagenhoven
wyi afwezig waren de heeren Lamaitre en Dreg-
mans. De heer Koster hield zich buitenstem
ming, omdat hy, naar het schynt, niet
de zaak had overwogen!
In die zelfde raadszitting werd nog besloten
tot het bekeien van den linkerzykant van den
Noorddam en tot verplaatsen van een lantaarn
in die bnnrt.
Een tweede gemeente-geneesheer zal worden
opgeroepen tegen 20 Maart a. b. om met 1
April in dienst te treden.
In den afgeloopen nacht is te Ter neu
zen door een paar personen, die goed op de
hoogte bleken te zyn van de localiteit, in een
tweetal perceelen inbraak gepleeg
het magazijn van materialen der firma Van
IJsselstein en in het kantoor der firma Little
en Johnston, waar kort geleden ook al eens
werd ingebroken.
De ongenoode gasten hadden niet
ces, want ofschoon in laatstgenoemd kantooi
alle lessenaars werden geopend, is er niets van
belang ontvreemd.
Coöperatieve voorschotvereenlglng en
spaarbank te Goes.
Dinsdagmiddag werd in de Prins van Oranje
te Goes eene algemeene vergadering gehouden
van leden van bovengenoemde vereeniging.
De heer A. E. Janssen, de vorige week tot
kassier gekozen, deelde mede dat hy aanvan
kelijk besloten had te bedanken, maar op dat
beslnit was teruggekomen door den invloed
van vele belangstellenden. Daarna werd nog
de borgtocht besproken en, zooals reeds in eea
deel der oplaag van ons vorig nommer werd
gemeld, goedgekeurd.
Nadat de beer Z. D. van der Bilt la Motthe,
die niet als controleur in aanmerking wenschte
te komen, met 97 van de 107 stemmen, tot
voorzitter was gekozen, werd de benoeming
van een controleur aan de orde gesteld.
De vier candidaten, de heeren Job. Molhoek
H.Jz., J. Korstanje Lz., Joh. Pilaar J.Mz. en
v. d. Hoek, verwierven 45, 27, 25 en 9
stemmen en by de tweede vrye stemming 46,
27, 26 en 4.
Bij herstemming tusschen de heeren Molhoek
en Korstanje verkregen beiden 50 stemmen,
waarna bg loting de heer Korstanje benoemd
werd. Ook dit iB in het vorig nommer reeds
Blijkens het daarna uitgebracht
30ste Jaarverslag,
loopende van 5 Febr. 1898 tot 5 Febr. 1899,
bedroeg het ledental bg den aanvaDg van het
boekjaar 244. In het afgeloopen jaar traden
elf leden toe en verlieten haar 9, zoodat de
vereeniging op 5 Febr. 1899 246 leden telde,
wier gezamenlijk bedrag aan gestorte aandeelen
bedroeg f 18.298.24s.
Op 5 Februari 1898 bedroeg het kapitaal def
gestorte aandeelen f 18.183.26s. Aan stortingen
op aandeelen, daaronder begrepen het inge
schreven dividend ad f 28.25, op de nog niet
volgestorte aandeelen werd ontvangen f963.41,
terwijl aan gestorte aandeelen werd terugbe
taald f 848.43, zoodat het aandeelenkapitaal
op 5 Februari 1899 bedroeg f 18.298.246.
Het reservefonds bedroeg op 5 Febr. 1898
f 9353.93. De inkomsten gedurende het afge
loopen jaar bestonden uit het aandeel in de
winst van het vorig boekjaar ad f 588.81 en
uit entreegelden en verkoop opbrengst van
spaar- en statuten boekjes f 48.95, samen alzoo
f 9991.69.
Verliezen leed het reservefonds niet.
Het dienstjaar werd aangevangen met een
bedrag aan spaargelden, groot f 103.541.91®.
Ingebracht werd in den loop van het jaar
f 47.307.67, terwgl een bedrag van f 47.365.19*
aan spaargelden werd terugbetaald,, zoodat er
op het einde van het boekjaar aan spaargel
den in de bank overbleef f 103.484.39. De
intrest, op de spaargelden uitbetaald, bedraagt
f 200.59, terwgl er bij het einde van het boek
jaar aan verschenen intrest f 2.864.93 by het
kapitaal werd bygeschreven, zoodat het nieuwe
boekjaar begonnen werd met een bedrag aan
iaargelden, groot f 100.349.32.
Bij het begin van het boekjaar, op 5 Febr.
1898, had de vereeniging geene gelden bij par-»
ticulieren opgenomen. Dit geschiedde ook in
den loop van het boekjaar niet.
Door de voorschotvereeniging werden 29Ö
voorschotten verleend tot een gezameniyk be
drag van f 268.358. In den aanvang van het
boekjaar waren nog aan voorschotten uitstaande
f 125.250.48, zoodat de geheele voorschotre^
kening beliep eene som van f 393.608.48.
Daarvan werd in den loop van het boekjaar
afgelost f 264 458.73, zoodat by het sluiten
van het boekjaar de nog onafgeloste voor
schotten bedroegen f 129.149.75.
De bank ontving voor de in het afgeloopen
boekjaar 1898/99 verleende voorschotten aan
intreBt f6.549.39. De gereserveerde intrest van
voorschotten, in het vorig boekjaar 1897/98
verleend, bedroeg f 1.994.05, samen f8.543.44.-
Daarvan moet afgetrokken worden, als nog
onverachenen, de rente loopende over het nn
onlangs ingetreden boekjaar 1899/1900 f1973.07.
Door de bank werd aan intrest op uitgekeerde'
spaargelden uitbetaald f 200.59. Aan versche
nen intrest op spaargelden werd bg het eind
van het boekjaar bijgeschreven f 2.864.93.
Aan intrest op by particulieren opgenomen
gelden werd betaald nihil. De onkosten der
vereeniging bedroegen f 221.31. Terwyi eindeiyk
door de bank werd terugbetaald voor vóór
den vervaldag afbetaalde of door verdiscon
teering in de kas teruggevloeide voorschotten
f 110.27, zoodat de zuivere winst der bank
bedraagt f 3173 27.
Nadat het bestuur met de commissie van
toezicht besloten had dat van de zuivere winst
eene som van f 690.52 zou worden gevoegd
bg het reservefonds, werd door de algemeene
vergadering bepaald dat 5 pet. op het aan
deelenkapitaal zou worden uitgekeerd, waartoe
vereischt werd f 862.75dat, ter voldoening
van den aanslag in de belasting op bedryta-
en andere inkomsten, een bedrag van f 20 zoq