MIDDELBURGSCHE COURANT.
Maandag
6 Februari.
BUITENLAND.
N°. 31.
142" Jaargang,
1899,
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon-
i rijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 4 Febr. 8 u. vm. 30 gr. 12 u. 38 gr.
av. 4 u.37 gr. F. Verw. mat. tot kr. Z. O. wiDd.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cenL Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te AmsterdamMax R Nunes te Rotterdam
Nijoh van DrrMAB.
deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 4 Februari.
Niets nieuws onder de zon.
Dat was Vrijdag in de Eerste kamer weer
eens een ouderwetsch onderwijsdebat]e, waarin
vóór en tegen de openbare school gepleit werd,
alsof er nooit een pacificatie was geweest. Nu,
dat is ook al bijna tien jaar geleden en de
pacificatie van Gent hield het maar drie jaar
uit. Wat toch de naaste aanleiding mag zijn
tot dat hernieuwd ageeren tegen de openbare
school, is verre van duidelijk, tenzij men deze
op politiek gebied moet zoeken. De heer
Lohman is de groote sein- en stootgever, maar
merkwaardig en ad rem was de herinnering
van den minister aan het debat over zijn wetje
in de Eerste kamer in 1895, toen de heer
Lohman zelf met geen woord protest aantee-
feende tegen de conclusiën, door den heer
Wertheim getrokken, dat nog steeds de wet
van 1889 werd beschouwd als de goede oplos
sing en dat van de beginselen daarvan nie
mand wilde afwijken.
Sinds echter heeft de leus „de vrije school''
opgang gemaakt, zoozeer zelfs, dat nu ook de
heeren v. Zinnicq Bergmann hulde overigens
aan diens zeer bezadigde en ook voor het open
baar onderwijs waardeerende beschouwing
en Van den Biesen minder hulde aan diens
een weinig misplaatste grappen daarmee
schermden, alsoi zij hnn leven lang voor niets
anderB gestreden hadden. Zoover ons bekend,
was het echter van Katholieke zijde voor de
eerste maal, dat die leus werd aangeheven. Met
volkomen besef van wat dat beteekent? Wij
kunnen het bezwaarlijk gelooven, want wat
men de vrije school gelieft te noemen, zon in
tal van plaatsen leiden tot onderdrukking van
de minderheden. Dat werd door den heer Al-
berda, hoe men overigens moge denken over
diens betwistbare bewering, dat de openbare
school de waarlijk vrije school is, onwederleg-
baar aangetoond. En de minister voegde er in
zijn welgeslaagde rede aan toe, dat men vooral
in Brabant en Limburg met het afbreken der
openbare school voorzichtig mocht zijD. Wat
dan ©ok op dit oogenblik zou behooren gedaan
te worden, als men dat denkbeeld „de vrije
school" zou willen verwezenlijken, wist niemand
te zeggen. De heer Schimmelpenninck, ook al
om de vrije school roepende, wist niets te doen
dan een caricatuur te maken van de openbare
school en op ouderwetsche wijze los te trekken
tegen den windmolen der onmogelijke neutral!
teit, die nergens in de wet gegrondvest is.
Maar wij keeren terug tot do vraag wat ei
dan toch gebeurd is na 1895, wat die aanval
len op de openbare school verklaart. De heer
Bergmann meende al een heelen troef in han
den te hebben in de verklaring van eenige le
den, in het Voorloopig Verslag dezer Kamei
geboekstaafd, die, vroeger voorstanders der
openbare school, nu zeiven de onhoudbaarheid
inzagen. Maar, al werd het al kwart over vie
ren, de minister wist dan toch nog eventjes
te coustateeren, dat al die leden zich doodstil
hadden gehouden. Thans opgeroepen te spre
ken, bleven zij nog schuil. Doch al ware dat
nu zoo, wat bewijst het nog Dat een paar on
zer senatoren op hun ouden dag hoofdschud
dend gaan zeggen „jongen, jongen, 't wordt
toch erg met die openbare school", dat bewijst
nog niet, dat het zoo erg is geworden. Klachten
over schending van neutraliteit hebben wij
vóór 1895 ook wel eens gehoord. Zoo iets komt.
natuurlijk wel eens voor, maar waar is het
bewijs, dat het zooveel erger is geworden Over
socialistische onderwijzers werd vóór 1895
meer geklaagd dan tegenwoordiger was een
tijd dat zij zich buiten de school veel meer
roerden. Dan was er een tijd, dat menjammer-
de over de met Malthusianisme besmette jeug
dige onderwijzers, en dat is tegenwoordig ook
al veel minder. Alles samengenomen zijn ei
altijd eenige grieven geweest tegen eenige in
dividuen. Zeer natuurlijk waar het een zoo
velen omvattende instelling geldt, maar
geen enkele reden om te beweren, dat de toe
stand onhoudbaarder wordt of dat de liefde
voor de openbare school vermindert. Het eenige
verschrikkelijke nieuwe feit, dat wij hebben
kunnen ontdekken, is dat de onderwijzer Berg-
meijer redacteur van Recht voor Allen is ge
worden.
Practische uitkomst van het debat nihil.
De minister ia tegenover de bijzondere school
de welwillendheid zelf en ten slotte klaagde
niemand over hem. Maar men kan natuurlijk
geen wijziging in ons schoolstelsel van hem
verlangen, die men zelfs overigens niet zou we
ten te for muloer en. (Fad.)
UIT STAD EN PROVINCIE.
Aan het N. v. d. D. schrijft men uit
Middelburg:
„Wel droeg de gisteravond aan een onzer stad-
genooten gebrachte hulde een min of meer intiem
karakter, maar ook in wijder kring zal het
belangstelling wekken, als iemand erkentelijk
heid betoond wordt, die gedurende een reeks
van jaren een veelomvattenden, lang niet altijd
dankbaren werkkring in eene sympatieke
vereeniging heeft vervuld.
Sedert 25 jaren was de heer J. J. H. Doorenbos,
secretaris der bekende vereenigingUit het
volkvoor het volk, en bestuur en leden
wenschten hunne dankbaarheid voor de vele
bemoeiingen van dezen uitstekenden secretariB
een blij venden vorm te geven. Zij kozen daartoe
oen tegel van de Delftsche Plateelbakkerij, een
voorstelling van de St Bavo-kerk te Haarlem,
aaar een schilderij van Bosboom, en in een
bijeenkomst van deelnemers werd dit den heer
Doorenbos aangeboden.
De grijze voorzitter der vereeniging, de heer
mr G. N. de Stoppelaar, bood dit souvenir in
hartelijke bewoordingen namens de gevers aan,
hetgeen door den heer Doorenbos onder vrien
delijke dankzegging werd aanvaard."
Wij nemen dit bericht over, om daaraan eene
enkele opmerking toe te voegen.
Ook wij hadden gaarne, omdat het hierbij
eene ovatie gold die ten volle verdiend was,
daarvan melding gemaakt. En men bad ons
zelfs in de gelegenheid gesteld het cadeau te
Maar niet alleen dat de pers Donderdag
avond niet genoodigd was, ar werd zelfs uit
drukkelijk, op verlangen van hem wien het
gold, verzocht daarvan geen melding te maken.
Aan dit verlangen hebben wij gemeend te
moeten voldoenmaar men ziet alweer hoe
weinig dit aan het doel beantwoordt.
In hoever de berichtgever, niettegenstaande
het „intiem karakter" dat de huldebetuiging
.lroeg, zich toch gerechtigd achtte om daarvan
melding te maken, zonder machtiging daartoe
te vragen aan de daarbij betrokken personen,
is zijn zaak.
Doch onzerzijds willen wij even vragen, of het
regenover het verwijt van onbescheidenheid,
dat de pers wel eens gedaan wordt,
niet te veel gevergd is van de persorganen,
die men bereiken kan, dat zij zwijgen, daar
waar anderen zich hoegenaamd aan niets behoe
ven te storenen zelfs bij „intieme" zaken
bet niet eons noodig achten te vragen, of aan
een of ander publiciteit gegeven mag worden.
Het zal op die wijze voor de pers, die de
regelen der beleefdheid en welwillendheid in
acht wil nemen en zoo het aanzien der pers
hoog wil houden, steeds moeilijker worden zulk
-ren standpunt in te nemenwant een deel van
bet publiek, onbekend met de motieven, is al
heel spoedig geneigd haar van zulk stilzwijgen
een niet billijk, maar ook niet vleiend verwijt
te maken.
Onder de gegeven omstandigheden zal wel
geen bezwaar bestaan mede te deelen, dat de
bruine tegel-tableau was gevat in een lijst van
eikenhout, rustende op een ezel van notenhout
en versierd met draperieën van vieux rose,
een en ander bewerkt door den heer B. Neel-
meijer.
Bij dit huldeblijk was gevoegd een album
met de namen der deelnemers en de volgende
gecalligrapheerde opdracht
„Aan Jan Johan Herman Doorenbos ter her
innering en uit waardeering voor zijn onbe
zweken en onbaatzucbtigen ij ver voor de belan
gen der vereeniging Uit het Volk—Voor het
Volk gedurende de vjjf-en-twintig jaren, dat hij
onafgebroken de betrekking van secretaris der
vereeniging heeft bekleed, door zijne medeleden".
Onlangs meldden wij dat van de nieuwe
Bad-inrichting te Middelburg een druk
gebruik werd gemaakt.
Wij kunnen thans die mededeeling met cijfers
staven.
In de maand Januari werden genomen in de
eerste klasse 4 abonnementen voor regen-
baden en 4 idem voor kuipbadenen buiten
abonnement 51 regen- en 49 kuipbaden
tweede klasse52 abonnementen voor
a buiten abonnement 473 regen-
Het verdient wel opmerking dat er zulk
groot verschil is tusschen het gebruik der
eerste en tweede klasse.
Van de eerste wordt zeer weinig gebruik
gemaakt; een o. i. natuurlijk gevolg van het
groote verschil in prijs. Of zou de indeeling
van den tijd soms ook hierop invloed uit
oefenen
In de Woensdag door het Zeeuwsch Ge
nootschap der wetenschappen gehóuden verga,
dering werden door den voorzitter twee gedenk
penningen ter tafel gebracht, de eene van zil
ver, de andere van brons, aan het genootschap,
evenals aan verschillende gemeenten enz., ge-
jn door H. M. de Koningin. Deze pen
ningen zijn niet in den handel. De voorzijde
vertoont het welgelijkend borstbeeld der Konin
gin, terwijl op de keerzij do do Koningin voor
gesteld wordt, de hand reikende aan de maagd
van Nederland. Zij zijn gesneden door Bart
van Hove.
Bij deze gelegenheid werden eveneens ter
tafel gebracht de reeds op de Oranj eten toon
stelling bezichtigde groote inhuldigiogsmedaille,
uitgegeven door Mayer te Pforzheim, benevens
een viertal andereeindelijk nog de penning
plaat van brons, naar teekening van den be
kende Wienecke vervaardigd, aangeboden door
het centraal-comité voor de feestelgkheden te
Amsterdam. Ook deze laatste is niet voor het
publiek verkrijgbaar.
Daarop werd het Genootschap aangeboden
een geschenk van een belangstellend lid van 't
bestuur, bestaande uit een uitgebreide verzame
ling inhuldigingspenningen, waaronder exem
plaren van goud, zilver en brons, deels hier te
lande, deels 's buitenlands, ter herinnering aan de
Septemberfeesten vervaardigd.
Tot de merkwaardigste onder deze behooren
voornamelijk de reuzenmedaille in brons van
Bouchette te Arnhem, die een middellijn heeft
van 197j cm. de penningplaat van Georgine
Schwartze een afslag in goud van den
zoogenaamden officieelen strooipenning en de
draagmedaille, aan lint, aan het hofpersoneel
uitgereikt.
Dank zij dit laatste geschenk, is, met mede
werking van nog andere schenkingen, o. a. van
firma C. J. Begeer te Utrecht, een bijna
volledige verzameling inhuldigingspenningen
in het bezit van het Genootschap gekomen.
Men hoopt nu, dat de nog ontbrekende en
de nog onder bewerking zijnde exemplaren ook
later het eigendom van het genootschap zul
len worden.
Ook de heer A. Mets te Middelburg
heeft de benoeming tot commissaris der be
grafenis maatschappij Uit Voorzorg aange
nomen.
In overeenstemming met een wensch der
betrekkingen, maken wij eerst heden melding
van het overigden van een onzer voormalige
stadgenooten-, mr P. Roetert Tak, kanton
rechter te Kampen, die Donderdag in
ouderdom van bijna 61 jaar te Arnhem stierf.
De heer Tak vestigde zich, na 22 Dec. 1865
aan de Hooge school te Utrecht in de rechten te
zijn gepromoveerd, als advocaat te Middel
burg, waar hij in 1869 werd benoemd tot
substituut-griffier bij de rechtbank. Bij de
reorganisatie der rechtbanken in 1877 werd
opnieuw in deze betrekking gehandhaafd,
waarna hij in Mei 1879 werd benoemd tot het
ambt, dat hij tot zijn dood vervulde.
De heer Tak was tijdens de laatste vier
jaren van zijn verblijf in onze stad, alzoo van
18751879, lid van den
Hoogstwaarschijnlijk in de portefeuille, waar
over de jongste bediende op 't kantoor het
bevel voert en die bestemd is voor „op te
bergen stukken".
De andere van ons drietjes keek me zoo
akelig welgevallig aan, toen hij mij zeide:
,Daar kunt ge 't mee doenwilt ge niet over
de sluizen, volg dan den grooten weg 'n
omweg, zeker, zeker, je kunt ook rijden, mijn
vriend heeft 't goed gezegd."
Na dien wederzij dschen vriend bedankt te
ibben voor zijne goede bedoeling te mijwaarts,
kon ik kort zijn, door hem te zeggen dat hij
zich in den persoon geheel en al vergiste.
Juist omdat ik 't volkomen met u eens ben,
liet 'k die oude brug met rust en gun 'k ze
eeuwige rust op de plaats, die 'k aangaf.
Wat niet wegneemt dat 'k 't een voorzien in
lang bestaande behoefte zou noemen als
besluiten kon de passage aan de sluizen
op welke wijze laat 'k aan deskundigen
over te bevrijden van 't gevaar, dat ze
steeds oplevert.
Aan 't gluiperig oog van den „andere van
ons drietjes", wien het blijkbaar speet, dat ik
den raadgever in zake die brug niet was, zag
k dat hij nog wat op z'u hart had.„Zeg", daar
komt 't al „was 't te min voor je, je weet wel,
die laatste uitvoering van 't mannenkoor?"
„Neen waarachtig niet, mijn waarde'zulke
gluipers moet jegnetjes behandelen „maar
'k dacht, als men daarvan iets geschreven zou
willen hebben, zouden de belanghebbenden 't
wel hebben doen blijken. Ik was er nu voor
eigen plezier.
Had ik moeten schrijven, dan zou ik zeker
hebben gemeld hoe heerlijk het strijkorkest
der atafmuziek van het 3e reg. inf., onder
leiding van den heer Barbe, speelde. Dit zal
zeker wel een woord van waardeering willen
Uit Vlissingen
schrijft men ons
't Is toch maar goed, dat er nog menschen
zijn die zoo eens precies zeggen hoe ze over
je denken. Als zulks wat meer gebeurde, zou
er minder misverstand heerschen. We waren
met zijn drietjes aan 't keuvelen over de oude
Tonnenbrug, toen 'k als mïjnemeeniag
meening mag men er wel op nahouden, niet
waar te kennen gaf dat het beste, wat ze
met dat onde ding konden doen, was het op
bergen in de oudheidskamer. Als dan die
plechtigheid door de aanwezigheid onzer ko
ningin verhoogd kon worden, dan hadden we
nog eens iets, waarmee wat lintjes konden
verkregen worden.
Mijn vriend zoo noem ik hem al is
't niet duwde me aan, zeggende: „En 1
kom je er dan toe om zulke flauwe praatjes
te schrijven Je trachtte onlangs hemel en
aarde te bewegen om dat „oude ding" aan de
sluizen te krijgen, een idéé, zoo gek, dat we
de drietjes zonder mij er hartelijk om ge
lachen hebben Zeg, haal nou al wat met je
herinneringsvermogen in verband staat eens
bij elkaar en vertel dan eens hoe dikwijls je
met een flinken westen wind voor die brug
stondt te peinzen op middelen om er droog
over te komen? En wou je die brug naar
de sluizen breDgen 't Zou groote zonde zijn
om dat afgeleefd lichaam op die manier naar
den kelder te helpen, wantmaar je
bent ook maar 'n aangewaaide VliaBinger en
die heeft van zee- of waterzaken geen benul.
En nu 'k toch uit mijn slof schiet, nog dit
'k prijs 't in je dat je voor je meening of
men ze deelt of niet durft uitkomen. Maar
leep ga je zeker niet te werk. Snap je nu
niet dat 't heelemaal verkeerd is om, als je
een of ander doel bereiken wilt, de hooge oomes
te wijzen op verplichtingen die ze, volgens jou,
hebben na te komen? Weet je waar het in je
stukjes uitgedrukte verzoek zal belanden?
uit tot het zingen van Ps. 89 vers 8, waarna
de oudste broeder der weduwe allen dankte
voor de eer, den ontslapene bewezen.
Ten bate van Schoolkindervoeding werd
Vrijdag in de Concertzaal te Zierikzee eene
soirée gegeven, waaraan een buitengewoon tal
rijk bezoek te benrt viel, zooals zij dit tron-
wens ten volle verdiende, zoowel om het wel
dadige doel, als om hetgeen den bezoekers
te genieten werd gegeven. Eenige nummers
werden vervuld door strijkorchest, piano en
viool. Uit het Oratorium die Jahreszeiten werd
Ihr Schonen aus der Stadt kommt her door
sopraan en tenor gezongen. Ook een tenor-solo
werd gegeven, terwijl een paar heeren en dames
voordrachten hielden. Dit alles wisselde elkan
der aangenaam af. De soirée werd besloten met
de dramatische schets de Militaire Willems
orde, welke door de rederij kers-vereenigi ng
Concordia werd opgevoerd. Vele medewerken
den kweten zich verdienstelijk van hunne taak
elk nummer verwierf veel bijval.
Te Hontenisse is heden morgen te
zeB uren de boterfabriek gedeeltelijk afgebrand.
Oorzaak onbekend.
Dat er menigeen ontbrak, die tot de muziek
liefhebbers behooren is misschien toe te schrij
ven aan de omstandigheid, dat men zich bezig
Hield met het bijeenbrengen der noodige fond
sen, benoodigd voor het tot stand brengen van
een omnibusdienst Stad-Station, die, als 'tzoo
doorgaat, wel op de lijst der niet uit te voe
ren plannen zal terecht komen."
Aanstaanden Woensdag zal te V1 i s s i n.
en voor de leden van het Nuts-departe
ment als spreker optreden de heer W. C-
Goteling Vinnis, die dan behandelen zal het
drama van Ernest Rostand, Cyrano de Bergerae.
Naar men meldt, zullen wegens eene her
stelling aan den spoorweg Queensboro-Sitting-
bouro, de mailbooten van de Maatsch. Zeeland
voor het ont- en inschepen van passagiers en
1 eenige reizen doen op Port-Victoria en
voor het lossen en overnemen der lading
doorstoomen naar een der Tilbnry-Docks voor-
dokken van London).
Vrijdag werden schipper A. de Bruijne,
met zijn tjalkschip liggende in het kanaal te
Terneuzen, en zijne vrouw gewekt dooreen
angstig geschrei van hun kindje, driemaanden
oud, dat in een voor hun bed staande wieg
lag. Dadelijk bemerkten zij, dat bet kind aan
voorhoofd en wangen verwond was, hoogst
waarschijnlijk door krabben en bijten van een
dier. De geneeskundige, die dadelijk ter hulp
geroepen was, uitte ook het vermoeden dat
een rat de bed rij ver was en aan de wangen
aanmerkelijk bloed bad uitgezogenna uit-
wassching achtte hij geen gevaar voor den
kléine aanwezig.
De schipper ving Vrijdag middag den ge
vaarlijken passagier in een val. {Tem. Crt.)
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
zijn bij den landbouwer S V. teOestka-
pelle een dertigtal kippen gestolen.
- Naar wij vernemen zal onder meer jhr
C. Ph. L. van Kinschot, secretaris der Neder-
landsche vereeniging van postzegelverzamelaars,
te Domburg, optreden als lid van het
Comité du Patronage de Vexposition Philatéli-
que de Paris de 1900
Men schrijft ons uit Goes:
Wanneer de zaag vereeniging Excelsior soirées
organiseert, kan zij altijd op een groote be
langstelling rekenen. Dit was dan ook VrQ-
dagavond in de Prins van Oranje weer het
geval. Opgevoerd werd 't Lied van Moeder,
oorspronkelijk tooneelspel met zang in drie
bedrijven en een voorspel, door Antonie (A. S.
Reule Nz.).
Door een twaalftal dames en heeren werd
daarna een Waterkuurmarsch uitgevoerd, welke
komische voordracht zeer in den smaak viel
Het slotnummer van het programma, een
tableau-vivant, voorstellende de Elfentanz, was
wel het glanspunt van den avond. Deze beel
dengroep was uitstekend geordend en met
smaak verzorgd. Het publiek toonde zich bij
dit nommer niet het minst dankbaar.
Onder algemeene belangstelling en deel
neming had Vrijdag jl. de uitvaart plaats van
den heer T. Swart, in leven hoofd der Chris
telijke school te Wissekerke (N.B.). De
baar werd gedragen door leden der verschil
lende collegiën der Ned. Herv. kerk en, behalve
door de mannelijke en vrouwelijke nabestaanden,
gevolgd door een talrijken stoet, waarbij zich
ook de leerlingen der school hadden aangesloten.
Aan 't graf voerde de heer Verweijs, predi
kant, het woord, die den overledene schetste
in zijn beteekenis als vader, onderwijzer en
kerkelijk voorganger. De schoolkinderen zon
gen daarna hun onderwijzer een afacheidi
toe. Een zwager van den overledene herin
nerde aan diens trouwe plichtsbetrachting,
ondanks lichamelijke zwakheid, en noodigde
Verkoopingenenz,
Door de Commissie van Beheer over bet
Oost-Indisch Huis alhier is de uitvoering
der werkzaamheden, die op 28 Januari 11.
werden aanbesteed, gegund aan de minste
inschrijvers, nl. het driejarig onderhoud aan
de firma P. Krijger Zoon en het maken van
kantoren enz. aan den heer J. A. Vertregt.
Algemeen Overzicht.
Alweer is de proefneming mislukt om met
den Oo8tenrijkschen Rijksraad te regeeren. Of
een proef mag het eigenlijk niet heeten. Want
de regeering zelf zal wel van den aanvang af
overtuigd zijn geweest, dat het toch niet zou
gaan. 't Zal daarom we) niemand een teleur
stelling zijn, dat de volksvertegenwoordigers
naar huis werden gezonden, en graaf Thun zal
het besluit daartoe zeker met veel opgewekt
heid hebben geteekend, omdat nu het veelbe
sproken artikel 14 der Grondwet weer van
kracht wordt, dat feitelijk het absoluut gezag
in Oostenrijk herstelt, tot tijd en wijle de
regeering, door bijeenroeping van den Rijks
raad, weer voor een poosje afstand doet van
het recht om bij keizerlijk besluit wetten te
maken.
Natuurlijk heeft de oppositie niet nagelaten
te protesteeren tegen de taktiek van de regee
ring. En theoretisch is, er natuurlijk alles te
zeggen tegen een toestand als de tegenwoor
dige, waarin het regel is dat de uitzonderings
bepaling van kracht is. Een paar groepen zijn
bijeengebleven om dit protest op te stellen en
zij zullen, naar het schijnt, ook nog niet naar
huis gaan.
De regeering legt zich natuurlijk meer toe
op een verzoening, het oude droombeeld, dat
tot dusver tot niets heeft geleid, dan tot
nieuwe verbittering. Bovendien wil het ons
voorkomen, dat graaf Thun, door den pulitieken
strijd der jongste tijden, niet de man is, in
wien de Duitschers veel vertrouwen zullen
stellen.
Als arbeidsveld zou hij daarbij niet den
Rijksraad, maar de Landdagen kiezen en dus
willen aanvangen met een poging om tusschen
de beide Btammen in Bohemen en Moravië een
vergelijk te treffen.
Zelfs zou hij omgaan met het denkbeeld, een
taairegeling voor het geheele keizerrijk te
maken, een taak welke natuurlijk nog oneindig
zwaarder is, daar er dan niet twee, maar vele
volken onder één hoed moeten worden gevangen.
En dat juist terwijl een der bladen sombere
berichten brengt over deu toestand in een
afgelegen deel der monarchie, waar de rust
even zeldzaam als noodig is.
Het Vaterland, het bekende cleriale orgaan,
deelt namelijk het volgende mede,