MIDRELRURGSCHE COUR AM N°. 29- 142° Jaargang, 1899. Vrijdag 3 Februari. Middelburg 2 Februari. Het Tooneel. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- rijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 2 Pebr. 8 u. vm. 32 gr. 12 u. 38 gr. av. 4 u. 36 gr. F. Verw. zw. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rej Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Nieuwe banen. Onder dit opschrift bevat De Gids een op stel van de hand van mr R. Macalester Loup, den bekenden hoofdredacteur van Het Vader land. Het is een krachtig en zeer lezenswaardig pleidooi voor de nieuwe, de vooruitstrevende richting op politiek gebied. Al zijn er ook telenrstellingen bereid aan de voorstanders van krachtige sociale politiek, wanhopen behoeven wij niet. Er zijn ook gunstige teekenen. Het kiesrechtvraagstuk in zijn vollen omvang dient nu niet aan de orde gesteld te worden. Technische herziening, goed, zegt de schrij ver; maar wat heil kan men verwachten van het weder aan de orde stellen van het kies rechtvraagstuk, met geen ander resultaat, dan dat misschien op de grondslagen der bestaande wet eenige verruiming wordt verkregen, die de principieel© bezwaren niet wegneemt, maar zeker de kans om tot een meer afdoende rege ling te komen verder verschuift Wij vreezen, dat, na al hetgeen geschied is, onder bestaande grondwet de mogelijkheid om tot eenige bevredigende oplossing te komen te gering is om er zich voor in te spannen. Zoo vast als ooit zijn wij van meeniDg, dat de grondwetB interpretatie, waarop bet Btelsel van minister Tak schipbreuk heeft geleden, voor de eischen van gezond verstand en logica onhoudbaar is; niettemin zal met het feit gerekend moeten worden, dat die interpretatie voor gansche partijen een geloofsartikel is geworden en gebleven, waarvan zij geen afstand zullen doen. Het is niet te zien, hoe men aan alle moeilijkheden ontkomt, zoolang niet het sphinxachtige grondwetsartikel voor een ander, dat kant en klaar alle misduiding uitsluit, heeft plaats gemaakt. Zal men zich dus den langen weg der grond wetsherziening moeten getroosten, het verdient aanbeveling inmiddels alle krachten in te span nen om tot hervormingen te komen, zonder vervulling der onmisbare voorwaarde voor blij vende verbetering, die après tout misschien niet ten eenen male onmisbaar is. Wat ten aanzien van het kiesrecht onver mijdelijk was, is op het gebied der sociale politiek om meer dan één reden niet waar. In de sociale politiek niet meer die besliste tegen stelling, die scherpe onderscheiding. Er is geen partij, geen groep by na, die geen maatregelen van socialen aard op haar programma heeft gebracht, niet de noodzakelij kheid van wetge ving in sociale richting in meerdere of min dere mate heeft ingezien. Aan twee zaken hebben de geavanceerd liberalen zich in het bijzonder nog te wijden, aan de defensie en aan het onderwgs. Ten aanzien van de defensie moet men ein delijk eens weten wat men wil. Men zorge dat geen penning onnut worde besteed, maar ook dat geen penning aan de regeering worde onthouden voor hetgeen noodig is om ons voor te bereiden op die eventualiteiten, die naar Wij hadden, als maatstaf voor het oordeel van ons publiek oi oude stukken vanLaDgen- dijk c. s. nog in den geest vallen, Woensdag avond wel eens een plebisciet willen houden. Want een blijspel als Don Quichot op de Bruiloft van Eamacho nu nog te beoordeelen, vinden wij vry wel overbodig; dit heeft nut noch zin. De groote vraag is slechts of het thans nog in onze dagen het publiek bevre digen kan. By gebrek aan zulk eene stemming moeten wy eene gissing wagen. En zouden wy daarby de plank misslaan, als wy durven beweren dat men hier niet byzonder dweept met zulke stukken Afgescheiden van het zeer jonge geslacht, dat, in de hoogte gezeten, den toon aangaf by het applaudiseeren, toonden grooteren zich niet byzonder geestdriftig. Alleen het laatste bedrijf, met zyn aardige, levendige tooneeltjes, pakte en vergoedde veel van hetgeen in de eersten onvoldaan liet. Ouden van dagen herinneren zich nog dat ruim 40 jaren geleden het stuk in onzen schouwburg werd gegeven; en dat het storm liep. Men dacht toen zelfs over eene tweede voorstelling. Zoo druk was het Woensdag avond niet, al was de schouwburg goed bezet, beter dan by vorige voorstellingen van het Tivoli-frezehch&f. Meer dan de menschen leve redely kheid te wachten zyn. Het argument dat leeken niet kunnen beslissen, moet ge wraakt: op dat als op zoo menig gebied moeten leeken beslissen. En nu is het zeer te betreuren, dat men niet voldoende schynt in te zien, dat de tegenwoordige minister van oorlog de man is, met wien de kans om tot een bevredigende oplossing van het moeiiyke vraagstuk te komen, het grootst is. Willen de geavanceerd-liberalen de leiding onzer poli tiek in handen hebben,' ook op marinegebied moeten zij leiding weten te geven. Met een voudig afstemmen van elk groot schip komt men er niet, en er is iets onbevredigends in de houding van ministers, die als Kamerleden de eersten waren om elke aanvraag om ver sterking van ons materieel te bestryden, die thans gedoemd zyn een collega te helpen om zyn schepen in behouden haven te sleepen. En wat de onderwysquaestie betreftHier moet het thans voornamelyk er om te doen zyn, hoe ons onderwijs, lager, middelbaar en hooger, te organiseeren, zoodat het vruchtbaar der wordt voor het leven in technischen, oeconomischen, estbetischen zin, en hoe allen, naar hun aanleg en hun behoeften, in de ge legenheid kunnen gesteld worden daarvan ge bruik te maken. Wil ons volk gestaald wor den voor den oeconomischen stryd en wil er met vrucht gearbeid worden aan zijn sociale verheffing, dit gebied mag allerminst worden verwaarloosd. Alzoo ook hier weder sociale politiek. Het is niet anders, dat is de politiek, die de tijden eischen. Want geheel ongegrond is de meening als zou zij eigeniyk maar een bastaardvorm zijn der politiek, een dienen van belangen, in plaats van een streven naar recht. Het is immers juist de groote vraag, die de moderne staat zich gesteld ziet, hoe onder het dienen van allerlei belangen, die de hnlp der groote gemeenschap behoeven, geiykheid van recht, niet slechts in formeelen, maar ook in materieelen zin te verzekeren. Dat kan niet geschieden door onthouding van staatsinmen ging, zelfs niet alleen door beletselen weg te nemen, die de maatschappelijke krachten in stryd belemmeren, maar dikwijls eerst door een krachtdadig ingrijpen, dat de maatschap pelyk zwakken onttrekt aan den neerdrukken- den invloed van het sociale milieu, dat hen, zonder hun eigen initiatief te verslappen, helpt in den strijd, dat door de kracht der individuën te stalen de gemeenschap zelve sterk maakt. De maatschappij wil stryd en verdelging, de staat wil verzoening en behoud. Is het te stoute droom, dat voor de nieuwe idealen de oude partynamen verdwynen en meer en meer alle groepen zich in dienst stellen van de ver heven taak, om den maatschappeiyken vrede tot stand te brengen De klassenstrijd, als het oeconomisch merkteeken onzer dagen be schouwd, moge noodzakelyk wezen, niet door een klassezegepraal komt men tot verzoening. Een duurzame Treuga Dei moge nog liggen in verre toekomst, het is toch niet al te vermetel, als de Staat onder leiding onzer jonge Koningin zyn roeping begrypt, Haar toe te wenschen, dat aan het einde eener lange en zegenrijke regeering een groote schrede voorwaarts zij gedaan naar den socialen vrede. uit die dagen in de herinnering voort het paard en de ezel. Die hebben wy gisteren avond niet gezienhet gezelschap beweerde dat die, naar het gezegd was, het tooneel niet konden bereiken. Waarom niet? Het was jammer dat wy beiden moesten missen en niet, zooals steeds op andere plaatsen, Don Quichot en Sanche met hnnne onafscheidelybe dieren hun intocht maaktendit geeft daaraan zoo'n eigenaardig cachet. En wat nu ons eigen oordeel betreft Wy kunnen nog maar altyd niet de voor liefde begrijpen, die men tegenwoordig voor die stukken uit de oude doos heeft. De zonderlinge, ruwe uitvallende onkiesche woorden, die men daarin bezigt; ze staan ons steeds tegen; en te meer omdat ze voor een imengd publiek gebezigd worden. Toch ontkennen wy niet, dat er ook in die stukken veel gezonde humor, ronde waarheid, aardige tooneelen voorkomen. Maar overigens scharen wij ons beslist aan zyde van den bekenden schryver van Eer loos: Van Nouhuys, den recensent van Het Vad., waar hy opmerkt dat het instudeeren van Don Quichotdat jaren lang ongebruikt bleef liggen, door twee gezelschappen, daaraan een belangry kheid geeft, die hem boven ver dienste voorkomt. Het ia een zonderling, een onhandig stuk werk, waarby zoo schrytt hy Langendyk menigmaal geweifeld heeft wat te doen. De biyspel-toon wordt met Agenten. Te AmsterdamMax R. Nunes te Rotterdam Nijgh VAX Ditmab. Rijksuitkeeringen aan de gemeenten. De minister van financiën heeft by zyn ant woord aan de Eerste kamer een staat overgelegd van de uitkeeringen over 1898 aan elke ge meente toekomende volgens de nieuwe regeling, vergeleken met die naar de oude regeling. Wy zien uit dien staat, welke nog niet ge heel volledig is, omdat omtrent enkele cyfers nog verschil bestaat, dat in het geheel ongeveer f 12.922.000 aan de gemeenten was uit te keeren, terwyi het bedrag over 1897 f 8 571.000 bedroeg, een verschil dus van ƒ4.350.000, waarbij nog f 356.274 kwam wegens de bij dragen in de jaarwedden van burgemeester! en secretarissen. Voor 1899 komt wegens ver meerdering der bevolking hier nog f 150.000 by en f 20000 voor de genoemde jaarwedden. In mindering komt echter wat aan vroeg buitengewone uitkeeringen ten behoeve van enkele gemeenten wegvalt, zijnde ongeveer 441.000. Zoo komt de minister voor 1899 tot een bedrag van ruim 13 millioen, wat de oude gefixeerde uitkeering met f 4.435.000 overtreft. Het aantal dier gemeenten, die niets meer ontvingen, is 360 of bijna een derde deel van het geheele aantal. In Drente heeft elke ge- mte meer ontvangen, in Friesland, Gronin gen, Overysel en Limburg waren er slechts enkele die op éen hoogte bleven. In Utrecht en Noord-Holland hebben verreweg de meeste gemeenten geen hoogere uitkeering ontvangen. In de Noord Oostelijke provinciën daarentegen is in byna alle gemeenten de financieele toe stand meer of minder verbeterdin Gelderland, Brabant en Z e e 1 a n d in de meerderheid. Onderstaande staat geeft een overzicht van gevolgen, welke de nienwe regeling heeft voor een aantal gemeenten in Zeeland. Het eerste cijfer geeft in guldens aan het thans te ontvangen bedrag; het tweede cyfer het bedrag dat krachtens de wet van 1885 als gefixeerd bedrag van de 7» van het personeel werd genoten. De centen zyn door ons achter- ege gelaten. wet van wet van 1897 1885 St Annalandf 3756 f 2820 Arnemuiden2669 1543 Baarland1434 1102 Biervliet 3677 3193 Borssele2121 2009 Boschkappelle 2214 1103 Breskens2693 2068 Bruin isse3705 2736 Burgh1691 903 Cadzand1821 1767 Cats1421 865 Clinge5207 2015 Colijnsplaat3813 2818 Dreischor2160 2121 Driewegen 1182 891 Duivendyke1288 1080 Eede2035 1207 Ellewoutsdyk 1863 1273 Grauw3011 2071 's-Heer Arendskerke 5247 4226 's-Heerenhoek 2180 1643 Heinkenszand 3252 3222 Hengstdyk1623 773 Hoedekenskerke 1895 1371 moeite bewaard; de situaties en de woorden der personen neigen dikwyis naar het drama. Men beweert dat het stnk geschreven zon zyn door een 16-jarigen jongenook dat ïykt Van N. zeer twyfelachtig. En waar dr Meyer, onze Langendijk- specialiteit, door een voor rede van den schryver zeiven ook even aan het twijfelen raakt, meent hij er dit over te mogen j;enDat Langendyk als jongen van 16 jaar Cervantes boek leerde kennen, en er diep van onder den indruk raakte, is zeer waar- schynlijk. Maar dat hy in de omstandigheden waarin hy met zijn zoozeer verarmde moeder in Den Haag leefde, op dien leeftijd het stuk schreef en dit onder zich hield van 1698 tot 1711, niettegenstaande by, tusschen 1701 en 1704 te Amsterdam gekomen, door zyn rela ties met andere dichters stellig gelegenheid ge noeg had zyn arbeid te doen kennen, het komt me hoogst onwaarscbynlijk voor. Daarby zijn er in het stuk zelf aanwyzingen, als de figuur van Meester Jochemdie duiden op een ver keer met derederykers en gelegenheids-poëten, dat hy stellig iD Den Haag niet zoo spoedig gevonden heeft. Maar meer noger is een zeer ernstige noot in het Btuk. Er worden door Bazilius telkens weer woorden gezegd, die, in verband met de levensverhoudingen van den schrijver zeiven, my voorkomen van be- teekenis te zyn. We weten dat de Langen- dijk's eerst welgestelde lieden waren. (Het programma noemt Langendyk's vader terecht een metselaar, maar - verzuimt van 's mans wet van wet van 1897 1885 Hoek f 3306 f 2657 Hontenisse10047 6131 Hoofdplaat2608 1704 Iereeke7560 3053 St Janateen3751 2304 Kapelle3540 3240 Kerkwerve 1502 1162 Koewacht 4143 2311 Kortgene2106 2024 Krabbendyke3825 1937 Krniningen5376 4249 St. Maartensdijk 4621 3862 Middelburg60377 58078 Ter Neuzen12385 9083 Nieuwerkerk2569 2122 Nieuw vliet1095 959 Nisse1605 1037 Oosterland3210 2100 Ossenisse1635 1260 Oudelande1488 917 Oud Vosmeer 3457 2859 Ouwerkerk1457 1366 Overslag686 575 Ovezande1652 1622 Philippine1814 688 St. Philipsland 2949 1651 Poortvliet3170 2062 Retranchement 1400 971 Rilland Bath3491 2108 Schore1363 1021 Serooskerke (Sch.). 790 479 StavenisBe3053 1954 Stoppeldijk4276 1971 Vlissingen57910 23613 Waarde1990 917 Waterlandkerkje 1203 1011 Wemeldinge3192 2060 Westdorpe4031 2433 Wcstkapelle4466 1667 Wissekerke6668 5047 Wolphaartsdyk3791 3387 Zaamslag5266 4467 Zonnemaire2862 2122 Zoutelande1036 1020 Zuiddorpe1965 1450 In de niet genoemde gemeenten is het bedrag der uitkeering hetzelfde gebleven. Het bankroet der wetenschap. In de berichten van het Weekblad van het. Ned. Tijdschr. voor Geneeskunde sehryft dr Pinkhof onder het opschrift „Gehomologeerd": Branetière, die, nu vier jaar geleden, de wetenschap failliet had verklaard, heeft haar opnieuw verweten, dat zy de verplichtingen, die zy op zich had genomen, niet kan nako men, en dat zy nog geen antwoord heeft kunnen geven op de vragen van waar komen wy waarom leven wy waarheen gaan wij gelyk zy in haar machtroes heeft beloofd. In de Revue Scientifique van 14 Januari komt Richet daartegen op met het betoog, dat de vordering ongeldig is, aangezien de gedaagde de genoemde verplichtingen nimmer erkend heeft. Wat eenige of zelfs vele ge leerden misschien lichtvaardig beweerd hebban, is niet de stem van „de wetenschap". Deze is niet aansprakeiyk voor misgrepen zelfs van haar beste vertegenwoordigers. Dit is geen uitvlucht, want er bestaat een welgesteldheid te spreken, en de opvoeding van den dichter was, tot zyn twaalfde jaar althans, volstrekt niet gebrekkig.) Na den dood van zyn vader geraakte zyn moeder in verval. Pieter moet met die moeder eenige treurige jaren doorleefd hebben, en daarby heeft hy waambijniyk ook zelf wel ervaren, hoe het al of niet bezitten van geld invloed heeft op het aanzien by de menschenhoe het ook soms in liefde-zaken den doorslag geeft. Men mint om 't goud, 't geld is de liefde alleen Men acht verstandnoch aangename zeden, Men vraagt naar kunst, noch eêlheid van 'f gemoed Maar naar 'f genot van schatten, geld en goed. 't Geld maakt een dwaas behaaglijk in zijn reden. Voor mijn gevoel liggen er achter zulke re gels treurige levenservaringen, die wel betrek king kunnen hebben op het feit, dat we eerst in 1712, toen de dichter dus 29 jaar was, iets van eeu innige verhouding merken tot haar, met wie hy veel later getrouwd is. Zeker heeft by in zyn armoede teleurstellingen van allerlei aard gekend. Maar genoeg hierover. Al onderschrijf ik niet den wreveligen uitval van Jonckbloet, toch kan ik niet zeggen, dat ik voor een stuk als dit veel bewondering voel. Me dunkt, we zien zoo iets alB een curiositeit. Wat er om lachen in is moet door de spelers aangedikt en in het kluchtige getrokken worden, om dat effect te bereiken. Een werkeiyk guitig soort van offioieele wetenschap, een t van algemeen erkende feiten. De haar door Branetière verweten beloften vindt men, hoe men ook zoeken mocht, in die wetenschap niet terng. Wat de wetenschap ook moge ver onderstellen omtrent den oorsprong van het menscheiyk leven, van waar die oorsprong komt heeft nog geen geleerde, die dien naam verdient, beloofd te verklaren. Wat zou men zeggen van iemand, die Mozart ging verwyten den Don Juan gecom poneerd te hebben, omdat die opera de snel heid van den Bneltrein naar Havre niet ver groot heeft? Welnu, Brunetière doet iets dergelijks„de gloeilampen werpen niet meer licht op die vraagstukken dan de voorvaderlyke kaarsen, de serotherapie zal ons niet beletten te ster ven, en zal ons niet leeren waarom wy sterven". Maar met geen van beide ontdekkingen heeft men beweerd of getracht die uiterste vraag stukken op te lossen. By de gloeilampen ziet men beter dan bij de kaarsen, en de serothe rapie redt jaarlijks 100.000 kinderen het leven. Meer niet 1 Dat is toch niet geheel zonder beteekenis voor het actief van een gefailleerden boedel. Ja, zelfs zou er heel wat arbeid van knappe literatoren noodig zyn om iets van dien aard te bereiken. De wetenschap doet wat zy kan en verrast ons vaak met wat men niet van haar verwachtte. Het onmogelyke van haar te vorderen is onbillyk." BMOEMIHUEfl ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot off. van justitie bij de arrond.. rechtbank te Zwolle mr L. H. N. F. M. Bosch ridder van Rosenthal, thans off. van just, by J rechtbank te Dordrecht is aan J. T. Overdyk, arbeider aan de Hortus der ryks-universiteit te Leiden, de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau in brons toegekend is de tijd. gep. luit. ter zee 2e kl. H. W. Tydeman met 1 Feb. 1899 eervol ontheven van de hem tydelyk opgedragen werkzaam heden by de afdeeling Hydrographie van het departement van marine, en is met denzelfden datum by die afdeeling tydelyk werkzaam ge steld de heer F. W. Planten, gewezen luit. ter zee der le kl.; is aan den luit. ter zee der 2e kl. J. H. A. Van Barneveld, op zyn verzoek, met 1 Maart a. e. eervol ontslag uit den zeedienst verleend; is met ingang van 1 dezer aan den luit. ter ie der 2e kl. F. van Manen vergunning ver eend tot het waarnemen van een particuliere betrekking buiten het zeewezen, voor den tijd van 1 jaar, onder stilstand van non-activiteits traktement en zonder opklimming in de ranglijst. De Staatscourant van heden (Woensdag 2 Febr.) bevat het Register op de fabrieks- en handelsmerken, by het bnreau voor den indu trieelen eigendom ingeschreven in het jaar 1898, voorkomende in de byiagen van de Neder- landsche Staatscourant van 1 Februari 1898 tot en met die van 1 JaDuari 1899. Voor belanghebbenden of belangstellenden ligt het aan ons bureau ter lezing. tooneel, en dat tevens wat dieper gaat, is dat van Don Quichot, Meester Jochem en Sancho Pance. Daar bereikt de dichter door de tegen stelling dezer drie dwazen iets byzonders. Wat steekt de schoonheidzoeker Don Quichot in al zyn droeve zotheid daar hoog boven den rymer den materieelen menBch uit! 'tls jammer, dat het Langendijk niet gelukt is het stuk door dit heerlijk contrast voortdurend te doen beheerschen 1" Aan de opvoering was veel zorg besteed. Er werd zeer goed gespeeld, juist gezegd. Den heeren zonder onderscheid groote lof voor hun spel. De vermakelijke Sanche had natuuriyk het leeuwendeel van het succes. Of de heer Bouw meester soms te veel chargeerde, wy durven het niet beweren. Zulk een rol moet aange dikt worden, anders komt er in 't geheel niets van terecht. De dwaasheid, het dartele moet daarbij ten top worden gevoerd. De heer Morriën was in onze oogen uitmun tend. Het droomerige, het dwaze, gaf hij zeer goed weêr, zonder in het al te bespotteiyke te vervallen. En wat een goede Kamacho was de heer Holkers! Kan die ooit slecht spelen.! De heer Mnlder had zeer goede oogenblik- kennu en dan hadden wij wat meer vuur gewenscht. Dat de heer Poolman, de goede acteur, om een prefyigen, uitstekenden kok te zien zog

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1