MIDDELBDRGSCHE COURANT. 142" Jaargang. Woensdag 1 Februari. N°. 27- 1899; Deze courant verschijnt dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen. ?rijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Therm ometer Middelburg 31 Jan. 8 u. vm. 28 gr. 12 u. 32 gr. av. 4 u. 28 gr. F. Verw. zw. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau 1 Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agerron. Te Zierikzee: A. C. de v-'ni j; te Tholen: W. Al vak Nieuwenhuijzen; Tneuzen: M. de Jonge. Middelburg 31 Januari. De vredesconferentie. Nadat de laatste dagen allerlei greruchten hadden geloopen, dat de vredesconferentie te Brussel zou worden gehouden, wordt thans.uit Petersburg aan de Petit Bleu geseind, dat het zoo goed als zeker is, dat de conferentie te fi'-Gravenhage bijeen komt. Als dit waar blijkt, zal men zeker niet ge noeg kunnen waardeeren de aardige opvatting van den Czaar, om het groote werk als het ware te stellen onder de bescherming vaneen Koninklijke jonge vrouw. Eene degelijke bestrijding. I. Het lag voor de hand dat niet onweerspro ken zou blij ven wat de oud-minister Van Houten onlangs in de liberale kiesvereeniging De Grond wet te 's Gravenhage heeft gezegd ter toelich ting van eene wijziging in de statuten dier Vereeniging, waardoor zij positie neemt als conservatieve groep. Niet omdat men zich verwondert over de houding, die de heer Van Houten inneemt; want op dit punt is er in de laatste jaren geen verwondering meer te wekken. De oud-minister heeft, tot teleurstelling van allen, die indertijd hun hoop op hem hadden gevestigd als op een der banierdragers van de zeer vooruitstrevende richting, al meerdere verrassingen ons bereid. Maar ditmaal trok de aandacht, dat hij zich zoo in 't bijzonder uitsprak tegen den eisch van staatspensioen voor oude arbeiders. Meër buiten dan in de vergadering heeft hij succes gehadwant bezocht was zij niet druk, en had men niet gezorgd voor een verspreiding van zijn woorden in wijder kring, wie weet of er veel notitie ware genomen van zijn betoog. Nu heeft men eenerzijds met welgevallen zijn betoog begroet, anderzijds hem bestreden. En dat laatste is zeker niet onnoodig, nu ook een geschrift van zijne hand wordt aan gekondigd en, waarschijnlijk met het oog op de verkiezingen in 1901, de oud-minister zich langzamerhand weer strijdvaardig maakt. Eigenaardig echter is het dat men van con- servatief-liberale zijde nog zoo weinig zich uitlaat over die redeen dat is te opmerkelijker omdat de heer Van Houten juist aan die zijde zijn garde moet zoeken. Dat anti-liberale, clericale bladen juichen, omdat bij socialisten en radicalen bestreed, ligt voor de hand. Van alia betoogen, tegen hem gericht, ver dient we! dat van Het Vad. het meest de aandacht omdat het zoo houtsnijdt. Het is ook geheel in den geest van ons, die liever nog eens nader afwachten wat de heer Van Houten verder doen zal vóór wij hem even tueel bestrijden. En ook in deze beter achteD een gelegener tijd aan te grijpen dan den bui dige, waarin alle belangstelling in de politiek als 't ware slaapt. De redactie van Het Vad. dan schrijft Over het succes van zijn optreden in Grond wet kan mr Van Houten tevreden zijn, in zoo verre nl. de geheele pers zich daarmede bezig houdt, terwijl het manifest, door hem uitge vaardigd, waarvan zijn rede slechts de toelich ting moet zijn, bijna ongemerkt voorbijging. Men moet zijn oogenblik weten te kiezen. Toen het manifest uitkwam, was de Tweede kaï bijeen, en gaf elke dag een nieuw debat of een nieuw wetsontwerp, zoodat de couranten en de lieden, die aan politiek doen, tot over de ooren in de practiache politiek van het oogen blik zaten en geen tijd hadden op de diepzin nige beginselvragen, hun zoo onverhoeds voor den neus geworpen, in te gaan. Maar nu is het de stille tijd. De Kamer is naar huis en over hetgeen daar gepraat is, is men uitge praat, en ook de verschillende wetsontwerpen, die liggen te wachten, zijn altijd bebekeD, nu kan men den heer Van Houten slechts dankbaar zijn dat hij wat leven brengt in de brouwerij en wat stof geeft aan de polemiek. Anders toch is er geen enkele reden om over het manifest te zwijgen en over zijn rede te spreken. Want deze heeft niets meer gegeven dan in het manifest reeds te lezen stond. En dat was voor ons het teleurstellende. Een zinsnede toch was er in het manifest, die dringend verklaring vorderde, nl. de „Het zal meer en meer vooreen ieder duidelijk worden, op welk hellend vlak men zich is g bewegen en hoe noodzakelijk het is aan juiste economisch-ataatsrechtelijke beginselen vast te houden, die een krachtige hervormingspolitiek, ook op sociaal gebied, geenszins uitsluiten". Daarvan hadden wij nu zoo gaarne iets na<* vernomen. Hoe gaarne zou men niet als leids man volgen deu staatsman, die niet op een hol lend vlak staat en die onwrikbaar vasthoudt aan juiste economisch-staatsrechtelijke beginse len, als men maar wist, welke de krachtige her vormingspolitiek was, ook op sociaal gebied, die hij wenschte voor te staan. Uit het manifest vernam men niet anders, dan dat hij pal stond op de bres met de banier der juiste beginselen in de vuist, maar of hij zich ook voorwaarts zou bewegen en waarheen, dat bleef verborgen. En zie, over die eene vraag van belang geeft ook de toelichtende rede weer geen licht, terwijl er met wijze behoedzaamheid voor ge zorgd was, door uitsluiting van debat, dat de nieuwsgierigheid werd ingetoomd en verder licht niet kon worden ontstoken. Zelfs vernam men nu niet, of het nu tijd werd de vraag stukken tot oplossing te brengen, die reeds vóór het optreden van den min. v. Houten „rijp" wa ren, en die nog altijd wachten opeen oplossing: de lijkverbranding en het eedsvraagstuk. En ook de subsidieering der middelbare meisjes scholen, een der stokpaardjes, die de heer Van Houten tijdens zijn ministerschap op stal heeft moeten zetten, werd niet voor den dag gehaald. Trouwens dat alles zijn misschien maar klei nigheden, waarvan de vermelding de warme ingenomenheid van Dagblad en Tijd met 'sheeren Van Houtens rede licht wat zou heb ben getemperd, maar die moeilijk op den voor grond kunnen komeD, wanneer van „krachtige hervormingspolitiek, ook op sociaal gebied", sprake is. Het eenige positieve, wat wij uit deze rede hebben kunnen balen, is de verzekering, ge paard aan de huldebetuiging aan de aanwezige dames, dat de rechten dèr vrouw „eerlang" aan de orde moeten komen, en de verwijzing naar de noodzakelijkheid, waarin wij „misschien" konden komen om een tariefoorlog te voeren- Bijzonder ernstig zal echter wel noch het een noch het ander zijn op te nemen. Wat de rech ten der vrouw betreft, werd dadelijk gezegd, dat een politieke kiesvereeniging die thans nog niet op haar program van actie kon plaat- Zonder twijfel werd hierbij bepaaldelijk gedacht aan het kiesrecht der vrouw, dat niet anders aan de orde kan komen dan door een grondwetsherziening en behalve dat er nu ze ker niet veel kans op is, dat sposdig voor een grondwetsherziening een meerderheid zal wor den gevonden, moet het voor den maker en vereerder der tegenwoordige kieswet een min der gewenscht ondernemen zijn het grondwets artikel, waarop die wet steunt, op losse schroe ven te zetten, al is het dan ook om het vrouwenkiesrecht te kunnen binnenloodsen. En een tariefoorlog Met zekere voorliefde heeft de heer Van Houten ook reeds als nister bij dit denkbeeld verwijld. Maar nu, evenals toen, liet hij 't bij een algemeene the sis, die moeilijk kan worden betwist. Inder daad zou het niet strijden met den eisch van het vrijhandelbeginsel, als men tegen enkele natiën een oorlogstarief in toepassing bracht, met dien verstande, dat men alleen dus han delde tegenover, die welke men van een speci aal tegenover ons toegepaste onbillijke bejege ning zou willen terugbrengen, en dat men terstond tot den vrijen handel terugkeerde, als het doel was bereikt. De vraag echter zou voor elk concreet geval moeten gesteld wor den, of er eenige kans zou zijn door het oor logstarief te verkrijgen, wat men wenscht, nl. den onredelijken bestrijder tot rede te brengen. Zoo niet, dan is het tijdelijk afwijken van onze tariefbeginselen niet dan schade en .wel d' lijk met het vrijhandelstelsel in strijd. En nu is het een beetje kinderachtig om voortdurend met zoo'n mogelijken tariefoorlog te dreigen, men verzuimt zich ernstig die vraag te stellen. Wil de heer Van Houten tegen een of andere natie op dit oogenblik in een of ander opzicht represaillemaatregelen nemen door middel van een verhooging van rechten Wij vernemen het niet, maar hoe het zij, tot de krachtige sociale hervormingspolitiek zou zulk een tijdelijke maatregel wel weer niet gere kend kunnen worden. (Slot volgt.) Schutte met éen jaar verlengd en alzoo nader bepaald op drie jaren ijn uit den militairen dienst eervol ontsla gen, met toekenning van pensioen, de met ver lof in Europa aanwezige officieren der infanterie van het leger inNed-Indië: H. W. Muller, kapi tein, op verzoek, en de le luit. H. Klebach wegens lichaamsgebreken en is de Oost-Indische ambtenaar met verlof A. van de Laar, laatstelijk stationschef bij den dienst der stoomtram op Atjeh, op zQn verzoek physieke ongeschiktheid eervol uit lands dienst ontslagen met toekenning van pensioen. Ook de ministers van marine, financiën en koloniën houden deze week geen audiëntie. Volgens nader bericht zon dit niets andere zjju £»q de bewuste rede- Bed. BEMOEMOUEM MZ. By kon. besluit: zijn benoemd by het wapen der inf. tot ln luit. de 2e luitB. van dat wapen E. D. van der Sleesen, gedetacheerd bg het leger in Ned. Indië, en L. Schutte, gedetacheerd by de land macht in West-Indië; bij den staf van het wapen de 2e luit. C. KoniDg, van dien staf, werkzaam bij de kon. mil. academie; bg hun tegenwoordig korps de 2e luits. J. Alma en A. Dohna, beiden van het 4e, alsmede F. J. QuaDjer, van het 5e reg.bij bet wapen der art. bij het 3e reg. veld-art. tot ln luit. de luit. H. J. Verhulst, van het korps; bg het 3e reg. vest.-art. tot kapt. de le luit. A. L. Maas, adjudant bg het 2e reg. véld.-art; is de duur der detacheering bg de landmacht in West-Iudië van den 2en luit. der inf. L, PROF. R. FRUIN. De oud-hoogleeraar R. Fruin is, wat by de ernstige ziekte, die hem trof, in verband met zijn hoogen leeftijd elk oogenblik was te wach ten, Zondag te Leiden overleden. Deze uitstekende geleerde, den 14den Novem ber 1823 te Rotterdam geboren, studeerde te Leiden in de letteren en promoveerde daar in 1847. Het volgend jaar werd hij benoemd tot leeraar aan het gymnasium aldaar en aan vaardde op 1 Juni 1860 aan de Leidsche Uni versiteit het hoogleeraarsambt in de geschiede nis met een rede over: De onpartijdigheid Fruin heeft onze letteren verrijkt met vele geschriften en menig belaugrgk, van degelijke bronnenstudie getuigend werkbetreffende een of ander onderdeel uit de Vaderlandsche historie. Als redacteur van De Gids en als medewerker van verschillende andere tgd- schriften heeft de overleden hoogleeraar even eens veel bggedrsgen tot vermeerdering der kennis van Neêrlands geschiedenis. Het meest bekende van zijn geschriften is het werk Tien jaren uit den Tachtigjarigen Oorlog een geschiedboek, uitmuntende door keurigen stijl en heldere voorstelling. Doch niet slechts op wetenschappelgk ge bied heeft Fruin uitgeblonken. Hij was wat men noemt een beminlijk man. Wie met hem in aanraking kwam, geraakte onder de beko ring van zgn vriendelgk wezen. Eenvoudig en hulpvaardig, heeft Fruin, die ongehuwd bleef, velen aan zich verplicht. Nooit werd te ver geefs een beroap op zijne hulpvaardigheid ge- i; en waar het noodig bleek, opende hy gaarne de beurs, maar steeds op voorwaarde dat het niet aan de groote klok zou worden Fruin bezat ook in hooge mate de gave van welsprekendheid. Niet alleen wat hij Bchreef, maar evenzeer wat hij sprak muntte uit door helderheid en eenvoud. De overledene was commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en officier in de Orde van de Eikenkroon. Hg behoorde tot de meest gewaardeerde leden der koninklgke academie van wetenschappen. Werkliede n-v erzekering. De regeering heeft eene uitvoerige memorie van antwoord ingediend op het voorloopig verslag van de Tweede kamer betreffende het wetsontwerp tot wettelijke verzekering van werklieden tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen in bepaalde bedrijven. Overvloed van stof dwingt ons dit ant woord tot een volgend nommer te laten liggen. EERSTE KAMER. De Kamer bepaalde Maandag avond, toen zij hare werkzaamheden hervatte, op heden, Dins dag, ochtend te 11 uur de behandeling van de algemeene beschouwingen over de Staatsbe- grooting voor 1899. (Men zie Laatste berichten). UIT STAD EN PROVINCIE. In een Maandag door de leden van den Christelijken Volksbond te Middelburg te houden vergadering komt in behandeling voorstel van het bestuur tot opheffing van de Kamer van Navraag. Men schrgft ons: Nog niet zooveel jaren geleden had Zuid- Beveland den naam bij andere deelen der provincie, met name bij de meer Noordelgk gelegen eilanden en Zeeuwsch-Vlaanderen, zeer ten achter te zijn. De boeren waren steil, koppig aan het oude gehecht, afkeerig van den omgang met vreemden, keken niet verder dan hun neus lang was, kenden slechts het kleine plekje, dat de eer had hunne geboorte plaats te zijn en eenmaal in de week „ter Goes," enz. Bg veel overdrevens, kan het niet ontkend worden, dat bovenstaande vergelgkingen veel waars bevatten. Maar hoe is dat alles veranderdDe klee derdracht moge nog onderwetsch zgn (ze is toch ook, vooral die der vrouwen en meisjes, schilderachtig), hoevelen zyn er niet, die „op z'n boers" geheel of gedeelteiyk verwisseld hebben met „op z'n burgers." Eén artikel blijft by den Zuid-Bevenlandschen boer in ïgena: de baard. Maar overigens. De Zuid-Bevelander con- cnrreert tegenwoordig even hard op landbouw gebied als zijne collega's uit andere deelen onzer provincie. Waar, in Zeeland, worden langs den weg van coöperatie grooter hoeveelheden kunst meststoffen aangeschaft; en het veelvuldig gebruik daarvan is toch zeker wel het beste bewys, dat de landbouwers in hun bedrijf „over het doode punt" zgn. Den veestapel mag men ook zien, en geloof vrg, dat de boeren het gebruik kennen van verschillende krachtvoederstoffen. Zaaien uit de hand is hooge uitzondering, het gebruik van machines regel geworden. Dank zg der winter-landbouwschool te Goes en de landbouw-cursussen op enkele dorpen hebben de boeren het baken leeren verzetten omdat het tij verliep. Dat zij daarby met oordeel te werk gingen, en niet al het oude verwierpen, alleen omdat het oud was, wie zal dat afkeuren In de buizen is ook aan veel te zien, dat moeder-de vrouw met den tijd meegaat, en dat de winkels te Goes Dinsdags niet te ver geefs eene buitengewone etalage houden. De jonge boer en de fiats zyn voor elkaar volstrekt geen onbekenden. En zich verplaatsen Dank zg den versnelden middelen van gemeenschap, is de Zuid-Bevelander met zgne wederhelft in de groote steden van ons land volstrekt geen zeldzame verscbgning. Terwijl 10 jaren geleden de Rotterdamache straatjeugd eene Znid-Bevelandsche boerir vrgwillig en ongevraagd eene „eeregeleide" verschafte, is daarvan geen sprake meer; zij zyn daar bekende verschijningen geworden. En op de dorpen. Muziek- en zangvereni gingen, openbare leesbibliotheken, rederij kers kamers, openbare bijeenkomsten, door meer dan honderd personen bezocht, waar men luistert Daar muziek en zang en voordrachten waar men kijkt naar turn-oefeningen, en die soms zelfs besloten worden met „na afloop bal". Waren de dorpen vóór 25 jaren ongeveer 's avonds stikdonker, en liet men de straat verlichting aan de maan over, thaus overal verlichting, zoodat, wordt het op de bijeen komsten wat laat, men niet heeft te vreezen om in zeven slooten tegelgk te loopen. Een vergelijking der toestanden op Zuid- Beveland vóór 25 jaren en nu, moet in het. voordeel van den tegenwoordigen tgd uitvallen. En wanneer de ouders der tegenwoordig 50- of 60jarigen een kijkje konden nemen op de plaats, waar zij hebben gewerkt en gezwoegd, zy zouden erkennen, dat nu veel anders maar ook beter is geworden. En dat alles dank zg de verlichting, die men heeft willen tegenhoudentrots den stompen geest, dien men overal heeft willen verspreiden. Tegen wil en dank is men mee moeten gaan. Een oude heer uit Stekene (B.), een ge trouw bezoeker van de markt te H u 1 s t, kreeg Maandag by een dergelijk bezoek een neusbloeding, die ondanks alle mogelijke ge neeskundige middelen ongeveer zes uren aan hield en den man zoo verzwakte, dat hg niet meer naar huis kon worden gebracht, maar moest worden opgenomen in het Liefdehuis te Hulst. Coöperatie als middel ter bevorde ring van arbeidersbelangen. Dit onderwerp werd Maandag avond door den beer F. M. Wibaut op bevattelgke en aangename wgze besproken in eene openbare vergadering, uitgaande van de afdeeling Mid delburg der Sociaal-Democratische Arbei derspartij. De bgeenkomst werd gehouden in de kleine zaal van het Schuttershofdie voor de helft gevuld was met een belangstellend gehoor. Na eene korte inleiding, waarin de heer Wibaut opmerkte te zullen spreken over een. voudige dingen, over goede diagen, zonder zich te verdiepen in de theorie der coöpe ratie en zonder te willen wgzen op wat op dit gebied in het buitenland is verricht bepaalde hy de aandacht zyner hoorders op hetgeen in onzen eigen kring valt waar te nemen. Wg hebben in Middelburg eene coöperatieve broodbakkerg, De Broederband geheeten, die nu driejaren bestaat, en blijkens baar jongste jaarverslag voorspoedig werkt. Er is over het afgeloopen jaar, na eeüe afschrgving en eeD bgdrage voor het reservefonds, een winst be baalde van f 4014een winst, welke ten bate komt van de aandeelhouders, die voor 2, 3 of 4 weken kosteloos brood zullen ontvangen. Zoo staat deze coöperatieve bakkery gelgk met alle vereenigingen van ambtenaren of burgers van dien aard. Daartegen nu opperde de heer Wibaut zyne coöperatieve vereeniging voor de arbeiders moest een ander doel beoogenmeer zich toeleggen op bevordering der arbeiders- ilangen, der belangen van de arbeidersklasse. Het beginsel van solidariteit, van allen voor allen, moest daarbg meer op den voorgrond treden. De winsten, die nu in den vorm van koste loos brood den aandeelhouders ten goede komen besteed worden ten bate van een fonds om werkloozen te steunen, om weerstandskassen vormen en de middelen te verbrygen om de vertegenwoordigers der arbeiders een plaats te verschaffen in die colleges, waar zij de belangen der klasse kunnen voorstaan. Dat alles zou zijn in het belang van allen. Wat baat het stel dat men daartoe krachtig genoeg is, wat in onze omgeving niet het geval mag heeten wat baat het zich te verzetten tegen onvoldoend loon, wanneer tal van werk loozen gereed staan om opengevallen plaatsen in te nemen, omdat zg niet gesteund worden, als zy buiten hun schuld geen werk hebben een ongeluk dat elk werkman kan overkomen Men zal beweren merkte de heer Wibaut op dat al het genoemde meer lag op den weg der vakvereenigiogen. Hg stemde dit toe, maar hoe krachteloos en machteloos zyn die vereenigingen hier in onzen kring 1 Zonden zij met elkander f 1000 rykzijn? Hij geloofde het niet. Hoezeer zouden zy dus gebaat zyn, wanneer zg nu van die bakkerij, uit de reservekas of uit de winst, zulk een som of meer eens konden verkrggen jaarlijks 1 En al moesten leden van de gemaakte winst, welke zij thans in den vorm van kosteloos brood genieten, eens een deel afstaanwat zou dat hinderen? Voor het algemeeD, voor de belangen der klasse moesten zg iets over hebbenhet zou toch een groote stap zijn op den goeden weg der solidariteit. Spreker vergeleek den arbeideistoestand op dit punt bg een grooten put, waarin tal van personen vereenigd waren. Door veel inspan ning konden enkelen zich daaruit opweiken; maar nadat een ladder gezet was in den put, konden allen boven komen. Bij zulk een lad der vergeleek de heer Wibaut de coöperatie. Toegepast, zooals hg die schetste, kon men elkander helpen en steunen. Spreker weea daarbij op België, waar op die wijze wordt gehandeld, en waar in Brussel en in Gent de heilzame kracht van zulk een toepassing der coöperatie wordt ondervonden. In Brnssel heeft men in een jaar f 20.000 kunnen geven voor pirtij-propaganda; bg de jongste verkie zingen heeft men uit de winsten, door coöpe ratie verkregeD, de kosten bestreden voor een millioen brochures ter verspreiding in het belang der arbeiderspartij. Men had zeker wel eens iets minder goeds van die coöperatieve vereenigingen daar gehoord of gelezen maar waaraan kleven niet gebreken vroeg spreker. Ten slotte wees de heer Wibaut nog eens nadrukkelgk op den naam der coöperatieve bakkerg te MiddelburgDe Broederband. Die naam zegt het duidelgk wat de arbei ders moeten doen: elkaar steunen en helpen. Het nageslacht, de kinderen zouden van zulk een pogen de goede vruchten plukken Dat doel is natuurlijk niet te bereiken zon der statuten-wijziging der vereeniging. Nu toch heeft men, op grond der statuten, belet dat aan den Bestuurdersbond een som van f 50 uit het reservefonds werd gegeven; en men was in zgn recht. Of voor zulk eene wgziging, in den geest als door hem is blootgelegd, eene meerderheid te vinden zal zijn? Hij hoopte het en wekte allen, die aandeel houders zyn, op om te gelegenertyd daartoe mede te werken. Van de gelegenheid om inlichtingen te vra gen of opmerkingen te maken, werd door drie der aanwezigen gebrnik gemaakt. Het debat bewoog zich, zooals een hunner zeer terecht opmerkte, meerendeels op een ver keerd terrein. Men begon huishondelyke zaken, de broodbakkerg De Broederband betreffende, te bespreken. Men wees erop, dat zulk een bakkerij het voorbeeld moest geven, waar het gold het betalen van een goed loon en het beperken van den arbeidsduur. Dit beaamde de heer Wibaut ten volle, maar een bestuurder van die bakkerg, die zijn instemming betuigde met hetgeen de heer Wibaut had gesproken, wees erop dat het loon, hoewel misschien niet zoo hoog als gewenscht is, toch voldoende is overeenkomstig den toestand der bakkerg en beter dan dat, hetwelk door andere bakkers wordt gegeven. Men sprak verder over eenige bezwaren,aan de verplichting tot contante betaling verbon den waardoor wel eens een huismoeder, dis

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 3