MIDDELBDRGSCHE COURANT.
142" Jaargang.
Woensdag
1 Februari.
N°. 27-
1899;
Deze courant verschijnt dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen.
?rijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm ometer
Middelburg 31 Jan. 8 u. vm. 28 gr. 12 u. 32 gr.
av. 4 u. 28 gr. F. Verw. zw. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau 1
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agerron.
Te Zierikzee: A. C. de v-'ni j; te Tholen: W. Al
vak Nieuwenhuijzen; Tneuzen: M. de Jonge.
Middelburg 31 Januari.
De vredesconferentie.
Nadat de laatste dagen allerlei greruchten
hadden geloopen, dat de vredesconferentie te
Brussel zou worden gehouden, wordt thans.uit
Petersburg aan de Petit Bleu geseind, dat het
zoo goed als zeker is, dat de conferentie te
fi'-Gravenhage bijeen komt.
Als dit waar blijkt, zal men zeker niet ge
noeg kunnen waardeeren de aardige opvatting
van den Czaar, om het groote werk als het
ware te stellen onder de bescherming vaneen
Koninklijke jonge vrouw.
Eene degelijke bestrijding.
I.
Het lag voor de hand dat niet onweerspro
ken zou blij ven wat de oud-minister Van Houten
onlangs in de liberale kiesvereeniging De Grond
wet te 's Gravenhage heeft gezegd ter toelich
ting van eene wijziging in de statuten dier
Vereeniging, waardoor zij positie neemt als
conservatieve groep.
Niet omdat men zich verwondert over de
houding, die de heer Van Houten inneemt;
want op dit punt is er in de laatste jaren geen
verwondering meer te wekken.
De oud-minister heeft, tot teleurstelling van
allen, die indertijd hun hoop op hem hadden
gevestigd als op een der banierdragers van de
zeer vooruitstrevende richting, al meerdere
verrassingen ons bereid.
Maar ditmaal trok de aandacht, dat hij zich
zoo in 't bijzonder uitsprak tegen den eisch
van staatspensioen voor oude arbeiders.
Meër buiten dan in de vergadering heeft hij
succes gehadwant bezocht was zij niet druk,
en had men niet gezorgd voor een verspreiding
van zijn woorden in wijder kring, wie weet
of er veel notitie ware genomen van zijn betoog.
Nu heeft men eenerzijds met welgevallen zijn
betoog begroet, anderzijds hem bestreden.
En dat laatste is zeker niet onnoodig, nu
ook een geschrift van zijne hand wordt aan
gekondigd en, waarschijnlijk met het oog op
de verkiezingen in 1901, de oud-minister zich
langzamerhand weer strijdvaardig maakt.
Eigenaardig echter is het dat men van con-
servatief-liberale zijde nog zoo weinig zich
uitlaat over die redeen dat is te opmerkelijker
omdat de heer Van Houten juist aan die zijde
zijn garde moet zoeken. Dat anti-liberale,
clericale bladen juichen, omdat bij socialisten
en radicalen bestreed, ligt voor de hand.
Van alia betoogen, tegen hem gericht, ver
dient we! dat van Het Vad. het meest de
aandacht omdat het zoo houtsnijdt. Het is
ook geheel in den geest van ons, die liever
nog eens nader afwachten wat de heer Van
Houten verder doen zal vóór wij hem even
tueel bestrijden. En ook in deze beter achteD
een gelegener tijd aan te grijpen dan den bui
dige, waarin alle belangstelling in de politiek
als 't ware slaapt.
De redactie van Het Vad. dan schrijft
Over het succes van zijn optreden in Grond
wet kan mr Van Houten tevreden zijn, in zoo
verre nl. de geheele pers zich daarmede bezig
houdt, terwijl het manifest, door hem uitge
vaardigd, waarvan zijn rede slechts de toelich
ting moet zijn, bijna ongemerkt voorbijging.
Men moet zijn oogenblik weten te kiezen. Toen
het manifest uitkwam, was de Tweede kaï
bijeen, en gaf elke dag een nieuw debat of een
nieuw wetsontwerp, zoodat de couranten en
de lieden, die aan politiek doen, tot over de
ooren in de practiache politiek van het oogen
blik zaten en geen tijd hadden op de diepzin
nige beginselvragen, hun zoo onverhoeds voor
den neus geworpen, in te gaan. Maar nu is
het de stille tijd. De Kamer is naar huis en
over hetgeen daar gepraat is, is men uitge
praat, en ook de verschillende wetsontwerpen,
die liggen te wachten, zijn altijd bebekeD,
nu kan men den heer Van Houten slechts
dankbaar zijn dat hij wat leven brengt in de
brouwerij en wat stof geeft aan de polemiek.
Anders toch is er geen enkele reden om over
het manifest te zwijgen en over zijn rede te
spreken. Want deze heeft niets meer gegeven
dan in het manifest reeds te lezen stond. En
dat was voor ons het teleurstellende.
Een zinsnede toch was er in het manifest,
die dringend verklaring vorderde, nl. de
„Het zal meer en meer vooreen ieder duidelijk
worden, op welk hellend vlak men zich is g
bewegen en hoe noodzakelijk het is aan juiste
economisch-ataatsrechtelijke beginselen vast te
houden, die een krachtige hervormingspolitiek,
ook op sociaal gebied, geenszins uitsluiten".
Daarvan hadden wij nu zoo gaarne iets na<*
vernomen. Hoe gaarne zou men niet als leids
man volgen deu staatsman, die niet op een hol
lend vlak staat en die onwrikbaar vasthoudt
aan juiste economisch-staatsrechtelijke beginse
len, als men maar wist, welke de krachtige her
vormingspolitiek was, ook op sociaal gebied, die
hij wenschte voor te staan. Uit het manifest
vernam men niet anders, dan dat hij pal stond
op de bres met de banier der juiste beginselen
in de vuist, maar of hij zich ook voorwaarts
zou bewegen en waarheen, dat bleef verborgen.
En zie, over die eene vraag van belang
geeft ook de toelichtende rede weer geen licht,
terwijl er met wijze behoedzaamheid voor ge
zorgd was, door uitsluiting van debat, dat de
nieuwsgierigheid werd ingetoomd en verder
licht niet kon worden ontstoken. Zelfs vernam
men nu niet, of het nu tijd werd de vraag
stukken tot oplossing te brengen, die reeds vóór
het optreden van den min. v. Houten „rijp" wa
ren, en die nog altijd wachten opeen oplossing:
de lijkverbranding en het eedsvraagstuk. En
ook de subsidieering der middelbare meisjes
scholen, een der stokpaardjes, die de heer Van
Houten tijdens zijn ministerschap op stal heeft
moeten zetten, werd niet voor den dag gehaald.
Trouwens dat alles zijn misschien maar klei
nigheden, waarvan de vermelding de warme
ingenomenheid van Dagblad en Tijd met
'sheeren Van Houtens rede licht wat zou heb
ben getemperd, maar die moeilijk op den voor
grond kunnen komeD, wanneer van „krachtige
hervormingspolitiek, ook op sociaal gebied",
sprake is.
Het eenige positieve, wat wij uit deze rede
hebben kunnen balen, is de verzekering, ge
paard aan de huldebetuiging aan de aanwezige
dames, dat de rechten dèr vrouw „eerlang" aan
de orde moeten komen, en de verwijzing naar
de noodzakelijkheid, waarin wij „misschien"
konden komen om een tariefoorlog te voeren-
Bijzonder ernstig zal echter wel noch het een
noch het ander zijn op te nemen. Wat de rech
ten der vrouw betreft, werd dadelijk gezegd,
dat een politieke kiesvereeniging die thans
nog niet op haar program van actie kon plaat-
Zonder twijfel werd hierbij bepaaldelijk
gedacht aan het kiesrecht der vrouw, dat niet
anders aan de orde kan komen dan door een
grondwetsherziening en behalve dat er nu ze
ker niet veel kans op is, dat sposdig voor een
grondwetsherziening een meerderheid zal wor
den gevonden, moet het voor den maker en
vereerder der tegenwoordige kieswet een min
der gewenscht ondernemen zijn het grondwets
artikel, waarop die wet steunt, op losse schroe
ven te zetten, al is het dan ook om het
vrouwenkiesrecht te kunnen binnenloodsen.
En een tariefoorlog Met zekere voorliefde
heeft de heer Van Houten ook reeds als
nister bij dit denkbeeld verwijld. Maar nu,
evenals toen, liet hij 't bij een algemeene the
sis, die moeilijk kan worden betwist. Inder
daad zou het niet strijden met den eisch van
het vrijhandelbeginsel, als men tegen enkele
natiën een oorlogstarief in toepassing bracht,
met dien verstande, dat men alleen dus han
delde tegenover, die welke men van een speci
aal tegenover ons toegepaste onbillijke bejege
ning zou willen terugbrengen, en dat men
terstond tot den vrijen handel terugkeerde, als
het doel was bereikt. De vraag echter zou
voor elk concreet geval moeten gesteld wor
den, of er eenige kans zou zijn door het oor
logstarief te verkrijgen, wat men wenscht, nl.
den onredelijken bestrijder tot rede te brengen.
Zoo niet, dan is het tijdelijk afwijken van onze
tariefbeginselen niet dan schade en .wel d'
lijk met het vrijhandelstelsel in strijd. En nu
is het een beetje kinderachtig om voortdurend
met zoo'n mogelijken tariefoorlog te dreigen,
men verzuimt zich ernstig die vraag te
stellen. Wil de heer Van Houten tegen een of
andere natie op dit oogenblik in een of ander
opzicht represaillemaatregelen nemen door
middel van een verhooging van rechten Wij
vernemen het niet, maar hoe het zij, tot de
krachtige sociale hervormingspolitiek zou zulk
een tijdelijke maatregel wel weer niet gere
kend kunnen worden.
(Slot volgt.)
Schutte met éen jaar verlengd en alzoo nader
bepaald op drie jaren
ijn uit den militairen dienst eervol ontsla
gen, met toekenning van pensioen, de met ver
lof in Europa aanwezige officieren der infanterie
van het leger inNed-Indië: H. W. Muller, kapi
tein, op verzoek, en de le luit. H. Klebach
wegens lichaamsgebreken en
is de Oost-Indische ambtenaar met verlof A.
van de Laar, laatstelijk stationschef bij den
dienst der stoomtram op Atjeh, op zQn verzoek
physieke ongeschiktheid eervol uit
lands dienst ontslagen met toekenning van
pensioen.
Ook de ministers van marine, financiën en
koloniën houden deze week geen audiëntie.
Volgens nader bericht zon dit niets andere zjju
£»q de bewuste rede- Bed.
BEMOEMOUEM MZ.
By kon. besluit:
zijn benoemd by het wapen der inf. tot
ln luit. de 2e luitB. van dat wapen E. D. van
der Sleesen, gedetacheerd bg het leger in Ned.
Indië, en L. Schutte, gedetacheerd by de land
macht in West-Indië; bij den staf van het
wapen de 2e luit. C. KoniDg, van dien staf,
werkzaam bij de kon. mil. academie; bg hun
tegenwoordig korps de 2e luits. J. Alma en
A. Dohna, beiden van het 4e, alsmede F. J.
QuaDjer, van het 5e reg.bij bet wapen der
art. bij het 3e reg. veld-art. tot ln luit. de
luit. H. J. Verhulst, van het korps; bg het
3e reg. vest.-art. tot kapt. de le luit. A. L.
Maas, adjudant bg het 2e reg. véld.-art;
is de duur der detacheering bg de landmacht
in West-Iudië van den 2en luit. der inf. L,
PROF. R. FRUIN.
De oud-hoogleeraar R. Fruin is, wat by de
ernstige ziekte, die hem trof, in verband met
zijn hoogen leeftijd elk oogenblik was te wach
ten, Zondag te Leiden overleden.
Deze uitstekende geleerde, den 14den Novem
ber 1823 te Rotterdam geboren, studeerde te
Leiden in de letteren en promoveerde daar in
1847. Het volgend jaar werd hij benoemd tot
leeraar aan het gymnasium aldaar en aan
vaardde op 1 Juni 1860 aan de Leidsche Uni
versiteit het hoogleeraarsambt in de geschiede
nis met een rede over: De onpartijdigheid
Fruin heeft onze letteren verrijkt met vele
geschriften en menig belaugrgk, van degelijke
bronnenstudie getuigend werkbetreffende
een of ander onderdeel uit de Vaderlandsche
historie. Als redacteur van De Gids en als
medewerker van verschillende andere tgd-
schriften heeft de overleden hoogleeraar even
eens veel bggedrsgen tot vermeerdering der
kennis van Neêrlands geschiedenis. Het
meest bekende van zijn geschriften is het
werk Tien jaren uit den Tachtigjarigen Oorlog
een geschiedboek, uitmuntende door keurigen
stijl en heldere voorstelling.
Doch niet slechts op wetenschappelgk ge
bied heeft Fruin uitgeblonken. Hij was wat
men noemt een beminlijk man. Wie met hem
in aanraking kwam, geraakte onder de beko
ring van zgn vriendelgk wezen. Eenvoudig en
hulpvaardig, heeft Fruin, die ongehuwd bleef,
velen aan zich verplicht. Nooit werd te ver
geefs een beroap op zijne hulpvaardigheid ge-
i; en waar het noodig bleek, opende hy
gaarne de beurs, maar steeds op voorwaarde
dat het niet aan de groote klok zou worden
Fruin bezat ook in hooge mate de gave van
welsprekendheid. Niet alleen wat hij Bchreef,
maar evenzeer wat hij sprak muntte uit door
helderheid en eenvoud.
De overledene was commandeur in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw en officier in
de Orde van de Eikenkroon. Hg behoorde tot
de meest gewaardeerde leden der koninklgke
academie van wetenschappen.
Werkliede n-v erzekering.
De regeering heeft eene uitvoerige memorie
van antwoord ingediend op het voorloopig
verslag van de Tweede kamer betreffende het
wetsontwerp tot wettelijke verzekering van
werklieden tegen de geldelijke gevolgen van
ongevallen in bepaalde bedrijven.
Overvloed van stof dwingt ons dit ant
woord tot een volgend nommer te laten liggen.
EERSTE KAMER.
De Kamer bepaalde Maandag avond, toen zij
hare werkzaamheden hervatte, op heden, Dins
dag, ochtend te 11 uur de behandeling van de
algemeene beschouwingen over de Staatsbe-
grooting voor 1899. (Men zie Laatste berichten).
UIT STAD EN PROVINCIE.
In een Maandag door de leden van den
Christelijken Volksbond te Middelburg te
houden vergadering komt in behandeling
voorstel van het bestuur tot opheffing van de
Kamer van Navraag.
Men schrgft ons:
Nog niet zooveel jaren geleden had Zuid-
Beveland den naam bij andere deelen der
provincie, met name bij de meer Noordelgk
gelegen eilanden en Zeeuwsch-Vlaanderen, zeer
ten achter te zijn. De boeren waren steil,
koppig aan het oude gehecht, afkeerig van
den omgang met vreemden, keken niet verder
dan hun neus lang was, kenden slechts het
kleine plekje, dat de eer had hunne geboorte
plaats te zijn en eenmaal in de week „ter
Goes," enz.
Bg veel overdrevens, kan het niet ontkend
worden, dat bovenstaande vergelgkingen veel
waars bevatten.
Maar hoe is dat alles veranderdDe klee
derdracht moge nog onderwetsch zgn (ze is
toch ook, vooral die der vrouwen en meisjes,
schilderachtig), hoevelen zyn er niet, die „op
z'n boers" geheel of gedeelteiyk verwisseld
hebben met „op z'n burgers." Eén artikel
blijft by den Zuid-Bevenlandschen boer in
ïgena: de baard.
Maar overigens. De Zuid-Bevelander con-
cnrreert tegenwoordig even hard op landbouw
gebied als zijne collega's uit andere deelen
onzer provincie.
Waar, in Zeeland, worden langs den weg
van coöperatie grooter hoeveelheden kunst
meststoffen aangeschaft; en het veelvuldig
gebruik daarvan is toch zeker wel het beste
bewys, dat de landbouwers in hun bedrijf
„over het doode punt" zgn.
Den veestapel mag men ook zien, en geloof
vrg, dat de boeren het gebruik kennen van
verschillende krachtvoederstoffen.
Zaaien uit de hand is hooge uitzondering,
het gebruik van machines regel geworden.
Dank zg der winter-landbouwschool te Goes
en de landbouw-cursussen op enkele dorpen
hebben de boeren het baken leeren verzetten
omdat het tij verliep.
Dat zij daarby met oordeel te werk gingen,
en niet al het oude verwierpen, alleen omdat
het oud was, wie zal dat afkeuren
In de buizen is ook aan veel te zien, dat
moeder-de vrouw met den tijd meegaat, en
dat de winkels te Goes Dinsdags niet te ver
geefs eene buitengewone etalage houden.
De jonge boer en de fiats zyn voor elkaar
volstrekt geen onbekenden.
En zich verplaatsen Dank zg den versnelden
middelen van gemeenschap, is de Zuid-Bevelander
met zgne wederhelft in de groote steden van
ons land volstrekt geen zeldzame verscbgning.
Terwijl 10 jaren geleden de Rotterdamache
straatjeugd eene Znid-Bevelandsche boerir
vrgwillig en ongevraagd eene „eeregeleide"
verschafte, is daarvan geen sprake meer; zij
zyn daar bekende verschijningen geworden.
En op de dorpen. Muziek- en zangvereni
gingen, openbare leesbibliotheken, rederij kers
kamers, openbare bijeenkomsten, door meer
dan honderd personen bezocht, waar men
luistert Daar muziek en zang en voordrachten
waar men kijkt naar turn-oefeningen, en die
soms zelfs besloten worden met „na afloop bal".
Waren de dorpen vóór 25 jaren ongeveer
's avonds stikdonker, en liet men de straat
verlichting aan de maan over, thaus overal
verlichting, zoodat, wordt het op de bijeen
komsten wat laat, men niet heeft te vreezen
om in zeven slooten tegelgk te loopen.
Een vergelijking der toestanden op Zuid-
Beveland vóór 25 jaren en nu, moet in het.
voordeel van den tegenwoordigen tgd uitvallen.
En wanneer de ouders der tegenwoordig 50-
of 60jarigen een kijkje konden nemen op de
plaats, waar zij hebben gewerkt en gezwoegd,
zy zouden erkennen, dat nu veel anders maar
ook beter is geworden.
En dat alles dank zg de verlichting, die
men heeft willen tegenhoudentrots den
stompen geest, dien men overal heeft willen
verspreiden. Tegen wil en dank is men mee
moeten gaan.
Een oude heer uit Stekene (B.), een ge
trouw bezoeker van de markt te H u 1 s t,
kreeg Maandag by een dergelijk bezoek een
neusbloeding, die ondanks alle mogelijke ge
neeskundige middelen ongeveer zes uren aan
hield en den man zoo verzwakte, dat hg niet
meer naar huis kon worden gebracht, maar
moest worden opgenomen in het Liefdehuis te
Hulst.
Coöperatie als middel ter bevorde
ring van arbeidersbelangen.
Dit onderwerp werd Maandag avond door
den beer F. M. Wibaut op bevattelgke en
aangename wgze besproken in eene openbare
vergadering, uitgaande van de afdeeling Mid
delburg der Sociaal-Democratische Arbei
derspartij. De bgeenkomst werd gehouden in
de kleine zaal van het Schuttershofdie voor
de helft gevuld was met een belangstellend
gehoor.
Na eene korte inleiding, waarin de heer
Wibaut opmerkte te zullen spreken over een.
voudige dingen, over goede diagen, zonder
zich te verdiepen in de theorie der coöpe
ratie en zonder te willen wgzen op wat op
dit gebied in het buitenland is verricht
bepaalde hy de aandacht zyner hoorders op
hetgeen in onzen eigen kring valt waar te
nemen.
Wg hebben in Middelburg eene coöperatieve
broodbakkerg, De Broederband geheeten, die
nu driejaren bestaat, en blijkens baar jongste
jaarverslag voorspoedig werkt. Er is over het
afgeloopen jaar, na eeüe afschrgving en eeD
bgdrage voor het reservefonds, een winst be
baalde van f 4014een winst, welke ten bate
komt van de aandeelhouders, die voor 2, 3 of
4 weken kosteloos brood zullen ontvangen.
Zoo staat deze coöperatieve bakkery gelgk
met alle vereenigingen van ambtenaren of
burgers van dien aard.
Daartegen nu opperde de heer Wibaut zyne
coöperatieve vereeniging voor de
arbeiders moest een ander doel beoogenmeer
zich toeleggen op bevordering der arbeiders-
ilangen, der belangen van de arbeidersklasse.
Het beginsel van solidariteit, van allen voor
allen, moest daarbg meer op den voorgrond
treden.
De winsten, die nu in den vorm van koste
loos brood den aandeelhouders ten goede komen
besteed worden ten bate van een fonds
om werkloozen te steunen, om weerstandskassen
vormen en de middelen te verbrygen om de
vertegenwoordigers der arbeiders een plaats te
verschaffen in die colleges, waar zij de belangen
der klasse kunnen voorstaan.
Dat alles zou zijn in het belang van allen.
Wat baat het stel dat men daartoe krachtig
genoeg is, wat in onze omgeving niet het geval
mag heeten wat baat het zich te verzetten
tegen onvoldoend loon, wanneer tal van werk
loozen gereed staan om opengevallen plaatsen
in te nemen, omdat zg niet gesteund worden,
als zy buiten hun schuld geen werk hebben
een ongeluk dat elk werkman kan overkomen
Men zal beweren merkte de heer Wibaut
op dat al het genoemde meer lag op den
weg der vakvereenigiogen. Hg stemde dit
toe, maar hoe krachteloos en machteloos zyn
die vereenigingen hier in onzen kring 1 Zonden
zij met elkander f 1000 rykzijn? Hij geloofde
het niet.
Hoezeer zouden zy dus gebaat zyn, wanneer
zg nu van die bakkerij, uit de reservekas of
uit de winst, zulk een som of meer eens
konden verkrggen jaarlijks 1
En al moesten leden van de gemaakte winst,
welke zij thans in den vorm van kosteloos
brood genieten, eens een deel afstaanwat
zou dat hinderen?
Voor het algemeeD, voor de belangen der
klasse moesten zg iets over hebbenhet zou
toch een groote stap zijn op den goeden weg
der solidariteit.
Spreker vergeleek den arbeideistoestand op
dit punt bg een grooten put, waarin tal van
personen vereenigd waren. Door veel inspan
ning konden enkelen zich daaruit opweiken;
maar nadat een ladder gezet was in den put,
konden allen boven komen. Bij zulk een lad
der vergeleek de heer Wibaut de coöperatie.
Toegepast, zooals hg die schetste, kon men
elkander helpen en steunen. Spreker weea
daarbij op België, waar op die wijze wordt
gehandeld, en waar in Brussel en in Gent de
heilzame kracht van zulk een toepassing der
coöperatie wordt ondervonden. In Brnssel
heeft men in een jaar f 20.000 kunnen geven
voor pirtij-propaganda; bg de jongste verkie
zingen heeft men uit de winsten, door coöpe
ratie verkregeD, de kosten bestreden voor een
millioen brochures ter verspreiding in het
belang der arbeiderspartij. Men had zeker wel
eens iets minder goeds van die coöperatieve
vereenigingen daar gehoord of gelezen maar
waaraan kleven niet gebreken vroeg spreker.
Ten slotte wees de heer Wibaut nog eens
nadrukkelgk op den naam der coöperatieve
bakkerg te MiddelburgDe Broederband.
Die naam zegt het duidelgk wat de arbei
ders moeten doen: elkaar steunen en helpen.
Het nageslacht, de kinderen zouden van zulk
een pogen de goede vruchten plukken
Dat doel is natuurlijk niet te bereiken zon
der statuten-wijziging der vereeniging. Nu
toch heeft men, op grond der statuten, belet
dat aan den Bestuurdersbond een som van f 50
uit het reservefonds werd gegeven; en men
was in zgn recht. Of voor zulk eene wgziging,
in den geest als door hem is blootgelegd, eene
meerderheid te vinden zal zijn?
Hij hoopte het en wekte allen, die aandeel
houders zyn, op om te gelegenertyd daartoe
mede te werken.
Van de gelegenheid om inlichtingen te vra
gen of opmerkingen te maken, werd door drie
der aanwezigen gebrnik gemaakt.
Het debat bewoog zich, zooals een hunner
zeer terecht opmerkte, meerendeels op een ver
keerd terrein. Men begon huishondelyke zaken,
de broodbakkerg De Broederband betreffende,
te bespreken. Men wees erop, dat zulk een
bakkerij het voorbeeld moest geven, waar het
gold het betalen van een goed loon en het
beperken van den arbeidsduur. Dit beaamde
de heer Wibaut ten volle, maar een bestuurder
van die bakkerg, die zijn instemming betuigde
met hetgeen de heer Wibaut had gesproken,
wees erop dat het loon, hoewel misschien niet
zoo hoog als gewenscht is, toch voldoende is
overeenkomstig den toestand der bakkerg en
beter dan dat, hetwelk door andere bakkers
wordt gegeven.
Men sprak verder over eenige bezwaren,aan
de verplichting tot contante betaling verbon
den waardoor wel eens een huismoeder, dis