HIDDELBURGSGHE COURANT.
Vrijdag
27 Januari.
N". 23-
1809.-
142" Jaargang,
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
?rijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 26 Jan. 8 u. vm. 29 gr. 12 u. 39 gr.
av. 4 u. 36 gr. F. Verw. zw. t. mat. 0. wiDd.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën by abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten^
Te Zierikzee: A. C. de Mooij; te Tholen: W. AJ
van Nieuwenhuijzen; te Terneuzen; M. de Jonge.
De rechtbank te Zierikzee.
Een enkele vraag, gedaan in een of meer
afdeelingen der Tweede kamer bij de behan
deling der jongste begrooting van justitie,
en het antwoord daarop van den minister
heeft heel wat gemoederen in onrust, eenige
pennen in beweging gebracht en tot eene
korte bespreking in de openbare zitting van
onze vertegenwoordiging aanleiding gegeven.
Van welke zijde de vraag is geschied:
„of niet eerlang tot opheffing van de recht
bank te Zierikzee kan worden overgegaan,
nu door den aanleg van tramwegen aan den
geïsoleerden toestand van het arrondissement
Zierikzee een einde zal worden gemaakt en
de eenige reden zal vervallen waarom die
rechtbank nog altijd bestaat," zie dat is
nog steeds ons niet duidelijk gebleken.
In de kamer heeft niemand zich openlijk
doen kennen als degene, die dat balletje
heeft opgeworpen. Wij hadden anders wel
gewild, dat bij zijn idee wat meer in het
openbaar had uitgewerkt.
Zyn vraag zou zeker niet zooveel belang
stelling hebben ondervonden, zoo niet de
minister in zijn antwoord op het voorloopig
verslag bijzondere geneigdheid had getoond
op dat idee in te gaan. Zulk een ophef
fing werd door hem voorbereid; aldus
schreef de minister.
Geen wonder dat in Zierikzee de angst
menigeen om het hart sloeg.
Wezenlijk, die gemeente kan niet veelof
liever kan niets missen. En wij begrijpen
ten volle, dat men zooveel mogelijk wil
voorkomen dat haar een dergelijke slag treft.
Nu ligt het voor de hand, dat bij zulk eene
kwestie niet het plaatselijk belang alleen
wegen mag; maar zij meer van algemeen
standpunt dient beschouwd te worden. Doch
na al wat wij daarover lazen, zyn wij nog niet
overtuigd dat ook uit dat oogpunt zulk eene
opheffiog noodig, nuttig of zelfs gewenecht is.
Het personeel der rechtbank te Rotterdam
is overkropt met werk, en men wil nu aan
die rechthank eene vierde kamer toevoegen.
Goed, zouden wij zeggen.
Maar is er nog niet een ander middel
om aan het bezwaar van te veel werk bij
dit rechtscollege tegemoet te komeD, zonder
dat men een gemeente als Zierikzee berooft
van een instelling, die voor het sociale en
intellectueele leven daar van zoo booge
waarde is?
Wanneer wy op die vraag een antwoord
geven, dan doen wij dit niet in de meening
eenig nieuw licht in deze, voor een deel
van ons gewest belangrijke kwestie te ont
steken, maar wel om een blijk te geven van
onze belangstelling voor eene gemeente en
hare omgeving, waaraan men, naar ons ge
voelen, onrecht wil plegen.
Over de grieven, geopperd van de zijde
der bewoners van het eiland Tholen, kunnen
wQ niet oordeelen. Daar heeft men tegen
de opheifing van de rechtbank te Zierikzee
geen bezwaar. Om die grieven juist te
bezien, dient men te weten, hoevele zaken,
uit Tholen af komstig, voor die rechtbank
worden behandeld; en dan nader te over
wegen of door eene verandering in de in
deeling van het rechtsgebied dier rechtbank
niet aan de bezwaren ware tegemoet te
komen.
De rechtbank zelve behoeft daarvoor
waarlijk niet te worden opgeheven of ver
plaatst.
Dat er in 1897 in de Ooster-Schelde-stad
slechts in 36 burgerlijke en 70 strafzaken
is gevonnisd, is nog geen motief om haar
te doen verdwynen. Mr Joan Bohl heeft
trouwens in zyn bloemryk opstel over dat
argument reeds genoeg den staf gebroken.
Maar er is nog meer.
Wanneer men in een gemeente als Zierik
zee aan de eene zyde geeft om aan den
anderen kant haar een bron van intellec
tueel leven en van materieel bestaan te
ontnemen, dan weten wy niet waarom men
haar niet liever in haren geïsoleerden toestand
wil laten.
Het is wel waar, dat verbetering der mid
delen van vervoer dikwyls meewerkt om
veel te doen verdwynen wat bestondmaar
het hoofddoel daarvan moet toch zyn door
SUlk een middel meer aan dan at te voeren.
En dat nu reeds, zelfs vóór dat eeu tram
er ligt, door een vragend lid onzer verte
genwoordiging aan den minister wordt voor
gespiegeld, dat zulk een tram uitmuntend
geschikt is om daarmee iets weg te nemen
dat zooveel waarde heeft; dat van regee-
ringszyde reeds dadelyk op dat idee wordt
ingegaan, zie, dat is onze groote grief.
Had men daarmee niet nog kunnen
wachten
De minister heeft in de Tweede kamer
wel gezegd„Intusschen behandelen wij nog
niet het wetsontwerpen ik geloof dus dat
het verstandig zal zijn dat wij een debat,
dat nu slechts een zeer hypothetisch karak
ter kan dragen, verdagen totdat het wetsont
werp aan de orde zal zyn". Maar wy achten
bet verkieslijker die kwestie vóór dien tijd
goed onder de oogen te zien en den minister
zooveel mogelijk in te lichten vóór hy
znlk een ontwerp indient. Het is beter,
zooals nu ook van uit Zierikzee zelf ge
schiedt, te trachten den minister te weer
houden van zulk eene indiening, dan later
de leden der Tweede kamer te moeteu over
tuigen dat verwerping van een ingediend
ontwerp nnttig en rechtvaardig is.
Dat gaat niet zoo gemakkelijk
Ligt het ontwerp gereed om behandeld te
worden, dan moeten belangen van gemeenten,
ja, zelfs van meer uitgebreider kriDg, wijken
voor die van anderen aard. Dan moeten er
al heel wat afdoende argumenten of zelfs
andere motieven gewicht in de schaal leggen,
wil men den minister een neerlaag berok-
Wij weten wel hoe dat gaat.
Eenmaal aan de orde, valt het lichter
ne meerderheid te verkrijgen om znlk een
ontwerp te doen aannemen, dan eene om het
te verwerpen.
Dan moeten kleine belangen wyken voor
allerlei overwegingen van by zonderen aard
of van booge politiek.
Daarom te meer verheugen wij ons in de
verzekering van den minister, dat hy nauw
keurig zal onderzoeken, niet alleen de ge
volgen, die de opheffing der rechtbank te
Zierikzee zou hebben, maar ook de wyze
waarop het onderwerp het best zal worden
geregeld. Ziet, dat is eene groote lichtzijde
in deze. Wy hebben nu nog altijd hoop dat
de minister dan tot andere gedachten zal
komen en inzien dat de wenk, hem door
den vrager in een der afdeelingen van de
Tweede Kamer gegeven, niet goed is ge
weest; hoeveel sympathie bij voor het ide>
ook eerst heeft gekoesterd.
In Zierikzee zelf en zijne omgeving zal
men hem gaarne voorlichten en aautoonen
dat, als er een tram ligt, de justitiabelen
gemakkelyker naar Zierikzee kunnen
komen en beter derwaarts dan naar Rotter-
im of Breda.
Wy stellen ons geheel op het standpunt
van den heer Van der Berch van Heemstede,
die in de zitting der Kamer van 8 Decem
ber opmerkte:
„Verdwijnt de rechtbank, dan verliest de
gemeente een president, drie rechters,
officier van justitie, een substituut-officier
van justitie, een griffier, een substituut-grif
fier, te zamen acht personen.
Wat zal daarvan het gevolg zijn Dat niet
alleen die acht personen, maar ook hunne
huisgezinnen en de geheele nasleep van be
trekkingen en vrienden de gemeente verlaat.
En welke geldelyke nadeelen dit voor de
stad zal opleveren, behoef ik den minister
niet nader te betoogendoch ik vrees dat
dit argument waarschynlijk geen genoegza-
men indruk op den minister zal maken.
De minister zal my antwoordendie recht
bank heeft zóo weiDig te doen en moet
daarom opgeheven worden.
Toch zoude ik willen vragen, of men dan
aan dit bezwaar niet kan te gemoet komen
door een gedeelte van het veel te groote
rechtsgebied van Rotterdam en Breda by
Zierikzee te voegen. Laat men eerst eens
afwachten dat de geprojecteerde stoomtram
loopt, daar dan eerst de verbetering en de
communicatie goed beoordeeld kan worden.
Laat men dit eerst afwachten voor en aleer
het radicale middel van opheffing te
bruiken.
Men zie onnommer van Maandag 12
Dec. 1898.
Wij hebben indertijd bij de opheffing van
de rechtbank te Eindhoven gezien, welke
verwarring en eindelooze moeilijkheden
daarvan het gevolg zijn geweest, Men zou
nu in hetzelfde euvel gaan vervallen. Men
woont in een afgelegen streek, er wordt
eene stoomtram beloofd, maar wat men met
de eene hand geeft, ontneemt men weder
met de andere.
Ik zon hierop gaarne allen nadruk willen
leggen, en den minister dringend verzoeken
geen besluit te nemen, voor en aleer de
exploitatie van den stoomtram een voldongen
feit zijn zal en de gevolgen daarvan h tête
reposée kunnen worden beoordeeld.
Indertyd is by de rechtbank van Rotter
dam gevoegd het eiland Goeree en Over
fiakkee, zijnde het kanton Sommelsdyk.
Die toevoeging is zeer vreemd, als men
bedenkt, dat Beyeriand, wat er vlak boven
ligt, ressorteert onder Dordrecht, terwyl
Fiakkee een eiland is waar landbonw en
visscherij de hoofdbedrijven zyn,en waarde
landaard, zeden en gewoonten dezelfde zijn
als op Schouwen. Ik spreek natuurlijk al
toos in het geval dat de stoomtram loopt.
Het gevolg zal zijn dat de rechtbank te
Rotterdam zeer ontlast zal worden.
Steenbergen kan ook van Breda afgeno
men worden. Maar dat zyn allemaal détail-
kwestiën, die de minister beter kan beoor-
deelen dan ik. Het cyfer der vonnissen kan
nooit zijn een norma van beoordeeling, maar
de zaak is afhankelijk van den aard en het
gewicht der procedures, en van de instruc
tie in strafzaken.
Wanneer een stuk van Zierikzee gevoegd
wordt, hetay by Rotterdam, hetzij bij Breda,
dan worden twee heterogene zaken samen
gevoegd. In ieder geval neme de minister
niet zijne toevlucht tot de opheffing der
rechtbank te Zierikzee."
Dit is, dunkt ons, een zeer juist standpunt.
Wy wijzen verder nog op het reglement
op het bevisschen van de Schelde en Zeeuw-
stroomen, die in de eerste plaats
tot de provincie Zeeland behooren.
Nu kwam bij ons de vraag op of ook, met
het oog daarop, het behoud der Zierikzeesche
rechtbauk niet noodig, althans nuttig is.
Onder de strafzaken toch, voor die recht
bank behandeld, zullen zeker wel voorkomen
overtredingen van bovengenoemd reglement.
Zou het nu niet gewenscht zijn, dat derge
lyke overtredingen kunnen behandeld blijven
door een rechter, die alle gelegenheid heeft
zooals het te Zierikzee het geval is, om
zich dagelijks te laten inlichten omtrent den
aard, den werkkring daarvan en van al wat
op die visscberyen betrekking heeft?
In verband daarmee zou ook eene uit
breiding van het arrondissement Zierikzee
met deelen van Zuid-Holland en Noord-
Brabant, die juist onder de toepassing vac
dat reglement vallen, ons zoo gewenscht
voorkomen.
Vergelijken wij verder den toestand met
andere provinciën eene vergelijking, die
natuurlijk niet in alle opzichten opgaat
dan zou Zeeland, na eene opheffipg der
rechtbank te Zierikzee, gelyk staan met de
provinciën Utrecht en Drenthe, die thans
ook slechts êene rechtbank hebben. Noord-
Brabant heeft er 2, Limburg 2, Gelderland
3, Overijsel 2, Zuid-Holland 3, Noord-
Holland 3, Friesland 2 en Groningen 2.
Met het oog op de eigenaardige ligging
der verschillende deelen van Zeeland blijven
wij meenen dat éen rechtbank, die te Mid
delburg, niet voldoende is.
En daarbij verdient ook vooral niet uit het
oog te worden verloren dat in Zeeland de
toestanden geheel anders zijn, dan b. v. in
Zuid-Holland en Noord-Brabant, waaruit
voortkomt, dat de locale rechter zich vaak
geplaatst ziet voor kwesties, waarvoor eene
byzondere studie en locale kennis noodig is.
Dit alles pleit, dunkt one, niet minder
voor het behoud der rechtbank te Zierikzee.
De minister doe daarom in geen geval
de eerste jaren een voorstel tot opheffing
van die rechtbank. Eerst als de tram een
paar jaar heeft gereden, gebleken is welke
veranderde toestanden daaruit voortkwamen
hoe geheel anders, hoeveel gemakkelyker de
communicatie, o. a. met de Zuid-Hollandsche
eilanden, daardoor is geworden, eerst dan
ia er aanleiding om eens te overwegen wst;
uit algemeen oogpunt bekeken, het bi
is om aan bestaande bezwaren tegemoet
komen.
En dan hopen wy, dat de minister zelf
wel zal inzien, dat het veel beter en lang
niet zoo veel kostbaarder is om aan die
rechtbank aldaar wat meer werk te ver
schaffen en dat bet gevaar, hetwelk nu als
het zwaard van Damocles boven het hoofd
van Zierikzee hangt, zal worden weggenomen.
Middelburg 26 Januari.
BMOEMIN «LN ENZ.
Bij kon. besluit:
zijn de officieren-machinist der 2de klasse by
's ryks stoomvaartdienst J. Smits en N. H.
Klaassen, met ingang van 16 Febrnari a. s.,
bevorderd tot officier-machinist der late klasse
is benoemd tot reserve-tweede-luitenant by
het wapen der infanterie, en wel by het 4de
regiment, de vaandrig J. A. Eigeman, van dat
korps
is de Oost-Indische ambtenaar met verlof
M. J. H. ter Linden, laatsteiyk leeraar in de
Duitsche en Engelsche talen en hare letter
kunde aan de afdeeling hoogere burgerschool
vau het gymnasium Willem III, te Batavia,
op verzoek tegen 1 Feb. 1899, eervol uit
's lands dienst ontslagen, met toekenning van
De officier van administratie der 2de klasse
T. Akkerman, gedetacheerd te Leiden, wordt
met 1 Februari a-s. op non-activiteit gesteld.
STATISTIEK.
De nieuwe centrale commissie voor de sta
tistiek, welke thans alleen als adviseerend
college optreedt, bestaat voor het overgroot
gedeelte uit dezelfde leden, die in de vorige
zitting hebben gehad. In de nieuwe commis-
zijn niet overgegaan de heeren F. R, Cor-
ten te Maastrichtmr G. F. M. baron vau
Hugenpoth tot Aerdt te Amsterdam, J. van
't Lindenhout, te Neerbosch, mr W. A. P. Ver
kerk Pistorius te 's Gravenhage en Th. de
Rot te Rotterdam. Nieuwe leden zyn de hee
ren mr C. Loosjes, adj.-commies by het dep.
van justitie, en G. Oortbuijs, hoofddirecteur
der belastingen, beiden te 's Gravenhage.
De voorzitter der vorige commissie, mr W.
A. baron van Verschuer, is overleden. In zyn
plaats is thans mr A. Kerdijk benoemd, die
als onder-voorzitter wordt opgevolgd door prof.
Greven, die lid der vorige commissie geweest is.
Niet te klein.
den gelegd, dat onze landbouwer in het alge
meen werkelyk vooruitging en dat de nog
duizenden bunders grond geschikt tot ontgin
ning werden aangemaakt om aan duizenden
werk en voedsel te geven. Men onderricht de
aanstaande plattelandsboeren in teekenen,
dat voor hen weinig of geen nut heeft dat
ja, dat de onderwijzers meestal zelf niet
kunnen en dat de gemeenten schatten van geld
kost voor schriften enz. Men belooft den
arbeider een pensioenfonds en men geeft hem
een nieuwe armenwet; men predikt sociale
rechtvaardigheid en onthoudt den arbeider
werk, in één woord men geeft bun een steen
voor een brood of een slang voor een visch.
Men dwingt den geërfden boer zyn huis en
land te verlaten om het aan den kapitalist
over te laten - doch genoeg, men wil niet
zien en hooren en heeft slechts het belang
van enkelen ten koste van de belaDgen der
geheele gemeenschap in het oog.
Hoewel wy het natuuriyk in menig opzicht
met den schrijver oneens zyn, meenen wy toch
protest tegen dr Kuyper's redeneering ook
onder de oogen van onze lezers te moeten
UIT STAD EN PROVINCIE.
Te Zuiddorpe had Woensdag een
droevig ongeval plaats. De arbeider P. B,
reed met paard en kar naar huis, toen opeens
het dier op hol sloeg. Doordat de kar tegen
telephoonpaal stootte, geraakte P. B. van
de kar. Zwaar gewond en bewusteloos, werd
in een nabijgelegen woning
is weinig hoop op herstel.
Op de Zaterdagavond te Breskena
door het ziekenfonds aldaar gehouden alge
meens jaarlijksche vergadering bleek uit
het verslag, dat in het afgeloopeu jaar-
aan 32 personen wegens ziekte werd uitge
keerd f 543.75, wegens overlyden, aan de
familie van een lid f 15, wegens diverse uit
gaven f 19.25'.
De ontvangsten bedroegen, met inbegrip van
goed slot '97, rente van geplaatst kap., con
tributie en boete, f 985.24, zoodat op 31 Dec.
'98 een batig saldo bestond van f 407.246.
De vereeniging telt 92 leden. Wegens wan
betaling werden 7 leden geschrapt. Een zestal
leden bedankte om verschillende redenen, ter
wijl een viertal tot de vereeniging toetrad.
De voorzitter, de heer J. Z. de Buisonjé,
wekte de leden op de belangen der vereeni
ging trouw te behartigen en niet te vergeten,
dat de gemeenschap behoefce heeft aan aller
samenwerking.
Van Oorloa en Vrede.
In het door ons in zyn geheel overgenomen
opstel van dr A. Kuyper over Kolonisatie ir
Maryland, komt deze zinsnede voor„Ons land
is reeds nu te klein voor zijn vijf millioen be
woners. We zitten elkaar in den weg. Ge
te huwelijken stuiten af op mogelykheid
tot vestiging. Duizenden by duizenden leiden
'en, waarin van menschelijke ontwikke
ling in edeler zin geen sprake kan zijn."
Tegen deze bewering komt de heer Bosch
Bruist, te Nieuwleusen, in De Standaard op.
Sta my toe zoo schryft hy dat ik in
ize met u van meening verschil. Ons land
is werkelyk niet te klein voor hare tegen
woordige bevolking, integendeel zou deze nog
gerust met minstens één millioen kunnen aan
groeien, zonder dat we elkander in den weg
zitten, doch onder éen beding, namelyk dat
men afzie van de tegenwoordige onzalige eco
nomische politiek, die niet alleen den landbouw
en de binnenlandsche nijverheid geheel te gronde
richt, doch tevens een klassestryd zal doen
aden, waarvan men de wederga niet
heeft gekend. Immers onder de hedendaagsche
economische politiek is het niet doenlijk voor
eenig bedryf om staande te biy ven, anders dan
door behulp van coöperatie. Dit zal in den
volsten zin des woords een stryd van den
sterkste verwekken, waarbij op slot van reke
ning alleen het groote kapitaal en de ambte
naren gebaat zullen worden. Ons land is te
kleinwordt er van alle kanten gezegd, doch
dit schynt niet te gelden, waar het als vry-
handelsland tegen schier de geheele wereld
tegen den stroom ingaat.
Daarenboven wordt er tot nog toe weinig
gedaan voor de ontwikkeling van denkleinen
landbouwer, die toch hier zeker eerder voor
lichting noodig heeft dan de gegoede boeren
stand. Waarom by de wet niet voorgeschreven,
dat aan alle lagere Boholen ten plattelands
landbouwonderwys moet worden gegeven en
dat aan al die scholen een proefveld van min
stens een hectare moet worden aangelegd
j op die wyze zou de grondslag kannen wor
De Woensdagavond ia het Schuttershof
alhier door den Christelijken Volkshond te
Middelburg gehouden eerste openbare verga»
dering in dit jaar werd door den voorzitter,
den heer H. J. L. Poort, geopend met een
woord van dank voor den steun voor de
Werkverschaffing, in den vorm van
geldelyke bijdragen en waardelooze voorwer
pen outvangen. Hij deelde mede, dat op dit
oogenblik 150 werkloozen zich hadden aange
geven en dat, ofschoon dit getal kleiner is dan
vorige jaren, daarom de werkloosheid niet
minder was, daar zy, die een proces-verbaal
gehad hebben wegens dronkenschap of boven
de 60 jaren zyn, niet worden aangenomen en
zij, die dit weten, zich ook niet hadden aange
geven. Ook de Kamer van navraag,
□am toe in ledental. Waar de belangstelling
en verbetering van armenzorg toenemende is,
hoopt het bestuur dat de kamer wegen en
middelen zal kunnen vinden om hare werk
zaamheden overeenkomstig hare statuten uit
te breiden.
Als sprekers in de eerstvolgende vergade
ringen zullen optreden de heeren De Koning
en Roscam Abbing alhier.
De voorzitter gaf hierop het woord aan den
heer S. Ulfers, predikant te Rotterdam.
Deze begon met erop te wijzen, dat, toen in
1898 de czaar zyn voorstel deed om eene alge
meen© ontwapening tot stand te brengen en
eene internationale commissie in herleven
te roepen om dit onderwerp te bespreken, dit
door zeer velen met groote ingenomenheid
begroet werd.
Dat het voorstel van den czaar ernstig wordt
opgevat, blykt wel hieruit, dat vele diplomaten
en ook onze koningin in de troonrede er de
aandacht op vestigden.
Het denkbeeld, zeide spreker, is evenwel
niet nieuw. ReedB de koning van Denemarken
in 1894, keizer Wilhelm in 1891 en verschil
lende anderen hebben iets dergelijks vov>rge-
steld, zonder dat het evenwel tot besprekingen
geleid heeft.
Spreker toonde nu aan wat de oorlog uit
een financieel oogpunt beschouwd, wel kost,