MIDDELBIRGSCHE COURANT. 142" Jaargang, 1899. Zaterdag 31 Januari. N°. 18- Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 20 Jan. 8 u. vm. 41 gr. 12 u. 48 gr. av. 4 u. 47 gr. F. Verw. mat. Z. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regèl meer 20 cent. Reclames 40 ceut per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten! Te Zierikzee: A. C. de Mooi/; te Tholen: W. Al vak Nxeüwenhüi/zen; te Terneuzen; M. de Jonge. Middelburg 20 Januari. De rechtbank te Zierikzee. Nog resten ons drie tcakkre steden Die altijd voor hun Graven streden Zoo trouw in oorlog als in vreë t Zijn DordrechtHaarlemZierikzee. Mr J. van Lennep. De 8trijd met VlaanderenZ. IV. I. De talrijkheid der zaken aan de rechtbank te Rotterdam staat in omgekeerde reden tot haar ledental. Dringend is in de krachtige Maashaven sinds laDg vermeerdering van rech ters noodig. Ook omdat, gelijk in eene aan zienlijke handelsstad steeds het geval is, het gewicht en de moeilijkheid der rechtsvragen veel tijd voor studie vergen. Halve maatregelen zijn verwerpeiyk zij blijken, zoo niet terstond, op den duur schadeposten te worden. Toe voeging van een paar rechters zou onvoldoende zijn. Afdoende verbetering wordt verkregen door bq de bestaande kamers eene nieuwe te vestigen. Dat zal geen weelde zyn, maar voorziening in be hoefte. Hier is ook niet een uitsluitend stads-of provinciaal-, maar een landsbelang. Alle oorden hebben betrekkingen met Rotterdam, en daarom stellen zeer velen er prijs op, dat de reebfsbedee- ling daar niet vertraagd worde, dewijl overmaat van drukte den rechter niet dwingt tot lang nitstel. Handel en nijverheid ondervinden daardoor schade. Nooit wordt 's lands geld nuttiger besteed, dan wanneer bet tot doel en gevolg heeft, goed en snel recht te verschaffen. Wat de staat daarvoor uitgeeft, belegt bij degeiyk en vruchtbaar voor het algemeen. Het verdient toejuiching, dat de regeering Rotterdam wil verschaffen, waar het recht op heefteene vierde kamer voor zijne rechtbank. Hoe eer de Staten Generaal daartoe medewer ken, des te spoediger verdwijnt een achterstand, welke met des dag ondragelijker wordt. De voortreffelijke afgevaardigde, mr E. E. van Kaalte, heeft, als praktisch rechtsgeleerde, den 8 December jl., in de Tweede Kamer, de baan daar reeds voor geëffend. Nu schynt echter die heilzame verbetering de schaduwzijde te hebben, van elders te drei gen met zwaar verlies. Wat bet land aan de Maas behoort te winnen, zou het aan de Schelde moeten derven. Het geld zou bezwaren doen rijzen, waar zyn invloed het minst mag werken Om de kosten, der Rotterdamsche kamer te be strijden, meent men te mogen denken aan op heffing der rechtbank te Zierikzee. II. Ter vergoelijking van dien toeleg wordt aan gevoerd, dat in 1897 de Ooster-Scheldestad slechts in 36 burgerlijke en 70 strafzaken heeft gevon nisd. Toch is dat getal beduidend genoeg, dewijl de rechtbank ook andere zaken behan delt en baar ledental tot het geringste beperkt is. Bovendien, die grond is niet afdoende: niet het getal heeft waarde, maar het gewicht. De deskundige weet, dat de zoogenaamde! kleinere zakendie, waarby geen zware atoffelyke belangen betrokken zijn, evenals de grootste, ingewikkelde rechtsvragen be helzen. Beide eischen vaak even veel studie en nanwgezette overweging om tot de voor partyen gewenschte juiste beslissing te geraken. Tevens worde in het oog gehouden, dat gewooniyk voor den middelbaren burger zyne zaak van weinige honderden nog eer strijd op leven en dood is dan voor den aan zienleken koopman een geschil over vele dui zenden. Het geldt dus hier de bewaking van maatsohappeiyke belangen, zonder aanzien van personen. Sommige leden van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal meenen, dat het arrondissement Zierikzee óf geheel by Breda óf deels by Breda, deels by Middelburg te brengen is. Dat gaat inderdaad heel goed op papier, maar op het water gaat dat slecht, want de eigendunkelijke Noordzee neemt er geen genoegen mede. Die overbrenging zal voor het belangrijke deel van het arrondissement tydperken geven van wetteloosheid en geiyk staan met rechts weigering. Dan komen die Zeeuwen in benydenswaardigen toestand van barbaren uit donkerst Afrika, voor wie de rechtsbescherming onbereikbaar is. Het arrondissement heelt te rekenen met eene Noordzeesche eigenaardigheid, welke het nu en dan van het overige vader land afzondert. Zyn zwaartepunt ligt in Schou wen en Duiveland. Dat zyn de schoone, rijke eilanden, waar alles leeft van handel, nijver heid en landbouw. Daar staan de vermogens belangen in gestadige aanraking met de wet. Daar blijven de burgerijen, zoo binnen als buiten de steden Zierikzee en Brouwershaven, i» onafgebroken betrekking met elders ge- vestigden handel en industrie. Beide vormen schier éen geheel. Ga te Zierikzee de brug buiten de Zuidbaveupoort over, en gij zijt op Duiveland. Daar herneemt de Noordzee, tot Ooster-Schelde verdoopt, zyn gebied en scheidt die tweelingen van Nederland af door schrikbarende wateren. Deze hebben de lastige gewoonte, in vriezende winters reus achtige gsmaasaas met eb en vloed heen en weder te schuiven, welke de havens onbruik baar maken. Het is geen zeldzaamheid, dat dit weken duurt. Met levensgevaar en groote vertraging slagen de ijzeren zeelieden dier streken in het landen der brievenpost. Stellig durft men daar geen enkelen dag op rekenen. De zee heeft nog andere liefhebberyen. In voor- en najaar, soms zelfs midden in den zomer, zijn hare golven, in verbond met razende stormen, zoo ontzettend, dat alleen by uitersten nood een overtocht beproefd wordt. Dan ge beurt het, dat de onverschrokken zeeman de poging opgeven en naar de haven terugkeeren moet. Er zijn tijden, dat men veilig en snel van Groningen of Maastricht, en onmogelijk van Zierikzee of Bruiniese, naar Middelburg of Breda kan reizen. Stel, dat eene gerechtelijke plaatsopneming daar noodig is. Hoe zal de justitie er komen Stel, dat te Middelbur of Brede een enquête bepaald is. Zal men de getuigen door de wolken dragen, als de ver bolgen baren den overtocht weigeren? In de gunstigste omstandigheden zullen zwaar tydverlies en aanzienlijke onkosten onvermg- delijk zijn. En dan de schade, aan de burgerijen toegebrachtWat het rijk met de opheffing der rechtbank te Zierikzee wint, eigenlijk: meent te winnen, zal het weder aan de andere inrichting verliezen. Want natuurlijk zal te Breda of te Middel burg het getal rechters moeten vermeerderd worden. Deze rechtbanken zyn, evenals die te Zierikzee, uitmuntend saamgesteld. Zij be handelen de zaken met eene kunde, zorg en voorzichtigheid, welke niet genoeg geroemd kunnen worden. Maar men mag een rechtscollege niet met werk overladen. Er moet behooriyk tijd ge gund worden om de stukken te lezen, partijen te hooren, de vraagstukken te overwegen, de schrijvers na te slaan. Daarvan plukken de justiciabelen de vruchten. Dezen dienen ook niet ten prooi te vallen aan uitstel op uitstel. Door de natuurlijke gesteldheid van Schou wen en Duiveland zal de opheffing der recht bank te Zierikzee o. a. na zich sleepen, dat hunne bewoners daar van tijd tot tijd op rechtsbedoeling mogen wachten tot het open water is. Zoolang de zee daar heerschappij voert, zal zij voor hen het wetboek by buiten werking stellen. Themig wikt. Neptunua beschikt. III. Zoodra het kwalijk beraden plan opdook, hebben de afgevaardigden jhr I. B. D. van Bereh van Heemstede en de ervaringrijke, door en door bekwame ingenieur J. J. van Kerkwijk in de Tweede kamer, den 8 Decern ber 1898, de stem er tegen verheven. Zij brach ten vooral onder de aandacht, dat, zoolang er geen trams daadwerkelijk in het bedreigde arrondissement zijn, aan opheffing niet gedacht mag worden. Zeer juist. Sommige ontwerpen hebben het zwak van het argelooze met het schadelijke te vereenigeD. Dit biedt het voordeel, de vroolijkheid te be vorderen, en het nadeel, de geestvermogens, welke de ontwerpers mogen bezitten, in een ongewenscht licht te plaatsen. Dat nopens Zierikzee getuigt het. Er is beweerd: „nu tot den aanleg van tramwegen in Zeeland besloten is, wordt aan den geïsoleerden toestand van het arrondisse ment een einde gemaakt, en vervalt de eenige reden van bestaan der rechtbank." Hier is meer dan éene onjuistheid. Hoe mag it in iemand opkomen, een diep ingrijpenden maatregel te nemen, welks al of niet toepas- selgkheid eerst kan blyken, wanneer een nog niet bestaande toestand aanwezig zal zgn? Wie gaat eene rechtsvordering instellen tot opeisching eener erfenis, welke nog niet openviel Schrijft men in den burgerlijken stand een kind in, dat nog niet geboren is? Zijn het rechtsgeleerden, die van opheffing spreken, terwijl de gebeurlijkheid welke haar, volgens hun eigen beweren, mogelijk moet maken, in de toekomst ligtDe geïsoleerde toestand, als eenige reden van be staan opgegeven, is er nog. Derhalve heeft men geen recht, te handelen, als ware hij verdwenen. Er is meer. Geen tramweg kan de reden van bestaan wegnemen. Want geen tram zal de afgronden van Keeten, Mastgat en Zype dempen. Zoo lang daar ijs en golf de wet kunnen stel len, blijven Schouwen en Duiveland op zekere tijden ongenaakbaar. Een onzer groote mannen, de geniale Mr J. Kappeyne van de Coppello, had een spoorweg plan, waarin Schouwen eu Duiveland waren opgenomen. Maar in plaats van opheffing, ver wachtte hij daarvan bevestiging der rechtbank. Hy voorzag, dat handel en ny verheid door betere gemeenschapsmiddelen zouden toenemen. Geen zaakkundige betwijfelt dit. Om zich te verheffen, ontbreekt aan de prachtige eilanden snelle eu regelmatige aanraking met elders ge- vestigden. IV. De voorname maatstaf, ter beoordeeling van het vereischte eener instelling, is de maatschap- pelgke behoefte. De rechtbank te Zierikzee is ter plaatse, waar zy behoortin de stad, waar zij nuttig noodig iste midden der Schouwsche en Duivelandsche burgergen, wier behoefte aan wetsbgstand zij te voldoen heeft. Niemand heeft het recht die landgenooten buiten onmid- dellgke rechts verdediging te plaatsen. Het was nu de eerste keer niet, dat de opheffing ter sprake is gekomen. Dit geschiedde voorheen herhaaldelijk. En toen hebben be zadigde, kundige staatslieden, na nopens den toestand te zgn ingelicht, verklaard: „die eilanden mogen niet van hunne rechtbank beroofd worden." Men kan een regeering niet genoeg prijzen wanneer zij naar bezuiniging streeft. Maar de zuinigheid heeft de ongelukkige liefhebberij, de wijsheid te willen bedriegen. Met onmete- lgke schade zouden talloozen dat ondervinden, indien karigheid bij de rechtsbedeeling de overhand kreeg. Nederland heeft eer belang bij uitbreiding dan bij inkrimping van rechts macht. De bevolking is overal toegenomen; handel, nyverheid en verkeer met het buiten land breiden zich voortdurend uit. Daaruit volgt onvermijdelyk gestadige vermeerdering van rechtszaken. Zuinig nopens het rechtswezen is Nederland reeds meer dan genoeg. De rechterlyke macht wordt nog altijd veel te bekrompen bezoldigd. Overal elders betaalt men ruimer. Wie geroepen wordt, zich geheel te wijden aan een aanzienlijk en moeilijk ambt, dat de onmisbare grondslag van elk beschaafd rijk is, heeft aanspraak op onderhoud, overeenkoms tig zyn defcigen stand. Wie kan ten onzent behoorlijk van zijn rechtereambt leven Men dient kapitalist te zijn als men rechter wordt. Nooit ontbreken de stemmen om te eischen dat hij met werk zal overladen zijn. Maar de Staat beveelt als een heer, en betaalt als een bedelaar! Welkom waren daarom de woorden van een der sieraden onzer rechtgeleerdbeid, wiens kunde, ervaring en doorzicht ieder den plicht opleggen, naar hem te luisteren. Jhr mr A. F. de vornin Lohman waarschuwde den 8 December jl. in de Tweede kamer zeer juist tegen uit breiding van de macht der kantonrechters. Dezen hebben genoeg hooi op bun vork. In plaats van den last te verzwaren, zie men, bp vermeerdering van justiciabeleD, uit, naar ver meerdering der rechtbanken. Aan opheffing, tot onberekenbaar nadeel der daardoor getroffen burgers, kan geen vooruit ziend staatsman zich medeplichtig V. Ten opzichte van Zeeland bestaan redenen van algemeen vaderlandslievenden aard welke geheel Nederland verplichten, dat gewest niet te verdrukken maar in eere te houden. Het verheft zich tegen verminking. Het wenscht zijn rechterlgke macht ongeschonden te behou den. Men vraagt geen buitengewonen bystand: maar verlangt en daar heeft het gelijk dat men het late bestaan gelijk het is. Geheel Zeeland is een historisch gedenfetee- ken van de kracht, de grootheid, de helden deugd, de vrijheidsliefde der Nederlanden. Het bewees, eeuwen lang, de gewichtigste diensten aan geheel ons volk. Zyne zeereuzen; met Micbiel Adriaanz. de Ruyter aan het hoofd, deden de vlag aan de verste stranden eerbiedigen. In de hachelybste tijdperken ging Hollands verlossing herhaaldelyk van Zeeland uit. In 1403 was geheel Holland in de macht der Zuidelijke vijanden. Gelijk de onsterfelyke mr Jacob van Lennep het in zijn Strijd met Vlaanderen bezingt, hielden alleen Dordrecht, Haarlem en Zierikzee nog stand. Wie redde toen het land Witte van Haamstede. Met een hand vol onverschrokken Zeeuwen, verliet hij «yn kasteel op Schouwen, zeilde den Hoek van Holland om, landde te Zand voort en bracht, aan het Manpad bij Haarlem, den Vlamingen eene zoo verpletterende nederlaag toe, dat de Spaarnestad, op het punt zich over te geven, behouden bleef, en geheel Holland denvreem deling kon verjagen. Dit intusschen was alleen mogelijk, dewyl Zierikzee, in een beleg dat tot de roemrykste bladzijden der geschiedenis behoort, de ge duchte Vlaamsche overmacht, in 1303 en 1304, niet slechts vasthield, maar zelfs de vloot van Graaf Guy van Dampierre op de Schelde zoo deerlijk vernielde, dat het bygeloof dier dagen de onvergelijkeiyke dapperheid der Zierikzeeërs aan bovennatuurlijke oorzaak toe- Wie hebben de grootsche verdediging van Leiden in 1574 met ontzet bekroond de Zeeuwende helden uit Schouwen en Walohe- ren, die onder den admiraal Adriaan Willemsz. van Zierikzee, en den vice-admiraal Cornells Claeszen uit Vlissingen, het den opperadmiraal Lodewyk Boysot mogeiyk maakten, den vijf. sterkeren, zwaar verschansten Spanjaard te doen zwichten. En hierby zegt de geschie denis: „De bereidvaardigheid der Zeeuwen, om de Hollanders te helpen, is te opmerkeiyker, daar men in Zeeland zelf scherpe wacht moest houden tegen de vloot, die uit Spanje verwacht werd." In 1576 weerstonden de Zierikzeeërs, tot onberekenbaar voordeel der overige gewesten, negen maanden lang de ontzettende macht van den beproefden Spaanschen veldheer Mondra- gon. Gedurende dat beleg werden door jonk heer Arend van Dorp en den admiraal Willemsz; door Cornells en Renier Cooperdoor Joost van den Eude en Jan Levinus Heere, te midden der ngpendste gevaren, daden verricht, welke een Homerus eischen om naar waarde vereeu wigd te worden. De grondlegger onzer onaf- hankeiykheidPrins Willem van Oranje, op getogen over zooveel kloekheid en volharding, waagde zyn leven om, op de Schelde, voor Zierikzee te stryden. „Haec olim meminisse iuvabit: het zal goed zijn, zich dit eens te herinneren." Want de weldenkende acht het slecht, hen te schaden wier voorouders, grootmoedig en heldhaftig, 's lands vrijheid en roem in de benauwdste Jen deden zegevieren. Dankbaarheid en waardeering behooren tot de kenmerken van een achtbaar karakter. Ia heel Zeeland, dat, luttel jaren geleden, een gerechtshof en drie rechtbanken bezaf, slechts eene rechtbank te laten, tot onnoemelijk nadeel van duizenden, is beneden de waardig heid van het koningryk. Zeeland heeft volkomen juist... tot wapen: den Leeuw, strijdende in de golven, onder den kreet Ik worstel en blijf boven Luctor et Emergo l Eeuwen laDg beeft het die eeretaak vervuld het hoofd geboden aan nood en dood, en zich tot den huidigen dag fier gehandhaafd. Niemand wage het, den ouden Leeuw te tan trappen. Dat is E iels werk. De Neder lander houde het spoor van Willem den Zwij ger den ervaren krggs- en uitstekenden staats man, die, met zgn werkzaamheid, zelfbeheer aching en standvastigheid, den Leeuw achtte en verhief. Cicero verkondigt de waarheid „dat de Staat zoolang in wezen biyft, als de Vorst er door alten wordt geëerdtam diu stare rempublioam quam diu ab omnibus honor principi exhïbereturMen eert den grooten Prins en met hem ook nog heden Oranje cd Vaderland, door met vereende kracht alles in stand te houden, wat hy tot zyn laatste uur verdedigde. Zierikzee is de oudste stad van Zeeland. Het perkament in zijn Gasthuiskerk getuigt: In Hjaar acht honderd negen en veertich mede, Was ge fundeert Ziericzee die stede Bij eenen die Zieringus ghenaamt was Alsoo men in de oude chronyken las. Jacob Cats werd er opgevoed, terwyi het onderwys daar uitmuntte. De wereldberoemde rechtsgeleerde Pieter Peck, hoogleeraar te Leuven en raadsheer in den Hoogen Raad van Meohelen, werd er in 1529 geboren. Toen Erasmus de stad in 1499 bezocht, was hij zoo vol bewondering, dat hg, die in Hol land slechts veertien dagen vertoefde, te Zie rikzee zes weken bleef, en eerst vertrok, toen zijn zwak gestel de zware lucht niet meer verdragen kon. En wie heeft dien grootsten der Rotter dammers, toen hy nog niet ryk was, geholpen met geld en op het kasteel Tournehens gast vrij ontvangen Eene Zeeuwsche edel vrouw Anna van Borselen, Markiezin van Veere De Staat geeft duizenden uit om oudheden in museums te verzamelen. Dit is goed, mits de wysheid die uitgaven matige. Want het zijn doode gedenkstukken, die niet meer kun nen voortbrengen. Beter is het, de levende gedenkteekenen te behouden, welke het aanzien van het rijk en de welvaart der bevolkiug bevorderen. Zierikzee behoort tot de luisterrijkste ge denkteekenen van Nederlands grootheid. Do Staten-Generaal mogen geen breekijzer zetten indienduizenujarigen glorie-bouw. De Zeeuwen moeten behandeld worden, als de afstamme- van een oud en edel geslacht, dat in aanzien blijft, al zijn de bezittingen geslonken. Zoo worden de vaderen, die zich opofferden voor het gemeenebest, nog beloond in hnnne nakomelingen. Dit strekt den lateren Neder lander tot spoorslag om eveneens aan 's lands welzijn offers te brengen. Het is plicht, dc steden en gewesten van het rijk, waar mogelijk, in bloei te doen toenemen. Afbrokkelen is het tegenovergestelde van dat ire-werk. De Zeeuwen vragen geen gunstenzij staan op hun recht. Videant consules ne quid Zelandia detrimenti capiatDe regeering zie toe, dat Zeeland geen schade lyde Amsterdam, 3 Jan. 1899 Mr Joan Bohl. Die Ciceronis Natali. Weekblad van het recht no. 7220.) Zyne werken over zee-recht werden in 1556 te LenveD, in 1603 te 's Gravenhage, in 1666 en 1689 te Antwerpen uitgegeven. De hoogleeraar Arnold Vinnen schreef er een uit muntenden commentair bij, welke in 1647 te Leiden verscheenV. Cl. Petri Peckii in Titt. Dig. et Cod. Ad rem, nauticam pertinentes Corn- mentarii Arn. Vinnii J. C. Dewgl hij 16 Juli 1589 overleed, bewyzen die uitgaven hoe zyne werken op prjjs gesteld zyn. Zgn zoon, insgelijks Pieter geheeten, was ook een uitmuntend rechtsgeleerde en dicht Hij schreef Votum pro studiis humanitatis, werd Ridder, Heer van Bouchoute. Raadsheer van Staat en Kanselier van Brabant. Mr Van Lennep doet hem optreden in de „Pleegzoon" hoofdst. XXV. ZWAK? De Standaard schrijft onder dat opschrift het volgende Dat het huidig kabinet zwak staat, is van meet af door ons opgemerkten vóór"-1901 is hierin geen beterschap te wachtenmaar ieta anders is het, of men den personen der heeren ministers hiervan een verwijt kan maken. „Dit kabinet past niet op de Kamer, en de Kamer past niet op het kiezerscorps. De meer derheid van het kiezerscorps was in 1897 be slist anti liberaal. In Doetinchem, in Bonte- nisse, in Sneek, in Dokkum en Harlingen, om ons tot deze vyf districten te bepalen, werd ten slotte wel een liberaal gekozen, maar door een kiezerscorps, dat in zijn deelen nietliberaal was. Kerkelijk fanatisme, niet politieke over tuiging, gaf den doorslag." De „zwakte" van het tegenwoordige kabinet zullen wij nu maar daar laten. Het heeft in allen geval voor zoo'n zwakkeling al behoorlijk wat gedaan en zal misschien nog wel meer doen dat voor de Standaard licht wat al te sterk zal zgn. Maar die leuke laatste zin van het citaat is goed. De clericale heeren schijnen waarlijk nog te meenen, dat de politieke overtuiging des volks in zake protectionisme en dienst plicht niet in 't spel i9 geweest. Doch neen, dit moet een grapje zijn, waar van deze zyde het verwijt komt van kerkelijk fanatisme 1 Dat dit heele artikeltje maar een grapje is, blijkt trouwens iets verder nog duidelijker. De schuld toch, zoo van de zwakte van het kabinet als van de Kamer, ligt bij de leiders der politieke partgen, die om de antirevolu tionaire en roomscbe Staatspartijen te weren, een hybridische alliantie sloten, of ook zonder alliantie eikaar in de hand werken." De Standaard, de bondgenoot der katho lieken, die van een „hybridische alliantie" spreekt Dat is nu toch wel zeker zoo zal menig een denken la corde dans le maison dupendtt of nog liever een grap van den naderenden carnavalstyd. Hbld Mr S. VAN HOUTEN, de oud-minister, heeft weêr eens zyn gevoelen geopenbaard over de beide richtingen in de liberale party. Hg deed dit Woensdagavond in de kiesvereeniging De Grondwet te 's Graven- hage, waarvan hg voorzitter is, in eene uit voerige rede ter toelichting van de wgzigingen in het reglement dier vereeniging. Deze wg zigingen raken niet een belang, zooals de spreker zeide, maar het algemeen politiek be lang, het algemeen staatkundig regeeringebe- leidzg hebben ten doel een duidelyke grens lijn te trekken tusschen de oud-liberalen en hen, die met het hervormingsprograai der Liberale Unie instemmen. Vooral op twee punten teekent zicb, volgens mr Van Houten, het verschil af tusschen de twee richtingen lo ten opzichte van het vraagstuk der ar bei- derspensioneering, waarvoor op zijn standpunt geenerlei steun uit 'b rijks kas mag worden gegeven, en 2o ten opzichte van de beatryding van het stelsel van bescherming, niet alleen op het gebied der handelspolitiek, maar ook op maatscbappelyb gebied in dien zin dat evenmin voor het recht van den sterkere ais voor dat van den zwakkere mag worden op gekomen, noch voor den rechter, noch voor den wetgever. Het standpunt van mr Van Houten wordt 'tbest gekenschetst in deze, volgens het ver slag in het Hbld. door hem gesproken woorden; „De liberale party was steeds tegen elke klasse-bevoorrechting. In 1848 hebben wijde voorrechten van den adel afgeschaft; later

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1