MIDDELRURGSCHE COURANT.
Dinsdag
3 Januari.
FEUILLETON.
UBALDO ZIAHI.
N°. 2,
142° Jaargang,
1899.
V
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 2 Jan. 8 u. vm. 37 gr. 12 u. 42 gr.,
av. 4 u. 40 gr. F. Yerw. Z. W. w., mat. t. kracht.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten eil
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën by abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten!
Te Zierikzee: A. C. db Mooij; te Tholen: W. A)
vak Nieüwbnhuijzen; te Terneuzen; M. de Jokse.
Middelburg 2 Januari.
BEMOEMINUEJ* ENZ.
By kon. besluit
zijn F. H. baron Mulert, burgemeester van
Dalfsen, en W. A. te Wechel, geneeskundige
te Hellendoorn, benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau
is aan mr J. C. de Koning, op verzoek, eer
vol ontslag verleend uit zijn betrekking van
waarnemend Rijksadvocaat in Noord-Holland
en Utrecht, onder dankbetuiging;
zijn benoemdtot inspecteur der directe be
lastingen, invoerrechten en accijnzen te Delft
jhr S. Trip, insp. derzelfde middelen te Hel
der en tot adj.-inspecteur te Arnhem F. P.
Wethmar.adj.-insp. dier middelen te Amsterdam;
is mr M. I. Duparc, te 's Hage, benoemd tot
adjunct-commies bij bet depart, van binnenl.
zaken
is de heer M. van Willigen, arts, met 16 Jan.
benoemd tot off. van gez. 2e kl. bij de zee
macht
zijn de luits ter zee 2e kl. F. C. Schaalje
en P. A. Bik, uit Oost-Indië in Nederland
teruggekeerd, op non-activiteit gesteld.
Bij beschikking van den minister van bin
nenl. zaken is, op verzoek, eervol ontslag ver
leend aan L. J. Hooisma als opzichter bij
's Rijks musenm te Amsterdam.
het 7de regiment infanterie kunnen
voorloopig geen vrijwilligers voor het reserve
kader worden aangenomen.
Nachtarbeid In militaire bakkerijen.
Door den minister van oorlog zijn ten aan
zien van den arbeid in de militaire bakkerijen,
voor zoover daartegen vooralsnog in een of
meer van die inrichtingen geen bezwaren van
tecbnischen aard bestaan, de volgende maat
regelen ingevoerd:
o. De dienst in de militaire bakkerijen
mag niet aanvangen vóór 4 uur des morgens.
b. De normale arbeidsdag wordt vastge
steld op 10 uren.
o. Voor verricht overwerk wordt aan het
vaste personeel op daggeld een vergoeding per
uur toegekend, berekend naar */10 gedeelte van
het bedrag van het gewone daggeld, waarbij
gedeelten van uren, grooter dan uur, voor
volle uren worden gerekend.
d. Tot het verrichten van den arbeid mogen
geen militairen gebezigd worden.
e. Op de dagen, waarop zulks, in verband
met het hiervoren a, b en d bepaalde, noodig
wordt geacht, mogen handlangers (noodhulpen)
worden in dienst genomen.
De machtiging tot het in dienst nemen van
bedoeld hulppersoneel wordt door den hoofd
intendant verleend.
De zolderknechts vormen een afzonderlijke
categorie van werklieden.
Rotterdamsch blad onder handen te hebben
genomeD.
Wij sloegen onze couranten van December
1897 en Januari 1898 nog eens na en vonden
daarin niets in dien geest.
Maar stel al dat wij dit deden, dan zou er
alleen kunnen gezegd worden, dat wij thans
op den nu bewandelden weg gedrongen zijn,
omdat, zooals meermalen tegenwoordig op
journalistiek gebied, menige redactie gestuurd
wordt in eene richting, die zij niet toejuicht,
maar toch volgen moet, wil zij eigen werk
niet zonder waarde of vruchteloos doen zijn.
Voor het overige zijn wij het volkomen eens
met onzen Goeschen collega, dat bet beter ware
wanneer alle bladen met deze min of meer
pieuse zaak wachtten tot het jaar werkelijk
om is.
En wat nu onzen bediller betreft, wij heb
ben al lang er van afgezien aan diens opmer
kingen aandacht te schenken. Hij schijnt, alsot
wij midden in een verkiezingscampagne zijn, te
lijden aan een zekere nachtmerrie, waarbij de
Middelburgsche Courant hem steeds door het
hoofd spookt.
Mocht hij een oogenblik uit dien droom
ontwaken, dat hij dan eens aandachtig leze
Mattheus VII vers 5.
Als een bewijs hoe vlug de postgemeen-
schap met Indië is, kan dienen, dat een stad-
gjenoot op 1 Januari per eerste bestelling een
nieuwjaarskaart uit Indië kreeg, welke den 7en
December was verzonden en in den laten avond
van Zaterdag hier was aangekomen. De kaart
had de reis dus in 24 dagen volbracht!
UIT STAD EN PROVINCIE.
Nu de Ooesche Crt eene opmerking over
het vroegtijdig openbaar maken door ons vaD
de z. g, „doodenlijst" over 1898 verder ver
spreidt, willen wij even meedeelen, dat wij ons
niet herinneren daarover het vorig jaar eeD
Uit Vlissingen.
Men schrijft ons van daar:
Onder de weinige kaartjes die men my bij
gelegenheid van den Nieuwjaarsdag toezond
iets wat pleit voor 't gezond verstand van
myn vrienden en kennissen was er maar
een, dat den naam van den wenscher met
toevoeging van „en echtgenoot®" bevatte.
Dat is, meende de dienstbode, die een
prachtig gedrukt, kleurig kaartje er op na
houdt, er nog een uit de oude doos. Gunst,
de fatsoenlijke menschen bedienen zich al lang
van een stukje karton met de „heer en
mevrouw" er op, of anders de namen apart
Hoe ond!
Ja wel, we gaan vooruitDaartoe werken
ook meê, de schoenmakers, bierslijters, bakkers
enz., die, door aanbieding van een kalender,
hun klanten trachten te believen. Vroeger,
een goede dertig jaar geledeD, trachtte alleen
de vuilnisman van zijn bestaan te doen blijken
door huis aan huis een stuk papier met een
akelig verge er op te bezorgen. Vooruit
gaan we, soms hard zelf.
Een jaar geleden hadden we voor publieke
vermakelijkheden, concerten, enz. de beschik
king over een, amper aan min gestelde eischen
voldoend lokaal. Nu hebben we twee gelegen
heden, die ja, niet beter kunnen zijnen
waarin wij nu dikwijls voorstellingen hebben
Als dat maar stand houdtvraagt menigeen
zich af.
Natnuriyk heeft eene dergelijke wedijver
ook zijne goede zyden voor het publiek.
Zoo ook zou op ander gebied navolging niet
zoo kwaad zijn.
Of zou 't geen aanbeveling verdienen als
sommige heeren van sommige gemeenteraden
Novelleuit het Fransch,
VAK
CHARLES TOLLET.
In het jaar 1523 woonde er te Venetië een
zeer ryk en voornaam heer, Ubaldo Ziani
genaamd. Jong en knap, prachtlievend, ge
nietende van alle wereldsche vermaken, meer
dan iemand anders gesteld op weelde en genot,
gaf Ubaldo zich over aan zulke groote ver
kwistingen, dat alle rijkdommen ter wereld,
behalve de zijnen, er door uitgeput zouden
geraakt zyn.
De Doge en de Raad van Tien, gewaar
schuwd door hunne spionnen en sbirren dat
Ubaldo er evenmin aan dacht om samen
spannen tegen het patriciaat, als om zich
te laten met de plannen van den Keizer, d
Paus of den Koning van Frankrijk, lachten
over zijne dwaasheden, grillen en buitenspo
righeden en lieten hem alle mogelijke vrijheid
om zyne ducaten te verspillen voor den glans,
ten bate van hnnne heerlijke stad, die beroemd
was om hare vroolijke en schitterende feesten,
Ubaldo kende dus geen andere zorgen dan
die om zich te vermaken en zijne begeerten
Je prikkelen, ten einde die terstond te bevre-
eens een lesje namen bij onze vroede mannen.
Of 't komt door de heerlijke zeelucht; door
't aanschouwen van De Ruyter's standbeeld
of door de innige overtuiging, dat veel gerede
neer in een raadzaal wel gemist kan worden;
wie zal 't zeggen?
Bewonderens- en aanbevelenswaardig toch
is de spoed, waarmee nu de vorige week de
voor 't algemeen zoo gewichtige beslissing
genomen werd, tóen de reorganisatie van een
paar scholen aan de orde kwam. 't Zaakje
scheen dan ook goed voorbereid te zijnen
de vroede mannen steunden op het advies
van de deskundigen.
Ik ken wel een gemeente waar men verba
zend veel meer redeneert en niet op zulk een
wijze spy kers met koppen slaat!
Bij eene Zaterdag middag door den majoor
commandant, den heer Job. van Raalte, in
die gemeente voor de dienstdoende schutterij
gehouden inspectie, werd het eereteeken voor
eervollen, langdurlgen, werkelijken dienst uit
gereikt aan den kapitein W. G. Beker en de
le-luitenants J. M. Hessing Jr. en C. N. de
Vey Mestdagh.
Aldaar zijn door de politie aangehouden
een zestienjarig meisje, dat in haar dienst
kleeren enz. bad weggenomen, en twee jongens
die nit een winkel twee paar schoenen had
den ontvreemd.
Een stoker van de mailboot Engeland
viel heden aldaar van de loopplank te
water, waarbij hy kneuzingen aan 't hoofd
bekwam, die door een ontboden dokter ver
bonden werden. 'tMoet veel tot zijn ontnuch
tering hebben bijgedragen.
Dezer dagen logeerde te Goes een onge
veer vyftigjarige juffrouw, voorgevende J. Hel-
mer te heeten, van Amsterdam afkomstig te
zijn en in dameahandwerken te doen. Opeen
goeden morgen was zij echter zonder betaling
verdwenen. De politie deed nog pogingen om
baar op te sporen, maar te vergeefs. Zy heeft
waarschijnlijk ook nog getracht een manufac
turer op te lichten. Zy was deftig in 't zwart
gekleed met fraaien mantel. Bij den Logement
houder gaf zy voor ook in Middelburg ver
toefd te hebben.
De af deeling Werkverschaffing van den
Christelyken Volksbond te Goes ontving van
de KoniDgin f 50.
Te Hansweert zijn in 1898 gepasseerd
22145 schepen, waarvan 11612 bestemd naar
Dnitschland en Nederland en 10533 naar België.
TeWissekerke werd Zaterdag j. 1.
een alleenwonende vrouw vermist. Zoudae
ochtend werd haar lijk gevonden in een sloot
op ongeveer 100 passen van haar woning af.
Omtrent de oorzaak van het ongeluk is Diets
met zekerheid bekend.
In dezelfde gemeente ontving Zaterdagavond
een jeugdig landbouwer van een achteruit
slaand paard zulk een hevigen trap tegen de
onderkaak, dat hy bewusteloos uit den stal
werd gedragen en onverwyid geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen. Hoewel den
zelfden avond nog tot bewustzyn gekomen, was
zijn toestand Zondag nog zorgwekkend.
Naar men ons nit Z u i d d o r p e meldt,
heeft men het spoor van de koe, gestolen bij
den landbouwer Th. B. aldaar, kunnen volgen
tot Lokeren, alwaar het der Belgische politie
gelukt is een der dieven in handen te krijgeD,
die reeds zijne makkers genoemd moet hebben
n. Het begon hem zoo moeilijk te vallen
nog naar iets te verlangen, dat hij zeker diep
te beklagen zon geweest zyn, indien hy geen
buitengewone voorliefde had gehad, om ge
prezen te worden. Men begrijpt dat de dames
het daaraan niet lieten ontbreken by zulk
een groot heer; doch heel spoedig raakte
Ubaldo, ondanks de vindingrykheid der
schoone Venetiaanschen, zelfs verzadigd van
de loftuitingen, en verklaarde gekscherend
dat een onverwacht en nieuw compliment
van de meest verwelkte lippen hem alleraan
genaamst zou wezen.
Het paleis Ziani weerkaatste zijne rose
witte gevels van marmër uit Istria, zyne
sierlijke booggangen, zyne doorzichtig bewerkte
balkons in het Groote Kanaal. Door de
groote vensters, die openstonden om den
welriehenden zeewind binnen te laten, zag men
ryk geschilderde zolderingen, prachtig met
goud geborduurde draperieën, mosaïken, rood
zijden en satynen gordijnen en honderden
andere schatten. Herhaaldeiyk landden 's avonds
geheele vloten van sierlyke gondels aan de
aanlegplaats en zetten er gemaskerde dames,
gecostumeerde edellieden af, en dan was het
muziek maken, dansen, comedie spelen, intri
geeren, kaart spelen, minnekoozen tot het aan
breken van den dag. Somtijds ook begaf de
heer Ubaldo zich naar het paleis van den
Doge of naar eenig ander schitterend feest,
doch altijd onder oen koninklijk geleide van
Te Oostburg is Vrydag de laatste oud
strijder, gerechtigd tot het dragen van het me
talen krnis, de heer S. Cuveljé overleden in
hoogen ouderdom van 92 jaren.
schildknapen, pages en bedienden, die in last
hadden om op de pleinen en kaden de bede
laars te verwijderen, die steeds getrokken
werden door den roep van rykdom en mild
dadigheid, welke van den heer Ubaldo uitging.
Door de voorzorgsmaatregelen, die deze
goed bezoldigde dienaren namen, had de erf
genaam der Ziani's nooit last van de armen en
wist niets van hun lot af.
Op zekeren avond had by beloofd een
zoek te brengen aan Monna Maglia, die destyds
zyne uitverkorene was, en uit verveling kwam
hy op den inval om alleen uit te gaan, zonder
eide, en niet in een gondel, maar te voet,
wel door een achterdeur, die anders alleen
door de bedienden gebruikt werd. Peinzend
bereikte hy Ia Zecca door een smal afgelegen
Zyn bekende persooniykheid bracht de geheele
arme bevolking, op de Piazzetta in opschud
ding; en ofschoon hy geheel alleen was, biel
den de stakkerts zich op een eerbiedigen af
stand, bewonderden in stilte zyn, met goud en
paarlen geborduurd gewaad, zyn bandelier, met
edelsteenen bezet, en groetten hem onderdanig.
Ubaldo werd aan zyne mymerijen onttrokken
door het eenigszins stoutmoediger gebaar eener
oude bedelaarstermaar de anderen trokken
haar bij hare lompen terug en fluisterden haar
toe„Wend n niet tot hemUbaldo Ziani is
een veel te hooghartig heer om zich met onze
geringe behoeften in te laten".
FORMALDEHYDE.
In ons verslag van de jongste vergadering
van den geneeskundige raad in Zeeland maak
ten wij melding van de mededeelingen van den
heer J. J. Berdenis van Berlekom over formal
dehyde als ontsmettingsmiddel.
Als leeken meenden wij beter te doen te
zwijgen over deze alleen voor desknndigen
gestelde voordracht.
Nu wy in een der bladen iets vinden over
een bespreking van hetzelfde onderwerp in
den geneeskundigen raad van Friesland en
Groningen, ontleenen wij daaraan het volgende
Omtrent deze kwestie bestaat nog verschil
van meening. Gas- of dampvormige ontsmet
tingsmiddelen als zwavelzuur enz. zyn reeds
lang, Binds eeuwen, aan de orde geweest. In
de laatste jaren heeft formaldehyde in gas
vorm eenigen opgang gemaakt. Tal van metho
den zyn aangegeven ter aanwending van deze
stof als ontsmettingsmiddel. Volgens een rap
port, het vorig jaar door spreker uitgebracht,
is het resultaat van de toepassing van formal
dehyde niet betrouwbaar, in concrete gevallen
slechts gunstig. Andere rapporten stemmen
hiermee overeen. Na het uitbrengen van ge-
nd rapport zyn nog eenige nieuwe metho-
gepubliceerd, die ook nog slechts een opper
vlakkige ontsmetting geven en groote prac-
tische moeilijkheden opleveren, evenals de
vroegere. De conclusie, waartoe de voorzitter
kwam, was, dat de methode FlUgge nog de
beste is, doch dat zy nog gecontroleerd moet
worden, dat zij Blechts van beperkt nut is, dat
voor landelijke gemeenten ook deze methode
nog veel practische bezwaren heeft en dat
ook hierby het noodig is, dat de desinfecteurs
eerst practisch opgeleid worden voor bun taak.
.Uit de thans door den heer Van Berlekom
idane mededeelingen bleek intusschen, dat
latere pogingen betere resultaten hebben op
geleverd.
Volgens de onderzoekingen toch van prof.
Flügge te Breslau, medegedeeld in het Zeitschrift
für Hygiëne und Infektionskrankheiten, is, als
üj de verdamping van formaldehyde tevens
overvloed van waterdamp wordt aangewend,
het ontsmettend vermogen veel grooter. Ook
prof. Spronck te Utrecht, die de methode van
Trillat (verdamping van formaldehyde in een
autoclave) controleerde, laat zich zeer gunstig
over het bacteriën doodend vermogen uit.
remmend en niet voortstuwend werkt, ja zelfs
afbrekend en niet opbouwend en dat iedere
openbaring van zelfstandigheid dezen een
gruwel is.
Emile Zola werkt in zyn afzondering aan
een roman, die over eenige maanden zal ver-
schynen. Middelerwyi verscheen in de IAbrai-
rit Fasquelle een novelle van den auteurLa
fite li Coqueville, geïllustreerd door Andró
Devambez.
LETTEREN EN KUNST.
De heer dr J. D, E. Schmeltz, directeur
van 's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden,
zegt, in een uitvoerig stuk in de N. E. Crt.,
;ijn meening over de polemiek tusschen den
minister Van Honten en dr Hofstede de Groot
inzake diens ontslag.
De heer Schmeltz schaart zich beslist aan de
ide der regeering en van den heer Victor de
Stuers. Hy protesteert, op grond van eigen
ervaring, ten sterkste tegen de bewering van
den heer De Groot dat de heer De Stuers
Ubaldo Ziani hoorde die woorden onve r
schillig aan, maar de wanhopige uitdrukking
dier arme vrouw, die stomme smart in hare
blauwe oogen, die smeekende blik troffen hem.
Na een laatste aarzeling rnkte zy zich los
en trad op Ubaldo toe.
Het was inderdaad eer at een onaangename
gewaarwording voor hem, toen hy zag dat die
magere, gerimpelde hand hem aanraakte, ver
volgens werd hy verlegen, want daar hij in
geheel Venetië bekend was en overal een
onbegrensd crediet genoot, gaf hy zich nooit
de moeite om zelf iets te betalen noch om
het kleinste geldstuk in zyn gordel te dragen.
Hy had dns wat men noemt geen cent op zak.
Maar de oogen van die vrouw smeekten zóo
dringend dat hy zonder eenig besef van het
geen er in hem omging, eensklaps denprach-
tigen gesp van zyn bandelier afrnkte en dien
in de hand der bedelaarster legde. Verbluft
verschoot zy van kleur en vroeg, daar zij aan
zulk eene vrijgevigheid niet kon gelooven
„Vergist gy n niet edele heer Ia het
geen verstrooidheid of spotterny? Geeft
my aldus, zonder eenig blijk van leedwezen,
dit schitterende kleinood
Over deze vraag verbaasde Ubaldo zich nog
meer en antwoordde op luchthartigen toon:
„Heusch, die gesp is voor u; ik geef hem u
van ganscher harte."
Toen vestigde de vrouw hare donkere blauwe
oogen op hem, zag hem lang aan en sprak na
KERKNIEUWS.
WckeVyksche opgaaf betreffende de
Ned. Óerv. kerk.
Beroepen naarLeksmond T. Lekkerkerker
te Hagestein; Dassen E. Klaassen Dz., cand.;
Hoorn H. W. ter Haar te Franeker; Heer
Hugowaard (toez.) H. G. Brink Rz., cand.;
Moerkapelle G. A. van den Akker, cand.;
Kantens B. Gnst te Losdorp; Opwierda(toez.)
A. M. van der Most van Spyk, cand.; Gar-
relsweer (toez.), Ommelanderwyk en Zuid wen
ding J. Thyssen, cand.; Waal en Koog op
Texel J. M. Lammers, cand.; Moeidyk J. A.
van Boven te Oud-BeierlandVisvliet c. a.
(toez.) J. E. de Vries, cand.; Groot-Ammers W.
Zijlstra te Waddingsveen c. a.; Jutfaas C.
Lingbeek te Kubaard; Nieuwland G. J. R.
Langen, cand.; Urk K. Janzen te VeesenLut-
jegast (Gron.) G. Meijer te BorgerAbbekerk
(N.-H.) W. H. Roobol te Oostvoorne; en
naar Wijngaarden en Ruilbroek H. J. van
Rooyen, cand.
ingenomen naar: Havelte door J. Wilod
Versprille te OldeholtpadeHaaksbergen door
G. Hille Ris Lambers te Veenbaizenen naar
Heemse (toez.) door J. C. F. van Herwerden,
cand.
Bedankt voor Borssele door J. Goeverneur,
cand.; Oudelande door J. M. Lammers, cand.;
Hoek door A. F. C. Pont te Nisse; Otto-
land door D. Niessen te DrnnenBerlikum
c. a. (N.-Br.) door A. A. Schouten te Wamel
Oude- en Nieuwe Wetering en Poederooien c.
a. door H. C. Briët, cand.; Vlieland door P.
H. Kapteyn te OterleekOosterwijtwerd (toez.)
door J. Thijssen, cand.; Huisduinen door A.
Gelderman te Bunschoten Cater door J. C. E.
van Herwerden, cand.; Mynsheerenland door C.
Verhage te Zuilen (Utr.) en voor Mid woud
door H. Klimp, cand.
Evangelisch Luthersche kerk.
Beroepen naar Maastricht H. J. Loman te
Bergen op Zoom.
Oereform. kerken.
Beroepen naarRotterdam J. Visser te Ier-
sekeAalten A. A. P. Lanting te Gameren
en naar Zuidland C. Oranje te Berkel enRoo-
denrys.
Aangenomen naar Tienhoven door J. Langen
te Oldebroek.
Bedankt voor Grootegast door T. Rispens
te Oenkerk.
LANDBOUW.
Blijkens het jaarboekje van den Nede
landschen Boerenbond bedraagt het aantal leden
thans 20.250, met uitzondering van Groningen
verdeeld over alle provinciën terwijl Noord-
Brabant en Limburg zyn aangesloten onder den
specialen naam van Christelyken Boerenbond
Het aantal afdeelingen in Noord-Brabant is 81,
in Limburg 78, in Gelderland 43, in Noord-
een oogenblik van stilte, met hare beverige, oüdd
stem, die door BBikken geschokt werd, en toch
oneindig liefeiyk klonk
„Signor Ziani, gy zyt goed 1"
Zy legde znlk een klank van dankbaarheid
en vertrouwen in die woorden, dat Ubaldo,
wien men dit nog nooit gezegd had, een rilling
over geheel zyn lichaam kreeg en zich als het
ware door een liefelyke aandoening gestreeld,
gewiegd, omhuld voelde.
Toen hy die zonderlinge gewaarwording af-
schndde, had de bedelaarster zich bescheiden
verwyderd en was in het gewoel verdwenen.
Hy vervolgde peinzend zyn weg.
II.
Monna Maglia bewees haren vriend de ge
wone vriendeiykheden, en na een poosje be
gaven zy zich arm in arm op het terras, dat
uitzag op den tain en de zee. Magli zette
zich op Turksche kussens aan de voeten van
Ubaldo neer, sloeg bare armen om zyne knieën
en zag verliefd naar hem op, terwyi haar
goudblonde haren, aan het netje ontgleden,
over hare schouders vielen.
Ubaldo tuurde heel ver in de zee, of aan
de lucht naar iets, dat Maglia niet kon
onderscheiden en liet werktuigeiyk zyn hand
rusten op haar zydeachtig baar, totdat zy,
om zyn aandacht te trekken, zyn arm vast
hield en met zyne vingers ging spelen*