MIDDELBURGSCHE COURANT.
N\ 295.
14? Jaargang,
1898.
Donderdag
15 December.
ra.
Musicalia.
iïrifTTTfr^iraBMi
Deie courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering tan Zon- en Feerfdagen,
Prijs, per kwartaal, xoowel Toor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franc* p.p., f
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 14 Dec. 8 u. vm. 44 gr. 12 n 47 gr.,
IV. i o. 46 gr. F. Verw, W, wiad.
AdvertentiSn voor bet eerstvolgeni
nummer moeten des middags vóóf één nu?
aan het bureau bezorgd zJJs,
AdvertentiSn: 20 cent per regel, Geboorte- dood- en alle andere famllleberieliteit efl
Dankbetuigingen Tan 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames éO cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn btj abonuemeut op voordeellge
Voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 14 December.
Een oud-griffier en een lid van
Gedeputeerde Staten van Zee-
land tegenover elkaar.
(Slot.)
Nadat de heer Lucasse gesproken had, gaf
de voorzitter een wenk om zich bij de ver
dere bespreking dezer kwestie te beperken
er waren nog 49 sprekers voor hoofdstuk V
ingeschreven.
Na een schorsing van een half uur werd
de vergadering voortgezet en was de heer
Goeman Borgesius, minister van binnen-
landsche zaken, aan bet woord.
Mijnheer de voorzitter, zeide hi). Met be
langstelling heb ik gevolgd de uitvoerige
beschouwingen van den heer Fokker. Maar ik
begin met te verklaren, dat ik niet geschokt
ben in mijne overtuiging dat de werken, die
thans worden aangevraagd, noodig zijn voor
den provincialen dienst. Veel van hetgeen
die geachte spreker aanvoerde betrof niet de
posten, die hij uit deze begrooting bij amen
dement wil schrappen. De geachte spreker
beweerde, dat er reeds zooveel geld voor de
Abdij noodeloos is uitgegeven.
Ook indien dit juist ware, indien de volks
vertegenwoordiging ten onrechte de voorstellen
van vorige regeeringen had goedgekeurd, dan
zou men daar niet nit kunnen distilleeren een
verwyt tegen dezen minister, dan zou men
daaruit niet kunnen concludeer en dat de
werken, die hij thans voorstelt, niet noodig,
niet onmisbaar zijn.
Intnsschen heeft die geachte spreker er bij
gevoegd de raming voor de Statenzaal c. a.
is weef erg tegengevallen, want die bouw zal
weder veel meer kosten dan oorspronkelijk
geraamd was.
Dit moet ik tegenspreken. Er is aan de
Kamer gezegdhet tal ongeveer f 60.000 kosten.
Toen werd het vorige jaar bij de schriftelijke
gedachtenwisseling twijfel uitgesproken, of men
wel met die som zou rondkomen. De minister
heeft daarop voorzichtig geantwoord: ik heb
geen reden om te vermoeden dat f 60.000 on
voldoende zal zijn, maar waar het geldt de
restauratie van zulke oude gebouwen, moet
men met verzekeringen voorzichtig zijn en ik
zal my dus niet te partinent uitlaten. Nu zijn
wij weder een jaar verder en er wordt thans
voor den bouw van de Statenzaal, waarvoor
ongeveer f 60.000 is uitgegeven, geen geld
meer uitgetrokken. De bewering dat weer veel
meer geld noodig is dan oorspronkelijk werd
geraamd, is dus minder juist. Wel ia thans
geld uitgetrokken voor de inwendige inrich
ting, maar die was onder de geraamde bouw
kosten niet begrepen.
IntU8schen vindt de geachte spreker f27.465
voor de inwendige inrichting en f 16.000, die
misschien voor de meubileering noodig zal zijn,
te veel.
Ik wil hem gaarne de verzekering geven, dat
die cijfers door mij als een maximum beschouwd
worden, dat ik mijn best zal doen om beneden
die cijfers te blijven, maar dat de geachte
Verdi's Requiem.
Onder de z.g. kerkelijke composities zijn er
weinige, die voor uitvoerder en toehoorder
zoo dankbaar zijn als Verdi's Requiem.
Het is en blijft een merkwaardige schepping.
Een Bchepping die, hoe modern ook behandeld
en hoe ook op menige plaats den operacompo
nist verradende, toch een machtigen indruk
eene ernstige stemming teweeg brengt.
Welk een kleurrijk, pathetisch beeld; welk
een heerlijk, aangrijpend, ethérisch toondicht
danken wij hiermede aan Verdi'a geniet Een
bezingen van den dood, zooals dat alleen door
een bewoner van het zonnige Zuiden kan ge-
schiedenl
Verdi's werk stelt aan soliBten, koren en
orkest zeer hooge eischen.
Ferdinand Hiller, die in 1877 dit Requiem.
voor het eerst te Keulen deed uitvoeren, zegt
daarvan 0. a.
„Aber eb&n so wenig bleibt man dariiber h
Unklaren, dass der Italianische Meister vor
Allem seinen Singstimmen das in den Mund
legt, toas er au sagen hat und zu sagen weiss.
8ie singenes sind tonende Seelen keine
Zmttergestalten zwischen musicalisch und unmu
sicalisch Redendendie sich in Acht zu nehmen
haben, nicht einen Horn Oder Bratsche ins Oe-
fieye zu Temmen- Mit der ganzen Herrlichkeit,
afgevaardigde er vast op kan rekenen, dat
niet meer zal worden uitgegeven.
Dat alles eenter staat niet in verband met
de posten, die de heer Fokker bij amenöen
wil schrappen. Al was het door den geachten
spreker medegedeelde juist, zoo volgt daaruit
volstrekt niet dat zijn amendement gerecht
vaardigd is. Intusschen wil ik, na zelf de
gebouwen in oogenschouw genomen te hebben,
aan de Kamer toch eenige gerustelling geven.
Ik heb de stellige overtuiging verkregen, dat
ook het vroegere geld afgescheiden van
dezen post, waarover ik het later zal hebben
werkelijk goed besteed is, dat daardoor
Abdijgebouwen, waarop Nederland terecht
trotsch mag zijn, voor totalen ondergang zijn
bewaard en de restauratie aan den provincialen
dienst is ten goede gekomen.
En als men bet doet voorkomen alsof de
restauratie eigenlijk begonnen is uit lust tot
restaureeren, wijs ik er op, dat men uit be
paalden nooddwang daartoe is overgegaan,
omdat het zeker was dat enkele muren zou
den instorten, indien geen ingrijpende maat
regelen genomen werden. Oorspronkelijk wa
ren die Abdijgebouwen hecht en sterk, maar
sinds eeuwen heeft men op ergerlijke wijze
daaraan geknoeid. Men heeft muren, die 85
centimeter dik waren, uitgehold, daarin schoor
steen, privaten en kasten gemaakt van zooda
eigen aard, dat die muren per slot van rekening
niet dikker waren dan een bal ven steen. Veertien
3n nadat in 1894 onze Koninginnen aan Mid
delburg een bezoek hadden gebracht en ook in
Statenzaal waren geweest, vertoonde zich
eenklaps een scheur in dien muur, die in één
nacht zoodanige afmetingen had aangenomen
dat, indien men niet terstond met alle kracht
was gaan stutten en steunen, dat deel van het
gebouw zonder eenigen twijfel ingestort zou
De Koninginnen zijn dus inderdaad
aan een groot gevaar bloot gesteld geweest.
Dergelijken toestand mocht men niet laten
voortbestaan, men is dus door nooddwang tot
de restauratie overgegaan.
Nu het amendement. De regeering stelt voor
eene betere plaats voor berging van het archief,
en aanbouw van nieuwe bureau-lokalen. Te
zamen zullen die werken bedragen circa f 37.000.
De beer Fokker heeft er reeds op gewezen, dat
de oorspronkelijke raming niet bedroeg 37.000
maar f 52.000. Hij vroeghoe is dit te ver
klaren
Mijnheer de voorzitterDat is aldus te ver
klaren oorspronkelijk was de raming f 52.000,
maar toen heeft de minister bevolen, dat alles
wat naar weelde schemerde, vermeden moest
wordendat in de behoeften van den provin
cialen dienst moest worden voorzien, maar de
gebouwen niet meer mochten kosten dan vol
strekt noodzakelijk was. En zooals het ge
woonlijk gaat, als de puntjes maar op de i's
gezet worden, dan blijkt het nog wel wat
goedkooper te kunnen en zoo is men gekomen
tot eene raming van f 37.000. Als de heer
Fokker nu echter de vrees te kennen geeft,
dat men straks wel zal hooren, dat het toch
weer meer zal kosten, dan verklaar ik dat bij
in dat opzicht gerust kan wezen, ik beschouw
ook deze f 37.000 als een maximum en hoop
zölfs al kan ik daaromtrent geene zekerheid
geven dat de te besteden som nog beneden
f 37.000 zal blijven.
Zal die som goed besteed zijn? Die vraag
die der gSttlichen Menschenstimme innewohnt
treten sie auf. Freilicb verlangt Verdi
Sanger, und zwar in dervollsten
Bedentnng keine Stimmen obne
Scbule keine Virtuoseu obne
timme keine Declamatoren
ohne Beides."
Met opzet schreef ik hierboven over zooge
naamd kerkelijke composities, daar Verdi's
Requiem niet valt te rangschikken onder
geen men gewoonlijk van een zoodanig in den
kerkstijl geschreven werk verwacht.
Men beschouwe het echter in het juiste licht,
nl. sIb een verheven toondicht, geschrc
voor een herinneringsfeest aan den grooten
dichter Allessandro Manzoni.
Na het reeds door mij over dit Requiem ge-
schrevene, meen ik, om niet in herhalingen te
treden, alsnu met een kort overzicht van de
uitvoering zelve te bunnen volstaan.
En dan kan ik tot mijn genoegen al dadelijk
constateeren, dat Oefening en Uitspanning met
de auditie van dit werk een groot en onhe
twistbaar succes heeft behaald, en dat de
avond van 13 December 1898 met gulden let
teren in de annalén dier vereen iging kan
worden opgeteekend.
Alles werkte dan ook mede tot het verkrij
igen van zulk een heerlijk resultaat. Met de
keuze der solisten was men ditmaal zeer ge-
I lokkigde koren bleken, zooals gewoonlijk,
Agenten1.
Te AmsterdamA. he La Mar Azn. te Rotter
dam: Nijoh van Diïmab.
beantwoord ik bevestigend. Men zal daarvoor
in de eerste plaats een ruim archieflokaal krij
gen. Is dat noodig? Neen, zegt de geachte
spreker, want tegenwoordig zwerven de ar
chieven wel door de verschillende doelen van
het gebouwzij worden opgeborgen in kelders,
gangen en zolders, maar er is wel eene betere
plaats voor te vinden, en wat er dan nog over
is en geen waarde bezit, moet dan maar worden
opgeruimd.
Ik geloof dat ik, kortheidshalve, niet beter
kan doen dan voor te lezen wat Gedepnteerde
staten van Zeeland, die toch van nabij met
den toestand bekend zijn, zelf dienaangaande
aan dezen miniater hebben medegedeeld
Zij schrijven:
„Inderdaad is de toestand in de memorie
van antwoord niet overdreven voorgesteld. De
ambtenaren, meer in het bijzonder met de zorg
voor de plaatsing der archiefstukben belast,
hebben reeds langen tijd geklaagd over de zeer
ondoelmatige plaatsing en de onvoldoende
ruimte in de lokalen boven de Statenzaal,
vroeger daarvoor aangewezen en thans weder
daarvóór bestemd.
Inderdaad is van de ambtenaren, inzonder
heid van de meer bejaarde, niette vergen,dat
voor de raadpleging van stokken, zich van
ladders van ongeveer 5 M. leBgte moeten be
dienen en zich daarop moeten bewegen.
„Bovendien noodzaakte de onvoldoende
ruimte er sedert eenige jaren toe, om de stuk
ken te bergen onder afdakjes, op vlieringen
1 andere daarvoor ongeschikte plaatsen.
Nog dezer dagen bleek, dat verscheidene
bundels archiefstukken tengevolge van vocht
geheel uit den band hingen en dat de buiten
ste papieren reeds dermate aangetast waren,
dat op enkele plaatsen het schrift reeds voor
1 deel verdwenen was.
,De toestand mag dan ook gerost onhoudbaar
genoemd worden."
Is een minister, die van Gedeputeerde Staten
een dergelijk schrijven tot voorziening ont
vangt, niet verantwoord, als hij maatregelen
neemt? Intusschen, toen ik bemerkte dat er
in deze Kamer nog groot verschil van ge
voelen bestond, over de vraag of meerdere
archiefruimte wel noodzakelijk was, ben ik naar
Middelburg gegaan om mij persoonlijk van den
toestand te overtuigen, niet met het voorop
gestelde doel om mijn voorstel dan beter te
kunnen verdedigen, maar met het vaste voor
nemen om, als het mij bleek dat de aanvrage
niet ten volle gerechtvaardigd was, zonder
aarzelen den post voorloopig terug te nemen.
Mijn indruk, nadat ik alles bad bezichtigd
was echterhoe kan iemand, die met den
toestand bekend is, in ernst beweren dat geene
voorziening noodig is Bij het doorloopen van
die gangen en kelders met vuile en geschon
den stukken, kwam een oogenblik de ondeu-
le gedachte bij mij op, of ik ook een weinig
werd beetgenomen en of men een en ander
er op ingericht had om mij de verbouwing
smakelijk te maken. Maar daarvan was na
tuurlijk geen Bprake. En ais de heer Fokker
nu zegtNu ja, de toestand is niet beat, maar
ik kan u wel andere lokalen aanwijzen, waar
die archieven veel beter hadden kunnen wor-
opgeborgen, dan antwoord ik hem, dat
toch zeker niet is aan te nemen dat Gedepu
teerde Staten zoo weinig liefde hebben voor de
aan hunne zorgen toevertrouwde stukken, dat
uitmuntend voor hun taak berekend en last not
least gaf het orkest, waaraan in deze partitie
geen geringe eischen wordt gesteld, alle stof
tot tevredenheid.
In plaats van mej.Geyer, uit Berlijn, die door
ongesteldheid verhinderd werd, trad mej, Helene
Giinther uit Frankfort als soliste op.
eze zangeres, die over een aangenaam
fraai getimbreerd sopraan geluid bleek te be
schikken, heeft een beslist gunstigen indruk
achter gelaten.
Het kwam mij echter voor dat enl
tonen in het hooge register niet altijd even
gemakkelijk aanspraken en dat voor de be
langrijke solo in het Libera Me de kracht niet
altijd voldoende was. Wat evenwel voordracht
en intonatie betrof, daarvoor alle lof.
Mej. Anna Blaauw, (alt), uit 's Gravenhage,
die een tweetal jaren geleden hier reeds op
een concert der Vereeniging voor Instrumentale
muziek optrad en toen zulke aangename herin
neringen achterliet, bevestigde thans opnieuw
haar goeden naam.
Het is eeu groot genot dit mooi, afgegrond
en gemakkelijk aansprekend altgeluid te kun
nen genieten. Behalve een zuivere en vaste
intonatie weet mej. Blaauw haar stem in forto's
piano's of mezzo voce uitmuntend te beheerschen
en blijft de klank steeds vol en helder.
Zeer mooi van voordracht was o. m. het
Liber scriptus profereturen van niet minder
groote werking bet, met mej. Giinther gezongene
zij geen betere localiteit voor de opberging
zonden hebben uitgezocht, als de gelegenheid
daartoe bestaan had.
Mijne overtuiging is dat, als bet
archieilokaal zal zijn tot stand gekomen, ook
deze lokaliteit spoedig weder geheel gevuld zal
zijn. Dit was voor my zelfs een bezwaar. Ik
zeide: zal er wel ruimte genoeg zijn om al
hetgeen ik hier gezien heb te bergen
Het antwoord wasvoor de eerste jaren zal
er na de verbouwing wel ruimte genoeg zijn,
maar te groot is zeker de nieuwe localiteit
niet. Zoo is werkelijk de toestand. De Kamer
moet niet denken, dat tot het voordragen van
dergelijke posten wordt overgegaan zonder dat
de zaak eerst van alle kanten wordt onder
zocht. En als een minister ondanks zijne,
drukke werkzaamheden zich ter plaatse zelf
gaat overtuigen hoe het met de zaak staat,
dan denke men niet, dat eene dergeiyke in
spectie eigenlijk geen ander doel heeft dan
eens een kykje te nemen en daarna weder
naar huis te gaan om de noodige stukken te
teekenen. Als voorbeeld wil ik wijzen op de
geschiedenis van de ontwerpen voor eene
kweek- en leerschool te Apeldoorn voor
welk doel ook op deze begrootiDg
uitgetrokken. Mij was eerst eene begrooting
voorgelegd van ik meen f 120.000. Ik vond
die som zeer hoog, maar mijne deskundigen
beweerden dat het niet minder kon, indien
wilde voldoen aan de eischen, door de
schoolautoriteiten gesteld. Ik ben toen zelf
naar Apeldoorn gegaan om na te gaan wat er
gewijzigd kon worden, welke lokalen óf konden
gemist worden óf kleiner konden zijn, en het
gevolg daarvan is geweest, dat de raming tot
f 85.000 is verminderd. Zoo zon het ook ge
gaan zijn te Middelburg, indien daartoe aan
leiding had bestaan.
Wat nu ten slotte de voorgestelde nieuwe
bureaulokalen betreft, daaromtrent heeft de ge
achte afgevaardigde niet veel gezegd. Hij zeide
de bestaande lokalen zijn niet ruim, maar maak
u niet ongerust over de beweerde ongezondheid
van die lokalen, want er zijn wel ambtenaren
die bet er uitgehouden hebben tot hun 65ste
jaar. Zou de geachte afgevaardigde dan wen-
schen, dat de toestand eerst zóó slecht werd,
dat de ambtenaren er op betrekkelijk jeugdi
gen leeitijd allen den dood vonden?
Wat is het geval Ik heb voor mij liggen
rapporten van doctoreD, die met eere bekend;
zijn, van dr Bolle en dr De Man en in die rap
por ten, zooals ook reeds door den heer Lucasse
is opgemerkt, wordt verklaard dat derheuma-
tisehe ziekten der ambtenaren moesten toege
schreven worden aan het verblijf in die voch
tige en vunzige kamers. Da tegenwoordige
griffier van de Staten heeft ook in eene van
die kamers jarenlang bureau gehad, maar is
op uitdrukkelijk bevel van zgu dokter naar
een ander lokaal verhuisd. Waar de toestand
zoodanig is, is daar voorziening niet dringend
noodig te achten
Ik beb ook met de ambtenaren gesproken
die in de lokalen werkten, en ib geloof niet
dat er onder hen één is, die het niet als een
zal beschouwen naar een andere locali
teit te kunnen overgaan.
Ik geloof te heben aangetoo nd, dat de post,
die hier voorgesteld wordt, ten volle gerecht
vaardigd is. Nu zegt de geachte afgevaardigde
uit Alkmaar, wanneeer de zaak zoo urgent is,
Agnus Dei.
Geruime tjjd was het geleden dat de tenor,
de heer J. Rogmans uit Amsterdam, alhier op
trad, doch merkbare veranderingen heb ik in
zijn stem niet kunnen bespeuren. De toon
ervan is nog altyd helder en krachtig eu uit
de voordracht spraken warmte en bezieling.
Het Ingemisco tamquam reus werd 0. a. met
zeer veel impressie weêrgegeven. Jammer dat
de heer RogmanB zijn stem vooral in de solo
kwartetten niet iets meer wist te beheerschen.
Nu domineerde de tenor steeds te veel tegen
over de andere stemmen, en had hierdoor bet
ensemble wel eenigszins te lyden.
Misschien wordt voor hem, door dikwijls in
ruime kerkgebouwen als zanger op te treden,
het beheerschen van zijn stem moeilijker
speelt dit den heer Rogmans by bet optreden
in kleinere omgeving wellicht parten. In
kerken tocb, meer dan in onze betrekkelijk
kleine concertzaal, kan er sprake zijn vau groo-
tere en breedere stemuitzetting.
De heer Arthur van Ewegk uit Berlijn deed
zich reeds het vorig jaar met de voordracht
van Brahm'B Ernste Gesctnge als een hoogst
muzikaal zanger, begaafd met een sympathiek,
klankvol basgeluid, kennen.
Zijn stem vind ik sinds dien tijd nog voor
uitgegaan. Het timbre is fraaier en het geluid
heeft m. i. nog aan volheid en diepte gewonnen.
Met de vertolking der belangrijke basparty
oogstte by oen welverdienden by val in. Als,
waarom hebt gij dan bij deze begrooting geen
grooter som aangevraagd dan f 7000? Daarin
heeft hij eigenlijk gelijk. Ik bad ook liever
eene grooter som uitgetrokken, maar met het
oog op den wensch in de Kamer om het eind
cijfer zoo laag mogelgk te houden, heb ik ge
meend ook in dit opzicht zelfbeperking in acht
te moeten nemen, maar bet zou rationeeler
geweest zyn dat erken ik om eene
grooter som nit te trekken.
Ik meen thans de beslissing over het amen
dement met vertrouwen aan de Kamer te kun
nen overlaten. De provincie stelt er hoogen
prijs op, dat deze voorstellen worden goedge
keurd. Dat Provinciale Staten van Zeeland
zelf ook veel over hebben voor goede zorg
met betrekking tot datgene wat aan hunne
hoede is toevertrouwd, dat hebben zij dezer
dagen nog getoond. Behalve een archief,
waarvoor bet ryk moet zorgen, is er nog
eene prachtige provinciale bibliotheek. Die
boekerij was slecht gehuisvest; en wat hebben
Staten nu gedaan Zij hebben een oud, ruim
huis te Middelburg gekocht alleeu voor die
bibliotheek. Zou nu de Kamer van hare zijde,
waar werkelijk gebleken is, dat er meer plaats
noodig is, zoowel voor berging van de archie
ven als voor de mogelijkheid om lokalen te
ontruimen, waar de gezondheid der ambtenaren
wordt bedreigd, de thans voorgestelde voor-
ing, welke betrekkelijk weinig zal kosten,
willen weigeren Ik kan en wil het niet ge-
looven.
Na den minister zeide de heer Fokker
nog: Met het oog op den geringen beschik
baren tijd zal ik zoo kort mogeiyb zijD, meer
omdat de zaak niet uitvoerig en in details
gedebatteerd kan worden zonder voldoende
kennis van de locale toestanden, zoowel by
de hoorders als bij de sprekers. Ik zal dan
ook alleen op enkele punten in het betoog van
den minister wijzen, waar hij gegaan is bezijden
hetgeen ik gezegd heb.
In de eerste plaats heb ik niet beweerd dat
de twee ton, sedert 1893 aan de Abdij te
Middelburg verwerkt, nutteloos zonden zijn be
steed. Ik heb alleen geconstateerd, dat zoo'n
groote som reeds is uitgegeven.
In de tweede plaats heeft de minister gezegd,
dat de raming van f 60.000 voor de Statenzaal
niet was overschreden, maar dat de nu ge
vraagde som betreft de inwendige inrichting.
Mijnheer de voorzitter! In debegrootingsstuk-
ken voor 1897 is ik heb het letterlijk uit
de stukken overgenomen geschreven dat de
aangevraagde som zou strekken „voor verster
king, herstelling, verbouwing en inrichting
van de Statenzaal, en nu wordt toch voor deze
inrichting nog opnieuw geld gevraagd.
Maar wat van meer belang is in deze kwestie
is, of er behoefce bestaat aan nieuwe gebouwen
voor bureau- en archieflokalen. Ik heb niet
ontkend dat sommige van die lokalen niet
ruim zijn en dat de tegenwoordige toestand,
waarin zich de archiefstukken bevinden, aller
minst afdoende is, maar ik heb beweerd dat er
andere localiteit is aan te wijzen of in te richten,
zoowel voor de archieven als voor de bureaux
der ambtenaren. Ik heb 0. a. gewezen op drie
afdeelingsbamers en op eene kamer in gebruik
bg den inspecteur der rijkaveldwacht. Van den
minister hebben wij daarover niets gehoord,
maar het lid van het college van Gei?epiteerde
bijzonder fraaie gedeelten stip ik hier even
aan zyne gevoelvolle dictie van het Mors
stupebit et natura, en de aangrypend schoone
vertolking van het Confutatis maledictie,
Zooals ik reeds opmerkte, kweet het koor
zich uitmuntend van zyn taak en ontwikkelde
dit menigmaal, vooral het dameskoor, een hoogst
subtielen klank. Vooral het koor in het Dies
irae is van groote kracht en schildering en
maakte, evenals het Lacrymosa dies illa, diepen
indruk.
Met de flinke, zekere uitvoering der dubbel
fuga in het Sanctus, alsmede met de vierstem
mige fugato in het Libera me, domine, toonde
het koor uit welke muzikaal ontwikkelde krach
ten het is samengesteld.
Het orkest, dat een zware, doch dankbare
taak te vervullen had, breng ik ten slotte
gaarne een woord van lof voor de wijze, waar
op de partitie van Verdi's Requiem is vertolkt.
In het byzonder een complimentje aan het
adres van cellist, oboist en fagottist.
Met groote voldoening kan de heer Clenver
op dezen avond terugzienhet was voor hem
en zyne zangvereeniging een succes in den
volsten zin des woords, en eene schoone be
looning voor de vele moeite, aan de voor
bereiding tot deze uitvoering besteed.
JAN MORKS,