MIDDELBURGSCHE COURANT. N\ 295. 14? Jaargang, 1898. Donderdag 15 December. ra. Musicalia. iïrifTTTfr^iraBMi Deie courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering tan Zon- en Feerfdagen, Prijs, per kwartaal, xoowel Toor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franc* p.p., f Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 14 Dec. 8 u. vm. 44 gr. 12 n 47 gr., IV. i o. 46 gr. F. Verw, W, wiad. AdvertentiSn voor bet eerstvolgeni nummer moeten des middags vóóf één nu? aan het bureau bezorgd zJJs, AdvertentiSn: 20 cent per regel, Geboorte- dood- en alle andere famllleberieliteit efl Dankbetuigingen Tan 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames éO cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn btj abonuemeut op voordeellge Voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 14 December. Een oud-griffier en een lid van Gedeputeerde Staten van Zee- land tegenover elkaar. (Slot.) Nadat de heer Lucasse gesproken had, gaf de voorzitter een wenk om zich bij de ver dere bespreking dezer kwestie te beperken er waren nog 49 sprekers voor hoofdstuk V ingeschreven. Na een schorsing van een half uur werd de vergadering voortgezet en was de heer Goeman Borgesius, minister van binnen- landsche zaken, aan bet woord. Mijnheer de voorzitter, zeide hi). Met be langstelling heb ik gevolgd de uitvoerige beschouwingen van den heer Fokker. Maar ik begin met te verklaren, dat ik niet geschokt ben in mijne overtuiging dat de werken, die thans worden aangevraagd, noodig zijn voor den provincialen dienst. Veel van hetgeen die geachte spreker aanvoerde betrof niet de posten, die hij uit deze begrooting bij amen dement wil schrappen. De geachte spreker beweerde, dat er reeds zooveel geld voor de Abdij noodeloos is uitgegeven. Ook indien dit juist ware, indien de volks vertegenwoordiging ten onrechte de voorstellen van vorige regeeringen had goedgekeurd, dan zou men daar niet nit kunnen distilleeren een verwyt tegen dezen minister, dan zou men daaruit niet kunnen concludeer en dat de werken, die hij thans voorstelt, niet noodig, niet onmisbaar zijn. Intnsschen heeft die geachte spreker er bij gevoegd de raming voor de Statenzaal c. a. is weef erg tegengevallen, want die bouw zal weder veel meer kosten dan oorspronkelijk geraamd was. Dit moet ik tegenspreken. Er is aan de Kamer gezegdhet tal ongeveer f 60.000 kosten. Toen werd het vorige jaar bij de schriftelijke gedachtenwisseling twijfel uitgesproken, of men wel met die som zou rondkomen. De minister heeft daarop voorzichtig geantwoord: ik heb geen reden om te vermoeden dat f 60.000 on voldoende zal zijn, maar waar het geldt de restauratie van zulke oude gebouwen, moet men met verzekeringen voorzichtig zijn en ik zal my dus niet te partinent uitlaten. Nu zijn wij weder een jaar verder en er wordt thans voor den bouw van de Statenzaal, waarvoor ongeveer f 60.000 is uitgegeven, geen geld meer uitgetrokken. De bewering dat weer veel meer geld noodig is dan oorspronkelijk werd geraamd, is dus minder juist. Wel ia thans geld uitgetrokken voor de inwendige inrich ting, maar die was onder de geraamde bouw kosten niet begrepen. IntU8schen vindt de geachte spreker f27.465 voor de inwendige inrichting en f 16.000, die misschien voor de meubileering noodig zal zijn, te veel. Ik wil hem gaarne de verzekering geven, dat die cijfers door mij als een maximum beschouwd worden, dat ik mijn best zal doen om beneden die cijfers te blijven, maar dat de geachte Verdi's Requiem. Onder de z.g. kerkelijke composities zijn er weinige, die voor uitvoerder en toehoorder zoo dankbaar zijn als Verdi's Requiem. Het is en blijft een merkwaardige schepping. Een Bchepping die, hoe modern ook behandeld en hoe ook op menige plaats den operacompo nist verradende, toch een machtigen indruk eene ernstige stemming teweeg brengt. Welk een kleurrijk, pathetisch beeld; welk een heerlijk, aangrijpend, ethérisch toondicht danken wij hiermede aan Verdi'a geniet Een bezingen van den dood, zooals dat alleen door een bewoner van het zonnige Zuiden kan ge- schiedenl Verdi's werk stelt aan soliBten, koren en orkest zeer hooge eischen. Ferdinand Hiller, die in 1877 dit Requiem. voor het eerst te Keulen deed uitvoeren, zegt daarvan 0. a. „Aber eb&n so wenig bleibt man dariiber h Unklaren, dass der Italianische Meister vor Allem seinen Singstimmen das in den Mund legt, toas er au sagen hat und zu sagen weiss. 8ie singenes sind tonende Seelen keine Zmttergestalten zwischen musicalisch und unmu sicalisch Redendendie sich in Acht zu nehmen haben, nicht einen Horn Oder Bratsche ins Oe- fieye zu Temmen- Mit der ganzen Herrlichkeit, afgevaardigde er vast op kan rekenen, dat niet meer zal worden uitgegeven. Dat alles eenter staat niet in verband met de posten, die de heer Fokker bij amenöen wil schrappen. Al was het door den geachten spreker medegedeelde juist, zoo volgt daaruit volstrekt niet dat zijn amendement gerecht vaardigd is. Intusschen wil ik, na zelf de gebouwen in oogenschouw genomen te hebben, aan de Kamer toch eenige gerustelling geven. Ik heb de stellige overtuiging verkregen, dat ook het vroegere geld afgescheiden van dezen post, waarover ik het later zal hebben werkelijk goed besteed is, dat daardoor Abdijgebouwen, waarop Nederland terecht trotsch mag zijn, voor totalen ondergang zijn bewaard en de restauratie aan den provincialen dienst is ten goede gekomen. En als men bet doet voorkomen alsof de restauratie eigenlijk begonnen is uit lust tot restaureeren, wijs ik er op, dat men uit be paalden nooddwang daartoe is overgegaan, omdat het zeker was dat enkele muren zou den instorten, indien geen ingrijpende maat regelen genomen werden. Oorspronkelijk wa ren die Abdijgebouwen hecht en sterk, maar sinds eeuwen heeft men op ergerlijke wijze daaraan geknoeid. Men heeft muren, die 85 centimeter dik waren, uitgehold, daarin schoor steen, privaten en kasten gemaakt van zooda eigen aard, dat die muren per slot van rekening niet dikker waren dan een bal ven steen. Veertien 3n nadat in 1894 onze Koninginnen aan Mid delburg een bezoek hadden gebracht en ook in Statenzaal waren geweest, vertoonde zich eenklaps een scheur in dien muur, die in één nacht zoodanige afmetingen had aangenomen dat, indien men niet terstond met alle kracht was gaan stutten en steunen, dat deel van het gebouw zonder eenigen twijfel ingestort zou De Koninginnen zijn dus inderdaad aan een groot gevaar bloot gesteld geweest. Dergelijken toestand mocht men niet laten voortbestaan, men is dus door nooddwang tot de restauratie overgegaan. Nu het amendement. De regeering stelt voor eene betere plaats voor berging van het archief, en aanbouw van nieuwe bureau-lokalen. Te zamen zullen die werken bedragen circa f 37.000. De beer Fokker heeft er reeds op gewezen, dat de oorspronkelijke raming niet bedroeg 37.000 maar f 52.000. Hij vroeghoe is dit te ver klaren Mijnheer de voorzitterDat is aldus te ver klaren oorspronkelijk was de raming f 52.000, maar toen heeft de minister bevolen, dat alles wat naar weelde schemerde, vermeden moest wordendat in de behoeften van den provin cialen dienst moest worden voorzien, maar de gebouwen niet meer mochten kosten dan vol strekt noodzakelijk was. En zooals het ge woonlijk gaat, als de puntjes maar op de i's gezet worden, dan blijkt het nog wel wat goedkooper te kunnen en zoo is men gekomen tot eene raming van f 37.000. Als de heer Fokker nu echter de vrees te kennen geeft, dat men straks wel zal hooren, dat het toch weer meer zal kosten, dan verklaar ik dat bij in dat opzicht gerust kan wezen, ik beschouw ook deze f 37.000 als een maximum en hoop zölfs al kan ik daaromtrent geene zekerheid geven dat de te besteden som nog beneden f 37.000 zal blijven. Zal die som goed besteed zijn? Die vraag die der gSttlichen Menschenstimme innewohnt treten sie auf. Freilicb verlangt Verdi Sanger, und zwar in dervollsten Bedentnng keine Stimmen obne Scbule keine Virtuoseu obne timme keine Declamatoren ohne Beides." Met opzet schreef ik hierboven over zooge naamd kerkelijke composities, daar Verdi's Requiem niet valt te rangschikken onder geen men gewoonlijk van een zoodanig in den kerkstijl geschreven werk verwacht. Men beschouwe het echter in het juiste licht, nl. sIb een verheven toondicht, geschrc voor een herinneringsfeest aan den grooten dichter Allessandro Manzoni. Na het reeds door mij over dit Requiem ge- schrevene, meen ik, om niet in herhalingen te treden, alsnu met een kort overzicht van de uitvoering zelve te bunnen volstaan. En dan kan ik tot mijn genoegen al dadelijk constateeren, dat Oefening en Uitspanning met de auditie van dit werk een groot en onhe twistbaar succes heeft behaald, en dat de avond van 13 December 1898 met gulden let teren in de annalén dier vereen iging kan worden opgeteekend. Alles werkte dan ook mede tot het verkrij igen van zulk een heerlijk resultaat. Met de keuze der solisten was men ditmaal zeer ge- I lokkigde koren bleken, zooals gewoonlijk, Agenten1. Te AmsterdamA. he La Mar Azn. te Rotter dam: Nijoh van Diïmab. beantwoord ik bevestigend. Men zal daarvoor in de eerste plaats een ruim archieflokaal krij gen. Is dat noodig? Neen, zegt de geachte spreker, want tegenwoordig zwerven de ar chieven wel door de verschillende doelen van het gebouwzij worden opgeborgen in kelders, gangen en zolders, maar er is wel eene betere plaats voor te vinden, en wat er dan nog over is en geen waarde bezit, moet dan maar worden opgeruimd. Ik geloof dat ik, kortheidshalve, niet beter kan doen dan voor te lezen wat Gedepnteerde staten van Zeeland, die toch van nabij met den toestand bekend zijn, zelf dienaangaande aan dezen miniater hebben medegedeeld Zij schrijven: „Inderdaad is de toestand in de memorie van antwoord niet overdreven voorgesteld. De ambtenaren, meer in het bijzonder met de zorg voor de plaatsing der archiefstukben belast, hebben reeds langen tijd geklaagd over de zeer ondoelmatige plaatsing en de onvoldoende ruimte in de lokalen boven de Statenzaal, vroeger daarvoor aangewezen en thans weder daarvóór bestemd. Inderdaad is van de ambtenaren, inzonder heid van de meer bejaarde, niette vergen,dat voor de raadpleging van stokken, zich van ladders van ongeveer 5 M. leBgte moeten be dienen en zich daarop moeten bewegen. „Bovendien noodzaakte de onvoldoende ruimte er sedert eenige jaren toe, om de stuk ken te bergen onder afdakjes, op vlieringen 1 andere daarvoor ongeschikte plaatsen. Nog dezer dagen bleek, dat verscheidene bundels archiefstukken tengevolge van vocht geheel uit den band hingen en dat de buiten ste papieren reeds dermate aangetast waren, dat op enkele plaatsen het schrift reeds voor 1 deel verdwenen was. ,De toestand mag dan ook gerost onhoudbaar genoemd worden." Is een minister, die van Gedeputeerde Staten een dergelijk schrijven tot voorziening ont vangt, niet verantwoord, als hij maatregelen neemt? Intusschen, toen ik bemerkte dat er in deze Kamer nog groot verschil van ge voelen bestond, over de vraag of meerdere archiefruimte wel noodzakelijk was, ben ik naar Middelburg gegaan om mij persoonlijk van den toestand te overtuigen, niet met het voorop gestelde doel om mijn voorstel dan beter te kunnen verdedigen, maar met het vaste voor nemen om, als het mij bleek dat de aanvrage niet ten volle gerechtvaardigd was, zonder aarzelen den post voorloopig terug te nemen. Mijn indruk, nadat ik alles bad bezichtigd was echterhoe kan iemand, die met den toestand bekend is, in ernst beweren dat geene voorziening noodig is Bij het doorloopen van die gangen en kelders met vuile en geschon den stukken, kwam een oogenblik de ondeu- le gedachte bij mij op, of ik ook een weinig werd beetgenomen en of men een en ander er op ingericht had om mij de verbouwing smakelijk te maken. Maar daarvan was na tuurlijk geen Bprake. En ais de heer Fokker nu zegtNu ja, de toestand is niet beat, maar ik kan u wel andere lokalen aanwijzen, waar die archieven veel beter hadden kunnen wor- opgeborgen, dan antwoord ik hem, dat toch zeker niet is aan te nemen dat Gedepu teerde Staten zoo weinig liefde hebben voor de aan hunne zorgen toevertrouwde stukken, dat uitmuntend voor hun taak berekend en last not least gaf het orkest, waaraan in deze partitie geen geringe eischen wordt gesteld, alle stof tot tevredenheid. In plaats van mej.Geyer, uit Berlijn, die door ongesteldheid verhinderd werd, trad mej, Helene Giinther uit Frankfort als soliste op. eze zangeres, die over een aangenaam fraai getimbreerd sopraan geluid bleek te be schikken, heeft een beslist gunstigen indruk achter gelaten. Het kwam mij echter voor dat enl tonen in het hooge register niet altijd even gemakkelijk aanspraken en dat voor de be langrijke solo in het Libera Me de kracht niet altijd voldoende was. Wat evenwel voordracht en intonatie betrof, daarvoor alle lof. Mej. Anna Blaauw, (alt), uit 's Gravenhage, die een tweetal jaren geleden hier reeds op een concert der Vereeniging voor Instrumentale muziek optrad en toen zulke aangename herin neringen achterliet, bevestigde thans opnieuw haar goeden naam. Het is eeu groot genot dit mooi, afgegrond en gemakkelijk aansprekend altgeluid te kun nen genieten. Behalve een zuivere en vaste intonatie weet mej. Blaauw haar stem in forto's piano's of mezzo voce uitmuntend te beheerschen en blijft de klank steeds vol en helder. Zeer mooi van voordracht was o. m. het Liber scriptus profereturen van niet minder groote werking bet, met mej. Giinther gezongene zij geen betere localiteit voor de opberging zonden hebben uitgezocht, als de gelegenheid daartoe bestaan had. Mijne overtuiging is dat, als bet archieilokaal zal zijn tot stand gekomen, ook deze lokaliteit spoedig weder geheel gevuld zal zijn. Dit was voor my zelfs een bezwaar. Ik zeide: zal er wel ruimte genoeg zijn om al hetgeen ik hier gezien heb te bergen Het antwoord wasvoor de eerste jaren zal er na de verbouwing wel ruimte genoeg zijn, maar te groot is zeker de nieuwe localiteit niet. Zoo is werkelijk de toestand. De Kamer moet niet denken, dat tot het voordragen van dergelijke posten wordt overgegaan zonder dat de zaak eerst van alle kanten wordt onder zocht. En als een minister ondanks zijne, drukke werkzaamheden zich ter plaatse zelf gaat overtuigen hoe het met de zaak staat, dan denke men niet, dat eene dergeiyke in spectie eigenlijk geen ander doel heeft dan eens een kykje te nemen en daarna weder naar huis te gaan om de noodige stukken te teekenen. Als voorbeeld wil ik wijzen op de geschiedenis van de ontwerpen voor eene kweek- en leerschool te Apeldoorn voor welk doel ook op deze begrootiDg uitgetrokken. Mij was eerst eene begrooting voorgelegd van ik meen f 120.000. Ik vond die som zeer hoog, maar mijne deskundigen beweerden dat het niet minder kon, indien wilde voldoen aan de eischen, door de schoolautoriteiten gesteld. Ik ben toen zelf naar Apeldoorn gegaan om na te gaan wat er gewijzigd kon worden, welke lokalen óf konden gemist worden óf kleiner konden zijn, en het gevolg daarvan is geweest, dat de raming tot f 85.000 is verminderd. Zoo zon het ook ge gaan zijn te Middelburg, indien daartoe aan leiding had bestaan. Wat nu ten slotte de voorgestelde nieuwe bureaulokalen betreft, daaromtrent heeft de ge achte afgevaardigde niet veel gezegd. Hij zeide de bestaande lokalen zijn niet ruim, maar maak u niet ongerust over de beweerde ongezondheid van die lokalen, want er zijn wel ambtenaren die bet er uitgehouden hebben tot hun 65ste jaar. Zou de geachte afgevaardigde dan wen- schen, dat de toestand eerst zóó slecht werd, dat de ambtenaren er op betrekkelijk jeugdi gen leeitijd allen den dood vonden? Wat is het geval Ik heb voor mij liggen rapporten van doctoreD, die met eere bekend; zijn, van dr Bolle en dr De Man en in die rap por ten, zooals ook reeds door den heer Lucasse is opgemerkt, wordt verklaard dat derheuma- tisehe ziekten der ambtenaren moesten toege schreven worden aan het verblijf in die voch tige en vunzige kamers. Da tegenwoordige griffier van de Staten heeft ook in eene van die kamers jarenlang bureau gehad, maar is op uitdrukkelijk bevel van zgu dokter naar een ander lokaal verhuisd. Waar de toestand zoodanig is, is daar voorziening niet dringend noodig te achten Ik beb ook met de ambtenaren gesproken die in de lokalen werkten, en ib geloof niet dat er onder hen één is, die het niet als een zal beschouwen naar een andere locali teit te kunnen overgaan. Ik geloof te heben aangetoo nd, dat de post, die hier voorgesteld wordt, ten volle gerecht vaardigd is. Nu zegt de geachte afgevaardigde uit Alkmaar, wanneeer de zaak zoo urgent is, Agnus Dei. Geruime tjjd was het geleden dat de tenor, de heer J. Rogmans uit Amsterdam, alhier op trad, doch merkbare veranderingen heb ik in zijn stem niet kunnen bespeuren. De toon ervan is nog altyd helder en krachtig eu uit de voordracht spraken warmte en bezieling. Het Ingemisco tamquam reus werd 0. a. met zeer veel impressie weêrgegeven. Jammer dat de heer RogmanB zijn stem vooral in de solo kwartetten niet iets meer wist te beheerschen. Nu domineerde de tenor steeds te veel tegen over de andere stemmen, en had hierdoor bet ensemble wel eenigszins te lyden. Misschien wordt voor hem, door dikwijls in ruime kerkgebouwen als zanger op te treden, het beheerschen van zijn stem moeilijker speelt dit den heer Rogmans by bet optreden in kleinere omgeving wellicht parten. In kerken tocb, meer dan in onze betrekkelijk kleine concertzaal, kan er sprake zijn vau groo- tere en breedere stemuitzetting. De heer Arthur van Ewegk uit Berlijn deed zich reeds het vorig jaar met de voordracht van Brahm'B Ernste Gesctnge als een hoogst muzikaal zanger, begaafd met een sympathiek, klankvol basgeluid, kennen. Zijn stem vind ik sinds dien tijd nog voor uitgegaan. Het timbre is fraaier en het geluid heeft m. i. nog aan volheid en diepte gewonnen. Met de vertolking der belangrijke basparty oogstte by oen welverdienden by val in. Als, waarom hebt gij dan bij deze begrooting geen grooter som aangevraagd dan f 7000? Daarin heeft hij eigenlijk gelijk. Ik bad ook liever eene grooter som uitgetrokken, maar met het oog op den wensch in de Kamer om het eind cijfer zoo laag mogelgk te houden, heb ik ge meend ook in dit opzicht zelfbeperking in acht te moeten nemen, maar bet zou rationeeler geweest zyn dat erken ik om eene grooter som nit te trekken. Ik meen thans de beslissing over het amen dement met vertrouwen aan de Kamer te kun nen overlaten. De provincie stelt er hoogen prijs op, dat deze voorstellen worden goedge keurd. Dat Provinciale Staten van Zeeland zelf ook veel over hebben voor goede zorg met betrekking tot datgene wat aan hunne hoede is toevertrouwd, dat hebben zij dezer dagen nog getoond. Behalve een archief, waarvoor bet ryk moet zorgen, is er nog eene prachtige provinciale bibliotheek. Die boekerij was slecht gehuisvest; en wat hebben Staten nu gedaan Zij hebben een oud, ruim huis te Middelburg gekocht alleeu voor die bibliotheek. Zou nu de Kamer van hare zijde, waar werkelijk gebleken is, dat er meer plaats noodig is, zoowel voor berging van de archie ven als voor de mogelijkheid om lokalen te ontruimen, waar de gezondheid der ambtenaren wordt bedreigd, de thans voorgestelde voor- ing, welke betrekkelijk weinig zal kosten, willen weigeren Ik kan en wil het niet ge- looven. Na den minister zeide de heer Fokker nog: Met het oog op den geringen beschik baren tijd zal ik zoo kort mogeiyb zijD, meer omdat de zaak niet uitvoerig en in details gedebatteerd kan worden zonder voldoende kennis van de locale toestanden, zoowel by de hoorders als bij de sprekers. Ik zal dan ook alleen op enkele punten in het betoog van den minister wijzen, waar hij gegaan is bezijden hetgeen ik gezegd heb. In de eerste plaats heb ik niet beweerd dat de twee ton, sedert 1893 aan de Abdij te Middelburg verwerkt, nutteloos zonden zijn be steed. Ik heb alleen geconstateerd, dat zoo'n groote som reeds is uitgegeven. In de tweede plaats heeft de minister gezegd, dat de raming van f 60.000 voor de Statenzaal niet was overschreden, maar dat de nu ge vraagde som betreft de inwendige inrichting. Mijnheer de voorzitter! In debegrootingsstuk- ken voor 1897 is ik heb het letterlijk uit de stukken overgenomen geschreven dat de aangevraagde som zou strekken „voor verster king, herstelling, verbouwing en inrichting van de Statenzaal, en nu wordt toch voor deze inrichting nog opnieuw geld gevraagd. Maar wat van meer belang is in deze kwestie is, of er behoefce bestaat aan nieuwe gebouwen voor bureau- en archieflokalen. Ik heb niet ontkend dat sommige van die lokalen niet ruim zijn en dat de tegenwoordige toestand, waarin zich de archiefstukken bevinden, aller minst afdoende is, maar ik heb beweerd dat er andere localiteit is aan te wijzen of in te richten, zoowel voor de archieven als voor de bureaux der ambtenaren. Ik heb 0. a. gewezen op drie afdeelingsbamers en op eene kamer in gebruik bg den inspecteur der rijkaveldwacht. Van den minister hebben wij daarover niets gehoord, maar het lid van het college van Gei?epiteerde bijzonder fraaie gedeelten stip ik hier even aan zyne gevoelvolle dictie van het Mors stupebit et natura, en de aangrypend schoone vertolking van het Confutatis maledictie, Zooals ik reeds opmerkte, kweet het koor zich uitmuntend van zyn taak en ontwikkelde dit menigmaal, vooral het dameskoor, een hoogst subtielen klank. Vooral het koor in het Dies irae is van groote kracht en schildering en maakte, evenals het Lacrymosa dies illa, diepen indruk. Met de flinke, zekere uitvoering der dubbel fuga in het Sanctus, alsmede met de vierstem mige fugato in het Libera me, domine, toonde het koor uit welke muzikaal ontwikkelde krach ten het is samengesteld. Het orkest, dat een zware, doch dankbare taak te vervullen had, breng ik ten slotte gaarne een woord van lof voor de wijze, waar op de partitie van Verdi's Requiem is vertolkt. In het byzonder een complimentje aan het adres van cellist, oboist en fagottist. Met groote voldoening kan de heer Clenver op dezen avond terugzienhet was voor hem en zyne zangvereeniging een succes in den volsten zin des woords, en eene schoone be looning voor de vele moeite, aan de voor bereiding tot deze uitvoering besteed. JAN MORKS,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1