MIDDELRIRGSCHE COURANT. 7 December. 141® Jaargang. 1898 Woensdag Middelburg 6 December. FEUILLETON. 3 DE BEGGENKLIMSTER. w N°. 288. D**e courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, Pr^'s, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland fr&neep.p., 1°- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg C Dec. 8 u. vm. 88 gr. 12 u 50 gr., av. i u. 48 gr. F. Verw. Z. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middag* vóór iést uur aan het bureau bezorgd zyn, AdrertentiSn20 oeni per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 eent. Reclames *0 cent por regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige ▼oorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te AmsterdamA. de La Mar Azn. en Max R. Nunïs; te Rotter dam: Nijgh van Ditmar. Werklieden In Ouitschland. Uit den Geldersehen Achterhoek schrijft men aan de Arnh. Crt De Nederlandsche arbeiders in Duitschland vormen in de laatste dagen het onderwerp van vele gesprekken. Zij zijn in twee rubrieken te verdeelen. De arbeiders die als „lastig" worden uitgewezen, en zij die zich in bun poging om werk te zoeken deerlijk bedrogen zien. Over deze laatsten willen we het tbans hebben. Ook ons is het meermalen opgevallen, welke groote groepen van arbeiders het station te Emmerik passeerden, om hun reis naar de Duitsche fabriekssteden te ondernemen. Meestal kwamen ze uit Groningen en Friesland. Ze worden ge lokt door de advertentiën, welke men bijna uitsluitend in Friesche bladen aantreft, en waarby zij rekenden in de toekomst eenige honderden guldens te kunnen overleggen. Wer kelijk bekomen velen hunner een betrekking. Zij zien echter al spoedig, dat weliswaar het loon daar enorm hooger is, doch dat de uit gaven naar verhouding dubbel zoo hoog zijD als in Holland. Behalve dat, zoeken vele bazen op de steenovens en fabrieken er hun voordeel in een nering te drijven, waarvan de winsten meest uit de zakken der Hollaudsche arbeiders komen. Dit mag ook wel een reden zgn, dat bij voorkeur Hollandsche arbeiders gevraagd worden. Nu staat het den Hollandschen arbei ders vry, wanneer ze zien dat ze hier eveD ver als in Holland komen, weer huiswaarts te keeren. Weinigen doen dit echter. De meesten, niet gewoon veel geld in handen te hebben, voelen zich opgetogen wanneer ze elke week een aantal zilverstukken mogen tellen, al weten ze, dat ze die veel spoediger moeten uitgeven dan zij ze hebben verdiend. Behalve dat nemen ze de vrijheid hunne vrienden et kennissen, die in Holland achterbleven, in brieven op te winden door de buitengewone welvaart die ze genieten en achten zich zelfs gelukkig Duitschland als woonplaats te hebben gekozen. Andere jongelieden die nu vernemen hoe goed het Piet of Kees gaat, vragen zich af: waarom zal mij niet gelukken wat anderen gelukt is Al spoedig zonder te weten of er wel werk voor hem te vinden is, onderneemt men de reis naar het land van het dure brood; doch is het won der dat dergelgke lieden spoedig met de handen in het haar staan wanneer de reiscenten op zijn en ze weer genoodzaakt worden naar het ouder- lijk huis terug te keeren of den ouden baas op te zoeken, die wel een honderd gulden minder, maar ze dau toch zeker gaf. Indien dergelijke jongelieden bedachten, dat de berichten, die men uit de verte krygt, zoo licht kunnen wor den overdreven, dan zouden ze zich wel voor teleurstelling wachten. Dikwgls wekte het onze ergenis, hoe we jongelieden, die de „groote reis" ondernamen, in den trein op dat kleine Holland hoorden smalen, omdat men daar den arbeider zyn looa niet gunde. Menigeen zou zeker een lager toontje hebben aangeslagen, wanneer hy vooruit wist, dat by door deD drang datzelfde landje binnen kort tijdsverloop weer zou moeten opzoeken. Medeiyden hadden we daarentegen met die lieden, die op goed geluk naar Duisburg, Ober NOVELLE Tan M. TAMMS. Uit het Duitsch. Met een kreet van onuitsprekelijk geluk rukte Josefa zich los en sloeg juichend hare armen om den hals harer moeder, al roepende: „Maatzi, gij, van daagO Ma Maatzi," terwijl zy beurtelings lachte en schreide. Joachim had zich moeten verwijderen. Hij had het kind afgeleverd en in het gewone leven verfoeide hij niets zoo zeer als ongepaste nieuwsgierigheid. En toch hy herkende zich zeil bijna niethet was alsof zijne oogen vastgeschroefd waren aan dit liefeiyke beeld. Al die koffers, plaids en doozen spraken van een onverwachte tehuiskomst, evenals de loshangende zijden mantel der jonge vrouw, die met bevallige plooien hare slanke gestalte omsloot. Haar hoed was achteloos op een atoel geworpen. Het blonde haar golfde met zilveren glans om haar schoon gevormd hoofd. En welk een hoofdWelke trekkenEn daar naast het Zigeunergezicht je van Josefa, die vol zaligheid hare bruine wangen tegen bet blanke gelaat der moeder aanvleide. Het kind was hem nog nooit zoo bekooriyk voor gekomen, als heden, met dien overgelukkigen bausen, Essen enz. gingen, teneinde kans te hebben een broodje te vinden. Daaronder zagen we vaders van gezinnen, die slapte in bun ambacht hadden, lang hadden geleden, veel geprobeerd, doch wien alles was mislukt. Ze wisten niet of er wel werk voor hen was, doch waar zoo vel en werkten, daar moest voor hen toch ook nog wel een plaatsje open zijn. Hun reisgeld hadden ze verkregen door het een of ander huismeubel te verpanden. Ze hadden maar een kaart enkele reis genomen, zoo stellig meenden ze werk te vinden. Zouden ze zonder werk afgescheept worden, dan gingen ze maar naar den Nederlandschen consul, die zou, van hun onmacht overtuigd, wel voor reisgeld zorgen, of men liet zich over de gren zen zetten. Hevig ontdaan was menig hunner toen ze vernamen, dat bij aanneming van werklieden de eerste zes weken geen loon werd uitbetaald. Men begrijpt welk een geschikte gelegenheid voor keet- en neringbaz9n om de werklieden te knevelen. Na het vorenstaande zal men nog meer dan vroeger het wenschelijke bepleiten om Neder landsche werklieden te waarschuwen niet naar Duitschland te gaan, wanneer ze niet de zeker heid hebben werk te vinden. Die waarschuwing zij echter niet alleen uitgesproken ten opzichte der personen, die in Duitschland hun lokmid delen bezigen, maar ook onze werklieden mogen er ernstig over denken, niet op lichtzinnige wijze het voorbeeld van anderen te volgen. DE BEGRAFENIS van den heer mr T. H. der Kinderen, oud-lid van den Raad van Nederlandsch-Indië, bad Maandag te 's Gravenhage onder talrijke blij ken van belangstelling plaats. In de eerste plaats werden op de algemeene begraafplaats opgemerkt de minister van kolo niën, de heer Cremer, en het gewezen hoofd van dat departement, de heer Bergsma. Het Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en het Indisch Genootschapde Indische In stelling te Delft; het Hoofdbestuur der Vrij- metselary in Nederland, het Kapittel en het Bestuur van de loge V Union Royale waren vertegenwoordigd. Voorts werden opgemerkt oud-leden in den Raad van Indië en leden van den Raad van State, de referendaris van het dep. van koloniën, de heer Loudon, een zeer groot aan tal oud-, hoofd- en verdere ambtenaren van het civiel bestuur in Indië, gepensioneerde In dische opper- en hoofdofficieren, vertegenwoor digers van de Ned.-Ind. Stoomvaartmaat schappij enz. De koninklijke vereeniging Het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen ging met omfloerst vaandel op het kerkhof den stoet vooraf. Nadat de heer Gerth van Wgck, predi kant, eenige woor den had gesprokenvoerden nog mr Van Gennep en prof. Kern het woord. Eerst genoemde herdacht den overledene als man van beteekenis en groote werkkracht,laatstgenoemde sprak uit naam van het Koninklijke Instituutvoor de taal-, land- en volkenkunde en van bet Indisch Genootschap en huldigde in mr Der Kinderen den warmen vriend en bevorderaar van de kunst in Indië, welke vriendschap niet ver flauwd bleek bg zijn komst hier te lande. Als vrymetselaar herdachten deu overledene de heeren Isebree Moens, te Rotterdam (Md van het hoofdbestuur), S. M. Hugo van Ggn van Doidrecht, Van Meeteren Brouwer en trek om de roode lippen. Hare oogen straalden van geluk en hare fijne ledematen omklemden letterlijk hare ranke, slanke moeder. Joachim voelde dat hij ontroerde; hij beet zich op de lippen en keerde zich afdoch eensklaps liet de heggenklimster zich los, vloog als een wervelwind door de vesti bule en duwde een deur open om gillend haar „Pappi" te zoeken. Eerst nu zag de jonge vrouw met verbaasde oogen naar den vreemdeling om. Joachim trad naar voren en zei kortaf„Von Deutsche, uw dochtertje was bij mijne ouders hiernaast en ik heb haar teruggebracht. „Al te goed," antwoordde zij vriendelijk. „Ik hoop dat zij u niet veel last veroorzaakt heeft. Ik vrees, dat gg haar nog al verwilderd zult vinden, en dat is zij helaas'ookvoegde zij er met een zucht bij. „Ik ben geen heldin in het opvoeden waarschijnlijk omdat ik zelf nog een onopgevoed kind was, toen ik trouwde." Zij zei dit met een kinderlgk lachjeev toen Joachim, in plaats van te antwoorden, zwijgend boog, stak zij hem schuchter de hand toe en vroeg nog eens: „Is zy heel ondeugend ge weest?" Wederom troffen hem haar schoone oogen en hij voelde dat hij zachter gestemd werd. „Wij hebben haar allen liefgekregen," zei hy eenvoudig, en toen het kind op dit oogen- blik weer naar hem toekwam legde hg, als om dit te bevestigen, zyn hand op baar hoofd generaal Luymes, die nog namens de loge De ster in het Oosten te Batavia een krans voegde by de vele anderen. De heer A. H. G. Fokker, een der schoon zoons van den afgestorvene, vertolkte den dank der betrekkingen voor de betoonde belang stelling. BENOEMINNKA ENZ. B'ij kon. besluit: is tegen 1 Jan., op verzoek, eervol ontslag verleend aan den bosch wachter in het rent ambt Breda, Abraham Bakkeren ia de bij besluit van den raad der gemeente Amsterdam, van 16 November 1898, gedane benoeming van dr E. Dubois tot buitengewoon hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit aldaar bekrachtigd is de Oost Indische ambtenaar met verlof J. Oudkerk, laatstelijk onderwgzer der 2e kl. bij het O. L. onderwijs voor Europeanen en met dezen gelgkgestelden in Ned.-Indië, op zijn verzoek, wegens physieke ongeschiktheid, eervol nit 's lands dienst ontslagen, met toe kenning van pensioen en is aan jhr mr M. A. de Savorniu Lobman, op verzoek, in verband met zijne benoeming tot griffier bij het kantongerecht te Winscho ten, tegen 1 Jan., eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van adjunct-commies by het departement van koloniën. Door den minister van binnenlandsche zaken is tegen 16 Dec. benoemd tot opzichter by 'sryks museum te Amsterdam B. van Heusden, gepensioneerd brievenbesteller. Het hof heeft, wegens het overlijden van de prinses Hermann van Saksen Weimar Eisenach, geboren prinses van Wurtemberg, den lichten rouw aangenomen voor den tgd van drie dagen. UIT STAD EN PROVINCIE. Het programma voor de morgen (Woens dag) door de Nederlandsche tooneelvereeniging in den schouwburg te Middelburg te geven voorstelling is geheel gewgzigd. De bekende tooneelspeler L. van Wester hoven is Zondag plotseling ernstig ongesteld gewordeneen tgding, die zeker velen in onze stad met leedwezen zullen vernemen. Dientengevolge kan het aangekondigde blij spel De Zonzij van het leven niet opgevoerd wordeD, want de genoemde verdienstelijke too neelspeler is in de rol, welke hij daarin ver vult, niet te vervangen. In plaats daarvan nu zal men zie de advertentie in dit nommer worden opge voerd het muziekdrama De verloren zoon, eeD, dunkt ons, uitmuntende keuze, een ruil, die onzes inziens te prijzen valt. Het is zeven jaren geleden dat dit lieve, aandoenlgke drama hier gegeven werd, en wij herinneren ons nog als de dag van gisteren welk een indruk het maakte. In ons nommer van 29 October van 1891 schreven wij o. a. „Het is eenig en alleen, dunkt ons, oene kwestie van gevoel. Voor hem of haar, in wier binnenste geen snaar trilt voor het eenvoudige; wier gemoed niet vatbaar is voor indrukken, teweeg gebracht door de harmonie, welke er in de Verloren zoon bestaat tusschen mimiek en mnziekdie louter het koele verstand laat spreken en voor iets en hief baar gezichtje naar hem op. Zij werd door een heer gevolgd. Een groote, breedgeschouderde man, met grove trekken. Als een bliksemstraal schoten Joachim de woorden van het kind door het hoofd „Mijn vader heet Anton en mgn moeder Ioga Daar stonden zg beiden voor hem, als de be lichaming hunner namen en die indruk werd nog versterkt, toen de heer Wohlbriick begon te spreken, met een zware stem, den degelgken burger verradende. Men moest den man ge negen zijn dat voelde Joachim, de volbloed aristocraat en toch peinsde hij er, toen hij even daarna met een omweg naar huis ging, te vergeefs over, hoe die twee menschen tot elkaar gekomen waren. Maar wat ging het hem ten slotte aan Was de nieuwsgierigheid van Marie aanstekelijk Laat iedereen toch op zijn eigen manier gelukkig zijnHij haalde de schouders op en nam een sigaar uit zyn koker De laatste huisjes van Johannisthal zijn lage, leeme hutjes, verspreid op de heide, waarvan het zand grauw en onbegaanbaar doordringt tot in de Biecht geplaveide, „armen buurt" en zich daar verder uitstrekt, als een onafzienbare, kale vlakte, waar geen boom, geen grashalm groeit. Maar neen aan den gezichteinder verrgst toch iets als dwergstrui ken, tegen de bleeke noordelyke lucht, en wanneer men met groote moeite de zandwoestijn lieflijks, alleen omdat het zoo onnoozel schijnt, het hart sluit voor hem of haar zal het wel steeds een geheim, een raadsel blijven, waarom dit muziekdrama zonder woorden op anderen ook op ons zulk een indruk maakte. Ea dat geheim ontsluierendat raadsel oplossen kunnen wy hun niet. Als iemand louter oor heeft voor de Turksche trom en voor een viool geen gehoor bezit, is bet onbegonnen werk hem de heerlijkheden van een symphonie te doen waardeeren. Men gevoelt die of men gevoelt die niet. Wy voor ons hebben Dinsdagavond met volle teugen genoten. En dat wij niet alleen stonden in de meening over deze eigenaardige, stille en toch zoo fraaie kunstuiting bewezen de verzekeringen van verschillende zyden, maar ook het herhaaldelgk warm applaus dat in den, op alle rangen tot in de hoeken gevulden, schouwburg weerklonk. Na het tweede bedrijf moest het scherm tweemaal, en aan het einde van de Verloren zoon zelfs driemaal omhoog. Men kon het hoorende toejuichingen droegen het kenmerk van hartelijke waardeering." En dit noemden wy geen wonder. Deze herinnering achtten wy noodig, opdat men weten zou wat morgenavond in den schouwburg ons wacht: iets fijns, iets teers. Wie, ook in gewone stukken, weet te waar deeren stil spel, stille smart, ernst, vreugde en gevoel, die zich op het gelaat afspiegelen, hg kan genot smaken. De rol verdeeling is anders dan in 1891; alleen mevrouw Da BoerVan Rijk, die toen de rol van moeder vervulde, treedt ook nu als zoodanig op. De overige rollen zijn in andere handen. De heer Henri van Kuyk, de artistieke leider van het gezelschap, speelt die van den vader. Vooraf gaat morgenavond ook een ander lever de-rideau dan het aangekondigde en wel Na de Wittebroodsweken, een stukje uit het Hongaar8ch. Te Goes ontstond Maandagavond in een winkel van gebak en suikerwerken, in de Langevorststraat, een paniek. Op de étalage, die in de woonkamer was opgesteld, viel een brandende petroleumlamp omde vlammen deelden zich aan de uitstalling mede, zoodat de toestand zich ernstig liet aanzien. Door de tegenwoordigheid van geest van den bewoner gelukte het de vlammen spoedig te stuiten, waarbg die bewoner de handen ernstig brandde. Er was nog al wat schade. Door den heer P. C. van Strien is, wegens vertrek uit E11 e w o u t s d y k, ontslag genomen als raadslid, lid van het burgerlijk armbestuur en van het zetterscollegie aldaar. Tegen het besluit van den gemeenteraad te Goes, om de jaarlijksche paarden-en veu- lenmarkt te stellen op den laten Dinsdag in Juni, in plaats van, zooals nu, op dien Dins dag in Juli, heelt de gemeenteraad van Z i e- r i k z e e bezwaren. Iu zijne jongste zitting, Zaterdag 11., merkte de voorzitter op dat, zoo die verandering tot stand kwam, de paardenmarkt te Zierikzee een dag na dien te Goes zal vallen en daardoor zeker geschaad worden, terwijl het ooknadee- lig zou zijn voor de paardenfokkery in Schou wen en Duiveland. Ook voor de markt zelf, daar personen van elders, die naar de markt te Goes doorwaad heeft, dan ontwaart men dat die armzalige boompjes, die er nitzien als de mummiën hunner eigen gestalten, nog wel door een schutting en een doornhaag beschermd worden tegen den vliegenden vijand, die hun stap voor stap den bodem betwist en met een grijze stoflaag overdekt. In hun midden staat een verweerd, uit ruwe planken getimmerd, met eeu vale kleur beschilderd kruis. Een hoog kruis, dat door den wind scheef gedron gen, eenzaam en weemoedig de vlakte be- heerscht. Rechts daarvan staan eenige ver vallen houten loodsen, waaraan een bord be vestigd is met de door den regen half uit- gewi8cbte woorden „HaltCholera-barakken! en links bevindt zich de stads vuilnisbelt, met de vriendelijke uitnoodigiag: „Hier kan vuilnis neergeworpen worden", waarvan vrg gretig gebruik gemaakt wordt blijkens de tallooze versleten schoen en, gedeukte groente- blikken, gebroken pauneu eu oude hoeden, die er verspreid liggen. Heel in de verte verrijst de stad. Hare fabriekschoorsteenen rooken, het geraas van rijtuigen en draaior gels wordt door den wind over de zandzee gedragen. Maar hier is het doodstil. Weet gy waar gij u bevindt? Zij, die hier rusten, hebben een graf gevonden dat nog haastiger gegraven is en meer gemeden wordt dan dat van den zelfmoordenaar. Het ver weerde kruis staat op het cholera-kerkhof. Zonderling sedert meer dan twintig jaar, gaan, zeker niet meer naar Zierikzee zou den komen eu het vertier aldaar dus aau- uierkelijk zou verminderen. Daarom stelden burg. en weth. voor aan Gedep. Staten hiervan kennis te geven en te verzoeken het besluit, te Goes genomen, niet goed te keuren. De heer Yan den Bout verklaarde met dit voorstel wel te kunnen meegaan, maar by be greep niet waarom in dat geval te Zierikzee minder paarden aangevoerd zonden worden, waarop de Voorzitter antwoordde, dat hy na informaties vernomen heeft, dat er jaarlijks paarden uit Tholen en Noord- en Zuid Beveland te Zierikzee werden aangevoerd, die dus nu allereerst naar Goes zullen gebracht worden en zeker niet meer aangevoerd zullen worden, terwijl er ook waarschynlgk uit Schouwen en Duiveland naar Goes vervoerd zullen worden, die dus ook den volgenden dag niet te Zie rikzee zullen zyn. De heer Van den Bout verklaarde dat hij nooit geweten heeft, dat er paarden uit Tholen en N.- en Z.-Bevelaad te Zierikzee werden aan gevoerd, maar meende toch, dat het niet zoo precies uit te maken is, of het nadeel dan wel voordeel voor Zierikzee zou opleveren. Het kon toch evengoed zyn, dat vreemde kooplui, op de markt te Goes geweest zijnde, even naar Zierikzee overwippen, om ook daar de markt te bezoeken, wat dus wel degeiyk voordeel zou geven. De voorzitter achtte het een gevaarlijke proef zich om dergelgke redenen niet tegen het besluit te verzetten. Doet men dit niet, dan wordt het goedgekeurd, en dan gaat het oiet meer aan, om, ais het later blgkt nadeelig voor Zierikzee te zyn, er op terug te komen. Het voorstel van Bargem. en Weth. werd daarop, volgens de mededeeling in de Z. Nbde met algemeene stemmen aangenomen. De heer mr A. J. F. Fokker heeft Maan dag voor het hof te 's Gravenhage den eed af.elegd als rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Zierikzee. Door den heer Th. onder Hoofdplaat werd Zaterdag een arend geschoten. De koewachter van Th., die Zondag dezen volwassen reusachtigen roofvogel in een esta- minet ter bezichtiging bood, ontving een meer dan gewoon daggeld aan stuivers. RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg Heden, (Dinsdag) zgn veroordeeld wegens verstoring der orde en wederspannighcid J. Mc M., 21 j., slager, Terneuzen, tot f 3 b. s. 3 d. b., en 14 d. gev. straf diefstalA. V., 16 j., koewachter, Axel, tot 3 m., C. M., 64 j., werkman, Axel, tot 14 d., en M. L. J., 21 j., zonder beroep, Vlissingen, tot 7 d. gev. straf, en J. R., 67 j., zonder be roep, Vlissingen, tot f 3 b. s. 3 d. h., en C. V., 60 j., wed. J. D., arbeidster, Stoppeldijk, tot f 1 b. s. 1 d. h.,en mishandeling N. F., 22 j., kermisreiziger zonder bekende woonplaats, tot 14 d. gev. straf. VrijgesprokenJ. F. M. Jz., 59 j., schipper, Walsoorden (Hontenisse), en C. W., 39 j., hvr. van P. M. G., Vlissingen, beiden beklaagd van diefstal. Ter aanvulling van het verslag van de behandeling van het niet gekeurde vleesch voor het kantongerecht te Goes, dient nogge< kwam hier zelden iemand (de laatste cholera, epidemie in Johannisthal heugt Goddank, bgna niemand der thans levende bewoners meer) en heden op dezen warmen Junidag loopen er versche wagensporen over de heide, tot aan den kerkhofsmuur, eu ook in de barakken is eensklaps bedryvigheid gekomen En daar in de stad, voor die bedompte, kleine arme huisjes in de achterbuurt ziet men bleeke, verschrikte gezichten. Voor de vensters van enkele huizen ontwaart men betraande oogen. Op enkele deuren zijn roode briefjeB geplakt. Zoodra de menschen op straat die in het oog krggen, maken zg een grooten omweg, tot aan den overkant, houden hunne kleêren bij elkaar en fluisteren. Zoo was het reeds sedert een week in de buurt gesteld. Aan het andere uiteinde der stad, waar de villa's deftig achter hunne tuinen lagen en de openbare gebouwen statig verrijzen, wist men van dien toestand al heel weinig af. Mijn hemel een paar sterfge vallen aan typhus en diarrhee kwamen in den tijd van het overvloedige ooft altgd voor, waarom waren de menschen ook zoo gulzig en onvoorzichtig? Dat er nu een paar cholera gevallen bijkwamen (als het werkelgk cholera was), dat beteekende immers zooveel niet, te minder daar die ongenoode gast zich volgens de statistiek, met een zeldzaam gevoel van betameiykheid, steeds binnen de grenzen der armenwijken hield. Hier buiten waren echter k

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1