MIDDELRIRGSCHE COURANT.
7 December.
141® Jaargang.
1898
Woensdag
Middelburg 6 December.
FEUILLETON.
3 DE BEGGENKLIMSTER.
w
N°. 288.
D**e courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen,
Pr^'s, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland fr&neep.p., 1°-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg C Dec. 8 u. vm. 88 gr. 12 u 50 gr.,
av. i u. 48 gr. F. Verw. Z. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middag* vóór iést uur
aan het bureau bezorgd zyn,
AdrertentiSn20 oeni per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 eent. Reclames *0 cent por regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën by abonnement op voordeelige
▼oorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te AmsterdamA. de La Mar Azn. en Max R.
Nunïs; te Rotter dam: Nijgh van Ditmar.
Werklieden In Ouitschland.
Uit den Geldersehen Achterhoek schrijft
men aan de Arnh. Crt
De Nederlandsche arbeiders in Duitschland
vormen in de laatste dagen het onderwerp van
vele gesprekken. Zij zijn in twee rubrieken te
verdeelen. De arbeiders die als „lastig" worden
uitgewezen, en zij die zich in bun poging om
werk te zoeken deerlijk bedrogen zien. Over
deze laatsten willen we het tbans hebben. Ook
ons is het meermalen opgevallen, welke groote
groepen van arbeiders het station te Emmerik
passeerden, om hun reis naar de Duitsche
fabriekssteden te ondernemen. Meestal kwamen
ze uit Groningen en Friesland. Ze worden ge
lokt door de advertentiën, welke men bijna
uitsluitend in Friesche bladen aantreft, en
waarby zij rekenden in de toekomst eenige
honderden guldens te kunnen overleggen. Wer
kelijk bekomen velen hunner een betrekking.
Zij zien echter al spoedig, dat weliswaar het
loon daar enorm hooger is, doch dat de uit
gaven naar verhouding dubbel zoo hoog zijD
als in Holland. Behalve dat, zoeken vele bazen
op de steenovens en fabrieken er hun voordeel
in een nering te drijven, waarvan de winsten
meest uit de zakken der Hollaudsche arbeiders
komen. Dit mag ook wel een reden zgn, dat
bij voorkeur Hollandsche arbeiders gevraagd
worden. Nu staat het den Hollandschen arbei
ders vry, wanneer ze zien dat ze hier eveD
ver als in Holland komen, weer huiswaarts te
keeren. Weinigen doen dit echter. De meesten,
niet gewoon veel geld in handen te hebben,
voelen zich opgetogen wanneer ze elke week
een aantal zilverstukken mogen tellen, al
weten ze, dat ze die veel spoediger moeten
uitgeven dan zij ze hebben verdiend. Behalve
dat nemen ze de vrijheid hunne vrienden et
kennissen, die in Holland achterbleven, in
brieven op te winden door de buitengewone
welvaart die ze genieten en achten zich zelfs
gelukkig Duitschland als woonplaats te hebben
gekozen. Andere jongelieden die nu vernemen
hoe goed het Piet of Kees gaat, vragen zich af:
waarom zal mij niet gelukken wat anderen gelukt
is Al spoedig zonder te weten of er wel werk
voor hem te vinden is, onderneemt men de reis
naar het land van het dure brood; doch is het won
der dat dergelgke lieden spoedig met de handen
in het haar staan wanneer de reiscenten op zijn
en ze weer genoodzaakt worden naar het ouder-
lijk huis terug te keeren of den ouden baas op
te zoeken, die wel een honderd gulden minder,
maar ze dau toch zeker gaf. Indien dergelijke
jongelieden bedachten, dat de berichten, die
men uit de verte krygt, zoo licht kunnen wor
den overdreven, dan zouden ze zich wel voor
teleurstelling wachten. Dikwgls wekte het onze
ergenis, hoe we jongelieden, die de „groote
reis" ondernamen, in den trein op dat kleine
Holland hoorden smalen, omdat men daar den
arbeider zyn looa niet gunde. Menigeen zou
zeker een lager toontje hebben aangeslagen,
wanneer hy vooruit wist, dat by door deD
drang datzelfde landje binnen kort tijdsverloop
weer zou moeten opzoeken.
Medeiyden hadden we daarentegen met die
lieden, die op goed geluk naar Duisburg, Ober
NOVELLE Tan M. TAMMS.
Uit het Duitsch.
Met een kreet van onuitsprekelijk geluk
rukte Josefa zich los en sloeg juichend hare
armen om den hals harer moeder, al roepende:
„Maatzi, gij, van daagO Ma Maatzi,"
terwijl zy beurtelings lachte en schreide.
Joachim had zich moeten verwijderen. Hij
had het kind afgeleverd en in het gewone
leven verfoeide hij niets zoo zeer als ongepaste
nieuwsgierigheid. En toch hy herkende
zich zeil bijna niethet was alsof zijne oogen
vastgeschroefd waren aan dit liefeiyke beeld.
Al die koffers, plaids en doozen spraken
van een onverwachte tehuiskomst, evenals de
loshangende zijden mantel der jonge vrouw,
die met bevallige plooien hare slanke gestalte
omsloot. Haar hoed was achteloos op een
atoel geworpen. Het blonde haar golfde met
zilveren glans om haar schoon gevormd hoofd.
En welk een hoofdWelke trekkenEn
daar naast het Zigeunergezicht je van Josefa,
die vol zaligheid hare bruine wangen tegen
bet blanke gelaat der moeder aanvleide. Het
kind was hem nog nooit zoo bekooriyk voor
gekomen, als heden, met dien overgelukkigen
bausen, Essen enz. gingen, teneinde kans te
hebben een broodje te vinden. Daaronder
zagen we vaders van gezinnen, die slapte in
bun ambacht hadden, lang hadden geleden,
veel geprobeerd, doch wien alles was mislukt.
Ze wisten niet of er wel werk voor hen was,
doch waar zoo vel en werkten, daar moest voor
hen toch ook nog wel een plaatsje open zijn.
Hun reisgeld hadden ze verkregen door het
een of ander huismeubel te verpanden. Ze
hadden maar een kaart enkele reis genomen,
zoo stellig meenden ze werk te vinden. Zouden
ze zonder werk afgescheept worden, dan gingen
ze maar naar den Nederlandschen consul, die
zou, van hun onmacht overtuigd, wel voor
reisgeld zorgen, of men liet zich over de gren
zen zetten. Hevig ontdaan was menig hunner
toen ze vernamen, dat bij aanneming van
werklieden de eerste zes weken geen loon werd
uitbetaald. Men begrijpt welk een geschikte
gelegenheid voor keet- en neringbaz9n om de
werklieden te knevelen.
Na het vorenstaande zal men nog meer dan
vroeger het wenschelijke bepleiten om Neder
landsche werklieden te waarschuwen niet naar
Duitschland te gaan, wanneer ze niet de zeker
heid hebben werk te vinden. Die waarschuwing
zij echter niet alleen uitgesproken ten opzichte
der personen, die in Duitschland hun lokmid
delen bezigen, maar ook onze werklieden mogen
er ernstig over denken, niet op lichtzinnige
wijze het voorbeeld van anderen te volgen.
DE BEGRAFENIS
van den heer mr T. H. der Kinderen, oud-lid
van den Raad van Nederlandsch-Indië, bad
Maandag te 's Gravenhage onder talrijke blij
ken van belangstelling plaats.
In de eerste plaats werden op de algemeene
begraafplaats opgemerkt de minister van kolo
niën, de heer Cremer, en het gewezen hoofd
van dat departement, de heer Bergsma. Het
Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde
en het Indisch Genootschapde Indische In
stelling te Delft; het Hoofdbestuur der Vrij-
metselary in Nederland, het Kapittel en het
Bestuur van de loge V Union Royale waren
vertegenwoordigd.
Voorts werden opgemerkt oud-leden in den
Raad van Indië en leden van den Raad van
State, de referendaris van het dep. van
koloniën, de heer Loudon, een zeer groot aan
tal oud-, hoofd- en verdere ambtenaren van het
civiel bestuur in Indië, gepensioneerde In
dische opper- en hoofdofficieren, vertegenwoor
digers van de Ned.-Ind. Stoomvaartmaat
schappij enz.
De koninklijke vereeniging Het eereteeken
voor belangrijke krijgsverrichtingen ging met
omfloerst vaandel op het kerkhof den stoet
vooraf. Nadat de heer Gerth van Wgck, predi
kant, eenige woor den had gesprokenvoerden nog
mr Van Gennep en prof. Kern het woord. Eerst
genoemde herdacht den overledene als man van
beteekenis en groote werkkracht,laatstgenoemde
sprak uit naam van het Koninklijke Instituutvoor
de taal-, land- en volkenkunde en van bet Indisch
Genootschap en huldigde in mr Der Kinderen
den warmen vriend en bevorderaar van de
kunst in Indië, welke vriendschap niet ver
flauwd bleek bg zijn komst hier te lande.
Als vrymetselaar herdachten deu overledene
de heeren Isebree Moens, te Rotterdam (Md
van het hoofdbestuur), S. M. Hugo van Ggn
van Doidrecht, Van Meeteren Brouwer en
trek om de roode lippen. Hare oogen straalden
van geluk en hare fijne ledematen omklemden
letterlijk hare ranke, slanke moeder.
Joachim voelde dat hij ontroerde; hij beet
zich op de lippen en keerde zich afdoch
eensklaps liet de heggenklimster zich
los, vloog als een wervelwind door de vesti
bule en duwde een deur open om gillend haar
„Pappi" te zoeken.
Eerst nu zag de jonge vrouw met verbaasde
oogen naar den vreemdeling om. Joachim
trad naar voren en zei kortaf„Von Deutsche,
uw dochtertje was bij mijne ouders hiernaast
en ik heb haar teruggebracht.
„Al te goed," antwoordde zij vriendelijk.
„Ik hoop dat zij u niet veel last veroorzaakt
heeft. Ik vrees, dat gg haar nog al verwilderd
zult vinden, en dat is zij helaas'ookvoegde
zij er met een zucht bij. „Ik ben geen heldin
in het opvoeden waarschijnlijk omdat ik
zelf nog een onopgevoed kind was, toen ik
trouwde."
Zij zei dit met een kinderlgk lachjeev toen
Joachim, in plaats van te antwoorden, zwijgend
boog, stak zij hem schuchter de hand toe en
vroeg nog eens: „Is zy heel ondeugend ge
weest?" Wederom troffen hem haar schoone
oogen en hij voelde dat hij zachter gestemd werd.
„Wij hebben haar allen liefgekregen," zei
hy eenvoudig, en toen het kind op dit oogen-
blik weer naar hem toekwam legde hg, als
om dit te bevestigen, zyn hand op baar hoofd
generaal Luymes, die nog namens de loge De
ster in het Oosten te Batavia een krans voegde
by de vele anderen.
De heer A. H. G. Fokker, een der schoon
zoons van den afgestorvene, vertolkte den dank
der betrekkingen voor de betoonde belang
stelling.
BENOEMINNKA ENZ.
B'ij kon. besluit:
is tegen 1 Jan., op verzoek, eervol ontslag
verleend aan den bosch wachter in het rent
ambt Breda, Abraham Bakkeren
ia de bij besluit van den raad der gemeente
Amsterdam, van 16 November 1898, gedane
benoeming van dr E. Dubois tot buitengewoon
hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit
aldaar bekrachtigd
is de Oost Indische ambtenaar met verlof
J. Oudkerk, laatstelijk onderwgzer der 2e
kl. bij het O. L. onderwijs voor Europeanen
en met dezen gelgkgestelden in Ned.-Indië, op
zijn verzoek, wegens physieke ongeschiktheid,
eervol nit 's lands dienst ontslagen, met toe
kenning van pensioen en
is aan jhr mr M. A. de Savorniu Lobman,
op verzoek, in verband met zijne benoeming
tot griffier bij het kantongerecht te Winscho
ten, tegen 1 Jan., eervol ontslag verleend uit
zijne betrekking van adjunct-commies by het
departement van koloniën.
Door den minister van binnenlandsche zaken
is tegen 16 Dec. benoemd tot opzichter by
'sryks museum te Amsterdam B. van Heusden,
gepensioneerd brievenbesteller.
Het hof heeft, wegens het overlijden van de
prinses Hermann van Saksen Weimar Eisenach,
geboren prinses van Wurtemberg, den lichten
rouw aangenomen voor den tgd van drie dagen.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Het programma voor de morgen (Woens
dag) door de Nederlandsche tooneelvereeniging
in den schouwburg te Middelburg te
geven voorstelling is geheel gewgzigd.
De bekende tooneelspeler L. van Wester
hoven is Zondag plotseling ernstig ongesteld
gewordeneen tgding, die zeker velen in onze
stad met leedwezen zullen vernemen.
Dientengevolge kan het aangekondigde blij
spel De Zonzij van het leven niet opgevoerd
wordeD, want de genoemde verdienstelijke too
neelspeler is in de rol, welke hij daarin ver
vult, niet te vervangen.
In plaats daarvan nu zal men zie de
advertentie in dit nommer worden opge
voerd het muziekdrama De verloren zoon, eeD,
dunkt ons, uitmuntende keuze, een ruil, die
onzes inziens te prijzen valt.
Het is zeven jaren geleden dat dit lieve,
aandoenlgke drama hier gegeven werd, en wij
herinneren ons nog als de dag van gisteren
welk een indruk het maakte.
In ons nommer van 29 October van 1891
schreven wij o. a.
„Het is eenig en alleen, dunkt ons, oene
kwestie van gevoel.
Voor hem of haar, in wier binnenste geen
snaar trilt voor het eenvoudige; wier gemoed
niet vatbaar is voor indrukken, teweeg gebracht
door de harmonie, welke er in de Verloren zoon
bestaat tusschen mimiek en mnziekdie louter
het koele verstand laat spreken en voor iets
en hief baar gezichtje naar hem op.
Zij werd door een heer gevolgd. Een groote,
breedgeschouderde man, met grove trekken.
Als een bliksemstraal schoten Joachim de
woorden van het kind door het hoofd
„Mijn vader heet Anton en mgn moeder Ioga
Daar stonden zg beiden voor hem, als de be
lichaming hunner namen en die indruk werd
nog versterkt, toen de heer Wohlbriick begon
te spreken, met een zware stem, den degelgken
burger verradende. Men moest den man ge
negen zijn dat voelde Joachim, de volbloed
aristocraat en toch peinsde hij er, toen hij
even daarna met een omweg naar huis ging,
te vergeefs over, hoe die twee menschen tot
elkaar gekomen waren. Maar wat ging het
hem ten slotte aan Was de nieuwsgierigheid
van Marie aanstekelijk Laat iedereen toch
op zijn eigen manier gelukkig zijnHij haalde
de schouders op en nam een sigaar uit zyn
koker
De laatste huisjes van Johannisthal zijn
lage, leeme hutjes, verspreid op de heide,
waarvan het zand grauw en onbegaanbaar
doordringt tot in de Biecht geplaveide, „armen
buurt" en zich daar verder uitstrekt, als een
onafzienbare, kale vlakte, waar geen boom,
geen grashalm groeit. Maar neen aan den
gezichteinder verrgst toch iets als dwergstrui
ken, tegen de bleeke noordelyke lucht, en
wanneer men met groote moeite de zandwoestijn
lieflijks, alleen omdat het zoo onnoozel schijnt,
het hart sluit voor hem of haar zal het
wel steeds een geheim, een raadsel blijven,
waarom dit muziekdrama zonder woorden op
anderen ook op ons zulk een indruk
maakte. Ea dat geheim ontsluierendat raadsel
oplossen kunnen wy hun niet.
Als iemand louter oor heeft voor de Turksche
trom en voor een viool geen gehoor bezit, is
bet onbegonnen werk hem de heerlijkheden
van een symphonie te doen waardeeren.
Men gevoelt die of men gevoelt die niet.
Wy voor ons hebben Dinsdagavond met
volle teugen genoten. En dat wij niet alleen
stonden in de meening over deze eigenaardige,
stille en toch zoo fraaie kunstuiting bewezen
de verzekeringen van verschillende zyden, maar
ook het herhaaldelgk warm applaus dat in den,
op alle rangen tot in de hoeken gevulden,
schouwburg weerklonk.
Na het tweede bedrijf moest het scherm
tweemaal, en aan het einde van de Verloren
zoon zelfs driemaal omhoog. Men kon het
hoorende toejuichingen droegen het kenmerk
van hartelijke waardeering."
En dit noemden wy geen wonder.
Deze herinnering achtten wy noodig, opdat
men weten zou wat morgenavond in den
schouwburg ons wacht: iets fijns, iets teers.
Wie, ook in gewone stukken, weet te waar
deeren stil spel, stille smart, ernst, vreugde
en gevoel, die zich op het gelaat afspiegelen,
hg kan genot smaken.
De rol verdeeling is anders dan in 1891;
alleen mevrouw Da BoerVan Rijk, die toen
de rol van moeder vervulde, treedt ook nu
als zoodanig op.
De overige rollen zijn in andere handen. De
heer Henri van Kuyk, de artistieke leider van
het gezelschap, speelt die van den vader.
Vooraf gaat morgenavond ook een ander
lever de-rideau dan het aangekondigde en wel
Na de Wittebroodsweken, een stukje uit het
Hongaar8ch.
Te Goes ontstond Maandagavond in een
winkel van gebak en suikerwerken, in de
Langevorststraat, een paniek. Op de étalage,
die in de woonkamer was opgesteld, viel een
brandende petroleumlamp omde vlammen
deelden zich aan de uitstalling mede, zoodat de
toestand zich ernstig liet aanzien. Door de
tegenwoordigheid van geest van den bewoner
gelukte het de vlammen spoedig te stuiten,
waarbg die bewoner de handen ernstig brandde.
Er was nog al wat schade.
Door den heer P. C. van Strien is, wegens
vertrek uit E11 e w o u t s d y k, ontslag genomen
als raadslid, lid van het burgerlijk armbestuur
en van het zetterscollegie aldaar.
Tegen het besluit van den gemeenteraad
te Goes, om de jaarlijksche paarden-en veu-
lenmarkt te stellen op den laten Dinsdag in
Juni, in plaats van, zooals nu, op dien Dins
dag in Juli, heelt de gemeenteraad van Z i e-
r i k z e e bezwaren.
Iu zijne jongste zitting, Zaterdag 11., merkte
de voorzitter op dat, zoo die verandering tot
stand kwam, de paardenmarkt te Zierikzee een
dag na dien te Goes zal vallen en daardoor
zeker geschaad worden, terwijl het ooknadee-
lig zou zijn voor de paardenfokkery in Schou
wen en Duiveland. Ook voor de markt zelf, daar
personen van elders, die naar de markt te Goes
doorwaad heeft, dan ontwaart men dat die
armzalige boompjes, die er nitzien als de
mummiën hunner eigen gestalten, nog wel door
een schutting en een doornhaag beschermd
worden tegen den vliegenden vijand, die hun
stap voor stap den bodem betwist en met
een grijze stoflaag overdekt. In hun midden
staat een verweerd, uit ruwe planken getimmerd,
met eeu vale kleur beschilderd kruis. Een
hoog kruis, dat door den wind scheef gedron
gen, eenzaam en weemoedig de vlakte be-
heerscht. Rechts daarvan staan eenige ver
vallen houten loodsen, waaraan een bord be
vestigd is met de door den regen half uit-
gewi8cbte woorden „HaltCholera-barakken!
en links bevindt zich de stads vuilnisbelt,
met de vriendelijke uitnoodigiag: „Hier kan
vuilnis neergeworpen worden", waarvan vrg
gretig gebruik gemaakt wordt blijkens de
tallooze versleten schoen en, gedeukte groente-
blikken, gebroken pauneu eu oude hoeden,
die er verspreid liggen. Heel in de verte
verrijst de stad. Hare fabriekschoorsteenen
rooken, het geraas van rijtuigen en draaior
gels wordt door den wind over de zandzee
gedragen. Maar hier is het doodstil. Weet
gy waar gij u bevindt? Zij, die hier
rusten, hebben een graf gevonden dat nog
haastiger gegraven is en meer gemeden wordt
dan dat van den zelfmoordenaar. Het ver
weerde kruis staat op het cholera-kerkhof.
Zonderling sedert meer dan twintig jaar,
gaan, zeker niet meer naar Zierikzee zou
den komen eu het vertier aldaar dus aau-
uierkelijk zou verminderen. Daarom stelden
burg. en weth. voor aan Gedep. Staten hiervan
kennis te geven en te verzoeken het besluit,
te Goes genomen, niet goed te keuren.
De heer Yan den Bout verklaarde met dit
voorstel wel te kunnen meegaan, maar by be
greep niet waarom in dat geval te Zierikzee
minder paarden aangevoerd zonden worden,
waarop de Voorzitter antwoordde, dat hy na
informaties vernomen heeft, dat er jaarlijks
paarden uit Tholen en Noord- en Zuid Beveland
te Zierikzee werden aangevoerd, die dus nu
allereerst naar Goes zullen gebracht worden
en zeker niet meer aangevoerd zullen worden,
terwijl er ook waarschynlgk uit Schouwen en
Duiveland naar Goes vervoerd zullen worden,
die dus ook den volgenden dag niet te Zie
rikzee zullen zyn.
De heer Van den Bout verklaarde dat hij
nooit geweten heeft, dat er paarden uit Tholen
en N.- en Z.-Bevelaad te Zierikzee werden aan
gevoerd, maar meende toch, dat het niet zoo
precies uit te maken is, of het nadeel dan wel
voordeel voor Zierikzee zou opleveren. Het kon
toch evengoed zyn, dat vreemde kooplui, op
de markt te Goes geweest zijnde, even naar
Zierikzee overwippen, om ook daar de markt
te bezoeken, wat dus wel degeiyk voordeel zou
geven.
De voorzitter achtte het een gevaarlijke
proef zich om dergelgke redenen niet tegen
het besluit te verzetten. Doet men dit niet,
dan wordt het goedgekeurd, en dan gaat het
oiet meer aan, om, ais het later blgkt nadeelig
voor Zierikzee te zyn, er op terug te komen.
Het voorstel van Bargem. en Weth. werd
daarop, volgens de mededeeling in de Z. Nbde
met algemeene stemmen aangenomen.
De heer mr A. J. F. Fokker heeft Maan
dag voor het hof te 's Gravenhage den eed
af.elegd als rechter-plaatsvervanger in de
rechtbank te Zierikzee.
Door den heer Th. onder Hoofdplaat
werd Zaterdag een arend geschoten.
De koewachter van Th., die Zondag dezen
volwassen reusachtigen roofvogel in een esta-
minet ter bezichtiging bood, ontving een meer
dan gewoon daggeld aan stuivers.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg
Heden, (Dinsdag) zgn veroordeeld wegens
verstoring der orde en wederspannighcid J. Mc
M., 21 j., slager, Terneuzen, tot f 3 b. s. 3 d.
b., en 14 d. gev. straf
diefstalA. V., 16 j., koewachter, Axel, tot
3 m., C. M., 64 j., werkman, Axel, tot 14 d.,
en M. L. J., 21 j., zonder beroep, Vlissingen,
tot 7 d. gev. straf, en J. R., 67 j., zonder be
roep, Vlissingen, tot f 3 b. s. 3 d. h., en C.
V., 60 j., wed. J. D., arbeidster, Stoppeldijk,
tot f 1 b. s. 1 d. h.,en
mishandeling N. F., 22 j., kermisreiziger
zonder bekende woonplaats, tot 14 d. gev. straf.
VrijgesprokenJ. F. M. Jz., 59 j., schipper,
Walsoorden (Hontenisse), en C. W., 39 j., hvr.
van P. M. G., Vlissingen, beiden beklaagd van
diefstal.
Ter aanvulling van het verslag van de
behandeling van het niet gekeurde vleesch
voor het kantongerecht te Goes, dient nogge<
kwam hier zelden iemand (de laatste cholera,
epidemie in Johannisthal heugt Goddank, bgna
niemand der thans levende bewoners meer)
en heden op dezen warmen Junidag loopen er
versche wagensporen over de heide, tot aan
den kerkhofsmuur, eu ook in de barakken is
eensklaps bedryvigheid gekomen
En daar in de stad, voor die bedompte,
kleine arme huisjes in de achterbuurt ziet men
bleeke, verschrikte gezichten. Voor de vensters
van enkele huizen ontwaart men betraande
oogen. Op enkele deuren zijn roode briefjeB
geplakt. Zoodra de menschen op straat die
in het oog krggen, maken zg een grooten
omweg, tot aan den overkant, houden hunne
kleêren bij elkaar en fluisteren.
Zoo was het reeds sedert een week in de
buurt gesteld. Aan het andere uiteinde der
stad, waar de villa's deftig achter hunne
tuinen lagen en de openbare gebouwen statig
verrijzen, wist men van dien toestand al heel
weinig af. Mijn hemel een paar sterfge
vallen aan typhus en diarrhee kwamen in den
tijd van het overvloedige ooft altgd voor,
waarom waren de menschen ook zoo gulzig
en onvoorzichtig? Dat er nu een paar cholera
gevallen bijkwamen (als het werkelgk cholera
was), dat beteekende immers zooveel niet, te
minder daar die ongenoode gast zich volgens
de statistiek, met een zeldzaam gevoel van
betameiykheid, steeds binnen de grenzen der
armenwijken hield. Hier buiten waren echter
k