MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 287. 141° Jaargang. 1898 Dinsdag 6 December. Met nog enkele regelen De*e courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Pr§H, per kwartaal, «oowel yoor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franee p.p., s Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 5 Dec. 8 u. vm. 48 gr. IS a 52 gr., *V. 4 u.50 gr. F.Verw. W. wind. AdvertentiSs voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSnSO cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke rogel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zg innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agentem' Te AmsterdamA. de La Mab Azn. en Max R. Ncnes; te Rotter-dam: Nijgh van Ditmab. Middelburg 5 December. wenschen wij thans afscheid te nemen van de kwestie-Diinner, zooals wij die kortheids halve noemen zullen. Wjj willen dit doen aan de hand van het geen het Alg. Hbld., welks redactie de feiten en toestanden, op deze zaak betrekking heb bende, van zeer nabij kent. Vooraf herinneren wij dat wij aan het hoofd- punt, dat het geheel beheerscht, onze aandacht eerst hebben gewijd en daarover ons gevoelen gezegd, nadat ook andere opperrabbijnen zich geheel of ten deele aan de zijde van den heer Dünner Bcha&rden. Wy deden dit, omdat wij vóór dien tijd meen den dat de beweging een zuiver Amsterdamsch karakter droeg en niet als een aanval tegen de openbare school in 't algemeen kon be schouwd worden. Eerst later, toen meerderen zich daarin meng den, kreeg de beweging een ander karakter. En wy gelooven dat dit geschiedde tegen de bedoeling van den heer Dunner zeiven. Wij herhalen wat wij schrevenals waar ii wat hy meedeelde over de houding van enkele openbare onderwijzers, dar was hij in zyn recht om daartegen op te komen en daarover te klagen. Maar verder had hij niet mogen gaan en het algemeen karakter der openbare school had hy onaangetast moeten laten. En hij zou dit zeker ook gedaan hebben, als hy geweten had dat hetgeen hij in eene vertrouwelijke circulaire aan eenige gefortu neerde geloofsgenooten schreef, om bijdragen voor een Israelietische secteschool in Amster dam, aan de openbaarheid zou worden prijs gegeven. Wie dit schrijven publiceerde, bewees hem en de openbare school een slechten dienst en maakte een minder gepast gebruik van een jutiem verzoek. Zyn wy goed ingelicht, dan was het dr Dun ner eenvoudig te doen om op zulk eene ver trouwelijke wyze, ondershands geld te krijgen voor een sehool, die hij nuttig vond in de plaats zyner inwoning. En daartoe heeft hij van zyn standpunt gelijk. Bovendien met het W. blad v. Z. VI. (W. D.) zeggen wij „Nu in Amsterdam, waar de heer Dünner woont, kan het geen kwaad, dat er nog wat nieuwe scholen, al zijn het dan ook secte scholen, bijkomen, want daar loopen nog meer dan 2000 kinderen (volgens officieele opgaven; menschen, die het kunnen weten zeggen 4000) rond zonder onder wys, omdat er op de bestaande scholen geene plaats voor hen is." De zwakke zyde van dr Dünner's houding schuilt, wy zeggen het nog eens, in zyne cor respondentie met burg. en weth., waar hij niet duideiyke, niet te bewyzen, niet te onderzoeken beschuldigingen tegen de openbare school uitte. Zijn yver voerde hem hier by te ver. En niet onwaarschyniyk, dat hij dit zelf nu wel heeft ingezien. Uit de briefwisseling nu, ontdaan van alle byzaken, biykt, als wij juist opmerken, zegt het Hbld, dat de bedenkingen van dr Dünner tegen de openbare school geenszins dezelfde zyn als reeds lang van katholieke en orthodox-protes- tantsche zyde zyn aangevoerd. „Het is juist 30 jaar geleden, sedert (in 1868) het Mandement der bisschoppen werd uitge vaardigd, waarin aan de katholieken werd voorgehouden dat het openbaar neutraal onder wijs onvoldoende was te achten en zij tot het oprichten en bezoeken van katholieke scholen werden aangespoord. Tien jaar later toen de Bchoolwetherziening van 1878 de openbare school gehandhaafd en verbeterd had leidde groote beweging onder de orthodoxe prote stanten niet enkel tot het Volkspetitionnement", maar tevens tot het stichten van nog een aantal protestantsche secte-scholen. Het heeft 20 jaar geduurd, alvorens van Israëlietische zyde uit de hooge geestelykheid tot de geloofsgenooten een roepstem kwam om eigen secte-scholen op te richten en dus terug te keeren tot den vroe- geren toestand, toen de Israël, kinderen ir afzonderiyke scholen tegelijk hun maatschap pelijke en godsdienstige opleiding konden ont vangen. Maar met deze aansporing wordt geenszins hetzelfde beoogd als met den strijd, die van Christeiyke zijde tegen het openbaar onderwijs wordt gevoerd. Aan die zijde kan men met de openbare school geen vrede hebben, omdat men verlangt dat het gehpele onderwijs der kin deren doortrokken zy met de leer van den godsdienst dien de ouders belijden. Zulk onder wijs kan de openbare school, zooals zij hier te lande bestaat, niet geven, en mag zij niet geven. Wie dergelijk onderwijs verlangt, moet daartoe afzonderlijke scholen inrichten, waar voor als aan de eischen der wet is voldaan sedert 1890 rijkssubsidie wordt Langen tijd is hier te lande de meening overheerschend geweest, dat de gemengde neutrale overheidsschool bruikbaar is voor alle iogezetenen, van welken godsdienst ook. Toen die school in 1806 werd ingevoerd, werd zy ook van katholieke zijde met welgevallen begroet. Dit toont het Amsterdamsch blad aan uit een schrijven van den aartspriester van Friesland, den eerw. heer B. de Haan, aan de regeering der Bataafsche Republiek. Het slot daarvan luidde o.a. „Zullen wij eens het heilzaam doel bereiken, hetwelk het gouvernement zich voorstelt en waartoe het ons aanmaant om krachtdadig mede te werken, dan is het met de kinderen dat wij beginnen moeten, en ofschoon in onze kerk het onderwijs in het leerstellige geheel aan ons bevolen is, zoo zal het aanmanen een gou vernement, dat het welzyn der maatschappij zoo sterk behartigt, ons te meerder aansporen tot het volbrengen van onze plichten, om hier door een blyk te geven van onze onderwerping, achting en eerbiedzullende te gelijk God bidden, dat hij de pogingen der hooge overheid tot het algemeen welzijn gelieve te zegenen." Zoo schreef in 1806 in het begin dezer eeuw een hooggeplaatst katholiek priester. En toen ongeveer een halve eeuw daarna de schoolwet werd herzien, werd in de nieuwe wet het bekende art. 23 (thans art. 33) („De onder - wijzer onthoudt zich van iets te leeren, te doen of te laten wat strijdig is met den eerbied, verschul digd aan de godsdienstige begrippen van an dersdenkenden") met deze woorden omschreven op voorstel van den Katholieken afgevaardigde Meeussen, met wien alle katholieke Kamerleden er voor Btemden. Deze geschiedkundige herinnering is zeker niet misplaatst, nu 't eind dezer eeuw telkens weder heeft getoond, dat de wensch van den aartspriester van 1806 een hersenschim is ge weest, en men telkens weder verder wil gaan om de kinderen van hetzelfde volk van elkander Maar dergelijken toeleg kunnen wij niet ontdekken in de geschriften, welke van dr Dünner zijn uitgegaan. Wat hem geleid heeft tot de aansporing tot zyn geestverwanten om afzonderlyke Israëlietische scholen op te richten, is Diet afkeer tegen de openbare school in 't algemeeD, uit beginsel, maar wegens het ge vaarlijk karakter dat hij meent dat die school allengs heeft gekregen. En hieruit laat zich ook verklaren waarom de geachte Opperrabbyn niet vroeger zich heeft doen hooren. Vroeger zoo verzekert hij konden de Israëlieten bun kinderen met gerustheid naar openbare school zenden, omdat de voor- jhreven neutraliteit streng gehandhaafd werd; thans echter, beweert hij, dat de toe stand zoozeer is veranderd, dat die waarborg ontbreekt. Hierby komt nog een andere redende be langen van het godsdienstonderwijs, dat niet tot zyn recht komen kan, zoolang het maat- schappelyk onderwys zooveel uren eiken dag in beslag neemt. Dit motief spreekt ook dui- delyk uit de adviezen van de meeste ambtge- nooten van dr Dünner. En het is zeker op merkelijk, dat dergelijke klacht onlangs ook is aangeheven door een aantal Christenen, die volstrekt geen tegenstanders zijn van de open bare school. De bedoeling van den heer Dünner is der halve geiyk hy in zyn laatsten brief aan B. en W. schrijft geenszins „een aanval op neutrale school te doen, maar om te waarschu wen voor de bestanddeelen die de neutraliteit miskennen." „Ik viel niet de neutrale school aan", zoo luiden de slotwoorden, „maar „schuwde voor hen die haar in de hartader aantasten." Voor dat streven moeten de voorstanders der neutrale school hem dankbaar zijn. Niets kan hun liever wezen dan dat al wat geschie den mocht om haar karakter te doen ontaar den, te bederven, aan het licht wordt gebracht, zoodat er tegen gewaakt kan worden. Het grootste gedeelte der ouders die van die sehool gebruik maken, zou er ten zeerste tegen op komen, indien er inderdaad socialistische, anti- monarchale en nieuw-Maltlmsianistische be grippen door de onderwijzers werden verspreid, in Btrijd met de roeping der openbare school. Is echter gebleken dat de toestand zóó ernstig is, dat den heer Dünner geen andere kans over bleef dan alarm te roepen en de openbare school onbruikbaar te verklaren voor zyn geestver wanten? Burg. en weth. hebben hem bij herhaling uitgenoodigd zijn beschuldiging waar te maken, dat de neutraliteit door de onderwijzers op zoo ernstige wijze wordt geschonden. In twee gevallen, waarover hun feiten waren medege deeld, hebben zy een onderzoek ingesteld. Andere gevallen, zoo vernemen wy nu, kunnen niet nader worden aangeduid wat toch zoo noodig ware om maatregelen tegen herhaling te kunnen nemen omdat het ambtsgeheim verbiedt namen te noemen en men als getuigen slechts kinderen zou kunnen hooren. Wij gelooven dat burg. en weth. terecht na zulk een antwoord zich van verdere stappen ontslagen achten. ZoolaDg althans de ouders, wier namen de heer Dtioner niet mag noemen, hem niet machtigen zulks nog te doen of zich rechtstreeks tot het gemeentebestuur wenden, zoolang heeft men ook geen recht op grond van vage, niet nauwkeurig gestaafde klachten aan te nemen dat er tegen de neutraliteit zoo schromelijk wordt gezondigd." Het Hbld herinnert aan hetgeen het vorige jaar in de Tweede kamer voorviel, toen de heer De Savornin Lohman er op wees dat op vele openbare scholen een sociaal-democratische geest heerschte. Zorg voor die school dreef dien afgevaardigde stellig niet tot die opmerking. Zij zal wel eenvoudig gemaakt zijn om zulk een beschul diging eens in breeder kring bekend te maken. Wat wij nu dezer dagen schreven, merkte de minister Goeman fj^rgesius destijdB reeds op; nl. dat, zoolaDg geen feiten en namen genoemd worden, het onmogelijk is te onder zoeken en het de plicht der regeering (en ook o. i. van het schooltoezicht) is om de ambte naren te verdedigen tegen vage, algemeene aantijgingen. Eq hiermee nemen wij afscheid van een kwestie, waarover reeds te veel geschreven en waarvoor te lang reeds de aandacht onzer lezers gevraagd ia. Toch was dit noodig, omdat het hierbij geldt een beweging, die wel in het juiste licht ge steld mag worden, vooral voor het vervolg, nu zij van zekere zijde weer wordt geëxploi teerd louter uit eigenbelang en uit politieke berekening van zeer verdacht allooi. Men leze eens de vleiende betuigingen, die tegenover de Israëlieten worden geuit van clericaal-antirevolutionnaire zijde. Terwijl men anders geen middelen te goed acht om de Israëlieten te weren, en verre van vriendelijk zich tegenover hen toont, tracht men thans bij hen in 't gevlei te komen; alleen om de openbare school afbreuk te doen en hun steun te verwerven bij de verkiezingen. Gelukkig zyn onze Israëlitische landganooten voor het over, overgroots deel verstandig genoeg en helderziende tevens, om niet te begrijpen dat die sympathie-betuigingen alles behalve uit een zuivere bron komen. Waariyk, zij weten zeer goed dat zulke personen, die het er steeds op toeleggen hen te bestryden of hen te be- keeren en afkeerig te maken van hun geloof, de „ware broeders" niet zijn. Schuilt dit wel daarin; en niet eerder in tal ▼an andere zaken, andere leasen, o. a. voor muziek en zang; en vooral in de aportmanie van onzen tijd? Red. CURAQAO. Het Vad. acht de dezer dagen in par ticuliere corespondenties tegen den gouverneur van Curasao ingebrachte verwijten ongegrond. Zooale men weet, kreeg mr Barge, die reeds jaren aan het hoofd dezer kolonie staat, harde woorden te hooren, omdat hy den financieelen achteruitgang der kolonie niet heeft verhoed. Deze aanvallen schijnen het blad van onbil lijkheid niet vrij te pleiten. Toen het der kolonie goed ging, hebben deze stnurlieden aan den wal den Gouverneur hun critiek be spaard nu de ongelukken gekomen zijn, die ook zy niet voorzien hadden, is de Gouverneur de zondebok en neemt men hem zelfs kwalyk dat hij zyn best doet door onvermijdelijke be- lastingverhoogingen het gat in de koloniale kas eenigermate te stoppen. Het is inderdaad zijn schuld niet, dat de Aruba Phosphaat mij. haar inkomsten belangrijk dalen zag en dientengevolge de koloniale kas van haar winsten geen profijt meer trekthet is zijn schuld niet, dat het door binnenland sche twisten verscheurde Venezuela een hoe laDger hoe slechter debouché is geworden voor den €ura§aoschen handel en men daar niet wil ophouden de Curasao sche waren met een differentueel recht te treffenhet is zijn schuld Diet, dat de doorvoerhandel het eiland meer en meer voorbijgaat. Wel kan hem met recht het verwijt treffen, dat hij niet tydig ge zorgd heeft voor het uitsnijden van den kanker, die ook ai Curasao's krachten verteert, nl. de groote uitbreiding van het ambtenaarswezen met den zwaren last van hooge verlofstrakte menten en pensioenen. Toen het der kolonie goed ging, liet hij zorgeloos de kwaal voort woekeren, en eerst nu het, zooal niet te laat, dan toch zeer laat is, begint hij iets daartegen te doen. Ook is hij voor zijn persoon een duur gouverneur geweest, door de kostbare herstel lingen aan zijn officieele residentie, terwijl hij, zelfs toen die herstellingen ten einde waren, hoogerop bleef wonen, waar 't hem beter be viel. Wat hy nu moge trachten te bezuinigen en voor de kas door een inkomstenbelasting en hoogere invoerrechten trachten te verkrij gen, zonder subsidie zal de kolonie het onmo gelijk kunnen stellen. IntU8schen bij de klachten over den toestand aldaar wordt in den regel m zaak uit het oog verloren. De schadeposten zijn uitsluitend de eilanden Saba, Eustatius en St. Martin, die eigenlyk tot het hoofdeiland en dr daarbij ge legen eilanden Aruba en Bonaire in geen be trekking staan, zooals door onzen correspon dent herhaaldelijk is betoogd. Curasao zou, met deze twee eilanden, zich kunnen bedruipen, maar men vindt het hard te moeten bloeden om te voorzien in de kosten van verafgelegen eilandjes, waaraan men zich door geen enkelen band verbonden voelt. De kolonie Curasao is niet anders dan een geographisch complex en de staatsrechtelijke samensnoericg is geheel kunstmatig. Wil Nederland zich de weelde van het behoud vau drie eilandjes, die niets dan nadeel opleveren, uit historisch oogpunt veroorloven, dan mag inderdaad geëischt wor den, dat Nederland zich ook de daarvoor noodige uitgaven getrooste en niet Curasao late uitmergelen, om de kosten zooveel moge lijk te bestrydeu. BENOEMINUEIV ENZ. Bij kon. besluit: is Johannes von Schmid, te Djember (eiland Java), met al zijne wettige, zoo mannelykeals vrouwelijke, afstammelingen in den Nederland- schen adel ingelyfd, met de praedicaten van jonkheer en jonkheer is aan den tijdelijk gepensionneerden luite nant ter zee der 2de klasse H, W. Tijdeman, van 1 Dec. af, opnieuw toegekend het hem verleende pensioen van f 800 's jaars, thans voor den tyd van 2 jaren is de heer J. de Hoop, arts, tegen 1 Jan. benoemd tot officier van gezondheid der 2de klasse by de zeemacht; is aan den ontvanger der invoerrechten en accijnzen en van den waarborg en de belasting op gouden en zilveren werken W. M. D. van Wely, te Maastricht c. a., op verzoek, eervol ontslag uit 's rijks dienst verleend, behoudens aanspraak op pensioen en onder dankbetuiging voor de trouwe diensten, gedurende meer dan 50 jaren aan den lande bewezen. De luitenant ter zee der 2de klasse P. H. Cool, dienende aan boord van Hr. Ms. schoener Zeehond, en de officier van administratie der klasse H. P. Winkelman, tydeiyk geplaatst aan boord van Hr. M. wachtschip te Hellevoet- sluis, worden met 6 December a. s.; en de luitenant ter zee der 2de klasse B. C. A. van Renterghem, geplaatst in de rol van Hr. Ms. torpedo-instructieschip Mamix en gedetacheerd by den torpedodienst, wordt met 3 Januari a. s. op non-activiteit gesteld. Eerstgenoemde wordt met 6 December a. s. vervangen door luitenant ter zee der 2de klasse E. H. Friderichs. UIT STAD EN PROVINCIE. Provinciaal blad no. 137 bevat een circu laire aan burg. en weth., waarin uitvoerig wordt medegedeeld de overeenkomst, door de Provincie gesloten met Regenten van het St Joris Gasthuis te Delft, betreffende de opneming behoeftige krankzinnigen uit Zeeland ia dat gesticht. De betooging, die in deze maand op het graf van Mamix van St. Aldegonde te West- Souburg zal plaats hebben, is nu bepaald op Zaterdag 17 December. De Belgische bezoekers komen te half twaalf per trein te Middelburg aaD, en vertrek ken wederom 's avonds te zeven uren. Onder hen zullen zich ook bevinden de bur gemeester van Antwerpen, de bekende heer Jan van Ryswyk, en de niet minder bekende Max Rooses, voorzitter van het bestuur der afdeeling Antwerpen van het Willemsfonds. Verdere by zonderheden melden wy nadat deze definitief bepaald zijn. Het kinderfeestje, Zaterdagavond den kinderen der Nutebewaarscbolen in vereeniging met die der gemeente-bewaarschool alhier in de groote zaal van het Schuttershof aange boden, is uitstekend geslaagd. De kleinen ver maakten zich blijkbaar kostelijk by de ver tooning der poppenkast, terwijl de vreugde ten top steeg toen trompettenpoppen en eenig suikergoed hun werden geschonken. Blijkens het zgn. Maandboekje overleden te Middelburg in de maand November 19 personen en wel 3 beneden het jaar, 3 van 1 tot 5 jaar, 2 van 2') tot 25, 1 van 25 tot 30, 1 van 40 tot 45, 1 van 55 tot 60, 4 van 65 tot 70, 1 van 70 tot 75, 1 van 75 tot 80, en 2 van 80 tot 85 jaar. Van die 19 stierven er 2 aan kanker, 5 aan beroerte, 2 aan hersenontsteking, 3 aan long ontsteking, 3 aan nierziekte en verder aan kliertering, kinkhoest, kinderdiarrhoea elkeen, terwyl 1 niet geneeskundig is behandeld. Een reclame, welke niet zeer spoedig zal worden weggeworpen, is een almanak, door den J. H. van der Crab alhier verspreid. Het nette boekje zal door velen in de porte feuille worden bewaard en daardoor langen tijd de aandacht vestigen op de vele artikeleD, op het gebied van verlichting, welke in het magazijn Korte Noordstraat 86/87 te krygen zijn. Zondag had hier ter stede, onder leiding van den voorzitter en instructeur, den heer I. v. d. Sluis, een huishoudelijke wedstryd plaats van de schermvereeniging Koningin Wilhelminagevestigd te Middelburg. De uitslag daarvan was dat werden behaald door de heeren: Degen: lste pr. verg. zilv. med. J. Munter, Ie pr. zilv. med. Adr. Kieboom, 3de pr. bron zen medaille J. A. v. d. Pas. Sabel: lste pr. verg. zilv. med. I. v.d. Sluis, 2de pr. zilv. med. J. Munter. Lange stok: lste pr. verg. zilv. med. I.v.d. Sluis, 2de pr. zilv. medaille J. A. v. d. Pas. Korte stok: lste pr. verg. zilv. med. J. Munter, 2de pr. zilv. med. Adr. Kieboom. Bij de uitreiking der prijzen werd mede gedeeld, dat den 29sten Januari van bet vol gende jaar een stedelyke wedstryd zal plaats hebben. Uit Go es schrijft men ons: „Oude liefde roest niet," zpgt men onwille keurig, als men vanwege den heer Z. D. v. d. Bilt La Motthe de aankondiging leest van het „Zestiende St. Nikolaasfeest aan onvermogende kindereD." Pas eene ernstige ongesteldheid te boven, denkt deze kindervriend aan de kleinen der on vermogenden, voor wie, zonder hem, St. Nikolaas weinig of niets meebrengt Zestien jaren achtereen worden onder leiding van den heer La Motthe door vermogende dameB en heeren gelden byeen gebracht, hetzy door het organiseeren eener soirée of op andere om de kinderen hunner minder gelukkige ngezetenen in de gaven van den goeden Sint te doen deelen. En nu moge het waar zijn, dat een kinder hand gauw gevuld is, niet minder waar is het dat op het gewone St Nicolaasfeest menige overvuld wordter gaat heel wat in, zooveel dat menig kind van ouders, die niet bepaald onvermogend zyn, er jaloersch op wezen kan. Heeft de heer La Motthe tact om die goede gaven „los te krygen", een staf van jonge dames leent bereidwillig de band om de kin deren te bedienen. Met van biydschap stralende gezichten nemen de kleinen het lekkers en het moois en het nuttigs van „juffrouw Sinter klaas" in ontvaDgst, en vergeten ze ook al eens het „dank je Sinterklaasje" de dames zien wel aan de gezichten hoe dankbaar de klein tjes zyn. En zegt eens duidelyk „dank u" als de wan* gen uitgezet zijn van de heerlijkheden, die men in de zaal mag opeten Vreemd is het, dat die gedienstige geesten, die dames-schenksters en dames-bediensters, zoo precies weten, dat Jan een ziek zusje of Piet een broertje heeft, dat op krukjes springt en dus niet mee is kunnen komen. Die juffrouwen weten alles, alles zegt Piet. En Piet en Jan ontvangen eene dubbele portie. „Als een groote jongen het goed by uw zusje brengen, niet waar Jan" aldus de vriende lijke juffrouw, die, zich afslovende, misschien onder die kinderen der armen nog meer geniet dan straks in den huiselijken kring, waar over vloed haar wacht uit ruime beurs, maar waar door gewoonte en jaarlijkschen terugkeer, de indruk van des goeden Bisschops gaven dikwijls niet evenredig is aan het daarvoor bestede geld. In de laatste dagen der vorige week zijn te I e r s e k e voor een maatschappij te Ostende drie millioen kleine zaaioesters (guldensgoed) gekocht met het doel die op de kust van Por tugal, bij den mond der Taag, te zaaien. Verleden jaar genomen proeven schijnen een gunstig resultaat opgeleverd te hebben) dank

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1