MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 287.
141° Jaargang.
1898
Dinsdag
6 December.
Met nog enkele regelen
De*e courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Pr§H, per kwartaal, «oowel yoor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franee p.p., s
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 5 Dec. 8 u. vm. 48 gr. IS a 52 gr.,
*V. 4 u.50 gr. F.Verw. W. wind.
AdvertentiSs voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSnSO cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke rogel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zg innemen.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agentem'
Te AmsterdamA. de La Mab Azn. en Max R.
Ncnes; te Rotter-dam: Nijgh van Ditmab.
Middelburg 5 December.
wenschen wij thans afscheid te nemen van
de kwestie-Diinner, zooals wij die kortheids
halve noemen zullen.
Wjj willen dit doen aan de hand van het
geen het Alg. Hbld., welks redactie de feiten
en toestanden, op deze zaak betrekking heb
bende, van zeer nabij kent.
Vooraf herinneren wij dat wij aan het hoofd-
punt, dat het geheel beheerscht, onze aandacht
eerst hebben gewijd en daarover ons gevoelen
gezegd, nadat ook andere opperrabbijnen zich
geheel of ten deele aan de zijde van den heer
Dünner Bcha&rden.
Wy deden dit, omdat wij vóór dien tijd meen
den dat de beweging een zuiver Amsterdamsch
karakter droeg en niet als een aanval tegen
de openbare school in 't algemeen kon be
schouwd worden.
Eerst later, toen meerderen zich daarin meng
den, kreeg de beweging een ander karakter.
En wy gelooven dat dit geschiedde tegen de
bedoeling van den heer Dunner zeiven.
Wij herhalen wat wij schrevenals waar ii
wat hy meedeelde over de houding van enkele
openbare onderwijzers, dar was hij in zyn recht
om daartegen op te komen en daarover te
klagen.
Maar verder had hij niet mogen gaan en
het algemeen karakter der openbare
school had hy onaangetast moeten laten.
En hij zou dit zeker ook gedaan hebben,
als hy geweten had dat hetgeen hij in eene
vertrouwelijke circulaire aan eenige gefortu
neerde geloofsgenooten schreef, om bijdragen
voor een Israelietische secteschool in Amster
dam, aan de openbaarheid zou worden prijs
gegeven.
Wie dit schrijven publiceerde, bewees hem
en de openbare school een slechten dienst en
maakte een minder gepast gebruik van een
jutiem verzoek.
Zyn wy goed ingelicht, dan was het dr Dun
ner eenvoudig te doen om op zulk eene ver
trouwelijke wyze, ondershands geld te krijgen
voor een sehool, die hij nuttig vond in de
plaats zyner inwoning.
En daartoe heeft hij van zyn standpunt
gelijk. Bovendien met het W. blad v. Z. VI.
(W. D.) zeggen wij „Nu in Amsterdam, waar
de heer Dünner woont, kan het geen kwaad,
dat er nog wat nieuwe scholen, al zijn het dan
ook secte scholen, bijkomen, want daar loopen
nog meer dan 2000 kinderen (volgens officieele
opgaven; menschen, die het kunnen weten
zeggen 4000) rond zonder onder wys, omdat er
op de bestaande scholen geene plaats voor
hen is."
De zwakke zyde van dr Dünner's houding
schuilt, wy zeggen het nog eens, in zyne cor
respondentie met burg. en weth., waar hij niet
duideiyke, niet te bewyzen, niet te onderzoeken
beschuldigingen tegen de openbare school uitte.
Zijn yver voerde hem hier by te ver.
En niet onwaarschyniyk, dat hij dit zelf nu
wel heeft ingezien.
Uit de briefwisseling nu, ontdaan van alle
byzaken, biykt, als wij juist opmerken, zegt het
Hbld, dat de bedenkingen van dr Dünner tegen
de openbare school geenszins dezelfde zyn als
reeds lang van katholieke en orthodox-protes-
tantsche zyde zyn aangevoerd.
„Het is juist 30 jaar geleden, sedert (in 1868)
het Mandement der bisschoppen werd uitge
vaardigd, waarin aan de katholieken werd
voorgehouden dat het openbaar neutraal onder
wijs onvoldoende was te achten en zij tot het
oprichten en bezoeken van katholieke scholen
werden aangespoord. Tien jaar later toen
de Bchoolwetherziening van 1878 de openbare
school gehandhaafd en verbeterd had leidde
groote beweging onder de orthodoxe prote
stanten niet enkel tot het Volkspetitionnement",
maar tevens tot het stichten van nog een aantal
protestantsche secte-scholen. Het heeft 20 jaar
geduurd, alvorens van Israëlietische zyde uit
de hooge geestelykheid tot de geloofsgenooten
een roepstem kwam om eigen secte-scholen op
te richten en dus terug te keeren tot den vroe-
geren toestand, toen de Israël, kinderen ir
afzonderiyke scholen tegelijk hun maatschap
pelijke en godsdienstige opleiding konden ont
vangen.
Maar met deze aansporing wordt geenszins
hetzelfde beoogd als met den strijd, die van
Christeiyke zijde tegen het openbaar onderwijs
wordt gevoerd. Aan die zijde kan men met de
openbare school geen vrede hebben, omdat men
verlangt dat het gehpele onderwijs der kin
deren doortrokken zy met de leer van den
godsdienst dien de ouders belijden. Zulk onder
wijs kan de openbare school, zooals zij hier
te lande bestaat, niet geven, en mag zij niet
geven. Wie dergelijk onderwijs verlangt, moet
daartoe afzonderlijke scholen inrichten, waar
voor als aan de eischen der wet is voldaan
sedert 1890 rijkssubsidie wordt
Langen tijd is hier te lande de meening
overheerschend geweest, dat de gemengde
neutrale overheidsschool bruikbaar is voor alle
iogezetenen, van welken godsdienst ook. Toen
die school in 1806 werd ingevoerd, werd zy ook
van katholieke zijde met welgevallen begroet.
Dit toont het Amsterdamsch blad aan uit een
schrijven van den aartspriester van Friesland,
den eerw. heer B. de Haan, aan de regeering
der Bataafsche Republiek.
Het slot daarvan luidde o.a.
„Zullen wij eens het heilzaam doel bereiken,
hetwelk het gouvernement zich voorstelt en
waartoe het ons aanmaant om krachtdadig
mede te werken, dan is het met de kinderen dat
wij beginnen moeten, en ofschoon in onze kerk
het onderwijs in het leerstellige geheel aan ons
bevolen is, zoo zal het aanmanen een gou
vernement, dat het welzyn der maatschappij
zoo sterk behartigt, ons te meerder aansporen
tot het volbrengen van onze plichten, om hier
door een blyk te geven van onze onderwerping,
achting en eerbiedzullende te gelijk God
bidden, dat hij de pogingen der hooge overheid
tot het algemeen welzijn gelieve te zegenen."
Zoo schreef in 1806 in het begin dezer
eeuw een hooggeplaatst katholiek priester.
En toen ongeveer een halve eeuw daarna de
schoolwet werd herzien, werd in de nieuwe wet
het bekende art. 23 (thans art. 33) („De onder -
wijzer onthoudt zich van iets te leeren, te doen of
te laten wat strijdig is met den eerbied, verschul
digd aan de godsdienstige begrippen van an
dersdenkenden") met deze woorden omschreven
op voorstel van den Katholieken afgevaardigde
Meeussen, met wien alle katholieke Kamerleden
er voor Btemden.
Deze geschiedkundige herinnering is zeker
niet misplaatst, nu 't eind dezer eeuw telkens
weder heeft getoond, dat de wensch van den
aartspriester van 1806 een hersenschim is ge
weest, en men telkens weder verder wil gaan om
de kinderen van hetzelfde volk van elkander
Maar dergelijken toeleg kunnen wij niet
ontdekken in de geschriften, welke van dr
Dünner zijn uitgegaan. Wat hem geleid heeft
tot de aansporing tot zyn geestverwanten om
afzonderlyke Israëlietische scholen op te richten,
is Diet afkeer tegen de openbare school in 't
algemeeD, uit beginsel, maar wegens het ge
vaarlijk karakter dat hij meent dat die school
allengs heeft gekregen. En hieruit laat zich
ook verklaren waarom de geachte Opperrabbyn
niet vroeger zich heeft doen hooren.
Vroeger zoo verzekert hij konden de
Israëlieten bun kinderen met gerustheid naar
openbare school zenden, omdat de voor-
jhreven neutraliteit streng gehandhaafd
werd; thans echter, beweert hij, dat de toe
stand zoozeer is veranderd, dat die waarborg
ontbreekt.
Hierby komt nog een andere redende be
langen van het godsdienstonderwijs, dat niet
tot zyn recht komen kan, zoolang het maat-
schappelyk onderwys zooveel uren eiken dag
in beslag neemt. Dit motief spreekt ook dui-
delyk uit de adviezen van de meeste ambtge-
nooten van dr Dünner. En het is zeker op
merkelijk, dat dergelijke klacht onlangs ook is
aangeheven door een aantal Christenen, die
volstrekt geen tegenstanders zijn van de open
bare school.
De bedoeling van den heer Dünner is der
halve geiyk hy in zyn laatsten brief aan B.
en W. schrijft geenszins „een aanval op
neutrale school te doen, maar om te waarschu
wen voor de bestanddeelen die de neutraliteit
miskennen." „Ik viel niet de neutrale school
aan", zoo luiden de slotwoorden, „maar
„schuwde voor hen die haar in de hartader
aantasten."
Voor dat streven moeten de voorstanders
der neutrale school hem dankbaar zijn. Niets
kan hun liever wezen dan dat al wat geschie
den mocht om haar karakter te doen ontaar
den, te bederven, aan het licht wordt gebracht,
zoodat er tegen gewaakt kan worden. Het
grootste gedeelte der ouders die van die sehool
gebruik maken, zou er ten zeerste tegen op
komen, indien er inderdaad socialistische, anti-
monarchale en nieuw-Maltlmsianistische be
grippen door de onderwijzers werden verspreid,
in Btrijd met de roeping der openbare school.
Is echter gebleken dat de toestand zóó ernstig
is, dat den heer Dünner geen andere kans over
bleef dan alarm te roepen en de openbare school
onbruikbaar te verklaren voor zyn geestver
wanten?
Burg. en weth. hebben hem bij herhaling
uitgenoodigd zijn beschuldiging waar te maken,
dat de neutraliteit door de onderwijzers op
zoo ernstige wijze wordt geschonden. In twee
gevallen, waarover hun feiten waren medege
deeld, hebben zy een onderzoek ingesteld.
Andere gevallen, zoo vernemen wy nu, kunnen
niet nader worden aangeduid wat toch zoo
noodig ware om maatregelen tegen herhaling
te kunnen nemen omdat het ambtsgeheim
verbiedt namen te noemen en men als getuigen
slechts kinderen zou kunnen hooren.
Wij gelooven dat burg. en weth. terecht na
zulk een antwoord zich van verdere stappen
ontslagen achten. ZoolaDg althans de ouders,
wier namen de heer Dtioner niet mag noemen,
hem niet machtigen zulks nog te doen of zich
rechtstreeks tot het gemeentebestuur wenden,
zoolang heeft men ook geen recht op grond
van vage, niet nauwkeurig gestaafde klachten
aan te nemen dat er tegen de neutraliteit zoo
schromelijk wordt gezondigd."
Het Hbld herinnert aan hetgeen het vorige
jaar in de Tweede kamer voorviel, toen de
heer De Savornin Lohman er op wees dat op vele
openbare scholen een sociaal-democratische
geest heerschte.
Zorg voor die school dreef dien afgevaardigde
stellig niet tot die opmerking. Zij zal wel
eenvoudig gemaakt zijn om zulk een beschul
diging eens in breeder kring bekend te maken.
Wat wij nu dezer dagen schreven, merkte
de minister Goeman fj^rgesius destijdB reeds
op; nl. dat, zoolaDg geen feiten en namen
genoemd worden, het onmogelijk is te onder
zoeken en het de plicht der regeering (en ook
o. i. van het schooltoezicht) is om de ambte
naren te verdedigen tegen vage, algemeene
aantijgingen.
Eq hiermee nemen wij afscheid van een
kwestie, waarover reeds te veel geschreven en
waarvoor te lang reeds de aandacht onzer lezers
gevraagd ia.
Toch was dit noodig, omdat het hierbij geldt
een beweging, die wel in het juiste licht ge
steld mag worden, vooral voor het vervolg,
nu zij van zekere zijde weer wordt geëxploi
teerd louter uit eigenbelang en uit politieke
berekening van zeer verdacht allooi.
Men leze eens de vleiende betuigingen, die
tegenover de Israëlieten worden geuit van
clericaal-antirevolutionnaire zijde.
Terwijl men anders geen middelen te goed
acht om de Israëlieten te weren, en verre van
vriendelijk zich tegenover hen toont, tracht
men thans bij hen in 't gevlei te komen;
alleen om de openbare school afbreuk te doen
en hun steun te verwerven bij de verkiezingen.
Gelukkig zyn onze Israëlitische landganooten
voor het over, overgroots deel verstandig genoeg
en helderziende tevens, om niet te begrijpen
dat die sympathie-betuigingen alles behalve
uit een zuivere bron komen. Waariyk, zij weten
zeer goed dat zulke personen, die het er steeds
op toeleggen hen te bestryden of hen te be-
keeren en afkeerig te maken van hun geloof,
de „ware broeders" niet zijn.
Schuilt dit wel daarin; en niet eerder in tal
▼an andere zaken, andere leasen, o. a. voor muziek
en zang; en vooral in de aportmanie van onzen tijd?
Red.
CURAQAO.
Het Vad. acht de dezer dagen in par
ticuliere corespondenties tegen den gouverneur
van Curasao ingebrachte verwijten ongegrond.
Zooale men weet, kreeg mr Barge, die reeds
jaren aan het hoofd dezer kolonie staat, harde
woorden te hooren, omdat hy den financieelen
achteruitgang der kolonie niet heeft verhoed.
Deze aanvallen schijnen het blad van onbil
lijkheid niet vrij te pleiten. Toen het der
kolonie goed ging, hebben deze stnurlieden
aan den wal den Gouverneur hun critiek be
spaard nu de ongelukken gekomen zijn, die
ook zy niet voorzien hadden, is de Gouverneur
de zondebok en neemt men hem zelfs kwalyk
dat hij zyn best doet door onvermijdelijke be-
lastingverhoogingen het gat in de koloniale
kas eenigermate te stoppen. Het is inderdaad
zijn schuld niet, dat de Aruba Phosphaat mij.
haar inkomsten belangrijk dalen zag en
dientengevolge de koloniale kas van haar
winsten geen profijt meer trekthet is
zijn schuld niet, dat het door binnenland
sche twisten verscheurde Venezuela een
hoe laDger hoe slechter debouché is geworden
voor den €ura§aoschen handel en men daar
niet wil ophouden de Curasao sche waren met
een differentueel recht te treffenhet is zijn
schuld Diet, dat de doorvoerhandel het eiland
meer en meer voorbijgaat. Wel kan hem met
recht het verwijt treffen, dat hij niet tydig ge
zorgd heeft voor het uitsnijden van den kanker,
die ook ai Curasao's krachten verteert, nl. de
groote uitbreiding van het ambtenaarswezen
met den zwaren last van hooge verlofstrakte
menten en pensioenen. Toen het der kolonie
goed ging, liet hij zorgeloos de kwaal voort
woekeren, en eerst nu het, zooal niet te laat,
dan toch zeer laat is, begint hij iets daartegen
te doen. Ook is hij voor zijn persoon een duur
gouverneur geweest, door de kostbare herstel
lingen aan zijn officieele residentie, terwijl hij,
zelfs toen die herstellingen ten einde waren,
hoogerop bleef wonen, waar 't hem beter be
viel. Wat hy nu moge trachten te bezuinigen
en voor de kas door een inkomstenbelasting
en hoogere invoerrechten trachten te verkrij
gen, zonder subsidie zal de kolonie het onmo
gelijk kunnen stellen.
IntU8schen bij de klachten over den toestand
aldaar wordt in den regel m zaak uit het oog
verloren. De schadeposten zijn uitsluitend de
eilanden Saba, Eustatius en St. Martin, die
eigenlyk tot het hoofdeiland en dr daarbij ge
legen eilanden Aruba en Bonaire in geen be
trekking staan, zooals door onzen correspon
dent herhaaldelijk is betoogd. Curasao zou,
met deze twee eilanden, zich kunnen bedruipen,
maar men vindt het hard te moeten bloeden
om te voorzien in de kosten van verafgelegen
eilandjes, waaraan men zich door geen enkelen
band verbonden voelt. De kolonie Curasao
is niet anders dan een geographisch complex
en de staatsrechtelijke samensnoericg is geheel
kunstmatig. Wil Nederland zich de weelde
van het behoud vau drie eilandjes, die niets
dan nadeel opleveren, uit historisch oogpunt
veroorloven, dan mag inderdaad geëischt wor
den, dat Nederland zich ook de daarvoor
noodige uitgaven getrooste en niet Curasao
late uitmergelen, om de kosten zooveel moge
lijk te bestrydeu.
BENOEMINUEIV ENZ.
Bij kon. besluit:
is Johannes von Schmid, te Djember (eiland
Java), met al zijne wettige, zoo mannelykeals
vrouwelijke, afstammelingen in den Nederland-
schen adel ingelyfd, met de praedicaten van
jonkheer en jonkheer
is aan den tijdelijk gepensionneerden luite
nant ter zee der 2de klasse H, W. Tijdeman,
van 1 Dec. af, opnieuw toegekend het hem
verleende pensioen van f 800 's jaars, thans
voor den tyd van 2 jaren
is de heer J. de Hoop, arts, tegen 1 Jan.
benoemd tot officier van gezondheid der 2de
klasse by de zeemacht;
is aan den ontvanger der invoerrechten en
accijnzen en van den waarborg en de belasting
op gouden en zilveren werken W. M. D. van
Wely, te Maastricht c. a., op verzoek, eervol
ontslag uit 's rijks dienst verleend, behoudens
aanspraak op pensioen en onder dankbetuiging
voor de trouwe diensten, gedurende meer dan
50 jaren aan den lande bewezen.
De luitenant ter zee der 2de klasse P. H.
Cool, dienende aan boord van Hr. Ms. schoener
Zeehond, en de officier van administratie der
klasse H. P. Winkelman, tydeiyk geplaatst
aan boord van Hr. M. wachtschip te Hellevoet-
sluis, worden met 6 December a. s.; en de
luitenant ter zee der 2de klasse B. C. A. van
Renterghem, geplaatst in de rol van Hr. Ms.
torpedo-instructieschip Mamix en gedetacheerd
by den torpedodienst, wordt met 3 Januari
a. s. op non-activiteit gesteld. Eerstgenoemde
wordt met 6 December a. s. vervangen door
luitenant ter zee der 2de klasse E. H.
Friderichs.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Provinciaal blad no. 137 bevat een circu
laire aan burg. en weth., waarin uitvoerig
wordt medegedeeld de overeenkomst, door de
Provincie gesloten met Regenten van het St Joris
Gasthuis te Delft, betreffende de opneming
behoeftige krankzinnigen uit Zeeland ia dat
gesticht.
De betooging, die in deze maand op het
graf van Mamix van St. Aldegonde te West-
Souburg zal plaats hebben, is nu bepaald op
Zaterdag 17 December.
De Belgische bezoekers komen te half twaalf
per trein te Middelburg aaD, en vertrek
ken wederom 's avonds te zeven uren.
Onder hen zullen zich ook bevinden de bur
gemeester van Antwerpen, de bekende heer
Jan van Ryswyk, en de niet minder bekende
Max Rooses, voorzitter van het bestuur der
afdeeling Antwerpen van het Willemsfonds.
Verdere by zonderheden melden wy nadat
deze definitief bepaald zijn.
Het kinderfeestje, Zaterdagavond den
kinderen der Nutebewaarscbolen in vereeniging
met die der gemeente-bewaarschool alhier
in de groote zaal van het Schuttershof aange
boden, is uitstekend geslaagd. De kleinen ver
maakten zich blijkbaar kostelijk by de ver
tooning der poppenkast, terwijl de vreugde ten
top steeg toen trompettenpoppen en eenig
suikergoed hun werden geschonken.
Blijkens het zgn. Maandboekje overleden
te Middelburg in de maand November
19 personen en wel 3 beneden het jaar, 3
van 1 tot 5 jaar, 2 van 2') tot 25, 1 van 25
tot 30, 1 van 40 tot 45, 1 van 55 tot 60, 4
van 65 tot 70, 1 van 70 tot 75, 1 van 75
tot 80, en 2 van 80 tot 85 jaar.
Van die 19 stierven er 2 aan kanker, 5 aan
beroerte, 2 aan hersenontsteking, 3 aan long
ontsteking, 3 aan nierziekte en verder aan
kliertering, kinkhoest, kinderdiarrhoea elkeen,
terwyl 1 niet geneeskundig is behandeld.
Een reclame, welke niet zeer spoedig zal
worden weggeworpen, is een almanak, door den
J. H. van der Crab alhier verspreid.
Het nette boekje zal door velen in de porte
feuille worden bewaard en daardoor langen
tijd de aandacht vestigen op de vele artikeleD,
op het gebied van verlichting, welke in het
magazijn Korte Noordstraat 86/87 te krygen zijn.
Zondag had hier ter stede, onder
leiding van den voorzitter en instructeur, den
heer I. v. d. Sluis, een huishoudelijke wedstryd
plaats van de schermvereeniging Koningin
Wilhelminagevestigd te Middelburg.
De uitslag daarvan was dat werden behaald
door de heeren:
Degen: lste pr. verg. zilv. med. J. Munter,
Ie pr. zilv. med. Adr. Kieboom, 3de pr. bron
zen medaille J. A. v. d. Pas.
Sabel: lste pr. verg. zilv. med. I. v.d. Sluis,
2de pr. zilv. med. J. Munter.
Lange stok: lste pr. verg. zilv. med. I.v.d.
Sluis, 2de pr. zilv. medaille J. A. v. d. Pas.
Korte stok: lste pr. verg. zilv. med. J.
Munter, 2de pr. zilv. med. Adr. Kieboom.
Bij de uitreiking der prijzen werd mede
gedeeld, dat den 29sten Januari van bet vol
gende jaar een stedelyke wedstryd zal plaats
hebben.
Uit Go es schrijft men ons:
„Oude liefde roest niet," zpgt men onwille
keurig, als men vanwege den heer Z. D. v. d.
Bilt La Motthe de aankondiging leest van het
„Zestiende St. Nikolaasfeest aan onvermogende
kindereD." Pas eene ernstige ongesteldheid te
boven, denkt deze kindervriend aan de kleinen
der on vermogenden, voor wie, zonder hem,
St. Nikolaas weinig of niets meebrengt
Zestien jaren achtereen worden onder leiding
van den heer La Motthe door vermogende
dameB en heeren gelden byeen gebracht, hetzy
door het organiseeren eener soirée of op andere
om de kinderen hunner minder gelukkige
ngezetenen in de gaven van den goeden
Sint te doen deelen.
En nu moge het waar zijn, dat een kinder
hand gauw gevuld is, niet minder waar is het
dat op het gewone St Nicolaasfeest menige
overvuld wordter gaat heel wat in,
zooveel dat menig kind van ouders, die niet
bepaald onvermogend zyn, er jaloersch op
wezen kan.
Heeft de heer La Motthe tact om die goede
gaven „los te krygen", een staf van jonge
dames leent bereidwillig de band om de kin
deren te bedienen. Met van biydschap stralende
gezichten nemen de kleinen het lekkers en het
moois en het nuttigs van „juffrouw Sinter
klaas" in ontvaDgst, en vergeten ze ook al eens
het „dank je Sinterklaasje" de dames zien
wel aan de gezichten hoe dankbaar de klein
tjes zyn.
En zegt eens duidelyk „dank u" als de wan*
gen uitgezet zijn van de heerlijkheden, die men
in de zaal mag opeten
Vreemd is het, dat die gedienstige geesten,
die dames-schenksters en dames-bediensters, zoo
precies weten, dat Jan een ziek zusje of Piet
een broertje heeft, dat op krukjes springt en
dus niet mee is kunnen komen. Die juffrouwen
weten alles, alles zegt Piet.
En Piet en Jan ontvangen eene dubbele portie.
„Als een groote jongen het goed by uw zusje
brengen, niet waar Jan" aldus de vriende
lijke juffrouw, die, zich afslovende, misschien
onder die kinderen der armen nog meer geniet
dan straks in den huiselijken kring, waar over
vloed haar wacht uit ruime beurs, maar waar
door gewoonte en jaarlijkschen terugkeer, de
indruk van des goeden Bisschops gaven dikwijls
niet evenredig is aan het daarvoor bestede
geld.
In de laatste dagen der vorige week zijn
te I e r s e k e voor een maatschappij te Ostende
drie millioen kleine zaaioesters (guldensgoed)
gekocht met het doel die op de kust van Por
tugal, bij den mond der Taag, te zaaien.
Verleden jaar genomen proeven schijnen een
gunstig resultaat opgeleverd te hebben) dank