MIDDELBIIRGSGHE COURANT.
N°. 279.
141® Jaargang,
1898,
Zaterdag
26 November.
De*e courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Frijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franee p.p., 1,~
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Ther mometer
Middelburg 25 Nov. 8 n. vm. 34 gr. 12 n 40 gr.,
*v. 4 n.46 gr. F. Verw. tam. kr. Z. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór aar
san het bureau bezorgd zijn.
AdrertentlSn20 eent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames *0 eent psr rc^el
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
Voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten^
Te AmsterdamA. de La Mar Azn. te Rotter-
dan»: nftgh van Ditiiar.
Middelburg 25 November.
Levensverzekering.
I.
Het is reeds geruime tijd geleden, dat wij
hebben gewezen op het nut van levensverze
kering, vooral voor weinig of niet gefortu-
neerden, voor personen, die van een vast
traktement moeten leven.
Niet altijd is daarvoor gelegenheid en boven
dien er wordt van andere zijde in die richting
in de laatste jaren zooveel gedaan; de pogin
gen, om velen van dit nut te overtuigen, zijn
zoo overvloedig, dat wij meenden met gerust
heid ons in deze te kunnen onthouden.
Thans lazen wij in het Handelsblad een
uitvoerige beschouwing, waarin de levensver
zekering van een ander standpunt wordt be
schouwd en dat daarom ons belangrijk genoeg
voorkwam, om het ook onder de oogen van
onze lezers te brengen.
Eq dit te meer omdat wij weten dat zij af
komstig is van eene zeer bevoegde hand en
daarom te meer de aandacht verdient.
Johan de Witt aldus vangt deze beschou
wing, die tot opschrift draagtDe gefortu-
neerden en de levensverzekeringaan Johan
de Witt wordt als schrijver der verhandeling
over waardige van lijfrenten naar proportie van
losrentenalgemeen erkend als de vader der
wetenschap van levensverzekering te zijn.
Christiaan Hnygens legde den grond voor de
waarschijnlijkheidsleer, welke later tot de ge
wichtigste uitkomsten op het gebied van
levensverzekering geleid heeft. Johannes Hudde
schreef over lijfrenten en over de toepassing
van de waarschijnlijkheidsleer op den duur
van het menschelijk leven. En verder hebben
nog een aantal wetenschappelijke Nederlanders,
als Nicolaas Struyck, Willem Kersseboom,
Nicolaas Duyn, Abraham Gallas, later Jean
Henri van Swinden niet te vergeten, door hun
arbeid de wetenschap der levensverzekering
vooruitgebracht.
Is het niet opmerkelijk, dat daarentegen
op het gebied van de practijk der levensver
zekering ons land zoodanig achterlijk is geble
ven en die practijk in Engeland reeds tal van
jaren bloeide, toen hier in 1807 de eerste
levensverzekeringmaatschappij werd opgericht?
Eerst later ontstonden dergelijke instellingen
in andere landen, maar nog lang kostte het der
levensverzekering moeite zich in het land van
Johan de Wit en van Hudde die de eerste
ster fee-lij sten vervaardigde baan te breken,
zoodat hier de ontwikkeling in dit opzicht bij die
in de meeste dier Janden achterlijk bleef. Eerst
in de laatste twintig jaren heeft de levens
verzekering in ons maatschappelijk leven die
groote beteekenis ingenomen, welke thans aan
haar wordt toegekend.
Eq toch, van de bij uitstek practische Hol
landers had men kannen onderstellen, dat zij
zich op dat gebied aan de spits der beweging
zouden hebben gesteld. Dit is echter niet zoo.
In Engeland o.a. is het totaal verzekerd bedrag
naar verhouding der bevolking meer dan
dubbele van Nederland. Blijkbaar heeft men
daar een veel hooger begrip van de plaats, die
de levensverzekering behoort in te nemen, dan
bij ons het geval is. Mag men aannemen dat
nadenken, doorzicht en spaarzaamheid, gevoegd
bij liefde voor vrouw en kinderen, dedryfvee-
ren zijn tot de levensverzekering, dan volgt
hieruit, dat, waar deze 't meest ontwikkeld is,
de massa der bevolking 't meest op deze hoe
danigheden kan bogen, en in de cultuurge
schiedenis een hooge plaats bekleedt.
Een der oorzaken, waarom de
kering in onze maatschappelijk leven niet zoo
sterk is doorgedrongen als in Engeland, moet
wellicht gezocht worden in ons nationaal ver
mogen. Wij zijn een rijk volk, maar, in te
genstelling van EDgeland, zijn de vermogens
hier meer verdeeld, en er zijn vele bezitters
van aanzienlijk vermogens die geen levens
verzekering sluiten, omdat zij van oordeel zijn,
aan vrouw en kinderen genoeg te kunnen na
laten o m van te leven.
Nu zou dit geen zoo groot kwaad zijn, ware
't niet, dat in ons land niet zoo vaak meer en ook
niet zooveel meer wordt overgelegd als vroeger
het geval was, toen aan vrouw en kindereD
in den regel genoeg werd nagelaten om ii
denzelfden stand te kunnen blijven leven.
Feitelijk was dan ook in vroegere jaren voor
velen eene levensverzekering, uit dit oogpunt
beschouwd, niet noodig en daardoor ia wellicht
die onverschilligheid ontstaan, die men nu nog
in de kringen, waar men over groote kapitalen
en groote inkomens beschikt, omtrent levens
verzekering kan constateeren.
Een veranderde wijze van levenhet door
dringen van meer weelde, ook in de deftige
geslachten die vroeger om hun eenvoud be
kend waren; de gemakkelijkheid om geld uit.
te geven, zoowel tot voldoening van hooger
stoffelijke behoeften als die van geest en
de reusachtige uitbreiding van het
wereldverkeer, die een reis naar Nizza gerief
lijker en korter maakt dan vroeger van Am
sterdam naar 's Hertogenboschde hoogere
eischen in alles wat het dagelij ksch comfort
betrefteindelijk de zucht om groot te doen,
zijn alle zooveel factoren, welke voeren tot
geld uitgeven en die dus de kansen vermin
deren van het ter zijde leggen van kapitaal,
verkregen uit gemaakte winsten of gevormd
uit niet gebruikte renten. Hoewel dit nu niet
onmiddellijk afkeur verdient, omdat het geld
daardoor in omloop komt en derhalve voorde
natie oneindig productiever is dan dat het
bv. op het Grootboek wordt gezet, dient toch
in het oog te worden gebonden, dat de erfge
namen, door de verdeeling van het kapitaal
dat men nalaat, vaak niet op denzelfden voet
kunnen voortleven, als zij bij het leven van
den erflater hebben kunnen doen.
Om dit te voorkomen, daartoe dient de levens-
irzekering. In deze geven vooral de Ameri
kanen een voorbeeld. Ia bun land is het ge
woonte, dat een rijk man, die weelderig leeft
en in den regel jaarlijks verteert wat hij ver
dient, eene levensverzekering neemt ten behoeve
van vrouw en kinderen, opdat deze na ziju
overlijden op ongeveer denzelfden voet knnnen
blijven voortleven als zij tijdens zijn leven
gewend waren -
ods is dit vaak geheel anders. Een rijk
wiens zaken steeds naar wensch gaan,
hoort men dikwijls vragen„Waarom zoude
ik mij verzekeren? Ik laat bij mijnoverlijden
een flink fortuin na, en ben tevens in de ge
legenheid te zorgen, dat myne familie dan vol
doende contanten in handen heeft om de
loopende zaken af te wikkelen".
Zoolang alles goed gaat, valt er voor eene
dergelijke redeneering wel iets te zeggen doch
in critieke tijden (en wie kan er voor instaan,
dat deze zich niet zullen voordoen wanneer
door onvoorziene omstandigheden ook de meest
ondernemingen wankelen, zal men zich
te laat beklagen, te veel op de toekomst ver
trouwd te hebben. Menige goed rendeerende
zaak is in zulke tijden verloren gegaan, menige
bron van inkomsten opgedroogd en menige
oude dag dientengevolge in gebrek gesleten,
waar eene levensverzekeringspolis een onbe
zorgd bestaan had kunnen verzekeren.
Laat ons eenige gevallen uit het leven
grijpen.
Een wèldenkend huisvader, die op ruimen
voet leeft, stelt er pry a op, dat zijne dochter,
verloofd met een gefortuneerd jongman, ook
nadat hy de oogen zal hebben gesloten, op
dezelfde onbekrompen wijze zal kunnen leven,
als waaraan zy in hare jeugd gewend is. Dat
de fortuin wankelbaar is, weet hij, want hij
bewoont een huis op de Heeren- of Keizers
gracht te Amsterdam, hetwelk in de laatste
2d jaar meer dan een derde in waarde ver
minderd is. Ook is het hem niet bekend
wat zijn aanstaande schoonzoon met zijn eigen
fortnin en dat zijner dochter zal doen, en
daarom zoekt hg, hoewel hem volkomen ver
trouwende, de volstrekte zekerheid te verkrij
gen, dat de toekomst zijner dochter onbezorgd
zal zijn, Het is de levensverzekering, die
hem deze zekerheid aanbiedt, en zoo stelt hij
als eene der huwelijksvoorwaarden, dat zyn
aanstaande schoonzoon, 25 jaar oud, zijn
leven voor twee ton verzekert, overtuigd dat
het dezen niet moeilijk valt, daartoe eene
jaarlijksche premie van ongeveer f 6500 af
te zonderen. Bij overlijden van haar echt
genoot ontvangt de weduwe het verzekerd
kapitaal, en indien hij na vijf en-twintig jaar
nog in leven is, wordt het op dien datum
eveneens aan haar uitbetaald, daar de vader
bedongen heeft dat het kapitaal in ieder geval
aan zijne doebter moet worden uitbetaald, of,
zoo zij reeds vroeger overleden mocht zyn,
aan hare erfgenamen.
Wat blykt hieruit Dat de levensverzeke
ring niet alleen een krachtig middel is om
eenmaal verkregen fortuin bij elkaar te honden,
maar dat zij ook is een geldbelegging, die zeer
groote zekerheid aanbiedt. Vermoedeiyk zou
bij de booge eischen des levens de echtgenoot
de premie van f 6500 niet, althans niet geheel,
ter zijde hebben gelegd. Maar al ware dit wèl
zoo, dan nog zou hy zelf het kapitaal niet
hebben kunnen vormen, gelijk voor hem thans
door de levensverzekening wordt gedaan.
Blyft hij in leven en ontvangt zyn vrouw
vijf en twintig jaren de twee ton, dan kan
hij zelf, door zich b. v. uit de zaken terug
daarvan snede de vruchten plukken.
Slot volgt.)
IWEEBB ttlJlEB.
Ter naturalisatie zyn o. a. voorgedragen
E. van den Broecke, landbouwer te Koe
wacht en F. X. Manhardt, horlogemaker en
muziekonderwijzer te Goes.
In de Donderdag gehouden avond-zitting is
behandeling der Indische begrooting voort-
ïzet.
Daarbij kwam de zendelingen-kwestie ter
sprake, waarna de minister verklaarde dat zij
in onderzoek is, en de rechtspositie der Gere
formeerde kerk in Indië, waaromtrent de heer
De Visser wilde afwachten het rapport der
commissie betreffende de reorganisatie der In
dische kerken.
De heer Van Kol wees op het gevaar der
lepra, op de wenschelykheid om de opleiding
van Indische geneesheeren te verbeteren en op
de opleiding van inlandsche vroedvrouwen.
De minister gewaagde van het aanbod van
belangstellenden om f 100.000 by te dragen
aan een school voor vroedvrouwen. De Indi
sche regeering meent dat er wel acht van die
scholen noodig zyn. De minister hoopt in het
algemeen tot verbetering van inlandsche ge
neeskundige hulp, met opleiding van vroed
vrouwen bij geneesheeren, voorstellen te kun
nen doen. De leprakwaal wordt zoo veel moge
lijk bestreden door afzondering of quarantaine.
De heer Van Kol besprak breedvoerig de
quaestie der werken in de Sol o-v a 11 e i en
's ministers beschuldiging tegen het
daar gevoerde beleid welverdiend. Er is met
onverantwoordelijke lichtvaardigheid gehan
deld en daarvan draagt de ingenieur de schuld.
Voorshands ware misschien een oplossing te
vinden door de doorgraving der rivier te on-
m. Wij staan voor de keuze15 mil-
lioen wegwerpen ot te redden wat te redden
valt. Galnkkig zijn andere irrigatiewerken
beter geslaagd. De heer Van Kol drong
erop aan met ruime hand gelden voor irriga
tiewerken toe te staan en uitte de hoop dat
het gebeurde den minister niet zal ontmoedi
gen. Hy roept hem toe en de desespiereert niet.
Ook de heer Ketelaar, constateerende dat
afkeuring van het gebeurde den minister niet
kan treffen, veroordeelde krachtig het beleid
te dezer zake en vroegwie zijn de schuldi
gen wat zal tegen hen gedaan wordenhoe
komt het dat nu de toestand eerst ontdekt.
welke is de waarde van het gedane werk
en van de werktuigen welke middelen zullen
worden aangewend om verder zulke blunders
te voorkomen
De heer Conrad besloot zijne beschouwingen
over het voorgevallene met aan te geven eeniee
denkbeelden tot reorganisatie van het corps
waterstaat-ingenieurs in Indië. De doorgraving
der Solorivier ontraadde hij.
D9 heer Pijnacker Hordijk, die de werken
in oogenschouw heeft genomen, betreurt 't dat
de minister de stakiog heeft bevolen, zonder
het advies der Indische regeering af te wach
ten, omdat de vrees voor een uitgaaf van 37
millioen of meer niet tot staking behoeft t>*
leiden. Immers de commissie verzekert, dat
bij de nadere raming met de uiterste voorzicb
tigheid is te werk gegaan en geen verdere
teleurstelling te vreezen is. Volhardt de mi
nister by de terugneming der gelden voor irri
gatiewerken, dan gaf de heer Pynacker Hor
dijk hem in overweging zoo spoedig mogelyb
weer aan te vragen de teruggenomen gelden
voor de irrigatiewerken in Kediri, waarbij daD
een groot gedeelte van het vrykomende per
soneel ware te gebruiken.
De heer Van Dedem waarschuwt tegen een
reorganisatie van den Indischen waterstaat in
den geest van die hier te lande.
Heden is de minister aan het woord. (Men
zie Laatste berichten.)
Voorstel van wet van den heer Harte van
Teckelenburg c. 8. tot uitbreiding van
revisie van strafvonnissen.
Volgens het voorloopig verslag waren ver
scheidene leden met deze voordracht niet inge
nomen. Sommige leden waren van oordeel
dat er geen gegronde aanleiding bestaat
aan de revisie van strafzaken eene zoo groote
uitbreiding te geven, als door de voorstellers
wordt gewenscht. Andere leden waren met
de indiening van het voorstel ingenomen. Dat
bestaande regeling gebrekkig ea niet ruim
genoeg is, wordt sedert lang door vele deskun
digen erkend. Vele leden waren intusschen
van meening, dat de voorgestelde regeling niet
voldoet aan de eischen, die men daaraan uit
een oogpunt van wetgeving mag stellen. Ook
zou, naar hunne meening, de door de voor
stellers gevolgde methode tot onzekerheid van
rechtspraak aanleiding geven.
Nog een bezwaar van de toevoeging van
nieuwe bepalingen aan de reeds bestaande is,
dat de gebreken der bestaande regeling be
stendigd blijven. Zoo ook is het door
voorstellers vooropgestelde beginsel, dat alleen
revisie mogelijk moet zijn van uitspraken, die
in kracht van gewijsde gegaan zyn, in de
bestaande regeling niet duidelijk uitgedrukt.
Aan deze bezwaren is alleen tegemoet te ko
men door een stelselmatige herziening van den
geheelen achttienden titel. Vele leden gaven
daarom den voorstellers in overweging hun
ontwerp door een voorstel tot herziening van
den achttienden titel van het wetboek van
strafvordering te vervangen. Op die wijze is
ook in Frankrijk en België verbetering in de
regeling van de revisie gebracht. Overigens
waren er onder de leden die herziening van
den geheelen achttienden titel verlangden, ook
leden die uitdrukkelijk verklaarden zich niet
te kunnen vereenigen met den wensch, om
daarby het vraagstuk der revisie in zyn
ganschen omvang aan de orde te stellen.
Sommige ieden meenden, dat door de redactie
der voorgestelde bepalingen de deur voor
revisie te wyd zou worden opengezet. Ge
vraagd werd, waarom de voorstellers, behalve
van vryspraak, ook van ontslag van rechts
vervolging melding maken. Door enkele leden
werd de vraag gedaaD, of er bezwaar bestaat
om by het onderzoek der revisie-zaken deD
raadsman van den veroordeelde toe te laten.
Eenige leden wenschten, dat de behandeling
der aanvrage om revisie op de openbare te
rechtzitting zou plaats hebben. Ook wenschteD
eenige leden aan den Hoogen Raad de bevoegd
heid te laten om zelf ten principale te beslissen
indien reeds uit het voorloopig onderzoek is
gebleken dat de veroordeelde onschuldig is,
en indien de veroordeelde overleden is.
Eindeiyk werd de aandacht der voorstellers
gevestigd op de bepalingen der Belgische eD
Fran8che wetten omtrent de gevolgen der revisie
voor de civiele party.
BEKOESUNUEIV ENZ.
By kon. besluit
is benoemd tot luitenant-generaal de gene-
raal-majoor R. T. Muschart, lid van het Hoog
Militair Gerechtshof
is de luitenant-kolonel L. P. van der Wal,
van het 7e regiment infanterie, op zijne aan
vrage, tegen 1 Dec. op pensioen gesteldf 1800
's jaars
is tegen 16 Dec. benoemd tot directeur van
het post- en telegraafkantoor te Beverwyk
J. Muus Jr., thans in gelij-ke betrekking te
Dieren en
de, van gedetacheerd uit West-Indië te4
ruggekeerde kapitein der infanterie van het
leger hier te lande P. A. H. F. Tergau, afge
treden commandant der troepen en van het
garnizoen op Curasao, benoemd tot ridder der
orde van Oranje-Nassau.
Blijkens een telegram van den gouverneur-
ger.eraal van Nederlandsch-Indië, van 23 No
vember 1898, -wordt de gonvernements koffie-
>ogst op Java voor dit jaar thans geraamd op
96.000 pikols.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Men kent de kwestie, welke gerezen i
over de opschriften van de door particuliere
industrie vervaardigde briefkaarten.
aar er bestaat nog een andere kwestie,
welke niet minder last geeft aan hen die niet
op de hoogte zijn van de bestaande bepalin
gen. Op de adres-zyde van zulke kaarten mogen
jn vermeld worden naam, beroep en adres
van den afzender.
Een onzer stadgenooten zond ons het model
van door hem gebruikt wordende briefkaarten,
welke te 'sGravenhage werd geweigerd, wyl
daarop, behalve de toegelaten aanwyzingen,
ook het telephoonnnmmer voorkwam.
Dit tot waarschuwing voor anderen!
Heel veel medelyden hebben wy anders niet
met hen, die zulke bezwaren ontmoeten. Het
is een publiek belang, dat de werkzaamheden
der posterijen niet onnoodig bemoeilykt wor
den, en daarom is het wenscheiyk dat de adres
sen zoo eenvoudig mogelyk zijn en niet on
duidelijk worden gemaakt door allerlei aan
kondigingen, welke den laatsten tyd hoe lan
ger hoe grooter werden.
Het eenvoudigste is daarom de coorzijde der
kaarten vry te houden voor het adres.
Op de ocAterzyde kan men dan laten druk
ker zooveel men wil, al ware het een halve
krant. Met de achterzyde bemoeit de postad
ministratie zich niet; die laat zij aan de afzen
ders, maar de voorzijde eischt zy voor zich op,
en dat is biliyk.
Bij kon. besluit is, zooals nog Donderdag
avond in de stad is bekend gemaakt, tegen
l Jan. aan dr A. D. van der Harst, op ziju
verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan
de ryks hoogere burgerschool te Middelburg;
en is C. J. J. Fokker benoemd tot burgemees
ter der gemeenten Eikerzee en EUemeet.
Verder zyn bij beschikking van den minister
van binnenlandsche zaken benoemd, gednrende
het jaar 1899, tot assistenten aan het ryks-
landbouwproefstation te Goes M. P. 1. Klaver
weiden en C. F. van der Linden, beiden aldaar.
Op de Donderdag door de afdeeling
Goes van den Chr. Nat. Werkmansbonduit-
;aande van de Ned. Herv. berk, gehouden
tweede jaarvergadering, bleek dat het ledental
steeds vooruitgaande is. In het afgeloopen
jaar vermeerderde het met 20, thans is het tot
114 geklommen, terwijl op de vergadering zelve
4 nieuwe leden werden geballoteerd en boven
dien nog enkele werden voorgesteld. Over het
afgeloopen jaar werd f 300 aan zieke leden
uitgekeerd, terwijl een geiyk bedrag aan kas
saldo overblijft. Als penningmeester en bestuurs
lid werden reap, herkozen do heeren I. Wea
sel Jr. en J. A. Does, terwQl, in plaats van de
heer L. D. van Melle, als secretaris werd ge
kozen de heer J. Verboom.
Door het ontslag nemen van de heer J. J.
Visser werd in de commissie van toezicht ge
wen de heer J. W. van de Weert Wz.
Te Nisse vond Donderdagmorgen een
landbouwer veertien kippen en een haan ver
moord. Bij de politie werd aangifte gedaan.
Ten slotte bleek een hond de misdadiger te zijn.
In die gemeente geraakte denzelfden dag het
oaard voor een vrachtwagen van Ellewouts-
iijk op hol. Het dier tuimelde met wagen en
*1 van een dijk in de sloot. Wonder genoeg
bekwam het geen letsel, doch de wagen was
beschadigd. De vrachtrijder had gelukkig Daast
den wagen geloopen en bleef dus geheel vrij.
In de Donderdag avond te Ierseke
gehouden raadsvergadering was ingekomen een
schrijven van Ged. staten, waarin bezwaar
wordt geopperd tegen het in de vorige verga
dering genomen besluit, tot verkoop aan den
Staat van een stukje gemeentegrond by de
postbrug. Dit bezwaar gold niet den verkoop
als zoodanig, maar de wijze van behandeling.
i was niet overeenkomstig de gemeentewet.
Set besluit werd opnieuw en in gewijzigden
vorm vastgesteld, om aldus aan de goedkeuring
van Ged. staten te worden onderworpen.
Van de commissie tot het nazien der reke-
aing 1897 en der begrooting 1899 van het
burgerlijk armbestuur was het verslag inge
komen, volgens een der leien wel wat laat.
Daarbij werd aanmerking gemaakt op de sedert
40 jaar gevolgde gewoonte, om het batig slot
ier rekening over eenig dienstjaar als ont
vangst op te nemen op de rekening van het
volgende jaar, dus een jaar te vroeg.
Besloten werd het armbestuur te verzoeken
met deze wyze van administreeren te breken.
De behandeling der begrooting werd aange
houden totdat een zeker besluit van het arm
bestuur door Ged. staten zal zijn goedgekeurd.
Bij de gebruikelijke rondvraag werd geklaagd
over de ondoelmatige inrichting van het rem-
mingswerk bij den ingang der haven en als
middel ter verbetering aangeprezen een tweede
rij palen te slaan en dan een plankier aan te
engen, waarover de vaartuigen zoo noodig
tar buiten kannen getrokken worden.
De voorzitter, de burgemeester, wees erop,
dat het de bedoeling van burgemeester en
wethouders was, langs het remmingswerk een
touw te spannen, waar langs men de vaartuigen
kan voorttrekken.
Een der wethouders merkte op, dat er by
iedere vernieuwing van den ingang steeds
luider geklaagd is. Zyns inziens is deze beter
dan de vorige; en mocht by sommige gelegen
heden de bemanning van een vaartuig niet
voldoende zyn om buiten te komen, welnu, dan
moet de schipper voor meer hulp zorgen. Als
er een plankier gemaakt wordt, mag de ge
meente nog wel twee of drie man aanstellen
om te trekken, want de bemanning van het
vaartnig kan dit niet doen. Deze wethonder
wilde evenwel gaarne tot verbetering meewerken.
Een ander lid stelde daar tegenover, dat de
gemeente moet zorgen dat de schippers geen
avery bekomen, wat al meermalen is gebeurd.
Te Poortvliet stak onlangs uit een
strooklamp een hooivork met zijn tanden naar
bniten. Een 25jarige jonge man liep met zyn
oog in een der punten, met bet noodlottig
gevolg, dat bij, na een lyden van eenige v
deze week aan de gevolgen bezweek.
In de Donderdag te Terneuzen ge
houden vergadering van den gemeenteraad, nog
door den Bedert overleden burgemeester uitge
schreven, was ingekomen een brief van me
vrouw de weduwe J. A. van Boven-Buijze,
dende kennisgeving van het overlyden van
haren echtgenoot.
Het door het dag. best. voorgestelde adres
van rouwbeklag werd met algemeene stemmen
goedgekeurd.
Als blijk van rouwbetoon werd de ritting
verder verdaagd.
Aan het station Axel liep Woensdag
avond een uit Hulst komende goederentrein
op een met snikerpeeën geladen waggon, die
totaal verbryzeld werd. De werklui konden
zich nog bijtyds verwyderen.