MIDDELBIIRGSGHE COURANT. N°. 279. 141® Jaargang, 1898, Zaterdag 26 November. De*e courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Frijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franee p.p., 1,~ Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Ther mometer Middelburg 25 Nov. 8 n. vm. 34 gr. 12 n 40 gr., *v. 4 n.46 gr. F. Verw. tam. kr. Z. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór aar san het bureau bezorgd zijn. AdrertentlSn20 eent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames *0 eent psr rc^el Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige Voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten^ Te AmsterdamA. de La Mar Azn. te Rotter- dan»: nftgh van Ditiiar. Middelburg 25 November. Levensverzekering. I. Het is reeds geruime tijd geleden, dat wij hebben gewezen op het nut van levensverze kering, vooral voor weinig of niet gefortu- neerden, voor personen, die van een vast traktement moeten leven. Niet altijd is daarvoor gelegenheid en boven dien er wordt van andere zijde in die richting in de laatste jaren zooveel gedaan; de pogin gen, om velen van dit nut te overtuigen, zijn zoo overvloedig, dat wij meenden met gerust heid ons in deze te kunnen onthouden. Thans lazen wij in het Handelsblad een uitvoerige beschouwing, waarin de levensver zekering van een ander standpunt wordt be schouwd en dat daarom ons belangrijk genoeg voorkwam, om het ook onder de oogen van onze lezers te brengen. Eq dit te meer omdat wij weten dat zij af komstig is van eene zeer bevoegde hand en daarom te meer de aandacht verdient. Johan de Witt aldus vangt deze beschou wing, die tot opschrift draagtDe gefortu- neerden en de levensverzekeringaan Johan de Witt wordt als schrijver der verhandeling over waardige van lijfrenten naar proportie van losrentenalgemeen erkend als de vader der wetenschap van levensverzekering te zijn. Christiaan Hnygens legde den grond voor de waarschijnlijkheidsleer, welke later tot de ge wichtigste uitkomsten op het gebied van levensverzekering geleid heeft. Johannes Hudde schreef over lijfrenten en over de toepassing van de waarschijnlijkheidsleer op den duur van het menschelijk leven. En verder hebben nog een aantal wetenschappelijke Nederlanders, als Nicolaas Struyck, Willem Kersseboom, Nicolaas Duyn, Abraham Gallas, later Jean Henri van Swinden niet te vergeten, door hun arbeid de wetenschap der levensverzekering vooruitgebracht. Is het niet opmerkelijk, dat daarentegen op het gebied van de practijk der levensver zekering ons land zoodanig achterlijk is geble ven en die practijk in Engeland reeds tal van jaren bloeide, toen hier in 1807 de eerste levensverzekeringmaatschappij werd opgericht? Eerst later ontstonden dergelijke instellingen in andere landen, maar nog lang kostte het der levensverzekering moeite zich in het land van Johan de Wit en van Hudde die de eerste ster fee-lij sten vervaardigde baan te breken, zoodat hier de ontwikkeling in dit opzicht bij die in de meeste dier Janden achterlijk bleef. Eerst in de laatste twintig jaren heeft de levens verzekering in ons maatschappelijk leven die groote beteekenis ingenomen, welke thans aan haar wordt toegekend. Eq toch, van de bij uitstek practische Hol landers had men kannen onderstellen, dat zij zich op dat gebied aan de spits der beweging zouden hebben gesteld. Dit is echter niet zoo. In Engeland o.a. is het totaal verzekerd bedrag naar verhouding der bevolking meer dan dubbele van Nederland. Blijkbaar heeft men daar een veel hooger begrip van de plaats, die de levensverzekering behoort in te nemen, dan bij ons het geval is. Mag men aannemen dat nadenken, doorzicht en spaarzaamheid, gevoegd bij liefde voor vrouw en kinderen, dedryfvee- ren zijn tot de levensverzekering, dan volgt hieruit, dat, waar deze 't meest ontwikkeld is, de massa der bevolking 't meest op deze hoe danigheden kan bogen, en in de cultuurge schiedenis een hooge plaats bekleedt. Een der oorzaken, waarom de kering in onze maatschappelijk leven niet zoo sterk is doorgedrongen als in Engeland, moet wellicht gezocht worden in ons nationaal ver mogen. Wij zijn een rijk volk, maar, in te genstelling van EDgeland, zijn de vermogens hier meer verdeeld, en er zijn vele bezitters van aanzienlijk vermogens die geen levens verzekering sluiten, omdat zij van oordeel zijn, aan vrouw en kinderen genoeg te kunnen na laten o m van te leven. Nu zou dit geen zoo groot kwaad zijn, ware 't niet, dat in ons land niet zoo vaak meer en ook niet zooveel meer wordt overgelegd als vroeger het geval was, toen aan vrouw en kindereD in den regel genoeg werd nagelaten om ii denzelfden stand te kunnen blijven leven. Feitelijk was dan ook in vroegere jaren voor velen eene levensverzekering, uit dit oogpunt beschouwd, niet noodig en daardoor ia wellicht die onverschilligheid ontstaan, die men nu nog in de kringen, waar men over groote kapitalen en groote inkomens beschikt, omtrent levens verzekering kan constateeren. Een veranderde wijze van levenhet door dringen van meer weelde, ook in de deftige geslachten die vroeger om hun eenvoud be kend waren; de gemakkelijkheid om geld uit. te geven, zoowel tot voldoening van hooger stoffelijke behoeften als die van geest en de reusachtige uitbreiding van het wereldverkeer, die een reis naar Nizza gerief lijker en korter maakt dan vroeger van Am sterdam naar 's Hertogenboschde hoogere eischen in alles wat het dagelij ksch comfort betrefteindelijk de zucht om groot te doen, zijn alle zooveel factoren, welke voeren tot geld uitgeven en die dus de kansen vermin deren van het ter zijde leggen van kapitaal, verkregen uit gemaakte winsten of gevormd uit niet gebruikte renten. Hoewel dit nu niet onmiddellijk afkeur verdient, omdat het geld daardoor in omloop komt en derhalve voorde natie oneindig productiever is dan dat het bv. op het Grootboek wordt gezet, dient toch in het oog te worden gebonden, dat de erfge namen, door de verdeeling van het kapitaal dat men nalaat, vaak niet op denzelfden voet kunnen voortleven, als zij bij het leven van den erflater hebben kunnen doen. Om dit te voorkomen, daartoe dient de levens- irzekering. In deze geven vooral de Ameri kanen een voorbeeld. Ia bun land is het ge woonte, dat een rijk man, die weelderig leeft en in den regel jaarlijks verteert wat hij ver dient, eene levensverzekering neemt ten behoeve van vrouw en kinderen, opdat deze na ziju overlijden op ongeveer denzelfden voet knnnen blijven voortleven als zij tijdens zijn leven gewend waren - ods is dit vaak geheel anders. Een rijk wiens zaken steeds naar wensch gaan, hoort men dikwijls vragen„Waarom zoude ik mij verzekeren? Ik laat bij mijnoverlijden een flink fortuin na, en ben tevens in de ge legenheid te zorgen, dat myne familie dan vol doende contanten in handen heeft om de loopende zaken af te wikkelen". Zoolang alles goed gaat, valt er voor eene dergelijke redeneering wel iets te zeggen doch in critieke tijden (en wie kan er voor instaan, dat deze zich niet zullen voordoen wanneer door onvoorziene omstandigheden ook de meest ondernemingen wankelen, zal men zich te laat beklagen, te veel op de toekomst ver trouwd te hebben. Menige goed rendeerende zaak is in zulke tijden verloren gegaan, menige bron van inkomsten opgedroogd en menige oude dag dientengevolge in gebrek gesleten, waar eene levensverzekeringspolis een onbe zorgd bestaan had kunnen verzekeren. Laat ons eenige gevallen uit het leven grijpen. Een wèldenkend huisvader, die op ruimen voet leeft, stelt er pry a op, dat zijne dochter, verloofd met een gefortuneerd jongman, ook nadat hy de oogen zal hebben gesloten, op dezelfde onbekrompen wijze zal kunnen leven, als waaraan zy in hare jeugd gewend is. Dat de fortuin wankelbaar is, weet hij, want hij bewoont een huis op de Heeren- of Keizers gracht te Amsterdam, hetwelk in de laatste 2d jaar meer dan een derde in waarde ver minderd is. Ook is het hem niet bekend wat zijn aanstaande schoonzoon met zijn eigen fortnin en dat zijner dochter zal doen, en daarom zoekt hg, hoewel hem volkomen ver trouwende, de volstrekte zekerheid te verkrij gen, dat de toekomst zijner dochter onbezorgd zal zijn, Het is de levensverzekering, die hem deze zekerheid aanbiedt, en zoo stelt hij als eene der huwelijksvoorwaarden, dat zyn aanstaande schoonzoon, 25 jaar oud, zijn leven voor twee ton verzekert, overtuigd dat het dezen niet moeilijk valt, daartoe eene jaarlijksche premie van ongeveer f 6500 af te zonderen. Bij overlijden van haar echt genoot ontvangt de weduwe het verzekerd kapitaal, en indien hij na vijf en-twintig jaar nog in leven is, wordt het op dien datum eveneens aan haar uitbetaald, daar de vader bedongen heeft dat het kapitaal in ieder geval aan zijne doebter moet worden uitbetaald, of, zoo zij reeds vroeger overleden mocht zyn, aan hare erfgenamen. Wat blykt hieruit Dat de levensverzeke ring niet alleen een krachtig middel is om eenmaal verkregen fortuin bij elkaar te honden, maar dat zij ook is een geldbelegging, die zeer groote zekerheid aanbiedt. Vermoedeiyk zou bij de booge eischen des levens de echtgenoot de premie van f 6500 niet, althans niet geheel, ter zijde hebben gelegd. Maar al ware dit wèl zoo, dan nog zou hy zelf het kapitaal niet hebben kunnen vormen, gelijk voor hem thans door de levensverzekening wordt gedaan. Blyft hij in leven en ontvangt zyn vrouw vijf en twintig jaren de twee ton, dan kan hij zelf, door zich b. v. uit de zaken terug daarvan snede de vruchten plukken. Slot volgt.) IWEEBB ttlJlEB. Ter naturalisatie zyn o. a. voorgedragen E. van den Broecke, landbouwer te Koe wacht en F. X. Manhardt, horlogemaker en muziekonderwijzer te Goes. In de Donderdag gehouden avond-zitting is behandeling der Indische begrooting voort- ïzet. Daarbij kwam de zendelingen-kwestie ter sprake, waarna de minister verklaarde dat zij in onderzoek is, en de rechtspositie der Gere formeerde kerk in Indië, waaromtrent de heer De Visser wilde afwachten het rapport der commissie betreffende de reorganisatie der In dische kerken. De heer Van Kol wees op het gevaar der lepra, op de wenschelykheid om de opleiding van Indische geneesheeren te verbeteren en op de opleiding van inlandsche vroedvrouwen. De minister gewaagde van het aanbod van belangstellenden om f 100.000 by te dragen aan een school voor vroedvrouwen. De Indi sche regeering meent dat er wel acht van die scholen noodig zyn. De minister hoopt in het algemeen tot verbetering van inlandsche ge neeskundige hulp, met opleiding van vroed vrouwen bij geneesheeren, voorstellen te kun nen doen. De leprakwaal wordt zoo veel moge lijk bestreden door afzondering of quarantaine. De heer Van Kol besprak breedvoerig de quaestie der werken in de Sol o-v a 11 e i en 's ministers beschuldiging tegen het daar gevoerde beleid welverdiend. Er is met onverantwoordelijke lichtvaardigheid gehan deld en daarvan draagt de ingenieur de schuld. Voorshands ware misschien een oplossing te vinden door de doorgraving der rivier te on- m. Wij staan voor de keuze15 mil- lioen wegwerpen ot te redden wat te redden valt. Galnkkig zijn andere irrigatiewerken beter geslaagd. De heer Van Kol drong erop aan met ruime hand gelden voor irriga tiewerken toe te staan en uitte de hoop dat het gebeurde den minister niet zal ontmoedi gen. Hy roept hem toe en de desespiereert niet. Ook de heer Ketelaar, constateerende dat afkeuring van het gebeurde den minister niet kan treffen, veroordeelde krachtig het beleid te dezer zake en vroegwie zijn de schuldi gen wat zal tegen hen gedaan wordenhoe komt het dat nu de toestand eerst ontdekt. welke is de waarde van het gedane werk en van de werktuigen welke middelen zullen worden aangewend om verder zulke blunders te voorkomen De heer Conrad besloot zijne beschouwingen over het voorgevallene met aan te geven eeniee denkbeelden tot reorganisatie van het corps waterstaat-ingenieurs in Indië. De doorgraving der Solorivier ontraadde hij. D9 heer Pijnacker Hordijk, die de werken in oogenschouw heeft genomen, betreurt 't dat de minister de stakiog heeft bevolen, zonder het advies der Indische regeering af te wach ten, omdat de vrees voor een uitgaaf van 37 millioen of meer niet tot staking behoeft t>* leiden. Immers de commissie verzekert, dat bij de nadere raming met de uiterste voorzicb tigheid is te werk gegaan en geen verdere teleurstelling te vreezen is. Volhardt de mi nister by de terugneming der gelden voor irri gatiewerken, dan gaf de heer Pynacker Hor dijk hem in overweging zoo spoedig mogelyb weer aan te vragen de teruggenomen gelden voor de irrigatiewerken in Kediri, waarbij daD een groot gedeelte van het vrykomende per soneel ware te gebruiken. De heer Van Dedem waarschuwt tegen een reorganisatie van den Indischen waterstaat in den geest van die hier te lande. Heden is de minister aan het woord. (Men zie Laatste berichten.) Voorstel van wet van den heer Harte van Teckelenburg c. 8. tot uitbreiding van revisie van strafvonnissen. Volgens het voorloopig verslag waren ver scheidene leden met deze voordracht niet inge nomen. Sommige leden waren van oordeel dat er geen gegronde aanleiding bestaat aan de revisie van strafzaken eene zoo groote uitbreiding te geven, als door de voorstellers wordt gewenscht. Andere leden waren met de indiening van het voorstel ingenomen. Dat bestaande regeling gebrekkig ea niet ruim genoeg is, wordt sedert lang door vele deskun digen erkend. Vele leden waren intusschen van meening, dat de voorgestelde regeling niet voldoet aan de eischen, die men daaraan uit een oogpunt van wetgeving mag stellen. Ook zou, naar hunne meening, de door de voor stellers gevolgde methode tot onzekerheid van rechtspraak aanleiding geven. Nog een bezwaar van de toevoeging van nieuwe bepalingen aan de reeds bestaande is, dat de gebreken der bestaande regeling be stendigd blijven. Zoo ook is het door voorstellers vooropgestelde beginsel, dat alleen revisie mogelijk moet zijn van uitspraken, die in kracht van gewijsde gegaan zyn, in de bestaande regeling niet duidelijk uitgedrukt. Aan deze bezwaren is alleen tegemoet te ko men door een stelselmatige herziening van den geheelen achttienden titel. Vele leden gaven daarom den voorstellers in overweging hun ontwerp door een voorstel tot herziening van den achttienden titel van het wetboek van strafvordering te vervangen. Op die wijze is ook in Frankrijk en België verbetering in de regeling van de revisie gebracht. Overigens waren er onder de leden die herziening van den geheelen achttienden titel verlangden, ook leden die uitdrukkelijk verklaarden zich niet te kunnen vereenigen met den wensch, om daarby het vraagstuk der revisie in zyn ganschen omvang aan de orde te stellen. Sommige ieden meenden, dat door de redactie der voorgestelde bepalingen de deur voor revisie te wyd zou worden opengezet. Ge vraagd werd, waarom de voorstellers, behalve van vryspraak, ook van ontslag van rechts vervolging melding maken. Door enkele leden werd de vraag gedaaD, of er bezwaar bestaat om by het onderzoek der revisie-zaken deD raadsman van den veroordeelde toe te laten. Eenige leden wenschten, dat de behandeling der aanvrage om revisie op de openbare te rechtzitting zou plaats hebben. Ook wenschteD eenige leden aan den Hoogen Raad de bevoegd heid te laten om zelf ten principale te beslissen indien reeds uit het voorloopig onderzoek is gebleken dat de veroordeelde onschuldig is, en indien de veroordeelde overleden is. Eindeiyk werd de aandacht der voorstellers gevestigd op de bepalingen der Belgische eD Fran8che wetten omtrent de gevolgen der revisie voor de civiele party. BEKOESUNUEIV ENZ. By kon. besluit is benoemd tot luitenant-generaal de gene- raal-majoor R. T. Muschart, lid van het Hoog Militair Gerechtshof is de luitenant-kolonel L. P. van der Wal, van het 7e regiment infanterie, op zijne aan vrage, tegen 1 Dec. op pensioen gesteldf 1800 's jaars is tegen 16 Dec. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Beverwyk J. Muus Jr., thans in gelij-ke betrekking te Dieren en de, van gedetacheerd uit West-Indië te4 ruggekeerde kapitein der infanterie van het leger hier te lande P. A. H. F. Tergau, afge treden commandant der troepen en van het garnizoen op Curasao, benoemd tot ridder der orde van Oranje-Nassau. Blijkens een telegram van den gouverneur- ger.eraal van Nederlandsch-Indië, van 23 No vember 1898, -wordt de gonvernements koffie- >ogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 96.000 pikols. UIT STAD EN PROVINCIE. Men kent de kwestie, welke gerezen i over de opschriften van de door particuliere industrie vervaardigde briefkaarten. aar er bestaat nog een andere kwestie, welke niet minder last geeft aan hen die niet op de hoogte zijn van de bestaande bepalin gen. Op de adres-zyde van zulke kaarten mogen jn vermeld worden naam, beroep en adres van den afzender. Een onzer stadgenooten zond ons het model van door hem gebruikt wordende briefkaarten, welke te 'sGravenhage werd geweigerd, wyl daarop, behalve de toegelaten aanwyzingen, ook het telephoonnnmmer voorkwam. Dit tot waarschuwing voor anderen! Heel veel medelyden hebben wy anders niet met hen, die zulke bezwaren ontmoeten. Het is een publiek belang, dat de werkzaamheden der posterijen niet onnoodig bemoeilykt wor den, en daarom is het wenscheiyk dat de adres sen zoo eenvoudig mogelyk zijn en niet on duidelijk worden gemaakt door allerlei aan kondigingen, welke den laatsten tyd hoe lan ger hoe grooter werden. Het eenvoudigste is daarom de coorzijde der kaarten vry te houden voor het adres. Op de ocAterzyde kan men dan laten druk ker zooveel men wil, al ware het een halve krant. Met de achterzyde bemoeit de postad ministratie zich niet; die laat zij aan de afzen ders, maar de voorzijde eischt zy voor zich op, en dat is biliyk. Bij kon. besluit is, zooals nog Donderdag avond in de stad is bekend gemaakt, tegen l Jan. aan dr A. D. van der Harst, op ziju verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de ryks hoogere burgerschool te Middelburg; en is C. J. J. Fokker benoemd tot burgemees ter der gemeenten Eikerzee en EUemeet. Verder zyn bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken benoemd, gednrende het jaar 1899, tot assistenten aan het ryks- landbouwproefstation te Goes M. P. 1. Klaver weiden en C. F. van der Linden, beiden aldaar. Op de Donderdag door de afdeeling Goes van den Chr. Nat. Werkmansbonduit- ;aande van de Ned. Herv. berk, gehouden tweede jaarvergadering, bleek dat het ledental steeds vooruitgaande is. In het afgeloopen jaar vermeerderde het met 20, thans is het tot 114 geklommen, terwijl op de vergadering zelve 4 nieuwe leden werden geballoteerd en boven dien nog enkele werden voorgesteld. Over het afgeloopen jaar werd f 300 aan zieke leden uitgekeerd, terwijl een geiyk bedrag aan kas saldo overblijft. Als penningmeester en bestuurs lid werden reap, herkozen do heeren I. Wea sel Jr. en J. A. Does, terwQl, in plaats van de heer L. D. van Melle, als secretaris werd ge kozen de heer J. Verboom. Door het ontslag nemen van de heer J. J. Visser werd in de commissie van toezicht ge wen de heer J. W. van de Weert Wz. Te Nisse vond Donderdagmorgen een landbouwer veertien kippen en een haan ver moord. Bij de politie werd aangifte gedaan. Ten slotte bleek een hond de misdadiger te zijn. In die gemeente geraakte denzelfden dag het oaard voor een vrachtwagen van Ellewouts- iijk op hol. Het dier tuimelde met wagen en *1 van een dijk in de sloot. Wonder genoeg bekwam het geen letsel, doch de wagen was beschadigd. De vrachtrijder had gelukkig Daast den wagen geloopen en bleef dus geheel vrij. In de Donderdag avond te Ierseke gehouden raadsvergadering was ingekomen een schrijven van Ged. staten, waarin bezwaar wordt geopperd tegen het in de vorige verga dering genomen besluit, tot verkoop aan den Staat van een stukje gemeentegrond by de postbrug. Dit bezwaar gold niet den verkoop als zoodanig, maar de wijze van behandeling. i was niet overeenkomstig de gemeentewet. Set besluit werd opnieuw en in gewijzigden vorm vastgesteld, om aldus aan de goedkeuring van Ged. staten te worden onderworpen. Van de commissie tot het nazien der reke- aing 1897 en der begrooting 1899 van het burgerlijk armbestuur was het verslag inge komen, volgens een der leien wel wat laat. Daarbij werd aanmerking gemaakt op de sedert 40 jaar gevolgde gewoonte, om het batig slot ier rekening over eenig dienstjaar als ont vangst op te nemen op de rekening van het volgende jaar, dus een jaar te vroeg. Besloten werd het armbestuur te verzoeken met deze wyze van administreeren te breken. De behandeling der begrooting werd aange houden totdat een zeker besluit van het arm bestuur door Ged. staten zal zijn goedgekeurd. Bij de gebruikelijke rondvraag werd geklaagd over de ondoelmatige inrichting van het rem- mingswerk bij den ingang der haven en als middel ter verbetering aangeprezen een tweede rij palen te slaan en dan een plankier aan te engen, waarover de vaartuigen zoo noodig tar buiten kannen getrokken worden. De voorzitter, de burgemeester, wees erop, dat het de bedoeling van burgemeester en wethouders was, langs het remmingswerk een touw te spannen, waar langs men de vaartuigen kan voorttrekken. Een der wethouders merkte op, dat er by iedere vernieuwing van den ingang steeds luider geklaagd is. Zyns inziens is deze beter dan de vorige; en mocht by sommige gelegen heden de bemanning van een vaartuig niet voldoende zyn om buiten te komen, welnu, dan moet de schipper voor meer hulp zorgen. Als er een plankier gemaakt wordt, mag de ge meente nog wel twee of drie man aanstellen om te trekken, want de bemanning van het vaartnig kan dit niet doen. Deze wethonder wilde evenwel gaarne tot verbetering meewerken. Een ander lid stelde daar tegenover, dat de gemeente moet zorgen dat de schippers geen avery bekomen, wat al meermalen is gebeurd. Te Poortvliet stak onlangs uit een strooklamp een hooivork met zijn tanden naar bniten. Een 25jarige jonge man liep met zyn oog in een der punten, met bet noodlottig gevolg, dat bij, na een lyden van eenige v deze week aan de gevolgen bezweek. In de Donderdag te Terneuzen ge houden vergadering van den gemeenteraad, nog door den Bedert overleden burgemeester uitge schreven, was ingekomen een brief van me vrouw de weduwe J. A. van Boven-Buijze, dende kennisgeving van het overlyden van haren echtgenoot. Het door het dag. best. voorgestelde adres van rouwbeklag werd met algemeene stemmen goedgekeurd. Als blijk van rouwbetoon werd de ritting verder verdaagd. Aan het station Axel liep Woensdag avond een uit Hulst komende goederentrein op een met snikerpeeën geladen waggon, die totaal verbryzeld werd. De werklui konden zich nog bijtyds verwyderen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1