IHIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 278. 141s Jaargang. X898. Vrijdag 25 November. Een billijk verzoek. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering tan Zon- en feestdagen Pr^s, per kwartaal, zoowel yoor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p.f J.— Afzonderlijke nummers kosten 5 eent. Thermometer Middelburg 24 Nov. 8 u. vm. 34 gr. 12 u 40 gr., *v. 4 xl 40 gr. F. Verw. tam. kr. Z. O. wind. Advertentien voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór èèft aar aan bet bureau bezorgd zijn. Advertenti5n: 20 cent por regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames *0 eent per regel Groote letters naar de plaats die zg innemen. Advertentiën bij abonnement op 'voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten; Te AmsterdamA. de La Mar Azn. en Max R. Nuhes; te Rotterdam; Nïjoh 8c va» Ditmar. Wie met aandacht, of zelfs eenige meerdere belangstelling dan gewoonlijk de beraadsla gingen heeft gevolgd, welke bij de behan deling der begrooting voor 1899 in den gemeenteraad van Middelburg zijn gevoerd of wie die begrooting beeft nagegaan, is zeker wel, zoo hij dit ten minste nog niet was, tot de overtuiging gekomen, dat de finaucieele toestand voor de hoofdplaats van Zeeland alles behalve rooskleurig is. Trouwens, het is reeds jaren lang geen gemakkelijke taak voor ons dageiijksch bestuur geweest om de begrooting sluitende te maken zonder den vrij zwaren belasting druk te verhoogen; en wij kunnen ons zeer goed voorstellen dat het met vreeB aan schouwde de poging om den gasprljs te verlagen, omdat daardoor de gemeentekas gevaar liep eene bate te derven, die deze onmogelijk kan missen. De in bet uitzicht gestelde invoering van een straatbelasting had, het is ook nu weêr gebleken, nog altijd weinig kans genade te vinden in de oogen van de meerderheid der raadsleden. Onzerzijds hadden wij het wel anders gewenscht; wij toch koesterden die bezorgd heid niet, omdat wij nog altijd meenen, dat verlaging van den gasprijs meerder gebruik zou tengevolge hebben en na enkele jaren het te lijden verlies zou zijn ingehaald, maar eenmaal zich plaatsend op het stand punt van burgemeester en wethouders, moet men erkennen, dat er voor ernstige bedenking alle reden was. De opcenten op de personeele belasting hebben reeds bijna het maximum en de hoofdelijke omslag een dreigende hoogte bereikt. Is het wonder, dat sommige raadsleden wederom bun oud stokpaardje bereden en heil zochten, daar waar het naar onze over tuiging niet gezocht mag worden. Hel was opnieuw school G die het moest ontgelden. De een wenschte het schoolgeld, dat daar geheven wordt, te verhoogen; van andere zijde werd zelfs weêr aangedrongen om die inrichting op te heffen. Terwijl men in eene veel kleinere ge meente als Goes zulk een school meer en meer waardeert; haar daar door alle inge zetenen bijna, van welke godsdienstige oi politieke richting ook, een goed hart wordt toegedragen, is zij in Middelburg nog voor eenigen de steen des aanstoots. Niet verstandig, meenen wij. Wil Middelburg nog eenigzins haar naar» ala hoofdstad in eere houden, laat haar dan vooral ook voor het onderwijs van meisje» goed zorgen, opdat famiiiën met kinderen baar niet mijden en b.v. ambtenaren en officieren, die dochters hebben, óf door de kosten óf, by opheffing, door gemis aan eene goede gelegenheid om bun kinders onder richt te doen geven, niet worden bewogen te verzoeken liefst bier niet geplaatst te worden. Men let te weinig op de indirecte voor- deelen, welke zulk een school oplevert, al stellen wij den intellectneelen invloed van een dergelijke inrichting veel hooger dan enkele financieele voordeden, o. a. door het verblijf in ons midden van haar, die aaD zulk een school zijn verbonden. Kortzichtigheid achten wij het in deze steeds op hetzelfde aambeeld te slaanen bij ons komt wel eens de vraag op, of de bedoeling van hen, die deze school óf wil len opheffen óf haar benadeelen door het daar geheven schoolgeld te verhoogen, wel geheel zniver isen of men daarbij niet spe culeert op de mogelijkheid dat eene andere inrichting in denzelfden geeBt daarvan pro fijt zou trekken. Wij willen hopen, dat al die pogingeD, zooals ook ditmaal, schipbreuk blijven iyden. Wij rekenen dergelijke bezuinigingsmaat regelen nog altijd tot de kleine middelen waartoe een vry zinnig college, als de raad, zich niet mag leenen. Wie voor onderwijs goed zorgt; wie helpt bevorderen dat dit zooveel mogelijk onder het bereik van velen kan komen, verschaft het opkomend geslacht en het algemeen meer voordeel in de toekomst dan door enkele be zuinigingen, al schijnen die voor het oogenblik pok meer waarde te hebben. Maar met dat al dient men toch te letten op de eischen van het tegenwoordige, vooral wat de financiën der gemeente betreften dit te meer, wanneer nieuwe, meer of min hoogere verplichtingen ons worden opgelegd. Uit dit oogpunt trok vooral onze aandacht wat de voorzitter opmerkte bij de behande ling van art. 2 hoofdstuk VIII Afd. II der begrootingaflossing van den 23en termijn van de geldelijke bijdrage in de kosten van aanleg van het havenkanaal en werken van rijkswege. Op de begrooting is daarvoor nu'"/ 5000 uitgetrokken, maar of die som voldoende zijn zal, is nog lang niet zeker. Ia de Memorie van toelichting schreven burg. en weth. „Voor den aanleg van haven en kanaalwerken in en langs Middelburg aan den Staat der Nederlanden, volgens overeenkomst van den 23 Februari 1866, gewijzigd bij die van 24 Juli 1874, verschul- 1 eene som van 500 000. Daarvan moest, te beginnen met 1876 en vervolgens, gedurende 20 jaren f 10.000 en gedurende de twintig daaraanvolgende jaren, aanvan gende in 1896, 15.000 'sjaars aan het rijk uitgekeerd worden. Blijkens tot Gede puteerde staten van Zeeland gerichte mis sive van den minister van waterstaat, handel en nijverheid dd. 6 Maart 1895, door ge noemd college aan burgemeester en wet houders bij hare missive van 8 Maart 1895 medegedeeld, werd echter aan de gemeente restaan om gedurende de jaren 1896, 1897 en 1898 5000 per jaar af te lossen stede van 15.000. Den 29 Maart 1898 hebben burg. en weth. zich weder tot Ged. Staten gewend met het verzoek hunne tue- jukomst te verlcenen tot verlenging van deze concessie. Daarop is tot nu toe geen antwoord ontvangen, doch naar wel mag wor den vertrouwd, zal de regeering overtuigd zijn, dat vooral na de invoering van de nieuwe wet op de personeele belasting de gemeente in nog ongunstiger financieele positie ver keert dan in 1895." De voorzitter deelde nu meê, dat sedert n 29 Maart nog van Gedeputeerde staten bericht is ontvangen, dat de minister van financiën wel bereid zou zijn dejaarli)kscbe bijdrage op 7500, in plaats van 15.000, stellen tot de geheele verschuldigde 500.000 is afgelost. Burgemeester en wethouders hebben, naar aanleiding hiervan, alsnog getracht den minister te bewegen met 3 jaarlijksehe aflossing van 5000 tevre- te zijn. Slaagt die poging niet, dan zal aizoo deze post waarachynlijk met 2500 dienen te worden verhoogd en zal wel verhooging van eene ofandere belasting dienen te worden voorgesteld. Wg hebben met opzet de laatste regels iets sprekender doen zetten. Het is waarlijk geen aangenaam, geen opwekkend verschiet. Oogensch'ijnlijk is een verschil van f 2500 niet veel, maar wie den financieelen toestand onzer gemeente kentwie weet boe in de laatste jaren door overlijden of vertrek van gefortuneerde ingezetenen de inkomsten zijn verminderd en van de belastingschuldigen meer en meer moest gevorderd worden, begrgpt ten volle dat elke verboogiog een zware, te zware last wordt. Bij den toestand, zooals hij hiervoren is geschetst, komt nog het volgende De nieuwe regeling van de personeele belasting heeft Middelburg nadeel berokkend; de opbrengst der opcenten op die belasting bedroeg het is waariyk geeu kleinigheid plus minus f 18.000 minder. En wij wezen herhaaldelijk er op de nieuwe wet tot regeling der verhouding tusschen het rijk en de gemeenten beeft ons allerminst voordeel gebracht. Het is waar: ten slotte kreeg Middelburg plus minus f 2300 meer dan vroeger, maar wat wil dat zeggen tegenover een verlies van 18.0C0? Nu is het wel waar dat, blijkens boven genoemde daling van de opcenten, de als hoofdsom geheven personeele belasting sterk verminderd is, waaruit dus biykt dat velen er door gebaat worden doch aan den anderen kant verlieze men niet uit het oog, dat thans ook door de bedrijfsbelasting velen get wordeu die vroeger in het patent niet werden aangeslagen. En een feit is het in elk geval, dat de ontvangsten voor de gemeente-schatkist zijn achteruitgegaan. De algemeene financieele toestand van Middelburg deed, zooals hierboven gemeld, reeds vroeger burg. en weth. besluiten een beroep te doen op de welwillendheid der regeering en ontheffing te vragen van de verplichting 15.000 te moeten betalen als bijdrage in bovengenoemde werken. Aan dat verlangen is, laten wij het met ingeno menheid boekstaven, op heusche wijze vol daan, Voor drie jaaT werd toegestaan eene vermindering van tien duizend gulden. Maar thans vraagt men weêr eene eenig zins hoogere bijdrage dan 5000, wat het dagelgksch bestuur deed vragen de som op genoemd bedrag te behouden. De onder handelingen daarover zijn nog loopendeal thans, vergissen wij ons niet, dan is er op dit oogenblik nog geen beslissing ge nomen. Tot heden hebben wij over deze kwestie gezwegen, omdat wij meenden dat tijdens het overleg elke voorbarige beschouwing niet in het belang van Middelburg wezen zou, doch nu er reeds geruime tyd i6 verloopen vóór deze beslissing afkomt, meenen wij ge rechtigd te zijn tot eene enkele opmerking. Met het oog op de indertijd door Middel burg tegenover het ryk op zich genomen verplichtingen valt er natuurlijk, uit het oogpunt van recht, aan deze zijde niets te vordereneenvoudig slechts te vragen. Maar er is nu reeds gebleken, dat de regeering de biliykheid van het verzoek erkent. En niet zonder reden. In de dagen van blijde verwachtingen eD gegronde hoop op een goede toekomst, heeft Middelburg tegenover het Rijk eene, misschien wel wat al te welwillende bonding aan genomen, in elk geval zich laten verleiden tot het op zich nemen van een zwaren last. Ware alles gegaan, zooals men hoopte,- hadden de havenwerken ons het voordeel gebracht, dat men zich er van voorspiegelde er zou geen bezwaar zijn geweest; de gemeente Middelburg ware nu in staat teD volle aan hare verplichtingen te voldoen. Maar zoo is het helaas l niet. De lijdenegeschiedenis op dit punt van haar en hare znstergemeente Vlissingen behoeven wij hier niet in den breede te ontvouwen. Voorspoed brachten die werken ons niet, en Vlissingen evenmin in die mate als men daar gedacht beeft. De groote tegenwerking, welke men van verschillende zijden ondervon den heeft en nog steeds ondervindt; de be grijpelijke pogingen, die worden aangewend om te waken dat de handel en de scheepvaart zich toch vooral niet van elders naar hier zouden verplaatsen, doet die kostbare werken renteloos zyn. In dien toestand valt bet voldoen aan de eenmaal op zich genomen verplichtingen dubbel zwaar. De minister van financiën heeft bewezen dat in te zienen het eenige wat wij nu van hem zouden wenschen, is dat hij voortga op dien weg van welwillendheid enheusch- heid. Zij, die hem in deze adviseeren, doen een goed werk, wanneer zij, evenals Gedepu teerde staten, hem aanraden aan het verlangen van het dageiijksch bestuur van Middelburg te voldoen. Een nieuwe belasting levert voor de inge zetenen geen aangenaam, neen zelfs een benauwend verschiet op. En er is nog een motief dat onzes inziens in deze gewicht in de schaal legt. Er is indertyd, wij erkennen het gaarne, veel gedaan voor Zeeland. Dat de daaraan besteedde sommen geen vruchten opleveren, is niet de schuld van de regeering; maar aan den anderen kant dient toch ook erkend, dat elders het Rijk nog overvloediger is zijn steun en voortdurend ontzaglijke sc men geeft in het belang van handel en scheepvaart. Hoeveel geld is er niet besteed aan het Merwede-kanaal en den RotterdamscheD waterweg! In verband met het gebeurde in Indië met de Solowerken, werd er dezer dagen nog op gewezen, dat by het maken van genoemd kanaal de oorspronkelijke raming van ruim 12 millioen met 8'/2 mil- lioen overschreden werd, terwyi de water weg, geraamd op 61/, millioen, ongeveer i'/i millioen gekost heeft. Indië heeft in deze dus ook zjjne weerga Wij wijzen echter daarop alleen om aan toonen hoe veel geld in het belang voor Amsterdam en Rotterdam door het Rijk is en nog wordt uitgegevenen jaarlijks komen op de staat8begrooting daarvoor groote som men voor. In dit opzicht zijn die steden steeds zeer bevoorrecht geweest, en niet het minst Rotterdam, voor wiens weg naar zee altyd gelden zijn toegestaan. Zonder eenige bijdrage van die stad is de waterweg tot stand gekomeneerst later, toen de werken niet vlotten, gaf ook de Maasstad een, toch altijd nog bescheiden, bijdrage in de kosten der voltooiing. Op de staat8begrooting voor 1899 komt voor onderhond, herstel en verbetering van de werken voor dien waterweg enz. niet minder voor dan ruim zes en een halve ton. Nu weten wij wel, dat het kanaal door Walcheren en de werken te Vlissingen ook jaarlijks uit 'd Rijks schatkist geld vorderen, maar dit haalt toch niet bij hetgeen de gemeente Rotterdam voortdurend in het be lang van haar scheepvaart en handel heeft genoten. Is het dan zoo onbiliyk, wanneer Middel burg en Vlissingen de toegevendheid van het Rijk inroepen te meer waar, zooals met onze gemeente het geval is, de poging, aan gewend om hulp te verleeneu tot herstel van berooide gemeente-kassen, haar niet gebaat heeft. Tegen overmacht valt niet te worstelen. Dit hebben beide gemeenten meer dan voldoende ondervonden. Op grond van al het bovenstaande, hopen wij dat alsnog aan het billijk verzoek van ons dageiijksch bestuur door de regeering zal worden voldaanen dat dit tevens aanlei ding zal geven tot eene nieuwe regeling, waardoor de eenmaal op zich genomen last onze gemeente minder zal drnkken. een middel hadden gevonden om propaganda maken voor bnnne beginselen. Het door hem ingestelde onderzoek bad een negatief resultaat; het had hem Dóch van de schuld, nóch van de onschuld der Hogerhuizen overtuigd. Wel bad hij er door leeren kennen de absolute onbetrouwbaarheid der door mr Troelstra e. s. ten gunste van de Hogerhuizen uitgevonden getaigen, wier verklaringen voor de justitie niet de minste waarde kunnen hebben. Kan de heer Staalman zich daarom niet vereenigen met den eisch tot onmiddellijke invrijheids8telling der gebroeders Hogerhuis, gaarne verklaarde hij zich volgens bericht in het Hbld. bereid mede te werken om te ge raken tot eene revisie van het vonnis, opdat knnnen blijken, dat er in Nederland ge rechtigheid bestaat. Nadat de heeren Troelstra en Hermans waren opgetreden, om tegen verschillende uit latingen van den beer StaalmaD, voornamelijk tegen de socialisten gericht, te protesteeren, moest wegens het vergevorderd uur het verdere debat tot een nader te bepalen datum worden uitgesteld. Te Londen, in het bekende Whitechapel, is een goed bezochte meeting gehondeD, waar op door verschillende personen druk is gede batteerd over die Hogerhnis-zaak. Er werd een comité van negen personen gekozeD, dat de agitatie zal voortzetten. In overleg met de vergadering werd besloten, den heer Domela Nieuwenhuis uit te noodigen twee voordrach ten over die zaak te honden. Het plan is de eene vergadering in het Engelscb, de andere in het HollandBch te bonden. Een invloedrijk Engelschmau zal worden uitgenoodigd de ver gadering te presideer en. Als men dan maar zoo billijk is, om ook een verdediger van onze justitie te laten optreden, iemand die de zaak in een onpartijdig licht Middelburg 24 November. BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit: is benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te Rotterdam mr G. T. J. de Jongb, thans substituut-griffier bg de arrondissements rechtbank te Winschoten zyn de officier van administratie der lste P. van Teutem, en de officier van admi nistratie der 2de klasse I. van den Hurk op pensioen gesteld, resp. f 1778 en f985 'sjaars; is bevorderdtot officier van administratie der lste klasse de officier van administratie der 2de klasse C. Flaes, en tot officier vaD administratie der 2de klasse de adjunct administrateurs H. J. J. Renier en E. A. van Wely; zijn benoemd tot ontvanger der directe be lastingen te Delft c. a. J. Hattink, inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en ac- cijnzen te 's Gravenbage, lste afdeelingen tot inspecteur der directe belastingen, invoer rechten en accijnzen te 's Gravenhage, lste afdeeling H. van Manen, inspecteur derzelide middelen te Delft; is de duur der detacheering by de landmacht in West-Indië van den militairen apotheker der 2de klasse J. F. Pool, van het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, met twee jaren verlengd en alzoo nader be paald op vijf jaren en is de heer C. J. P. van Zadelhoff, arts, be noemd en aangesteld tot officier van gezond heid der 2de klasse bij het personeel van deD geneeskundigen dienst van het leger in Neder- landsch-Indië. De zaak Hogerhuis. De heer A. P. Staalman, lid van de Tweede Kamer, die in den loop dezer maand een be zoek aan Friesland bracht, tot het instellen van een onderzoek met betrekking tot de zaak- Hogerhnis, trad Dinsdag avond te He'der in eene druk bezochte openbare vergadering van Nederland en Oranje op, om naar aanleiding der door hem opgedane ervaringen over de zaak te spreken. De heer Staalman ging uit van het anti revolutionair standpunt, dat de overheid, ook de Justitie, de dienaresse Gods is, en keurde het af, dat de socialisten in de Hogerbuis-zaak TWKKSIK HAMIKR. Begrooting voor justitie. Uit bet antwoord van den minister op het voorloopig verslag blijkt, dat hij zijn krachten allereerst wijden zal aan eene herziening van het wetboek van strafvordering en aan eene reeds lang geweaschte novelle van het wetboek van strafrecht; aan eene hervorming van het huwelijks-vermogensrecht en aan eene regeling van het arbeidscontract. Ook de minister acht herz:eniDg van het tweede boek van bet wetboek van koophandel (zeerecht) en een betere regeling der vennoot schappen urgent Een voorstel tot weder-invoeriDg der d o o,d- s t r a f is van den minister niet te verwachten. By de voorbereiding der herziening van het wetboek van strafvordering wordt een wijzi ging van art. 266 van het wetboek overwogen zelfde herziening zal eveneens worden voldaan aan de dringende behoefte aan eene omschryving in de wet van de gevallen, waarin brieven etc. in Mag kannen worden genomen. Een voorstel om ook voor volwassenen de voorwaardelijke veroordeeling in ons straf stelsel op te nemen is in bewerking en zal deel uitmaken van de te verwachten novelle op het wetboek van strafrecht. Een verbouwing der tijdeiyke verblijfplaat- n voor preventief gedetineerden in het ge rechtsgebouw te Middelburg, waardoor alle redelijke aanstoot zal worden weggenomen, is aangevangen en zal binnen enkele weken gereed zyn. Omtrent de beweerde afkeurenswaardige be handeling van verdachten door de politie te Maastricht, deelt de minister mede dat, hoewel hij mocht ontwaren dat de verdachte niet langer dan noodig was aan het politie bureau ia verbleven, hij niettemin den betrokken politieambtenaar gelaat heeft in den vervolge verdachten niet langer dan strikt noodzakelijk is te achten aan het bnrean te houden. Een wetsontwerp betreffende de Vicarie stichtingen is in onderzoek by den Raad van State. Wat betreft toetreding van Nederland tot de Berner Conventie stelt de minister zich voor taak met zijn ambtgenoot van buitenland- sche zaken te overwegen, of ons land alsnog het tot dusver ingenomen standpunt behoort te verlaten. Ook zal hij de regeling van het auteursrecht op werken der beeldende kansten zoodra mogelijk ter hand nemen. De stand der zaak van de Gebroeders Hogerhuis is in zooverre gewijzigd, dat eenige gratie-reqnesten ten behoeve van de veroordeelden zijn ingediend, welke zich thans in handen van den tot adviseeren geroepen rechter bevinden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1