BUITENLAND. Verzending en laatste buslichtiug der MAIL aan het postkantoor te Middelburg. {Alles plaatselijke tijd.) Oost-Indië- Marseillo (Fr.dienst). 19 Nov. 5.45's morgens. Genua (Nederl.) 22 Nov. 6.30 's avonds. Amsterdam (Nederl.) 25 Nov. 6.30's avonds. Brindisi (Ëng. dienst)25 Nov. 1.05 's nam. Marseille {Lloyd)29 Nov. 6.30 's avonds Brindisi (Eng. dienst) 2 Dec. 1.05 'a nam. Botterdam {Lloyd). 2 Dec. 6.30's avonds. Napels (Dnitsche dst.) 12 Dec. 1.05 's nam. Met deze gelegenheid wordt alleen ver zonden de correspondentie voor Atjek en de Residentie Sumatra's Oostknst, terwijl daags te voren eene voorloopige verzending plaats heeft te 6.30 's avonds. Algemeen Overzicht. Nu de zaken der Nijlstreek weer wat rusten, gaat men in Engeland weer eens naar het verre Oosten zien, waar de toestanden de jongste weken niet belangrijk gewijzigd zijn. Vrees voor een onmiddellijk conflict bestaat niet. Dat blijkt uit de berichten van de Times. Het Eugelsche eskader, dat voor eenige weken te Wei-Ha-Wei- was saamgetrokkeD, is weer uitgegaan naar de verschillende deelen van Oost-Aziëterwijl de admiraal naar de Yantse Kiang ging. Maar toch worden de Engelschen door hun grootste persorgaan gewaarschuwd. Er is, zoo zegt de Timesnog niets gedaan tot versterking van Wei-Ha-Woi. De schepen zonden dus niet beschut zijn als torpilleurs een aanval op de haven deden, en zij zouden te nauwernood tijd hebben de volle zee te kiezen. De telegraafdienst is slecht. Het blad acht het noodig een dok te bouwen, opdat de schepen niet gedrongen worden naar Port Arthur te gaan, waar men de diensten der Russische officieren zou noodig hebben, waardoor de moeielijkheden zouden toenemen om Engelsche officieren bij de Chineesche marine geplaatst te krijgen. Of dat toch gelukken zal hangt natuurlijk af van de ontwikkeling der toestanden en van de vraag welke partij de bovendrijvende zal worden. Erg helder is de toestand in dat op zicht niet, vooral niet na het jongste bericht over Li-Hung-Tchang, dat getuigt van een weinig welwillende behandeling van de zijde van de Keizerin Weduwe. Waar nu Li de man is, die tot heden als de groote vriend der Russen werd beschouwd, ligt de verklaring van Hr Ms onwelwillendheid niet voor de hand. Tenzij het deze zou zijn dat de keizerin zelve de teugels wil voeren, vrij van allen vreemden invloediets dat haar, naar wij ver moeden, niet gemakkelijk zal vallen. Wel schijnt het waar, dat zij tegen alle her vormingen is gekant. Da Times correspondent te Peking had weer wat geboord over het ge vaar, dat den keizer ..van de zijde zijner tante bedreigt. Ken-Yu Wei had daarvan aan een legatie mededeeling gedaan, met verzoek het feit ter kennis van de regeeritg te brengen. Zooals wij in den aanhef zeiden, trekt, wat in Oost-Azië voorvalt, op dit oogenblik wat meer de aandacht, omdat de toestand in het Nijlland niet meer zoo critiek is. Maar in een ander deel van N.-O. Afrika ontwikkelt zich een kwestie, welke van veel belang is. Men kent in korte trekken de geschiedenis van het sultanaat van Raheita. Italië beweert daar nog protectoraatsrechten uit te oefenen hetgeen door anderen, wat het tegenwoordige betreft, wordt ontkend. En daar nu Raheita aan het Fransche Djibouti grenst, heeft dit land er belang bij dat Italië's aanspraken worden afgewezen. En dat belang is te grooter, omdat Rusland in dezelfde streek plannen heeft, o. a. met betrekking tot een kolenstation, maar ook wat betreft het binnenland. Vandaar dat Frankrijk zich zeker waant daar den steun van Rusland te zullen hebben. Is het nu aan die overtuiging te wijten dat Frankrijk daar ook wat vreemd optreedt De sultan van Raheita, zijns ondanks de bescher ming van Italië, heeft zijn gebied verlaten es zich naar Djibouti begeven, waar hij zich vrijwillig onder bescherming van de Franschen stelde. Maar het schijnt, dat deze daarop nog verder zijn gegaan en naar de hoofdplaats van den gevluchten sultan optrokken en die bezetten. Volgens de Tribuna waren de Franschen over zee naar Raheita gegaan, maar trokken zij zich terug toen de Italiaansche bevelheb ber dit vroeg. Volgens dit blad is alles een misverstand en zal de regeering Italië's belangen voldoende beschermen. In een vergadering van de meerderheid der kamer is Pelloux door den jongen Rudini over deze zaak geïnterpelleerd. Canevaro antwoordde in denzelfden geest als de Tribuna zich uitte. Een Fransch officier was met zes mannen bij Raheita geland. De Italiaansche overheid had geprotesteerd, waarop de Fransche officier een onderofficier en twee man achterliet en met den anderen heenging. Italië zal zijn aanspraken niet prijsgeven, en heeft besprekingen met de Fransche regee ring geopend, in de hoop dat Frankrijk de goede betrekkingen niet zal verstoren. Carlo Rudini uitte daarna de hoop, dat de regeering niet zal toelaten, dat de Franschen voor Fashado vergoeding zoeken ten koste van Italië. Een paar dagen vroeger had de Novoje Wremja de kwestie van Raheita besproken en betoogd, dat Italië's aanspraken zgn vervallen met het verdrag van Uccialli. Het blad hoopt daarom dat Frankrijk, als naaste buur van Raheita, zich tegen de ongegronde aanspraken van Italië zal verzetten. Rusland zal hetzelfde doen, zoo verzekert het blad, niet alleen om het belang van het vrijhouden van den weg naar Azië, maar ook omdat het de rechten van het met Rusland bevriende Abessynië wil beschermen. JuiBt het feit, dat het incident, want meer is het niet, de Abessynische kwestie raakt, geeft er eeaig gewicht aan. Beknopte Mededeelingen. Op het Etysée had Donderdagmiddag een groote plechtigheid plaats. In tegenwoordig heid van grootvorst Wladimir van Rusland, die als peetvader optrad, heeft Faure uit handen van Montero-Rios het Gulden Vlies ontvangen. Montero-Rios was met de andere Spaansche gedelegeerden in gala-rijtuigen naar het Elysée gebracht, waar hun de militaire eerbewijzen werden gebracht. De plechtigheid werd door alle ministers bijgewoond; des avonds had een groot feest maal plaats. Het boek van Gohier, dat op het oogen blik tot een vervolging leidt, was, gelijk men weet, eerst in afzonderlijke artikelen verschenen. Een daarvan had het toenmalige kamerlid Lockroy zoo getroffen, dat hij Gohier een betuiging van sympathie zond. Inmiddels werd Lockroy minister en nu willen zijn collega's het boek vervolgen. Van daar moei lijkheden in het kabinet, wijl ook Lockroy zijn aandeel in de verantwoordelijkheid voor de vervolging moet dragen. Keizer Wilhelm is vau daag te Port Mahon, morgen te Carthagena en Zondag tc Cadix. Zijn incognito moet zoo streng moge lijk gehandhaafd bigven. Er hebben te Rome besprekingen plaats over de kwestie van net protectoraat over de katholieken in het Oosten.jKardinaal Langénieux is daartoe over gekomen en men verwacht dat de paus zich zal doen hooren op een wijze, welke geen instemming met de redevoeringen van keizer Wilhelm verraadt. Men is te Parijs niet erg ingenomen met de houding van Poubelle, den gezant bij het Vaticaan, en zou deze door een ander vervangen. De Oostenrijksche rijksraad verwierp met 193 tegen 174 stemmen de motie om graaf Badeni in staat van beschuldiging te stellen wegens de door hem gelaste inmenging der politie in parlementaire handelingen. In Servië is men niet op zijn geraak. Er loopen geruchten over aanslagen op Milan au over andere woelingen. Maar deze zijn niet bevestigd. Prins George is nog niet van Triest vertrokken. Hij deelde mede, dat hij het offi- cieele bericht van zijn benoeming nog niet ontvangen heeft, maar wel een verzoek om zich gereed te houden. Hg zeide verder door strenge onpartijdigheid tegenover heide stam men op Kreta, vrede en welvaart te willen be vorderen. Andere berichten melden dat de benoeming voorloopig voor drie jaren heeft plaats gehad, met erkenning van de suzereiniteit van den sultan. Er is nu sprake van maatregelen van de admiraals, om de Turksche vlag van het eiland te doen nederhalen. Maar de admiraals zijn het nog niet geheel eens met hun regeeringen. Nu de Turken Kreta hebben verlaten, gaat Italië zijn troepen daar verminderen. Een bataljon gaat eerstdaags terng; een tweede zal eerlang volgen. De Madridsche bladen zijn ontevreden over het eeuwige uitstel en tijdverlies betref fende de vredesonderhandelingen. Zij meenen dat Spanje toch zal eindigen met toe te geven, en achten het daarom beter ineens een einde te maken aan de zoo verlammende onzekerheid. Volgens de MadridBche Pais had Don Carlos reeds allen moed verloren zijn leening geplaatst te zien, toen de bankier Roger Lore- lit hem bezocht en hem groote faciliteiten bood. Don Carlos ging daarop met baron Ce- rolbo en den bankier naar Londen, waar ver scheidene conferenties plaats hadden. Het blad voegt er de weinig geloofwaardige mededee- ling bij dat Lorelit verscheidene bezoeken aan het dep. van buitenl. zaken bracht. Ten slotte werd de leening gesloten. Een Italiaansoh blad heeft van Cuba be richt, dat de nationale vergadering geen presi dent aan het hoofd der republiek wil stellen, maar een meerhoofdig uitvoerend comité. Als middel om spoedig ruzie te krijgen, schijnt dit plan onfeilbaar. Het schijnt dat de overwinning der Boe ren in het district Zoutpansberg niet volledig is. De vijand had de genomen stellingen ont ruimd en had zich in bosschen verscholen. Zijn sterkte moet vrg groot zjjn en men be weert, dat de Kaffers door blanken worden aangevoerd. De Temps heeft weer ongunstige berichten over den opstand in Yemen. De regeering van Korea heeft den vreem delingen den handel met het binnenland ver boden. OREYFUSS. Nu het al moeilijker wordt te gelooven aan de schuld van Dreyfuss en de onschuld van Esterhazy, begint een deel der katholieke pers, zoowel in als buiten Frankrijk, te zwenken. Zij laat de zaak-Dreyfuss geheel op den ach tergrond en doet het voorkomen, alsof de ge heel e strijd slechts gericht is tegen de katho lieken, die een overwegende plaats bekleeden in het Fransche legerbestuur. Dit laatste is vooral de laatste maanden naar den schijn juist. Maar in werkelijkheid is dit niet zoo. Als er tegen de clericale invloeden in den Franschen staf gestreden wordt, dan is dat omdat de katholieke leden van den staf zich aanstonds solidair hebben verklaard met hen, die om bijzondere redenen belang hadden bij de handhaving van het onrecht. Als de generaals, zonder te vragen of Ester hazy een clericaal en of Dreyfuss een Jood was, naar hetrecht hadden gestreefd, dan zou de strijd geen partgkarakter hebben aangenomen. Er was geen spoor van anti-clericalisme in het najaar van 1896, toen Picquart in zijn be kende brieven generaal Gonze bijna smeekte de zaak ter hand te nemen, omdat, als de staf het niet deed, anderen dit zouden doen. Er was geen spoor van anti-clericalisme in het najaar van 1897, toen Scheurer-Kestner naar Billot ging en dezen vroeg een onderzoek in te stellen. Er waa geen spoor van anti-clericalisme in het najaar van 1897, toen de Figaro zijn kolom men voor de zaak openstelde. En in die dagen had de zaak ook geen anti militair karakter. Maar toen de cleriealen en de militairen niet bereid waren hun schuldige vrienden aan het recht op te offerentoen cleriealen en militairen samenrotten, om ter wille van hun vrienden Dreyfuss op te offeren, toen kreeg de bewe ging een anti-elericalen en anti-militairen schijn, omdat de vrienden van het recht zich den weg versperd zagen, door wat elders is genoemd, een clericaal-militaire Kongsi. Deze te over winnen was geen doel, maar slechts middel. Het blijkt nu, dat Esterhazy reeds tijdens het proces-Zola in de couloirs van het paleis van justitie heeft erkend, de vervaardiger van het bordereau te zijn. De Petit Rep. beweert het, en Chincolle van de Figarodie het gesprek bij toeval hoorde, acht zich niet gerechtigd de niet voor hem bestëmde woorden van Ester hazy over te vertellen. Maar hij zegt het ver haal van de Petit Rep. niet te kunnen tegen spreken. Wel wil hij zeggen, dat bet waar is dat Esterhazy zeer ernstige woorden sprak. Ook de Temps bevestigt dat Esterhazy, op dat oogenblik, meenende dat de staf hem in den steek liet, erkende het bordereau te heb ben geschreven op bevel. Verder is het volgens de Temps waar dat Chincolle Esterhazy heeft hooren zeggen „Billot maar gij weet toch even goed als ik dat deze niet spaarzaam was met de geheime fondsen en omdat de minister mij 80.000 francs heeft gegeven, is het duidelijk dat ik toch iets gedaan heb." Voor het overige komen ook van andere kanten berichten, dat in de papieren van Esterhazy stukken gevonden zijn, welke com- promitteerend zijn voor Henry en Du Paty. Maar wij weten niet of die „andere" berichten wellicht ook niet van Casella afkomstig zjjn. Labori is op bet bureau van den militairen gouverneur van Parijs geweest. Generaal Zurlinden verklaarde zich gaarne bereid, ale de regeering8commissaris er geen bezwaar tegen had, Labori te machtigen Zaterdag met Picquart te spreken over het getuigenverhoor, dat deze de volgende week voor het hof van cassatie heeft af te leggen. Het doBBier in zake het petit blue zal hem worden medegedeeld, maar het is hem ver boden daarover te spreken, zoolang de generaal niet heeft beslist over het rapport van kapitein Tavernier. Te Parijs wbrdt beweerd, dat, nu men Dreyfuss toelaat zich te verdedigen, het noodig zal blijken hem te doen'terugkomen. Een ge regeld telegraphiseh verhoor zou tejduur blijken en geen waarborgen voor authenticiteit op leveren. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden. Eene opheldering. Mijnheer de Redacteur. Ik begin met te verklaren, dat ik allen lof toeken aan uwen verslaggever, die in zoo korte tijdruimte zulk een veelzins deugdelijk verslag van onze niet altoos parlementaire debatten in den raad gaf. Het is toch niet te vergen, dat hij alles woordelijk weêrgeeft. Nu de heer Schorer echter gemeend heeft eene rectificatie te moeten geven van het door hem gezegde, meen ook ik te moeten aanvullen wat door mij geantwoord is, opdat het publiek niet in den waan verkeere, dat ik als lid der commissie van financiën ootmoedig het hoofd boog voor de juridische les, die de meester in de rechten ons meende te moeten geven. Omdat wij niet in den raad zitten voor juri dische spitsvondigheden, evenmin als voor lite rarische haarkloverijen, heb ik op de terecht wijzing geantwoord, mij niet te willen inlaten met het juridisch betoog van den heer Schorer, en wel eenvoudig op grond van hetgeen ik daarna mededeelde ten opzichte van het stand punt, dat ik ten deze innam. Dat dergelijke vorderingen, als van den heer L. J. van Pagé, niet in 5 jaren verjaren, wist ik even goed als de heer Schorer, maar de vraag was of deze vordering bestaansrecht had. Met de plaatsing dezer regelen zult u ver plichten Uw dw. I. H. C. HEIJSE. Middelburg, 18 Nov. 1898. De gasfabriek te Middelburg, Mijnheer de redacteur! A. B. bekijkt in uwe courant van Donder dag avond de kwestie van den gasprijs van een kant die, zooals hg zelf terecht opmerkt, geheel nieuw is, maar ongelukkigerwijze alleen voor hem eenig licht verspreidt. De ilLusie van eene ontdekking gedaan te hebben, moet ik hem ontnemen. Waarschijnlijk is hij een man van zaken, met dubbel boekhouden bekend, en denkt hij daarom, dat afschrijving op de som, die de waarde van eene zaak vertegen woordigt, niet als winst wordt beschouwd. Maar de gemeente houdt er voor hare huis houding geene Italiaansche boekhouding op na; zij kent alleen ontvangsten en uitgaven en daarom moet de geheele winst van de fabriek in de gemeenterekening komen en wordt dan daar eenvoudig uit den zak van enkelen ten bate van allen gebruikt. De z.g. balans van de gasfabriek moet niet als basis van eenige berekening of beschouwing genomen worden. De opname daarvan in het gemeenteverslag is eene liefhebberij van burg. en weth., die in hun vrijen tijd waarschijnlijk plezier hebben in boekhouden, maar dit dan, volgens de heeren Van Dunné c.s., nog foutief doen, want laatstgemelde heeren komen tot een veel lager cijfer van den thans kostenden prijs van de fabriek. De volgende cijfers uit de gemeenterek ening over 1897 spreken duidelijk. Ontvangsten: Vergoeding voor het leggen van buizen in de stratenf 9477. Ontvangsten fabriek96592.56® f 106069.56® Uitgaven: Va in de kosten gemeen met de duinwaterleiding f 5118.11'' Uitgaven der fabriek 64690.84® f 69808.96 Overschot ƒ36260.606 Die f 36/m. vloeien nu in de kas van de gemeente. Rekent men nu met de heeren Van Dunné c. s. dat de fabriek op uit. Dec. 1896 nog f 78558.676 aan de gemeente kostte, dan zou die som op uit. Dec. 1899 zeker tot nihil zijn gereduceerd en de f 86/m. eene zuivere jaar- lij ksche bate voor de gemeente worden, die, van een zedelijk standpunt beschouwd, weder rechtelijk van de gas verbruikers werd gevor derd. Als de gemeente hare belofte, bij den aankoop van de fabriek gedaan, nakwam, en eene gemeente is toch minstens evengoed ver plicht ter goeder trouw te handelen als een particulier, dan zou de gasprijs in 1900 met 4Vs cent kunnen worden verminderd en ook voor de straatverlichting kunnen dalen tot 4 cent. Laten wij echter maar niet hopen, mijnheer A. B., dat het zoover zal komenonze hoop zou vruchteloos blijken. Wij hebben een raad die cynisch tot een brommenden gasverbrniker zegt„Maar man wat zijt gij toch ingenu mijne belofte om u goed en goedkoop gas te leveren, hadt gij niet zoo ernstig moeten op vatten dat waren maar van die mooie praatjes die bij het tot stand brengen van eene zaak dienst doen en waaraan nu niet zooveel waarde moet worden gehecht. En in ieder geval, zoo lang gij mij geene belasting aan de hand doet, die noch bij een huisjesmelker noch bij iemand anders impopulair is, heb ik uw geld noodig en kan het mij niet schelen hoe ik er aankom ik heb het en ik hond hetdaarmee basta." X. Y. Z. Middelburg, 18 Nov. 1898. - Deze posten staan in de gemeenterekening onder „Inkomsten van gemeente-ei gendommen en bezittingen" en niet, zooals de oud-gemeente secretarismr de Stop pelaar, meent, onder „Belastingen en heffingen." De H. E. school te Goes. Mijnheer de Redacteur! Als men eenigzins bekend is met de geschie denis der Goesche Hoogere Burger school in den laatsten tijd, dan kan men zich, dunkt me, wel eenige voorstelling maken van hetgeen bedoeld werd door het kamerlid toen bjj, bij Hoofdstuk V der staatsbegrootingover de school te Goes sprak. Nu ben ik eenigzins op de hoogte van wat er is voorgevallen, genoemde school betreffende, en ik denk dat het lid der Kamer 't eveneens is. En dan stel ik me voor, dat deze heer in hoofdzaak het volgende zal gedacht hebben. In Goes geeft men kleine tractementen aan de leeraren, 't kan niet anders doch 't gevolg is dat vele mutatiën plaats hebben. Dat nu is nadeelig voor het onderwijs. Daarom heeft men getracht door combinatie van vakken wat meer stabiliteit te verkrijgen. Met men bedoel ik den inspecteur van het M. O., burg. en weth/, de commissie van toe zicht en den directeur der school. Zoo werd benoemd een leeraar voor Aard rijkskunde en Staatswetenschappen, op een tractement van f 1800. Zoo werd aangesteld voor het onderwijs in geschiedenis een doet. in de Ned. letteren, opdat hij later ook Nederlandach zou kunnen doceren; dit gebeurt ook; zijn salaris bedroeg sedert ƒ1800. Beide leeraren zouden zeker niet zoo spoedig heengaan; dat heeft de ondervinding ook ge leerd. Vaderlandsche geschiedenis werd nu opgedragen aan den leeraar te Bergen op Zoom, met volkomen goedvinden van den inspecteur, die daartegen toen geen bezwaar had. Er was ook niets tegen. De 6 uren Vaderlandsche geschiedenis werden op éen dag gegeven elke klasse éen uur. Nooit gaf dit eenige moeilijkheid. De leeraar in Algem. Geschiedenis kent ook de historie des vaderlands en omgekeerd. De heeren kun nen van elkander hooren, hoever zij gevorderd zijn, en het blijkt ook, uit het programma welk gedeelte der geschiedenis in de ver schillende klassen behandeld wordt. Of dus dezelfde man 't eene uur Algemeene en 't volgende unr Vaderlandsche geschiedenis geeft, dan wel of dit door twee verschillende leeraren geschiedt, maakt niet zoo heel veel verschil. 't Is dan ook niet gebleken, dat een ver andering noodig was. Het nu te doen voorkomen, dat eene reor ganisatie noodig was om de geschiedenis in ééne hand te krijgen, zou geen juiste voor stelling geven van den toestand. Ik denk dus dat het Kamerlid om een en ander, de organisatie der school vrjj bruikbaar heeft geacht. En zoo dachten er alleü ovet, die op de hoogte waren. Ook bleek de vrij bruikbare organisatie uit de resultaten der school. Om dat te beoordeelen moet men nagaan welke cijfers de leerlingen op bet'eindexamen krijgen en boe 'then gaat, als zij daarna, korten tijd daarna, zich aan andere examens onderwerpen. Ik denk dat het Kamerlid van een en ander op de hoogte is en daarom de organisatie vrij bruikbaar genoemd heeft. Maar Zijnedelgrootachtbare sprak ook van desorganisatie. Ik veronderstel dat hij daarmede het vol gende bedoelt: De leeraar voor Aardrijkskunde en Staathuis houdkunde zou. wel eena spoedig kunnen been gaan, nu men zijn tractement met f 400 heeft verminderd. En zoo dat geschiedt, hoe zal men dan een bevoegd opvolger vinden! De leeraar voor Nederlandsch zou wel eens verplaatst kunnen worden; en zal men dan een opvolger vinden, die voor f 1300 laDg zal blijven De nieuw benoemde leeraar voor Gesohiedenis en Staatsinstellingen zou wel eens kunnen ver trekken, als hij doctor zal zijn en bovendien de M. acte voor Staatsinstellingen zal hebben. Allicht zal hij elders meer dan ƒ1500 kunnen verdienen. Zal men voor hem een bevoegd opvolger vinden? En met een onbevoegd opvolger blijft de moeilijkheid bestaan, voor welke men m stond. Te wachten zijn veel meer veranderingen in het personeel der leeraren dan nu het geval was; dus nadeel voor de school. Men zon kunnen zeggen, dat voor Vader landsche geschiedenis ook nog al eens een ander zou komen. Maar dat is niet zoo erg, want terstond of zeer spoedig komt in Bergen op Zoom een ander bevoegd docent, die gaarne te Goes onderwijs zal geven. In Bergen is het tractement van dien leeraar f 1000, hier kreeg hij f 500. Dus voor vacature, althans lange vacature voor Vaderlandsche geschiedenis was niet veel gevaar. Daarvoor was men vroeger dan ook niet bevreesd, en terecht; men wist en weet dat er overvloed is van jonge mannen met acte voor geschiedenis, die nog geen leeraar zijn. Wanneer men nu, zonder dat eene reorgani satie noodig is, een leeraar een vak ontneemt en zijn tractement vermindert, zonder er hem in te kennen, dan is het te vreezen, dat zulks in Goes meermalen zal kunnen gebeuren, en zal menigeen liever niet naar Goes sollici teer en, waar men zoo zonderling met gemeente ambtenaren omspringt. Een en ander zal met den naam van des organisatie worden bestempeld. Ik las Woensdagavond in de G. Crt dat men waarschijnlijk een jongmensch heeft aangesteld, die tot nu toe niet ongelukkig is geweest, in plaatB van den man die wel ongelukkig was. Nu kan men een groot aantal jongelui aan stellen die tot nu toe niet ongelukkig waren, en dat bijv. om de zeer eenvoudige reden, dat zij tot heden geen examen deden. De nieuw benoemde leeraar heeft wel examen gedaan in andere vakken; doch de leeraar, die ongelukkig was, heeft ook examen gedaan en onder die verkreeg hij twee aeten M. O. Ongelukkig was hij dus, zooals de G. Crt terecht zegt. Ongelukkig, zooals meerdere leeraren der Goesche school waren, die meer malen niet slaagden en toch mochten blijven, hetgeen in het belang der school was. Zelfs heeft men toen niet eens beproefd om bevoeg den in hunne plaats te benoemen, en dat is nu wel geschied, en m. i. was dat voldoende. Indien men al gemeend had, een ander te moeten benoemen, die tot nu toe niet onge lukkig was, hetgeen m. i. volstrekt niet noodig was, en ook niet in 't belang der school, dan zou men hebben kunnen zeggenWie uwer, mijne beide heeren, het eerst de acte haalt, zal voor het vak definitief benoemd worden, inmiddels het vak latende in handen van den bekwamen docent, die de leerlingen zoo goed wist te onderwijzen, dat zij mooie cijfers op het eindexamen krijgen, ook al worden zij door een volkomen bevoegd man geëxamineerd, zooals dit jaar gebeurd is. ('tls toch duidelijk dat iemand die vooreen acte studeert, ook al heeft hij die nog niet verkregen, toch meer op de hoogte is dan ieder ander die er misschien wel iets aan gedaan heeft, maar nog geen speciale studie er van maakt). Dat zou humaan geweest zijneen minder humane behandeling van leeraren voert tot desorganisatiedat begrijpt en gevoelt ieder, die weet, dat slechte en verkeerde behandeling der organen tot ondergang van het individu kan leiden of minder goede verzorging der afzonderlijke deelen de geheele machine nadeel bezorgt. U dankzeggende voor de verleende plaats ruimte, mijnbeer de redacteur, noem ik mij hoogachtend Goes Een vriend van de 17 Nov. 1898. H. B. school. Schrijvers van ingezonden stukken moeten wij dringend verzoeken het papier aan éen zijde te beschrijven. Wij ontvingen in de laatste dagen meer dan éen stuk, waarbij aan dat herhaaldelijk uitgedrukt verlangen niet was voldaan. Voor het vervolg moeten wij zulke beschouwingen terzij leggen. Red. HANDELSBERICHTEN. GraanmarRTen enz» Vh88Ingen, 18 Nov. Boter f 1.20 f 1.15. Eieren f 6.60 per 104 stuks. Akstbm)ajï,18 Nov. Lijnolie f 17'/s- Raapolie i löl/4 contant. Cukbghem-Ahderi/echt, bij Brussel, 17 Nov. Ter veemarkt van heden (Donderdag) waren 1336 stuks runderen aangevoerd, waarvan 551 ossen, 147 stieren en 638 koeien en vaarzen. De prijs per kilo levend gewicht was voor: ossen 0.70 tot 0.85 francsstieren 0.55 tot 0.71 francskoeien en vaarzen 0.55 tot 0.71 francs

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 3