BUITENLAND.
Verzending en laatste buslichtiug der MAIL
aan het postkantoor te Middelburg.
{Alles plaatselijke tijd.)
Oost-Indië-
Marseillo (Fr.dienst). 19 Nov. 5.45's morgens.
Genua (Nederl.) 22 Nov. 6.30 's avonds.
Amsterdam (Nederl.) 25 Nov. 6.30's avonds.
Brindisi (Ëng. dienst)25 Nov. 1.05 's nam.
Marseille {Lloyd)29 Nov. 6.30 's avonds
Brindisi (Eng. dienst) 2 Dec. 1.05 'a nam.
Botterdam {Lloyd). 2 Dec. 6.30's avonds.
Napels (Dnitsche dst.) 12 Dec. 1.05 's nam.
Met deze gelegenheid wordt alleen ver
zonden de correspondentie voor Atjek en de
Residentie Sumatra's Oostknst, terwijl daags te
voren eene voorloopige verzending plaats heeft
te 6.30 's avonds.
Algemeen Overzicht.
Nu de zaken der Nijlstreek weer wat rusten,
gaat men in Engeland weer eens naar het verre
Oosten zien, waar de toestanden de jongste
weken niet belangrijk gewijzigd zijn.
Vrees voor een onmiddellijk conflict bestaat
niet. Dat blijkt uit de berichten van de Times.
Het Eugelsche eskader, dat voor eenige weken
te Wei-Ha-Wei- was saamgetrokkeD, is weer
uitgegaan naar de verschillende deelen van
Oost-Aziëterwijl de admiraal naar de Yantse
Kiang ging.
Maar toch worden de Engelschen door hun
grootste persorgaan gewaarschuwd.
Er is, zoo zegt de Timesnog niets gedaan
tot versterking van Wei-Ha-Woi.
De schepen zonden dus niet beschut zijn als
torpilleurs een aanval op de haven deden, en
zij zouden te nauwernood tijd hebben de volle
zee te kiezen.
De telegraafdienst is slecht.
Het blad acht het noodig een dok te bouwen,
opdat de schepen niet gedrongen worden naar
Port Arthur te gaan, waar men de diensten
der Russische officieren zou noodig hebben,
waardoor de moeielijkheden zouden toenemen
om Engelsche officieren bij de Chineesche marine
geplaatst te krijgen.
Of dat toch gelukken zal hangt natuurlijk
af van de ontwikkeling der toestanden en van
de vraag welke partij de bovendrijvende zal
worden. Erg helder is de toestand in dat op
zicht niet, vooral niet na het jongste bericht
over Li-Hung-Tchang, dat getuigt van een
weinig welwillende behandeling van de zijde
van de Keizerin Weduwe. Waar nu Li de man
is, die tot heden als de groote vriend der
Russen werd beschouwd, ligt de verklaring van
Hr Ms onwelwillendheid niet voor de hand.
Tenzij het deze zou zijn dat de keizerin
zelve de teugels wil voeren, vrij van allen
vreemden invloediets dat haar, naar wij ver
moeden, niet gemakkelijk zal vallen.
Wel schijnt het waar, dat zij tegen alle her
vormingen is gekant. Da Times correspondent
te Peking had weer wat geboord over het ge
vaar, dat den keizer ..van de zijde zijner tante
bedreigt. Ken-Yu Wei had daarvan aan een
legatie mededeeling gedaan, met verzoek het
feit ter kennis van de regeeritg te brengen.
Zooals wij in den aanhef zeiden, trekt, wat
in Oost-Azië voorvalt, op dit oogenblik wat
meer de aandacht, omdat de toestand in het
Nijlland niet meer zoo critiek is.
Maar in een ander deel van N.-O. Afrika
ontwikkelt zich een kwestie, welke van veel
belang is.
Men kent in korte trekken de geschiedenis
van het sultanaat van Raheita. Italië beweert
daar nog protectoraatsrechten uit te oefenen
hetgeen door anderen, wat het tegenwoordige
betreft, wordt ontkend. En daar nu Raheita
aan het Fransche Djibouti grenst, heeft dit
land er belang bij dat Italië's aanspraken
worden afgewezen. En dat belang is te grooter,
omdat Rusland in dezelfde streek plannen heeft,
o. a. met betrekking tot een kolenstation, maar
ook wat betreft het binnenland.
Vandaar dat Frankrijk zich zeker waant
daar den steun van Rusland te zullen hebben.
Is het nu aan die overtuiging te wijten dat
Frankrijk daar ook wat vreemd optreedt De
sultan van Raheita, zijns ondanks de bescher
ming van Italië, heeft zijn gebied verlaten es
zich naar Djibouti begeven, waar hij zich
vrijwillig onder bescherming van de Franschen
stelde.
Maar het schijnt, dat deze daarop nog verder
zijn gegaan en naar de hoofdplaats van den
gevluchten sultan optrokken en die bezetten.
Volgens de Tribuna waren de Franschen
over zee naar Raheita gegaan, maar trokken
zij zich terug toen de Italiaansche bevelheb
ber dit vroeg.
Volgens dit blad is alles een misverstand
en zal de regeering Italië's belangen voldoende
beschermen.
In een vergadering van de meerderheid der
kamer is Pelloux door den jongen Rudini over
deze zaak geïnterpelleerd. Canevaro antwoordde
in denzelfden geest als de Tribuna zich uitte.
Een Fransch officier was met zes mannen bij
Raheita geland.
De Italiaansche overheid had geprotesteerd,
waarop de Fransche officier een onderofficier
en twee man achterliet en met den anderen
heenging.
Italië zal zijn aanspraken niet prijsgeven,
en heeft besprekingen met de Fransche regee
ring geopend, in de hoop dat Frankrijk de
goede betrekkingen niet zal verstoren.
Carlo Rudini uitte daarna de hoop, dat de
regeering niet zal toelaten, dat de Franschen
voor Fashado vergoeding zoeken ten koste
van Italië.
Een paar dagen vroeger had de Novoje
Wremja de kwestie van Raheita besproken en
betoogd, dat Italië's aanspraken zgn vervallen
met het verdrag van Uccialli. Het blad hoopt
daarom dat Frankrijk, als naaste buur van
Raheita, zich tegen de ongegronde aanspraken
van Italië zal verzetten. Rusland zal hetzelfde
doen, zoo verzekert het blad, niet alleen om
het belang van het vrijhouden van den weg
naar Azië, maar ook omdat het de rechten van
het met Rusland bevriende Abessynië wil
beschermen.
JuiBt het feit, dat het incident, want meer
is het niet, de Abessynische kwestie raakt,
geeft er eeaig gewicht aan.
Beknopte Mededeelingen.
Op het Etysée had Donderdagmiddag een
groote plechtigheid plaats. In tegenwoordig
heid van grootvorst Wladimir van Rusland,
die als peetvader optrad, heeft Faure uit
handen van Montero-Rios het Gulden Vlies
ontvangen. Montero-Rios was met de andere
Spaansche gedelegeerden in gala-rijtuigen naar
het Elysée gebracht, waar hun de militaire
eerbewijzen werden gebracht.
De plechtigheid werd door alle ministers
bijgewoond; des avonds had een groot feest
maal plaats.
Het boek van Gohier, dat op het oogen
blik tot een vervolging leidt, was, gelijk men
weet, eerst in afzonderlijke artikelen verschenen.
Een daarvan had het toenmalige kamerlid
Lockroy zoo getroffen, dat hij Gohier een
betuiging van sympathie zond. Inmiddels
werd Lockroy minister en nu willen zijn
collega's het boek vervolgen. Van daar moei
lijkheden in het kabinet, wijl ook Lockroy zijn
aandeel in de verantwoordelijkheid voor de
vervolging moet dragen.
Keizer Wilhelm is vau daag te Port
Mahon, morgen te Carthagena en Zondag tc
Cadix. Zijn incognito moet zoo streng moge
lijk gehandhaafd bigven.
Er hebben te Rome besprekingen plaats
over de kwestie van net protectoraat over de
katholieken in het Oosten.jKardinaal Langénieux
is daartoe over gekomen en men verwacht dat
de paus zich zal doen hooren op een wijze,
welke geen instemming met de redevoeringen
van keizer Wilhelm verraadt.
Men is te Parijs niet erg ingenomen met
de houding van Poubelle, den gezant bij het
Vaticaan, en zou deze door een ander vervangen.
De Oostenrijksche rijksraad verwierp met
193 tegen 174 stemmen de motie om graaf
Badeni in staat van beschuldiging te stellen
wegens de door hem gelaste inmenging der
politie in parlementaire handelingen.
In Servië is men niet op zijn geraak. Er
loopen geruchten over aanslagen op Milan
au over andere woelingen. Maar deze zijn
niet bevestigd.
Prins George is nog niet van Triest
vertrokken. Hij deelde mede, dat hij het offi-
cieele bericht van zijn benoeming nog niet
ontvangen heeft, maar wel een verzoek om
zich gereed te houden. Hg zeide verder door
strenge onpartijdigheid tegenover heide stam
men op Kreta, vrede en welvaart te willen be
vorderen.
Andere berichten melden dat de benoeming
voorloopig voor drie jaren heeft plaats gehad,
met erkenning van de suzereiniteit van den
sultan.
Er is nu sprake van maatregelen van de
admiraals, om de Turksche vlag van het eiland
te doen nederhalen. Maar de admiraals zijn
het nog niet geheel eens met hun regeeringen.
Nu de Turken Kreta hebben verlaten, gaat
Italië zijn troepen daar verminderen. Een
bataljon gaat eerstdaags terng; een tweede zal
eerlang volgen.
De Madridsche bladen zijn ontevreden
over het eeuwige uitstel en tijdverlies betref
fende de vredesonderhandelingen. Zij meenen
dat Spanje toch zal eindigen met toe te geven,
en achten het daarom beter ineens een einde
te maken aan de zoo verlammende onzekerheid.
Volgens de MadridBche Pais had Don
Carlos reeds allen moed verloren zijn leening
geplaatst te zien, toen de bankier Roger Lore-
lit hem bezocht en hem groote faciliteiten
bood. Don Carlos ging daarop met baron Ce-
rolbo en den bankier naar Londen, waar ver
scheidene conferenties plaats hadden. Het blad
voegt er de weinig geloofwaardige mededee-
ling bij dat Lorelit verscheidene bezoeken aan
het dep. van buitenl. zaken bracht. Ten slotte
werd de leening gesloten.
Een Italiaansoh blad heeft van Cuba be
richt, dat de nationale vergadering geen presi
dent aan het hoofd der republiek wil stellen,
maar een meerhoofdig uitvoerend comité. Als
middel om spoedig ruzie te krijgen, schijnt dit
plan onfeilbaar.
Het schijnt dat de overwinning der Boe
ren in het district Zoutpansberg niet volledig
is. De vijand had de genomen stellingen ont
ruimd en had zich in bosschen verscholen.
Zijn sterkte moet vrg groot zjjn en men be
weert, dat de Kaffers door blanken worden
aangevoerd.
De Temps heeft weer ongunstige berichten
over den opstand in Yemen.
De regeering van Korea heeft den vreem
delingen den handel met het binnenland ver
boden.
OREYFUSS.
Nu het al moeilijker wordt te gelooven aan
de schuld van Dreyfuss en de onschuld van
Esterhazy, begint een deel der katholieke pers,
zoowel in als buiten Frankrijk, te zwenken.
Zij laat de zaak-Dreyfuss geheel op den ach
tergrond en doet het voorkomen, alsof de ge
heel e strijd slechts gericht is tegen de katho
lieken, die een overwegende plaats bekleeden
in het Fransche legerbestuur.
Dit laatste is vooral de laatste maanden naar
den schijn juist. Maar in werkelijkheid is dit
niet zoo. Als er tegen de clericale invloeden
in den Franschen staf gestreden wordt, dan is
dat omdat de katholieke leden van den staf
zich aanstonds solidair hebben verklaard met
hen, die om bijzondere redenen belang hadden
bij de handhaving van het onrecht.
Als de generaals, zonder te vragen of Ester
hazy een clericaal en of Dreyfuss een Jood
was, naar hetrecht hadden gestreefd, dan zou
de strijd geen partgkarakter hebben aangenomen.
Er was geen spoor van anti-clericalisme in
het najaar van 1896, toen Picquart in zijn be
kende brieven generaal Gonze bijna smeekte
de zaak ter hand te nemen, omdat, als de staf
het niet deed, anderen dit zouden doen.
Er was geen spoor van anti-clericalisme in
het najaar van 1897, toen Scheurer-Kestner naar
Billot ging en dezen vroeg een onderzoek in
te stellen.
Er waa geen spoor van anti-clericalisme in
het najaar van 1897, toen de Figaro zijn kolom
men voor de zaak openstelde.
En in die dagen had de zaak ook geen anti
militair karakter.
Maar toen de cleriealen en de militairen niet
bereid waren hun schuldige vrienden aan het
recht op te offerentoen cleriealen en militairen
samenrotten, om ter wille van hun vrienden
Dreyfuss op te offeren, toen kreeg de bewe
ging een anti-elericalen en anti-militairen schijn,
omdat de vrienden van het recht zich den weg
versperd zagen, door wat elders is genoemd,
een clericaal-militaire Kongsi. Deze te over
winnen was geen doel, maar slechts middel.
Het blijkt nu, dat Esterhazy reeds tijdens
het proces-Zola in de couloirs van het paleis
van justitie heeft erkend, de vervaardiger van
het bordereau te zijn. De Petit Rep. beweert
het, en Chincolle van de Figarodie het gesprek
bij toeval hoorde, acht zich niet gerechtigd de
niet voor hem bestëmde woorden van Ester
hazy over te vertellen. Maar hij zegt het ver
haal van de Petit Rep. niet te kunnen tegen
spreken. Wel wil hij zeggen, dat bet
waar is dat Esterhazy zeer ernstige woorden
sprak. Ook de Temps bevestigt dat Esterhazy,
op dat oogenblik, meenende dat de staf hem in
den steek liet, erkende het bordereau te heb
ben geschreven op bevel.
Verder is het volgens de Temps waar dat
Chincolle Esterhazy heeft hooren zeggen
„Billot maar gij weet toch even goed als ik
dat deze niet spaarzaam was met de geheime
fondsen en omdat de minister mij 80.000 francs
heeft gegeven, is het duidelijk dat ik toch
iets gedaan heb."
Voor het overige komen ook van andere
kanten berichten, dat in de papieren van
Esterhazy stukken gevonden zijn, welke com-
promitteerend zijn voor Henry en Du Paty.
Maar wij weten niet of die „andere" berichten
wellicht ook niet van Casella afkomstig zjjn.
Labori is op bet bureau van den militairen
gouverneur van Parijs geweest. Generaal
Zurlinden verklaarde zich gaarne bereid, ale de
regeering8commissaris er geen bezwaar tegen
had, Labori te machtigen Zaterdag met Picquart
te spreken over het getuigenverhoor, dat deze
de volgende week voor het hof van cassatie
heeft af te leggen.
Het doBBier in zake het petit blue zal hem
worden medegedeeld, maar het is hem ver
boden daarover te spreken, zoolang de generaal
niet heeft beslist over het rapport van kapitein
Tavernier.
Te Parijs wbrdt beweerd, dat, nu men
Dreyfuss toelaat zich te verdedigen, het noodig
zal blijken hem te doen'terugkomen. Een ge
regeld telegraphiseh verhoor zou tejduur blijken
en geen waarborgen voor authenticiteit op
leveren.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
Eene opheldering.
Mijnheer de Redacteur.
Ik begin met te verklaren, dat ik allen lof
toeken aan uwen verslaggever, die in zoo korte
tijdruimte zulk een veelzins deugdelijk verslag
van onze niet altoos parlementaire debatten
in den raad gaf.
Het is toch niet te vergen, dat hij alles
woordelijk weêrgeeft.
Nu de heer Schorer echter gemeend heeft
eene rectificatie te moeten geven van het door
hem gezegde, meen ook ik te moeten aanvullen
wat door mij geantwoord is, opdat het publiek
niet in den waan verkeere, dat ik als lid der
commissie van financiën ootmoedig het hoofd
boog voor de juridische les, die de meester in
de rechten ons meende te moeten geven.
Omdat wij niet in den raad zitten voor juri
dische spitsvondigheden, evenmin als voor lite
rarische haarkloverijen, heb ik op de terecht
wijzing geantwoord, mij niet te willen inlaten
met het juridisch betoog van den heer Schorer,
en wel eenvoudig op grond van hetgeen ik
daarna mededeelde ten opzichte van het stand
punt, dat ik ten deze innam. Dat dergelijke
vorderingen, als van den heer L. J. van Pagé,
niet in 5 jaren verjaren, wist ik even goed als
de heer Schorer, maar de vraag was of deze
vordering bestaansrecht had.
Met de plaatsing dezer regelen zult u ver
plichten Uw dw.
I. H. C. HEIJSE.
Middelburg, 18 Nov. 1898.
De gasfabriek te Middelburg,
Mijnheer de redacteur!
A. B. bekijkt in uwe courant van Donder
dag avond de kwestie van den gasprijs van
een kant die, zooals hg zelf terecht opmerkt,
geheel nieuw is, maar ongelukkigerwijze alleen
voor hem eenig licht verspreidt. De ilLusie
van eene ontdekking gedaan te hebben, moet
ik hem ontnemen. Waarschijnlijk is hij een
man van zaken, met dubbel boekhouden bekend,
en denkt hij daarom, dat afschrijving op de
som, die de waarde van eene zaak vertegen
woordigt, niet als winst wordt beschouwd.
Maar de gemeente houdt er voor hare huis
houding geene Italiaansche boekhouding op na;
zij kent alleen ontvangsten en uitgaven en
daarom moet de geheele winst van de fabriek
in de gemeenterekening komen en wordt dan
daar eenvoudig uit den zak van enkelen ten
bate van allen gebruikt.
De z.g. balans van de gasfabriek moet niet
als basis van eenige berekening of beschouwing
genomen worden. De opname daarvan in het
gemeenteverslag is eene liefhebberij van burg.
en weth., die in hun vrijen tijd waarschijnlijk
plezier hebben in boekhouden, maar dit dan,
volgens de heeren Van Dunné c.s., nog foutief
doen, want laatstgemelde heeren komen tot
een veel lager cijfer van den thans kostenden
prijs van de fabriek.
De volgende cijfers uit de gemeenterek ening
over 1897 spreken duidelijk.
Ontvangsten:
Vergoeding voor het leggen van
buizen in de stratenf 9477.
Ontvangsten fabriek96592.56®
f 106069.56®
Uitgaven:
Va in de kosten gemeen
met de duinwaterleiding f 5118.11''
Uitgaven der fabriek 64690.84® f 69808.96
Overschot ƒ36260.606
Die f 36/m. vloeien nu in de kas van de
gemeente.
Rekent men nu met de heeren Van Dunné
c. s. dat de fabriek op uit. Dec. 1896 nog
f 78558.676 aan de gemeente kostte, dan zou
die som op uit. Dec. 1899 zeker tot nihil zijn
gereduceerd en de f 86/m. eene zuivere jaar-
lij ksche bate voor de gemeente worden, die,
van een zedelijk standpunt beschouwd, weder
rechtelijk van de gas verbruikers werd gevor
derd. Als de gemeente hare belofte, bij den
aankoop van de fabriek gedaan, nakwam, en
eene gemeente is toch minstens evengoed ver
plicht ter goeder trouw te handelen als een
particulier, dan zou de gasprijs in 1900 met
4Vs cent kunnen worden verminderd en ook
voor de straatverlichting kunnen dalen tot
4 cent.
Laten wij echter maar niet hopen, mijnheer
A. B., dat het zoover zal komenonze hoop
zou vruchteloos blijken. Wij hebben een raad
die cynisch tot een brommenden gasverbrniker
zegt„Maar man wat zijt gij toch ingenu
mijne belofte om u goed en goedkoop gas te
leveren, hadt gij niet zoo ernstig moeten op
vatten dat waren maar van die mooie praatjes
die bij het tot stand brengen van eene zaak
dienst doen en waaraan nu niet zooveel waarde
moet worden gehecht. En in ieder geval, zoo
lang gij mij geene belasting aan de hand doet,
die noch bij een huisjesmelker noch bij iemand
anders impopulair is, heb ik uw geld noodig
en kan het mij niet schelen hoe ik er aankom
ik heb het en ik hond hetdaarmee basta."
X. Y. Z.
Middelburg, 18 Nov. 1898.
- Deze posten staan in de gemeenterekening
onder „Inkomsten van gemeente-ei
gendommen en bezittingen" en niet,
zooals de oud-gemeente secretarismr de Stop
pelaar, meent, onder „Belastingen en
heffingen."
De H. E. school te Goes.
Mijnheer de Redacteur!
Als men eenigzins bekend is met de geschie
denis der Goesche Hoogere Burger school in
den laatsten tijd, dan kan men zich, dunkt me,
wel eenige voorstelling maken van hetgeen
bedoeld werd door het kamerlid toen bjj, bij
Hoofdstuk V der staatsbegrootingover de
school te Goes sprak. Nu ben ik eenigzins
op de hoogte van wat er is voorgevallen,
genoemde school betreffende, en ik denk dat
het lid der Kamer 't eveneens is.
En dan stel ik me voor, dat deze heer in
hoofdzaak het volgende zal gedacht hebben.
In Goes geeft men kleine tractementen aan
de leeraren, 't kan niet anders doch 't gevolg
is dat vele mutatiën plaats hebben. Dat nu
is nadeelig voor het onderwijs. Daarom heeft
men getracht door combinatie van vakken
wat meer stabiliteit te verkrijgen.
Met men bedoel ik den inspecteur van het
M. O., burg. en weth/, de commissie van toe
zicht en den directeur der school.
Zoo werd benoemd een leeraar voor Aard
rijkskunde en Staatswetenschappen, op een
tractement van f 1800.
Zoo werd aangesteld voor het onderwijs in
geschiedenis een doet. in de Ned. letteren,
opdat hij later ook Nederlandach zou kunnen
doceren; dit gebeurt ook; zijn salaris bedroeg
sedert ƒ1800.
Beide leeraren zouden zeker niet zoo spoedig
heengaan; dat heeft de ondervinding ook ge
leerd. Vaderlandsche geschiedenis werd nu
opgedragen aan den leeraar te Bergen op
Zoom, met volkomen goedvinden van den
inspecteur, die daartegen toen geen bezwaar
had. Er was ook niets tegen. De 6 uren
Vaderlandsche geschiedenis werden op éen dag
gegeven elke klasse éen uur.
Nooit gaf dit eenige moeilijkheid. De leeraar
in Algem. Geschiedenis kent ook de historie
des vaderlands en omgekeerd. De heeren kun
nen van elkander hooren, hoever zij gevorderd
zijn, en het blijkt ook, uit het programma
welk gedeelte der geschiedenis in de ver
schillende klassen behandeld wordt.
Of dus dezelfde man 't eene uur Algemeene
en 't volgende unr Vaderlandsche geschiedenis
geeft, dan wel of dit door twee verschillende
leeraren geschiedt, maakt niet zoo heel veel
verschil.
't Is dan ook niet gebleken, dat een ver
andering noodig was.
Het nu te doen voorkomen, dat eene reor
ganisatie noodig was om de geschiedenis in
ééne hand te krijgen, zou geen juiste voor
stelling geven van den toestand.
Ik denk dus dat het Kamerlid om een en
ander, de organisatie der school vrjj bruikbaar
heeft geacht.
En zoo dachten er alleü ovet, die op de
hoogte waren.
Ook bleek de vrij bruikbare organisatie uit
de resultaten der school.
Om dat te beoordeelen moet men nagaan
welke cijfers de leerlingen op bet'eindexamen
krijgen en boe 'then gaat, als zij daarna,
korten tijd daarna, zich aan andere examens
onderwerpen.
Ik denk dat het Kamerlid van een en ander
op de hoogte is en daarom de organisatie vrij
bruikbaar genoemd heeft.
Maar Zijnedelgrootachtbare sprak ook van
desorganisatie.
Ik veronderstel dat hij daarmede het vol
gende bedoelt:
De leeraar voor Aardrijkskunde en Staathuis
houdkunde zou. wel eena spoedig kunnen been
gaan, nu men zijn tractement met f 400 heeft
verminderd. En zoo dat geschiedt, hoe zal
men dan een bevoegd opvolger vinden!
De leeraar voor Nederlandsch zou wel eens
verplaatst kunnen worden; en zal men dan een
opvolger vinden, die voor f 1300 laDg zal
blijven
De nieuw benoemde leeraar voor Gesohiedenis
en Staatsinstellingen zou wel eens kunnen ver
trekken, als hij doctor zal zijn en bovendien
de M. acte voor Staatsinstellingen zal hebben.
Allicht zal hij elders meer dan ƒ1500 kunnen
verdienen.
Zal men voor hem een bevoegd opvolger
vinden? En met een onbevoegd opvolger blijft
de moeilijkheid bestaan, voor welke men m
stond.
Te wachten zijn veel meer veranderingen in
het personeel der leeraren dan nu het geval
was; dus nadeel voor de school.
Men zon kunnen zeggen, dat voor Vader
landsche geschiedenis ook nog al eens een
ander zou komen. Maar dat is niet zoo erg,
want terstond of zeer spoedig komt in Bergen
op Zoom een ander bevoegd docent, die gaarne
te Goes onderwijs zal geven. In Bergen is
het tractement van dien leeraar f 1000, hier
kreeg hij f 500. Dus voor vacature, althans
lange vacature voor Vaderlandsche geschiedenis
was niet veel gevaar. Daarvoor was men
vroeger dan ook niet bevreesd, en terecht;
men wist en weet dat er overvloed is van
jonge mannen met acte voor geschiedenis, die
nog geen leeraar zijn.
Wanneer men nu, zonder dat eene reorgani
satie noodig is, een leeraar een vak ontneemt
en zijn tractement vermindert, zonder er hem
in te kennen, dan is het te vreezen, dat zulks
in Goes meermalen zal kunnen gebeuren, en
zal menigeen liever niet naar Goes sollici
teer en, waar men zoo zonderling met gemeente
ambtenaren omspringt.
Een en ander zal met den naam van des
organisatie worden bestempeld.
Ik las Woensdagavond in de G. Crt dat men
waarschijnlijk een jongmensch heeft aangesteld,
die tot nu toe niet ongelukkig is geweest, in
plaatB van den man die wel ongelukkig was.
Nu kan men een groot aantal jongelui aan
stellen die tot nu toe niet ongelukkig waren,
en dat bijv. om de zeer eenvoudige reden, dat
zij tot heden geen examen deden. De nieuw
benoemde leeraar heeft wel examen gedaan in
andere vakken; doch de leeraar, die ongelukkig
was, heeft ook examen gedaan en onder die
verkreeg hij twee aeten M. O.
Ongelukkig was hij dus, zooals de G. Crt
terecht zegt. Ongelukkig, zooals meerdere
leeraren der Goesche school waren, die meer
malen niet slaagden en toch mochten blijven,
hetgeen in het belang der school was. Zelfs
heeft men toen niet eens beproefd om bevoeg
den in hunne plaats te benoemen, en dat is nu
wel geschied, en m. i. was dat voldoende.
Indien men al gemeend had, een ander te
moeten benoemen, die tot nu toe niet onge
lukkig was, hetgeen m. i. volstrekt niet noodig
was, en ook niet in 't belang der school, dan
zou men hebben kunnen zeggenWie uwer,
mijne beide heeren, het eerst de acte haalt,
zal voor het vak definitief benoemd worden,
inmiddels het vak latende in handen van den
bekwamen docent, die de leerlingen zoo goed
wist te onderwijzen, dat zij mooie cijfers op
het eindexamen krijgen, ook al worden zij door
een volkomen bevoegd man geëxamineerd, zooals
dit jaar gebeurd is.
('tls toch duidelijk dat iemand die vooreen
acte studeert, ook al heeft hij die nog niet
verkregen, toch meer op de hoogte is dan
ieder ander die er misschien wel iets aan gedaan
heeft, maar nog geen speciale studie er van
maakt).
Dat zou humaan geweest zijneen minder
humane behandeling van leeraren voert tot
desorganisatiedat begrijpt en gevoelt ieder,
die weet, dat slechte en verkeerde behandeling
der organen tot ondergang van het individu
kan leiden of minder goede verzorging der
afzonderlijke deelen de geheele machine nadeel
bezorgt.
U dankzeggende voor de verleende plaats
ruimte, mijnbeer de redacteur, noem ik mij
hoogachtend
Goes Een vriend van de
17 Nov. 1898. H. B. school.
Schrijvers van ingezonden stukken moeten
wij dringend verzoeken het papier aan éen
zijde te beschrijven. Wij ontvingen in de
laatste dagen meer dan éen stuk, waarbij aan
dat herhaaldelijk uitgedrukt verlangen niet
was voldaan. Voor het vervolg moeten wij
zulke beschouwingen terzij leggen. Red.
HANDELSBERICHTEN.
GraanmarRTen enz»
Vh88Ingen, 18 Nov. Boter f 1.20 f 1.15.
Eieren f 6.60 per 104 stuks.
Akstbm)ajï,18 Nov. Lijnolie f 17'/s- Raapolie
i löl/4 contant.
Cukbghem-Ahderi/echt, bij Brussel, 17 Nov.
Ter veemarkt van heden (Donderdag) waren
1336 stuks runderen aangevoerd, waarvan 551
ossen, 147 stieren en 638 koeien en vaarzen.
De prijs per kilo levend gewicht was voor:
ossen 0.70 tot 0.85 francsstieren 0.55 tot
0.71 francskoeien en vaarzen 0.55 tot 0.71
francs