MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 273. 141° Jaargang, 1898 Zaterdag 19 November. Dei® courant Terseliïjnt d a g o i) k smet uitzondering van Zon- en YeestdsgsB. Prijs, por kwartaal, aoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franee p.p., 1- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 18 Nov. 8 u. vso. S7 gr. 12 u 46 er., »v. 4 u.49 gr. F. Verw. O. wind. Advertentiën voor het eerstvolgeni nu mm er moeten des middags vóór 6è« uur aan het bureau bezorgd zijD. AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 eent. Reclamee +Osient per rej.el Groote letters naar de plaats die zij inneiuon. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 18 November. Agenten. Te 's GravenbageDe Gebh. Beijnfantb tè Amsterdam A. de La Mar Azn. 't Klinkt wel aardig, maar het is daarom niet aardig of goed. Als men bekend wil worden in de wereld, moet men een beroemd of een berucht mensch zien te worden. Nu, het eerste is aanbevelenswaardig, het tweede niet te benijden. En toch het is een feitwees een groot in breker, een slimme dief, een moordenaar en uw naam wordt door de halve wereld bekend, en als gij het bijzonder stoutmoedig of Blim hebt aangelegd, verspreidt men alom uw portret bovendien. Dat is een der ziekelijkheden onzer eeuw. Of zou het niet altijd zoo geweest zijn Het publiek is verzot op dergelijke uitvoe rige verhalen omtrent beruchte personen de couranten moeten die belangstelling wel bevredigen. Waar de een voorgaat, is het ook moeilijk voor de anderen om niet te volgen. De Amerikaansche methode op dit punt dringt, jammer genoegmeer en meer door. En wie haar niet volgt, heet niet op de hoogte. Met den besten wil is het niet mogelijk aan die richting, aan dit streven zich geheel te onttrekken. Een enkele, die het wilde be proeven, zag spoedig bet vruchtelooze van zijn pogen in en gaf het op. Het is onmogelijk tegen zulk een stroom op te roeieD, tenzij men er niet om geeft zelf daarbij onder te gaan. Edoch, er zijn toch ook hierin grenzen. Men behoeft niet allen even ver te gaaD, en het dunfct ons ueter ook in aeze uoor eemgv matiging mee te werken om een niet al te verderfelijken invloed uit te oefenen op de meeningen en opvattingen van het algemeen. De pbantasie wordt toch al in deze dagen meer dan genoeg geprikkeld; en de overspan ning neemt hand over hand toe, door allerlei oorzaken. In quasi-kleinigheden zou men al heel wat ten goede kunnen uitrichten, wanneer men wat minder de verbeelding prikkelde, niet ver heerlijkte wat af te keuren is en niet in een bespottelijk licht stelde wat niet te laken valt. Wij willen als voorbeeld een bericht uit de laatste dagen hier aanhalen. Als er van belasting-ontduiking, van bedrog tegenover den fiscus, van wetsverkrachting, van strooperij, van smokkelarij sprake is, dan groeit menigeen in het verhaal van zulk een hel denstuk. Men wrijft zich in de handen van pleizier men lacht er om aan de praattafel in menigen kring is de dader de held van het gezelschap. Dat is nu eenmaal het zwak van het mensch- dom. Eu, hoe nietig dat oogenachijnlijk is, het idee is onzes inziens zoo verderfelijk, omdat daardoor ook het ontduiken van belasting in ons volk zoozeer is doorgedrongen, in alle rangen, dat .eigenlijk het meerendeel in dat alles geen kwaad meer ziet en slechts wei nigen durven beweren, dat dit even goed, zoo niet grooter diefstal is, dan wanneer arme stakkert een brood steelt. En toch is er helaas een groot onderscheidde laatste gaat in de gevangenis, terwijl hij die het eer ste doet vrg loopen blijft. En een gansche stand van mannen wordt tevens bij dit alles met een zwarte kool aangeteekend. Die belastingmannen Het is of zij tot het slechtste deel van het menschdom behooren. Men heeft onder hen goede, minder goede en slechte, zooals in eiken standmen heeft zulke ambtenaren die de belastingschuldigen onheu8eh bejegenen, maar daartegenover ook gelukkig zoor velen die strenge plichtsbe trachting paren aan welwillendheid, hulpvaar digheid, voorkomendheid en menschelijkheid. Onmogelijk is het echter niet, dat de on- heuschen veel schuld hebben aan de slechte opinie van het algemeen. Ook ter wille van hun eigen corps en goede collega's mochten zij dus wel eens van houding veranderen, als zij het ten minste niet doen willen ten bate Het is hierbij als met menig anderen tak van openbaren dienst. Als een post- of tele graafambtenaar onwellevend is tegenover het publiek, dan vergeet bij, dat hg daardoor werkt om op het gansche corps een blaam te werpen. Aan den anderen kant vergete men echter niet, dat men als ambtenaar vaak een geduld moet hebben als een engel en een lijdzaamheid als een stokvisch om al de eigenaardigheden, de plagerijen, de ruw- en grofheden van het publiek te verdragen. Een feit is het echter in elk geval, dat het publiek over het algemeen ambtenaren niet gunstig gestemd is, en vooral die van het be lastingwezen kiest tot mikpunt voor zijn sport in het bedriegen en ontduiken. Dat staat eene goede verhouding in den weg! Maar in deze zou de pers wel iets kunnen doen om verkeerde opvattingen tegen te gaan en goede meeningen ingang te doen vinden. Zoo lazen wij dezer dagen en hier komen wij op het door ons bedoelde voorbeeld hoe in onze provincie een paar bommiezen weer dupe werden van smokkelaars. Nu, dat zal wel dagelijks gebeuren en aardig worden gevondeD. Een man een zg. voorpost van hen die koeien over de Belgische grens wilden voeren, liep met een zakde ambtenaren, in d- meenicg dat daarin tabak was, zetten hem achternahij liet den zak vallen en toen bleek dat daarin hooi zich bevond Middelerwiil waren zyne kameraden met de koeien de gren zen overgetrokken. Nu weten wy wel, dat het een slag is om dergelijke berichten behoorJpk in te kleeden; want zulke feiten komen dagelijks voor en niet onmogelijk dat wat heden heet eebeurd te ziin jaren geveuen voorviel. Op dit gebied moet dus, om die berichten aantrekkelijk te maken, heel wat gephanta- seerd worden. Maar daarom behoeft men nog niet zoo- als meestal geschiedt in zulke berichten een loopje te nemen met de commiezen. „Zg namen de baal tabak o, pardon, 't was hooi „Wat stonden zij leelijk op bun neus te kijken 1" Dergelijke uitroepen vormen de schaduwzgdet van zulke berichten. Zg versterken de ver keerde meaning, die onder het groote publiek heerscht. Die ambtenaren, die commiezen stelt men in het slechte licht tegenover personen, die waarlijk alles behalve het recht aan hunne zijde hebben. Wezenlyk, die ambtenaren doen het niet voor hun genoegen; hunne betrekking is waarlijk niet benijdenswaardig en zonder gevaar. Dat zij, wier eigenbelang er hg betrokken is; die er een bedrgf van maken om hen te mis leideD, zich verkneuteren in dergelijke spot ternijen, en altijd afgeven op „die bommiezen", die hun bij hunne Blechte praktyken in den weg staan, ligt voor de hand. Maar de billijkheid, de eerlijkheid gebiedt dat meer en meer doordringe het besef dat zulke ambtenaren even veel recht hebben op waardeering wanneer zg hun plicht doen, als ieder ander die zgne betrekking eerlijk trouw waaraemt. Op de pers rust de roeping in deze zooveel mogelijk mee te werken om betere, juister be- onder het volk te doen doordringen; in elk geval geen voedsel te geven aan slechte opvattingen in deze, die slechts aan gewakkerd worden door hen, wier belang het meebrengt het met het „mijn en dijn" niet zoo nauw te nemen, en hen in miscrediet te bren gen, die ze wat te veel op de vingers zien. Op de algemeen heerschende begrippen om trent eerlgkheid zon, dunkt ons, eene wat meer nauwgezette vervulling van haar taak door de pers op dit punt een goeden invloed kunnen uitoefenen. De Burgemeesters moeten boeren zijn. In 1866 verscheen aldus schrijft J. ons het landbonwversiag van 1864, het eerste dat door den heer Staling in opdracht van den minister van binnenlandsche zaken bewerkt 1 was naar de verslagen van den toestand der van de belastingschuldigen, die Diet voor hen provinciën, die door Gedeputeerde staten jp de wereld zijn maar wel omgekeerd, in de zomervergaderingen der Provinciale staten werden uitgebracht, naar de statistiek van den Handel en de Scheepvaart van het Koningrijk der Nederlanden, naar do mede deelingon, die door eenige maatschappijen vaD landbouw en nijverheid werden uitgegeven, eri eindelijk naar de berichten, die in de Landbouw courant en in het Weekblad voor Haarlemmer meer voorkwamen. Primitief genoeg Wat in 1864 voldoende werd geacht, isvoor dezen tyd geheel onvoldoendetrouwens d< bronnen, waaruit de heer Staring putte, waren, behalve primitief, ook problem&tiefals men 2ich voor sérieu8en arbeid tevreden moei stellen met mededeelingen van eenige maat schappijen en met de berichten in een paar couranten, dan kunnen we thans zeggen, dat we in 34 jaren met gegevens voor een berede neerd verslag kranig vooruitgegaan zgn. Het verslag van den beer Staring was de aanleiding tot het huidig model van het land bonwversiag, dat ieder jaar een bron van ver aangenaming is voor de gemeentebesturen. Vóór dien kregen de besturen ter bewerking een voorloopig verslag van den oogst, een nader verslag van den oogst, een staat van bezaaide bundertallen en een staatje van den veestapel; vier kleine staatjes dus, heel een voudig ingericht. De heer Staring en andere landbouwspecia liteiten waren daarmee niet tevreden en vooral de hartstochteigke statistici wilden meer en schiepen het verslag dat wij nu bennen eD liefhebben! (Zie Midd. Crt. 17 Ft br. 1896 no. 40). Bedoelde staatjes waren de bronnen voor de verslagen van Ged. Staten van den toestand der provinciën, en zoowel zij als de Prov. StateD waren daarmede tevreden. Dat deze verslagen op hun beurt de hoofdbronnen waren voor be' eerste verslag van Staring spreekt van zelf Den 26 September 1866 werd den gemeente besturen het eerste model gezonden. De zacht aardige en gemoedelijke wijze, waarop dit inge leid, toegezonden en aanbevolen werd, was eigenaardigde toenmalige commissaris de« zaak van Idewerel'd "„Hier 6$ Èèt ver stag over 1864 (van Staring) en een model voor een nieuw verslag. De staten (zooeven genoemd) zgn allen vervallen, zoodat vereenvoudiging kav geacht worden in dezeimmers als het nu h te vullen model met zorg wordt bewerkt en dus ten grondslag ban strekken voor volgende verslagen." De leukheid, waarmeê den besturen dit overgroot, omslachtig model in banden ge werd; het verslag met de duizenden vragen, in plaats van de vier eenvoudige staatjes, overtreft alles wat van dien aard op administratief gebied te zien is geweest; na '66 toch werd den besturen een zwaar werk op de schouders gelegd; van vereenvoudiging was allerminst sprake en men heeft aan de raadpleging van een verslag voor een volgend niets, daar ieder verslag op zich zelf staat en iedere vraag behoorlijk overwogen moet wor den. De zalige tijd der staatjes zoo een voudig en kalm was uit; het groote ver slag was een feit en een fatum geworden. Op dit middel hoe kon het anders gende het bezwaren, die even behandeld werden in een schrijven van den minister van binnenlandsche zaken van 31 December 1866, doch die op een enkele na niet toegegeven werden. Voortdurend werd er van weerszijden geklaagd, zoowel door het bureau van statistiek als door de besturen. In 1880 eindelijk meende de regeering een middel gevonden te hebben om betere ver slagen van de besturen te krijgen, door de ver vaardiging van het verslag op te dragen aan eene commissie van deskundigen, uit ofbuiteD den gemeenteraad te kiezen, waarvan ook-, let welde burgemeester lid zou kunnen zijn Ook dit hielp niet. In 1895 kwam de scherpe resolutie van het Nederlandsche Landbouw Comité, dat alle gemeentebesturen met hunne commissies trof en waartegen wij destyds protest aanteekenden. (Zie Midd. Crt. van 17 Febr. 1896.) Nu er, om zoo te zeggen, feitelijk reeds een ministerie van landbouw bestaat, nu haddeD wij gehoopt dat het landbouwverslag, zooals het nu ingericht is, tot het verleden zou be hooren en dat dit nieuwe ministerie zelf een •erslag zoude opmaken zonder alles aan de ge meentebesturen over te laten. Bij de nota van opmerkingen en aanmerkin gen op het verslag van 1897 ontvingen de be sturen den len Juni van dit jaar een schrijven van den minister van B. Z,, dat in kracht van bewoordingen voor de scherpe resolutie niet onder doet. De burgemeesters alleen zijn aau- iprakelijk voor het verslaghet opmaken daar van is een deel van hun taak als ambtenaar; dit klinkt anders dan in '80, toen de burge meester lid van de commissie voor bet opma ken van het verslag zou kunnen zijn. De ver- antwoordelgkheid voor de juistheid van de ver langde opgaven rust niet op de commissie, maar op den burgemeester alleenErgo een burge meester, die geen landbouwer is, kan geen bur- zijn. 'tls zeer goed gezegd voor de boeren schouten, maar voor hen, die buiten deu landbouw staan, is het woord des ministers eeu woord zonder beteekenis. De minister laat zich mede8leapen in een strgd van het Ncd. Landbouw-comité tegen de burgemeeat '95 vonden de Commissarissen der koningin het gewenscht de hatelijkheden van bedoeld comité aan de besturen mede te deel«n, thans eohaatt de minister zich geheel aan de zijde van het comité en vaardigt eene tweede scherpe resolutie uit. Eu hebben wij deze reeds in Juni gelezen, thans krggen we haar nog eens te herkauwen bij de toezending der modellen voor (Men zie Midd. Crtvan Dinsdag 11. 15 Nov.) Wezenlijk, men zou denken, dat de eènigo taak van een burgemeester, die vroeger geen, nu wel ambtenaar schijnt, te zijn, is de vol- making van het landbouwverslag 1 Er ia maar plicht, waarop het aankomtnog eens het is het verslag! Wanneer zal aan dezen toestand, aan deze overdrijving, een einde gemaakt wordenwanneer zal bet Ned. Landbouw comité begrypen dat er nog eene groote schare bestaat van personen die geen landbouwers zgnwan neer ten slotte zal het opmaken van het land bouwverslag opgedragen worden aan speciali teiten in den landbouw en zal het nieuwe landbouwdepartement niet alles aan de burge meesters overlaten doch zelf, met het Landbouw comité, meer dan vroeger de hand aan den ploeg slaan BENOEM1NLFN ENZ. Bg kon. besluit is aan den officier van adm. 2de bl. J. van Egn van Alkemade, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit den zeedienst; zgn benoemd tot ontvanger der dir. bel. enz. i van den waarborg en de belasting op de gouden en zilvereD werken te 's Hertogenbosch A. T. M. van Thiel, ontvanger te Schiedam tot ontvanger der dir. bel. enz. te Kreukelen c. a. is aan den ontvanger der dir. bel. enz., D. Engelen, te Doesburgh c. a., op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's ryks dienst verleend, be houdens aanspraak op pensioen is de rang van generaal majoor verleend aan den gep. kolonel der art. 0. H. Kuycfe z§n in hunnen rang overgeplaatst bij het reg. gren. eu jagers, de kapitein jhr J. T. van Spengler, van het 4de, alsmede de eerste-luit. J. van der Scheer, van het 1ste, H. Z. A. van de Roemer, adjudant bg het 2de, en T. B. van Lelyveld, van het 4de reg. inf. is de tweede-luit. H. H. den Ouden, van het 3de reg. inf., op zgn verzoek, voor den tijd van één jaar op non-activiteit gesteld, zonder bezwaar der schatkist; is aan den adj.-commies by bet hoofdbestuur der posterijen en telegraphie E. R. Borchers, op zgn verzoek, eervol ontslag uit 's lands dienst verleend is aan den commies der telegraphie 2de kl. Hekkema, op zgn verzoek, eervol ontslag uit 'srijks dienst verleend. UIT STAD EN PROVINCIE Bg kou. besluit is, met ingang van 1 Januari, benoemd tot concierge-boekbinder- klerk bij 's rijks archief in Zeeland, te Middel burg, C. de Waard, thans adjudant-ouderofficier. Het post- eu telegraafkantoor te Sint Maartensdij k zal, van 21 November tot. en met 31 December aanstaande, op werkdagen open zgn van 8 uren voor- tot 1 uur namid dags en van 21/, tot 61/} nut namiddags (Spoortijd). De diensturen op Zon- en feestdagen big ven onveranderd. Donderdag avond hield de heer dr J. van de Stadt, leeraar aan de H. B. school te Mid d e 1 b u r g, in Ons Huis aldaar een zeer be langwekkende en leerzame voordracht, met proeven, over koolstof. De verschillende vormen, waarin koolstof in de natuur voorkomt, vele belangrijke stoffen, geheel of ten deele uit koolstof samengesteld werden door hem behandeld; hare bereiding ea toepass'mg in industrie en bedrgf door hem besproken en alles door meerendeels goedge- laagde proeven opgehelderd. Het gesprokene werd met de meeste aan dacht gevolgd en blijkbaar door alle aanwezigen z-ser op prijs gesteld. In zijne dankbetuiging aan den spreker wees de voorzitter erop, hoe gewenscht het is dat ook dit soort van voordrachten door velen worden bijgewoond, vooral om het nut en het voordeel, dat zg voor den arbeidenden stand kunnen afwerpen. De hoofdcommissie voor de te Middel burg gevierde huldigiogsfeesten heeft aan de leden der commissie rekening en verantwoor ding gedaan van de ontvangst en uitgaven. Daarbij bleek, dat was ontvangen f 8141.54®, waaronder bijdragen der ingezetenen ƒ5.638.35, id. van de gemeente f 800, id. van de vereeni- ging it het Volle—Voor het Volk f 500, eu van de deelnemers aan den optocht voor hunne costumes f 721. Het overige kwam uit den verkoop van het programma, entrée en toevallige baten. De rekening der uitgaven was als volgt: Hoofdcommissie f 6U.116, Mar kt ver lichting f 400, festival f 1308.95s, bloem en-corso f 283.12, hist, alleg. optocht f 2431.20, sport feest f 333.60, kinderfeest/" 1075.936, armen bedeeling f 1154.13, vuurwerk f 443.50, verlichte schepen f 100. Daar het totaal dus eveneens f 8141.54" be draagt, sluit de rekening zonder eenig saldo. Het afleggen der rekening had plaats in een vergadering in het Schuttershof, op Donderdag avond. Elk deel der rek ning werd door twee commissieleden geverifieerd. Aan het einde der vergadering bracht de voorzitter van het hoofdcomité, de heer H. P. den Bouwmeester, warme hulde aan de ver schillende commissieleden, aan wier overmoeide werkzaamheid de schitterende afloop van het feest was te danken. Wederkeerig bracht de vergadering hem haar dank voor zijn krachtige leidiDg. Na'eenige plichtplegingen werd deze laatste vergadering der feestcommissie gesloten en de commissie ontbonden verklaard. Door den directeur-generaal der staats spoorwegen is eene eervolle vermelding voor betoonde eerlgkheid toegekend aan J. de Rycke, poetser te Ylissingen. Te Heinkenszand werd Donderdag bejaard, ongehuwd man, die bg een klein- landbouwster was uitbesteed en op koeien moest passen, levenloos in het veld in een droog slootje gevonden. Denzelfden dag had er een landbouwers- ontwricht werd en zij ernstig aan bët "iiöuïü gewond werd. Uit Bath schrijft men ons Meende men de vorige week, dat ter hoogte van de IJsboei, bij den hoek van Batb, een diep geladen stoomschip in het vaarwater aan den grond zat, omdat het een tijd lang niet vooruit ging, Donderdagmiddag circa elf uur tegen laagwater werd op die hoogte weer het zelfde waargenomen. DeEngelsche stoomboot Ousy diep geladen naar Antwerpen stoomende, bleef circa een uur liggen, tot het, nadat de vloed was inge komen, de reis voortzette. Het is best mogeiyk, dat aldaar een hoogte (rug) of wrak ligt. Naar men ons uit Re nes se meldt, is eeu roeiboot vol mosselzaad omgeslagen. Drie man uit Ouddorp verdronken, de schipper werd gered. Te Poortvliet heerschen vooral onder de kinderen het roodvonk en de mazelen; ook volwassenen zgn er door aangetast. Nog steeds komen er gevallen bg. De ziekten schgnen nog al van ernstigen aard te zijn, daar er reeds verscheidene gevallen met doodeltjken afloop zgn geweest. De school is by na geheel ontvolkt. Aldaar is tot telefonist benoemd de heer J. M. Kunst, brievengaarder in die gemeente. Men schrijft ons Hit Ter neuzen In de laatste dagen wordt in het kanaal alhier weer door velen gebruik gemaakt van de gemakkelijke gelegenheid om visch te be machtigen. Met een schepnet gewapend, kost het weinig moeite om de visch te vangen, die bewusteloos aan de oppervlakte komt en soms zoo met de hand te vatten is. Dit wordt toegeschreven aan de verontreiniging hoogcr op van het ka naalwater door de suikerfabrieken. Of deze visch wel geheel frisch is en onscha delijk voor de gezondheid? In den nacht van Woensdag op Donder dag heeft men de verregaande baldadigheid gehad een olm van 2 meter, wassende in eene weidein de kom der gemeente Aar de n- b nrg en toebehoorende aan het burger gasthuis, ter hoogte van 1 meter rondom de Bchors af te hakken. Eene belooning van f25 wordt uit geloofd voor hem of haar, die den dader kan aanwijzen. Een zonderlinge vergissing. Begin dezer week zoo schrijft men ons uit Zeeuwsch Vlaanderen 0. D. werd te Moerbeke het bericht verspreid, dat de ontvanger bij de douanen van boogerhand bericht had ontvangen, dat melkvee de grens over kon. Dadeigk werd geinformeerd en bleek daarvan iets aan te zijn. Het gevolg was dat een Belgisch veekooper een 45 tal melkkoeiep, waaronder een 16, welke rerds te SelBaete voor quarantaine klaar stondeD, langs

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1