MIDDELBURGSCHE COURANT.
1898
Vrijdag
18 November.
N°. 272.
sTf^"Pf7giwi
141° Jaargang.
Dm« oourant rersohgnk dagelijks, met uitzondering ran Son- on feestdagen.
Prijs, per kvartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., 1.~
Afzonderlijke nummer» kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 17 Nov. 8 u. vm. 47 gr. 12 u 50 gr.,
av. 4 u. 48 gr. F. Verw. zw. wind.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór Aim aar
aan het bureau bezorgd zijn,
AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- on alle andere familieberichten ra
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke rogol meer 20 cent Reclames *0 eent por vogel
Groote letters naar de plaats die zij innomon.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebk. Belinfante te
AmsterdamA. de La Mar Azn.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 17 November.
A T J E H.
Ook in een te Middeburg ontvangen brief
uit Atjeh, welke ons welwillend ter inzage
werd gegeven, vinden wij melding gemaakt
van het eigenaardige feit, dat de stok van het
vaandel van het 7de bataljon door een Atjeh
scben kogel werd getroffen.
Dit gebeurde te Tjot Mantjang, waar het
bijna een jaar geheel rustig was geweest tot
den 19den September.
Dien dag, des avonds tegen 8 uur, hoorde
men eenige schoten, welke kennelijk gericht
waren op de officiersmess, welke op dat oogen-
blik verlicht was. De daar vertoevende offi
eieren hoorden althans de kogels fluiten.
Een terstond uitgezonden patrouille kon
echter niets van de aanvallers ontdekken.
Den volgenden ochtend vond een der luite
nants een kogel onder den stoel, waarop bij
den vorigen avond had gezeten. Daar de kogel
geheel onbeschadigd was, bleek dat deze mat
was aangekomen, en geen kwaad meer had
kunnen doen.
Een andere kogel echter was zoo lezen
wij door den plankenwand in een der kamers
van den majoor gedrongendaar stond in een
hoek het vaandel in een leeren foudraal. De
kogel is daardoor heen gegaan en heeft den
stok doorboord en in Bplinters geslagen. Het.
vaandel, dat vroeger met de Militaire Wil
lemsorde was versierd, zal op kosten der
officieren van een zilveren band met den datum
worden voorzien.
Den volgenden dag bleek, dat de onrust was
veroorzaakt door een bende van ongeveer 15
man, welke onder een aanhanger van Toekoe
Oemar in het gebergte rondzwierf en daar door
een patrouille werd gezien.
Sedert was het te Tjot Mantjang weer rustig.
Wijn en kaas.
Het lied der repressaille-maatregelen, door
Frankrijk te nemen, als de door onze regeering
voorgestelde verhooging van den wijnaccijns
er door gaat, wordt ook gezongen door een
Haagschen briefschrijver in de Temps.
In Frankrijk zou men het oog slaan op onze
baas, zooals men weet. Dat land levert, zegt
hij, alleen 1/5 deel van de wijnen, die naar
Nederland geïmporteerd worden. Nederland
exporteert voor 1/5 deel van de buitenland-
sche kaassoorten.
Dat Frankrijk niet gesticht zou zijn over
het voorstel, was, merkt Het Vad. aan, licht
te begrijpen. Toch als van die zijde ge-
zwaren worden gemaakt, zal onze regeering
nog wel het een en ander bunnen antwoor
den. In den bovenvermelden brief vindt het
blad vrijwel overdrijving. „Over het gevaar
van toenemende vervalsching en vermindering
van invoer kan men verschillend denken, maa-
in elk geval is de verhooging van den accijns
gering en de accijns zelf ook nog niet buiten
sporig. Als het waar is, dat van sommige
wijnsoorten de fiscus reeds meer ontvangt dan
de inkoopsprijs bedraagt, dan zou men moeten
aannemen, dat de wijnhandelaars nogal aardige
winstjes behalen."
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit is de O.-I. ambtenaar H.
Doeff, gewezen controleur 2e kl. bij het bin-
nenlandsch bestuur in de bezittingen buiten
Java en Madura, laatstelijk met verlof hier
te lande, op zijn verzoek, wegens physiebe
ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ont
slagen.
De zaak Hogerhuis.
Door een voorloopig comité, dat 1
Winschoten heeft gevormd, om werkzaam te
zijn voor de invrijheidstelling van genoemde
gebroeders, was aan het bestuur der biesver-
eeniging „Winschoten" een uitnoodiging gericht
om zich te vertegenwoordigen op eene te
houden vergadering en zoo mogelijk deel nit
te maken van het definitief op te richten
comité, dat voor de invrijheidstelling van
Gebr. Hogerhuis zal werken.
Genoemd bestuur bedankte voor die uitnoo
diging; en deed dit in een uitvoerig schrijven,
dat ons voorkomt duidelijk het juiste stand
punt aan te geven, dat elk onpartijdige in
deze zaak moet innemen.
Dit schrijven nu luidde als volgt
„Laten wij vooropstellen, dat wij in mede-
doogen met het lot van iemand, die onschuldig
gestraft wordt of is, tegenover niemand, wie
het ook zij, wenschen onder te doen. Zij, die
zich daarover, zelfs over de vraag ten opzichte
Uaatvan onverschillig betoonen, zullen wellicht
tot een kleine groep van menschen kunnen
worden teruggebracht.
En wij voegen er gaarne aan toe dat, zoo-
Ira het geloof aan de onschuld van een ver
oordeelde bij iemand vaststaat of wel, zoodra
de overtuiging van de schuld van een veroor
deelde op goede gronden is verzwakt, elk en
een iegelijk, dat geloof deelende, behoort mede
te werken om bestaand onrecht of mogelijk
aanwezig onrecht te keeren. Althans wanneer
dit noodig mocht zijn. Want in den regel zal
in dergelijke gevallen, voordat de publieke
opinie zich heeft kunnnen uitspreken, langs
wetteJijken weg of door tusschenkomst van
hooger hand het bestaande onrecht reeds zijn
nit den weg geruimd.
Men vermoedt reeds waar wij heen willen,
men ziet reeds dat inmenging als die, waar
voor onze medewerking wordt ingeroepen,
geheel beheerscht wordt door de vraag, niet
zoo zeer nog of de onschuld van de gebr.
Hogerhuis vaststaat als een paal boven water
maar meer bepaaldelijk of de overtuiging
van de schuld der gebr. Hogerhuis niet bestaat
of sedert de veroordeeling niet meer aanwezig is.
En wij verklaren ons onbevoegd om daar
over een oordeel nit te spreken en beschouwen
het als een zaak van onmogelijkheid daarover
ons een zuiver oordeel te vormen.
En juist hierom kunnen wij geen medestan
ders zijn van de bekende beweging bier te
lande, die het niet bewezen zijn der schuld als
vaststaande aanneemt, niet medewerken aan
het op te richten comité, dat zich voorstelt
voor de invrijheidstelling van de Gebr. Hoger
huis te werken.
Uw voorloopig comité gaat van een erkend
feit uit, dat we niet kunnen erkennen en waar
omtrent men ons in uwe vergadering niet zal
kunnen overtuigen. Want welke uwe argu
menten en die uwer medestanders ook mogen
zijn, gij hebt ze altijd óf van hooren zeggen óf
uit hetgeen gij over de zaak gelezen hebt, op
zijn hoogst uit de stukken, zoo gij die ter in
zage hebt kunnen verkrijgen. Maar wat gij
mist en waarop het vooral bij het vestigen van
een overtuiging aankomt is ditgij hebt niet
uw voordeel bunnen doen met den indrukdie
de behandeling der zaak uit de door de
getuigen en beklaagden afgelegde verklaringen
is verkregen, gij vergeet evenzeer dit, hoevele
oogenschijnlijke kleinigheden de overtuiging van
da rechters, die in de zaak hadden te beslissen,
bunnen hebben gesterkt, als het confronteeren
van getuigen onderling, van getnigen en be
klaagden, de houding dier getuigen eD
Gij en wij, en vooral niet minder zoo velen,
die telkens op de daarvoor belegde vergaderin
gen verschijnen en zich aansluiten bij een be
weging als de uwe, zonder over de zaak zelf
zelfstandig misschien ooit nagedacht te hebben,
zijn zeker allerminst bevoegd de waarde der
beslissing, die de Gebr. Hogerhuis naar de
gevangenis verwees, te beoordeelen.
Vloeit dat onbevoegd zijn ook niet reeds
voort uit de verschillende meeningen, die men
over de zaak hoort uitspreken Is het niet
bekend dat er zijn die de 3 Hogerbuizen totaal
onschuldig achten en zijn er niet weer anderen,
die het er voor houden, dat éen der Gebr. met
twee anderen de daders zijn Is het niet een
bekend feit, dat mensehen, bekend ter plaatse
het misdrijf plaats had, kennende de per
sonen die terecht of ten onrechte als bij dit
drama betrokken genoemd worden, aarzelen
een meening uit te spreken
Wij wenschen dat men ons niet verkeerd
verstaat. Uit het bovenstaande volgt niet en
mag niet worden afgeleid, dat wij van de schuld
der gebr. Hogerhuis overtuigd zijn en daarom
onze deelneming aan de bijeenkomst van de
hand wijzen. Ook dat nietwij betoogen im
mers, dat wij, gij en zoovele anderen, als ge
heel buiten de zaak staande, geen op deugde
lijke gronden berustende positieve meening
kunnen hebben en ons geen zuivere overtuiging
betreffende de mate van schuld of de onschuld
dier mannen kunnen vormen.
Wat wij wel kunnen doen en waarvan wij
ook volstrekt geen geheim maken, is twijfel
opperen omtrent het rechtvaardige der beslis
sing, een twijfel die echter zoo dikwijls hij
veld wint wederom wordt weggedrongen uit
overweging van het naar onze meening afdoende
feit, dat onpartijdige, over een meest volledi-
gen voorraad bewijsmateriaal beschikkende
rechters, bezield met den ernstigen wil om in
een zoo teere zaak als deze recht te doen, de
veroordeeling der drie mannen gelastten.
Voert men daartegen aan, dat de onpartij
digheid dier rechters niet kan worden aanvaard
dan is alleen dit meeningsverschil tusschen ons
en dezulken, die op dat standpunt staan, op
zich zelf reeds voldoende, om elk
in dezen onmogelijk te maken.
Wij vertrouwen echter dat die opvatting u
het geloof aan de onschuld der veroordeelden
of de meening omtrent het niet aanwezig zijn
van het overtuigend bewjjs, niet ingeeft, en
dat veeleer de meening, dat de rechters ah
feilbare menschen moeten hebben gedwaald, u
er toe zal gebracht hebben een beweging te
steunen, die zal werken voor de invrijheid
stelling der Gebr. Hogerhuis.
De gedachte aan de mogelijkheid eener dwa
ling, op grond van feiten die niet nader be
hoeven aangestipt te worden, moet er wel toe
bijdragen den door ons geopperden twijfel te
versterken. Doch het blijft vooralsnog „twij
felen" en het wordt geen „zekerheid", die
blijkbaar het punt van uitgang is van de dooi
u gesteunde beweging. Ook zelfs bij erkenning
van twijfel kunnen we dus nog niet in een
en dezelfde richting voortwerken.
Naar onze stellige overtuiging behoorde uw
houding niet verder te gaan dan aan de recht
vaardigheid der veroordeeling te twijfelen.
Door de beweging, die thans in werking is,
wordt alleen bereikt, dat een groote menigte
van menschen, die omtrent het fijne der zaak
volslagen oningewijd blijven, de onschuld der
gebr. H. luide gaan verkondigen, waardoor
zeker de zaak geen stap verder tot oplossing
wordt gebracht. Werd gehandeld naar de
houding, die wij zoo pas als de eenige juiste
aanduidden, dan zou een door u beoogde be
weging alleen kunnen strekken om te onder
zoeken, of de bij u en zoovele anderen be
staande twijfel door derden werd gedeeld. En
op deze wijze zou een te billijken agitatie op
touw gezet zijn, die haar nuttige zijde zou
kunnen hebben.
Wij betwisten echter, dat het wekken van
zoodanige agitatie nog noodig en nog nuttig
zou kunnen zijn. Wij achten het onnoodigte
herhalen wat in de laatste tijden ten opzichte
van de zaak gedaan is, op welke wijze tegen
over de autoriteiten op inmenging van die zijde
is aangedrongen, om ten slotte te eindigen met
te wijzen op het ingediende wetsontwerp tot
uitbreiding van de gevallen waarin revisie mo
gelijk is, een ontwerp dathuD, die het indien
den, voor een deel is ingegeven door den stand
der zaak-Hogerhuizen, een wetsontwerp dat,
naar het zich laat aanzien, spoedig den weg
naar het Staatsblad zal hebben afgelegd, als
wanneer de mogelijkheid zal geopend zijn recht
te doen in de zaak-Hogerhuizen, wanneei
mocht blijken zonder dat daarvoor iemand
ban worden aansprakelijk gesteld dat de
rechtvaardigheid niet betracht heeft kunnen
worden.
Alleen op den afloop daarvan behoort naar
onze meening het oog gericht te zijn. Op die
wijze blijft de zaak zich op het gebied van het
recht bewegen en op geen ander terrein kan
zij veilig worden overgebracht. Bepaaldelijk
zal uwe beweging, die de invrijheidstelling
beoogt, door niemand gesteund kunnen worden,
die wenscht dat de zaak uitsluitend blijve be
schouwd als een onderwerp van rechtspraak".
Dit schrijven is onderteekend door den heer
R. v. d. Meulen als voorzitter en J. B. Here
Diddens, als secretaris.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bij kon. besluit zijn zooals reeds in
een deel onzer vorige oplaag werd gemeld
benoemdtot dijkgraaf voor den polder Kleine
Molen J. Sturmin het bestuur van den Koningin
Ewwnapoldertot dijkgraaf F. C. O. M. H
bach, en tot gezworenen II. A. van Weel en
A. de Buck.
Uit Westkapelle schrijft men ons:
Daartoe uitgenoodigd door onze pas opge
richte landbouwvereeniging trad Woensdag
avond de heer P. Leenhouts van Koudekerke
hier voor een talrijk en belangstellend publiek
op, om te spreken over: landbouwzaken. Na
eene korte rede tot inleiding, was het verdere
dan ook een gesprek, een praatje over allerlei,
den landbouw betreffende, maar een praatje
zoo aangenaam van toon en zoo zeer onmid
dellijk over vragen, die den landbouw en
landbouwer raken, dat het alles voor had op
eene vooraf opgestelde en welberaamde rede.
In zijne inleiding drong hij in 't belang
van den landbouw en den landbouwer op
samenwerking aan. Daarna beantwoordde hij
een voor een de vragen, die talrijk waren,
terwijl de antwoorden, getuigende van een
ruimen blik op 't gebied van landbouw, ver
duidelijkten en ophelderden, waar 't noodig was.
De heer Overduin, die den spreker ingeleid
had bij zijne hoorders, was de tolk van de
dankbaarheid van dezen voorde nuttige wenken,
hun gegeven en voor de opoffering en bereid
vaardigheid van den spreker, op wiens voor
dracht wij nader meer uitvoerig hopen terug
te komen.
Aan den heer A. J. A. Dootjes te Ai
s m u i d e n is tegen 1 Jan. a., op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als brievengaarder.
Te 's Gravenpolder werd Dinsdag
avond begonnen met de uitgifte van boeken
van de pas opgerichte volksleesbibliotheek
Ruim 40 personen meldden zich voor den eer
sten avond om lectuur aan. De net gedrukte
catalogus, die met een reglement vooraf voor
4 centen te krijgen is, bevat 112 nummers van
veel bekende en geliefde schrijvers. Spoedig zal
een vervolglijst komen, daar door velen belang
in de nieuwe onderneming wordt gesteld, welke
belangstelling zich uit in geldelijke bijdragen
of in boeken. Een avond per week houdt de
commissie, die de zaak op touw gezet heeft,
zitting voor de uitgifte van boeken, welker
huurprijs per week en per boek bepaald is op
éen cent. De heer Glornm, onderwijzer aldaar,
die het plan van eene bibliotheek opperde,
heeft aanvankelijk succes van zijn idee.
- Iemand te Goes had zooveel muizen in
buis, dat ze in een bewoonde kamer met rij
tjes krijgertje speelden. Toen ging hij vloeren,
muren, zolders, kortom alles insmeren meteen
carboloplossing. Den volgenden dag legde bij
voor de muizengaten allerlei lekkere beetjes,
om te zien, of zijn gasten nog aanwezig waren.
Maar ziet geen enkele vertoonde zichze wa
ren alle verdwenen. N,R. Crt.)
Het was Woensdag voor de leden van
het departement Middelburg der Maat
schappij tot nut ran H algemeen een echte Nuts-
avond. Nuts lezing kon men ditmaal niet zeg|
Pas toujours perdrix schijnt de leuze van het
Nwtsbestuur, dat nu de leden onthaalde, niet
op een behandeling van een ernstig sociaal
onderwerp of op een reis naar 't oude Griekenland,
ils bij de lezingen van mr H. Goeman Bor
gesius en dr Hesseling, maar op de voordrach
ten van den beer en mevrouw L. M. Smith—
Vereul uit Amsterdam.
Misschien was eene andere bijeenkomst in de
Concert- en gehoorzaalwaarin zou gesproken
worden over Faust, de oorzaak, dat in de Kegel
baan der Bocieteit De Vergenoeging het aantal
toehoorsters (en -ders) de 60 niet haalde.
Het voorgedragene viel wel in den smaak
mevrouw Smith en haar echtgenoot toonden
zich beiden in het, uit het Fransch vertaalde
tooneelstukje, dat ze ten beste gaven, „thuis
op de planken". Onze oude bekenden: Brester's
Geurtemoc van Boskoop en De gebroken schaats
werden, evenals Beets' Met zijn achten door
mevr. Smith goed gezegdmaar meer pakte
haar voordracht van J. C. de Vos' Meesters straf.
De heer Smith, die aanving met een humo
ristisch kijkje in het leven der aan-het-tooneel
verbondenen, waarbij het wel eens „niet zoo
stil was, dat je een speld kon laten vallen",
zooals Nachie zou zeggen, had veel succes o.
a. met Coppée's Wrakhoutmet 3—3zz0 en ten
slotte met Ten einde raaddat herhaaldelijk
een hartelijken lach deed klinken.
Brutale dieven schijnen aldus schrijft
en ons uit Koewacht den laatsten
tijd bijzonder gesteld te zijn op het Btelen
van vee uit de weide. Waarschijnlijk
worden zulke diefstallen gepleegd door de
vroegere veesmokkelaara, die, hun handwerk
niet gaarne vaarwel zeggende, een bijzondere
routine hebben, om met koeien in een minimum
van tijd een kolossaal einds weg af te leggen.
Dezer dagen is weder een koe ontvreemd, door
onbekende daders, uit de weide van den land
bouwer D. onder Moerbeke.
Waar men met de dieren blQft is een raadsel.
Doordien eenige spelende kinderen een
bleedingstuk op een brandende petroleumlamp
wierpen, ontstond bij den landbouwer M. te
Koewacht een begiu van brand, die spoe
dig gebluscht werd. Slechts eenige kleederen
verbrandden.
De heer J. A. van Boven, burgemeester
van Terneuzen, heeft tegen 1 Januari a.
als zoodanig ontslag aangevraagd.
Velen zullen zeker met leedwezen kennis
nemen van dit besluit, waartoe de heer Van
Boven wegens gezondheidsredenen gedrongen
werd.
Het „allen gerieven" zal ook hem zeker
niet gelukt zijnal moge hij daarnaar ook
zooveel mogelijk gestreefd hebben. Maar dit is
zeker, dat hij steeds poogde naar zijne overtui
ging de belangen van Terneuzen te behartigen.
Gedurende zijn burgemeesterschap, vaD 1865
«f, is Terneuzen veel veranderd; is er heel
wat tot stand gekomen dat de gemeente ten
goede kwam.
Moeilijke dagen heeft hij doorleefd; aan
oppositie heeft het ook hem niet ontbroken.
Maar bij wist aan al die bezwaren het hoofd
:e bieden; en velen zullen hem zeker erkente
lijk zijn voor al wat hij ten bate van dt
gemeente, die hem lief was, tot stand wist te
Stukken van den Gemeenteraad
Middelbnrg-
Minimum-loon en maximum-
arbeidstijd.
Burg. en weth. hebben, zooals Woensdag
door den voorzitter in de zitting van den
gemeenteraad weid medegedeeld, bepalingen
ontworpen omtrent minimum-loon en maxi
mum-arbeidstijd in de bestekken en voorwaar
den van aanbesteding van gemeentewerker..
Zij hebben zich daarbij zoo gord als geheel
gehouden aan de regeling, die te Amsterdam
is vastgesteld.
Bij de bepaling van het minimum loon
gingen burg. en weth. uit van het bedrag van
18 cent per uur, dat zoowel door de timmer-
lieden-vereeniging Door veremiging verbetering
als door den Middelburgschen B«stuurdersbond
is gewenscht.
In bedoeld ontwerp besluit is o. a. bepaald
Den aannemer wordt de verplichting opgelegd
aan zijne werklieden, die bij de uitvoering van
de in het bestek beschreven werken werkzaam
zijn, geen lager loon te betalen dan
aan een ambachtsman 18 cent per uur
aan een vakarbeider (geen ambachtsman, ter
beoordeeling van burg. eu weth.) 15 cent per uur
aan een handlanger, opperman of sjouwer 13
cent per uur.
De aannemer is tevens verplicht aan den
lossen werkman bij diens indiensttreding eene
schriftelijke aanstelling uit te reiken, waarop
vermeld staat
a of de werkman wordt aangenomen als
ambachtsman, vakarbeider (geen ambachtsman)
of wel als handlanger, opperman of sjouwer;
b. op welk loon de werkman wordt aan
genomen.
Het formulier dezer aanstelling wordt vast
gesteld door burg. en weth.
Zij, die den leeftijd van 23 jaar nog niet
hebben bereikt, mogen voor niet meer dan 20
percent deel uitmaken van de werkkrachten,
terwijl geene werklieden beneden 14 jaar wor
den toegelaten.
De aannemer zal geen lager loon betalen dan
a. aan een ambachtsman, vakarbeider (geen
ambachtsman), handlanger,opperman of sjouwer,
tusschen 14 en 16 jaar 4 cent per uur, tusschen
16 en 18 jaar 7 cent per uur, tusschen 18 en
20 jaar 10 cent per uur
b. aan een ambachtsman tusschen 20 en 23
jaar 15 cent per uur
c. aan een vakarbeider (geen ambachtsman)
tuischen 20 en 23 jaar 13 cent per uur;
d. aan een handlanger, opperman of sjouwer
van 20 tot 23 jaar 12 cent per uur.
Ook voor werklieden, in vasten dienst bij den
aannemer, en voor hen, die wegens invaliditeit
of hoogen leeftijd niet als volle werkkrachten
kunnen worden beschouwd, kan, op aanvrage
van den aannemer, door de directie afwijking
van de minima worden toegestaan.
De uitbetaling van het loon zal wekelijks
aan de werklieden persoonlijk moeten geschie
den, betzij op het werk zelf, betzij aan den
winkel, waar zij in den regel werkzaam zijn.
Heeft de betaling plaats op Zaterdag, dan
moet zij geschieden vóór 6 uur 's avonds.
De Directie of iemand van harentwege moet
bij de uitbetaling worden toegelaten.
Iadieu de werkman niet in staat is zijn loon
op eene der genoemde plaatsen in ontvangst
te nemen, ban door de Directie eene afwijking
van den gestelden regel worden toegestaan.
Den aannemer wordt de verplichting opge
legd zijne werklieden, werkzaam voor het in
het bestek bedoelde werk, niet langer te doen
arbeiden dan 11 uren per etmaal.
Zoowel overschrijding van dezen maximalen
werktijd van 11 uren per dag als doen werken
op Zondag is alleen geoorloofd onder goed
keuring der directie.
verleent die goedkeuring slechts dan,
als het belang van het werk de gevraagde
afwijking dringend vordert.
Wordt langer dan den maximalen werktijd
gewerkt, zoo wordt voor het overwerk aau
den werkman betaaldvoor het le uur 10,
voor het 2e uur 20, voor het 3e uur 30, voor
verdere uren 50 percent boven zijn uurloon.
Wordt op Zondag gewerkt, dan wordt het
uurloon van den werkman met ten minste 50
percent verhoogd.
Het is een aannemer geoorloofd bij het stuk
te doen werken.
Indien zulks echter, naar het oordeel der
directie, aanleiding geeft tot minder zorgvul
dige bewerking, tot geringe verdienste ot tot
overmatigen arbeid, kan het door haar worden
verboden.
De aannemer is verplicht de daartoe in het
bestek aangewezen onderdeelen van werken
binnen de gemeente te doen vervaardigen.
De bovenstaande bepalingen gelden ook voor
de op het werk gebezigde werklieden iu dienst
van onderaannemers, in diar voege, dat de aan
nemers zelf tegenover de gemeente aansprake
lijk blijft voor de stipte nakoming dier bepa
lingen.
RECHTSZAKEN.
Kantongerecht te Goes.
Dinsdag zijn veroordeeld wegensvisschen
met een beugelnet zonder acte of machtiging
P. K., Goes, tot f 3 b. s. 2 d. h.visschen
zonder acte en vergunningM. de P. Hz., Goes,