26 ZITTING VAN VRIJDAG 4 NOVEMBER 1898. zijn, behoudens, wat de daarin vermelde punten 1 en 2 betreft, dat de jaarlijksche teruggaaf plaats hebbe vóór 1 Decemberde eerste vóór 1 December van het burgerlijk jaar, volgende' op dat waarin het renteloos voorschot is verstrekt en verder onder voorwaarde: a. dat door het Rijk een subsidie worde verleend van de helft der kosten van aanleg; b. dat ten genoegen van Gedeputeerde Staten zekerheid worde gegeven, dat het tusschen het Biezen- straatje en de buurt Oudepolder in Zuiddorpe gelegen wegsgedeelte (no. 7 en 7bis vau den ligger der wegen en voetpaden in de gemeente Zuiddorpe) worde verhard. Het adres is van den volgenden inhoud: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen De gemeenteraad van Westdorpe: dat, nu er tot eene keibestrating tusschen de ge meenten Zuiddorpe en Selzaete over Oudepolder, Ster en Oudeburgscbe sluis wordt overgegaan, het vau groot belang voor deze gemeente zou zijn, wanneer zij in aansluiting met voormelden weg door een hoofdweg eraan kon worden verbonden en wel door de Molen verkorting gelegen in het middenpunt dezer gemeente en door Biezenatraatje, over eene gezamentlijke lengte van 3430 Meter; dat hiervoor een hoofdverbinding wordt tot stand gebracht met de kom der gemeenten Zuiddorpe en Overslag, benevens de kortste aansluiting wordt ver kregen met de gemeente Koewacht, alsmede ook met de belangrijke Belgische gemeenten Wachtebeke en Moerbeke, plaatsen welke tot nu toe niet zijn te be reiken dan door een grooten omweg over Axel; dat de losplaatsen bij de Oudeburgsche sluis door gemelde verbinding van groot belang voor den land- bouwstand alhier zoude worden, immers, worden nu jaarlijks, niettegenstaande den in het najaar zeer slechteD, soms onbruikbaren weg, aan het kanaaltje te Oudeburgsche sluis van landen, onder deze gemeente gelegen, ruim drie millioon kilos suikerbieten geladen, zeer zeker zou dit alsdan tot veel grootere uitbreiding aanleiding geven dat vooral met het oog op een eventueel daar te stellen Tolkantoor te dier plaatse, dit den bandel in landbouwproducten voor deze gemeente van onbereken baar nut zou worden dat, met de belangrijke Belgische gemeenten Wachte- beke en Moerbeke, iedec met eene bevolking van circa 5000 zielen, met veel handel, spoor- en waterwegen, eerst dan de handelsrelatiën zullen kunnen worden bevorderd, wijl dit enkel op eene goede communicatie wachtvoormelde gemeenten toch zijn met Oudeburg sche sluis door gezegd kanaaltje verbonden dat ook met de zich steeds meer en meer in handel ontwikkelende gemeente Selzaete (België), de ge- weuschte verbinding voor een groot deel dezer ge meente zal ten goede komeD, voor aflevering derzelver landbouwproducten. dat toch bijna alle landbouwproducten, zooals tarwe, rogge, gerst en haver, worden geleverd aan groot handelaren, in voormelde Belgische plaatsen gevestigd; dat de kosten van deze bedoelde keibestrating zijn geraamd op drie en dertig duizend zeven honderd en tachtig gulden (f 33780,—); dat de financieele krachten dezer gemeente niet van dien aard zijn, dat zij, zij het ook slechts gedeeltelijk, in de kosten van dien aanleg kan bijdragen, de ge meente met eene bevolking van ruim 1800 zieleu is bezwaard met een hoofdelijken omslag van drie duizend gulden, wat nagenoeg op 4 percent van het geraamde inkomen komt te staan, terwijl de opcenten op de hoofdsom der personeele belasting ten dezen jare van 25 op 50 tot 75 zijn gebracht; het laat zich dan ook I aanzien dat de gemeente, hoewel voor dit jaar geen j rijks-subsidie in de kosten van het onderwijs genietende, eveneens als voorgaande jaren zich verplicht zal ge voelen, dit buitengewoon subsidie bij vernieuwing de regeering te moeten aanvragen; dat hij dientengevolge zich tot de regeering heeft gewend om de helft der hiervoren geraamde som ad f 16.890 als rijks-subsidie te erlangen dat hij tot uwe vergadering het beleefd^ verzoek richt de andere helft ad f 16.890 of zooveel meer als het rijks-subsidie minder dan de verlangde som zal bedragen, als renteloos voorschot nit de provinciale kas te willen verstrekken, verbindende zich de Canis- ütófpolder om dit eventueel te verleenen voorschot binnen 20 jaren af te lossen, tot welker verzekering eene verhooging van polderlasten van ongeveer vijftig centen per hectare zou plaats hebben dat hij zich zal gedragen overeenkomstig de bepa lingen van het besluit der Staten van Zeeland van 10 November 1882 no. 15 Prov,blad no. 117). Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitgebracht door den heer Moerdijk. Het luidt: Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 38 leden, waaronder 6 leden van Gedepu teerde Staten. In eene afdeeling vereenigden zich alle leden met het voorstel van Gedeputeerde Staten. In de beide andere afdeelingen werd de opmerking gemaakt, dat de Caw'suZfeipolder, die door deze wegs- verbetering zeer gebaat wordt en weinig polderlasten betaalt, wel eene grootere bijdrage kon verleenen, waartegen in eene dier afdeelingen werd aangevoerd, dat het dijkgesehot door de verplichte aflossing van het renteloos voorschot en de k03ten van onderhoud van den weg aanmerkelijk zal stijgen. Dezelfde leden, die in de eene afdeeling deze op merking maakten, waren ook van meening, dat de aangrenzende polders wel iets konden bijdragen. In eene afdeeling werd door een paar leden bun leedwezen betuigd, dat het rapport van den hoofd ingenieur van den provincialen waterstaat ontbrak en daarbij de wensch uitgedrukt, dat dit voortaan bij dergelijke aanvragen zoude worden overgelegd, waar tegen door een lid van Gedeputeerde Staten werd op gemerkt, dat dit bij de aanvraag om rentelooos voor schot voor wegs ver betering door de gemeente Zuiddorpe ook niet had plaats gevonden. Dat lid deelde echter mede, dat hij deze wenschelijkheid bij het College zou ter sprake brengen. Nog werd in eene afdeeling gewezen op het groot landbouwbelang van dezen weg en door Gedeputeerde Staten in antwoord op de verschillende bedenkingen betoogd, dat toch het verleenen van het renteloos voor schot afhing van de toekenning van een rijkssubsidie tot de helft vau het bedrag der aanlegkosten van den weg. Bij de behandeling der voorwaarden werd in eene afdeeling de wenschelijkheid betoogd, punt a. in dien zin te wijzigen, dat door het rijk een subsidie van minstens gelijk bedrag als door de provincie worde verleend. Zooals gezegd, verklaarden zich in eene afdeeling alle leden voor het voorstel van het Gedeputeerd Col lege. In eene tweede afdeeling verklaarden zich 10 leden voor dat voorstel, één er tegen en een behield zich zijne stem voor, terwijl in eene andere afdeeling 9 leden zich vereenigden met het voorstel, 2 zich daartegen verklaarden en 2 zich hunne stem voorbe hielden. De voorzitter deelt mede, dat Gedeputeerde Staten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 29