ZITTING VAN VRIJDAG 4 NOVEMBER 1898.
25
van 1882 met een voorstel om de drie polders te ver
eenigen.
Zij meenden daartoe de bevoegdheid te hebben, even
zoo de Staten, welke hun voorstel aannamen en daar
door het bewijs leverden niet te deelen de denkbeelden
zooeven door den heer Pompe geuit.
Naderhand is men gekomen met een verzoek van
eigenaren van den WïWempolder om calamiteus-verkla-
ring. Daartegen werden natuurlijk geene bedenkingen
aangevoerd door ingelanden van den Anna Jacobapolder,
omdat zij wenschten af te komen van het onderhoud
van den dijk en dat voor het grootste deel te brengen
ten laste van rijk en provincie.
De Staten zijn wijzer geweest en hebben gemeend
dat het algemeen belang bij de calamiteusverklaring
niet was betrokken.
Nu komt men weer op nieuw verzoeken die twee
polders te vereenigen. Indien de Staten dit onvoor
zichtig besluit nemeD, dan zal men misschien zien dat
het vereenigde waterschap binnen betrekkelijk korten
tijd een verzoek indient om calamiteusverklaring, die
dan misschien van algemeen belang wordt geacht.
De Kramerspolder is door geen dqk van den Anna
Jacobapolder gescheiden. Hoe zullen dan de Staten
handelen moeten zij den Kramerspolder den dans laten
ontspringen
Toepassing van art. 95 van het reglement op de
calamiteuse polders is niet mogelijk, wanneer de Staten
ingaan op het voorstel van het Gedeputeerd College.
Zij zullen dan komen in een impasse, waaruit zij
zeer moeilijk kunnen komen, en ernstig meen ik daarom
tegen de aanneming van het voorstel te moeten advi-
seeren.
De beraadslaging wordt alsnu gesloten en de motie
van den heer Heijse in stemming gebracht.
Zij wordt aangenomen met 28 tegen 13 stemmen.
Voor stemmen de heerenKakebeeke, Heijse, Yan
Deinse, Fruytier, Hammacher, Erasmus, Maas, Den
Boer, Van der Have, M. Bolle, J. A. Bolle, Noordijke,
Moes, Loois, Yan Dam, Huvers, Dronkers, Ysebaert,
De Bats, Oggel, Hombach, Van Woelderen, De Jonge,
Van Teylingen, Van der Lek de Clercq, De Veer, De
Smidt en Fokker.
Tegen stemmen de heeren: De Casembroot, Moer
dijk, Siegers, Van Waesberghe Janssens, Van BureD,
Vader van 's Gravenpolder, Henneqain, Hollestelle, Van
Lijnden, Van Rompu, Pompe van Meerdervoort, Lu-
casse en Van der Meer.
Aan de orde is het algemeen verslag der af-
deelingen betreffende het voorstel van Gedeputeerde
Staten tot het verleenen van een renteloos
voorschot voor wegsverbetering aan de ge
meente "Westdorpe.
Het voorstel luidt:
De gemeenteraad van Westdorpe verzoekt in het
hierachter afgedrukte adres aan uwe vergadering een
renteloos voorschot te willen verleenen voor de be
strating met keien van de Molenverkorting en het
Biezenstraatje in die gemeente, door welke bestrating
eene hoofdverbinding zal worden verkregen tusschen
de kom van Westdorpe en de met hulp van het rijk
en de provincie aangelegde keiwegen in de gemeente
Zuiddorpe (zie uw besluit van 16 Juli 1897 no 12),
althans indien nog zal worden bestraat de weg over
den dijk tusschen den Canisvliet en den Zuiddorpe-
polder (Noorddeel) lang 140 M., tusschen het einde
van het Biezenstraatje en de buurt Oudepolder, waartoe,
naar wij vernemen, het voornemen bestaat.
De ontworpen wegs ver betering betreft geen alge-
meenen verkeersweg, maar moet in het belang van
den landbouw worden geacht.
Bijvoegsel van de Mlddelborgscbe courant van Bond
Westdorpe heeft thans reeds eene gemeenschap langs
kunstwegen met de in het adres genoemde gemeenten
Zuiddorpe, Overslag. Koewacht, Selzaete, Wachtebeke
en Moerbeke, terwijl de verkorting, welke door de
wegsverbetering zou worden verkregen, slechts bedraagt
tusschen Westdorpe en Zuiddorpe ongeveer 2 kilometer,
tusschen Westdorpe en Overslag ongeveer 5 kilometer,
tusschen Westdorpe en Wachtebeke en Moerbeke
ongeveer 1/i kilometer
en de afstand tusschen Westdorpe en Koewacht en
tusschen Westdorpe en Selzaete ongeveer gelijk blijft.
Het landbouwbelang is daarentegen overwegend. De
keiweg toch zal doorsnijden den zoo goed als van
kunstwegen verstoken Canisvlietpol&er, ongeveer 1600
hectaren grootde afvoer van landbouwproducten
wordt daardoor vergemakkelijkt en de Belgische los
plaats aan de Oudenburgsche sluis, waarvan veel ge
bruik wordt gemaakt, zal langs keiwegen van uit dien
polder bereikbaar zijn, wat vooral in het najaar tijdens
het vervoer van suikerbieten een groot voordeel oplevert.
De grootste belanghebbende, de Cam'sufce/polder, is
dan ook volgens het adres bereid de teruggaaf van
het renteloos voorschot op zich te nemen, terwijl
volgens verkregen inlichting ook het onderhoud van
den keiweg ten laste van den polder zal komen.
Naar wij meenen, bestaan er termen tot het ver
leenen van een renteloos voorschot uit de provinciale
fondsen voor de beoogde wegsverbetering tot de helft
der kosten van aanleg. Die kosten worden begroot
op f 33.780, doch daaronder is begrepen het vernieuwen
van een gedeelte kei bestrating, lang 537 M., in de
Molenverkorting, daar men deze keibaan niet sterk
genoeg acht voor het te verwachten zware vervoer
over den weg, haar daarom wil uitbreken en de keien
door betere vervangen. Voor die vervanging van
keibestrating achten wij hulp niet gerechtvaardigd.
Blijken de keien op den duur minder te voldoen, dan
kunnen zij geleidelijk door den onderhoudsplichtige
door betere vervangen worden. In evenredigheid tot
de lengte van den weg (3430 M.) zouden de kosten
das met f 5283 verminderd en tot 28.492 terugge
bracht kunnen worden.
Wij hebben de eer U voor te stellen het besluit te
nemen, waarvoor een ontwerp hieronder volgt.
Daarin wordt eene wijziging voorgesteld van de
indertijd door u gemaakte bepaling omtrent de ter
mijnen van teruggaaf van het voorschot.
Volgens de thans geldende regelen moet de jaar-
lijksche teruggaaf geschieden vóór 1 April, de eerste
evenwel vóór 31 December van het burgerlijk jaar,
volgende op dat waarin het renteloos voorschot is
verstrekt. Het is gebleken, dat het voor sommige
gemeenten bezwarend is vóór 1 April te betaleD. De
thans voorgestelde regeling komt ons voor minder
bezwarend te zijn.
Het ontwerp-besluit luidt
De Staten der provincie Zeeland
besluiten:
in te willigen de aanvraag van den gemeenteraad
van Westdorpe om een renteloos voorschot van de
helft der kosten van aanleg tot een bedrag van ten
hoogste f 14246, voor de bestrating met keien van de
volgende wegen
1°. de Molenverkorting (n° 2 van den ligger der
wegen en voetpaden in de gemeente Westdorpe) van
het einde der bestaande bestrating in dien weg tot
het Biezenstraatje
2°. het Biezenstraatje (no. 1& van dien ligger);
onder bepaling, dat de voorwaarden, vastgesteld bij
besluit van 10 November 1882 no. 15 en opgenomen
in Provinciaal blad no. 117 van 1882, van toepassing
rdag 17 November 1898, n°. 271, 7