MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 251. 1898 Dinsdag 25 October. 141° Jaargang, Deae courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pry's, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., Afzonderlijke nummers kosten 5 eenfc. Thermometer Middelburg 24 Oct. 8 u. vm. 58 gr. 12 n hv. 4 o. 58 gr. F. Verw. zw. W. wind. AdverteutiSn voor het eeratvolgeni nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zyn. AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 eent. Reclames éu eent por regel Groote lettere naar de plaats die rij Innemen. Advertentiön bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmak. Middelburg 24 October. Bedenkelijk en onbegrijpelijk. Het komt mij aldus vangt de schrijver der Brieven uit de Hofstad in de Arnh. Crt zijn jongste epistel aan het komt mij tooh wel wat bedenkelijk voor het slottafereel van het onderwijscoDÜict in de gemeente Duiven, nu de Gedeputeerde Staten het ontslag door den gemeenteraad hebben goedgekeurd, omdat de gemeentenaren hun vertrouwen aan den hoofd onder wijzer te Loo ontzegden wegens verden kingen en besehuldigingen die Gedeputeerde Staten zelf moeten erkennen ongegrond, althans geheel onbewezen te zijn. Uit een technisch oogpunt is er tegen deze beslissing, naar 't my voorkomt, weinig in te brengen en ook dat het onderwijs wordt geschaad indien er tegen het hoofd eener school eene, zelfs geheel onge motiveerde verdenking bestaat, valt niet te wederleggen, maar toch heeft het besluit deze zware schaduwzijde, dat het eene openlijke huldiging bevat van den invloed van logen en laster. Ik laat nu het concreet geval van Duiven er geheel buiten, niemand zal echter ontkennen dat, wanneer kwaadwilligen en lasteraars het er op aanleggen het hoofd eener school, zonder schyn of schaduw van bewijs, kwade dingen ten laste leggen óf maar een voudig met halve woorden en onbestemde toe spelingen het vertrouwen van de ouders in den onderwijzer hunner kinderen te ondermijnen, men geheel komt in de termen van dit besluit, en des onderwijzers paspoort geteekend is. Dat zulk eene beweging, op Basile's bekend Calomniez, toujours il en reste quelque chose gegrond, zeer wel mogelijk is, bewijst de be- keude sehool-enquête in België, waar geheel met de te Duiven toegepaste overeenkomende duivelsohe praktijken aan den dag zijn geko men. Virginia Loveling heeft in haren beroem den roman Sophie in dit opzicht niets gefingeerd. Hetzelfde wat nu den onderwijzer te Loo overkomen is, kan eiken dag ieder ander amb tenaar treffen. Ook een Burgemeester kan in zyne gemeente alleen nuttig werkzaam zijn, wanneer hij de achting en het vertrouwen zyner gemeentenaren bezitmaar nu hebben zij, die om eene of andere reden zijn vijanden zijn, wanneer zij invloed hebben op de gemoe deren der ingezetenen, zonder eenige reden maar tegen hem te stoken en te lasteren, en zyn toestand wordt onhoudbaar. De Commis saris der Koningin zou tegen zijne aftreding allicht tot hem zeggenBurgemeester, ge kunt in Uwe gemeente geen goed meer doen, ik kan u dus niet tot herbenoeming voordragen. En al mag de titularis al beweren en bewijzen, hoe moeilijk 't in den regel ook gaat derge lijke negatieve bewijzen bij te brengen, dat er geen de minste aanleiding noch oorzaak, behalve kwaadwilligheid en laster, voor zijne minder aangename positie in de gemeente be staat, men zal hem te gemoet voeren ik heb volstrekt geen reden om u niet te gelooven, maar de toestand is niettemin nu eenmaal zoo, en daarom is uwe herbenoeming onmogelijk. Hetzelfde geval inderdaad de triomf van laster en heimeiyke tegenwerking. Alleen met dit gewichtig onderscheid, dat, zoo de Commissaris van 's Burgemeesters onschuld overtuigd is, deze kans heeft elders tot denzelfden post van vertrouwen benoemd te worden, terwijl een op deze wijze, zij 't ook „eervol" en met een half jaar tractement toe, ontslagen hoofdonderwyzer alleen door een anderen gemeenteraad elders in dezelfde betrekking kan worden hersteld. En wie de kracht kent van het insidieuse spreek woord van de bont genoemde koe en het onder stelde vlekje, vooral ten plattelande, weet maar al te goed hoe weinig kans er op zulk eene rehabilitatie bestaat. Dit behoort tot de dingen, waaraan niets te doen is. Geen wet, geen verordening kan verzonnen worden, die dergelijke sociale gruwelen voorkomen of straf fen kan. Alleen de publieke opinie kan wel licht eenig nut doen, door het publiek te waar schuwen tegen lichtgeloovigheid en blind ver trouwen op hen, die gemoederen en geesten willen beheerschen en voor wie het doel alle middelen heiligt. De publieke opinie heeft veel invloed, dat is zeker, maar het middel van overdreven publi citeit, aangewend om haar te bereiken en te bewerken, werkt toch niet altoos even aange naam voor hem die haar nastreeft. De zoekt publiciteit als reclame-middel, en door het gebruik is ze in dit opzicht zóo gewettigd dat er geen aanmerking op te maken is; an deren zoeken haar weer als middel om de Zoo heet het althansvoor zoover ik de ge- ichiedenis ken, is dit echter niet de eatuc proximo, (de naaste oorzaak) maar de cornet remola (de meer jrerwjjderde aanleiding.) ijdelheid te vleien of te voldoen, en in dat licht mag men er zijne afkeuring nog over uitspreken. Maar dezer dagen maakte ik ken nis met een geval van publiciteit, waarvan 't mg onmogelijk is, hoeveel moeite ik ook ge daan heb, de bedoeling en de heteekenis te erkennen. Ik bedoel het bericht dat zeker voormalig advocaat bij den Hoogen Raad nit het krankzinnigengesticht Veldwijk als genezen zou ontslagen zijn, en de polemiek die over dit tegengesproken bericht in de couranten werd gevoerd. Wie kan nu toch in 's hemelsnaam belang hebben bij dit feit? Noch de hoofdper soon, zou ik zeggen, noch zyne betrekkingen, noch zijne gewezen of toekomstige cliënten maar wie heeft zoo'n berichtje dan in de cou rant gezet, en wie had er belang hg, het be weerde feit van 's mans ontslag uit het ge sticht als genezene tegen te spreken? Ons dunkt: op de vraag naar de bedoeling van die publiciteit is het antwoord vry ge makkelijk. De schrgver zelf wgst erop hoe men vaak publiciteit als reclame-middel zoekt. Welnu, hg heeft in deze het meest frappante bewys van zulk een reclame-middel. Wie er belang had bij die mededeelingen Het blad week- of maandblad dat ze gebruikte als middel om genoemd en bekend te worden en welks redactie heimelijk in haar vuistje lachte toen zelfs groote bladen, die rgp en groen opnemen, erin liepen en mee werkten om het orgaan een zekere bekendheid te bezorgen. Dr. A. KUYPER. In The Christian Intelligencer van 14 Sept. jl., een blad, dat te New-York verschijnt, staat te lezen, dat de heer Abraham Kuyper, hoogleeraar aan .de Vrije Universiteit, reist iD Adirondacks, het gebergte ten noordwesten New-York, en in het begin van het academie jaar te Princetown zgn lezingen zal houden. Onwillekeurig ryst de vraag of dat reisje in Adirondacks niet, ter wille der inhuldigings feesten, achterwege had kunnen blijven. {Ned. Dagblad.) VERHOOCINC VAN ACCIJNZEN. Het wetsontwerp tot verhooging van den accgns op wyn en gedistilleerd heeft ook een punt van bespreking uitgemaakt in de kamer van koophandel te Amsterdam. Er was daar over n.l. een rapport uitgebracht door de heeren Heldring, Heijmans en Moltzer. Zij betoogden, dat tegen de verhooging op zichzelf niet veel be zwaar bestaat; het verhoogde bedrag blijft nop aanmerkeiyk beneden de accijnzen van omlig- :ende landen, zoodat toeneming van smokkel handel niet te dachten is. Voorts is er evenveel kans, dat het verbruik van gedistilleerd verminderen zal als dat de volksgezondheid geschaad zal worden door het leveren van minder deugdelijke waar. Velen meenen dat het beter ware den accijns op ge distilleerd liever terstond met een flink bedrag te verhoogen, omdat dan de prijzen by verkoop in het klein naar evenredigheid verhoogd kun nen worden. Wat den wijn betreft, erkenden de rappor teurs, dat de accgnsverhooging vooral de goedkoopere soorten onevenredig zwaar treft, en dat elke verhooging het toch reeds vermin derend gebruik van wijn belemmert en dezen drank als volksdrank weert. Daartegenover staat echter, dat, voor zooveel de wyn thans ais een artikel van weelde is te beschouwen, hoogere belasting aanbevelenswaard mag wor- bebben een vermindering van eenige heteekenis van het gebruik van sterken drank, heeft adressant ernstige bezwaren tegen „de ver hooging van het geldelijk belang van den Staat by het voortwoekeren van eeu volks zonde," vreezende dat afneming van Staats inkomsten de regeering wel eens kon nopen „zeer voorzichtig te zy'n in het voorstellen van maatregelen, die het gebruik van sterken drank aanzienlijk zouden kunnen doen verminderen." Tegen de verhooging van den accijns op den wgn heeft adressant wel minder bezwaren aan te voeren, omdat de wijn thans nog is een artikel van weelde en de nadeelen van het wynverbruik nog niet in vergeiyking kunnen komen met die van het gebruik van gedistilleerd, doch hij acht het bedenkelgk van den Staat „om door verhooging van den accgns ook tegenover dezen drank zijn vryheid van handelen meer prijs te geven dan thans, omdat het wijnverbruik, als samenhangende met en leidende tot het gebruik van zwaardere alcoholhoudende dranken, eveneens groote ge varen met zich brengt en de tgd kan komen, dat het gebruik van goedkoope wgnsoorten zóo algemeen wordt, dat de nadeelen daarvan dèn Staat onverwgld tot ingrijpend optreden nopen, terwijl de ellende, die van het wijn- verbruik, al moge dit zich tot beperkten kring bepalen, thans reeds het gevolg is, voldoende gewicht in de schaal legt om ook de verhooging van dezen accgns uit een zedelgk oogpunt te veroordeel en." Redenenwaarom adressant der Kamer dringend verzoekt het voorstel der regeering om den accijns op gedistilleerd en wijn te verhoogen, niet aan te nemen, doch haar in overweging te geven andere voorstellen tot versterking van 'sRgks middelen in te dienen, welke aan mindere bedenking onderhevig zgn. Meting van Binnenvaartuigen. Door de regeering is een wetsontwerp inge diend tot goedkeuring van de op 4 Febr. 1898 te Brussel tusschen Nederland, Duitschland, België en Frankryk gesloten overeenkomst be treffende de meting van binnenvaartuigen. De wijzen van meting in Duitschland, Frank rijk en België hebben allen ten doel het be palen van het gewicht der lading by verschil lende inzinkingen van bet schip, terwyi de Nederlandsche meetwgs volgens kon. besluit van 30 Juli 1894 beoogt het bepalen van de inhoudruiinte van het schip. Volgens gemeld kon. besluit wordt door inhoud van een binnenvaartuig verstaan de ruimte van het scheepshol, percentsgewijze verminderd verschillend naar gelang van de soort der vaartuigen. Daar de inrichting der vaartuigen zeer uiteen loopt, zijn de percen- voor vele te ruim, voor vele te klein zelden geheel juist. Bovendien houdt de maet- wijs er bovendien geene rekening mede, dat binnenvaartuigen veelal ook deklast voeren. De meting, die in Duitschland, België en Frankrijk wordt gevolgd, komt nagenoeg over een met de meting, welke in Nederland onder den naam van Rijnijk voor de Rgnvaart wordt Zoo echter de verhooging van den accgns represaille-maatregelen, in het hgzonder van de zgde van Frankrijk, mocht uitlokken, behoort naar de meening der rapporteurs de verhooging te worden afgekeurd. Er is reden te gelooven, dat te Bordeaux reeds een beweging is ont staan om de Fratsche regeering over te halen tot maatregelen, welke den invoer van Neder landsche artikelen zonden belemmeren. Het nadeel voor onze zuivel-industrie zon aanzienlijk grooter zijn dan het voordeel der accgnsverhooging voor onze schatkist (4!/3 ton gouds). De rapporteurs zouden het roekeloos vinden de verhooging dóór te zetten zoo als gevolg daarvan verstoring onzer goede ver standhouding met Frankryk te verwachten zou zijn. In den geest van dit rapport zal een adres aan de Tweede Kamer worden gezonden. Ook de Arnhemsche Kamer van koophandel zal over dit ontwerp een adres aan de Tweede kamer zenden. Door het hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank is tot die Kamer een adres gericht, waarin het verklaart met leedwezen te hebben kennis genomen van het ingediende wetsvoorstel. Ter zijde latende de vraag of de verhoogiDg den accijns op gedistilleerd tengevolge zal Op de conferentie van Mei 1890 te Brussel, waarop Nederland, Duitschland,België enFrank- rgk vertegenwoordigd waren, werd eene rege ling ontworpen, waarbij Nederland zgne natio nale meetwgs zou behouden, doch waarbg tevens een internationale meting zou worden inge voerd, die nagenoeg geheel overeenkomt met de meting, zooals die voor den Nederlandschen Rijnijk is vastgesteld. Het onderzoek nopens de vraag of het, met het oog op de belangen van de Nederlandsche scheepvaa t, niet verkieslijk zou zijn ons voor de meting van binnenvaartuigen meer aan te sluiten bij die welke in de drie andere ge- noemde rijken wordt gevolgd, heeft intusschen aangetoond, dat de toenemende klachten over werking van het kon. besluit van 30 Juli' 1894 gegrond zijn en tevens dat zij niet zijn op te heffen door verhooging van den daarbg vastgestelden percentischen aftrek op den bruto-inhoud. Afdoende verbetering en tegelijk daarmede volledige aansluiting by de ons om ringende landen zullen worden verkregen, door te breken met het stelsel van metiDg van den belastbaren inhoud en aan te nemen het stelsel van den Rijnijk-meting ter bepaling van het gewicht der lading zooals dat stelsel is uit gewerkt in de Brusselsche overeenkomst. Iu het vooruitzicht dat de bepalingen nopens de meting van binnenvaartuigen hier te lande in vorenbedoelden zin zouden moeten worden gewijzigd, konden uit de ontworpen overeen komst vervallen alle exceptioneele bepalingen, die met het oog op onze byzondere meting waren opgenomen. Wanneer de Nederlandsche meting naar de bij de overeenkomst vastgestelde regelen zal zijn gewyzigd, zal de toetreding tot de con ventie voor onze binnenscheepvaart dit voor deel opleveren, dat de nationale meetbrieven niet allen zullen worden erkend in de con- tracteerende landen, maar dat ook geen bijzon dere meeting meer noodig zal zijn voor de vóart op den Rijn. BEKOEMII* UJKMI ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in de verlos kunde en de leer der vrouwenziekten, dr B. J. Kouwer, arts te Haarlem; is aan C. R. C. Herckenrath, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de R. H. B. S. te Groningen is aan de off. van gezondh. lste kl. bij de zeemacht H. A. Molema, op zyn verzoek, eer- vól ontslag verleend nit den zeedienst en by de zeemacht bevorderd tot off. van gezondh. lste kl., de officier van gezondh. 2de kl. S. Overdiep is aan den ontvanger der directe belastingen enz. M. Ruring te Leens c. a., op zyn verzoek, eervol ontslag uit 's rgks dienst verleend, be houdens aanspraak op pensioen. zijn voor den tijd van vyf jaren gedetacheerd bij het wapen der inf. van het leger in N.-I. de tweede lnit. R. Vogel, van het 8ste, E. A. Vrolijk en C. M. Donck, beiden van het lste, G. Terwogt, van het 7de, en G, J. Nij weide, van het 4de, F. Piekema, van het 8ste, A. J. D. de Winter, van 3de reg. inf. is benoemd tot reserve-tweede-luit. by bet wapen der inf., en wel bij het 4de reg., de vaandrig J. W. van der Valk van genoemd korps. Blijkens bericht van Harer Majesteits poli tiek agentschap en consulaat-generaal in Egypte, is er thans bg de qaarantaine-admiuistratie in dat land ééne plaats open van geneesheer, be last met het houden van toezicht en het nemen van ontsmettingsmaatregelen te Suez en by de bronnen van Mozes. Voor nadere inlichtingen verwyzen wij naar de St. Ct. van Zondag en Maandag. De minister van financiën brengt in de St. Ct. ter kennis van ambtenaren der directe be lastingen enz., die volgens de bestaande bepa lingen voor de vervulling van ontvangkantoren in aanmerking kunnen komen en verlangen benoemd te worden tot ontvanger te St. Maar tensdijk, dat zy daarvoor nog tot 10 Novem ber e. k. een adres kunnen indienen, onver schillig of zij overigens tot mededinging naar een kantoor der achtste klasse bevoegd zgn. UIT STAD EN PROVINCIE. Wy ontvingen een schryven namens het burgeriyk armbestuur te Dordrecht, waaraan Wij een nommer zonden van onze comant dt Vrijdag 21 Oct. Uit dat schrg ven blijkt ons dat H. B., het hoofd van het gezin, hetwelk van daar per boot naar Middelburg was gekomen zonder middel van bestaan, aan dat bestnnr verzocht had om overtocht voor zich, vrouw, kinderen en huisraad, zonder andere hulp te vragen. Als reden daarvoor gaf hy op dat.hy te Middelburg familie bad wonen en meende als sigarenmaker in onze stad beter zyn brood te kannen verdienen dan in Dordrecht. Het was das goed dat wy de noodige reserve in acht namen bij het doen van een verwijt aan het adres van dat armbestuur. Heden morgen werd by den overweg voor het station Rilland-Bath door den Duitschen sneltrein een wagen, beladen met suiker peeën en gespannen met twee paardeD, van den landbouwer Boot aldaar, aangereden. De voerman, die het gevaar nog bij tyds zag, sprong van den wagen, waarvan het achtergedeelte werd verbryzeld. De paarden gingen ophol, doch werden spoedig door het werkvolk, dat uit het veld ter hulp kwam, tot staan gebracht. De bagagewagen achter de machine moest nit den trein verwyderd worden daar de oliepotten waren beschadigd. Genoemde trein, die te 10.20 te Vlisslngen moest aankomen, arriveerde, nu eerst te 11 uur spoortyd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Te'sHeer Arendskerke deed Vrij dag II. een landbouwer aangifte van de ge boorte van zyn 21e kind; al zyn kinderen zgn nog in leven. Het de vorige week uit Dubbeldam gemelde, geiyklnidende feit staat dus niet meer alleeD. Te Koewacht struikelde jl. Zaterdag avond een 50-jarige, gehuwde vrouw, toen zy naar buiten wilde gaan om brood te halen, en viel, nog lachende een opmerking makende over het weinige, noodig om te vallen, dood terneer. Zondag morgen kon men in 'tdrogedok alhier eenige lieden bezig zien met het ver zamelen van mosselen, aangegroeid geweest aan een geruimen tijd buiten dienst gebleven stoomschip. Het schijnt Diet algemeen bekend te zyn, dat de roode verf, waarmede yzeren schepen onder water geverfd worden, zeer vergiftige bestanddeelen bevat. Eene waar schuwing tegen het gebruik van mosselen, van schepen afkomstig, is dus niet overbodig. De adjudant-onderofficier C. de Waard te Middelburg heeft tegen 1 Januari a. s. ontslag, met toekenning van pensioen, uit den militairen dienst aangevraagd. Op den Kinderdyk alhier stond beden ochtend, omstreeks een uur of tien, een met twee paarden bespannen boerenwagen, van den land bouwer C. F. te Kleverskerke, voor een pak huis te lossen. Eensklaps schrikten de paarden, vermoedelijk van daar passeerende hand karretjes of van andere aldaar staande wagens, die in beweging geraakten. Zy trokken den wagen vooruit. De knecht, die de leidsels niet wilde loslaten, werd een eind medegeslenrd raakte bekneld tusschen zyn en een anderen wagen. Daarbg werd zyn voet gekwetst, zoo dat hy niet loopen kon. Hy werd in het pak huis, waarvoor geloBt werd, gedragen en ont ving daar de eerste geneeskundige hulp. Later werd hy door den geneesheer in dien» rytuig naar het militair hospitaal overgebracht. Een ministerieel antwoord. Indertyd maakten wy uitvoerig melding van n adres,door de Middelbnrgsche balie gericht aan den minister van justitie, waarin zij aan de aandacht van Z, E. onderwierp een paar misstanden, die naar haar oordeel te dezer stede voorkomen. Het Weekblad van het Recht nu bevat in zyn jongste nommer het door den minister reeds drie maanden geleden gegeven antwoord. Dit luidt als volgt: De Minister van Justitie Gezien het adres dd. 8 Juni jl. van de Orde der Advocaten by de Arrondissements-Recht- bauk te Middelburg, houdende klachte: 1°. dat de preventief gedetineerde beklaagden in het Gerechtsgebouw aldaar, vóór hunne ver- schgning ter openbare terechtzitting, worden opgesloten in gzeren kooien2°. dat den raads lieden dier gevangenen niet wordt vergund hnnne cliënten te spreken, terwgl deze in voornoemde kooien de opening der openbare terechtzitting afwachten. Gelet op de deswege ingewonnen ambtsbe richten Geeft adressante te kennen 1®. wat betreft de boven onder 1 vermelde grief: dat het den ondergeteekende voorkomt dat het gerelateerde in voornoemd adres niet van over- dry ving is vry te pleiten, daar de zoogenaam de kooien niets anders zyn, dan de in de ge vangenis hier te lande gebruikelijke alcoven, terwijl over het hoofd wordt gezien dat de ge wraakte maatregel niet alleen getroffen is om dat de noodzakelgkheid gebleken was betere voorzorgen te nemen tegen het gevaar voor ontvluchting der gedetineerden, maar evenzeer in het belang dezer laatsten zelve teneinde hun zooveel mogelyk de anders niet te vermyden aanraking met hunne lotgenooten te besparen; dat echter, teneinde zooveel mogeiyk tegemoet komen aan de bezwaren van adressante, zoodanige wyziging in voornoemde inrichting zal worden gebracht, dat alle redenen tot aan- oot redeiykerwyze zijn opgeheven; 2®. wat betreft de boven onder 2 vermelde klacht dat den Officier van Justitie is opgedragen voortaan aan de advocaten vergunning tever- leenen nog met hunne cliënten te spreken, wanneer deze in het rechtsgehonw de opening der openbare terechtzitting afwachten, voor* zooverre zulks kan geschieden zonder dat de orde in het Gerechtsgebouw, de goede en ge regelde gang van zaken wordt gestoord, 's Gravenhage, 23 Juli 1898. De Minister voornoemd: Namens den Minister. De Secretaris-Generaal, (get.) CARRIÈRE. Een verzoek, reeds geruimen tyd geleden, toen ons bekend werd dat de minister had ge antwoord, door ons tot de Orde van advocaten gericht om mededeeling van dat aut woord, kon door haar niet worden ingewilligd, wijl zy dit alleen wenschte te zenden aan twee vak bladen, die indertijd een afschrift van het ver zoek ontvingen. Wij konden dus niet eerder onze lezers op de hoogte brengen van eene beslissing, welke ook in onze omgeving zeker wel belangstelling wekt. Nationale bond voor vreemdelingen verkeer. Tot opening der algemeene vergadering van dien Bond, waarop ook de vereeniging te Mid delburg vertegenwoordigd was, werd jl. Zaterdag avond op de bovenzaal van het betel

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1