MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 249. 141" Jaargang, 1898 Zaterdag 22 October. De*e courant verschfjnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen ia Nederland franse p.p., Afzonderlijke nummers kosten 5 oent. Thermometer Middelburg 21 Oct. 8 u. vm. 53 gr. 12 u 60 grl IV. 1 n.57 gr. F. Verw. Z. W. w, en buiig weder. Advertentiës voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aau het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn20 oent per regel. Geboorte- dood- on alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames +0 oent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Ad verten tiBa bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratir aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmar. Middelburg 21 October. Het voorstel van zes raads leden. Wie zich de moeite getroostte, met eenige meerdere aandacht dan conranten-opstellen vaak te beurt valt, kennis te nemen van de door ons sedert 1895 geleverde beschou wingen over straatbelasting en over verlaging van den gasprijs te Middelburg, zal licht begrijpen, dat wij met gemengde ge waarwordingen kennis namen van het voor stel van zes onzer raadsleden tot verlaging van den gasprijs en tot heffing van eene belasting, bedoeld bij art. 240 litt. i der gemeentewet. Met gemengde gewaarwordingen, want verheugt ons aan de eene zijde de stap, die wordt gedaan om tot genoemde verlaging te geraken, aan den anderen kant kunnen wij moeilijk onverdeeld ingenomen zijn met het tweede deel van het voorstel. Het eigenaardig verband, dat tusschen beide gelegd wordtgetuigt wel van practiseb inzicht, van overleg, maar het idee, waarvan burg. en weth. het vorig jaar zijn uitgegaan by hun voorstel tot het heffen van eene straatbelasting, wordt geheel gewyzigd, en de vorm, waarin deze nu is gegoten, is daardoor gansch en al veranderd en in onze oogen niet verbeterd. Wij weten welin die meening vinden wij bij velen geen steun, maar dit neemt niet weg dat wij, nog onverzwakt iu ons gevoelen, blootgelegd in onze opstellen, o. a. voorkomende in het nommer van 27 Sept. 1897 van ons blad, veel liever hadden ge zien dat eene straatbelasting in den geest van het voorstel van burg. en weth. kon worden geheven en de opbrengst daarvan diende tot vermindering van de opcenten op de personeele belasting of van den hoofde - lijken omslag, die hoe langer hoe zwaarder drukken op het algemeen. Voor het tot stand komen van zulk eene heffing is het getij misschien nog steeds on gunstig; en in verband daarmee mag het verstandig heeten op dit oogenblik te trach ten te verkrijgen wat bereikbaar is; en dit vooral bjj wijze van proef in het leven te roepen. Wat nu nog slechts voor drie jaren wordt voorgesteld, kan later in anderen vorm, op grond der opgedane ervaring gewyzigd en verbeterd, als blijvend worden vastgesteld. Uit dat oogpunt willen wij dan ook het voorstel der zes heeren beschouwen; over tuigd als wij zijn, dat zij dit ook in dien zin willen opgevat zien. Nu van burg. en weth., trots den uitdruk- kelijken wenech der meerderheid van den raad, geen voorstel tot verlaging van den gasprijs is te verwachten, was er geen ander middel om daartoe te geraken, dan dat uit den boezem van den raad zeiven het initiatief daartoe werd genomen. Wij hebben indertijd op zulk een prijs verlaging aangedrongen uit het oogpunt van billijkheid tegenover de huidige gasgebrui- kers, omdat dezen veel te veel betalen en der gemeente groote en noodelooze win sten verschaffen nit die fabriek, wat tegen over hen een onbiliykheid en eene onrecht vaardig drukkende belasting mag heeten. Maar wij deden dit ook in het belang der onderneming zelve, die naar onze meening door verlaging van den prijs haar debiet zou zien uitbreiden en haar bestaan daardoor duurzamer zon maken. Met die verlaging zon echter onzes inziens gepaard moeten gaan eene uitbreiding van het buizennet en vermeerdering van het aantal munt-gasmeters. Met laatstgenoemde zyn wjj op den goe den weg; eerstgenoemde uitbreiding is een kwestie van later zorg. Deze kan echter niet anders plaats hebben dan by eene zeer groote verlaging van den prijs, niet met een halve cent, maar minstens met anderhalve of twee cent. Welnu, dien weg willen de voorstellers Men zie de nommers der Midd. Crt van g5 en 26 Februari van dit jaar. en wij juichen hun plan ten zeer ste toe. Ons dunkt: eene verlaging van S1/* tot 7 cent per M8, dus met 17 "/it is een flinke stap in de goede richting en geheel in onzen geest, Wy houden ons overtuigd en dit wel op grond der ervaring in onze eigen stad sedert 1884 en in Zwolle, Enschedé, Gouda en Alkmaar in 1896 opgedaan, zooals door ons in Februari met cijfers is aangetoond dat het gebruik zal toenemen en niet alleen de tijdelijke vermindering van ontvangsten zal worden ingehaald, maar ten slotte de op brengst grooter zal zynmits men dan ook tevens zorge voor goed gas. Waar echter de voorzichtigheid de leids vrouw moet zyn van elk goed beheer, v#oral in gemeenten, zooals Middelburg, wier finan ciën alles behalve rooskleurig zyn en geen stootje zelfs kunnen verdragen, daar getuigt het van verstandig beleid der voorstellers, om te zorgen voor een compensatie-middel. Dit nu meenen zy gevonden te hebben in de heffing van eene z. g. straatbelasting. De lijdensgeschiedenis van die belasting ligt zeker velen nog versch in het geheugen. Sedert in 1895 burg. en weth. te berde kwamen met hun geheimzinnig voorstel, dat in de raadszitting van 10 Juli weer naar dat college werd teruggezonden om het, in verband met de daartegen ingebrachte be zwaren, te herzien, is er nog heel wat gebeurd. Men herinnert zich nog hoe in het vorig jaar een o. i. goed ontwerp voor eene straatbe lasting werd ingediend, vooral te danken aan de degelijke werkkracht van onzen wet houder Den Bouwmeester. Men weet hoe wij ons daarmee ingenomen verklaarden vooral ook omdat, waar wij ons vroeger in principe reeds voorstanders toonden van zuik eene heffing, ous toen, in tegenstelling met een paar jaar te voren, afgewerkt geheel werd voorgelegd, ter wijl oDS zulk eene heffing vooral toelachte omdat eigenaars van panden, die buiten Middelburg wonen, op die wijze konden ge troffen worden en daardoor billykerwijze zouden bijdragen „in de kosten, ten laste der gemeente komende voor aanleg en on derhoud van de openbare straten of weger en voor hunne verlichtingen". Wy hebben toen gewezen op de goede zijden van het voorstel, maar tevens eenige bezwaren daartegen geopperd, o. a. het van zulk een straatgeld van tydelyk leeg staande huizen, en tegelijkertijd de middelen aan de hand gedaan om daaraan te gemoet te komen. Wij wezen destyds op het voorbeeld van Maastricht, waar eene dergelijke belasting sedert 1883 is ingevoerd en zelden of nooit tot moeilijkheden aanleiding geeit. Wy drongen op aanneming van de door burgemeester en wethouders voorgestelde regeling aan, en Btelden vooral in het licht hoe zulk een straatgeld verre de voorkeur verdiende boven en veel voordeeiiger was dan verhooging van de opcenten op de per soneele belasting. Dit alles en de aandrang, van andere iyden in deze uitgeoefend, heeft niet mogen baten. De bestrijders van het voorstel lie ten hunne argumenten zoo luide weerklin ken, dat de meerderheid in den gemeenteraad daarna luisterde. Of velen hunner ach teraf niet hebben ingezien, dat zy van slechter conditie zijn geworden? Wij gelooven het wel. Het feit lag er echter toe. De raad heeft in zijne zitting van 27 October 1897 met 8 tegen 7 stemmen zich verklaard tegen het idee om eene belasting iu te voeren als bedoeld bij art. 240 litf. der gemeentewet. De meerderheid was dus gering, terwijl bovendien destyds twee leden afwezig waren, de heeren mr W. A. van Hoek en F. G. Met het oog juist op die meerderheid van é9n stem en de verwisseling van raadsleden, die middelerwijl heeft plaats gehad, ver baast het ons wel eenigszins, dat burge meester en wethouders zich schijnbaar heb ben laten afschrikken om nog eens e poging in die richting te wagen. Hoe licht mogelijk is het toch dat de raad thans Men zie ons nommer van 20 1897, eene andere uitspraak doethet indie nen van het nu aanhangige voorstel door zes leden, onder wie zelfs drie die in 1897 tegen het beginsel stemden, pleit sterk voor zulk een verwachting. In elk geval; de zaak is door andere handen aangevat en burgemeester en wet houders staan nu tegenover de voorstellers, voorn&melyk omdat dezen den gasprys willen verlagen, wat volgens het dagelijkach bestuur den minst-gegoeden geen voordee' oplevert. Wij zullen ons niet verdiepen in ver schillende by zonderheden van het voorstel; wel willen wij o. a. verklaren, dat wy de vrijstelling voor leeg staande woningen waardeeren, al komt ons de termijn van twaalf maanden wel wat lang voor. Voor het overige hebben de voorstellers gestreefd naar de oplossing van bezwaren, destijds tegen het voorstel van burg. en weth. ingebracht. Wij staan in deze kwestie dus tusschen de voorstellers en de leden van het dage- lijksch bestuur in. Laatstgenoemden wenschen geen verlaging van gasprijswy wél. Op dit punt gaan wij alzoo beslist mee met het voorstel der zes heeren. Met burgemeester en wethouders zouden wij echter liever eene andere regeling der straatbelasting wenschen, een in den geest als zij zeiven in 1897 een indienden, ont daan van eenige gebreken, en waarvan de opbrengst zou dienen om de belastingschul digen, die door de opcenten op personeel en door den hoofdelyken omslag zwaar gedrukt worden, te ontlasten. Nu echter bij het indienen van het voorstel der zes heeren de voorzichtigheid een hoofd rol speelt; en men langs dien weg onze ge meenteschatkist wil vrijwaren voor groote verliezen, die zouden kunnen ontstaan door verminderde opbrengst der baten van de gas fabriek, nu zou het, meenen wij, gewenscht zijn dat de raad de voorstellers steunde afwachtende hoe Gedeputeerde Staten en de regeering denken over zulk eene heffing en of dezen hun straatbelasting ook beechonwen als vallende onder de termen van litt. i art. 240 der gemeentewet. Maar men versta ons wel. Wy zien in het nu voorgestelde middel tevens een overgangsmaatregel. Wij vleien ons volstrekt niet, en zouden niet gaarne het publiek iu deze iets willen voorspiegelen, dat onzes inziens niet te ver wachten is, nl. dat na drie jaren die straat belasting zal worden opgeheven. Twee gevallen zyn mogelyk: eerstens dat na drie jaar de inkomsten der gasfabriek zoo toegenomen zijn, dat met het doel, waarvoor de zes leden een z. g. straatgeld voorstellen, het heffen van znlk eene belasting niet meer noodig isóf in het tegenover gestelde geval falen de berekeningen en verwachtingen van hen, die voor verlaging van den gasprijs zijnen dan dient van zelf de straatbelasting verder geheven te worden. laar zelfs in bet eerste geval zien wij haar na drie jaar nog niet verdwynen. De eischen der gemeenteh nishouding wor den steeds hooger; meer en meer zal men naar versterking der inkomsten moeten uit zien. Of en dat hopen wy van harte men zal de billijkheid der straatbelasting, den lichten druk en de goede baten daarvan hebben leeren waardeeren en haar willen behouden om de opcenten op de per soneele belasting of het percentage van den hoofdelijken omslag te verminderen. Men stelle dus het argument van het tijde lijk karakter dier heffing niet te veel op den voorgrond. Twee punten wenschen wij ten slotte nog in overweging te geven. In de eerste plaats zouden wij het niet meer dan billijk vinden dat van de verlaging van dengasprijs ook profiteerden de houders van muntgasmeters, waarvan het meerendeel toch behoort tot de „kleine luyden." Wij weten het: die meters zijn gemaakt naar een vast systeem èn alleen berekend om twee-en-een-haJve-cent stukken in ontvangst te nemen. De verandering dier toestellen zou vrij kostbaar zyn. Maar wat belet om, wanneer men die muntgasmeters komt ledigen, van het daarin zich bevindend be drag oen zeker percentage te restitueerec aan de gebruikers? Dit kan natuurlijk niet zoo hoog zijn sIb da nn voorgestelde verlaging is, n.l. 17'Jt percent, want onder de som, die de ge bruikers van die meters betalen, zyn ook begrepen die ter vergoeding der rente vooi de kosten van aanleg en onderhoud daarvan, het gebruik van een lichtkroon, glazen, gloeikousjes en kooktoestel. Daarvoor dient natuurlyk een som in rekening gebracht te wordenzoodat zeker niet meer dan eene korting van hoogstens tien percent kan worden toegestaan. De beambte der gasfabriek kan dit gemak kelijk verrekenen en op zijn boekje noteeren bedrag, dat zich in den meter bevond, ea dat, hetwelk hij na aftrek der percentage, na restitutie, moet afdragen. De controle is dus niet moeilyk en het ophalen der gelden vereischt niet zooveel meer werk dan nu. Zoo zou men ten miuste ook eenigszins te gemoet komen aan het bezwaar van bur gemeester en wethouders en de minder gegoeden doen deelen in de voordeelen dei prijsverlaging. In de tweede plaats zou het ons gewenscht voorkomen, dat ook ten opzichte der straat belasting nog iets gedaan werd om de bewoners van een enkele kleine woning, die zij in eigendom hebben, te bevoordeelen. Wanneer b. v. onder de vrijstellingen werden opgenomen woningen van een huur waarde van 125 en minder die door de igenaars zeiven werden bewoond, dan geloovea wij dat veel tegemoet zou ge ien worden aan een nu nog bestaand en in onze oogen lang niet ongegrond bezwaar. Zijn beide voorstellen aldus nader geregeld, dan kan, meenen wij, met gerustheid de wer king èn van die gasprijsverlaging èn van die straatbelasting worden afgewacht. Wij houden ons vast overtuigd dat een en ander ons zal brengen op den goeden wegen wij na eenige jaren daardoor zullen verbiygen eenzelfde belasting, maar beter en in pro gressieven zin geregeld. TWEE»!: MLAIHER. Bij de behandeling van het ontwerp Indi sche mijnwet stemden Donderdag middag voor de motie-Van Kol de heeren Ketelaer, Verhey, Staalman, Troelstra, Van Kol, Van der Zwaag, Pyttersen, Hennequin, Zijlma, De Boer en Nolting. In de avondzitting van dien dag werd de behandeling voortgezet. Verschillende artikelen werden goedgekeurd. Men was genaderd tot art. 35, bepalende het jaarlijkseh vaste recht voor den opepoorder op 2'/s cent per hectare en een jaariykschen cyns 2 pCt voor de bruto-opbrengst, en in de tweede plaats voor iedere concessie het jaar lijkseh recht op 25 ets per hectare en een jaar iykschen cijns van 2 pCt van de bruto-opbrengst. Hierop heeft de heer Van Kol een amende ment voorgesteld om voor iedere concessie te heffen een vast recht van 25 ets. per hectare een jaarlijkschen cijns van 50 percent van de netto-winst, indien alle onteigeningabosten met bij berekening voor 5 pCt. rente zijn ge restitueerd. Dit werd door den vooratelier verdedigd en bestreden door verschillende sprekers en den minister, die het amendement beschouwde als een goed gemeende proef, die echter op de wet niet kan worden toegepast. Men zie vooral Laatste Berichten. Tot gemeenteveldwachter te Wolfaarts- dijk is benoemd D. Suurland, agent van politie te Middelburg. Donderdag werd te Wissenkerke dr Q. J. M. Janssen ter aarde besteld. Behalve door de familieleden, werd het lijk gevolgd door den bijna voltalligen gemeenteraad, alsmede door vertegenwoordigers van het college van kerkvoogden, van den berkeraad en een aan tal vrienden en vriendinnen. BEKOËMIAVIÜA ENZ. By kon. besluit: is benoemd tot notaris in het arr. Haarlem, ter standplaats de gemeente Heemstede, mr C. J. Boerlage, thans notaris te Uithoorn is aan dr L. Steenhuis, op zijn verzoek, eer vol ontslag verleend als onderwijzer aan de rijkskweekschool voor onderwyzers te Gro- is benoemd in de orde van Oranje Nassau, tot ridder de heer dr A. H. Parean, leeraar aan de hoogere krijgsschool is aan de reserve-officieren van gezondheid 2e kl. dr G. J. Teljer en dr D. Snoeck Hen- kemans een eervol ontslag verleend uit hunne betrekking tot de landmacht is jhr C. E. W. van Panhuys benoemd tot adspirant ingenieur van den rykswaterstaat. De minister van waterstaat enz. heeft be paald dat het goedkeuringsmerk, gedurende het jaar 1899 te bezigen, zal zijn; by den yk en herijk van maten en gewich ten, de letter h in den gewonen schryfvorm bij den ijk en herijk van gasmeters, de koninklyke kroon. Als merk bij eerste stempeling zal voor het kantoor Middelburg gelden het cijfer 12. UIT STAD EN* PROVINCIE. In eene Donderdag avond ia het Schut tershof alhier gehouden, niet openbare verga dering van de afdeeling Middelburg der Nederlandsche vereeniging tegen de prostitutie is een voorloopig comité benoemd om een open bare vergadering van die vereeniging voor te bereiden. Van dat comité maken deel uit de heeren J. Meyers, A. W. Verheyden, beiden arts, mr R. Fruin Tb. Az., mr A. A. de Veer, dr L. Wagenaar ea H. J. L. Poort, beiden predikant. Bij de gevoerde besprekingen werden enkele bezwaren geopperd ten opzichte der houding van de vereeniging ten aanzien van den Nieuw Malthusiaanschen Bond. Hierover zal van wege de afdeeling met het hoofdbestuur worden gecorrespondeerd]} Donderdagavond is te Ylissingeneen 63 jarige vrouw, van het postkantoor komende ea de batean-porte willende overgaan, door de duisternis of wel door het electriach booglicht bon. my. De Schelde misleid, in het Dok geloopen. Op haar hulpgeroep schoot de nabij het dok wonende schoenmaker A. F. Aspeslagh die reeds meermalen menschen, die in het dok gevallen waren, redde toe en bracht haar het droge. Zy kwam met een nat pak, geringe blessuren en den schrik vry. In den afgeloopon nacht is te Eikerzee hofstede van den landbouwer J. Bakker verbrand. Alles was verzekerd. De tweede-luitenant C. J. H. van der Harst, thans gedetacheerd te Terneuzen, zal ook na aflossing van het detachement op 25 dezer, het bevel over het nieuwe detachement te Ter nen zen blijven voeren tot I Januari 1899. De kolonel A. J. Prins, commandant van het 3e reg. infanterie, bomt morgen te Mid delburg om op het Molenwater een onder zoek in te stellen naar de geoefendheid der miliciens. In de Donderdag avond te Schoondyke gehouden raadszitting werd o. m, besloten aan Ged. Staten wederom vrijstelling te vragen voor de verplichting tot het geven van onderwijs in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek op school A, omdat daarvoor geen terrein of localiteit beschikbaar is en zooals een der raadslodm opmerkte de jongens gymnastiek genoeg doen aan tram- en andere wagens. De begrooting voor 1899 werd vastgesteld tot een bedrag van f 11.598.70* en de voor* len van burg. en wetb. om den toren te doen schilderen, het voetpad van af de Markt tot aan het postkantoor te vernieuwen en de jaarwedde van de onderwijzeres mej. C. S. A. H. Fraser te verhoogen tot f 550, werden allen aangenomen. Tegen dit laatste stemden de heeren W. C. de Smidt en P. J. van Bortel. Stukken Tan den Gemeenteraad ran Middelburg. Van de afdeeling Middelburg van den Bond non Nederlandsche onderwijzers is een adres in gekomen, waar by zy verzoekt over te gaan tot verhooging der jaarwedden. In eene breedvoerige memorie van toelichting wordt de billykheid van het verzoek aangetoond en er op gewezen dat, al moge het waar zijn dat by vele onderwyzers het utterlyR kentee- keu van te karige bezoldiging ontbreekt, niet temin velen onder financiëele zorgen gebukt gaan. Zijn er, die hunne inkomsten zoodanig vermeerderd zien, dat zij fatsoenlijk kunnen leven, velen blijven er over, die niet zoo ge lukkig zyn, vooral omdat de onderwyzer zoo beperkt is in de middelen tot vermeerdering zijner inkomsten. Deze zijn het dan ook, die jaarlijks hunne rekening met een nadeelig saldo moeten slniten. Door burg. en weth. wordt voorgesteld aan de firma G. Alberts Lz. Co. voor 5 jaar te verhuren een stuk grond aan het Seisbolwerk tegen een huurprijs van f 25.20 'sjaars en aan de Gebrs Boudewijnse, J. A. Pennocb, L. J. van Pagé, I. de Broekert Co. en H. J, de Lange verschillende door hen in pacht be geerde stukken gemeentegrond te gunnen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1