MIDDELBURGSCHE COURANT. Donderdag 20 October. Verschillende Berichten. N°. 247. 141° Jaargang, 1898 De*e soar ant verschijnt d a g o 1 ij k smet uitzondering Tan Son- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, aoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland fresiie p.p., ƒ2. Afzonderlijke nummers koeten 5 cent. Thermometer Middelburg 19 Oct. 8 O. vm. 53 gr. 12 u 6 av. 4 m 58 gr. F. Vei w. tam. kr. Z. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éiiü uur aan het bureau AdverteutiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten sa Dank betuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames *0 cent pet re, Groot» lettors naar do plaats die zij innemen» Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratie aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M; de Jonge; te Botterdam: Nijgh van Ditmar. Middelburg 19 October. De Indische mijnwet in de Tweede kamer. Vóór de behandeling vau de Indische mijn wet iu de kaïner nam Dinsdag de heer Loudon bij koninklijk besluit aangewezen om den mi nister van koloniën bij de verdediging bij te staan, aan de ministerstafel plaats naaBt den minister. Op voorstel van den voorzitter werd besloten in die zitting geen bijzondere punten te be spreken. De heer Van Kol was dien dag de eenige spreker en zijn oordeel mag als van een be kwaam deskundige wel gehoord worden. Hij wees op het groot belang van deze zaak en uitte de meening, dat vóór alles beslist moet worden bepaald, dat delfstoffen ontgonnen kun nen worden ten algemeenen nutte en dat zij zijn eigendom van den Staat. Z. i. moet de quaestie van het hoogheids- recht van den Staat worden beslist en de rijkdom van den grond behooren aan de ge meenschap en dienstbaar gemaakt worden aaD het algemeen belang. Maar daarbij moet men ook waken tegeD schending van het recht van den inlander en dus niet eigenmachtig beschikken over het geen volgens overoud begrip aan den inlander behoort. Docb daarom dan ook moet geen onderscheid worden gemaakt tusscben den boven- en den ondergrond. Het is een hoofdbepaling van het Indonesisch eigendomsrecht, dat er geen verschil is tus8chen den eigendom van den onder- en den bovengrond. Wanneer men daarmede in strijd gaat handelen, zal men ontevredenheid wekken by de hoofden der onafhankelpkeStaten. De ontginning moet overigens plaats hebben ia het algemeen belaDg, niet in dat van hen die zich in korten tijd rijk willen maken, gelijk plaats heeft door den inbreng voor tonnen gouds alleen van verkregen concessies. Uit een door hem opgemaakte lijst biykt, dat door 16 maatschappyen ruim 6 millioen aan con eessiebouders zijn uitgekeerd. Aanzieniyke winsten werden behaald, zonder eenig belangrijk voordeel voor den Staat. De tegenwoordige concessie-aanvragen geven aan leiding tot de grootste zwendelarijen. De heer Van Kol trad hierbij in bijzonderheden omtrent de petrolenm-maatschappijenspeciaal de Koninkiyke. Staatsexploitatie is ook hst eenig middel om mogelijke botsing met vreemde Mogendheden te voorkomen. Wil men daartegen waken, dan moet de Indische mijnbouw niet worden over geleverd aan kapitalistische winzucht. De heer Van Kol wees er verder op, dat in het tegenwoordig ontwerp minder cijnsheffing wordt voorgesteld dan in de vroegere ontwer pen en trachtte nogmaals uiteen te zetter), zich beroepende ook op hetgeen in de Trans vaal wordt waargenomen, dat, door de exploi tatie van den ondergrond aan particulieren over te laten, men aan anderen milioenen be zorgt en de bevolking arm maakt. Nu zal men wel niet overal kunnen hebben Staata-exploitatie, maar waar men die dan aan particulieren moet overlaten, moet men ook voor de algemeene kas grooter voordeelen dan thans bedingen. Ten slotte stelde spreker de volgende motie voor „De Kamer, overwegende dat het algemeen belang eischt, de rijkdommen van den ondergrond in Ned.-Indië in de eerste plaats zullen komen ten voordeele van de gemeenschap, en wenschende te streven naar Staatsexploitatie der delfstoffen als regel, en particuliere exploi- atie alleen dan toe te laten, wanneer de eerste óf niet wenschelijk óf niet mogelgk blijkt; gaat over tot de orde van den dag." Deze motie werd voldoende ondersteund. Het ontwerp waB Maandag avond besproken in het Indisch Genootschap te 'sGravenhage. De beraadslaging gold in hoofdzaak art. 16 der voordracht, de bepaling inhoudende, dat de concessie tot ontginning den concession binnen het mijnveld het uitsluitende recht tot het winnen der delfstoffen en tot den aanleg van alle daartoe noodige werken geeft. Daar aan wordt echter toegevoegd: „Heeft een ander in hetzelfde mijnveld een concessie voor de winning van delfstoffen, die niet in de akte van concessie zgn genoemd, dan moet de ge wonnen hoeveelheid daarvan, tegen vergoeding der kosten van voortbrenging, aan hem op zyn vordering worden afgestaan." De inleider, de heer Van der Does de I Vaa van meeniDg, dat de minister hier te veel de Pruisische mijnwet heeft in 't oog gehad. Jn Pruisen zijn deskundigen by de hand, die technische geschillen kunnen oplossen, maar in Indië speciaal op de Buitenbezittingen - dit het geval niet. Hij voorzag uit de bepaliug nopens een tweede concessie groot ongerief voor den concessionaris, en zou de aanneming een ware ramp noemen. De h8er Van Dijk, gewezen hoofdingenieur van het mijnwezen in Indië, bestreed die mee ning. Door de opsporing op 't zelfde veldaf- hankeiyk te stellen van den concessionaris, kon men moeilijkheden voorkomen. De beide partyen zouden dan onderling tot overleg kun nen komen. De meening van den inleider vond echter bij de aanwezigen bijval en het slot der dis cussie was aanneming der volgende motie: „De Oost Indische kiesvereeniging spreekt als haar oordeel nit, dat het beginsel, neder- gelegd in het ontwerp-Indische mijnwet, om op een terrein, waarop reeds concessie aan een ander is verleend, een tweede concessie aan een ander te verleenen, tenzg met toestemming van den eersten concessionaris, met het oog op de toestanden in Nederlandsch-Indië verwerpe lijk moet worden geacht." Hit Vaderland, een motie, zooals die door den heer Van Kol was toegezegd en nu ook is ingediend, besprekende, deed uitkomen dat men geen sociaal-democraat behoeft te zijn om voor dat stelsel sympathie te koesteren, daar het klakkeloos wegschenken van rijkdom uit den bodem slechts aan de betrokkenen welkom kan zijn, maar het zal, volgens dit blad, ook nu weder blijken, dat het regeeren bg motie ver bazend bezwaariyk is. "Wat toch zal dio motie practisch beteeke- nen Dat" bij elke concessieverleening van re- geeringswege zou moeten worden gemotiveerd, waarom „bij uitzondering" niet de weg van Staatsexploitatie wordt ingeslagen. Maar dan zou het geheel aan de regeering zelve staan te beoordeelen, op welke gronden die uitzondering zou wordeu toegelaten. En wie zou dan kunnen beletten, dat de regeering, telkens zeer plausibele gronden vindende om een gevraagde concessie te verleenen, de uit zondering tot regel maakte? De bedoeling is natuurlijk de voordeelen der mijnontginning voor 't algemeen te reserveeren. ir moet dan aan particulieren alleen worden overgelaten, wat onvoordeelig dreigt te zijn of wat met al te veel risico verbonden scbgnt? Dan staat het te vreezen, dat het particulier kapitaal zich niet licht aan ontginning wagen zal en dat de rijkdommen in den bodem blijven. Maar ook, voor zoover dat niet het geval is, zou het kunnen gebeuren, dat de regeering, die met zekerheid niet vooruit kan zien, of een ontginning op den duur rijke voordeelen afwerpen zal en weinig risico zal medebrengen, óf door de motie gebonden maar al te gretig op ontginningen ingaat, die teleurstellingen baren, óf uit angstvalligheid zich juist ontgin ningen afsnoepen laat, die een goudmyntje worden. En eindelijk, als Staats-exploitatie tot regel wordt verheven, brengt dit stelsel dan niet de verplichting van den Staat mede, om overal zelf te gaan exploreeren en overal zelf te gaan exploiteeren Het gaat toch niet aan om lijdelijk toe te zien, dat particulieren alom de rgkdommen van den bodem opsporen om, als hun ijver en volharding vruchten zullen gaan afwerpen, hen er uit te zetten en zelf de zaak over te nemen. Maar als de Staat dus zedelijk verplicht is de hand aan den ploeg te slaan, welk een uitbreiding van ambtenaarspersoneel zal dan niet noodig zijn, welk een vermeerde ring van kosten, zonder zekerheid van resultaat t „Ons komt het voor aldus besluit het blad dat de regeering op het gebied van myn- exploitatie, waar noodig, altijd wel zelfstandig zal kunnen optredeD, ja, dit met meer vrucht zal bunnen doen, naar mate zy minder gebon den is door een motie. En waar zij niet zelf optreedt, kan zij voor den Staat een behoor- lijk aandeel in de voordeelen bedingen." BENOE9DMUEA MZ. By kon. besluit: zyn tegen 1 Nov. op pensioen gesteld H. M. adjudant in buitengewonen dienst, de luitenant- generaal J. W. Bergansius, inspecteur der ar tillerie, de generaal-majoor C. L. Doorman, commandant der bereden artillerie, gouverneur der residentie, en P. A. Scheltus, commandant der stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak, tevens bevelhebber in de Ille mili taire afdeeling, alsmede de kolonels P. J. In de Betou, H. W. Alma en J. F. Diemer, com mandanten respectievelijk van het 4e reg. ves ting-artillerie, van het 3e regiment vesting artillerie en van het 2e regiment veld-artillerie, de drie opperofficieren en de laatstgenoemde twee kolonels op hunne aanvrage, de kolonel In de Betou, krachtens art. 42 2a der wet van 28 Augustus 1851 Staatsblad no. 128) het pensioen bedraagt voor Bergansius f4000, voor Doorman en Scheltus elk f 2700 en voor ieder der drie genoemde kolonels f 2100 's jaars is aan voornoemde drie opperofficieren H. M. dank betuigd voor de veeljarige en belangrijk diensten, door ben aan den lande bewezen, en ia aan den generaal-majoor Doorman voornoemd, te rekenen van den datum waarop zyn pensioen ingaat, de rang verleend van luitenant-generaal is tegen 1 Nov. benoemd bij den staf van het wapen der artillerie, tot inspecteur van hei wapen, de generaal-majooT C. L. W. Moorrees, thans commandant der vesting-artillerie; ia aan den tweede-lnitenant der infanterie D. P. Brondgeest, thans op non-activiteit, op ver zoek, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleenden is aan W. van Poppel, bediende by het ijk- wezen, tengevolge van eene reorganisatie van dat dienstvak, met ingang van 16 October 1898, eervol ontslag verleend uit 's rijks dienst. Door de arrondissements rechtbank te Am sterdam is, ter vervulling van eene vacature van rechter in dat college, opgemaakt de na volgende alphabetische lgst van aanbeveling mr L. J. A. van Lidth de Jeude, rechter in de rechtbank te Zierikzee; mr S.Sleeswijk. griflier der rechtbank te Arnhem; en mr Ch. van der Zweep, rechter in de rechtbank te Alkmaar. In het district Eindhoven is, ter voorziening in de vacature voor een lid der Tweede kamer, ontstaan door het overiyden van den heer J. Th. M. Smits van Oyen, de verkiezing bepaald op Donderdag 3 November, de stemming-, zoo noodig, op Dinsdag 15 Novemler en de her stemming, zoo noodig, op Dinsdag 22 November. De minister van koloniën houdt Vrgdag geen audiëntie. Financiëele regeling van de Spoorweg overeenkomst met België. Een wetsontwerp is ingediend tot aanvulling en verhooging der Staatsbegrooting voor 1898 (hoofdstuk Nationale Schuld) met een post wegens renten, door Nederland en België ver schuldigd, ingevolge de tuasehen die rgken gesloten overeenkomst betreffende de overne ming van de Nederlandsche gedeelten van eenige in Nederland en België gelegen spoor wegen, te weten over de jaren 1897 en 1898 van den maxi mum koopprijs, groot dertien millioen francs, voor de door Nederland overgenomen spoor weggedeelten van het net van den Grand Central Beigeen over de jaren 1896, 1897 en 1898 van den koopprijs, groot drie millioen francs, voor de door Nederland overgenomen gedeelten van den spoorweg Hasselt—Eindhoven. Deze post wordt uitgetrokken tot een be drag van f 504.300. Tegenover de verhooging, die het hoofdstuk der begrooting ondergaat worden onder de inkomsten verantwoord: lo. f 116.029.53door België aan Nederland verschuldigd2o. f 497.260 wegens uitkeeringeD, die de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen aan den Staat gedeeltelijk reeds betaald heeft, gedeeltelijk nog moet betalen voor het gebruik van de over- lijnen. UIT STAD EN PROVINCIE. Naar aanleiding van een verzoek aan de Prov. Staten, van het hoofdbestuur der Mij tot biv. van landbouw en veeteelt in Zee land, om opnieuw een subsidie te mogen ontvangen ten behoeve der paardenfokker y, stellen Ged. Staten voor om aan die maatschappy voor 1899 en 1900 een crediet te openen ter bevordering en aanmoediging van de verbetering der paardenfokkerij in dit gewest tot een maximum van f 2350, ondt r voorwaarde, dat door de maatschappg eene jaarlijk8cbe bijdrage van f 400 woide verleend en dat de uitvoering geschiede overeenkomstig de nieuwe regeling. Het lgk van den sedert Maandagavond in Middelburg vermisten W. S. Is heden morgen omstreeks negen uur opgehaald uit sloot bij den Nadorstweg. De parapluie, die de overledene bij zich had, stond schuin tegen den waterkant. Alle waarden, die de vermiste bij zich droeg, waren nog op het lijk aanwezig. Dit werd per brancard naar het gasthuis gebracht. Naar wij vernemen, circuleert onder eige naren van kleine panden in onze gemeente een adres aan den raad om de z g. straatbe lasting, volgens het voorstel der heeren Heijse c.s., niet aan te nemen. Terwgl heden morgen de werklieden, die bezig waren aan de reparatie van het ss. Koning Willem I, zich aan boord van dat, in bet droge dok alhier liggende vaartuig begaven, sohoot een ladder uit, waardoor een der te Vlieringen woonachtige werklieden van de inij .De Schelde het scheenbeen brak. De man, die gehuwd is, werd bij een der omwonende geneeskundigen binnengebracht, eD, na daar de eerste verpleging ontvangen te hebben, naar het gasthuis vervoerd. Op de Markt te Goes werd Dinsdag voor de Zeeuwsche blauwe aardappelen tot f 2.90 per H.L. besteed, terwyi de uien f 2.50 golden. Curieuse prijzen werden voor de boom vruchten bedongen. De winterappelen ,corpendues en bellefleurs golden 8, terwgl voor handperen tot f 15 betaald werd. Verbazend groote handperen, in tuinen gekweekt, werden tot 25 a 30 cent per stuk verkocht; dezen mogen dan wel bijzonder lekker zijn Door den minister van oorlog is bepaald, dat het detachement infanterie te T e r n en- zen voortaan zal worden geleverd door de bataljons, te Bergen op Zoom in garnizoen. In verband daarmede zal het detachement van het 2e bataljon, dat thans te Terneuzen is, den 25 dezer worden afgelost. - In eene Dinsdag avond te Terneuzen gehouden byeenkomst van deelnemers aan het uitvoeren der cantate BeetsMeijroos, bij ge legenheid van het inhuldigingsfeest, werd door den voorzitter van het comité voor de uitvoe ring der cantate, den heer A. H. Donze, in eene korte toespraak aan den dirigent, den heer J. Bierlé, namens de deelnemers een geschenk aangeboden, als biyk van hulde en waardee ring voor de vele zorgen, die deze zieh heeft getroost voor het welslagen der uitvoering. Het bestaat uit een fauteuil met zes stoelen. LETTEREN EN KUNST. De Economist van October 11. bevat In Memoriam Hendrik Maller Szn door mr M. :S. Van Kasboekhouding II door P. H. van der Kemp. Een lijvigmaar daarom nog geen degelijk hoek door I. H. C. Uuyae. Economische Kroniek en Handelskroniek. De beschouwing van den heer I. H. C. Heijse is gewgd aan bet Daitsche werk Das Wasser- wesen der Niederl&ndis chen Provinz Zeeland Von Eriedrich Müller, Koniglicher Begier ungs- Baumeister. Het oordeel van den heer Heyse daarover is verre van gunstig. Zonderlinge manieren. De Nederlandsche opera, met hare niet- Nederlandscbe artisten, doet tegenwoordig veel van zich spreken, maar alles behalve ten haren gunste. Zoo is dezer dagen zekere mevrouw Geor- gine van Januschowsky door de directie als eerste zangeres ontslagen „wegens verlaten van de stad zonder verlof." De zangeres deelt als oorzaak daarvan mede, dat zij Dinsdagnacht achtereenvolgens twee telegrammen uit Keulen ontving met het bericht, dat baar zoontje sedert twee dagen uit zyn pension te Keulen verdwenen was, zonder dat ook de politie zijn spoor wist te ontdekken. Natuurlgk vertrok zij ten spoedigste daarheen, maar eerst nadat zg te vergeefs beproefd had de schriftelijke ver klaring van den theater-arts, dat zij Woensdag avond niet kon zingen, en een verzoek om verlof aan een van de directeuren der Ned. Opera ter handte8tellen, „omdat beiden niet te vinden waren." Zy had het geluk haar kind terng te vindeD, dat, uit heimwee naar zyne moeder, te voet zich naar Amsterdam had willen begeven. Onmiddellgk daarheen teruggekeerd, vond zy het bericht van haar ontslag. Door de redactie van het Hbld om inlich tingen gevraagd, heeft de heer Van der Linden, directeur der Ned. Opera, de juistheid van het verhaal van mevr. Von Januschowsky bevestigd J Is dit op zichzelf reeds verbazingwekkend, onverklaarbaarder nog is de toevoeging van den heer Van der Linden, dat de directie het verlaten der stad slechts als voorwendsel heelt aangegrepen, om het contract met mevr. Janu schowsky te verbreken. Bij het engagement, dat te Berlijn plaats had, was „de gewone clausule, dat het contract na een maand reali- sabel (opzegbaar zou zijn, op verzoek van de kunstenares geschrapt, zoodat de Ned. opera feitelijk voor een geheel jaar gebonden was, daar de zangeres evenmin de directie als, naar de heer Van der Linden verzekert, het publiek voldeed en zij weigerde in ontbinding van het contract toe te stemmen, „nam de directie de gelegenheid te baat, om zich van mevrouw Januschowsky te ontdoen". Dit is dan toch eene naïveteit, die aan het ongeloofelijke grenstzegt de Arnh. Crt. »De heer Van der Linden beseft niet alleen vol strekt niet het immoreele der handeliDg van de directie, die zelve erkent dat zij gebon was, trouwens in het schrappen der clausule moet hebben toegestemd, wat immers anders niet had kunnen geschieden, maar zelfs vertelt hy den leelijken streek met eene gemoedeiyke openhartigheid, alsof 't de eenvoudigste zaak ter wereld ware. Of zouden wij misschien biyk geven van groote onnoozelheid, -dat wg bij de uitvoering van contracten meer hechten aan de goede trouw van partijen dan aan de letter der overeenkomst? Bijna zouden wg 't gaan ge- looveD, als wij zien met welke leukheid de Amsterdamsche bladen het geval behandelen. Wij kunnen echter niet gelooven dat ook in de kunstenaarswereld zulk eene handelwijze niet als ongeoorloofd beschouwd zou worden." In Amsterdam schijnt men de zaak toch ook niet zoo heel kalm op te nemen. In tal van brieven aan het Hbld wordt afkeuring uitge sproken over de houdiDg van den heer Van der Linden. ONDERWIJS. De Arnh. Crt. zegt, dat Ged. Staten van Gelderland het ontslag aan het hoofd der school te Duiven, den heer C. J. van Rijn, gegeven, hebben gehandhaafd, 't Werd, zooals men zich herinneren zal, eervol verleend, maar niet op verzoek. Het blad laat zich ongunstig over de be slissing uit, zonder echter den tekst te kennen. Mot de linkerhand schrijven. Zou bet niet hoogst wenscheiyk zyn vraagt een Eogelsch weekblad dat op de scholen algemeen ingevoerd werd met de lin kerhand te leeren schrijven Hoe licht toch kan men door een of ander ongeluk bet ge bruik van de rechterhand verliezen, en hoe uiterst moeilgk is het dan zich er in te oefenen om met de linker de pen te voeren Maar niet alleen in het ergste geval, dat men het gebruik van de linkerhand verliest ook de zoo lastige schrgfkramp zou voor komen worden, wanneer men als kind leerde met allebei de handen even gemakkelijk te schrijven. Schgfkramp i3 in de meeste ge vallen niets anders dan dat de rechterband oververmoeid is. Wat zou bet aangenaam zijn en eene ware weldaad vooral voor snelschry vers, als men de pen van de eene hand in de andere kon overbrengen, zoodra die krampachtige pijn zich in duim en handgewricht doet gevoelen, en met dezelfde gemakkelijkheid kon voort- schrijveD; en als het maar op school wordt geleerd, zal het even natuurlijk zijn met de linkerband te schrijven als met de rechter. De redactie vau het Zondagsblad van Het N. v. d. D. herinnert hierbg, dat in de open bare lagere school te 's-Gravenhage van den heer K. van der Bruijn, thans rustend hoofd, de leerlingen leerden schrijven, zoowel met de linker- als met de rechterhand. Jhr mr G. J. den Tex, oud-lid van Gede puteerde Staten van Noord-Holland, die bij de jongste periodieke verkiezingen niet werd her en, is thans weder te Amsterdam als lid der Provinciale Staten gekozen. Er was geen tegencandidaat gesteld. - De kapt. P. Glerum, van het 3de reg. inf., die aangewezen is als detachements-com- mandant, wordt voor 5 jaar gedetacheerd bij het O.-I. leger. Het vuurwerk, bij de inhuldiging van H. M. de Koningin op het IJ te Amsterdam ontstoken, heeft der provincie f 20,000 gekost. Mejuffrouw J. H. de Zwaan ip, aanvan kelijk voor den tijd van één jaar, benoemd tot amanuensis voor de natuurkundige vakken aan de hoogere burgerschool voor meisjes te Amsterdam. Het geld om de Javaantjes, die in de In dische kampong bij de tentoonstelling van vrouwenarbeid zgn geweest, naar hun land terng te brengen is voor een goed deel bgeen. In de jongste samenkomst der Indische kies vereeniging te 's-Graveubage deelde de voor zitter mede, dat er f 4300 samen is gebracht, voldoende voor de reis, maar uit een woord, 't welk de heer Pynacker Hordijk er later bijvoegde, bleek dat deze verzekering te gunstig was. Het benoodigde bedrag is nog niet bgeeD. Een luitenant ter zee 2de kl. onzer marine, die in het hotel De twee Steden te 's Gravenhage intrek had genomen, heeft bij de politie aangifte gedaan van de vermissing eener enveloppe, inhoudende een waarde van f 15.000. Men zal zich herinneren, dat Zaterdag vóór acht dagen de 91-jarige oud-stryder Kools in Den Haag, in den avond van zijn feestdag overleed. Nu is ook zijn vrouw ontslapen. Vermoedeiyk zyn beide sterfgevallen een ge volg van de feestviering, die de oudjes te sterk zal hebben aangepakt. Waarom toch laat men zulke menschen niet met rost en bereidt mén hun niet een verrassing zonder hen te veel te vermoeien? De gevangenbewaarder te 'sGravenhage, verdacht van medewerking tot eene geheime correspondentie van een gevangene, is naar de strafgevangenis te Scheveningen overgebracht.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1