NlblIELBlIUiSdlIFi COURANT. buitenland: N°. 244, 141" Jaargang, 1898 Maandag IT October. SAMENWERKING. Dm8 courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Son- en ïeestdagepj Pry's, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franea p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 15 Oct. 8 u. vm. 48 gr. 12 u 52 tv. 4 u. 50 gr. F. Verw. tam. kr. Z. O. wind. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nammer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andero familioboriehton ea Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per rogol Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmar. deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg IS October. Het volk vereenigen, hereenigen met de Kerkdit is ons ideaal, en ook de hoogste uiting van onze liefde voor de kleinen en geringen. Het Centrum van Zaterdag 18 Oct. Wat al juichtonen hebben er deze week in de katholieke pers weerklonken 1 Met welk een lof is daarin geschreven over het te Utrecht gehouden eerste Katho liek congres tot bestrijding van het drank misbruik in Nederland Dit alles is begrijpelijk. Ea wij zouden daarop niet in het bijzon der gewezen hebbennog niet eens na de korte opmerking, die wij ons omtrent dit congres veroorloofden, daarop zijn terugge komen, hadde de redactie van De lijd ons niet tot schrijven gedrongen, niet zoozeer door hare woorden aan ons adres, dan wel door de partijdigheid, de onbillijkheid, waaraan zij zich tegenover anderen schuldig maakt. Wij beamen ten volle dat het congre3 eer gebeurtenis heeten mag in de geschiedenis van het katholieke Nederland. Wij begrijpen aat voor de katholieken, op dat congres vereenigd, de verschijning van Mgr den Aartsbisschop van Utrecht op de voorbe reidende zitting daarvan „heugelijk"' kar genoemd wordenja, wij waardeeren zelfs zulk een optreden, want bet kan niet anders of het moet een goeden iDvloed uitoefenen, wanneer mannen van hooge positie en eer- biedwaardigen naam in de Roomsch katho lieke kerk zich aangorden om den strijd tegen den drankduivel aan te binden. De velen, die tot deze kerk behoorer, moet dit tot nadenken stemmenvoeren to; het besef, dat hunne hoogste belangen bij deze kwestie zijn betrokken. Op dit punt is er bij ons dan ook geer reden voor bezwaar; integendeel, wy zou den zeggen: dit ligt geheel op den weg van die geestelijke leiders, hoog en laag. Door voorbeeld, woord, daad; door aansporing ten goede moeten zij de geloovigen, die in hen hunne leidslieden zien, voeren op der weg der matigheid. Met volle instemming lazen wij dan ook wat dr Scbaepman heeft gesproken. En waar op dat congres tegenwoordig waren „Nederlandsche katholieken uit alle deelen des lands; van alle rangen en stan den," daar zullen dezen zeker huiswaarts keeren als zoovele Apostelen des geloofs, die op hun beurt weer in hun kring hei goede zaad zullen uitstrooien, dat zij te Utrecht hebben gegaard. Maar aan den anderen kant komt toch de vraag by ons op: waarom eerst nu zulk een congres gehouden De drankduivel doet zijn heilloos werk toch al jaren aan jaren; was er dan al dien tijd geen behoefte aan een katholiek congres? De katholieke kerk heeft macht genoeg en middelen te over om in stilte, buiten zulke congressen om, in deze invloed ten goede uit te oefenen op hare leden. En zij zal dit goede werk wel niet nagelaten hebben. Zegenrjjk zal menig geestelijke gear beid hebben en nog arbeiden in den kring, voor welks belangen hij heeft te waken boven allerlei besprekingen op eene groote vergadering stellen wij toch het optredeD van goede herders in hunne bescheiden omgeving. Och, het vraagstuk van het drankmisbruik is zoo moeilijk, juist omdat het samenhangt met zoovele andere kwestiesomdat bij elk pogen tot oplossing wij stuiten op verschillende oorzaken, en het nauwe verband ontdekken dat er bestaat tusschen dat misbruik cd tal van maatschappelijke misstanden en wan verhoudingen, ernstige wonden in ons ge meenschapsleven, welke alleen kunnen ge peild worden door hen, die ze van nabij gadeslaan en ze dientengevolge goed kennen. Daarom juist vinden, dunkt ons, geeste- jpke leiders, by bet bestryden van dit kwaad, zulk een ruim veld om te bearbeidenzoo'n uitmuntende gelegenheid om meDsebenkeu- nia op te doen, om nuttig werkzaam te zijn. Wie hunner zijne roeping goed begrijpt, zal die gelegenheid dan ook zeker niet ongebruikt laten voorbijgaan. Als vanzelf zijn z'j de aangewezen personen om, tot heil van hunne kudden, onderling te over leggen, van hunne ervaring elkander op de hoogte te brengen, om zoodoende weder- keerig elkaar steik te maken in den moei lijken strijd. Uit dat oogpunt kan eene onderlinge samenkomst en bespreking, zooals die op een congres plaats heeft, haar nut hebben. En deze opmerking geldt ook tegenover leiders van andere kerkgenootschappen. Maar heeft het nog niet voor de maat schappij grooter nut, heilzamer gevolgen wanneer die kring nog meer wordt uitge breid wanneer men ook overlegt met gelijk gezinden, al behooren zij niet tot dezelfde kerkmet allen die ten opzichte van het heillcoze van het drankmisbruik éen zijn van gedachte, van gevoeleD, van streven om het tegen te gaan? De Tijd beweert dat het „verminderd drank misbruik eerst is ingetreden sedert de Katholieken den tijd rijp achten om open lijk tegen het drankmisbruik op te trekken." Van wanneer dagteekent die tijd Het te Utrecht gehouden congres was het eerste van dien aard, in ons land gehouden. Waarin bestond dan dat openlijk optre den, waarop het blad zinspeelt. Aan het stille arbeiden op dat pnnt heb ben wij alle eer bewezen maar laat De Tijd dan toch rechtvaardig zijn en den goeden, den krachtigen invloed niet miskennen van neutrale vereenigingea, als de Vereeniging tot af .'chaffing van den sterken drank en die welke tot geheel-onthouding aansporeD, of de bond die door andere middelen het kwaad wil bestrijden. Schamper vraagt De Tijd„Zou de Midd. Ct. soms meenen, dat het Nederlandsche volk, 't welk bij de jongste inbuldigings- feesten zulk een schitterend bewijs gaf, da» het zich van drankmisbruik kan onthouden, als het dat wilop de paden heeft geloopen van „socialisten, radicalen en vooruitstre- venden En hare redactie antwoordt „Och kom 1" Welnu, wij zouden haast zeggen: Die redactie kent den toestand niet. Zij schijnt niet te weten dat juist op het program dei socialisten bestrijding van het drankmisbruik voorkomten dat onder hen met lofwaardigen ijver tegen den sterken drank wordt ge streden, niet alleen door woorden, maar vooral door de daad. De socialistische arbeidersparty telt onder hare leden juist de warmste aanhangers van matigheid of geheels onthouding. En dat onder de arbeiders in deze zoovele vorderingen zijt gemaakt, danken wij zeker niet het minst, zoo niet het meest aan haar. Hetzelfde geldt ook van radicalenom van onze eigen partijgenooten niet te spreken. Wat beduidt dan die schampere op merking In onze oogen getuigt zij alleen van on bekendheid met den feiteiijken toestand van miskenning van anderer lofwaardig streven en werken tot bestrijding van een noodlottig kwaad. Er zyn dan ook nog duizenden en duizen den, die op allerlei wijzen naar dit doel streven. Jammer daarom dat die allen niet ver eenigd optreden, niet samenwerken, niet tot elkaar gebracht worden om met elkander nader te overleggen, van elkaar te leeren. Het zon ten zegen kunnen zyn van het algemeenhet zou den stryders tegen drankmisbruik sterker maken en hun strijd vruchtbaarder. Naast hen, die met den aartsbisschop van Utrecht zeggen„Wij gaan het misbruik tegen zonder het gebruik af te keuren" staan, het is waar, zoovelen die verder gaan en het gebrnik op zichzelf verwerpen. Dezen zijn reeds gescheidendat is jammer noegwellicht geven de katholieken in eigen kring nu het voorbeeld hoe die beiden in vele jppziehten met elkaar kunnen samen werken. Maar naast en met dien hoogen geestelijke en zijne volgelingen staan nog tal van personen, die betzelfde beginsel van matigheid huldigen, doch tusschen wie het ex clusivisme, dat gepredikt wordt, nu weer als scheidsmuur optreedt. Hen allen zonder wij zoo gaarne de handen in elkaar zieD slaan. Zulk eene, in deze voorai noodige samen werking wordt verhinderd wanneer men zooals meer en meer gebruikelijk wordt de bokken van de schapen tracht te schei den; en niet allereerst vraagt: wat wilt gij bij die en die kwestie maar welwat gelooft gij Ea laat ons het maar zeggen De Tijd dwingt ons er toe van al die beschou wingen in de katholieke bladen, vol lof over het congres, was niet de grondtoonhoe heerlijk saam te werken tot oplossing van een netelig vraagstuk, maar het feit teeon- stateeren dat zoovele katholieken bijeen waren, die reikhalzend nitzagen naar dien heerlijken dag, den Katholiekendag. Duidelijk bleek dit vooral uit hetgeen Het Centrum schreef in deze woorden. „Meet nog. Da voorspoedige uitslag van dit eerste congres beteekent iets meer dan een over winning op het drankmisbrnik alleen. Wij zien in deze machtige openbaring van het katholieke leven het veelbelovende morgen rood van een nieuwen, sehooneren dag. Wij begroeten het verkregen resultaat als een mijlsteen op den weg, die leidt en leiden moet tot de volledige, niet slechts in theorie bestaande, maar vooral ook in de praetijk des levens doorgevoerde emancipatie van het katholieke Nederland." Is er nog meer bewijs noodig voor onze meeningspreekt niet uit deze regelen duidelijkdat boven bestrijding van het drankmisbruik wel degelijk staat de liefde voor het Katholieke geloofde zucht naar de emancipatie van bet katholieke Nederland Dat eigenlijk hoofdzaak is uitbreiding van den invloed der kerkwaarvan het hoofd, Z. H. de Paus, heden nog door de redactie van hetzelfde Centrum, die de uitspraak doet hooren, welke als motto boven ons opstel is geplaatst, wordt genoemd „het hoogste Gezag, dat op aarde gevonden wordt." Die uitppraken zyn van haar standpunt begrijpelijk en zeer verklaarbaar, maar zij geven toch anderen slof tot nadenken, vooral in onzen tijd. De kweBtie is eenvoudig deze wij hebben dit al meermalen gezegd, doch moeten het nog eens herhalen Nu de oplossing van sociale vraagstukken door anderen is ter hand genomen nu het streven in die richting aan de orde van den dag is, wil men aan die zijde liefst niet dat de volgelingen zich bij die anderen voegenwenseht men saam te houden wat niet gaarne vrij laatwil men ook wel meewerken om dergelijke kwesties te helpen oplossendrankmisbrnik en andere ondeugden helpen bestryden. Edochdit alles moet geschieden onder de hoede van de hooge geestelijkheid. Men is de nood zakelijkheid daarvan nu eerst ga au inzien. Niet het gevaar voor toenemend drankmis bruik dreef alzoo in die richting al gelooven wij gaarne dat men ook met ernst en goeden wil wenseht mee te werken om dit te bestrijden maar de vrees dat allicht de invloed der kerk zou verminderen, als men zich aan dergelijke vraagstukken eens niet liet gelegen liggen. Wij verwonderen ons over dit alles geens zins, want het verschijnsel is niet nieuw en het openbaart zich ook bij andere kerke lijke lichamen, in de laatste jaren zelfs in steeds toenemende mate. Het is trouwens znlk een natuurlijk, zulk een verklaarbaar verschijnsel. Wij zouden zeggenzulk een eenzijdig standpunt, zulk een streven ligt voor de handhet is een consequent gevolg van de liefde voor kerk en geloof. Maar daarom valt een en ander, nit algemeen oogpunt beschouwd, niet min der te betreuren. Want vereenigingen, nuttig van strekking, doch neutraal op het gebied van het geloof, ondervinden daarvan dc treurige gevolgen en missen den zoo noo- digen steun. Menige goede zaak lijdt er onder, omdat het gezamenlijk optreden wordi tegengehoudensamenwerking helaas 1 on mogelijk gemaakt. En dat kon anders zyn, als wat meer het gemeenschappelijk doel voor oogen werd gehouden als men toonde in te zien dat bestrijding van drankmisbruik geen geloofs zaak is maar eene van praetisehen aard een waarbij „gemeenschappelijk willen" de kracht verhoogtomdat zy, die nu, elk om deB geloofs wille, elkaar ontwijken, een eigen weg bewandelen, van elkander zooveel zonden kunnen leeren, en, schouder aan schouder gaande, veel meer nut zouden knnnen stichten. Daarom stellen wij boven een katholiek of een christelijk congres, tot bestrijding van het drankmisbruik in Nederland, een eon- greswaarbij niemand naar zijn kerkelijk geloof gevraagd wordt; waar ieder welkom is, zelfs al ware hy heiden of al behoorde hij tot geen kerk, mits hij doe blijken van zijn afkeer van bet misbruik, dat men bestrijden wil, voorstander zij van matigheid of onthouding, en bezield met yver en las! om een kwaad te helpen uitroeien dat het geluk van velen ondermijnt, ja zelfs verwoest. Samenwerking zon meer nut stichten dan de scheiding, waarnaar in deze dagen by voorkeur wordt gestreefd; stellig niet tot genoegen van alle geloovigen. Hadden wy dien weg steeds bewandeld, wij waren ter oplossing van menig sociaal vraagstuk, ook bij de bestrijding van het drankmisbruik in Nederland, al veel verder gevorderd dan wij thans zijnen stellig vooruitgegaan in waardeering van eikaars pogen om een goed doel te bereiken. De loftuitingen in de katholieke pers op het te Utrecht gehouden congres bewyzen, naast tal van verschijnselen op ander gebied, helaasmaar al te duidelijk dat wij nog ver verwijderd zijn van het oogenblik, waarop aan die zyde zulk een praetiseh standpunt zal worden ingenomen. Laat ons nu maar hopen, dat al die el kaar ontwijkende personen, willeude een en hetzelfde doel, elkander dikwyls mogen gade slaan of ontmoeten en door eikaars voor beeld geprikkeld worden tot een edelen wedijver in het najagen van de beste mid delen tot oplossing van het moeilyk vraag stuk der drankbestrijding in Nederland. Dan kan er uit dat gebrek aan samen werking, van hoeveel eenzijdigheid het ook moge getuigen, allicht wat goeds voortkomen. Maar toch blijft ons grootste vertrouwen gevestigd op hen die, evenals wij, wèl gaarne samenwerken tot een goed doel, en van de bniten hen staanden, van welke richting, op welk gebied ook, altyd willen leeren. En gelukkig! die zyn er ook nog zeer velen in ons land. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij kon. besluit zyn benoemdtot raad in het polderbestuur van Walcheren J. Borsius tot lid van het bestuur der waterkeering van den calsmiteuzen Willem Annapolder J. Weststratetot lid van het bestuur der water keering van het calamiteuse waterschap Oud en Jong Breskens J. van Male; tot plaatsver vangend dijkgraaf voor den polder Cats A. Markusse. Verder is aan E. M. vanAartsen wed. W. Alewijn8e, postbode, een pensioen toegekend van ƒ144. is geweest op de duinwaterleiding te Mid delburg, blijkt wel uit het feit, dat het aantal aansluitingen in dezen zomer steeg van 1631 tot 1804, en alzoo met ruim 10 ver meerderde. Onder dit aantal bevonden zich, naast groote perceelen, ook onderscheidene van de arbei dende klasse, welke laatste óf door eene kleine verhooging der huishuur, óf door de welwillendheid der huiseigenaren van duin water werd onvoorzien. Tevens vernamen wy, dat het gebruik van z. g. muntgas in den smaak blijft vallenhet aantal gebruikers klom toch van 134 tot 163. H. K. H. de hertogin van Albany en ge volg zal a. s. Zaterdag 22 dezer per nacht boot van Engeland te Vlissingen aankomen, en per aansluitenden mailtrein de reis naar AroLen vervolgen. Ter reede van Vlissingen is Vrij dagnamiddag gekomen het Duitsche oorlogs schip Olga, dat tot Maandag blijft. Tot onderwijzer te Wilhelminadorp is benoemd de heer G. Meulenberg te 's Heer- Arendskerke. Het houtwerk in de spits van den kerk toren te Halst, waarin eene verzakking was ontstaan, is vernieuwd en door den aannemer van het werk opgeleverd. Het was een ge vaarlijk werk, waarv or veel vaardigheid en overleg noodig waren om ongelukken te voor- Het voorbereidend militair onderricht in de provincie Zeeland zal door officieren en onderofficieren uit de garnizoenen Middelburg en Vlissingen in de volgende gemeenten op de daarby aangegeven dagen gegeven worden: Mi ddelbnrg: Maandag, Woensdag en Za terdag Z i e r i k z e eDonderdag en Vrijdag; Goes: Woensdag en Zaterdag's G r a v e n- polder: Woensdag en ZaterdagSt. P h i- 1 i p s 1 a n d Donderdag en VrijdagIJ z e n- d ij k e Dinsdag en WoensdagBiervliet: Dinsdag en Woensdag; Groede: Dinsdag en Woensdag en Terneuzen: Dinsdag en Vrijdag. Voor Vlissingen zijn de dagen nog niet bepaald. Bedoeld onderwys vangt in de a. week aan. Zaterdag 29 October zal te Middelburg in eene openbare vergadering, te houden in het Schuttershof, als spreker optreden de heer mr M. W. F. Treub, professor in de rechtsge leerdheid aan de hoogeschool te Amsterdam en redacteur van het Sociaal Weekblad. Hy zal daarby spreken ever een nader op te ge ven onderwerp van sociaal belang. Naar wy vernemen, gaat die bijeenkomst nit van de kiesvereeniging Eendracht maakt Macht en den Bestuurdersbond. Dat de langdurige droogte ook van invloed Op Schouwen worden thans con tracten afgesloten voor de levering van suiker bieten tegen f 11 11.50 per 1000 KG. netto. Volgens een nader ons gedane mededee- ling ontving de heer De Bats, gemeente ontvanger te Biervliet, niet f 25 maar f125 verhooging van salaris; dit klom dus van f 275 tot f 400. Verknopingen enz. Door den chef van het Militair hospitaal te Vlissingen werd helen aanbesteed het wasschen van de linnen- en wollengoederen van die ziekeninrichtingmet uitzondering van de wollen dekens en delakensche kleediug- stukken, voor den tyd van éen jaar, in te gaan 1 Januari 1899. Ingeschreven werd door de heeren W. K. Hering te Middelburg voor f 322 W. Vela voor f' 409 en E. Sap voor f 470. De beide laatste inschrijvers wonen te Vlis singen. (Voor Algemeen Overzicht enz. zie mm het DE TOESTAND IN FRANKRIJK. De Fransche minister van oorlog, generaal Chanoine, woonde Donderdag den ministerraad niet by, omdat hy keelpyn hadmaar men vermoedt omdat hy door zijn afwezigheid een debat over Picqnart wilde voorkomen. Generaal Boisdeffre is ook ziek. Hy heeft zich Vrijdag laten opereeren. Natuurlijk kan men hier het zyne van den ken, vooral wat Boisdeffre aangaat, want deze komt, afgescheiden van de „samenzwering", leeiyk in het nauw. 't Is natuurlyk onmogelijk melding te maken van alle mededeelingen, welke de bladen doen; maar toch zou het verkeerd zyn niet melding te maken van het feit, dat Clemenceau nu reeds drie dagen achtereen in de Aurore mededeelt, dat zich in het dossier Du Paty de Clam-Esterhazy-Pays een stuk bevindt, waaruit blijkt dat Ester hazy in correspondentie was met generaal Boisdeffre, op hetzelfde oogenblik, dat de generaal der regeering verzocht aan de bladen te doen mededeelen, dat hij Esterhazy niet kende en zelfs nooit met hem te doen had gehad. Bij deze derde plaatsing constateert Clemen ceau dat er geen zweem van tegenspraak is verschenen. Met betrekking tot de Dreyfusazaak is ar nog een belangrijk nieuwtje als het waar is. De Courrier du Soir meldt dat generaal Mercier onlangs aan den minister van oorlog heeft geschreven, dat hy in het proces-Dreyfuss van 1894 aan den krygsraad nog nieuwe stukken ter aanvulling der andere bewyzen toezond. Dat zou dus de erkenning van de gepleegde onwettigheid zijn I Ook de Revue des Deux Mondeshet tijd schrift van den clericalen Brunetière (den man die de wetenschap failliet verklaarde) is „om." Voor een paar weken weigerde Brnnetière nog een paar bladzyden aan een der intellectueelen om hun standpunt toe te lichten. Maar na wordt in de Chronique van dat tijdschrift ge*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1