LANDBOUW.
Blijkens besluit van den Belgischen mi
nister van landbouw en openbare werken, van
22 Sept., zal in België vleesch, vet en afval,
versch, bereid of geconserveerd, afkomstig van
runderen, schapen, geiten of varkens, slechts
mogen worden ingevoerd langs de tolkantoren
en hulp-kantoren, op de daarvoor aangewezen
dagen en uren.
De keuring van dat vleesch, vet of afval,
zal geschieden door de deskundigen, wier na
men mede worden opgegeven.
Open zijn do tol- en hulpkantorenGent
(haven) op werkdagen van S12 u. vm. en van
26 nm,, keurder is dhr De Coninck te Gent
Houcke dagelijks, uitgezonderd op Zon- en
feestdagen mits 24 uren van te voren op te
geven, keurder dhr Van Damme te Westka-
pelleStroobrugge (Maldegem) 's Maandags van
2—3 u. nm., keurder dhr Van der Heijden te
EeclooWatervliet 's Woensdags van 9.30 tot
10.30 vm., keurder dezelfde; Haak (Assenede)
Dinsdag van 3—4 u. nm., keurder dhr Deuil te
Selzate; Selzate (station) 's Woensdags van
69 u. vm. en Zaterdags met den trein te
12.34 nm. aankomende, keurder dezelfde; De
Trompe (Stekene) 's Woensdags van 910 u.
vm., keurder dhr De Bruijn te Stekene Kruis
straat (Moerbeke) Dinsdags van 23 u. nm.,
keurder dezelfde; Santvliet den eersten en
derden Zaterdag der maand van 911 u. vm.,
keurder dhr Bril te Stabroeck Esschen (station)
Dinsdags en Zaterdags van zons op- tot zons
ondergang, keurder dhr Van Gerven te Esschen
Esschen (dorp) Donderdags van 2—4 u. nm.,
keurder dezelfde; en Westcapelle dagelijks,
behalve op Zon- en feestdagen, mits 24 uren
te voren aangegeven, keurder dhr Van Damme
te Westcapelle. m m
Verschillende Berichten.
De off. van gez. Ie kl. O. I. leger H. K.
J. van den Bussche, met verlof hier te lande,
zal gedurende de maanden October en Novem
ber een cursus in bacteorologie bij het mili
tair hospitaal te Utrecht volgen.
De heer Yves Guyot is, na een bezoek
aan Den Haag en Rotterdam, weêr naar Parijs
teruggekeerd.
Door het bestuur der Verccniging tot be
strijding van knoeierijen in den boter- en kaas
handel is in een adres aan de Tweede
kamer verzocht, om bij de behandeling van
het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling
van het hoofdstuk binnenlandsche zaken der
Staatsbegrooting voor 1898 van de regeering
te vragen de onbewimpelde verklaring, dat de
bevoegdheid om boter te stellen onder toezicht
van het op te richten zuivelcontróle-station te
Leiden, zonder eenige beperking zal worden
toegekend aan alle fabrikanten van en hande
laars in Nederlandsche natuurboter en, in het
onverhoopte geval dat de regeering weigert
deze verklaring te geven, het betrokken onder
deel van het wetsontwerp niet aan te nemen.
Een gemoedsbezwaard tooneel-
speler. Een der leden van het Nederlandsch
Tooneel, de heer Karst, heeft zijn engagement
bij de Kon. Vereeniging verloren, omdat hij in
Loevesteyn, waarin zijn rol uit een regel be
stond, het niet met zijne overtuiging kon over
eenbrengen om „als Geus" op te treden.
Nu, voor dat rolletje zal allicht een ander
zijn te vinden geweest en afgaande op de taak,
die den heer Karst in bedoeld stuk was opge
dragen, mag verondersteld worden dat zijn ledige
plaats zonder te groote opoffering wel te ver
vullen zal wezen.
Woensdag besloot de Amsterdamsche ge
meenteraad een aantal gemeente-eigendommen
aan het Schapenburgerpad te doen sloopen.
Erg moeiclijk zal men het zich daarmede niet
hebben te maken. Want den volgenden avond
stond een der gebouwen in brand
Woendag avond stond te Amsterdam een
man op het voorbalkon van een tramwagen op
de lijn Overtoom en keek op zeker oogenblik
langs den wagen naar achteren. Het treurig ge
volg was dat de man met het achterhoofd te
gen een telephoonpaal sloeg. Bewusteloos viel
hij neer en werd onmiddellijk naar het gasthuis
vervoerd, waar hij aan de gevolgen der beko
men wonden is overleden. Het moet een inwo
ner van Rotterdam zijn geweest, die om werk
ping vragen.
boorde het gelijk een dolk. Het was geen
elegie meer, maar werd een drama.
Toch geloofde Chopin, dat bij Liszt dien
avond verslagen had. Hij pochte er op en
zei„Wat is hij boosLiszt hoorde dat en hij
wreekte zich als geestig artiest. Zie hier de
grap die hij vier of vijf dagen later bedacht.
Het gezelschap was weer eens omstreeks
dien zelfden tijd bij elkaar gekomen, d. i.
tegen middernacht. Liszt smeekte Chopin om
te spelen. Chopin stemde toe. Toen vroeg
Liszt of al de lampen en kaarsen uitgeblazen
mochten worden en of men de gordijneD mocht
neerlaten om volslagen duisternis te ver
krijgen. Het was een artiestengrilmen deed
wat hij wilde. Maar op 't oogenblik dat Cho
pin aan de pianoj ging zitten, fluisterde Liszt
hem eenige woorden in 'toor en nam zijn plaatsin.
Chopin, die in de verste verte niet vermoedde,
wat zijn vriend van plan was te doen, nam
plaats in een dichtbij staande fauteuil. Toen
speelde Liszt precies dezelfde composities, welke
Chopin op dien merkwaardigen avond had doen
hooren en waarover wij gesproken hebben,
maar hij speelde ze met zulk een bewonde
renswaardige nabootsing van den stijl en de
manier van zijn mededinger, dat het moeilijk
was om zich niet te vergissenen werkelijk
iedereen vergiste zich.
Dezelfde opgewondenheid, dezelfde emoties
herhaalden zich. Toen de opgewondenheid haar
toppunt bereikt had, streek Liszt een lucifer
af en stak de piano-kaarsen aan. Men hoorde
een kreet van verbazing in 't gezelschap.
Een conducteur der posterijen, die bij een
botsing van een trein op Nieuwjaarsdag van
1897 ongeschikt is geworden voor die betrek
king, heeft thans van de Exploitatie-Maat
schappij f 2800 schadevergoeding gekregen.
Sedert Zondag heeft een 21-jarig meisje
te Zeist heimelijk de ouderlijke woning verlaten,
zonder daarin terug te keeren. Men vermoedt
dat zij in gezelschap van een militair uit de
gemeente vertrokken is. Vanwege de politie
wordt een onderzoek ingesteld.
De toestand van den werkman, die dezer
dagen aan het stationsgebouw te ZettenAndelst
het bekende ongeluk kreeg, is bevredigend.
Binnenkort zal hg zijn werk weer kunnen her
vatten.
In de buurtschap Lonneker is een 6 jarig
knaapje bij het graven van zand, door het in
storten van een gedeelte grond, waarop hij
stond, in een kuil geraakt en geheel onder het
zand bedolven. Zijn broertje ging den vader
roepen. Toen deze met eenige anderen niet
zonder moeite den knaap te voorschijn haal 1e,
was hij reeds overleden.
Dezer dagen werd door iemand te Gro
ningen een portefeuille verloren met een bedrag
van 3280. De verliezer plaatste een annonce
in eene courant, om de portefeuille terug te
krijgen. De redactie van bedoeld blad deelt,
omtrent de wijze, waarop het geld is terugge
komen, het volgende mede
„Toen we Zaterdagochtend onze brievenbus,
waarin brieven, couranten enz., openden, von
den we onder de vele brieven er éen, zeer dik,
waarop geplakt de advertentie, uit ons blad
geknipt, zonder verder adres.
Eerst dachten we aan een mop, maar neen,
toen het couvert geopend was kwam er uit
drieduizend tweehonderd tachtig gulden in
bankpapier, zonder éen letter schrift er bij of
eenige andere aanduiding. De zwarte porte
feuille was er niet bij.
't Geval is zeer merkwaardig en geeft aan
leiding tot het opbouwen van een heel verhaal.
Zeker moet de toezender wel eenige redenen
gehad hebben, om ons zoo'n belangrijke som
op deze zeer weinig secure manier te doen
toekomen. We laten het maken van onderstel
lingen aan onze lezers over. Het geld is na
tuurlijk afgedragen aan den eigenaar."
Te Oude-Pekela had een slager de on
voorzichtigheid een patroon door een hamer
slag te laten ontbranden. Hoewel het een
losse patroon schijnt geweest te zijn, daar de
kogel nergens is gevonden, drong de huls zoo
diep in den buik, dat een geroepen genees
kundige het voorwerp niet kon verwijderen.
De toestand van den slager is zeer bedenkelijk.
Vrijdag ochtend was te Roosendaal het
Duitsche postrijtuig zoo defect geraakt, dat
het uit den trein moest verwijderd worden. De
post werd in een volgend rijtuig overgebracht,
waarna de reis naar Vlissingen kon worden
voortgezet.
Een juffrouw te Os, die zich bij haar
kachel wilde warmen, is door het vlam vatten
van hare kleeren in brand geraakt en aan de
bekomen wonden overleden.
Weer begint de tijd te komen, dat men,
ter verkrijging van de bekende bladaarde, af
gevallen bladeren gaat verzamelen en op hoo-
pen zetten. Nu is het wel waar, dat de grond,
dien deze bladeren opleveren, uitstekend is
voor het kweeken van groenten, fijne vrucht-
boomen en bloemenmaar men dient er toch
op te letten, dat men niet alle bladeren neemt.
Kastanje- en notebladeren mogen niet bij den
hoop geveegd worden, want deze bevatten
scherpe stoffeD, die voor genoemde planten
zeer nadeelig zijn.
DE INTOCHT IN APELDOORN.
Onze Koningin heeft Vrijdag haren joyeusen
intocht te Apeldoorn gedaan.
Het ging daar als overal, hoewel zegt
men wat vertrouwelijker, wat intiemer. Het
was of men een lid van het gezin ontving.
Men kent daar dan ook de vorstelijke per so
nen wat meer van nabij. In het landelijk Apel
doorn leeft het hofgezin als een voorname fa
milie in een groot dorp, en de Koningin is er
de Ambachtsvrouwe, .die na een langdurige
afwezigheid, waarin zij te midden van luister
en praal bezit nam van den troon harer voor
zaten, als een vriendelijke, weldoende gestalte
terugkeert in den kring van de haren.
„Wat, zgt gij het?"
„Zooals gij ziet?"
„Maar wij dachten dat het Chopin was!"
„Wat zegt gij ervan zei Liszt tot zijn
mededinger.
„Ik zeg wat iedereen zegtik dacht ook
dat het Chopin was."
„Gij ziet," zei de virtuoos staande, „dat
Liszt ook Chopin kan zijn, als hij wilzou
Chopin ook Liszt kunnen zijn
Dat was een uitdaging; maar Chopin wilde
of durfde die niet aannemen.
Liszt was gewroken.
Soms speelde men comédie's of drama's. Er
was een aardig tooneel en een voorraad costu
mes. Men gaf slechts het onderwerp van het
stuk en de verdeeling van de scènes. De ac
teurs moesten de samenspraken zelf verzinnen.
Liszt en Chopin stelden het orkest voor. Aan
twee piano's rechts en links van het tooneel,
bedekt door draperieën, zaten de beide vir-
tuosen, die het stuk moesten volgen en de
voorspelen moesten bedenken naar gelang dei-
gebeurtenissen van het drama. Wij moeten
hier ook weer onze onmacht verklaren om weer
te geven wat wij hoorden. De beide artisten,
die met een buitengewoon geheugen begaafd
wareD, alle Italiaansche, Fransche en Duitsche
opera's kenden, begrepen op bewonderens
waardige wijze welke motieven bij de toestan
den pasten en brachten die met zooveel vuur
te berde en lieten ze zoo domineeren, dat de
acteurs van hun kant hun uiterste best deden
en gedrongen waren uit te roepen„Genoeg,
Hartelijk was het daarom niet minder.
Ongeveer half twaalf kwam onze Koningin,
natuurlijk vergezeld van hare moeder, aan het
station aan. Uit de menigte, die tot boven op
de kap van het perron was geklommen, steeg
een daverend gejuich op, dat door de duizenden
op het stationsplein werd herhaald.
Na uitgestapt te zijn, werd H. M., die ge
kleed was in wit satijnen japon, rijk gegarneerd
met wit zilvergaas, en een wit kapothoedje
droeg met zilvergaas en kleine pareltjes opge
maakt, verwelkomd door den burgemeester,
den heer H. P. J. Tutein Nolthenius, wiens echt-
genoote H. M. een bouquet aanbood. De echt-
genoote van den secretaris deed hetzelfde aan de
Koningin-Moeder, die een perle-gris zijden
japon droeg.
Hierna hield de commissaris der koningin in
Gelderland eene toespraak, waarna in de wacht
kamer de burgemeester, omringd door deleden
van den raad, H. M. nog eens verwelkomde en
een adres aanbood. Hij dankte ook de Konin
gin-moeder voor alles wat zij voor Apeldoorn
deed en overhandigde ook baar een oorkonde.
De beide adressen waren door den burge
meester eigenhandig, geheel met de pen getee-
kend en bewerkt op echt perkament.
Op weg naar het paleis hadden verschillende
hartelijke ovaties plaatsen werden vele bou-
quetten aangeboden, o.a. bij de kerk waar de
predikant Hattink H. M. toesprak, die vooraf
vroeg of zij ook even wilde uitstappen, het
geen niet noodig bleek te zijn.
Voor het overige haddon in Apeldoorn dien
dag de gebruikelijke festiviteiten, o. a. volks
spelen, vuurwerk, plaats.
En thans ban H. M. rust nemen!
De voltrekking van het huwelijk van
prinses Pauline van Wurtemberg met den erf
prins van Wied is op 26 October bepaald.
De Brusselsche wisselagent Camille Rou-
ard, die in Juni gevlucht is, na eerst 200.000
francs te hebben verduisterd, is te Nice met
zijn vrouw in hechtenis genomen.
De werkstakers te Parijs worden de laat
ste dagen een beetje onrustiger, het gewone
verschijnsel als de staking wat lang duurt en
enkelen het werk hervatten.
Het is uitgemaakt dat de eer niet eischt
dat Paulmier met Millerand vechtwijl hij niet
verantwoordelijk is voor wat Tarot in zijn
blad heeft geschreven. Maar deze krijgt nu
de getuigen van Paulmier thuis, en dat hoe
wel hij reeds openlijk verontschuldigingen heeft
aangeboden.
De gemeenteraad van Munchen besloot bij
de regeering aan te dringen op opheffing van
de maatregelen tegen den invoer van vreemd
vee.
Een nachtelijk bezoek van den
Duitschen keizer.
De Haioerst. Zeitung vermeldt de volgende
anecdote van keizer Wilhelm en voegt er bij
voor de waarheid ervan te kunnen instaan
Dicht bij Oeynhausen, in het Wieheu-
gebergte, noordwestelijk van de Porta West-
phalica, waar een 14-tal dagen geleden de
groote manoeuvres van het Duitsche leger
werden gehouden, ligt het dorp Bergkirchen.
In het uitgestrekte dal tusschen die beide
plaatsen had het geheele zevende legercorps
zijn bivouak opgeslagen.
Bergkirchen ligt hoog op de helling van
het gebergte, en een der buitenste huizen
wordt door een apotheker bewoond. Dit huis
heeft eene verandah, van waar men op het
geheele dal een prachtig uitzicht heeft.
Gedurende de groote manoeuvres werd er
's nachts tusschen 3 en 4 uur bij den apothe
ker aangescheld.
De man, ietwat knorrig dat hij mid
den in den nacht werd opgebeld, gaat naar de
voordeur, doet die op de ketting open, en
vraagt wat men hebben moet.
Yan buiten antwoordt hem eene stem:
„Laat mij als 't u blieft toe op uwe verandah
het legercorps wordt gealarmeerd, en ik wilde
die alarmeering graag daar van daan zien".
De apotheker is er verontwaardigd over, dat
men hem om een zoo mal verzoek opschelt, en
zegt„Dat is wat moois, iemand uit zijn bed
te halen, alleen om zelf op zijn gemak naar
eene alarmeering te kunnen kijkenGa voor
mijn part ergens anders kijkenDe nachtschei
genoeg, er gaat veel te veel schoons verloren."
Deze edele vermaken werden altijd gevolgd
door een vroolijk en schitterend souper.
Men zou gemakkelijk een boekdeel kunnen
vullen met de herinneringen aan dien zomer,
maar om den lezer niet te vervelen, zullen wij
besluiten met een artisten gril, waarvan men
de weerga niet licht zal vinden, tenminste
onder gelijke omstandigheden.
Er bevond zich achter in den tuin een ver
hevenheid van waar men de geheele zwarte
vallei kon overzien. Men had die behoorlijk
laten bevloeren, en een tafel en marmeren ban
ken laten zetten benevens stoelen en tuinban
ken en men had er een ijzeren hek omheen
laten maken, teneinde te voorkomen, dat de
kinderen, die er kwamen spelen, in het ravijn
zouden vallen. Dat plekje was bekend om
zijn prachtige echo, die drie of vier maal met
volmaakte duidelijkheid het woord herhaalde.
De kinderen vermaakten er zich dikwijls om,
zooals zij 't noemden, de echo te laten spre
ken. Eens op een avond kwam er iemand op
't denkbeeld om er de piano heen te brengen,
om door de echo van 't dal eenige fragmen
ten romantische muziek te laten herhalen.
Het denkbeeld vond ingang en onmiddellijk
namen de vrienden des huizes de prachtige
Erard op hun schouders en droegen dien naar
het terras.
't Was een Juni-nacht; de lucht was kalm
en helder. De piano werd naar de dal-zijde
geopend en Liszt speelde eerst met zijn krach
tige handen het bewonderenswaardige jager-
dient alleen voor zieken. Maak dat je weg
komt". Hij voegt daar nog eenige krachtige
woorden aan toe. De vrouw van den apotheker
was intusschen ook opgestaan en zegt er nog
een en ander bg, dat lang niet malsch was.
De bezoeker laat dien woordenvloed kalm
over zich heengaan, en herhaalt beleefd zijn
verzoek.
Eindelijk zegt de apotheker„Maar wie bent
u dan toch, hoe heet u?"
„Wilhelm," luidt het antwoord.
„Jawel, dat zegt niets, er heeten zooveel
menschen Wilhelm. Hoe heet u verder
„Von Hohenzollern," klinkt het.
Toen eerst ging den apotheker een licht op,
hij rukt de deur open, en vóór hem staat de
keizer, die om het voorgevallene hartelijk
lachte.
Toen de ander allerlei verontschuldigingen
aanvoerde, zeide de keizer vriendelijk„Laat
dat maar."
De apotheker, die zich tot zijn verdriet
menige ruwe uitdrukking, door hem gebezigd,
herinnerde, gaat zijn gast voor naar de ver
andah. Onderweg neemt hij even zijn vrouw
apart, duwt haar in de zijkamer, en fluistert,
haar wat in.
Zoodra de Keizer op de verandah was gaf
hg het sein om alarm te blazen en zag dé
uitwerking van het alarmsignaal op het leger
corps, dat plotseling uit den slaap werd ge
wekt.
De vrouw van den apotheker had onderwijl
koffie gezet en bood den Keizer een kopje
aan, dat hij met veel genoegen uitdronk.
Zelfs vroeg hij om een tweede kopje, daar
hij dien morgen nog niets had gebruikt.
Toen de opstelling der troepen geëindigd
was, nam de Keizer, onder dankzegging voor
de genoten gastvrijheid, afscheid van het
echtpaar, dat dit onverhoopte keizerlijk be
zoek wel nimmer zal vergeten.
De reden, waarom de keizer, die dit plan
vooruit had beraamd, niet vooraf had gewaar
schuwd, is daarin gelegen, dat eene alarmee
ring, wil zij waarde hebben ter beoordeeling
van de activiteit der troepen, plotseling en ge
heel onverwacht moet komen. Had de keizer
vooraf belet gevraagd, dan zou dit stellig zijn
uitgelekt, en had de geheele proefneming even
goed achterwege kunnen blijven.
De Magdeburger Ztg. bevestigt deze geschie
denis met deze wijziging, dat hg, die aan de
deur belde, niet de keizer was, maar de hertog
van Oldenburg, die den keizer vooruitging,
't Was de hertog die den vloed van opmerkin
gen van het echtpaar ontving. Toen de apothe
ker vroeg wie er aan de deur stond, was de
keizer juist aangekomen en antwoordde Z. M.
zelf.
Verleden week kreeg de apotheker een schrij
ven van den chef van 's keizers kabinet, von
Lucanus, waarin hij dankte voor de gastvrij
heid, aan Z. M. bewezen, en een portret des kei
zers zond, door deze eigenhandig onderteekend.
Verknopingen em.
Vrgdag werd ten bureele van den luit..
kol. intendant bij de 3e divisie infanterie te
Breda in het openbaar aanbesteed het reinigen
van de linnen nachtlegergoederen ten behoeve
van de garnizoenen Middelburg en Vlis
singen, over het tijdvak van 1 Jan. 1899 tot
en met 31 Dec. 1899.
Hiervoor sehreven in voor Middelburg en
Vlissingen de heerenH. Mooi en H. Schram
de Jong te Dordrecht in centen per stuk een
mans bedzakken 4, kussenzakken l1/3, boven-
lakens 21/", onderlakens 21/s, tweemans stroo-
zakken 4 en bedlakens 21/a; W. K. Heriog te
Middelburgeenmans bedzakken 33/4, kussen-
zakken 1, bovenlakens onderlakens 21/4,
tweemaDS stroozakken 4 en bedlakens 23/4J.
G. de Vries te Gestel en Blaarthem vooreen
mans bedzakken 61/;, kussenzakken ll/3, boven
lakens 21/S) onderlakens 21/s, tweemans stroo
zakken 67s en bedlakens 2Vs.
De heer H. Slijkhuis te Eerbeek schreef in,
resp. voor Middelburg en Vlissingen, voor
eenmans bedzakken 5 en 5, kussenzakken 2 en
2, bovenlakens 29/io en 3, onderlakens 29/10 en
3, tweemans stroozakken 5 en 5 en bedlakens
3 en 3.
koor uit de Freischütz, dat gij allen kent.
Natuurlijk hield hij na eiken zin op om het
antwoord van de echo af te wachten. Dadelijk
na de eerste rust voelden wij allen een rilling
van opgetogenheid. Dat was nieuwe poëzie,
een grootsch ideaalDe muzikale zin was te
lang om door de eerste en tweede echo duide
lijk weergegeven te worden; maar de derde
en vierde, dat is te zeggen de echos van de
echo, werden herhaald, zonder dat er éen noot
aan ontbrak. Liszt werd opgewonden en ver
haastte het tempo een weinig. Wat zullen
wij zeggen Elke volzin werd met brandende
nieuwsgierigheid en vol gespannen verwachting
afgewacht.
De voorlaatste vooral, waar het koor misono
in des overgaat, klonk in de zwarte vallei,
heel somber, maar de laatste, die weer over
gaat in es, gaf duidelgk de overwinning van
den menschelijken wil op de hindernissen der
natuur weer. Na deze fanfare, die zoo goed
bij de omstandigheden paste, nam Chopin de
plaats van Liszt in, en deed op zijn beurt de
echo zingen en schreien. Toen componeerde
hij zijn impromptu (op: 66, als wij ons niet
vergissen) en hij speelde, voor 'teerst, eenige
phrases van het verheven thema in des dat in
het midden is. Die muziek, zoo doorschijnend
en eolisch, bracht Chopin buiten zichzelf. Hij
zette nog langer dan Liszt zijn gesprekken
voort met de geesten uit de vallei; 'twas
tusschen hen en Chopin een vreemd twee
gesprek, vol gefluister en gemompelde groote
componist werd als 't ware betooverd. De
vrouw des huizes was verplicht hem te ont-
Te 's Gravenhage is Vrijdag aan het gebouw
van het ministerie van waterstaat c.s. aanbe
steed het onderhoud van de post- en telegraaf-
gebouwen te Vlissingen, van den dag der
kennisgeving van de goedkeuring der aanbe
steding tot en met 31 December 1900. Raming
f 1970.
Minste inschrijver was, zooals in ons vorig
nommer reeds werd gemeld, de heer W. P.
Kokelaar voor f 1742.67.
Verder schreven in de heer J. Loois ad
2192, J. J. Krijger ad 2160, J. M. Deplaa
ad 2115, A. Hanewinkel ad f 2110, J. van
Beers ad f 2060, D. Bijl ad 2055, P. van
Beers ad 2050 en F. N. de Rooy ad ƒ2020.
Al de inschrijvers wonen te Vlissingen.
Bij de Donderdag te Cadzand gehou
den aanbesteding van het maken van werken
tot oevervoorzieniug aan de waterkeoring van
het calamitous waterschap Tien Honderd en
Zwarte, raming f 11919, werd nog, behalve
door den in ons vorig nommer gemelden min
sten inschrijver, H. de Kluiver te Sliedrecht
voor f 13.260, ingeschreven door de heeren
P. Monjé te Breskens en M. van den Hoek elk
f 14.600, C. van der Hooft f 14.400, A. Tholens
Dz., f 14.280, P. A. van de Velde f 14.100,
P. J. Visser te Ilansweert f 14.498, J. de Bree
f 13.990, J. de Jonge te Middelburg f 13.900,
B. van Eek f 13.870, C. de Wilde te Katten-
dijke f 13.640 en B. den Exter van den Brink
te Krabbendgke f 13.390.
De inschrijvers, bij wier naam geen woon
plaats is vermeld, wonen te Terneuzen.
(Nbld. Z. VI.)
BEKENDMAKINGEN.
Suppletoir kohier no 1 voor de belasting op
de honden over 1898.
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat
het eerste suppletoir kohier van de belasting
op de honden over het jaar 1898 door den
gemeenteraad bij zijn besluit van den 28en
September 1898 is goedgekeurd, en ter invor
dering aan den gemeente-ontvanger uitgereikt.
Middelburg, den 30en September 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER, voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN, secretaris.
BENOEMING VAN LEDEN DER COMMISSIEN
UIT DEN GEMEENTERAAD.
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat de bij artikel 54 der Gemeentewet be
doelde commissiën zijn samengesteld als volgt
a. de Commissie tot het ontwerpen
van verordeningen tegen wier overtreding
straf is bedreigd, waarvan de Burgemeester
ingevolge artikel 166 der Gemeentewet Voor
zitter is, uit de heeren
Mr A. P. SNOUCK HURGRONJE, Jhr Mr
E. P. SCHORER, Dr A. VAN DER SWALME
en Jhr Mr W. H. SNOUCK HURGRONJE
b. de Commissie van Finantiën uit
de heeren
W. J. SPRENGER, voorzitter, Mr G. N.
DE STOPPELAAR, Mr A. P. SNOUCK HUR
GRONJE, Dr A. VAN DER SWALME en I.
H. C. HEIJSB, leden;
c. de Commissie van Fabricage uit de
heeren
J. F. VAN DUNNE, voorzitter, Dr A. VAN
DER SWALME, H. P. VAN DE REE, leden
d. de Commissie ten behoeve van de
Oudheidkundige verzameling en het Oud
archief der gemeente uit de heeren
W. J. SPRENGER, voorzitter, Mr G. N.
DE STOPPELAAR en Jhr Mr W. H. SNOUCK
HURGRONJE, leden.
Middelburg, 30 September 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER, voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN, secretaris.
POLITIE.
Aan het bureau van politie te Middelburg
zijn ais gevonden gedeponeerd een zilveren
oorknopje, een zilveren dames horlogeketting,
een platte grond van Walcheren, een wit ge
bloemd kindersokje, een klein dicht gelakt
pakje, een dames paraplui, een witte zakdoek,
een hondje grijs met zwart, een blauwe meis-
jesschort, goed voor een boerinnenmuts, een
portemonnaie, een fietslantaarn, een meisjeszak
met zakdoek, een servet, een nikkelen horloge,
eenige hoeden, petten en schoenen, een luns
van een handwagen, een mand met spek (on
geveer 40 kilogram) en een zakmes met
koperen hecht.
voeren van de piano: hij had de koorts.
Na hem zong Pauline V. de lieflijke naïeve
romance van MolinazoNel cor non piu mi
sento. De aria was goedgekozen, want elke
zin bestond uit twee noten en de echo her
haalde die van 't begin tot 't einde, zoo
duidelgk, dat wij er alle opgewonden over
waren. Het nichtje van de vrouw des huizes
zong met frissche stem een volkslied, dat veel
succes had en dat door de echos met een
eigenaardig genot herhaald werd.
't Was twee uur in den morgen toen wij
van den kant van den tuin luid gelach hoorden,
en wij door de boomen een eigenaardige vlam
zagen, 't Was een verrassing. De huisvrienden
hadden een reusachtigen punch gemaakt in
een groote zilveren kom. Het edele vocht
werd met een vroolijk hoera begroeten
de echo herhaalde: hoera, hoera, hoera,terwijl
de blauwachtige vlam een phantastisch schijnsel
over den vy ver en de bosschen wierp. Er werd
punch gedronken, men soupeerde, men zong in
koor om een laatsten afscheidsgroet aan de echos
te zenden. De dageraad brak reeds aan, toen
wg scheidden, overweldigd door aandoeningen,
maar gelukkig en dankbaarwij behielden aan
dezen nacht een onuitwischbare herinnering.
einde.
Stoomdrukkerij - D. G. Kröber Jr. Middelburg*