LANDBOUW. Blijkens besluit van den Belgischen mi nister van landbouw en openbare werken, van 22 Sept., zal in België vleesch, vet en afval, versch, bereid of geconserveerd, afkomstig van runderen, schapen, geiten of varkens, slechts mogen worden ingevoerd langs de tolkantoren en hulp-kantoren, op de daarvoor aangewezen dagen en uren. De keuring van dat vleesch, vet of afval, zal geschieden door de deskundigen, wier na men mede worden opgegeven. Open zijn do tol- en hulpkantorenGent (haven) op werkdagen van S12 u. vm. en van 26 nm,, keurder is dhr De Coninck te Gent Houcke dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen mits 24 uren van te voren op te geven, keurder dhr Van Damme te Westka- pelleStroobrugge (Maldegem) 's Maandags van 2—3 u. nm., keurder dhr Van der Heijden te EeclooWatervliet 's Woensdags van 9.30 tot 10.30 vm., keurder dezelfde; Haak (Assenede) Dinsdag van 3—4 u. nm., keurder dhr Deuil te Selzate; Selzate (station) 's Woensdags van 69 u. vm. en Zaterdags met den trein te 12.34 nm. aankomende, keurder dezelfde; De Trompe (Stekene) 's Woensdags van 910 u. vm., keurder dhr De Bruijn te Stekene Kruis straat (Moerbeke) Dinsdags van 23 u. nm., keurder dezelfde; Santvliet den eersten en derden Zaterdag der maand van 911 u. vm., keurder dhr Bril te Stabroeck Esschen (station) Dinsdags en Zaterdags van zons op- tot zons ondergang, keurder dhr Van Gerven te Esschen Esschen (dorp) Donderdags van 2—4 u. nm., keurder dezelfde; en Westcapelle dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen, mits 24 uren te voren aangegeven, keurder dhr Van Damme te Westcapelle. m m Verschillende Berichten. De off. van gez. Ie kl. O. I. leger H. K. J. van den Bussche, met verlof hier te lande, zal gedurende de maanden October en Novem ber een cursus in bacteorologie bij het mili tair hospitaal te Utrecht volgen. De heer Yves Guyot is, na een bezoek aan Den Haag en Rotterdam, weêr naar Parijs teruggekeerd. Door het bestuur der Verccniging tot be strijding van knoeierijen in den boter- en kaas handel is in een adres aan de Tweede kamer verzocht, om bij de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van het hoofdstuk binnenlandsche zaken der Staatsbegrooting voor 1898 van de regeering te vragen de onbewimpelde verklaring, dat de bevoegdheid om boter te stellen onder toezicht van het op te richten zuivelcontróle-station te Leiden, zonder eenige beperking zal worden toegekend aan alle fabrikanten van en hande laars in Nederlandsche natuurboter en, in het onverhoopte geval dat de regeering weigert deze verklaring te geven, het betrokken onder deel van het wetsontwerp niet aan te nemen. Een gemoedsbezwaard tooneel- speler. Een der leden van het Nederlandsch Tooneel, de heer Karst, heeft zijn engagement bij de Kon. Vereeniging verloren, omdat hij in Loevesteyn, waarin zijn rol uit een regel be stond, het niet met zijne overtuiging kon over eenbrengen om „als Geus" op te treden. Nu, voor dat rolletje zal allicht een ander zijn te vinden geweest en afgaande op de taak, die den heer Karst in bedoeld stuk was opge dragen, mag verondersteld worden dat zijn ledige plaats zonder te groote opoffering wel te ver vullen zal wezen. Woensdag besloot de Amsterdamsche ge meenteraad een aantal gemeente-eigendommen aan het Schapenburgerpad te doen sloopen. Erg moeiclijk zal men het zich daarmede niet hebben te maken. Want den volgenden avond stond een der gebouwen in brand Woendag avond stond te Amsterdam een man op het voorbalkon van een tramwagen op de lijn Overtoom en keek op zeker oogenblik langs den wagen naar achteren. Het treurig ge volg was dat de man met het achterhoofd te gen een telephoonpaal sloeg. Bewusteloos viel hij neer en werd onmiddellijk naar het gasthuis vervoerd, waar hij aan de gevolgen der beko men wonden is overleden. Het moet een inwo ner van Rotterdam zijn geweest, die om werk ping vragen. boorde het gelijk een dolk. Het was geen elegie meer, maar werd een drama. Toch geloofde Chopin, dat bij Liszt dien avond verslagen had. Hij pochte er op en zei„Wat is hij boosLiszt hoorde dat en hij wreekte zich als geestig artiest. Zie hier de grap die hij vier of vijf dagen later bedacht. Het gezelschap was weer eens omstreeks dien zelfden tijd bij elkaar gekomen, d. i. tegen middernacht. Liszt smeekte Chopin om te spelen. Chopin stemde toe. Toen vroeg Liszt of al de lampen en kaarsen uitgeblazen mochten worden en of men de gordijneD mocht neerlaten om volslagen duisternis te ver krijgen. Het was een artiestengrilmen deed wat hij wilde. Maar op 't oogenblik dat Cho pin aan de pianoj ging zitten, fluisterde Liszt hem eenige woorden in 'toor en nam zijn plaatsin. Chopin, die in de verste verte niet vermoedde, wat zijn vriend van plan was te doen, nam plaats in een dichtbij staande fauteuil. Toen speelde Liszt precies dezelfde composities, welke Chopin op dien merkwaardigen avond had doen hooren en waarover wij gesproken hebben, maar hij speelde ze met zulk een bewonde renswaardige nabootsing van den stijl en de manier van zijn mededinger, dat het moeilijk was om zich niet te vergissenen werkelijk iedereen vergiste zich. Dezelfde opgewondenheid, dezelfde emoties herhaalden zich. Toen de opgewondenheid haar toppunt bereikt had, streek Liszt een lucifer af en stak de piano-kaarsen aan. Men hoorde een kreet van verbazing in 't gezelschap. Een conducteur der posterijen, die bij een botsing van een trein op Nieuwjaarsdag van 1897 ongeschikt is geworden voor die betrek king, heeft thans van de Exploitatie-Maat schappij f 2800 schadevergoeding gekregen. Sedert Zondag heeft een 21-jarig meisje te Zeist heimelijk de ouderlijke woning verlaten, zonder daarin terug te keeren. Men vermoedt dat zij in gezelschap van een militair uit de gemeente vertrokken is. Vanwege de politie wordt een onderzoek ingesteld. De toestand van den werkman, die dezer dagen aan het stationsgebouw te ZettenAndelst het bekende ongeluk kreeg, is bevredigend. Binnenkort zal hg zijn werk weer kunnen her vatten. In de buurtschap Lonneker is een 6 jarig knaapje bij het graven van zand, door het in storten van een gedeelte grond, waarop hij stond, in een kuil geraakt en geheel onder het zand bedolven. Zijn broertje ging den vader roepen. Toen deze met eenige anderen niet zonder moeite den knaap te voorschijn haal 1e, was hij reeds overleden. Dezer dagen werd door iemand te Gro ningen een portefeuille verloren met een bedrag van 3280. De verliezer plaatste een annonce in eene courant, om de portefeuille terug te krijgen. De redactie van bedoeld blad deelt, omtrent de wijze, waarop het geld is terugge komen, het volgende mede „Toen we Zaterdagochtend onze brievenbus, waarin brieven, couranten enz., openden, von den we onder de vele brieven er éen, zeer dik, waarop geplakt de advertentie, uit ons blad geknipt, zonder verder adres. Eerst dachten we aan een mop, maar neen, toen het couvert geopend was kwam er uit drieduizend tweehonderd tachtig gulden in bankpapier, zonder éen letter schrift er bij of eenige andere aanduiding. De zwarte porte feuille was er niet bij. 't Geval is zeer merkwaardig en geeft aan leiding tot het opbouwen van een heel verhaal. Zeker moet de toezender wel eenige redenen gehad hebben, om ons zoo'n belangrijke som op deze zeer weinig secure manier te doen toekomen. We laten het maken van onderstel lingen aan onze lezers over. Het geld is na tuurlijk afgedragen aan den eigenaar." Te Oude-Pekela had een slager de on voorzichtigheid een patroon door een hamer slag te laten ontbranden. Hoewel het een losse patroon schijnt geweest te zijn, daar de kogel nergens is gevonden, drong de huls zoo diep in den buik, dat een geroepen genees kundige het voorwerp niet kon verwijderen. De toestand van den slager is zeer bedenkelijk. Vrijdag ochtend was te Roosendaal het Duitsche postrijtuig zoo defect geraakt, dat het uit den trein moest verwijderd worden. De post werd in een volgend rijtuig overgebracht, waarna de reis naar Vlissingen kon worden voortgezet. Een juffrouw te Os, die zich bij haar kachel wilde warmen, is door het vlam vatten van hare kleeren in brand geraakt en aan de bekomen wonden overleden. Weer begint de tijd te komen, dat men, ter verkrijging van de bekende bladaarde, af gevallen bladeren gaat verzamelen en op hoo- pen zetten. Nu is het wel waar, dat de grond, dien deze bladeren opleveren, uitstekend is voor het kweeken van groenten, fijne vrucht- boomen en bloemenmaar men dient er toch op te letten, dat men niet alle bladeren neemt. Kastanje- en notebladeren mogen niet bij den hoop geveegd worden, want deze bevatten scherpe stoffeD, die voor genoemde planten zeer nadeelig zijn. DE INTOCHT IN APELDOORN. Onze Koningin heeft Vrijdag haren joyeusen intocht te Apeldoorn gedaan. Het ging daar als overal, hoewel zegt men wat vertrouwelijker, wat intiemer. Het was of men een lid van het gezin ontving. Men kent daar dan ook de vorstelijke per so nen wat meer van nabij. In het landelijk Apel doorn leeft het hofgezin als een voorname fa milie in een groot dorp, en de Koningin is er de Ambachtsvrouwe, .die na een langdurige afwezigheid, waarin zij te midden van luister en praal bezit nam van den troon harer voor zaten, als een vriendelijke, weldoende gestalte terugkeert in den kring van de haren. „Wat, zgt gij het?" „Zooals gij ziet?" „Maar wij dachten dat het Chopin was!" „Wat zegt gij ervan zei Liszt tot zijn mededinger. „Ik zeg wat iedereen zegtik dacht ook dat het Chopin was." „Gij ziet," zei de virtuoos staande, „dat Liszt ook Chopin kan zijn, als hij wilzou Chopin ook Liszt kunnen zijn Dat was een uitdaging; maar Chopin wilde of durfde die niet aannemen. Liszt was gewroken. Soms speelde men comédie's of drama's. Er was een aardig tooneel en een voorraad costu mes. Men gaf slechts het onderwerp van het stuk en de verdeeling van de scènes. De ac teurs moesten de samenspraken zelf verzinnen. Liszt en Chopin stelden het orkest voor. Aan twee piano's rechts en links van het tooneel, bedekt door draperieën, zaten de beide vir- tuosen, die het stuk moesten volgen en de voorspelen moesten bedenken naar gelang dei- gebeurtenissen van het drama. Wij moeten hier ook weer onze onmacht verklaren om weer te geven wat wij hoorden. De beide artisten, die met een buitengewoon geheugen begaafd wareD, alle Italiaansche, Fransche en Duitsche opera's kenden, begrepen op bewonderens waardige wijze welke motieven bij de toestan den pasten en brachten die met zooveel vuur te berde en lieten ze zoo domineeren, dat de acteurs van hun kant hun uiterste best deden en gedrongen waren uit te roepen„Genoeg, Hartelijk was het daarom niet minder. Ongeveer half twaalf kwam onze Koningin, natuurlijk vergezeld van hare moeder, aan het station aan. Uit de menigte, die tot boven op de kap van het perron was geklommen, steeg een daverend gejuich op, dat door de duizenden op het stationsplein werd herhaald. Na uitgestapt te zijn, werd H. M., die ge kleed was in wit satijnen japon, rijk gegarneerd met wit zilvergaas, en een wit kapothoedje droeg met zilvergaas en kleine pareltjes opge maakt, verwelkomd door den burgemeester, den heer H. P. J. Tutein Nolthenius, wiens echt- genoote H. M. een bouquet aanbood. De echt- genoote van den secretaris deed hetzelfde aan de Koningin-Moeder, die een perle-gris zijden japon droeg. Hierna hield de commissaris der koningin in Gelderland eene toespraak, waarna in de wacht kamer de burgemeester, omringd door deleden van den raad, H. M. nog eens verwelkomde en een adres aanbood. Hij dankte ook de Konin gin-moeder voor alles wat zij voor Apeldoorn deed en overhandigde ook baar een oorkonde. De beide adressen waren door den burge meester eigenhandig, geheel met de pen getee- kend en bewerkt op echt perkament. Op weg naar het paleis hadden verschillende hartelijke ovaties plaatsen werden vele bou- quetten aangeboden, o.a. bij de kerk waar de predikant Hattink H. M. toesprak, die vooraf vroeg of zij ook even wilde uitstappen, het geen niet noodig bleek te zijn. Voor het overige haddon in Apeldoorn dien dag de gebruikelijke festiviteiten, o. a. volks spelen, vuurwerk, plaats. En thans ban H. M. rust nemen! De voltrekking van het huwelijk van prinses Pauline van Wurtemberg met den erf prins van Wied is op 26 October bepaald. De Brusselsche wisselagent Camille Rou- ard, die in Juni gevlucht is, na eerst 200.000 francs te hebben verduisterd, is te Nice met zijn vrouw in hechtenis genomen. De werkstakers te Parijs worden de laat ste dagen een beetje onrustiger, het gewone verschijnsel als de staking wat lang duurt en enkelen het werk hervatten. Het is uitgemaakt dat de eer niet eischt dat Paulmier met Millerand vechtwijl hij niet verantwoordelijk is voor wat Tarot in zijn blad heeft geschreven. Maar deze krijgt nu de getuigen van Paulmier thuis, en dat hoe wel hij reeds openlijk verontschuldigingen heeft aangeboden. De gemeenteraad van Munchen besloot bij de regeering aan te dringen op opheffing van de maatregelen tegen den invoer van vreemd vee. Een nachtelijk bezoek van den Duitschen keizer. De Haioerst. Zeitung vermeldt de volgende anecdote van keizer Wilhelm en voegt er bij voor de waarheid ervan te kunnen instaan Dicht bij Oeynhausen, in het Wieheu- gebergte, noordwestelijk van de Porta West- phalica, waar een 14-tal dagen geleden de groote manoeuvres van het Duitsche leger werden gehouden, ligt het dorp Bergkirchen. In het uitgestrekte dal tusschen die beide plaatsen had het geheele zevende legercorps zijn bivouak opgeslagen. Bergkirchen ligt hoog op de helling van het gebergte, en een der buitenste huizen wordt door een apotheker bewoond. Dit huis heeft eene verandah, van waar men op het geheele dal een prachtig uitzicht heeft. Gedurende de groote manoeuvres werd er 's nachts tusschen 3 en 4 uur bij den apothe ker aangescheld. De man, ietwat knorrig dat hij mid den in den nacht werd opgebeld, gaat naar de voordeur, doet die op de ketting open, en vraagt wat men hebben moet. Yan buiten antwoordt hem eene stem: „Laat mij als 't u blieft toe op uwe verandah het legercorps wordt gealarmeerd, en ik wilde die alarmeering graag daar van daan zien". De apotheker is er verontwaardigd over, dat men hem om een zoo mal verzoek opschelt, en zegt„Dat is wat moois, iemand uit zijn bed te halen, alleen om zelf op zijn gemak naar eene alarmeering te kunnen kijkenGa voor mijn part ergens anders kijkenDe nachtschei genoeg, er gaat veel te veel schoons verloren." Deze edele vermaken werden altijd gevolgd door een vroolijk en schitterend souper. Men zou gemakkelijk een boekdeel kunnen vullen met de herinneringen aan dien zomer, maar om den lezer niet te vervelen, zullen wij besluiten met een artisten gril, waarvan men de weerga niet licht zal vinden, tenminste onder gelijke omstandigheden. Er bevond zich achter in den tuin een ver hevenheid van waar men de geheele zwarte vallei kon overzien. Men had die behoorlijk laten bevloeren, en een tafel en marmeren ban ken laten zetten benevens stoelen en tuinban ken en men had er een ijzeren hek omheen laten maken, teneinde te voorkomen, dat de kinderen, die er kwamen spelen, in het ravijn zouden vallen. Dat plekje was bekend om zijn prachtige echo, die drie of vier maal met volmaakte duidelijkheid het woord herhaalde. De kinderen vermaakten er zich dikwijls om, zooals zij 't noemden, de echo te laten spre ken. Eens op een avond kwam er iemand op 't denkbeeld om er de piano heen te brengen, om door de echo van 't dal eenige fragmen ten romantische muziek te laten herhalen. Het denkbeeld vond ingang en onmiddellijk namen de vrienden des huizes de prachtige Erard op hun schouders en droegen dien naar het terras. 't Was een Juni-nacht; de lucht was kalm en helder. De piano werd naar de dal-zijde geopend en Liszt speelde eerst met zijn krach tige handen het bewonderenswaardige jager- dient alleen voor zieken. Maak dat je weg komt". Hij voegt daar nog eenige krachtige woorden aan toe. De vrouw van den apotheker was intusschen ook opgestaan en zegt er nog een en ander bg, dat lang niet malsch was. De bezoeker laat dien woordenvloed kalm over zich heengaan, en herhaalt beleefd zijn verzoek. Eindelijk zegt de apotheker„Maar wie bent u dan toch, hoe heet u?" „Wilhelm," luidt het antwoord. „Jawel, dat zegt niets, er heeten zooveel menschen Wilhelm. Hoe heet u verder „Von Hohenzollern," klinkt het. Toen eerst ging den apotheker een licht op, hij rukt de deur open, en vóór hem staat de keizer, die om het voorgevallene hartelijk lachte. Toen de ander allerlei verontschuldigingen aanvoerde, zeide de keizer vriendelijk„Laat dat maar." De apotheker, die zich tot zijn verdriet menige ruwe uitdrukking, door hem gebezigd, herinnerde, gaat zijn gast voor naar de ver andah. Onderweg neemt hij even zijn vrouw apart, duwt haar in de zijkamer, en fluistert, haar wat in. Zoodra de Keizer op de verandah was gaf hg het sein om alarm te blazen en zag dé uitwerking van het alarmsignaal op het leger corps, dat plotseling uit den slaap werd ge wekt. De vrouw van den apotheker had onderwijl koffie gezet en bood den Keizer een kopje aan, dat hij met veel genoegen uitdronk. Zelfs vroeg hij om een tweede kopje, daar hij dien morgen nog niets had gebruikt. Toen de opstelling der troepen geëindigd was, nam de Keizer, onder dankzegging voor de genoten gastvrijheid, afscheid van het echtpaar, dat dit onverhoopte keizerlijk be zoek wel nimmer zal vergeten. De reden, waarom de keizer, die dit plan vooruit had beraamd, niet vooraf had gewaar schuwd, is daarin gelegen, dat eene alarmee ring, wil zij waarde hebben ter beoordeeling van de activiteit der troepen, plotseling en ge heel onverwacht moet komen. Had de keizer vooraf belet gevraagd, dan zou dit stellig zijn uitgelekt, en had de geheele proefneming even goed achterwege kunnen blijven. De Magdeburger Ztg. bevestigt deze geschie denis met deze wijziging, dat hg, die aan de deur belde, niet de keizer was, maar de hertog van Oldenburg, die den keizer vooruitging, 't Was de hertog die den vloed van opmerkin gen van het echtpaar ontving. Toen de apothe ker vroeg wie er aan de deur stond, was de keizer juist aangekomen en antwoordde Z. M. zelf. Verleden week kreeg de apotheker een schrij ven van den chef van 's keizers kabinet, von Lucanus, waarin hij dankte voor de gastvrij heid, aan Z. M. bewezen, en een portret des kei zers zond, door deze eigenhandig onderteekend. Verknopingen em. Vrgdag werd ten bureele van den luit.. kol. intendant bij de 3e divisie infanterie te Breda in het openbaar aanbesteed het reinigen van de linnen nachtlegergoederen ten behoeve van de garnizoenen Middelburg en Vlis singen, over het tijdvak van 1 Jan. 1899 tot en met 31 Dec. 1899. Hiervoor sehreven in voor Middelburg en Vlissingen de heerenH. Mooi en H. Schram de Jong te Dordrecht in centen per stuk een mans bedzakken 4, kussenzakken l1/3, boven- lakens 21/", onderlakens 21/s, tweemans stroo- zakken 4 en bedlakens 21/a; W. K. Heriog te Middelburgeenmans bedzakken 33/4, kussen- zakken 1, bovenlakens onderlakens 21/4, tweemaDS stroozakken 4 en bedlakens 23/4J. G. de Vries te Gestel en Blaarthem vooreen mans bedzakken 61/;, kussenzakken ll/3, boven lakens 21/S) onderlakens 21/s, tweemans stroo zakken 67s en bedlakens 2Vs. De heer H. Slijkhuis te Eerbeek schreef in, resp. voor Middelburg en Vlissingen, voor eenmans bedzakken 5 en 5, kussenzakken 2 en 2, bovenlakens 29/io en 3, onderlakens 29/10 en 3, tweemans stroozakken 5 en 5 en bedlakens 3 en 3. koor uit de Freischütz, dat gij allen kent. Natuurlijk hield hij na eiken zin op om het antwoord van de echo af te wachten. Dadelijk na de eerste rust voelden wij allen een rilling van opgetogenheid. Dat was nieuwe poëzie, een grootsch ideaalDe muzikale zin was te lang om door de eerste en tweede echo duide lijk weergegeven te worden; maar de derde en vierde, dat is te zeggen de echos van de echo, werden herhaald, zonder dat er éen noot aan ontbrak. Liszt werd opgewonden en ver haastte het tempo een weinig. Wat zullen wij zeggen Elke volzin werd met brandende nieuwsgierigheid en vol gespannen verwachting afgewacht. De voorlaatste vooral, waar het koor misono in des overgaat, klonk in de zwarte vallei, heel somber, maar de laatste, die weer over gaat in es, gaf duidelgk de overwinning van den menschelijken wil op de hindernissen der natuur weer. Na deze fanfare, die zoo goed bij de omstandigheden paste, nam Chopin de plaats van Liszt in, en deed op zijn beurt de echo zingen en schreien. Toen componeerde hij zijn impromptu (op: 66, als wij ons niet vergissen) en hij speelde, voor 'teerst, eenige phrases van het verheven thema in des dat in het midden is. Die muziek, zoo doorschijnend en eolisch, bracht Chopin buiten zichzelf. Hij zette nog langer dan Liszt zijn gesprekken voort met de geesten uit de vallei; 'twas tusschen hen en Chopin een vreemd twee gesprek, vol gefluister en gemompelde groote componist werd als 't ware betooverd. De vrouw des huizes was verplicht hem te ont- Te 's Gravenhage is Vrijdag aan het gebouw van het ministerie van waterstaat c.s. aanbe steed het onderhoud van de post- en telegraaf- gebouwen te Vlissingen, van den dag der kennisgeving van de goedkeuring der aanbe steding tot en met 31 December 1900. Raming f 1970. Minste inschrijver was, zooals in ons vorig nommer reeds werd gemeld, de heer W. P. Kokelaar voor f 1742.67. Verder schreven in de heer J. Loois ad 2192, J. J. Krijger ad 2160, J. M. Deplaa ad 2115, A. Hanewinkel ad f 2110, J. van Beers ad f 2060, D. Bijl ad 2055, P. van Beers ad 2050 en F. N. de Rooy ad ƒ2020. Al de inschrijvers wonen te Vlissingen. Bij de Donderdag te Cadzand gehou den aanbesteding van het maken van werken tot oevervoorzieniug aan de waterkeoring van het calamitous waterschap Tien Honderd en Zwarte, raming f 11919, werd nog, behalve door den in ons vorig nommer gemelden min sten inschrijver, H. de Kluiver te Sliedrecht voor f 13.260, ingeschreven door de heeren P. Monjé te Breskens en M. van den Hoek elk f 14.600, C. van der Hooft f 14.400, A. Tholens Dz., f 14.280, P. A. van de Velde f 14.100, P. J. Visser te Ilansweert f 14.498, J. de Bree f 13.990, J. de Jonge te Middelburg f 13.900, B. van Eek f 13.870, C. de Wilde te Katten- dijke f 13.640 en B. den Exter van den Brink te Krabbendgke f 13.390. De inschrijvers, bij wier naam geen woon plaats is vermeld, wonen te Terneuzen. (Nbld. Z. VI.) BEKENDMAKINGEN. Suppletoir kohier no 1 voor de belasting op de honden over 1898. Burgemeester en wethouders van Middelburg, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het eerste suppletoir kohier van de belasting op de honden over het jaar 1898 door den gemeenteraad bij zijn besluit van den 28en September 1898 is goedgekeurd, en ter invor dering aan den gemeente-ontvanger uitgereikt. Middelburg, den 30en September 1898. Burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER, voorzitter. A. DE VULDER VAN NOORDEN, secretaris. BENOEMING VAN LEDEN DER COMMISSIEN UIT DEN GEMEENTERAAD. Burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat de bij artikel 54 der Gemeentewet be doelde commissiën zijn samengesteld als volgt a. de Commissie tot het ontwerpen van verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd, waarvan de Burgemeester ingevolge artikel 166 der Gemeentewet Voor zitter is, uit de heeren Mr A. P. SNOUCK HURGRONJE, Jhr Mr E. P. SCHORER, Dr A. VAN DER SWALME en Jhr Mr W. H. SNOUCK HURGRONJE b. de Commissie van Finantiën uit de heeren W. J. SPRENGER, voorzitter, Mr G. N. DE STOPPELAAR, Mr A. P. SNOUCK HUR GRONJE, Dr A. VAN DER SWALME en I. H. C. HEIJSB, leden; c. de Commissie van Fabricage uit de heeren J. F. VAN DUNNE, voorzitter, Dr A. VAN DER SWALME, H. P. VAN DE REE, leden d. de Commissie ten behoeve van de Oudheidkundige verzameling en het Oud archief der gemeente uit de heeren W. J. SPRENGER, voorzitter, Mr G. N. DE STOPPELAAR en Jhr Mr W. H. SNOUCK HURGRONJE, leden. Middelburg, 30 September 1898. Burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER, voorzitter. A. DE VULDER VAN NOORDEN, secretaris. POLITIE. Aan het bureau van politie te Middelburg zijn ais gevonden gedeponeerd een zilveren oorknopje, een zilveren dames horlogeketting, een platte grond van Walcheren, een wit ge bloemd kindersokje, een klein dicht gelakt pakje, een dames paraplui, een witte zakdoek, een hondje grijs met zwart, een blauwe meis- jesschort, goed voor een boerinnenmuts, een portemonnaie, een fietslantaarn, een meisjeszak met zakdoek, een servet, een nikkelen horloge, eenige hoeden, petten en schoenen, een luns van een handwagen, een mand met spek (on geveer 40 kilogram) en een zakmes met koperen hecht. voeren van de piano: hij had de koorts. Na hem zong Pauline V. de lieflijke naïeve romance van MolinazoNel cor non piu mi sento. De aria was goedgekozen, want elke zin bestond uit twee noten en de echo her haalde die van 't begin tot 't einde, zoo duidelgk, dat wij er alle opgewonden over waren. Het nichtje van de vrouw des huizes zong met frissche stem een volkslied, dat veel succes had en dat door de echos met een eigenaardig genot herhaald werd. 't Was twee uur in den morgen toen wij van den kant van den tuin luid gelach hoorden, en wij door de boomen een eigenaardige vlam zagen, 't Was een verrassing. De huisvrienden hadden een reusachtigen punch gemaakt in een groote zilveren kom. Het edele vocht werd met een vroolijk hoera begroeten de echo herhaalde: hoera, hoera, hoera,terwijl de blauwachtige vlam een phantastisch schijnsel over den vy ver en de bosschen wierp. Er werd punch gedronken, men soupeerde, men zong in koor om een laatsten afscheidsgroet aan de echos te zenden. De dageraad brak reeds aan, toen wg scheidden, overweldigd door aandoeningen, maar gelukkig en dankbaarwij behielden aan dezen nacht een onuitwischbare herinnering. einde. Stoomdrukkerij - D. G. Kröber Jr. Middelburg*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 6