MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 230. 141" Jaargang, 1893, Vrijdag 30 September. Het clericalisme en ons land en vorstenhuis. Deie courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometor Middelburg 29 Sept. 8 n. vm. 55 gr- 12 u 64 gr., nv. 4 n. 62 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór é&R aar aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geloorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rogel Groote letters naar de plaats die s ij in emen. Advertentiën bij abonnement op voordeeligt- voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratie aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Zierikzee: A. C. ue Mooij, te Tholen: W. A^ van Nieuwen hui jzen. Middelburg 29 September. De echo der feesten, in ons land zoo een drachtig gevierd, is nog niet verstomd, of van enkele zijden wordt het vuur der tweedracht weêr aangeblazen. Vooral de clericale bladen zijn daarin zeer sterk. Zij leggen er zich bijzonder op toe om de liberalen van allerlei leelijks tegenover het Vorstenhuis en het land te beschuldigen. Zoo wordt in De Tijd van heden in een brief uit Boedapest door A. C. A. H. het liberalisme gesignaleerd als meer dan staats gevaarlijk, omdat de „intellectueele hysterie der vrije gedachte" een geestesziekte is gewor den der moderne maatschappij, een ziekte, die door haar beginselloos, grillig en wisselend karakter een bestendig sociaal gevaar oplevert, een gevaar voor de geheele meuschheid en voor haar edelste idealen." Natuurlijk staat ook de redactie van De Maasbode bij de aanvallen op de liberalen in ons land in de eerste gelederen; en zij is heden buitengewoon op haar paardje. Zij vindt vooral in hetgeen de heer Troelstra Dins dag in de Tweede kamer bij het adres van antwoord op de troonrede opmerkte, en dat meer dan voldoende weerlegd werd door de heer en Nol ting, Klerk en Pijnappel aanlei ding om nog eens o. a. „het Christelijk volk" te waarschuwen tegen de liberalen. Dit noopt ons tot eene enkele opmerking. Tegenover den heer Troelstra roept de redactie van De Maasbode dat „Christelijk volk" toe„Dat uwe geestdrift voor onze geliefde vorstin spruit uit een onnatuurlijke opwinding, zult ge loochenen met rechtmatige verontwaardiging. „Ons Christelijk volk is Oranje een steun." Maar dan komt de knal van de vuurpijl en luidt het verder „Niemand echter kan twee heeren dienen. „Het koningschap schragen tegelijk met het liberalisme is tegenspraak. „De koningin eeren en liefhebben als een door God gewijd gezag en tevens het liberalisme steunen, dat deze koningin tot een dienaresse verlaagt, is bouwen en afbreken terzelfdertgd." Op dit aambeeld is in den laatsten tijd al zoo dikwijls geslagen dat tegen zulk een tak- tiek wel eens geprotesteerd mag worden. De Standaarddie in denzelfden geest reeds meermalen schreef, werd daarover al door anderen onder handen genomen. Wij nn wenschen tegenover het clericale, het Jezuïtische Rome een woord van protest te doen hooren. Wij zouden willen vragen of ons vorstenhuis ooit eerlijker en trouwer gediend is dan door mannen als Van Hogendorp, Thorbecke enz. die, de belangen van het land vooral in het oog houdende, onzen koningen de liefde van het volk verschaften, hun positie sterk maakten door hun de hun toekomende rechten te verzekeren, maar tegelijkertijd hunne plichten duidelijk te omschrijven Zoo wist èn vorst èn volk welk Btandpunt beiden moesten innemen. Maar zoo heeft Rome, zooals De Maasbode dit vertegenwoordigt, het nooit gewild. Laat ons toch de goê gemeente geen zand in de oogen strooien met geijkte en niets zeg gende woorden als „een door God gewijd gezag." Door welken God is dat gezag in ons land dan gewijddoor dien, zooals de Paus, met hem de R. K. kerk, zich dien denktdoor den God van dr Kuyper en de zijnen; of door dien, zooals de modernen in de Hervormde kerk of de Israëlieten zich dien voorstellen Wanneer elk voor zich dit gezag gewijd acht door den God, zooals die naar zijne opvattiDg be staat, dan blijft er voor de overigen toch reden over om aan die wijding weinig of geen waarde te hechten. God, die, zooals ook Rome leeraart, alles bestuurt, heeft sommigen dergenen, die hem Aanbidden, al zonderlinge middelen ter hand doen nemen oui het Vorstenhuis te bevestigen en zijn liefde te toonen. De geschiedenis leert bet duidelijk. De geestdrijverij van Rome hetlt o. a. den stichter van dat Vorstenhuis het leven gekost. Trouwens, de wereldgeschiedenis leert ge noeg hoe Rome, als het in zijn kraam te pas komt, vorstenmoord niet versmaadten zij zegt nog heden heel wat anders dan De Maas bode predikt. Zij leert duidelijk genoeg dat 't het Jezuïtisch Rome niet te doen is om de belangen van een vorstenhuis, als „een door God gewijd gezag", of van een volk, want dan zou het zich ook neerleggen bij den troon van koning Humbert in Italiëdau zou het niet heulen met de republiek in Frankrijk, die al meer dan droeve ervaringen opdoet van haar sympathieën voor het clericalisme; en daardoor nu op hare grondvesten wankelt. Is die Republiek; is de republiek der Veree- nigde Staten, met wie de Paus toch ook gaarne op goeden voet wil zijn, ook een „door God gewijd gezag?" Welken God wijdde dan dat van Koning Alphonsns in Spanjeen wie steunt Don Carlos daar? Ale die straks op den troon mocht komen, men rekene erop dat Rome hem even zeer zal huldigen als nu den jeugdigen vorst, wiens positie door hem wordt belaagd. Als Rome slechts naar de oogen wordt ge zien, helpt het elk gezag schragen. Rome zoekt eenvoudig den invloed der kerk te vermeerderen. Het doet dit langs allerlei wegen. Heden heult het met een koningschap, morgen met een republiek, als dit slechts strek ken kan tot verheerlijking en versterking van zijn invloed. En dit heeft het gemeen met alle clericale instellingenzij verliezen nooit haar belang en haar doel uit het oog. Van haar standpunt is dit verklaarbaar en verdedigbaar. Alleen de middelen om dit doel te bereiken zijn niet altijd boven bedenking verheven. Dit alles is de eenvoudige waarheid, die niet geloochend kan worden. En de fjovialiteit, de hartelijkheid, de in stemming, waarmee in ons land onlangs tal van eerlijke katholieken mee feest vierden, uit waardeering van het vele goede, van de vrij heid die zij in ons land genieten, en die zij hoofdzakelijk aan de liberalen te danken heb ben, kunnen niet uit bet oog doen verliezen dat het door ons geschetste standpunt juist is. Als Rome daarbij geen belang had gehad niet had ingezien dat het vrij onhandig zou geweest zijn zich van deelneming aan de ten te onthouden, maar daarentegen zeer, zeer practisch om aan ons nationaal feest wel deel te nemen, dan betwijfelen wij of de hoogere en de lagere geestelijkheid beiden zich er wel zoo voorgespannen zouden hebben, om hare kudden voor te gaan en aan te moedigen bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina hulde te bewijzen en de feesten te steunen. In die overtuiging staan wij niet alleenal zal menigeen misschien haar niet aldus onom wonden durven uitspreken. Dat wij dit doen, heeft, naast A. C. A. H. in De Tijd, de redactie van De Maasbode te danken, of wil zij liever zeggen te wijten ook goed, aan haar arrogant optreden, haar ongemo tiveerd verdacht maken van al wat liberaal zich noemt. heel weglaten, om dan bij het bezoek der Ko ningin zelve, wanneer versieringen enz. natuur lijk toch noodig zouden zijn, des te beter voor den dag te kunnen komen. Het gaat toch niet aan om telkens en telkens weêr geld uit te geven voor feesten. Kort na onze opmerking is er dan ook eene tegenspraak gevolgd, die een officieus karakter droeg. Daarin werd gemeld, dat er bij H. M. geen plan bestond zoo spoedig reeds wederom een reis door het land te maken. Die mededeeling was te waardeeren. Maar nu zou het, na die tegenspraak en na dat er pas overal feesten geweest zijn, ons des te onverklaarbaarder voorkomen, dat zulk een tournee door bet land reeds in het volgend jaar plaats hadtenzij men aan het woord spoedig eene andere beteekenis toekenne dan wij doenof H. M. zich tot eene provincie Ook voor Haar zelve komt ons zulk een tocht door het land, na het drukke inhuldigings jaar, nog al bezwaarlijk voor. Wij kunnen ons dan ook niet voorstellen, dat het bericht, zooals het nu luidt, waarheid bevat. Er is nu wezenlijk wel wat anders te doen dan al weer feesten te organiseeren, die op de, toch al genoeg belasting betalende inwoners van sommige gemeenten een niet gewenschten druk zouden uitoefenen. Wij verwachten dan ook wel spoedig een tegenspraak van of eene nadere toelichting op het bericht in het Arnhemsche blad. Toch waar? „Het plan moet reeds nu bij H. M. de Ko ningin vaststaan H. M. gaf het zelf aan eenige autoriteiten in de laatste dagen te kennen om in het volgend jaar weer een reis door het land te maken en allo provincies opnieuw te bezoeken." Dit meldt de Arnli. Crt. Wij twijfelen sterk aan de juistheid van dit bericht. Toen toch verleden jaar op zulk een bezoek, kort na de inhuldiging, werd gezinspeeld, wezen wij uitdrukkelijk op de wenschelijkheid om zulk eene mededeeling officieel of officieus te bevestigen of tegen te spreken. Men bon dan, met het oog op kosten voor feestvieringen enz., die men toch niet voortdurend kan be strijden, zich op dit punt bij de inhuldiging zeer, zeer beperken, festiviteiten desnoods ge Men zie on,s nommer van 13 Oct. 1897, BE1HOEMUIUEA ENZ. Bij kou. besluit: is benoemd tot notaris binnen het arr. nee- renveeu, ter standplaats Oldeberkoop, gemeente Ooststellingwerf, H. D. J. Ouwersloot, candi- daat notaris te Utrecht zijn benoemd in de orde van O/aiy'e-Nassau, tot commandeur de generaal-majoor W. Roose boom, commandant der Stelling van Amster dam, tevens bevelhebber in de Iste mil. afd.; tot officier de luit.-kolonel J. van Wijk, van het 7de regiment inf., en J. B. Vorstman, werkzaam aan de secretarie van H. M. de Ko ningin-Moeder en tot ridder de gepens. kapitein der int. J. Huygens, J. J. L. Heldring, pen ningmeester van bet comité voor het huldeblijk aan H. M. de Koningin-Moeder, en H. M. or donnans-officier jhr C. L. van Suchtelen van de Haare, van den grooten staf is aan den eervol ontslagen commies bij de directie der marine te Willemsoord J. C. J- Graat, een pensioen verleend, ten bedrage van 1102 'sjaars; is de off. van gezondh. lste kl. bij de zee macht H. van der Voo op pensioen gesteld, ad f 1425 'sjaars, en bij de zeemacht bevorderd tot off. van gezondh. lste kl. de officier van gezondh. 2de kl. C. Pino; is benoemd tot inspecteur der directe bel, enz. te Schiedam P. Aleva, inspecteur derzelfde middelen te Venlo; is, ingaande op 1 November 1898, eervol ontheven van het commando der koloniale reserve de luitenant-kolonel der infanterie het leger in Nederlatdsch-Indië G. G. J. Notten, en van en met genoemden datum benoemd tot commandant van genoemd koips de met ver lof in Europa aanwezige luit.-kol. der infan terie van bet leger in N.-I. J. A. P. Grevers. Aan belanghebbenden wordt in de StCt. be kend gemaakt, dat voor de betrekking van klerk der postergen en tclegraphie, waarvoor het examen in October a. s. gehouden wordt, ten hoogste acht plaatsen voor vrouwelijke candidaten worden beschikbaar gesteld. Bij kon. besluit is alsnog vrijdom van per- soneele belasting toegekend voor het gebouw der Loge Fluweelen Burgwal 22 te 's Graven- hage, van de Orde van Vrijmetselaren onder het Groot Oosten der Nederlanden, voor zoover betreft die gedeelten welke niet aan anderen verhuurd worden of tot woning voor den con cierge dienen. Grepen staatsbegrooting 1899. Waterstaat stelt voor f 17.000 voor verbete ring der westelijke waterleiding te Ter neu zen en, zooals reeds gemeld, f 2000 bijdrage voor de haven te Philippine. De werken aan de schutsluis te Veere zul len onverwijld voortgezet moeten worden, waarvoor f 40.000 is uitgetrokken. Verder f 406.000 voor aanleg van havens in verband met den aanleg van stoomtramwe gen, f 300 000 subsidie voor deu aanleg van stoomtramwegen en 167.300 subsidie voor Parijscbe Wereldtentoonstelling in 1900. Uitbreiding van het korps ingenieurs wordt noodzakelijk geacht. De bedoeling is de indienst- stelling van 12 adspirant-ingonieurs mogelijt te maken. Voorloopig zal echter slechts een tweetal ad spirant-ingenieurs meer worden be noemd en daarvoor is f 2400 uitgetrokken. Het toezicht op de spoorwegdiensten zal worden uitgebreid met 1 rijksingenieur voor de spoorwegen, 1 opzichter-teekenaar en 1 klerk. De ingenieur zal speciaal worden belast met de behandeling der aangelegenheden van ont worpen locaalspoorwegen en tramwegen. Voorts iiju verhoogingen van f 200 voorgesteld vcor de oudste twee rijksingenieurs van de spoor wegen, den ingenieur voor het stoomwezen, den adjunct-ingenieur en een adjunct-commies, een van f 100 voor twee adjunct-commiezen, een opzichter teekenaar en een bode. Voorgesteld wordt aanneming van een vast stelsel van bevordering der ambtenaren van stoomwezen en vermeerdering van het korps met een adspirant-ingenieur en een op zichter. Voorts twee ambtenaren, een chef de bureau en een klerk toe te voegen aan de inspecteurs en adjunct inspecteurs over het toezicht, bedoeld bij de veiligheidswet en de arbeidswet, het korps aan te vullen met twee adjunct-inspecteurs en over te gaan tot de be noeming van eene adj unct-inspectriec van den arbeid. Bij de uitgaven voor de postergen is gere kend op een vast jaarlijksch verlof van de ambtenaren. Vrijdom van zout-accijns. Bij resolutie van den miuister van Financiën is, ter uitvoering van het kon. besl. van 19 Augustus 1898, omtrent vrijdom van accijus voor zout, benoodigd voor fabrieken en tra-1 fieken, het volgende ter algemeen e kennis ge bracht Het besluit bevat eene nieuwe regeling van den vrijdom van accijns voor zout, benoodigd voor fabrieken en trafieken. Die regeling onderscheidt zich van de bestaande hierdoor, dat zij voor de vrijdomgenietetden in verschil lende opzichten geriefelijker ij. De bevoegdheid tot inslag van zout met vrijdom van accgns zal voor hen, op wie de nieuwe regelirg van toepassing is, niet meer afhankelijk zijn van eene vergunning van den minister, waardoor ook vervalt de verplichting om eene nieuwe vergunning aan te vragen, wanneer door uitbreiding van zaken de hoe veelheid zout, bij de eerste vergunning toege staan, onvoldoende blijkt. Ieder, die fabriek of trafiek drijft als genoemd in art. 1 van het besluit en in het bezit is van het bij art. 4 bedoelde bewijs van aangifte der panden, zal zooveel zont als hij noodig heeft met vrijdom van accgns kannen ontbieden, zonder dat hg, zooals thans, voor elke partij den ontvanger, Onder wiens kantoor de fabriek of trafiek gelegen is, een biljet behoeft aan te vrageD, ten bewijze dat de inslag vol gens de door den minister verleende vergun ning kan plaats hebben. "Voor eiken inslag zal dus voortaan slechts éen document noodig zijn het ook thans gevorderde vervoerbiljet, dat door den afleveraar van het zout is te lichten. Terwijl tot dusver de vrijdom in den regel alleen voor ruw zout werd verleend, zal het den belanghebbenden vrijstaan naar eigen goed vinden ruw of geraffineerd zout te ontbieden. Voorts vervalt de verplichting om bij het einde van een jarig tijdvak aangifte bij den ontvanger te doen van de voorhanden hoeveel heid zout en van de hoeveelheid vervaardigde of verwerkte goederen. Vermenging van bet zout geschiedt op de wijzeD, aangegeven in een by de instructie gevoegden staat. In het algemeen komen de voorgeschreven vermengingen overeen met die welke reeds nu worden toegepast. Wanneer belanghebbenden eene andere ver menging wenschen, hebben zij zich daartoe by gezegeld adres tot den minister te wenden. UIT STAD EN PROVINCIE. Wg ontvingen het eerste jaarverslag van do te 's Gravenhage gevestigde Wiihelmina- vereeniging. Zooals men weet, stelt die vereeniging zich ten doel verbetering en verheffing der krank zinnigenverpleging en strekt zij hare zorgen uit over de verpleegsters en verplegers, die zich daaraan wijden, in Nederland en in zijne kolo niën, in het bijzonder over her, die in krank zinnigengestichten werkzaam zijn. Zij tracht haar doel te bereikena. door het opsporen en voorthelpen van personen, ge schikt om tot verpleegster of verpleger te worden opgeleidb. door de doelmatige op leiding dezer personen te bevorderen en te ver- gemakkelgkenc. door het oprichten van hui zen, waarin verpleegsters of verplegers, die rust behoeven of buiten betrekking zijn, tyde- lijk een voor hen passend onderkomen kunnen vindend. door het verleencn van steun aan verpleegsters of verplegers bij slepende ziekte invaliditeit of ouderdom. De voorloopige resultaleD, die, dankzij den ijverigen bemoeiingen) der Provinciale comité's en overige bestuurderen, zijn verkregen, kunnen, de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen, bevredigend genoemd worden. Aan giften in eens kwamen in omstreeks 9000, ongerekend eene voorwaardelijke gift van f 1000 aan jaarlijksche bgdragen ruim f 3300. Het provinciaal comité voor Zeeland bestaat uit den heer dr. J. P. Berdenis van Berlekom, voorzitter, mevrouw van Citters-Ermerins, mevrouw baronnesse Collot d'Escury-Van Doorniuck te Hontenisse, den heer I. H. C. Heijse, oud-lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, jhr A. C. Rüell, hypotheekbewaarder te Zierikzee, mevrouw Dumon Tak-Van Trigt, penningmeesteresse mejuffrouw J. C. van der Harsf, secretaresse. De heeren of dames, -bij wier namen geen woonplaats vermeld is, wonen te Middelburg. In het verslag wordt er op gewezeD, dat met het oog op de inhuldigingsfeesten eerst in het najaar de zaak krachtig zal worden ter hand genomen en dat van het toevloeien van gelden voor een belangrijk deel afhankelgk zal zijn de wijze waarop de vereeniging tot bevordering van haar doel zal werkzaam zyn. Leden zijn zij die of in eens ten minste 100 bgdragen, of zich verbiuden tot eene jaarlijk sche bijdrage van ten minste f 5. Begunstigers die minder dan f 5 per jaar bijdragen. Blijkens het verslag van commissarissen der vereeniging Nederlandsch Mettray over het jaar 1897 kenmerkte zich de geschiedenis xan dat jaar niet door bijzondere g--beurtenissen. Het aantal kweekelingen na-rt toebet steeg tot 125 tegen 119 op 31 Dpc. 1896. Twee en dertig nieuwe jongens werden opee- nomen en zes en twintig vertrokken, van welken 16 op grond van hun leeftijd, die allen in een dienst werden geplaatst. Zeven werden van de kolonie weggenomen, hetzij om tiran- cieele redenen, of omdat de ouders meenden dat hun verwijdering van huis lang genoeg had geduurd en zij wel voldoende zouden verbeterd zgn. Aan giften werd ontvangen f S26, terwijl der vereeniging een legaat van f 5000 ten deel viel. Het aantal leden is afnemende en de contri butie was in 1897 ruim f 160 lager dan in 1896. Het bestuur hoopt dat 1898 in dat opzicht beter zal wezen. De afdeeling Middelburg telt 15 leden i 3 begunstigers, de afdeeling Zierikzee 2 leden. Bestuurders zijn van eerstgenoemde afdeeling de heeren mr A. P. Snouck Hurgronje, voor zitter, en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, secretaris-penningmeester; en van laatstge noemde afdeeling jhr mr M. J. Schuurbeque Boeye, voorzitter, en jhr mr J„ W. C. de Jonge van Ellemeet, secretaris-penr ingnnester. Den Nederlandechen rivierloods G. Stroo- snijder, die reeds ongeveer een twintigtal jaren belast is met het loodsen van koninklijke En- gelsche jachten, werd door den commandant van de Victoria and Albert, namens de konin gin van Engeland, een fraaie doekspeld aan- Door den raad van Hulst is benoemd tot onderwijzer aan de O. L. school de heer d'Haans en tevens diens echtgenoote tot vroed vrouw. Beiden wonen te Graauw. KERKNIEUWS. Door het kiescollege der Ned. Herv. ge meente alhier is Woensdag avond ter voorziening in de vacature-Sibmacher Zijnen een viertal voor predikant opgemaakt, bestaande uit de heeren dr. J. R. Slotemaker de Bruijne te Beileu, dr. E. J. W. Posthumus Meijes Szn. te Heinenoord, D. G. Postma te Zaandam en N. J. C. de Minjer te Sexbierum. Hieruit blijkt dus dat dit college niet wenscht te voldoen aan het verlangen der heeren mrs Pb. J. CalleDfels en E. P. Schorer, om een modern predikant te beroepen. ONDERWIJS. Te Utrecht is het prop. examen in de geneeskunde afgelegd door den heer Th. W. Polet van Middelburg. Volgens opgaaf van den heer R. Derksfrj secretaris, werd voor de scholen met den bijhei dit jaar gecollecteerd teHeinkenszand (geref. kerk) f 19.797s, Schoondijke (geref. kerk) f 29,60 en te Ternenzen 173.95. LETTEREN EN KUNST. Wie den veel besproken, veel sensatie wekkenden roman Hilda van Suylenburg van mevrouw Goekoop, geb. De Jong van Beek en Donk heeft gelezen, verzuime ook niet kennis te nemen van een geschrift, daarover dooy

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1