MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
N°. 221.
141" Jaargang,
1898»
Dinsdag
20 September.
Dew courant rorschfjnt dagelijks, mot uitzondering ran Son- en feestdagen.
Prys, per kwartaal, loowel roor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm ometer
Middelburg 19 Sept. 8 u. vm. GO gr. 12 u 68 c
tv. 4 u. 64 gr. F. Verw. Z. W. witd.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éin uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- on alle andere familieberichten «n
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote lettors naar do plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeligc-
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te
Agenten.'
Te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A.
Nieuwenuuijzen.
Neerland's naam hoog!*)
De vlaggen zullen thans, misschien opeene
enkele uitzondering na, wel alle zijn inge
haald; de vreugdevaren zijn gedoofd en
Nederland keert weêr tot zijn gewonen toe
stand terug.
Alleen moet nog de revue bij Renkum
plaats hebbeneen militaire vertooning,
waarvan wij vreezen dat het groote publiek
weinig zien zal.
Toch zal het ook daar Woensdag natuurlijk
niet aan belangstelling ontbreken.
Maar dan is het goed, dat er een tijd van
rust aanbreke, goed zoowel voor onze Konin
gin als voor het algemeen.
Feesten zijn heel aardig en hebben nu en
dan hun nnt, vooral omdat zij de standen
tot elkaar brengen en wat meestal verdeeld h
samenvoegen. Maar zij moeten niet te lang
duren. Dat is slecht voor de hoofden, de
beurzen, de werkzaamheden en den goeden
gang van zaken.
Wie nn een onbevangen blik achterwaarts
slaat en niet door allerlei nnrksche opmer
kingen zich van zijn stuk laat brengen o.
a. deze dat velen uit eigen belang, om voor
deel te behalen, de feestvieringen hebben
doorgedreven of zoo zeer uitgebreid zal
moeten erkennen dat, op zeer, zeer enkele
uitzonderingen na, er een zeldzame geest
drift zich openbaarde en een algemeen
streven tot samenwerking.
Eén van zin, éen van gevoelen toonde
men zich bijna algemeen, waar het gold
vreugde te betuigen over hot optreden van
Wilhelmina als koningin.
Het nationaliteitsgevoel openbaarde zich
sterk.
Dit valt niet te ontkennen, al wil men een
deel der opgewondenheid ook schrijven op
rekening van de zacht der menschen om
feest te vieren en pret te maken; en al is
men van meening dat er in deze ook veel
overdrijving viel waar te nemen en eene
kortere duur, eene mindere uitgebreidheid
der feesten aan de waarde der algemeene
goede gezindheid en vreugde niets geschaad
zou hebben.
De gedachte aan die eensgezindheid, die
algemeene feestvreugde, die krachtige uiting
van ons nationaliteitsgevoel werd vooral
bij ons verlevendigd, toen wij, na al de
rumoerige dagen, het Irüfcnommer van
September, dat wij nog geen gelegenheid
hadden in te zien, thans op een matigen
avond konden lezen.
Het daarin voorkomende opstel van prof.
G. Kalff is vooral zeer lezenswaardig.
Zoo troffen ons bijzonder, bij veel wat
overweging verdient, deze Tegelen
„Indien wij de eeuw, die nu welhaast
achter ons zal liggen, trachten te overzien,
dan zien wij vooralverdeeldheid langzaam
wykend voor eenheid en het nationaliteits
gevoel toenemend in kracht en zuiverheid.
„De grondwet van 1814 en de herziening
in 1848 brachten ons vrijheid van godsdienst,
gelijkheid van allen voor de wet, de ver
dwijning der standen uit den staatsvorm.
„Het volk kreeg meer invloed op de samen
stelling der regeering; de kloof tusschen
regeerders en burgerij werd smallerniet
langer stond Oranje tegenover Holland,
Amsterdam en de regenten. Het is waar,
het einde der regeering van Koning Willem
den Eerste beantwoordde geenszins aan dat
blijde beginmet „hosannawas hij ont
vangen, onverschillig zag men hem heengaan.
„Doch bij al wat men te recht of te on
rechte heeft gelaakt in Willem I en zij;
opvolgers wie die iets voelt voor ons
koningshuis, beeft nooit een oogenblik van
weemoed gekend om al die prinsen van
Oranje, van ons weggenomen in zoo korten
tijd?
„Om dien eenen vooral wiens beeld ik
nimmer kan vergeten, sints ik hem eens
zag, slank en bleek, in zijne huzaren-uniform
sints ik later op Noorthey met eerbied stilstond
voor zijn portret als leerling dier school en
in gedachten den afstand mat, de klove die
daar lag tnsschen dien innemenden, rijzigen
knaap met dat bloeiend gelaat, met die
Dit opstel moest Zaterdag wegens over-
floed van stof blijven liggen. Red,
open oogen, en dien vermosid nitzienden
koningszoon in don vreemde, eenzaam
gestorven ver van zoovelen die hunne hoop
op hem gevestigd hadden!
„Het provincialisme, door de hervormingen
in onze staatsregeling gefnuikt, nam nog
meer af door de verbetering en vermenig
vuldiging der verkeersmiddelen.
„Werd door al die dingen het nationaliteits
gevoel onder ons volk versterkt, gelouterd
werd het ook door meer zelfkennis dan
vroeger ons deel is geweest."
Wat hier wordt gezegd omtrent verster
king van ons nationaliteitsgevoel is vooral
in de jongste dagen duidelijk gebleken.
Wij hebben tijden gehad, dat veler onzer
van hun eigen natie weinig verwachtten
In het buitenland was, volgens ben, alles
veel beterons volk was verslaptde
energie was eruit.
Maar tegenover dat buitenland is thans
toch getoond hoe wij met vreugdevollen
moed de toekomst ingaan. Juist om het
vele dat wij verloren, scharen wij ons des
te nauwer rond hetgeen wij bezitten
Wat onze jonge koningin voor ons volk
moge worden wij hebben onze hoop
daaromtrent reeds onder woorden gebracht.
Als 't waar is wat men beweert men
kan echter helaas! op zulke verzekeringen,
meestal uit vleierij voortkomende, zoo weinig
aan dat de tirade in haar proclamatie
over haar streven om naar haar vermogen
bij te dragen tot verhooging van het gees
telijk en stoffelijk welzijn van het volk, op
haar uitdrukkelijk verlaugen daarin is op
genomen, dan getuigt dit zeker van een
juist besef der jeugdige vonlin van hetgeen
zij als haar taak beschouwt
Of zij de strekking daarvan ten volle
iseft Al het gewicht, al de zwaarte er
van gevoelt
Wie zal, wie kan, wie mag het zeggen
Wij zouden niet gaarne zien dat konin
gin Wilhelmina een dweepster werd als
koningin Louise iu Multatulis Vorstenschool.
al wilden wij haar de lezing van dit uit
muntend werk wel aanbevelen. Dwepen is
voor een vorstin, die handelend moet optre
den, een gevaarlijk werk; doch als richt
snoer kunnen de ideeën, door de hoofdper-
sone uit dat toooeelspel geuit, een goedeD
invloed uitoefenen.
Eu waaneer bij haar zelve reeds het ge
voel levendig is dat eene koningin, vooral
eene zooals zij, die met het hoogste gezag
ia bekleed, veel moet doen voor het volk,
dan kan zij niet anders dan door de lezing
van Louise's ontboezemingen versterkt worder
in hare overtuiging.
Maar op ons, als volk, rust een even dure
plicht.
Er schuilt onder ons veel goedswij
mogen het gerust erkennen. Zelfs ouder
hen die liefde gevoelen voor alle volkeren,
die bij voorkeur wereldburgers willen zijn,
heerscht een streven naar eenheid, een liefde
voor het vaderland, die kracht geeft. Zoo
lang het hoogste ideaal nog niet te bereiken
is, vergenoegt men zich by voorkeur met het
najagen van bereikbare idealenbeperkt
men zijn gezichtskring tot eigen vaderland
En dit doen wij des te liever, omdat wij
waarlijk in ons land, in vergelijking met
andere r^ken, zooveel voorrechten hebben
omdat de vrijheid hier zoo goed is gehuisvest.
Dat gevoel maakt ous zelfs nu en daD
stout en sterk tegenover dat buitenland; bet
deed ons protesteeren toen er in onze oogen
door het groote Engeland onrecht werd
gepleegd tegenover Transvaaltoen in
Frankrijk het recht verkracht werd en een
Zola mishandeld.
Dat kleine Nederland behoeft zich dan
ook niet te schaiaen als het getuigt van
zijne vrijheidlievende gevoelens; het kon
met trots zijne vreemde gasten ontvangen.
Zij hebben ona ditmaal leeren kennen en,
wij zijn ervan overtuigd, betere indrukken
van ons gekregen dan zij tot beden hadden
beter leeren begrijpen wat en wie wij zijn.
Zij hebben een heerlijk schouwspel te
zien gekregen; en om dat alles te
„Geen chauvinisme," zooals prof. Kalff
zegt: „Maar veel minder nog dat bekrom
pen smalen op eigen land en vdlk; dat
ontzenuwend uitweiden over eigen zwakheid
die weerzinwekkende dankbaarheid „voor
beentjes en wat brood," indien men in don
vreemde iets goeds van ons zegt."
Fierheid vooral is tegenover het buiten
land volstrekt niet misplaatst; integendeel
dringend noodig.
Maar Neerland's naam dient ook op andere
wijze hoog te worden gehouden.
Na deze feestdagen stelt het gewone
praktische leveu wederom zijne eischen;
ook op het gebied van het staatsbelang.
Straks vangt de nieuwe parlementaire
campagne weêr aan. Zaterdag sloot de
minister van binoenlandsche zaken de jongste
zitting der Staten-Generaal, morgeD (Diosdag)
zal onze joDge vorstin, voor het eerst iu
haar leven, de nieuwe openen.
Eu dan zal de strijd weer aanvangen over
de eischen, die 's lands belang stelt.
„Buiten criliek kunnen wij niet, buiten
partijen en partijstrijd evenmin scherpe af
scheiding der partijen zal voor een krachtig
en gezond volksloven zeker eer bevorderlijk
dan nadeelig zijn. Doch gevaarlijk voor het
bestaan eener nationaliteit wordt partijstrijd,
indien partijzucht gaat overheerschen, indien
het wachtwoord steeds pro domo blijft, ook
waar het pro patria moest luiden. Aan
standsverschil en individualisme is niet te
ontkomenbeide nemen steeds toe, al moge
de groepeering van standen en individuen
zich wijzigen. Maar juist daarom is het
noodig, dat de standen, die tot dnsver het
heft in handen hebben, bijtijds aan de
overige het hun toekomend deel in de rege
ling der zaken gevenniet uit vrees doch
uit rechtsgevoel en plichtsbesef. Noodig ook
dat ieder, die geroepen wordt in samenwer
king met andereu te regelen of te besturen,
van tljj tot tijd eigen meening wete op te
geven om der wille van de goede zaak;
dat hij zich niet dadelijk inbeelde dat zijn
eer er mee gemoeid is, indien zijn haantje
geen koning kraait, of dat hij, indien zijn
voorBtel wordt verworpen, zich moet ont
trekken aan de zaak en „Achillesje in de
tent" spelen."
Ook dit zijn zeer behartigenswaardige
woorden uit de pen van prof. Kalff.
Niet om partij- maar om 's lands belang
is bet te doen.
En meaige goede zaak leed schipbreuk,
juist omdat men dit over het hoofd zag, na
joeg de bevrediging der belangen van per
sonen en groepen, terwijl het welzijn van
het land op den achtergrond trad, of in den
knel geraakte.
Gelukkig valt er in den laatsten tijd op
goede teekeoen te wijzen.
Het ministerie, dat op het oogenblik aan
de groene tafel zit, heeft getoond, door het
indienen van verschillende wetsontwerpen,
zijne roeping te begrijpen, aan de eischen
des tijd8 te willen voldoen.
En de groote meerderheid der volksver
tegenwoordiging heeft bewijzen geleverd van
een zelfverloochenend streven tot samen
werking, dat niet anders dan veel goeds voor
de toekomst belooft.
Op dit punt vangt onze jeugdige koningin
haar regeerin? onder gunstige teekenen aan.
Ons laat de kwestie kond of de nn ingediende
nattige ontwerpen, o. a. die in het belang
der jengd, door de regeering opoieuw moe
ten worden aangeboden, omdat wij de zeker
heid hebben dat, stel zij werden terug
genomen, dit slechts voor een oogenblik
zou zijn. Dat sommigen zich daarover warm
maken, geschiedt onzes inzicos lang niet
met zuivere bedoelingen, doch eenvoudig
om te beproeven eenige vertraging te ver
oorzaken in bet tot stand brengen van
auttige maatregelen. Ook al weer een bewijs
dat men vaak kleine middelen zoekt om
groote zaken tegen te houden.
Gelukken zal dit niet; maar niet onge
grond is zeker de vrees, dat men met
dergelijke bijzaken den parlementairen tijd
zal zoek maken. En wij hebben dien zoo
dringend noodig om wetten tot stand tc
brengen, die, meer nog dan de feestvieringen
van straks, Neerland's naam hoog zullen
houden.
Er moet rechtvaardigheid geschieden
tegenover het verwaarloosde kinder moet
gehandeld worden om onrecht tegen te gaan
In die richting zij vooral het aanstaande
parlementaire jaar vruchtbaar; dank zij de
overtuiging van de meerderheid der volke
vertegenwoordiging, dat van haar vooral
afhangt om het goede voornemen der
koningin te willen bijdragen tot verhooging
van het geestelijk en stoffelijk welzijn van
het volk tot eene levenwekkende en vrucht
dragende kracht te maken.
Schooner dan alle woerden en betuigingen
zijn daden, die spreken van een ernstig
streven naar een rechtvaardige sociale wet
geving.
Voor het binnenland zal daardoor in een
lang gevoelde behoefte worden voorzien
tegenover het buitenland zal de goede naam,
dien wij hebben verworven, nog in waarde
stijgen.
En in het geheel zal zulk streven bet
duidelijkst en schoonste zegel drukken op
alle wederzijdsche betuigingen van liefde en
trouw voor het vaderland, in deze jongste,
gewichtige dagen zoo overvloedig afgelegd.
Middelburg 19 September.
BEATOESHNGIDN ENZ.
Bij kon. besluit
zijn benoemd tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassaujhr S. M. S. de Ranitz, kamer
heer van H. M. de Koningin, intendant van het
huis van H. M. de Koningin-Moeder; G. A.
baron Tindal, kamerheer, en mr F. S. K. J.
graaf van Randwyck, ceremoniemeester van
5. M. de Koningin
tot ridder in de orde van den Neder landschen
LeeuwH. A. baron Clifford, hofmaarschalk,
en C. A. baron Bentinck, eerste-stalmeester
in H. M. de Koningin
zijn jhr J. P. E. Hoeuffc van Velsen, te
's Gravenhage, en jhr C. C. Th. Six, te Amster
dam, benoemd tot officier in do orde van
Oranje-Nassau
is aan den luit. t./z. 24e kl. A. G. Boissevain,
op zijn verzoek, eervol ontslag uit den zee
dienst verleend;
is de eerste-luit. A. F. C. Rambonnet, van het
8ste reg. int., op non-activiteit gesteld
is A. Mondt jr. benoemd tot opzichter bij de
landsgebouwen.
Door de arr.-reehtbank te 's-Hertogenbosch
is, ter vervulling van eene vacature van
rechter in dat college, opgemaakt de navol
gende alphabetische lijst van aanbeveling: mr
E. M. Gompertz, substituut-griffier bij de arr-
rechtbank te Breda; jhr mr A. Th. J. Schade
van Westrum, substituut-griffier bij eerstge-
melde rechtbank, en jhr mrF. X. A. Verheijen,
advocaat en procureur, alsmede kantonrech ter
plaatsvervanger te 's Hertogenbosch.
De ministers van oorlog eu van waterstaat
deze week geen audiëntie.
A T J E H.
Het officieel verslag van de voornaamste ge-
eurtenissen in het gouvernement Atjeh en
onderhoorigheden loopt tot 30 Juli. Daarin
kwamen geen mededeelingen voor, die niet
reeds door de telegraaf te onzer kennis zijn
gebracht.
Ook de nader gehouden tochten werden reeds
vermeld, 't Blijkt uit een en ander dat kolonel
Van Heutsz by voortduring aan de bevolking
van Pedir de kracht onzer wapenen deed
gevoelen.
Men deelt van Atjeh nog aan 't Bat. Nbld.
mede, dat er binnenkort een conferentie zou
plaats hebben tusschen den gouverneur Van
Heutsz en den resident van de Oostkust van
Sumatra, waarin zal behandeld worden de wen-
schelijkheid en de mogelijkheid, om de bezet
tingen van de Oostkust van Atjeh zooveel
noordelijker te verschuiven dat beide gewes
ten aanraking met elkander krijgen, elkander
kunnen steunen en in de nabijheid particuliere
industrie mogelijk maken kunnen.
Dit zal zeker bevorderlijk kunnen zijn voor
de pacificatie. Een goed werk daarvoor is ook
de Atjeb-stoomtram. De werkzaamheden aan
de lijn Glé Kambing-Selimoen vorderen, naar
den 28 Juli aan de Loc. werd geschreven, tot
ieders tevredenheid met reuzenschreden.
UIT STAD EN PROVINCIE.
By kou. besluit is aan den binnenloods,
tevens loods naar zee, te Brouwershaven,
van den Berge, de zilveren eere-medaille in de
orde van Oranje-Nassau verleend.
Verder is benoemd tot gezworen voor den
polder Dreischor J. M. Klompe.
Blijkens Prov. blad no. 109 van 1898
bedragen de kwade posten op de grondbelasting
over 1895 f 174.89s en op de personeele be
lasting over 1895/96 7732.83s.
Middelburg komt op den staat voor met
f 6.49 voor grondbelasting en met f 2967.53
voor personeele belasting; Vlissingen resp.
met 10.41 en 1595.50s; Zierikzee resp.
met f 3.51' en f 664.74"; Terneuzen resp.
met nihil en f 322.69" en Goes resp. met
3.59 en f 185.46'.
Van de 109 gemeenten zijn er 8 die niets te
betalen hebben.
Het bestuur der afdeel ing Zeeland van
den Alyemeenen Nederland&chen Politiebond
heeft zich tot de leden van den raad der ge
meenten in onze provincie gewend met het
verzoek om de jaarwedden van de agenten van
politie, dienaren van politie en gemeente veld
wachters in Zeeland te verhoogen tot ten minste
f 500 en verder by opklimming naar gelang
hunner dienstjaren en plichtbetrachting te
brengen tot f 700, behalve vrije uniform.
Het bestuur geeft daarbij te kennen, dat
bedoelde tractementen over het algemeen te
laag zijn in evenredigheid van de gevorderde
diensten, waardoor de titularissen niets kunnen
overhouden voor hun ouden dagen dat van
de diensten der gemeentepolitie evenveel ge
vorderd wordt als van die der rijksveldwach
ters, welke beambten eene aanvangjaarwedde
genieten van f 640.
Daar het adres op ongezegeld papier is ge
drukt zullen, volgens art. 8 der zegelwet, de
gemeenteraden op het verzoekschrift niet
mogen letten.
Wij achten het niet overbodig nog even
te herinneren aan het concert, Woensdag a.
in de Concert- en Gehoorzaal te Middelburg
te geven door de heeren Orelio, Mann en Woltevs.
- Heden morgen zagen wij in onze stad
een fietsrijder, terwijl er op den breeden weg
ruimte in overvloed was, over de kleine steentjes
rijden, en van dat klinkerpad een jongetje ver
jagen dat niet spoedig genoeg uitweek.
In het belang dier rijders willen wij er eens
uitdrukkelijk op wijzen, dat het rijden over de
klinker- of zijpaden, ook per fiets, buiten vol
strekte noodzakelijkheid, toll Dolitiaverordenine
verboden is, en geen enkel voetganger op zulk
een pad voor een rij- of voertuig behoeft uit
te wijken.
- Moeder natuur, die anders zoo gunstig
gestemd is jegens de Zondagavond concerten
in het Schuttershof alhier, had gisteren een
grillige bui. Nu, wij mogen haar daarvan
geen verwijt makenwant wij hebben in den
laatsten tijd overvloedig reden om haar erken
telijk te zijn. Dit neemt echter niet weg dat
zij Zondag, door regenbuien, meer dan waar
schijnlijk gevolg van een onweer, dat ergens
had plaats gehad, bet samenzijn van zeer velen
aldaar in de war bracht.
Het muziekkorps had zijne tenten opgeslagen
in de groote zaal, waar de uitvoering te bard
klonk en niet tot haar recht kwam.
Daarbij was het in die zaal natuurlijk niet
zoo heerlijk zitten als anders, by goed weer,
in den tuin.
Groote en kleine zaal waren ten Blotte stamp
vol, toen de laatste nommers werden gespeeld
en het gemeenschappelijk zingen aanving.
Dit laatste getuigde meer van den goeden
wil der zangers dan dat het fraai klonk. Heel
maatvast waren velen, vooral die achteraan
stonden en de muziek niet konden volgen, alles
behalve.
De teleurstelling, bij dit concert ondervonden,
doet zeker niets af aan het welslagen, ook dit
jaar, van het geheel j en het genot, dat het
viertal uitvoeringen, met de matinee, hun aan
geboden, den geabonneerden verschatte.
Ter hoogte van het kasteel Westhove
werd Zondag eene wielrijdster aangereden door
een rijtuig, dat van Domburg kwam.
Het daarin zittend gezelschap bood de dame,
die een wonde aan het hoofd bekwam, alle
hulp, nam haar en haar fiets in het voertuig
op en bood aan haar naar hare woning te
Middelburg te brengen.
De dame, die vergezeld was van haar echt
genoot, maakte in zoover gebruik vau het
aanbod, dat zij zich naar Oostkapelle deed
voeren, vanwaar zij per rijtuig huiswaarts
Zij zelve ondervond geen nadeelige gevolgen
van het ongevalde fiets echter was gebroken.
Het ongeval moet zijn ontstaan doordien
twee rijtuigen achter elkaar aankwamen en de
dame bij het manoeuvreeren om uit te wijken
van haar fiets viel.
Men schrijft ons uit Goes.
Niet zoo in eens kon men van de feestvreugde
overgaan tot het gewone kalme leven.
Zaterdagmiddag deed de harmonie Euphonia
daarom zeker nog een ommegang door onze
straten en bracht alle voorzitters der buurt-
commissies een ovatie.
's Avonds gaf hetzelfde gezelschap nog een
concert in de tent op de Groote Markt, terwijl
verder een optocht van wielrijders met
versierde en verlichte fietsen de gemeente door
trok.
Hier en daar werd ook nog geïllumineerd.