Verschillende Berichten. geplaatst, welk vaartuig gevolgd werd door matrozen, die een miniatuur-kotter droegen. De Vlissingsche stoombierbrouwerij en mou terij De Meiboom had een zeer aardigen wagen, voorstellende Koning Cambrinns in gezelschap zijner edelen en van zijn hofnar en gelauwerd door de stedemaagd van Vlissingen. Zeer kranig kwam ook het Nederlandsch loods- wezon voor den dag met een praalwagen, voor stellende een geheel opgetuigden loodsschoener mot bemanning. Een versierde wagen met meisjes, voorstel lende de elf provinciën, eveneens uitgaande van dat loodswezen, volgde daarop. Deze had en verdiende veel bekijks. Voor en achter de wagens van de verschil lende inrichtingen en instellingen sloten zich ook de beambten en werklieden aan. De Vlissingsche rijwielhandel kwam eindelijk met velocipèdes, die met bloemen en bogen versierd waren. Het doel van den optocht was het ten raad- huize aan den burgemeester aanbieden van een adres van huldebetuiging van Vlissings inge zetenen aan H. M. Koningin Wilhelmina. Dit geschiedde toen de stoet op zijn tocht voor het raadhuis halt hield. Hier moeten wij, wegens gebrek aan tijd ons bericht voor heden afbreken. Overal waar de stoet zich vertoonde werd hij met gejuich begroet door de groote massa menschen, zoowel bewoners van Vlissingen als vreemden, die in alle straten en langs alle kaaien, die werden bezocht, zich had opgesteld. De optocht was, zooals uit het bovenstaand kort overzicht blijkt, zeer bezienswaard en do kleurige costumes, de mooie wagens, de fraaie vaandels kwamen buitengewoon tot hun recht, toen het Septemberzonnetje er zijn stra len overgoot. Want 't moet gezegd met het weder hebben wij het hier uitstekend getroffen. Het publiek hield den weg voor den optocht, die nu en dan een hiaat vertoonde, vrij en verkeerde in een echt feestelijke stemming, die nog steeds toeneemt. Naar Het Vad. verneemt is bij gelegen heid van de aanvaarding der regeering door Koningin Wilhelmina aan ongeveer 160 gede tineerden of veroordeelden kwijtschelding of vermindering van straf verleend tot een maxi mum van een jaar. Het officieraexamen voor de leerlingen van den hoofdcursus te Kampen is afgeloopen. Daarbij zijn o. a. geslaagd voor 2e luit. der iuf. hier te lande J. G. Sinia, voor inf. O.-I. J. A. Sanzel en P. te Wochel en adm. hier te lande M, Puld, allen van het 3e reg. infanterie. Vanwege de Hollatidsche Maatschappij van Landbouw heeft 19 Sept. te Amsterdam en 26 Sept. te Rotterdam een keuring van zaai granen plaats. Als vijfde en laalalo wjdi«6o «ooi noodlijdenden aoor ae aardbeving op imi oiwa Amboina is nog door den penningmeester der hoofdcommissie gestort f 550, zoodat thans in het geheel uit Nederland is bijgedragen f 32.550. Maandag voor de rechtbank te 's Hage terecht. Het O. M. vorderde een jaar en zes maanden gevangenisstraf, terwijl de verdediger verzach tende omstandigheden pleitte. Behalve in Amsterdam en Den Haag schijnen ook in Utrecht zakkenrollers hun vlugvingerig beroep uit te oefenen. Te Amsterdam liep er een in den val. Daar zaten Maandag middag vijf „heeren" bij „Kras" te dineeren. Een van hen, een Belg, scheen het horloge van den heer Krasnapolsky zóo goed te bevallen dat bij het rolde De heer Kras echter betrapte den pickpocket op heeterdaad, en liet hem onmiddellijk naar het politiebureau brengen. Ook in Den Haag zijn eeuigen dier heeren op heeterdaad betrapt en gearresteerd. Te Leeuwen is Zondag middag een hoi' stede verbrand. Van den inboedel werd slechts weinig gered en van het vee verbrandden nige varkens. Te Wolvega is Maandag ochtend een huis afgebrand, waarin een uitgebreide zaak in krui deniers- en grutterswaren gedreven werd. Er is niets kunnen gered worden en de bewoner van het huis, die zich eerst drie weken geleden daarin had gevestigd, moest ongekleed en nog met groot gevaar zijn pand verlaten. In het Groningsche dorp Westbok heeft een hevige brand gewoed, waarbij vijf groote boerderijen met annexe schuren in een uur tijds totaal zijn verwoest. 9 stuks rundvee, een zeug met biggen en twee kalveren ver brandden. Een winkelhuis en gesloten woning werden eveneens een prooi der vlammen Onder Nijkerk viel een man bij het pruimenplukken van een ladder. Hij overleed aan de gevolgen. Te 's Heerenberg is een 5-jarig kind door het omvallen van een petroleumlamp in brand geraakt en kort daarop bezweken. Een postbode te Uden heeft zich met eene ongetrouwde vrouw verwijderd en f 170 kwi- tantiegeld medegenomen. Zijn eigen vrouwen vier kinderen liet hij onverzorgd achter. Te Tilburg, waar het kermis is, wilde de politie een'soldaat arresteeren die, dronken, zich zeer woest tegenover het publiek gedroeg. Het publiek koos partij voor den soldaat; er ont stond een vechtpartij waarbij twee agenten deerlijk aan het hoofd gewond werden en een burger een geduchten sabelhouw over den pols bekwam. Te Rosendaal is bg eeu twist tusschen twee arbeiders een ervan met een mes zwaar in den onderbuik gewond. De man uit Papendrecht die zoo laaghar tig aangevallen is zal waarschijnlijk herstellen. Zijn toestand is veel verbeterd. In den nacht van Zaterdag op Zondag kreeg te Rotterdam een 52-jarige vrouw twist met eene 29-jarige buurvrouw. Er was reeds den geheelen avond tusschen de beide vrouwen oneenigheid geweest, en toen zij nu elkander op de straat voor de gemeenschappelijke wo ning ontmoetten, gingen zij tot handtastelijkhe den over. Om de plukharende vrouwen te scheiden, kwamen eenige mannen tusschen beide, doch toen dit met veel moeite gelukt was, was de oudste der vechtende vrouwen nog niet tot bedaren te krijgen. Zij wilde opnieuw hare tegenstandster in het haar vliegen en wond zich meer en meer op. Eindelijk losgelaten, viel zij dood neer. In dezelfde gemeente is een 17-jarige jongen door een onbekend ge bleven persoon met een mes in den rug ge stoken. Met een diepe, vrij ernstige verwon ding werd hij naar het ziekenhuis gebracht. Het dienstmeisje dat eerst te Rotterdam en toen te 's Gravenbage diefstal pleegde en dat later te Goes werd gearresteerd, stond Hoor, daar rechts in de benedenkamer werd een gesprek gevoerd, waarvan hij bij het open staande venster ieder woord kon verstaan. Eerst boorde hij de zeer duidelijk uitgesproken toespraak van den dominé, en dan de kraak- stem van den boer, die veel had van een deur met roestige scharnieren, die langzaam geopend wordt. „Slechte tijden lage prijzen voor de ossen, zware belastingen, bijna geen rente!" „Ja wel, klaag maar, vriend PogGij zit uit louter afgunst en hebzucht moederziel alleen op uw boerderij en steekt een menigte blanke daalders op! Uwe ossen worden van zelf vet en het beetje werk doet uw opzichter, daar ginds in die zwarte schuur. Ja, klaag maarl" Dat laatste zei Piet tegen de beelden naast de deur, terwijl de dominé daar binnen toch den boventoon hield in het duet. „Gij zult toch den zoon der weduwe uw steun niet onthouden, nu hij naar Amerika gaat. Uwe arme schoonzuster heeft er zich dapper doorheen geelageD, met al hare kinderen." „Hij was maar mijn stiefbroeder." „Dat mag geen verschil makeD, als er sprake is van een goed werk." „Neen, dat doet het ook niet," viel Piet buiten in. „Al was het een eigen broeder ge weest, zou hij toch niets geven." Nu ging de dominé heen. Hij moest, van eon ambtsbediening voorbijkomende, even binnen gegaan zijn, want hij liep in zjjn Gansch de Dam was omgeven door een dichte haag agenten, schutters en militairen, die op een gegeven sein begonnen zich voetje voor voetje terug te trekken, al nauwer kring trekkende, om het voorplein van het paleis, totdat eindelijk de uiterste grens was bereikt. Toen werden nieuwe signalen gegeven, welke allen verkondigden dat de voorwaartsche be weging ophield, en dat dringen tiet meer zou baten. Tevens werd aan de toegangen tot het plein voorkomen, dat uit de zijstraten gedrang kwam. Toen verscheen de Koningin ten tweede male op het balcon, en werd het bekende tooneel nogmaals afgespeeld, ditmaal op eene wijze zoo grootsch als Amsterdam nooit zag. Natuurlijk duurde alles voor de opgewonden menigte te kort, en zoo hield het bijna ver bijsterende hoerageroep aan, tot lang Dadat de Koningin zich had teruggetrokken in do particuliere vertrekken van H„ M. Dienaangaande ontvingen wij van onzen Ara- sterdamschen correspondent de volgende be schrijving, welke wegens plaatsgebrek niet in ons vorig nummer kon worden opgenomen. Wanneer de Koningin het paleis is binnen getreden, begeeft H. M. zich onmiddellijk laugs de koninklijke trap naar de balkonkamer, waarvan de ramen, die uitzicht geven op de oude vierschaar, zijn voorzien van groote spie gelruiten, ter vervanging van de oude, kleine ruitjes, die er te voren in waren. Door deze ramen heeft men het gezicht op de nieuwe deuren van de groote zaal, of juister, op de oude, maar sedert lang niet meer gebruikte deuren. De oorspronkelijke deuren, van ge smeed koper vervaardigd, waren vroeger ge verfd, gezand en gewit en in den muur ver borgen, waarop houten deuren er voor in de plaats gesteld werden. Deze zijn nu weer ver wijderd, terwgl de koperen in hun oorspron- kelijken staat zijn teruggebracht en met spie- Keizerin Frederik is Maandag op een wan delrit te Kronberg van het paard gevallen. I werd niet gekwetst en reed spoedig weer uit. De krachten van de koningin van Dene marken nemen met den dag af. Zola's Paris is op den Index geplaatst. Bij de cavalerie-manoeuvres in Wurtem- berg is bij het afrijden van een heuvel een der manschappen gevallen, waardoor bij 20 anderen medesleepte. De meesten dezer werden gekwetst; wjlen zelfs zwaar. us; kot Scdaul'eeat tc Uolifinhauoon o». de Elbe sprong een kanon, waaruit vreugde schoten zouden worden gelost; drie personen werden gekwetst. Adelina Patti, die reeds veie jaren hare vaste woonplaats in Engeland of, nader om schreven, in Wales gevestigd had, heeft zich thans als eene Engelsche laten naturaliseeren. „De grootste zangeres der wereld is eene En gelsche", zoo spreken thans sommige Engelsche bladen met eene mengeling van scherts en nationalen trots. De incomste en de inhuldiging. Amsterdam, 5 Sept. Alles is zoo voortreffelijk afgeloopen, dat er van den intocht eigenlijk niets te vermel den valt. Wel van de begroeting op den Dam. Immers het scheen een ongehoord waagstuk, dat het ruime plein na het aftrekken der troe pen zou worden prijsgegeven aan de menigte, wien beloofd was, dat de Koningin heden tweemaal op het balkon zou verschijnen. Velen hadden een zwaar hoofd in den goeden afloop daarvaD, maar onze hoofdcommissaris had zijn maatregelen zoo goed genomen, en de onder hem staande commissarissen en inspecteurs voerden die zoo goed uit, dat ook met behulp van schutters en cavaleristen, de bewonderens waardige manoeuvre zonder een ongeluk afliep. Ik moet hem toch goeden d het is zoo'n goede man. Daar komt hij," dacht Piet. „O, mijn beste dominé, neem niets van de verf mee," riep Pogge, op bezorgden toon. Overal anders waarschuwt men de lieden dat zij hunne kleeren niet vuil maken, maar Pogge was bang voor zijn deur. Piet lachte ove-- moedig tegen zijn zielverzorger. Dat was on behoorlijk. De dominé, die de waarschuwing natuurlijk verkeerd begreep en in zijn eigen voordeel uitlogde, zag den knaap zeer ernstig aan en beantwoordde diens groet slechts koel tjes. Piet kon zijn plan niet ten uitvoer bren gen want de dominé verhaastte zijne schreden. „Nu, ook goed!" dacht Piet. Ik zal hier mijn beelden mooi maken, die hebben geen hekel aan mij." „Niet te dik er opsmereD," riep Pogge bij hem komende „niet te dik, mijn beste jongen De regen was al voorbij en die zou Pogge ook niet in huis gedreven hebben. Piet wierp hem van ter zijde een toornigen blik toe en wederom kwam de vaak gekoes terde wensch bij hem op, om den boer zijn verfkwast naar het hoofd te gooien, als hij maar een eenigszins gelijke tegenpartij in hem had. Maar hij was bang dat hij bet oude geraamte, zooals hij hem noemde, zou breken. Hij was zeer vertrouwd geworden met Pogge en zjjn Phyla*, terwijl hij veertien De zgn. Van Speyck-zaal is ingericht als salon, waarvan de wanden zgn behangen met roode gestreepte zijde, waaronder een lambri seering van geschilderd marmer. Zij is ge meubeld in den stijl Lodewijk XIV, stoelen en sopha's wit met goud en met zittingen en ruggen van roode gebloemde zijde. De met rood peluche bekleede tafel heeft een rand van eikenhout, die met koperen en zilveren orna menten is ingelegd. Een schrijftafel van ebbenhout en enkele eikenhouten wandtafeltjes voltooien het ameu blement. Aan de zoldering, die boogvormig is en versierd met symbolische voorstellingen van den bouw van het Paleis, hangt een kolossale bronzen kroon, waarin, zooals trou wens overal in het gebouw, slechts kaarsen gebrand worden. Men maakt hierop eene uit zondering in de groote zaal, die met petroleum lampen wordt verlicht. Aan den grooten wand is opgehangen een '-uwr,M!e oohilderij, door den kunstschilder J. J. Eeckhorst in louo vórvaaruigd o» aan de zaal ook haar naam Van Speyckzaal heeft ontleend. De schilderij stelt voor het oogenblik, waarop Van Speyck de lont in het kruit werpt. De beide kleine wanden zijn versierd met groote wit marmeren schoorsteenmantels, waar aan rijk gebeeldhouwde friezen van den beeld houwer Arthur Quellinus. Boven de beide schoorsteenmantels zijn op gehangen reusachtige schildergen, gemaakt door Ferdiand Bol en Govert Flinck. De salon van de particuliere vertrekken van H. M. de Koningin-Moeder is behangen met roodbruine zijde, omgeven met randen van bruin peluche. Het ameublement, in Empire- stjjl, heeft een bekleeding van dezelfde stof als waarmee de wanden zijn behaDgen. De wanden zijn versierd met twee levensgroote portretten van Koning Willem I en diens ge malin terwijl voorts nog een kleinere schil derij hier is opgehangen voorstellende het sterf bed van den grooten Zwijger. Een prachtige pendule en een lichtkroon, beiden in denzelf den stijl als het ameublement, zjjn nog der vermelding waardig; overigens is in dezen zeer eenvoudigen salon niets opmerkenswaard. Volledigheidshalve zij nog vermeld, dat voor deze gelegenheid een gang, die vroeger de voor- en achter-ui!gang verbond, en in den laatsten tijd werd gebruikt als bergplaats voor ver schillende zaken, weer in eere is hersteld en dat eene vroeger gemaskeerde trap van de particuliere vertrekken van H. M. de Koningin naar de garderobe weer in gebruik is genomen, en dat op de noordelijke binnenplaats een groote (ook voor het vervolg blijvende) houten loods is geplaatst, die dient voor keuken enz. De muziek bij het groote gala-diner, die gewoonlijk plaats nam in een der vier anti chambres, die nu van nieuwe tapijten in empire-stijl zgn voorzien, zal zich ditmaal doen hooren van af de zuidelijke binnenplaats, waar daarvoor eene tijdelijke, voor deze gelegenheid afzonderlijk vervaardigde tent., is opgeslagen. Voorts is heel het inwendige van het Paleis gebleven, zooals dit bij vorige bezoeken was. De namiddag en de avond kenmerkten zich natuurlijk door een groote drukte en nog groo- ter feeststemming. In de straten en in do koffiehuizen was bijna geen plaats te vinden, en tegen donker kreeg men weer een voorproefje van de groote illu minatie, welke ons morgen avond wacht. Des avonds te 5.45 kwamen de groothertog van Saksen en de prinsen prinses Von Wied met groot gevolg te Amsterdam aan. Namens H. M. werden deze Hooge verwanten aan het station ontvangen, terwijl H.E. M.M. zeiven in de vestibule van het paleis Haar gasten op wachtten. Des middags had een gala-diner plaats. De KoningiD, natuurlijk in het licht gekleed, was laag gedecolleteerd. Bijzonder viel op een prachtige parure, welke zij vóór in het haar droeg. De Koningin-Moeder was eveneens laag gekleed en in het licht. Na afloop van het diner vereenigden de gasten zich in de troonzaal. Met alle genoodigden knoopten HH. MM. een gesprek aan. Na afloop had een cour van 80 Amsterdam- sche dames plaats. Uit de gesprekken van H. M. bleek, hoe zeer zij getroffen was door de versiering der stad en de ontvangst door de bevolking haar bereid. dagen lang zonder hulp de Poggenburg van binnen en van buiten opgeschilderd had, en toch wist hij eigenlijk nog niet waar de magere gestalte van Poggen in zgn dikke blauwe wollen kleeren stak en welke mager heid de hond onder zgn dikken huid ver borg. Ja, dat had bij slim gedaan, die goede Pog, den handigsten jongen had bij uitgezocht want dat was Piet, ondanks al zijn dolle ken en hem alleen, bij zou hem wel in het oog houden, dan was er geen gebabbel, geen tijdverlies. Piet kwam nog veel te vroeg klaar. Even over half vijf was het laatste beeld af en met dit beeld was zijn werk op Poggenburg en in de oude wereld afgedaan. Nu bleef nog alleen de guitenstreek over. Terwijl hg als het ware spelend doorwerkte, viel zijn blik nu en dan op den appelboom naast het huis en verderop op de weide vol met koeien. Daar was een donkere stip te voorschijn ge komen, die van het dorp rechtstreeks op de Poggenbrug aankwam, al grooter en grooter werd, en eindelijk bleek een lange opgeschoten jongen te zijn. Dat was Hans Hansen, die afscheid kwam nemen. O Hemel wat een mooie dubbele regenboog stond er nu weer in die donkere, waterige wolken, boven den kerktoren en den wind molen, dwars over de weide. Waarlijk alles ide van daag samen om ongekend te zijn! Amsterdam 6 Sept. Vóór de plechtigheid. „De plechtige beëediging en inhuldiging van Hare Majesteit koningin WilhelmiDa in de nieuwe kerk te Amsterdam", werd heden in de vroegte aangekondigd door koraalmuziek van daarvoor gemaakte tribunes op de Nieuwe kerk (Damzijde) Amstelkerk, Willems- en Muiderpoorten en van de Mozes-en Aiironskerk (zijde Waterlooplein). Ofschoon te 7 uur aan gekondigd, trokken reeds geruim en tijd vóór dit vroege uur, duizenden en nog eens duizenden nieuwsgierige hoorders naar deze pun ten der stad, om van deze hartverheffende muziek te genieten, welker uitvoering tot 8 uur duurde. Daarna was de Nieuwe kerk bet groote aan- trekkingspunt van hesl de staddaarop hielden heel Nederland, en alle Nederlanders in het buitenland en de onderdanen van H. M. in Oost en West- in Zuid- en Noord het oog gevestigd. En zij die dat niet alleen met het geoaicooog doen, maar werkelijk het heerlijke gebouw op dezen dag konden aanschouwen, staarden op den vroeger beschreven tooi van den hoofd ingang. Reeds vroeg rolden de rijtuigen met de genoodigden aan, bewonderend aangestaard door de menigte, welke zich in wijden omtrek had opgesteld. Het wachten zal den genoodigden wel niet hebben verdroten, want het komen der genoo digden in hun schitterende costumes was een heerlijk schouwspel. En dan de versiering der Nieuwe Kerk'. Daar is de Koninklijke troon geplaatst, vlak voor het prachtige koperen koorhek, waarachter een zwaar rood fluweelen gordijn is opgehan gen, waartegen het hek goed uitkomt. Want in tegenstelling met vroeger ia nu een han gende troonhemel aangebracht, waardoor het fraaie koperen hek zichtbaar is gebleven. Deze hemel heeft den vorm van een koepel en is met karmozijnkleurige trijp bekleed en gedekt met de koninklijke kroon. Van binnen is de troonhemel gevoerd met witte zijde, bezaaid met gouden sterren, in het midden prijkt een in relief gedreven koperen zon, Van den troonhemel hangen twee karmozijn kleurige trijpen gordijnen, met hermelijn, met een sierlijke bocht af tot aan de pilaren ter weerszijden van het koperen heb. Verder zijn de pilaren met roode brocaat- „Jongen, jongen, neem niets van de verf mee," snauwde de boer zijn nieuwen bezoeker toe, „zij is nog nat, mijn jongen." «Dag oom," antwoordde Hans Hansen, die heel smal van schouders was, en volstrekt geen moeite had om tusschen die kostbaar geverfde deurposten heen te komen. - „Ik wilde u goeden dag zeggen eer ik naar Amerika ga." Het was alsof er tranen in die woorden blonken. - „Zoo'n malle jongendacht Piet, maar zuchtte zelf onwillekeurig ook. „Ja, ja wat ontbreekt je dan nog? Ik heb zelf niets, mijn goede jongen, maar zeg toch gerust wat je nog noodig hebt". „Laarzen, oom het andere betaalt moeder met de wasschen af maar delaar- n een nieuw paar hooge laarzen „Hm, laarzen Mg dunkt, dat was de hoofdzaak, daar hadt gij het eerst aan moeten denken". - „Neen", mompelde Piet, „eorst de sokken, vooral als men zich uit de voeten wil maken ik ben toch benieuwd". - „Nu, wat kost zoo'n paar laarzen Gij hebt kleine, smalle voeten, mijn jongen - Tien mark, oom". - „O jemeni, o jemeni 1 Zulke dure draag ik niet; en ik heb ook maar dit eene paar, daar ik de nieuwe niet kan aankrijgen door de jicht. Ik zou zonder dezen de deur niet uit kunnen. En mg geeft niemand iets, nie- stof bekleed, waarop in goud geborduurd Je Maintiendraivier pilaren dragen trofeeën, waarin oranjovaandels met een gouden leeuw. De spitsbogen tusschen de pilaren zijn ge vuld met blauwe, kanteelsgewijze uitgesneden stof, waarop in een krans oranje-bladeren; om beurten staat 1880, 1898 of W. In het midden hangt aan het blauwe doek een oranjebanier bezaaid met gouden oranjeappels. Tusschen do bovenramen der kerk zijn op gehangen lange banieren in do nationale kleu ren, met bovenaan eeu oranjevaantje, waarop in goud zgn afgebeeld de kroon, de scepter en de rijksappel. Maar het is onmogelijk allo details te be schrijven van deze rijke versiering, uitgevoerd volgens een ontwerp van jhr Hoeufft van Velsen, intendant der paleizen, in overleg met met den heer W. Neelmeijer, bouwkundige van H. M. te Apeldoorn. De troon heeft behalve deu reeds besproken hangenden koepel, niets bizondershet plat form waarop H. M. de Koningin zal plaats nemen is drie kleine treden hooger dan de vloer der kerk. De troonzetel voor H. M. de Koningin is dezelfde die gebruikt is bij de inhuldigingen van de koningen Willem II en Willem IIIde zetel, bestemd voor den Konin gin-moeder is nieuw. De kroon, de scepter on de Rijksappel, die voor het binnentreden van H. M. de Koningin in de kerk op de kredenstatel voor den troon gereed liggen, zijn van verguld zilver. De inrichting der zitplaatsen wijkt in zoo ver van de inrichting bij vorige inhuldigingen at, dat deze niet waaiersgewijze is en in de vakken die gelgkvloers zijn, stoelen zijn ge plaatst en geen banken, terwijl ook de tribune voor de leden der Staten Generaal, rechts tegen over den troon geplaatst, stoelen heeft. De stoffeering der banken, borstweringen en schotwerken bestaat uit blauwe, met goudgele heraldieke leeuwen versierde stof, bestaande uit wollen strijkgaren Jacquart stof) totdusver hier te lande nog nooit vervaardigd. De plechtigheid. Daar buiten woelde en krioelde onderwijl de menigte, genietende van het oprukken der troepen en eerewachten en van de optochten, waarmede eerst de Vorstelijke verwanten, Ia- ter H. M. de Koningin-Moeder zich van het Paleis naar de kerk begaven, allen in gala- rijtuigen met 6 of 8 paarden, die begeleid door cavalerie, een kleinen omweg maakten, om achter het Paleis heen een zijingang tot de kerk te bereiken. Allen namen plaats op de voor hen bestemde zetels, op of om den troon of in de hun aan gewezen tribunes, de prinses Von Wied bege leid doer den groothertog van Saksen Weimar. De aankomst der Koningin-moeder werd aangekondigd door trompetgeschal en door den kamerheer. Het orgel hief onder het gaan naar de plaats link3 van den troon bet preludium op het Wilhelmus aan. De Koningin-moeder was in zeer licht lila gekleed eu droeg een diadeem als hoofdtop.isel Tot haar gevolg behoorden 14 hofdames die voor haar zetels bleven staan, met het oog op den hoofdingang gericht, de komst der konin gin afwachtende. Een aantal kamerleden was tc voren door militairen begeleid, in optocht van het paleis naar de kerk gegaan, waar de voorzitter der Eerste Kamer deze Vereenigde Vergadering der Staten- Geueraal opende en door den griffier deed voorlezen het Kon. Besluit waarbij deze ver gadering op deze plaats was bijeengeroepen. Een kleine, maar schitterende stoet, helaas voor te weinigen zichtbaar, geleidde te elf uur H. M. door een haag van groen en bloemen naar de kerk. Langzaam schreed deze voort tusschen aan weerzijden opgestelde adelborsten en cadetten. H. Min haar reeds beschreven, eenig fraaie galakleed, waarom de koninklijke mantel, ge dragen door de vier oudste kamerkeeren. Voor en achter H. M. gingen herauten en wapenkoningen, kamerjonkers, jagermeesters, kamerheeren enz. Ook generaal K. van der Heyden met het ontblootte rijkszwaard, de yice-admiraal P. ten Bosch, met het Rijksvaan del, en vier kolonels van de schutte ry, de grenadiers, het 7e reg. en de huzaren, ieder dragende het vaandel of standaard van hun korps, adjudanten en ordonancen-officieren, ad miraals en generaals. mand Maar vijf mark kunt gij krijgen Gg moet ook naar de familie van uw moeder gaanik kan niet alles geven. Ik zal het geld even krijgen Pas op raak niet aan den wand die is nog nat." Hans Hansen bleef alleen met den vijand zijner zuster, dien hij ook uit den weg placht te gaan. „Vijf markDan hebt gij éen laars, Hans Hansen, om naar Amerika te hinken. Dat zal een grap zgn!" Hans keek bedrukt hij scheen evenmin lust te hebben om te hin ken als op reis te gaan. „Kijk eens, die poppen hierdeze lijkt precies op uw oom, maar ziet or beter uit." Hans zweeg. „Kijk eens dien appelboomHebt :ij ooit zoo iets gezien? zoo mooi en zoo vol 1 „Ozei Hans zijn veete vergetende, dat is de Blangen döhrsappelen. Moeder denkt er ieder jaar aan, hoe heerlijk die waren, toen vader ze nog voor haar plukte." „Pluk er toch een paar voor haar." Hans schudde weemoedig het hoofd en zweeg. Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2