BUITENLAND.
LAATSTE BERICHTEN
hoogste f 25, het hooger beroep ia ontvankelijk';
Gezien de artt. 44 en 58 der wet op de R. O.
en het beleid der justitie;
Verklaart het hooger beroep ontvankelijk;
En alsnu daarop rechtdoende;
O. dat ter terechtzitting in hooger beroep
ia verklaard door den ook in eersten aanleg
guhoorden getuige M. J. Verhoek, brigadier-
majoor der rijksveldwacht te Goes enz.
O. dat de geapp. in hooger beroep bij de
bekentenis is blijven volharden, door hem in
eersten aanleg afgelegd, en de rechtbank op
de gronden, door den eersten rechter aange
voerd, als bewezen aanneemt hetgeen die rech
ter van het ten laste gelegde bewezen heeft
verklaard
dat de rechtbank zich echter niet vereenigt
met de beschouwing, die dien rechter tot een
ontslag van rechtsvervolging heeft geleid;dat
toch het brengen van de bus, waarin de brief
gesloten was, naar Goes en vervolgens bet uit
reiken van dien brief aan den geadresseerde,
behoorde tot de werkzaamheden waarvoor de
geappelleerde jaarlijks f 10 van den notaris
Noordljke ontving
dat verder de rechter a quo terecht aanne
mende, dat in deze slechts van het vervoer
van één brief sprake is, oordeelt, dat dit ook
in dit geval niet strafbaar is, omdat de ver-
voorder niet was ondernemer van een openbaar
middel van vervoer
O, dien aangaande, dat door de bekentenis
van den geapp. en de in hooger beroep afge
legde verklaring van den getuige Verhoek be
wezen is, dat de geapp. geregeld op den
Goeschea marktdag van Colijnsplaat over het
Catache veer rijdt naar Goes met zijn honden
kar, de goederen medenemende die hem te
Colijnsplaat en elders worden medegegeven en
wederkeerig te Goes de goederen in ontvangst
neemt die men hem aldaar wil toevertrouwen
om te Colijnsplaat of op weg daarheen te be
zorgen
O. dat daaruit volgt dat de hondenkar ten
dienste van het publiek beschikbaar wordt ge
steld tot het vervoer van goederen, mitsdien
is een openbaar middel van vervoer, waarmede
het vervoer van dezen brief heeft plaats gehad;
O. dat de rechtbank de woorden, voorkomen
de in al. 4 van art. 2 der wet van 15 April
1891, Stil. no. 37, „het openbaar middel van
vervoer, waarmede het brievenvervoer plaats
vindt", waaromtrent de eerste rechter de
vraag heeft opgeworpen doch niet beantwoord,
of zij niet slaan op het openbaar middel van
vervoer, waaraan het algemeen brieven
vervoer is opgedragen meent te moeten
opvatten in dien zin, dat er mede wordt
bedoeld het openbaar middel van vervoer,
waarmede de ondernemer een of meer brieven
heeft vervoerd, zonder dat zijne onderneming
in eenige betrekking staat tot het brieven
vervoer van den staat, tot welke opvatting de
rechtbank ook geleid wordt door het bepaalde
bij art. 27 der aangehaalde wet, waarin sub 1°
een hoogere straf bedreigd wordt tegen den
ondernemer van een openbaar middel van
veevoer in het algemeen, en sub 2° strafbaar
gesteld wordt hij, die, in dienst der posterijen
zijnde* stukken, ten behoeve van anderen,
vervoert;
O. dat mitsdien, naar het oordeel der recht
bank, de geapp., als ondernemer van een open
baar middel van vervoer, niet bevoegd is bin
nen de grenzen des rijks éen enkelen brief
tegen genot van vracht te vervoeren
O, dat de rechtbank, op grond van het in
het vonniB a quo en biervoren overwogene
als wettig en overtuigend bewezen aanneemt,
dat de than a geapp. op 8 Maart 1898 het aan
hem bij oorspronkelijke akte van dagvaarding
t,en laste gelegde heeft gepleegd
Gezien art. 23 van het W. v. Strafrecht,
art. 2 en 27 tot regeling der brievenposterij
dd. 15 April 1891 (Stbl. no 37) en artt. 255,
256, 219 en 247 van het W. v. Strafvordering.
Vernietigt het in eersten aanleg {gewezen
vonnis ten aanzien van het daarbij nitgespro-
ken ontslag van rechtsvervolging.
Voorts zijn door die rechtbank veroordeeld
wegens
mishandeling: A. L., 30 j., vrachtrijders
knecht 's-Gravenpolder, en P. P., 15j., arbeider,
Kloeiinge, beiden tot f 8 b. s. 8 d. h.
het doen van een belofte aan een ambtenaar:
H. v. D., 23 j., kleermakersknecht, Hansweert
(Rruiningen) tot f 8 b. s. 8 d. h
strooperij P. S. Dz., 17 j., W. d. J. Dz.,
16 j., arbeiders, L. P. Lz., 16 j., timmerman,
en 0. H. Az., 16 j., arbeider, allen Kapelle,
ieder tot f 3 b. s. 3 d. h.; en
verduistering J. 0., 18 j., dienstbode, Mid
delburg, tot 14 d. gev. straf.
Vrijgesproken: J. J. B., 34 j., koopman,
Hansweert (Kruiuingen), beklaagd van mis
handeling.
Bij bevelschrift dier zelfde rechtbank is naar
de openbare zitting verwezenJ. O., oud 54
jaar, onderwijzer, geboren te Zaandam, wonende
te Waarde, thans gedetineerd te Middel
burg ter zake dat hij tusschen 1 Januari 1887
en 31 December 1897 te Waarde, tijdens hij
aldaar onderwijzer en hoofd der openbare lagere
school was, op verscheidene tijdstippen in het
schoollokaal aldaar, met aan ziju zorg of op
leiding toevertrouwde minderjarigen, onzede
lijke handelingen heeft gepleegd op de wijze
als in bovenbedoeld bevelschrift is omschreven.
Aan den beklaagde is de heer mr A. A. de
Veer Gz., advocaat te Middelburg, ambtshalve
als verdediger toegevoegd.
ONDERWIJS.
Voor het examen Fransche taal 1. o., is
te Gravenhage o. a. geslaagd de heer J. J.
van Doeselaar te Hoek.
Het bericht uit het Schoolblad,als zoude
regeering tevergeefs hebben beproefd aan het
rijks opvoedingsgesticht voor jongens te Doe-
tincbem een onderwijzer geplaatst te krijgen
en, in verband daarmede, eenige jongens naar
het opvoedingsgesticht te Alkmaar hebben over
geplaatst, wordt ten stelligste tegengesproken.
Er heeft slechts écn benoeming plaats gehad,
waarvoor de titularis wegens familie-omstan
digheden heeft bedankt. De overplaatsing van
40 verpleegden naar Alkmaar is geschied, om
dat de verbouwing van het gesticht teDoetin-
chem, tijdelijk, eene gedeeltelijke ontvolking
van de inrichting noodzakelijk maakte.
Verschillende Berichten.
Een lastig insect.
Uit Nveuw-Beerta schrijft men aan de N. Rott.
Crt.
Het insect, waarover de heer De Man schrijft
in de Midd. Ct., is ook in de provincie Gronin
gen niet onbekend. Het komt daar uitsluitend
voor bij landbouwers, die buitenlandsche gerst
als veevoeder gebruiken, zoodat hier het diertje
niet gïmporteerd is uit Amerika, maar uit de
Oostzeeprovinciën. Zoozeer dringt het insect,
hier bekend onder den naam van korenklander
zich overal in, dat het dikwijls noodzakelijk
bleek het behangsel van de muren der woningen
te verwijderen, om het kwijt te worden. Daar
het des voorjaars uitvliegt, zorgen thans de
landbouwers er zooveel mogelijk voor in dien
tyd geen buitenlandsche gerst op zolder te
hebben.
Aan de inconsequentie, waaraan zich de
Belgische minister van landbouw schuldig
maakt en waarop in ons vorig nommer op ge
zag van La Bougerie Beige is gewezen, maakt
zich, naar men meldt, reeds eenige jareu de
Pruisische regeering Bchuldig. Met de meeste
behoedzaamheid wordt het overbrengen van
Hollandsch vee over de Duitsche grenzen te
gengehouden. Gelukt het smokkelaars echter
vee over de grenzen te brengen en de Duitsche
kommiezen krijgen het in de gaten, dan wordt
het vee, dat anders besmettelijk heet, als fok-
vee verkocht.
Het in ons vorig nommer meegedeelde
bericht over het weer met de feestdagen ein
digde met de woorden „Weervoorspellingen
op zuiver wetenschappelijken grondslag wor
den gedaan voor een tijdperk van Blechts 24
uur en dan zelfs is de uitslag nog niet gunstig
te noemen
Dit geeft der redactie van de Jr»/i. Crt.
dezen uitroep in de penZóóver zijn we dus
na dertig jaren van kostbaren arbeid
De werkstaking te Amsterdam zal althans
eenig nut hebben. De heer JoBeph Cuypers,
lid van de ontbonden bemiddelings-commissie,
deelt in het weekblad Architectura mede, dat
door de stedelijke regeering van Amstcidam
maatregelen worden beraamd, tot verscherping
van het bouwtoezicht op den speculatiebouw,
de werkzaamheden der eigen-bouwers, dooi
wier handeling do schikking tusschen werklie
den en patroons in hoofdzaak is mislukt.
De nieuwbenoemde burgemeester van
Leeuwarden, jhr mr Röell, is nog in de volle
kracht van het levenpas weinige dagen ge
leden bereikte hij den leeftijd van 35 jaren.
Hij is doctor in de rechts- en in de staats
wetenschappen en bekleedde sedert vier jaren
de betrekking van commies-chef ter prov.
griffie van Overijsel, na eerst een paar jaren
adj.-commies der eerste klasse ter prov. griffie
van Gelderland te zijn geweest.
In een bieihuis te Rotterdam kreeg in
den nacht van Woensdag op Donderdag een
man woorden met zijne vrouw. De man maakte
zich driftig, trok zijn mes en stak dit zijn
26jarige vrouw in de linkerzijde, waardoor zij
yrij ernstig gewond naar het ziekenhuis werd
gebracht. De man werd gearresteerd en naar
het politieburau gebracht. Donderdag is hij,nadat
gebleken was dat de wonde niet levensgevaar
lijk is, weder vrij gelaten.
Te Noordwijkerbout is Woensdag een
loodgietersknechtje, werkzaam aan de Room
scbe kerk, door net uitschuiven van een ladder
naar beneden gevallen. Met een gebioken
been en zwaar gewond aan het hoofd, werü
hij naar de ouderlijke woning gebracht.
Te Amsterdam had Woensdag een vreemd
soortig huwelijk plaats. De bruidegom waa
kort geleden veroordeeld tot het ondergaan
eener gevangenisstraf en werd in hechtenis
genomen jnist in de bruidsdagen. Om de
trouwpartij toch te doen doorgaan, werd de
man uit de gevangenis naar het Stadhuis ge
transporteerd en na de plechtigheid wedei
direct daarheen teruggevoerd.
Een landbouwer te Beemster miste Don
derdagochtend bij het ontwaken zijn vrouw.
Later werd zij levenloos in de sloot voor het
huis gevonden.
Onder Wordreden, aan de lijn Arnhem
Zutfen, is een kind, dat tusschen de rails zat
te spelen, aan een groot gevaar ontsnapt. Rueda
naderde de sneltrein, toen een 18-jarige knaap
het kind ontdekte en bet met gevaar van eigen
leven nog juist wist weg te trekken op hei
oogenblik, dat de trein geen tien meter van
de kleine verwijderd was. De moeder was, ver
lamd van schrik, op cenigen afstand van het
geval getuige.
Het zoontje van eeu arbeider te Wijde-
nes, dat met vader wilde moerijden, kwam te
struikelen en geraakte daardoor onder eender
wielen. Het knaapje was oogenblikkelijk een
lijk.
De persoon, die Zondag te Maastricht zijn
buurman door een pistoolschot aan het hoofd
verwondde, is ter beschikking der justitie ge
steld en naar de gevangenis overgebracht. Het
wapen, dat hij gebruikt heeft, is een oud, roes
tig vuurwapen. Hij geeft voor, dit gekregen
en niet geweten te hebben, dat het geladen
was. De verwonding is van zoo weinig betee-
kenis, dat de getroffene weder op straat wandelt.
Terwijl Woensdag een landbouwer te
Stamproy, bij Weert, bezig was met eggen,
wilde hij de vliegen van zijn paard afjagen,
maar kreeg van het paard zulk een geweldigen
trap tegen den buik, dat hij bewusteloos in
eenzakte; in zorg wek kenden toestand werd hij
naar huis gebracht.
AMSTERDAM IN FEESTGEWAAD.
III.
In de beide voorgaande opstellen beschreven
wij de versieringen langs den weg van den
intocht, welke bekostigd wordt door de bewo
ners der Sarphati-, Utrecbtsche-, Leidsche-,
Raadhuisstraten en der Heeren- en Keizers
grachten, alsmede door de gemeente.
De versieringen in de Sarphatistraat worden
bij avond door vetglaasjes 60.000), die in
de overige straten en grachten door electrisch
licht verlicht, waarvan de stroom geleverd
wordt door de maatschappij Mectra.
Wij zijn nu op den Dam, waar het „Een-
drachts"-monument dat binnen een hooge
schutting wordt aangekleed of liever met hout
bekleed, nagenoeg nog geheel onzichtbaar is.
Toeh is het niet moeielgk een korte beschrij
ving te geven van wat het worden zal, nu wij
eene duidelijke afbeelding daarvan aantreffen
in den officieelen feestgids.
De waterwerken zullen n. 1. weder worden
opgemaakt, en de vier leeuwen aan den voet
van hot monument weder water in het breede
reservoir werpen, waaruit c p verhoogingen,
tot even boven den rand, Cloemen-stukken
zich zullen verheffen. Zoo zullen de beide om
lijstingen met bloemen getooid worden en het
beeld zelf als uit een grooten ronden bloemen
mand zich omhoog verheffen. Op de tweede
omlijsting worden op de vier hoeken vazen
met bloomen geplaatst en de bloemenmand
met een viertal vlaggentrofeëen versierd. Het
beeld zelf zal weder verguld worden. Rondom
het beeld zijn voor de electrische verlichting
zes hooge masten geplaatst, die sierlijk met
groen, banieren en vlaggen getooid worden.
De voorzijde van het plompe beursgebouw
verkrijgt mede een passende versiering van
draperieën en guirlandes tusschen de hooge
kolommen van de vestibule, terwijl de muur-
vlaktan aan weerszijden daarvan eveneens
gedrapeerd worden. Boven den ingang, hoog
in de lucht, wordt een groot wapen van
Nederland, op de zijgebouwen dat van
Amsterdam aangebracht, terwijl de hoeken met
bloemstukken worden getooid.
Gelijk men weet, zal de koningin den korten
weg van het Paleis naar de Nieuwe kerk te
voet afleggen door een boog van groen en
bloemen, welke bij ongunstig weder overdekt
wordt.
Van den Dam naar do Kalverstraat is slechts
een stap. In deze straat en op het Spui wor
den, naar het ontwerp van den architect G.
van Arkel, versieringen aangebracht langs de
gevels en op afstanden van ongeveer 25 meter
in het midden van de straat. De versiering
bestaat in groote bogen van groen, in 't mid
den waarvan tallooze provinciale en stedelijke
wapens van heel Nederland worden aangebracht,
waarvan dikke, gele koorden afhangen. De
illuminatie geschiedt over 't midden der straat
met Chineesche ballons en kristallen luchters.
Er komen drie triomfbogen aan Dam, Spni
en Sofiaplein.
Alvorens onzen weg te vervolgen, willen
wij nog even vermelden, dat het onsierlijke
kommandantshuis op den Dam, op het dak
waarvan een tribune verrijst voor de buiten
landsche journalisten, pover versierd wordt met
eene draperie, op 't midden waarop in gouden
letters: God zegenc onze Koningin en rechts en
links kransen waarin de jaartallen 1880—1898
terwjjl in de kroonlijst eene eenvoudige trofée
wordt aangebracht. Des avonds echter, wan
neer het breede gebouw over al zijn lijnen met
vetglaasjes verlicht is, zal het zeker een schooD
gezicht opleveren.
Wij gaan nu het Rokin op, dat zeer eigen
aardig en schoon met tal van door paal- en
latwerk uitgebouwde schuitjes, in het water,
door de gezamenlijke bewoners wordt versierd,
en komen dan aan het gebouw der Nederland-
sche Bank, met zijn kostbare versieringen van
beeldwerk en groen, en gasilluminatïe, waarvan
wij reeds kort melding maakten, om aan te
bomen aan de Reguliersbreestraat. Van eenige
versiering is thans nog niets te bespeuren,
en tocb ligt het materiaal er voor gereed
in de ateliers van den bekenden deco
rateur, den heer Poutsma te Rotterdam, die
hier eene fraaie hangversiering zal aanbrengen
van gekleurd dundoek, bestaande uit 18 over
de straat gespannen versieringen met twee
vaste aan in- en uitgang.
Het Rembrandtplein en daarop volgende
Amstelstraat hebben geen gemeenschappelijke
verfraaiingen, zoodat men hier waarschijnlijk
ieder op eigen wijze uiting aan de feestvreugde
zal geven.
De fraaie Amstelbrug een sieraad onzer
stad overgaande, komen wij in de Joden
buurt, waar wij in de Nieuwe of Buiten-Am-
stelstraat een eenvoudige,versiering met sparren
groen aantreffen, aan in- tn uitgang met hooge
poorten met groen, bloemen en vlaggen getooid.
Hier aangekomen, ontwaart men rechts voor
zich nit, den geheelen dag door, honderden
nieuwsgierigen, die de werkzaamheden van een
twintig timmerlieden, metselaars en stukadoors
volgen aan eene breede antieke poort nit den
stadhouderlijken tijd, en welke inderdaad fraaie
poort, een der zeldzaamste en meest kostbare
versieringen, geplaatst wordt door de bewoners
van Rapenburgerstaat en Markenplein van den
ingang van het plein bij de Jodenbreestraat.
Deze versiering, uitgaande van de gansch niet
in weelde badende bewoners, verdient nauw
keurige beschouwing.
Het ontwerp is van den heer A. Frank en
wordt door diens broeder H. Frank en zijn
löjarigen zoon uitgevoerd. De poort is 16 M.
breed en 19 hoog met twee torens, welke onder
aan een half rond vertoonen. Tusschen de
torens is een hoog middenstuk met plat dab.
De poort is opgetrokken van gips op gonje
of zg. emballage gehard, en heeft alzoo volko
men het uiterlijke van een antieke steenen
poort, daar de gips-stukken genomen zijn naar
afdrukken van het in die buurt staande oude
huis der bank van leening. Die gips-stukken
zijn, evenals in 1895 op Oud-Holland, op houten
rasterwerk bevestigd, zoodat de poort geruimen
tijd weer en wind kan doorstaan. Voor deze
bedekking werd meer dan 2000 kilo gips ge
bezigd. Dit fraaie en degelijk uitgevoerde werk
zal ongetwijfeld veel bekijks hebben. Het te
gaan zien loont de moeite.
Trouwens heel de Jodenbuurt is mooi ver
sierd. De aan Rapenburgstraat grenzende Joden
Bree-, Sint-Anthonie- en Valkenburgerstraten
spannen zeker van al de overige buurten de
kroon met eene verfraaiing der straten door
vlaggen, groen en bloemen, en twee groote
eerepoorten, waarvan die nabij de Sint-Antbonie-
sluis eene reusachtige en werkelijk zeer schoone
is. Des avonds worden al deze straten elec
trisch verlicht door stroom nit de stoombak-
kerij De Haan.
In Belgie is thans het signalement en het
portret van Hendrik de Jong verspreid, als
vermoedelijke moordenaar van de beide vrou
wen te Gent.
Felicien Rops, de geniale etser en steen-
teekenaar, is in den ouderdom van 65 jaar op
zijn buitengoed in Frankrijk overleden.
Rops was van Hongaarsche afkomst en te
Namen geboren; als illustrator was hij zeer
gezocht.
Dezer dagen deelden wij mede hoe bij
Salerno het lijk was gevonden van een jonge
vrouw, die, naar men vermoedde, door haar
man van de rotsen was geworpen. Thans heeft
de weduwnaar zich in een café te Parijs van
het leven beroofd, wijl hij niet onder zoo ern
stige verdenking wilde voortleven.
Te Rochefort loopt het gerucht, dat de
kruiBer Bruist in den lndischen Oceaan is
vergaan.
De in ons vorig nummer bedoelde ver
koop van Frohsdorf met de daarbij beboorende
familiestukken heeft in Spanje een slechten
indruk gemaakt. Misschien zit er ook wel wat
vrees bij, dat de opbrengst een voor Spanje
minder aangename bestemming krijgt. Het
slot zal door keizer Frans Joseph aan zijn
dochter, de aartshertogin Maria Valeria, worden
afgestaan.
Te Liverpool is brand ontstaan in de
menagerie van Troos, den Engelschen Hagen
beek. Vier leeuwen, 5 luipaarden en 1 Beu-
gaalsche tijger zijn verbrand.
Door het Duitsche leger worden proeven
genomen met het telegrafeeren zonder draad,
en wel op afstanden van 10 K.M.
De zaak Sieveking krijgt een ernstig
karakter. Eerst scheen het een eenvoudige
ruzie tusschen een Nederlander, die er niet
aan dacht dat hij buiten de grenzen van zijn
vrij land was, en een ongemanierden en ver
waanden kapelaan, die vergat dat een bad
plaats zoo'n beetje neutraal terrein is.
Maar nu blijkt nit de Duitsche bladen, dat
ook de houding der burgerlijke overhoid alles
te wenschen laat. Volgens een telegram aan
de N. B. Ct. vertelt Sieveking over zijn be
handeling in de gevangenis, dat men hem zelfs
niet toestond, zijn rok uit en een jasje aan
te trekken; hij moest in zijn galakleeding
naar de cel en daar op de bank gaan liggen.
In plaats van een venster was er een gat in
den muur. Al wat hij bij zich had, werd hem
afgenomen; hij kreeg licht noch water. Om
zes uur bracht men hem een weinig water,
maar geen handdoek. Hij mocht nu een ander
pak, en eten uit het restaurant laten halen,
maar men stond hem alleen toe, in het Duitsch
te schrijven; een Fransch telegram, dat hij had
opgesteld, werd niet afgezonden. Brieven,
aan hem geadresseerd, werden hem openge
sneden overhandigd.
Daarentegen meldt het Kxtrablatt te Weenen,
dat toen de commandant der gendarmerie
Sieveking arresteerde na afloop van een lief
dadigheidsconcert, waar hij belangeloos had
medegewerkt, hem verklaarde dat hij niet
anders handelen kon. De commandant verze
kerde den pianist, dat bij een goed bed zou
vinden en gaf hem den raad in de kurzaal te
soupeeren en dan mede te gaan. Op aandrin
gen van zijne vrienden stemde de heer Sieve
king daarin toe. De commandant der gendar
merie zette zich aan een tafeltje naast hem
en voerde hem na afloop van het souper weg.
Onze gezant te Weenen, die gelukkig uit
ander hout gesneden is dan zijn collega te
Parijs, heeft zich de zaak aangetrokken en
keerde onmiddellijk naar Weenen terug.
De National Zeitung stelt voor dat de bad
gasten als protest Ischl zullen verlaten, en an
dere bladen melden reeds dat dit geschied is.
De geheele Europeescke pers bemoeit zich
met de zaak.
Verkoopingen enz.
T en overstaan van den notaris D. Wisboom
Verstegen zijn Donderdagavond, op do boven
zaal der sociëteit De Vergenoeging alhier
verkocht de volgende woonhuizen, alle staande
te Middelburg.
Gekocht zijn
een huis, erf en tuin, aan de Wagenaarstraat
bij het Hofplein, wijk D no 77, voor f 5700
door A. F. Noest;
een huis en erf, aan de Rotterdamsehe kade,
wijk O no 239, voor f 4700 door J. H. C.
Wasch qq;
een huis en erf, aan de Zuidzijde van den
Dam, wijk G no 98, voor f 4200 door J. H. C.
Wasch qq
een hnis en erf, aan het Bastion, wijk N
no 63, voor f 1050 door B. Pluijmers.
Te Zaamslag is heden middag, in het
logement van G. de Visser, door het bestuur
van den Margaretha^oldQt aanbesteed het
maken van een keibestrating in het onverharde
gedeelte van den Paardendijk bij de gemeente
lijke haven aan den Kleine Huissenspolder,
met bij levering van alle3 wat er toebehoort.
Begrooting f 13.986.
Minste inschrijver was de heer M. A. Ver-
schelling te Terneuzen voor f 13.459. Hem is
het werk gegund.
New-York. Tot leden der definitieve com
missie voor de vredesonderhandelingen zijn
benoemd Day, minister van buitenlandsche
zaken, de senatoren Davis en Frye, rechter
White en Whitelow Reid.
Zij zullen afstand van Luzon, het grootste
der Philippijnsche eilanden, eischen.
TE HOUDEN AANBESTEDINGEN.
Maandag 29 Aug.
Middelburg. Bureel Garnizoens-Com-
mandant kazerne 12 u. Levering van steen
kolen, turven, vuurmakers en takkenbossen.
Donderdag 1 Sept.
G r o e d e. Bureel ontvanger-griffier water
schap Oud- en Jong-Breskens 11 u. Maken
keibestrating. Aanwijzing Donderdag 25 en
Maandag 29 Aug.
Algemeen Overzicht.
De Turken beginnen nieuwsgierig te worden
naar de oorzaak van al die drukte voor keizer
Wilhelm. Want men heeft te Konstantinopel
maar al te veel gelegenheid te merken, dat alle
beschikbare fondeen worden besteed om den
keizerlijken gast schitterend te ontvangen.
Bij Yildiz-Kiosk wordt zelfs een geheel nieuw
paleis voor de gasten ingericht, met het na
tuurlijke gevolg, dat alle andere betalingen
achterwege blij veD, tot groote teleurstelling van
hofbeambten, burgerlijke ambtenaren, militairen
en leveranciers.
Men gevoelt dat dit alles een beteekenis
heeft, maar welke? Persoonlijke vriendschap
is natuurlijk ondenkbaar en Abdoel Hamid zelf
zal wel niet denken, dat zijn mildheid, ten koste
van anderen, den keizer gunstig zal stemmen.
Als deze de laatste jaren zekere vriendschap
voor Turkije heeft getoond, dan was dit om
vrij wat gewichtiger redenen dan dankbaarheid
voor een weelderige ontvangst.
De keizer heeft zich in de eerste plaats laten
leiden door de belangeu der hoogere politiek
welke in het uit militair oogpunt nog altijd
krachtige Turkije zoo al geen gewenscht bond
genoot deed zien, dan toch een voldoend tegen
wicht. En daarbij kwamen nog de materieele
belangen van Duitachland, welke zeer gebaat
werden door de guustige stemming in de Turk-
sche hoofdstad, en de daaruit voortvloeiende
orders voor de Duitsche nij verheid.
Wat de politieke beweegredenen bei reft, zou
keizer Wilhelm het oog hebben zoowel op
Rusland als op Frankrijk, beide landen welke,
ondanks de gunstige verhoudingen van het
oogenblik, tegenover Duitschland staan; beide
landen die een begeerig oog slaan op het Turk-
sche gebied, de eerste om de Donaumondiug
voor 's keizers bondgenoot, Oostenrijk, waarde
loos te maken, de laatste om een groot stuk
van Klein Azië in te palmen, dus juist een
streek welke door Duitschland tot zijn sfeer
van handelsinvloed wordt gerekend.
Dat de sultan op zijn beurt in Duitschland
gaarne een tegenwicht tegenover Rusland en
Frankrijk ziet worden, is natuurlijk. Beide
rijken hebben het hem de laatste jaren lastig
genoeg gemaakt, zonder ooit den moed te heb
ben tot krachtige maatregelen over te gaan.
En zoo is de sultan al meer en meer in de
armen van Duitschland gedreven, evenals Rus
land indertijd door een weinig vriendschappelijke
houding van Duitschland er toe kwam vriend
schap met Frankrijk te sluiten.
Maar dit doet de vraag rijzeD, in welke
richting Engeland door dit alles wordt ge
stuurd. Engelands diplomatie toch is er op
meesterlijke wijze in geslaagd zich van alle
hier bedoelde Mogendheden te vervreemden,
en tot voor weinige weken kon men zeker
zeggen, dat John Buil het er naar had gemaakt.
Maar daarin moet verandering komen. En
geland heeft genoeg van zijn isolement, en
Chamberlain heeft het openlyk uitgesproken,
dat men een krachtigen militairen staat tot
bondgenoot moet hebben.
Zou het Duitschland zijn is destijds gevraagd.
Maar als men let op de zonderlinge houding
welke Duitschland aanneemt tegenover Enge
lands maritiemen bondgenoot, de Veroenigdo
Staten, dan blijkt dat er al zeer weinig kans
op is, dat in die richting een toenadering
ontstaat.
In de politiek is echter alles mogelijk, on
zoo wordt reeds gewag gemaakt van het denk
beeld, dat Engeland zou trachten het schandaal
van vóór 43 jaar te hernieuwen, en zich nog
maals met Turkije tegen Rusland te verbinden.
Wel is, vooral na de gruwelen in Armenië,
zoo openlyk mogelijk spijt betuigd over den
Krimoorlog. Wel heeft Salisbury erkend, dat
Engeland destijds zijn geld op het slechtste
paard had gezet. Maar een andere overweging
kan voorgaan. Als, wat nog steeds niet onmo
gelijk is, Engeland met Rusland in conflict kwam,
dan zou een vriendschappelijkgezind Turkije
Engeland alles waard zijn. Turkije beheerscht
nog steeds de toegangen tot de Zwarte Zee
en beschikt over een leger van 600.000 goede
soldaten, die voor Engeland een krachtige
steun zouden kunnen zijn.
Ongelukkig voor Engeland is voor een nauwen
band tusschen twee rijken de medewerking
van beiden noodig. Nu zal het zeker niet
onmogelijk zijn, den sultan te bowegen het
gebeurde der laatste jaren te vergeten. Maar
de groote vraag is ot Abdoel Hamid ook
geneigd zou zijn over het hoofd te zien, dat
Engelands politiek slecht wordt geleid, en dat
Engeland in geen enkel opzicht tegen Rusland
opgewassen blijkt. Om een te waardeeren
bondgenoot te worden, moet men zelf gewicht
in de schaal kunnen leggen en meer ziju dan
een hulpbehoevende, die overal voor zich steun
zoekt.
Maar hoe toch wel te oordeelen over do
Europeesche diplomatie en haar hooge politiek,
welke het er in enkele jaren toe heeft gebracht,
dat twee groote rijken, Engeland en Duitsch
land, den zieken man van weleer als bondge
noot zouden begeeren.
Beknopte Mededieelingen.
De Temps komt weer uit den hoek, ten
minste het groote blad ruimt bijna een halve
pagina in voor een ingezonden stuk van een
bekend Fransch rechtsgeleerde. Deze behan
delt de vraag in hoever het hof van cassatie
in een geval als dit bevoegd is het vonnis
van Dreyfuss te vernietigen. Do schrijver komt
tot de conclusie dat do bevoegdheid van het
hof vaststaat.
Maar niet dat is het belangrijkste van het
stuk, want wij gelooven niet dat deze stelling
door een ernstig man is betwist.
Immers uit de door anderen reeds vroeger
aangehaalde arresten op dit punt was bekend
dat herhaaldelijk onwettige vonnissen van krijgs
raden door het hof waren vernietigd, en dat
verzuimen, welke nietigheid medebrachten, het
meest voorkwamen bij krygsraad-vonniBsen.
Maar het belangrijkste is het door hem aan
gehaalde arrest van 1842. Ook toen was het
recht van de verdediging verkort en de be
schuldigde officier veroordeeld op stukken
welke hem niet waren medegedeeld.
De procureur-generaal zeide toen, dat het
hof, gelijk zijn annalen bewijzen, zich Bteeds
heeft getoond, een strenge wachter voor het
recht van verdediging, dat het steeds zijn zorg
heeft gewijd aan het weren van aantastingen
van dat recht, en dat hij overtuigd was, dat
het hof een nieuw bewijs zou geven, van zijn
geneigdheid om aan de beschuldigden het vrjje
gebruik toe te staan van de waarborgen, welke
de wet hen geeft.
De zaak, welke het toen gold, was oen
schande voor de militaire rechtspraak. Zoo was
het vonnis geëxecuteerd, ondanks het beroep