MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 201.
141e Jaargang.
1898;
Zaterdag
27 Augustus.
De historische optocht.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ft.—
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 2(5 Aug. 8 n. vm. 69 gr. 12 u 76 gr.,
ev. 4 o. 74 gr. F. Verw. zw. Z. wind
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één nor
aan het bnrean bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel;
Grooto letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 26 Augustus.
Dat men dit leze!
In Het Centrum het orgaan van dr Schaep-
man levert mr S. J. V. een zeer lezens
waardig opstel, waarin hij, ter bestrijding van
meeningen, tegen leerplicht geuit, wijst op den
gunstigen invloed, dien onderwijs uitoefent op
het plegen van misdaad.
Hij beroept zich op den beroemden staat
huishoudkundige Emile de Lavaleye, die, naar
aanleiding van een in 1864 uitgebracht rapport
van M. Durny over het lager onderwijs in
Frankrijk, het volgende zegt aangaande crimi
naliteit en onderwijs:
„Zoo b.v. is het geheel van wegens misdrijf
aangeklaagden, jonger dan een en twintig jaar,
hetwelk slechts met 235 verminderd was inde
tienjarige periode van 1838—48 vergeleken
1828—38, met 4152 geslonken; dat wil due
zeggen in de periode van 1838—48 is er acht-
tienvoud meer dan in 1853—62.
In 1847 telde men 115 gevallen van jonge
lieden behandeld voor het Hof van Assisen
kinderen beneden de 16 jaar; in 1862 waren
er slechts 44.
In Duitschland, in Pruisen, in Engeland,
vermindert het aantal misdrijven, naarmate het
onderwijs zich verbetert en zich uitbreidt.
In de gevangenissen te Vaud, te Neuchatel
en te Ziirich zijn slechts 1 of 2 gevaDgenen
dikwijls zijn zij ledig.
In Baden, waar sedert 30 jaar veel voor het
volksonderwijs is geschied gedurende de jaren
18541861, is het aantal gevangenen afgeno
men van 1426 tot 691; ook heft men gevan
genissen op."
Deseilligny laat zich in denzelfden geest uit.
De vooruitgang van het onderwijs heeft in
de crimineele statistiek groote veranderingen
gebracht.
In 1851, toen het aantal misdaden veel groo-
ter was dan nu (1868) en het onderwijs minder
verspreid, telde men onder de wegens misdaad
aangeklaagden
Niet onderwezen 46
Onvoldoende onderwezen 36
Onderwezen 13
Meerdere ontwikkeling 5
De veranderingen, die in deze statistiek in
1868 waren te constateeren, geven hem de
volgende opmerking in de pen: „Tegenwoordig
is het onderwijs meer verbreid, het aantal niel
onderwezen beschuldigden, ofschoon zwak ver
minderd, getuigt nog steeds van het nauwe
verband tusschen onwetendheid en ondeugd".
Uit het reeds vermelde rapport van den
minister Duruy haalt deze schrijver een ver
slag aan van een consul van Holstein, waarin
vermeld wordt:
„Sedert 20 jaar, d. w. z. sedert het onderwijs
verbreid is over het geheele land, geven de
staten der gerechtelijke statistiek 30 minder
veroordeelingen."
Henry Joly schrijft in zijn werk La France
eriminélle
„Het zou zeer gemakkelijk zijn theoretisch
aan te toonen, dat het onderwijs de moraal
moet kunnen verhoogen en het aantal misdrij
ven verminderen."
Doch hij roept liever de statistiek te hulp
en vermeldt een rapport nit Mendoza [Z.Ame
rika], ingeleverd op het congres van 1878 te
Vrijdag 2 September te Middelburg
te houden.
De meeste menschen beschouwen een histo-
rischen optocht alleen als een openbare verma
kelijkheid ze bekijken hem Blecbts met een
oog van ver- of be-wondering„Jongens,
jongens, wat een zwaar pakkie heeft die an,"
heet het van een gebarn asten ridder uit de
middeleeuwen„kijk eris, allemaal zij en flu
weel, mooi hè," van een edelman der 16e-eeuw
„hoe rijk, zou dat zijn eigen haar wezen" van
een 17e-eeuwschen patriciër. Met kinderlijke
verbazing wordt alles aangezien, mooi gevonden;
en als 't voorbij is, is 't voorbij, behalve mis
schien een enkel napraatje. Dit voorbijgaande
van den indruk is te bejammeren en het doel
van schrijver dezeB is een pogen om van den
Middelburgschen optocht van 2 Sept. a. s. iets
meer in de hoofden en harten van de aan-
schouwers te laten blijven. Hg zal trachten de
beteekenis duidelijk te maken van wat elk,
rustig zijn plaats kiezendedrie, viermaal aan
aich voorbij kan laten gaan, en bg 't genot
van het zien de gedachte te wekken: „het
feest, dat we vieren, is een nationaal feest,
$en feest van hooge beteekenis voor het ge-'
Agenten.
Te Vliasingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; te
GoesA. C. Bodlttyt, firma Wed. de Jonge.
Stockholm, waaruit blijkt, dat toen er één
scholier was op de 27 inwoners er 359 ver
oordeelden waren. Nadat de verhouding was
veranderd tot één scholier op 8 inwoners, ver
minderden de veroordeelingen tot 124 en dat
niettegenstaande den aanwas van bevolking
in de heerschende crisis.
Uit een Belgische statistiek van Legoyt
blijkt ook, dat het onwetende deel der bevol
king de grootste bijdrage levert tot de misdaad.
Niet onderwezen58%.
Onvoldoende lezen en schrgven 27
Goed lezen en schrgven 11
Meerdere ontwikkeling 4%.
Ofschoon deze statistieken spreken ten gunste
van leerplicht, mag ik, zoo schrgffc V., onpar-
tgdigheidsbalve niet nalaten er op te wgzen dat
„het niet onderwezen zijn" in sommige dezer
gevallen wellicht slechts een deel is van dat
complex van levensomstandigheden, hetwelk,
naast bedorven natuur, tot de misdaad aanlei
ding geeft. B. v. slecht voorbeeld der ouders,
armoede enz. Het gemis aan onderwijs is dan
één der oorzaken, die tot het plegen hebben
medegewerkt.
Gaarne geef ik toe, dat ook mijne geachte
tegenstanders uit de statistiek argumenten
kunnen putten.
Zoo bijv. blijkt uit de crimineele statistiek
van Frankrijk dat er in 1838 per 100.000 in
woners 237 aangeklaagden warenin 1887
waren er op iedere 100.000 inwoners 552.
Niettegenstaande de uitbreiding van het on
derwijs in dat tijdvak, een belangrijke uitbrei
ding der criminaliteit.
Men ziet dus argumenten, ontleend aan de
statistiek, zijn weinig betrouwbaar. Daarbij
komt dat velen op lichtvaardige wgze een
hoogst onoordeelkundig verband brengen tus
schen sociale verschijnselen en feiten.
Geenszins verwonderen zoude het mg dat,
mochten er eenige maanden na de verschgning
van het leerplicht-ontwerp in het Staatsblad,
in ons vaderland een paar ernstige misdrijven
gepleegd worden, verschillende bladen en
blaadjes dergelijke gebeurtenissen veel te mooi
vinden om hunnen lezers niet mede tedeelen:
Ziedaar reeds de wrange vruchten van den
leerplicht."
Geen voorlichting, maar opzettelijke mislei
ding schgnt de schoone levenstaak van
vele dagbladschrijvers te zijn.
Ik voor mij hecht met eenig voorbe
houd nog het meest aan de woorden van
den Franschen minister van justitie waar hij
zegt„Hartstochten en ondeugden, geheel onaf
hankelijk van de vraag naar onderwgs, zijn de
ware drgfveeren tot het plegen van misdaden.
~eeds in mijn vroegere artikelen wees ik er
op, dat het menschelijk weten alleen moreel
niet beter maakt, wel echter als hulpmiddel
maar dat in den tegen woordigen tgd en nog
meer in de toekomst (immers de intellectueele
eischen in den „strugge for life" worden steeds
grooter) eenige kennis onontbeerlijk is voor den
strijd om het bestaan. Hoe geschikter voor dieD
strijd, des te minder gevaar voor werkloosheid,
armoede en de daarmede gepaard gaande zede
lijke ellende.
Ik weet weler zijn helaasook werkloozen
die toch bekwaam genoeg zgn, maar dit feit
maakt bovenstaande redeneering niet onwaar-
Vooral wanneer onze arbeiders bg hier te lande
heerschende werkloosheid in een bepaald vak
in den vreemde werk zoeken, is eenige kennis
onontbeerlijk. Ten slotte ontken ik dat er tus
schen verwaarloozing en leerplicht geenerlei
verband bestaat.
Reeds in mijn eerste artikel in dit blad heb
ik kort doch naar mijne meening voldoende
mijn gevoelen gestaafd. In het belang der zaak
kom ik er gaarne nog eens op terug.
Het is waarbij verwaarloozing in het huis
gezin werkt de school slechts gebrekkig.
De ouders kunnen thuis door hun slecht
levensgedrag bederven hetgeen de onderwgzer
heeft tot stand gebracht.
Maar omgekeerd kan de opvoeding op school
althans eenig tegenwicht in de schaal leggen
wanneer het kind tehuis alleen slechte indruk
ken ontvangt.
Bovendien is het kind door het schoolbezoek
eenige uren aan de onreine omgeving van het
huisgezin onttrokken.
Maar wat meer zegt
Het zedelgk verlaten en verwaarloosde kind,
dat op zijn levensweg eenen belangstellenden
onderwgzer of medelgdendeonderwgzeres vindt
en zoo zijn er gelukkig nog zeer velen
zal wellicht in hem of haar een vriend, of
vriendin ontmoeten, die zich het ongelukkig lot
van een dergelijk kind aantrekt en naar het
leven tehuis een onderzoek instelt.
Vooral dan wanneer het ontwerp op de
ouderlijke macht kracht van wet zal hebben
verkregen .kunnen de pogingen resultaat hebben.
Waarop ik dus wilde wijzen is dat het ver
waarloosde kind, door het verplicht schoolbe
zoek een gedeelte van den dag uit de treurige
huiselijke omgeving of van de straat wegge
nomen, in aanraking komt met betere en
zedelgk hooger staande menschen. Ofschoon ik
zoo goed als het ging kennis heb genomen van
alles wat de laatste maanden tegen leerplicht
geschreven werd, is mgn gevoelen ten opzichte
der invoering van leerplicht als gewenschte
sociale hervorming geenszins geschokt.
Integendeel. Van verschillende zijden mijner
geloofsgenooten ontving ik bewgzen van warme
instemmingook wat mg zeer verheugt
van katholieke geestelgken.
heele volk."
De eerste groep roept Middelburg in de Mid
deleeuwen voor den geest. We verplaatsen
ons dus een 650 jaar terug. Wie bedenkt,
welke groote veranderingen de stad in de laat
ste jaren alleen reeds onderging, zal gemakke
lijk begrijpen, dat Middelburg van toen en
Middelburg van nu maar weinig gelgkenis
hebben. Er is niet veel te vinden, dat er toen
ook al was; de Abdg en haar kerk waren er,
ofschoon niet geheel in den tegenwoordigen
vormvan 't Stadhuis was er nog geen spoor;
straten en grachten liepen anders; de huizen
waren van hout, laag, met stroo of biezen
gedekt, en stonden niet aan elkaar gebouwd,
maar gescheiden door erven, waar varkens,
kippen enz. vrij rondwandeldenplaveisel,
lantarens, rioleering waren er niet, evenmin
als winkels, gevangenissen, kazernes, scho
len of politie. En toch wa3 't al een stad.
Vóór een achthonderd jaar bestond de maat
schappij hier te lande uit:
lo enkele aanzienlijke geestelijke of wereld
lijke heeren (hertogen, graven, bisschoppen)
die 't hun toevertrouwde deel des rijks zoo
goed als geheel onafhankelijk bestuurden de
voornaamste onder hen waren de graaf van
Holland en Zeeland, de graaf van Gelder, de bis
schop van Utrecht, de graaf van Vlaanderen
enz.; in naam erkenden ze den Duitschen
keizer als opperheer, maar inderdaad bekreun-
TOCH „KRONINCS"-FEEST?
De Opr. Haarl. Crt ontving van geaehte
zgde de volgende opmerkingen
Dezer dagen werd door u een stukje uit
het Hbld overgenomen, de vraag behandelende
hoe men de aanstaande feesten eigenlijk behoort
te noemen. Volgens dat stukje zou men niet
mogen spreken van kroningsfeesten, maar zou
de alleen juiBte benaming zgn inhuldigings
feesten. Daarmede in overeenstemming wordt
door u dan ook steeds van die laatste benaming
gebruik gemaakt, ook waar het geldt onze
feesten te Haarlem. Mag ik u echter erop
bedacht maken, dat de inhuldiging geschieden
zal op 6 September a. s., bij welke gelegenheid
te Amsterdam en elders feesten zullen plaats
hebben. Hier te Haarlem hebben de feesten
echter met die plechtigheid niets te maken
doch zijn zij ter gelegenheid van den 18deD
verjaardag van H. M. de Koningin, den dag
waarop zij ingevolge onze Grondwet persoonlijk
de regeering aanvaardt. En nu moge het Hbld
gelijk hebben als het zegt, dat onze Koningin
niet gekroond wordt, en ook niet zichzelve
kroont, doch ook is het waar, dat op 31 Au
gustus de Koningin voor het eerst van het
haar bij de Grondwet toegekende recht om de
kroon te dragen kan gebruik maken. Op 31
m ze zich niet veel om den verren vorst.
Ten 2o vond men hier edelen en klooster-
heeren, evenzeer oppermachtig op hun bezit
tingen, gelegen in 't gebied der graven, bis
schoppen, enz.zoo lagen bv. in Holland de
goederen der heeren van Brederode, van Tey-
lingen, Amstel, Woerden, de Abdg van Rgns-
burg; in Zeeland bv. vond men 't klooster
van Middelburg, en de heeren van Renesse,
van Borssele, van Haemstede, van Souburg,
Brigdamme, enz. enz.
Ten 3o had men een klein getal gewone
vrijen, die door handel of bedrgf in hun
onderhoud moesten voorzien of bij de lagere
geestelijkheid plaats vonden.
Ten 4o trof men destijds aan de groote massa
van de onvrijen, verdeeld in hoorigenboeren,
die met den grond 't eigendom van den heer
uitmaakten en alleen met den grond verkocht
konden worden, en in lijfeigenen, die alle
menscbenrechten misten.
De graven en andere vorsten, zooals 'tnog
wel gaat, niet tevreden met 't geen ze hadden,
kwamen al spoedig in vijandige aanraking met
elkaar en met de edele en geestelijke heeren
in hun gebied. De laatsten werden genood
zaakt hun eigendommen aan den vorst af te
staanwel ontvingen ze die doorgaans op
bepaalde voorwaarden weer in vruchtgebruik
terug, maar ze waren toch de ondergeschikten
geworden van hem, die eerst huns gelijke was.
Augustus voor het eerst is onze Koningin ge
tooid met de kroon.
Waarom zouden wij nu ons zeiven geweld
aandoen, door ons het verder gebruik van het
gangbare kroningsfeest te ontzeggen, daar waar
het duidelijk is, dat het omslachtige inhuldi-
gingsfeest onjuist is, en een andere betere be
naming ons niet aan de hand gedaan wordt
Hoe geacht de persoon, die deze opmerkin
gen maakt, ook moge zgn, ons dunkt dat zg
vrij gezocht zgn.
De feestelijkheden hebben in ons land plaats
bij gelegenheid der meerderjarigheid van onze
koningin, die dan gehuldigd wordt.
Dat H. M. het recht heeft een kroon te
dragen, is zeker, maar zg zal dat dien dag
niet doen.
Uit het programma blijkt dat de kroon vóór
haar op de credenz-tafel zal liggen. Wel zal
H. M. een koninginnemantel aandoen. Men
zou dus met veel meer recht van mantel-fees
ten kunnen spreken. Wijl van eene kroning
echter geen kwestie is en onze grondwet alleen
van inhuldiging gewaagt, blijven wg bij onze
meening, dat men niet kan spreken van kro
ningsfeesten. Volgens het standpunt van den
schrij ver zou het dan nog moeten heeten kroon
feesten.
BENOEMUVÜEA ENZ.
Bij kon. besluit
zgn de heeren C. H. van Dam en G. Wam-
derink Vinke erkend en toegelaten, respectieve
lijk a's consul-generaal en consul van Uruguay
te Rotterdam en te Amsterdam
is tegen 1 Sept. aan G. Reinders, op zgn
verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar
aan de Rijkslandbouwachool te Wageningen
i tegen 1 Nov. aan den den directeur van
het post- en telegraafkantoor te Oss, E. P.
Ehrmann, en tegen 1 Sept. aan den klerk ter
directie van de Rgkspostspaarbank te Amster
dam, K. P. van der Gaag, beiden op hun ver
zoek, eervol ontslag verleend uit 's rijks dienst
De adelborst le klasse F. Verschoor van
Nisse, tbans dienende aan boord van Fï. M.
pantserschip Piet Hein, wordt met 1 S pt. op
non-activiteit gesteld.
Blijkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië, van 24 dezer,
wordt de gouvernements-koffieoogst op Java
voor dit jaar tbans geraamd op 97.000 pikole.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Door den Middelburgschen Bestuurders-
bond voorzitter D. Bimmel, secretaris Th.
Rozemond is aan bh. patroons te Mid
delburg de volgende circulaire gezonden
,M. H. Nog slechts een korte spanne tijds
en de feesten, ter inhuldiging onzer koningin,
zullen een aanvang nemen.
Aan den vooravond van deze feesten meent
de Middelburgsche Bestuurdersbondnamens
de bij dien Bond aangesloten onderafdeelingen
van acht landelijke vak- en arbeiders-vereeni-
gingen en de stedelgke Gecombineerde vak-
vereeniging, U het volgende ter kennis te
moeten brengen
Dat, afgescheiden van de kweBtie of er in
waarheid sprake kan zgn van ee
Dat de graven er in slaagden den adel en de
feestelijkheid aan zich te onderwerpen, komt
vooral doordat ze Bteun zochten en vonden bg de
gewone vrgen en de onvrijen. Ze schonken
hun hoorigen 'en Igfeigenen langzamerhand
volkomen persoonlgke vrgheid en allerlei rech
ten, bv. om hun dorp met muren en grachten
te omringen, zelf hun bestuur te kiezen, enz.,
alles natuurlgk op voorwaarde den heer met
geld en met bun persoon in den oorlog bij te
staan. Zoo ontstond er allengs een aantal steden
en een nieuwe stand van vrijen, die der burr
gers ot poorters, welke door handel en ngver
heid tot welvaart kwam en de jaloezie van den
adel opwekte.
Niet alleen 't welbegrepen eigenbelang van
vorsten, ook andere oorzaken werkten
mede tot de verheffing van den nieuwen stand
de Paus had allen vrg verklaard die deelnamen
aan den strijd om het Heilige Land uit de
macht der ongeloovigen te verlossen. Vele
onvrgen togen dus heen om door een vroom
werk tevens de vrijheid te verwerven en
bezweken onder 't zwaard der vganden of de
gevaren van den tocht; weinigen Blechts
keerden als vrgen terug. Maar de edelen, die
voor de ontvolking hunner goederen vreesden,
schonken zelf hun onderhoorigen de vrgheid,
en zoo werden igfeigenen en hoorigen tot per
soonlijk vrije boeren, echter nog onderworpen
aan allerlei drukkende lasten (tienden, heeren
feestvreugde, over het feit, dat binnen enkele
dagen zal worden gevierd, het geenszins kan
strekken tot verhooging dier feestvreugde,
wanneer de arbeiders, ten koste van eigen
beurs, door het inhouden van eventueel verlet,
aan bedoelde festiviteiten moeten deelnemen.
Immers, het kan U geenszins onbekend zijn,
dat wg, arbeiders, in normale omstandigheden
reeds moeten wikken en wegen met ons loon
van de eene week op de andere te komen; en
waar dusdanige feestelijkheden allicht aanlei
ding bieden tot gedwongen uitgaven, behoeft
het geen betoog, dat de inhuldiging onzer ko
ningin eerder een ramp, dan een tot vreugde
stemmend feit voor velen onzer zal zijn, die
gedwongen worden gedurende één of meer
dagen den arbeid te onderbreken, wanneer dat
tot gevolg mocht hebben mindering van loon.
Ieder werkman vrijlatende in hoeverre hij
reden bezit tot eene spontane uiting van geest
drift, is de Bond van oordeel, dat het even
eens billgk is te achteD, hen, die geen fioan-
cieele schade wenschen te ïgden, niet te nood
zaken vrgaf te nemen.
Redenen waarom de Bond zich geroepen
acht U in overweging te geven de werklieden
in de gelegenheid te stellen feest te vieren,
zonder dat zij in hun loon worden benadeeld
of anders niet den minsten dwang op hen uit
te oefenen, ten koste van hun gezin, dat straks
met periodiek terugkeerende werkloosheid
zal hebben te kampeD, zich een uitspanning
te moeten getroosten, die voor hen een alles
behalve aangename inspanning zal na zich
slepen".
In verband met deze circulaire deelen wij
met genoegen mee, dat de heer D. G. Kröber
Jr., drukker van ons blad, reeds vóór de ont
vangst daarvan het lofwaardig besluit geno
men had om op 31 Augustus aan zijn gansch
personeel, behalve het gewone loon, nog een
dag extra loon te geven en wgi het hoogst
bezwaarlijk is, juist met de uitgave der Midd.
Crt, om een ganschen dag vrij te gei en door
hem zooveel mogelijk aan dat personeel de
gelegenheid zal worden geboden om het be
langrijkste der feestelijkheden op Donderdag
en Vrgdag a. te aanschouwen.
Een onzer lezers te Middelburg drukt
in een schrijven aan ons de hoop uit, dat
Woensdag a. de vlag tijdig uit de woningen
wappere, opdat tamboers, horenblazers en het
muziekkorps der d.d. schutterij, als zij, ter uit
voering van de reveille, onze stad doorgaan,
feesteigk getooide straten mogen aanschouwen.
Ons dunktdie wensch zal wel vervuld
worden.
Om half acht trekt die stoet uit; en waar
men in den tegenwoordigen tgd reeds vroeg
bij de hand is, zal men op dien feestdag zeker
wel allerminst laat opstaan, en te zeven uur
de vlag uitsteken.
Wien dit te vroeg is, doe dit Dinsdag avond
wanneer het weer ten minste gunstig is.
Aan het bloemencorso, dat tijdens de in
huldigingsfeesten alhier gehouden zal worden,
scheen aanvankelijk de deelneming niet zoo
heel groot te worden. In de laatste dagen is
deze echter verbazend toegenomen, zoodat ook
dit nummer van het programma iets werkelgk
schoons belooft.
Naar wg vernemen, zgn thans een zestigtal
voertuigen van allerlei aard - rijtuigen, rij
wielen en sportkarren ingeschreven. "Ver
scheidene inschrgvers hebben bij hnnne aangifte
diensten, allerlei giften bij gelegenheid van
huwelgk, geboorte, doop of dood in de familie
van den heer). Van invloed op 't bestuur was
voor de boeren geen sprake en eerst de l9de
eeuw bracht de gelijkstelling van platteland
en steden, van boeren en burgers.
Van de bovenomschreven maatschappij geeft
groep I van den optocht een beeld; De hoofd
persoon is graaf Willem II; evenals zijn groot
vader Willem I en later zijn zoon Floris Y
bevorderde hg krachtig de opkomst van den
3en stand; Middelburg, Domburg, Westkapelle,
Zierikzee, Haarlem, Delft enz. danken hem tal
van voorrechtenvrijdom van tol op wegen
en vaarten, 't recht eigen schepenen te kiezen
er werd gezorgd voor onderhoud van wegen
en vaartenvastgesteld hoeveel jaarlijks aan
den graaf opgebracht moest worden, hoeveel
gewapende mannen de stad in oorlogstijd moest
leveren en onderhouden (25 a 30). Belangrijk
was ook 't asylrecht: een lijfeigene of hoorige,
die binnen een stad vluchtte en na jaar en
dag niet door zgn heer was opgeëischt, was
vrijvrg, dat wil zeggen dat hij over zijn
persoon kon beschikken, naar eigen zin een
huwelijk aangaan, eigendom verwerven enz.
Zoodra hg de daarvoor vereischte som betaalde,
kon hg poorter (burger) worden, werd naar
wet en recht geregeerd en stemde, als de poor
ters samen werden geroepen, zelf mede; de
verplichtingen daartegenover waren't op*