MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 201. 141e Jaargang. 1898; Zaterdag 27 Augustus. De historische optocht. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ft.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 2(5 Aug. 8 n. vm. 69 gr. 12 u 76 gr., ev. 4 o. 74 gr. F. Verw. zw. Z. wind Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één nor aan het bnrean bezorgd zijn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel; Grooto letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 26 Augustus. Dat men dit leze! In Het Centrum het orgaan van dr Schaep- man levert mr S. J. V. een zeer lezens waardig opstel, waarin hij, ter bestrijding van meeningen, tegen leerplicht geuit, wijst op den gunstigen invloed, dien onderwijs uitoefent op het plegen van misdaad. Hij beroept zich op den beroemden staat huishoudkundige Emile de Lavaleye, die, naar aanleiding van een in 1864 uitgebracht rapport van M. Durny over het lager onderwijs in Frankrijk, het volgende zegt aangaande crimi naliteit en onderwijs: „Zoo b.v. is het geheel van wegens misdrijf aangeklaagden, jonger dan een en twintig jaar, hetwelk slechts met 235 verminderd was inde tienjarige periode van 1838—48 vergeleken 1828—38, met 4152 geslonken; dat wil due zeggen in de periode van 1838—48 is er acht- tienvoud meer dan in 1853—62. In 1847 telde men 115 gevallen van jonge lieden behandeld voor het Hof van Assisen kinderen beneden de 16 jaar; in 1862 waren er slechts 44. In Duitschland, in Pruisen, in Engeland, vermindert het aantal misdrijven, naarmate het onderwijs zich verbetert en zich uitbreidt. In de gevangenissen te Vaud, te Neuchatel en te Ziirich zijn slechts 1 of 2 gevaDgenen dikwijls zijn zij ledig. In Baden, waar sedert 30 jaar veel voor het volksonderwijs is geschied gedurende de jaren 18541861, is het aantal gevangenen afgeno men van 1426 tot 691; ook heft men gevan genissen op." Deseilligny laat zich in denzelfden geest uit. De vooruitgang van het onderwijs heeft in de crimineele statistiek groote veranderingen gebracht. In 1851, toen het aantal misdaden veel groo- ter was dan nu (1868) en het onderwijs minder verspreid, telde men onder de wegens misdaad aangeklaagden Niet onderwezen 46 Onvoldoende onderwezen 36 Onderwezen 13 Meerdere ontwikkeling 5 De veranderingen, die in deze statistiek in 1868 waren te constateeren, geven hem de volgende opmerking in de pen: „Tegenwoordig is het onderwijs meer verbreid, het aantal niel onderwezen beschuldigden, ofschoon zwak ver minderd, getuigt nog steeds van het nauwe verband tusschen onwetendheid en ondeugd". Uit het reeds vermelde rapport van den minister Duruy haalt deze schrijver een ver slag aan van een consul van Holstein, waarin vermeld wordt: „Sedert 20 jaar, d. w. z. sedert het onderwijs verbreid is over het geheele land, geven de staten der gerechtelijke statistiek 30 minder veroordeelingen." Henry Joly schrijft in zijn werk La France eriminélle „Het zou zeer gemakkelijk zijn theoretisch aan te toonen, dat het onderwijs de moraal moet kunnen verhoogen en het aantal misdrij ven verminderen." Doch hij roept liever de statistiek te hulp en vermeldt een rapport nit Mendoza [Z.Ame rika], ingeleverd op het congres van 1878 te Vrijdag 2 September te Middelburg te houden. De meeste menschen beschouwen een histo- rischen optocht alleen als een openbare verma kelijkheid ze bekijken hem Blecbts met een oog van ver- of be-wondering„Jongens, jongens, wat een zwaar pakkie heeft die an," heet het van een gebarn asten ridder uit de middeleeuwen„kijk eris, allemaal zij en flu weel, mooi hè," van een edelman der 16e-eeuw „hoe rijk, zou dat zijn eigen haar wezen" van een 17e-eeuwschen patriciër. Met kinderlijke verbazing wordt alles aangezien, mooi gevonden; en als 't voorbij is, is 't voorbij, behalve mis schien een enkel napraatje. Dit voorbijgaande van den indruk is te bejammeren en het doel van schrijver dezeB is een pogen om van den Middelburgschen optocht van 2 Sept. a. s. iets meer in de hoofden en harten van de aan- schouwers te laten blijven. Hg zal trachten de beteekenis duidelijk te maken van wat elk, rustig zijn plaats kiezendedrie, viermaal aan aich voorbij kan laten gaan, en bg 't genot van het zien de gedachte te wekken: „het feest, dat we vieren, is een nationaal feest, $en feest van hooge beteekenis voor het ge-' Agenten. Te Vliasingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; te GoesA. C. Bodlttyt, firma Wed. de Jonge. Stockholm, waaruit blijkt, dat toen er één scholier was op de 27 inwoners er 359 ver oordeelden waren. Nadat de verhouding was veranderd tot één scholier op 8 inwoners, ver minderden de veroordeelingen tot 124 en dat niettegenstaande den aanwas van bevolking in de heerschende crisis. Uit een Belgische statistiek van Legoyt blijkt ook, dat het onwetende deel der bevol king de grootste bijdrage levert tot de misdaad. Niet onderwezen58%. Onvoldoende lezen en schrgven 27 Goed lezen en schrgven 11 Meerdere ontwikkeling 4%. Ofschoon deze statistieken spreken ten gunste van leerplicht, mag ik, zoo schrgffc V., onpar- tgdigheidsbalve niet nalaten er op te wgzen dat „het niet onderwezen zijn" in sommige dezer gevallen wellicht slechts een deel is van dat complex van levensomstandigheden, hetwelk, naast bedorven natuur, tot de misdaad aanlei ding geeft. B. v. slecht voorbeeld der ouders, armoede enz. Het gemis aan onderwijs is dan één der oorzaken, die tot het plegen hebben medegewerkt. Gaarne geef ik toe, dat ook mijne geachte tegenstanders uit de statistiek argumenten kunnen putten. Zoo bijv. blijkt uit de crimineele statistiek van Frankrijk dat er in 1838 per 100.000 in woners 237 aangeklaagden warenin 1887 waren er op iedere 100.000 inwoners 552. Niettegenstaande de uitbreiding van het on derwijs in dat tijdvak, een belangrijke uitbrei ding der criminaliteit. Men ziet dus argumenten, ontleend aan de statistiek, zijn weinig betrouwbaar. Daarbij komt dat velen op lichtvaardige wgze een hoogst onoordeelkundig verband brengen tus schen sociale verschijnselen en feiten. Geenszins verwonderen zoude het mg dat, mochten er eenige maanden na de verschgning van het leerplicht-ontwerp in het Staatsblad, in ons vaderland een paar ernstige misdrijven gepleegd worden, verschillende bladen en blaadjes dergelijke gebeurtenissen veel te mooi vinden om hunnen lezers niet mede tedeelen: Ziedaar reeds de wrange vruchten van den leerplicht." Geen voorlichting, maar opzettelijke mislei ding schgnt de schoone levenstaak van vele dagbladschrijvers te zijn. Ik voor mij hecht met eenig voorbe houd nog het meest aan de woorden van den Franschen minister van justitie waar hij zegt„Hartstochten en ondeugden, geheel onaf hankelijk van de vraag naar onderwgs, zijn de ware drgfveeren tot het plegen van misdaden. ~eeds in mijn vroegere artikelen wees ik er op, dat het menschelijk weten alleen moreel niet beter maakt, wel echter als hulpmiddel maar dat in den tegen woordigen tgd en nog meer in de toekomst (immers de intellectueele eischen in den „strugge for life" worden steeds grooter) eenige kennis onontbeerlijk is voor den strijd om het bestaan. Hoe geschikter voor dieD strijd, des te minder gevaar voor werkloosheid, armoede en de daarmede gepaard gaande zede lijke ellende. Ik weet weler zijn helaasook werkloozen die toch bekwaam genoeg zgn, maar dit feit maakt bovenstaande redeneering niet onwaar- Vooral wanneer onze arbeiders bg hier te lande heerschende werkloosheid in een bepaald vak in den vreemde werk zoeken, is eenige kennis onontbeerlijk. Ten slotte ontken ik dat er tus schen verwaarloozing en leerplicht geenerlei verband bestaat. Reeds in mijn eerste artikel in dit blad heb ik kort doch naar mijne meening voldoende mijn gevoelen gestaafd. In het belang der zaak kom ik er gaarne nog eens op terug. Het is waarbij verwaarloozing in het huis gezin werkt de school slechts gebrekkig. De ouders kunnen thuis door hun slecht levensgedrag bederven hetgeen de onderwgzer heeft tot stand gebracht. Maar omgekeerd kan de opvoeding op school althans eenig tegenwicht in de schaal leggen wanneer het kind tehuis alleen slechte indruk ken ontvangt. Bovendien is het kind door het schoolbezoek eenige uren aan de onreine omgeving van het huisgezin onttrokken. Maar wat meer zegt Het zedelgk verlaten en verwaarloosde kind, dat op zijn levensweg eenen belangstellenden onderwgzer of medelgdendeonderwgzeres vindt en zoo zijn er gelukkig nog zeer velen zal wellicht in hem of haar een vriend, of vriendin ontmoeten, die zich het ongelukkig lot van een dergelijk kind aantrekt en naar het leven tehuis een onderzoek instelt. Vooral dan wanneer het ontwerp op de ouderlijke macht kracht van wet zal hebben verkregen .kunnen de pogingen resultaat hebben. Waarop ik dus wilde wijzen is dat het ver waarloosde kind, door het verplicht schoolbe zoek een gedeelte van den dag uit de treurige huiselijke omgeving of van de straat wegge nomen, in aanraking komt met betere en zedelgk hooger staande menschen. Ofschoon ik zoo goed als het ging kennis heb genomen van alles wat de laatste maanden tegen leerplicht geschreven werd, is mgn gevoelen ten opzichte der invoering van leerplicht als gewenschte sociale hervorming geenszins geschokt. Integendeel. Van verschillende zijden mijner geloofsgenooten ontving ik bewgzen van warme instemmingook wat mg zeer verheugt van katholieke geestelgken. heele volk." De eerste groep roept Middelburg in de Mid deleeuwen voor den geest. We verplaatsen ons dus een 650 jaar terug. Wie bedenkt, welke groote veranderingen de stad in de laat ste jaren alleen reeds onderging, zal gemakke lijk begrijpen, dat Middelburg van toen en Middelburg van nu maar weinig gelgkenis hebben. Er is niet veel te vinden, dat er toen ook al was; de Abdg en haar kerk waren er, ofschoon niet geheel in den tegenwoordigen vormvan 't Stadhuis was er nog geen spoor; straten en grachten liepen anders; de huizen waren van hout, laag, met stroo of biezen gedekt, en stonden niet aan elkaar gebouwd, maar gescheiden door erven, waar varkens, kippen enz. vrij rondwandeldenplaveisel, lantarens, rioleering waren er niet, evenmin als winkels, gevangenissen, kazernes, scho len of politie. En toch wa3 't al een stad. Vóór een achthonderd jaar bestond de maat schappij hier te lande uit: lo enkele aanzienlijke geestelijke of wereld lijke heeren (hertogen, graven, bisschoppen) die 't hun toevertrouwde deel des rijks zoo goed als geheel onafhankelijk bestuurden de voornaamste onder hen waren de graaf van Holland en Zeeland, de graaf van Gelder, de bis schop van Utrecht, de graaf van Vlaanderen enz.; in naam erkenden ze den Duitschen keizer als opperheer, maar inderdaad bekreun- TOCH „KRONINCS"-FEEST? De Opr. Haarl. Crt ontving van geaehte zgde de volgende opmerkingen Dezer dagen werd door u een stukje uit het Hbld overgenomen, de vraag behandelende hoe men de aanstaande feesten eigenlijk behoort te noemen. Volgens dat stukje zou men niet mogen spreken van kroningsfeesten, maar zou de alleen juiBte benaming zgn inhuldigings feesten. Daarmede in overeenstemming wordt door u dan ook steeds van die laatste benaming gebruik gemaakt, ook waar het geldt onze feesten te Haarlem. Mag ik u echter erop bedacht maken, dat de inhuldiging geschieden zal op 6 September a. s., bij welke gelegenheid te Amsterdam en elders feesten zullen plaats hebben. Hier te Haarlem hebben de feesten echter met die plechtigheid niets te maken doch zijn zij ter gelegenheid van den 18deD verjaardag van H. M. de Koningin, den dag waarop zij ingevolge onze Grondwet persoonlijk de regeering aanvaardt. En nu moge het Hbld gelijk hebben als het zegt, dat onze Koningin niet gekroond wordt, en ook niet zichzelve kroont, doch ook is het waar, dat op 31 Au gustus de Koningin voor het eerst van het haar bij de Grondwet toegekende recht om de kroon te dragen kan gebruik maken. Op 31 m ze zich niet veel om den verren vorst. Ten 2o vond men hier edelen en klooster- heeren, evenzeer oppermachtig op hun bezit tingen, gelegen in 't gebied der graven, bis schoppen, enz.zoo lagen bv. in Holland de goederen der heeren van Brederode, van Tey- lingen, Amstel, Woerden, de Abdg van Rgns- burg; in Zeeland bv. vond men 't klooster van Middelburg, en de heeren van Renesse, van Borssele, van Haemstede, van Souburg, Brigdamme, enz. enz. Ten 3o had men een klein getal gewone vrijen, die door handel of bedrgf in hun onderhoud moesten voorzien of bij de lagere geestelijkheid plaats vonden. Ten 4o trof men destijds aan de groote massa van de onvrijen, verdeeld in hoorigenboeren, die met den grond 't eigendom van den heer uitmaakten en alleen met den grond verkocht konden worden, en in lijfeigenen, die alle menscbenrechten misten. De graven en andere vorsten, zooals 'tnog wel gaat, niet tevreden met 't geen ze hadden, kwamen al spoedig in vijandige aanraking met elkaar en met de edele en geestelijke heeren in hun gebied. De laatsten werden genood zaakt hun eigendommen aan den vorst af te staanwel ontvingen ze die doorgaans op bepaalde voorwaarden weer in vruchtgebruik terug, maar ze waren toch de ondergeschikten geworden van hem, die eerst huns gelijke was. Augustus voor het eerst is onze Koningin ge tooid met de kroon. Waarom zouden wij nu ons zeiven geweld aandoen, door ons het verder gebruik van het gangbare kroningsfeest te ontzeggen, daar waar het duidelijk is, dat het omslachtige inhuldi- gingsfeest onjuist is, en een andere betere be naming ons niet aan de hand gedaan wordt Hoe geacht de persoon, die deze opmerkin gen maakt, ook moge zgn, ons dunkt dat zg vrij gezocht zgn. De feestelijkheden hebben in ons land plaats bij gelegenheid der meerderjarigheid van onze koningin, die dan gehuldigd wordt. Dat H. M. het recht heeft een kroon te dragen, is zeker, maar zg zal dat dien dag niet doen. Uit het programma blijkt dat de kroon vóór haar op de credenz-tafel zal liggen. Wel zal H. M. een koninginnemantel aandoen. Men zou dus met veel meer recht van mantel-fees ten kunnen spreken. Wijl van eene kroning echter geen kwestie is en onze grondwet alleen van inhuldiging gewaagt, blijven wg bij onze meening, dat men niet kan spreken van kro ningsfeesten. Volgens het standpunt van den schrij ver zou het dan nog moeten heeten kroon feesten. BENOEMUVÜEA ENZ. Bij kon. besluit zgn de heeren C. H. van Dam en G. Wam- derink Vinke erkend en toegelaten, respectieve lijk a's consul-generaal en consul van Uruguay te Rotterdam en te Amsterdam is tegen 1 Sept. aan G. Reinders, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de Rijkslandbouwachool te Wageningen i tegen 1 Nov. aan den den directeur van het post- en telegraafkantoor te Oss, E. P. Ehrmann, en tegen 1 Sept. aan den klerk ter directie van de Rgkspostspaarbank te Amster dam, K. P. van der Gaag, beiden op hun ver zoek, eervol ontslag verleend uit 's rijks dienst De adelborst le klasse F. Verschoor van Nisse, tbans dienende aan boord van Fï. M. pantserschip Piet Hein, wordt met 1 S pt. op non-activiteit gesteld. Blijkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, van 24 dezer, wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar tbans geraamd op 97.000 pikole. UIT STAD EN PROVINCIE. Door den Middelburgschen Bestuurders- bond voorzitter D. Bimmel, secretaris Th. Rozemond is aan bh. patroons te Mid delburg de volgende circulaire gezonden ,M. H. Nog slechts een korte spanne tijds en de feesten, ter inhuldiging onzer koningin, zullen een aanvang nemen. Aan den vooravond van deze feesten meent de Middelburgsche Bestuurdersbondnamens de bij dien Bond aangesloten onderafdeelingen van acht landelijke vak- en arbeiders-vereeni- gingen en de stedelgke Gecombineerde vak- vereeniging, U het volgende ter kennis te moeten brengen Dat, afgescheiden van de kweBtie of er in waarheid sprake kan zgn van ee Dat de graven er in slaagden den adel en de feestelijkheid aan zich te onderwerpen, komt vooral doordat ze Bteun zochten en vonden bg de gewone vrgen en de onvrijen. Ze schonken hun hoorigen 'en Igfeigenen langzamerhand volkomen persoonlgke vrgheid en allerlei rech ten, bv. om hun dorp met muren en grachten te omringen, zelf hun bestuur te kiezen, enz., alles natuurlgk op voorwaarde den heer met geld en met bun persoon in den oorlog bij te staan. Zoo ontstond er allengs een aantal steden en een nieuwe stand van vrijen, die der burr gers ot poorters, welke door handel en ngver heid tot welvaart kwam en de jaloezie van den adel opwekte. Niet alleen 't welbegrepen eigenbelang van vorsten, ook andere oorzaken werkten mede tot de verheffing van den nieuwen stand de Paus had allen vrg verklaard die deelnamen aan den strijd om het Heilige Land uit de macht der ongeloovigen te verlossen. Vele onvrgen togen dus heen om door een vroom werk tevens de vrijheid te verwerven en bezweken onder 't zwaard der vganden of de gevaren van den tocht; weinigen Blechts keerden als vrgen terug. Maar de edelen, die voor de ontvolking hunner goederen vreesden, schonken zelf hun onderhoorigen de vrgheid, en zoo werden igfeigenen en hoorigen tot per soonlijk vrije boeren, echter nog onderworpen aan allerlei drukkende lasten (tienden, heeren feestvreugde, over het feit, dat binnen enkele dagen zal worden gevierd, het geenszins kan strekken tot verhooging dier feestvreugde, wanneer de arbeiders, ten koste van eigen beurs, door het inhouden van eventueel verlet, aan bedoelde festiviteiten moeten deelnemen. Immers, het kan U geenszins onbekend zijn, dat wg, arbeiders, in normale omstandigheden reeds moeten wikken en wegen met ons loon van de eene week op de andere te komen; en waar dusdanige feestelijkheden allicht aanlei ding bieden tot gedwongen uitgaven, behoeft het geen betoog, dat de inhuldiging onzer ko ningin eerder een ramp, dan een tot vreugde stemmend feit voor velen onzer zal zijn, die gedwongen worden gedurende één of meer dagen den arbeid te onderbreken, wanneer dat tot gevolg mocht hebben mindering van loon. Ieder werkman vrijlatende in hoeverre hij reden bezit tot eene spontane uiting van geest drift, is de Bond van oordeel, dat het even eens billgk is te achteD, hen, die geen fioan- cieele schade wenschen te ïgden, niet te nood zaken vrgaf te nemen. Redenen waarom de Bond zich geroepen acht U in overweging te geven de werklieden in de gelegenheid te stellen feest te vieren, zonder dat zij in hun loon worden benadeeld of anders niet den minsten dwang op hen uit te oefenen, ten koste van hun gezin, dat straks met periodiek terugkeerende werkloosheid zal hebben te kampeD, zich een uitspanning te moeten getroosten, die voor hen een alles behalve aangename inspanning zal na zich slepen". In verband met deze circulaire deelen wij met genoegen mee, dat de heer D. G. Kröber Jr., drukker van ons blad, reeds vóór de ont vangst daarvan het lofwaardig besluit geno men had om op 31 Augustus aan zijn gansch personeel, behalve het gewone loon, nog een dag extra loon te geven en wgi het hoogst bezwaarlijk is, juist met de uitgave der Midd. Crt, om een ganschen dag vrij te gei en door hem zooveel mogelijk aan dat personeel de gelegenheid zal worden geboden om het be langrijkste der feestelijkheden op Donderdag en Vrgdag a. te aanschouwen. Een onzer lezers te Middelburg drukt in een schrijven aan ons de hoop uit, dat Woensdag a. de vlag tijdig uit de woningen wappere, opdat tamboers, horenblazers en het muziekkorps der d.d. schutterij, als zij, ter uit voering van de reveille, onze stad doorgaan, feesteigk getooide straten mogen aanschouwen. Ons dunktdie wensch zal wel vervuld worden. Om half acht trekt die stoet uit; en waar men in den tegenwoordigen tgd reeds vroeg bij de hand is, zal men op dien feestdag zeker wel allerminst laat opstaan, en te zeven uur de vlag uitsteken. Wien dit te vroeg is, doe dit Dinsdag avond wanneer het weer ten minste gunstig is. Aan het bloemencorso, dat tijdens de in huldigingsfeesten alhier gehouden zal worden, scheen aanvankelijk de deelneming niet zoo heel groot te worden. In de laatste dagen is deze echter verbazend toegenomen, zoodat ook dit nummer van het programma iets werkelgk schoons belooft. Naar wg vernemen, zgn thans een zestigtal voertuigen van allerlei aard - rijtuigen, rij wielen en sportkarren ingeschreven. "Ver scheidene inschrgvers hebben bij hnnne aangifte diensten, allerlei giften bij gelegenheid van huwelgk, geboorte, doop of dood in de familie van den heer). Van invloed op 't bestuur was voor de boeren geen sprake en eerst de l9de eeuw bracht de gelijkstelling van platteland en steden, van boeren en burgers. Van de bovenomschreven maatschappij geeft groep I van den optocht een beeld; De hoofd persoon is graaf Willem II; evenals zijn groot vader Willem I en later zijn zoon Floris Y bevorderde hg krachtig de opkomst van den 3en stand; Middelburg, Domburg, Westkapelle, Zierikzee, Haarlem, Delft enz. danken hem tal van voorrechtenvrijdom van tol op wegen en vaarten, 't recht eigen schepenen te kiezen er werd gezorgd voor onderhoud van wegen en vaartenvastgesteld hoeveel jaarlijks aan den graaf opgebracht moest worden, hoeveel gewapende mannen de stad in oorlogstijd moest leveren en onderhouden (25 a 30). Belangrijk was ook 't asylrecht: een lijfeigene of hoorige, die binnen een stad vluchtte en na jaar en dag niet door zgn heer was opgeëischt, was vrijvrg, dat wil zeggen dat hij over zijn persoon kon beschikken, naar eigen zin een huwelijk aangaan, eigendom verwerven enz. Zoodra hg de daarvoor vereischte som betaalde, kon hg poorter (burger) worden, werd naar wet en recht geregeerd en stemde, als de poor ters samen werden geroepen, zelf mede; de verplichtingen daartegenover waren't op*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1