MIDDELBURGSCHE COURANT. N\ 194 1410 Jaargang. 1898.' Vrijdag 19 Augustus. Dote courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franeo p.p., 1.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 18 Aug. 8 u. vm. 72 gr. 12 o 82 gr., kv. 4 o. 77 gr. F. Verw. O. wind. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éésf uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regi Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeiigt voorwaarden. Prospectussen dAai van zijn gratif aan het bureau te bekomen. Middelburg 18 Augustus. De werkstaking te Amsterdam. Met een enkel woord hebben wij gemeld hoe, nu die werkstaking is geëindigd, zoodat in de hoofdstad alles weer druk aan den ar beid is om de groote gebouwen en de versie ringen voor de feesten te voltooien, de leiders der beweging zich hebben beijverd om de oorzaken te zoeken van het mislukken der beweging. En die zochten zij grootendeels daar waar zij onzes inziens niet te vinden zijn. De groote pers, de kleine pers, de provinciale pers, de politie enz. kregen de schuld. Alsof die aan de beweging op zich zelve iets konden veranderen, hare oorzaken wegne men, of haar doen ophouden! Voor ons, die van verre staan, die de redenen voor en den loop der beweging niet goed konden nagaan en beoordeelen, is het al hoogst moei lijk een meening nit te sprekenmaar een algemeenen indruk verkregen wij tochen wel deze, dat er bij deze werkstaking ook weer invloeden zich hebben doen gelden, die 't beter ware geweest dat zij zich er buiten hadden ge houden. Dan ware stellig het overleg tusschen patroon en werklieden gemakkelijker geweest. Een zeer verstandig woord laat in deze Het Centrum hooren welks redactie het volgende schrijft De mislukking der timmerlieden-strike te Amsterdam levert opnieuw het bewijs, dat werkstaking een zeer gevaarlijk middel is, een wapen, waarmede dikwerf de arbeider? ziehzelven verwonden. De redenen hiervoor zijn velerlei. Maar op éen daarvan wenschen wij thans meer in 't bijzonder de aandacht te vestigen. Wil een werkstaking slagen dan is daar voor op de eerste plaats noodig een zeer krachtig solidariteitsgevoel tusschen de werk lieden en hiervan kan in de mee&te gevallen geen sprake zijn. De verklaring ligt voor de hand. Het is nu ook te Amsterdam wederom gebleken, dat de arbeidende klasse op het punt van ideeën en van beginselen geenszins éen geheel vormt. Het machtig verschil van levensbeschouwing doet zijnen invloed gevoelen en een scherpe afscheiding in de wereld der werklieden ont staan. Hoe zou het ook anders kunnen? In alle klassen der maatschappij openbaart zich het zelfde verschijnsel. Toch meenen wij, dat arbeiders van verschil lende godsdienstige en sociale overtuiging zeer goed in een concreet geval kunnen samenwerken. Een rechtmatige verhooging van loon, of een andere billijke eisch kan hen allen aan zetten tot een gemeenschappelijk optreden. En daarin steekt ook niets, wat men zou moeten afkeuren. Voor een bepaald werkmans- belang mogen werklieden van alle richting hunne actie vereenigen. De solidariteit dringt zich in zulk een geval van zelf op. Maar anders wordt de zaak, wanneer neven bedoelingen den strijd doen ontaarden, wanneer het weikmansbelang ondeigescbikt wordt ge maakt aan een zekere richting, en voor deD arbeider de propagandist in de plaats treedt. En dit toch zien wij helaas, meermalen ge schieden. De volksmenners trachten, naar de geijkte uitdrukking, in troebel water te visschen. Zij trachten de ontevredenheid aan te blazen. Zij maken inbreuk op de vrijheid van derden. Zij ontrollen de banier van den klassenstrijd en verbitteren door heftige taal de tegenpartij. En nu is het duidelijk, dat de werklieden, die op een ander en beter standpunt zich heb ben geplaatst, daaraan niet kunnen mededoen en de solidariteit ophoudt te bestaan. De afstand der beginselen is te groot, dan dat men vertrouwen in elkander zou stellen en ordelievende christelijke werklieden mogen in geen geval dulden, dat de beweging voor zuivere arbeidersbelangen tot een propaganda middel voor revolutionnaire begrippen zou worden verlaagd. Werkstaking zal daarom, waar de ide zoo zeer uiteenloopen, altijd een bedenkelijke onderneming zijn, zelfs al strydt men voor een zaak, die, op zich-zelve beschouwd, billijk ie. Als elke andere oorlog slaat ook deze strijd doorgaans diepe wonden aan beide partijen. Moge de tijd spoedig daar zijn, dat alom in den lande kamers van arbeid en scheidsgerech ten bestaan, om eeriyk en met degelijke ken-. Agonten. Te Vli8singen: C. N. J. de Vey Mestdagh; te GoesA. C. Bolmjyt, firma Wed. de Jonge. nis van zaken de belangen van patroon en arbeider te verzekeren STEMMACHINE. Alsof een deel der kiezers nog niet genoeg tot stemmachine's wordt verlaagd, zoekt meD. vooral in Engeland en Amerika, nog steed.i naar middelen om het verkiezingswerk geheel en al automatisch te doen verrichten. Zoo nu en dan vinden wij daaromtrent mede- deelingen, die echter altijd nog op gebreken wijzen. Thans geeft het Tweede Kamerlid mr O. J. H. graaf van Limburg Stirum in De Neder lander een beschrijving van eene voting machine, die hij te Londen zag. Volgens die beschrijving is het een zeer vernuftig werktuig, dat van den kiezer alleen vergt het trekken aan een bepaalde kruk en dan verder alles bezorgt. De heer Van Limburg Stirum wijst er op dat de uitvinder van zijn uitvinding veel verwachten zegt dat hij die verwachtingen voor Engeland en Amerika wel deelt, maar niet voor het Europeesehe continent. Nu, wat ons betreft, blijve men in ons land den kiezers 'met die machines maar van het lijf. Ons ideaal is en blijft, dat alleen zij aan de verkiezingen zullen kunnen deelnemen, die, be halve dat zij de noodige andere vereischten be zitten, in staat zijn op leesbare wijze den naam van den candidaat hunner keuze op een stem biljet te schrijven. Natuurlijk hebben wij hierbij niet het oog op gebrekkigen, waarvoor andere maatregelen voorgeschreven kunnen worden. Wij gelooven dat, werd van de kiezers ge vorderd dat zij lezen kunnen en schrijven, op menig stembureau andere namen uit de bus ko men zouden dan thans, nu zoo velen analphabeten, die van de gevolgen eener verkiezing en van staatsbestuur niet het flauwste begrip hebben, door het zwart maken van een wit stipje op een stembiljet op de toekomst des lands zoo grooten invloed kunnen uitoefenen. Als overgangsmaatregel beschouwen wij, die indertijd betreurden dat de schrijfproef, door minister Tak van Poortvliet voorgesteld, geen genade heeft kunnen vinden, liefst het huidige stelsel, in de hoop dat men eenmaal tot zulk een schriftelijke invulling van het stembiljet zal overgaan. Als leerplicht slechts is ingevoerd, de ge legenheid om onderwijs te ontvangen zooveel mogelijk aan de eischen voldoet, en een en ander eenigen tijd heeft gewerkt, is het Qogen- blik daartoe aangebroken. Dus toch plaatsvervanging? De redactie van de Gemeentestem heeft ook haar aandacht geschonken aan het bekende plan-Coolen, volgens hetwelk men zich hier en daar voorstelt gebruik te maken van de bepa ling der militiewet, welke zegt, dat vrijwilligers bij de militie, die zich voor een gemeente aan melden, in mindering komen van het aantal lotelingen voor die gemeente. Men zou dan, zooals men weet, vrijwilligers in voldoenden getale zien te koopen, teneinde de lotelingen vrij te krijgen. Over het practisch mogelijke van dit plan kan die redactie, bij gemis aan voldoende ge gevens, vooralsnog geen oordeel uitspreken Wel maakt zij, in verband met het idee, de volgende opmerkingen „Indien het practisch mogelijk mocht blijken dat het contingent voor eene lichting in zijn geheel, of het aandeel daarin van éene of meer gemeenten in het bijzonder, samengesteld kan worden uit vrij willigers voor de militie, dan is dit in overeenstemming zoowel met de woor den als met de bedoeling van den militiewet- gever van 1861, al moge deze, terugziende op de ervaring onder de wet van 8 Jan. 1817 Stbld no 1), zich het geval niet hebben voor gesteld, dat onder de werking der wet van 1861 een eenigszins aanzienlijk aantal militie- vrijwilligers zou kunnen worden verkregen. Opgemerkt zij, naar aanleiding van gebleken verschil van gevoelen dienaangaande, dat als „vrijwilligers voor de militie" (art. 180 Grond wet van 1848) niet kunnen worden beschouwd zij, die, ingevolge art. 9 der wet van 1861, eene verbintenis bij de zeemacht of bij de zoog. staande armée (art. 178 Grondwet van 1848) hebben aangegaan. Immers, om als vrijwilliger bij de militie te kunnen worden aangemerkt, moet men te voren als zoodanig door den militieraad toegelaten zijnna inlijving kan de toegelaten vrijwilliger nochtans zich even zeer ingevolge art. 9 verbindenhij houdt daardoor niet op als militie-vrijwilliger te dienen met den aankleve van diendus blijft hij ook in mindering strekken van het aandeel in de lichting van da gemeente, voor welke zijn inlijving plaats had, evenals de tot den dienst aangewezen militieplicbtige, wiens hem tot den dienst bij de militie gehouden doet zijn en die na zijn inlijving bij de militie een yorbintenis als bovenbedoeld aanging of aan gaat door die verbintenis wordt ook deze niet ontheven van zijn dienstplicht bij de militie (zie de artt. 6 en 7 van het K. B. van 17 Dec. 1861, Stbl. no. 127.) Wij zeiden, dat een „vrijwilliger voor de militie" eerst na zijne inlijving gebruik kan maken van de bij art. 9 gegeven bevoegdheid. Hierop is intusschen ééne uitzondering; nl. zoo hij, die als vrijwilliger wenscht op te treden, ingeschreven is voor dezelfde lichting als waar voor hij zich ter toelating als militie-vrijwilliger aanbiedt. In dat geval mag bij als zoodanig voor geeD andere gemeente toegelaten worden (art. 12 der wet), doch daar hij een „ingeschrevene voor de militie" is, geldt ook art. 9 voor hem. Valt hem bij de loting een dienstplichtig nommer te beurt en wordt hg door den militieraad of in hooger beroep tot den dienst aangewezen, dan staat dit aan zijne inlijving als vrijwilliger, indien bij als zoodanig is toegelaten, niet in den weg (zie Schreuder, Handleidingdl. I, aant. 81). Een tweede opmerking is, dat ook bij het beschikbaar zijn van een voor eene gemeente voldoend aantal toekomstige militie-vrij willigers, de gewone loting voor de ingeschrevenen en eene uitspraak omtrent dezen door den mili tieraad niet achterwege mogen worden gelaten. Dit volgt o. a. hieruit, dat de loting vooraf gaat aan de zitting van den militieraad, eD dat eer6t in dezelfde zitting van dit college, waarin omtrent de lotelingen uitspraak wordt gedaan, het ondeizoek van de adspirant-vrij- willigers en de beslissing over hunne toelating, al of niet, plaats hebben (art. 88, lo. jo. art. 86 der gewijzigde mil. wet.) De vrijwilligers worden niet toegelaten oi ingelijfd ter voltalligmaking van de militie iD het algemeen, nl. voor het geheele rijk, maai elk voor een bepaalde gemeente, in mindering van het haar, overeenkomstig art. 3 der wet, opgelegd aandeel in de lichting. Hij das, die door den militieraad vtor eene gemeente als vrijwilliger is toegelaten, kan niet als zoodanig voor eene andere gemeente optreden. Het op schrift van de naamlijst, model no 3, bij boven aangehaald kon. besluit vastgesteld, heft allen twijfel hieromtrent op. Misschien zoo merkte het blad ook nog op is de Anti dienstvervangingbond nog te vroeg ontbonden. In elk geval blijkt ook nit het gevoelen van de redactie van dit, op het gebied der gemeente administratie gezaghebbend blad, dat wij in onze beschouwingen omtrent dit plan Coolen met recht daarin een treurig middel zagen om een goeden maatregel voor een deel krachte loos te maken. Tentoonstelling van kleder drachten. Uit Amsterdam schrijft men ons: De tentoonstelling van Nationale kleeder drachten, bijeengebracht ter gelegenheid van de inhuldiging van H. M. koningin Wilhelmina in een zestal zalen van het Suasso (stedelijk) museum, is gereed en wordt, heden (Donderdag), in tegenwoordigheid.van genoodigden, door den burgemeester, mr S. A. Vening Meinesz, eere voorzitter der commissie, plechtig geopend. Ten einde een goed denkbeeld van deze, in alle opzichten zoo goed voorbereide en daarom zoo goed geslaagde tentoonstelling te verkrijgen, om er een dragelijk overzicht van te kunnen geven, waren de vertegenwoordigers van dag bladen reeds Woensdag in de gelegenheid bij 't leggen van de laatste hand tot vol tooiing deze belangrijke expositie inoogen- schouw te nemen, en waren de voorzitter P. van Eeghen en de secretaris mr Joh. M. Jolles, van het uitvoerend comité, zoo beleefd en welwillend inlichtingen te verstrekken en vragen te beantwoorden. Daaruit bleek dan o. m. dat de catalogus in drie groepen, Daar de drie stammen, waaruit het Nederlandsche volk voortsprootde Frie- sche, Saksische en Frankische, is ingedeeld; dat alle tentoongestelde drachten in alle op zichten echt en deugdelijk zijn, zonder eenige namaak, afkomstig vaD, of gemaakt door de Heden zelf, die er zich nog dagelijks in be wegen. De beelden (poppen) zijn gekleed door des kundigen, die daarvoor uit alle hoeken des lands overkwamen. De bustes of liever de koppen zijn naar photographieën van levende personen uit de verschillende steden, dorpen en vlekken genomen, vervaardigd door de beeldhouwers Crevels en Van de Bossche, zoo dat hier een zeldzaam gelukkige combinatie aan het werk was, om een goed, degelijk in alle opzichten historisch getrouw beeld te geven van volks-eigen-drachten. Over 't geheele land vond en verkreeg de commissie hulp en stenn, zonder welke de ver zameling niet bijeen te brengen geweest zon zijn. Van hen maakten zich in hooge mate verdienstelijk de hh.C. Bisschop(Scheveningen), mr C. A. BoDÜam ('s Bosch), C. W. Bruinvis ((Alkmaar), H. Ie Coultre (Bodegraven), mr J. A. Feith (Groningen), J. A. Element (Maastricht), prof. dr J. fl. Gallée (Utrecht), F. A. Hoefer (Hattem.) De catalogus, opgemaakt en van vele belang rijke aanteekeningen voorzien door mr J. E. van Someren Brand, bevat 242 Dommers van kleed.rdrachten uit Nederland; 2 uit West- Ihdië en 8 uit Oost-Indië. In eene afzonderlijke zaal treft men aan de Ethnografische Poppen- verzameling van den heer E. S. Ali Colun, te Singapore. Wij komen, na een tweede langduriger be zoek, op deze zeldzaam schoone en belang wekkende expositie terug. BEAOEMIA ilEA EXZ. Bij kon. besluit: is aan mr A. M. Pareau, op verzoek, met ingang van 1 October 1898, verleend een eervol ontslag uit zijne betrekking van vice-president der arr.-rechtbank te Amsterdam, onder dank betuiging zijn benoemdtot inspecteur der dir. belast, te Rotterdam, le afd. R. U. Mesdag, inspec teur dier middelen te Rotterdam, 2e afd.en 2e afd. W. Vlug, inspecteur te Schiedam. UIT STAD EN "FROVINCIE. Heden morgen vroeg geraakte een voor een melk- en groentekargespannen paard,door dien het schrikte van het uitkloppen van een kleed, op den Zuidsingel alhier op hol. De kar werd erg beschadigdmelk stroomde en groenten vielen over den grond en eenige boompjes werden gedeeltelgk ontschorst. Persoonlijke ongelukken vielen niet voor en bet paard werd weldra tot staan gebracht. Te 's Gravenhage is met goed gevolg examen atgelegd in do Fransehe taal 1. o. door mej. E. P. Matthijssen van Goes. De dame, die Dinsdag te Roosendaal be wusteloos in den trein gevonden werd en in het gasthuis aldaar overleed, behoorde te Goes thuis. Bij het onderzoek der justitie naar het telerseke gebeurde is, naar men ons van daar nog nader schrijft, het volgende gebleken Den lOen dezer is meergenoemde vrouw, de weduwe W., heimelijk bevallen van een kind van het vrouwelijk geslacht. Zij heelt van geboorte noch van overigden aaDgiite gedaan bij den burgerlijken stand, maar Maandag 11. verzocht zij een buurman het lijkje in de Schelde te werpen, doch deze vervoegde zich bij de politie. Het lijkje werd in verregaanden staat van ontbinding op den zolder gevonden. Aan de justitie verklaarde de moeder, dat het kind niet geleefd heeft. In hoever bij het onder zoek der geneeeheeren het tegendeel gebleken is, weten wij niet. Behalve de vrouw, die te C o 1 ij n s p 1 a a t, zooals wij gemeld hebben, tengevolge van de hitte bezweek, is daar Dinsdag in den laten avond een arbeider, die in 't veld door de warmte bevaDgen was, per wagen thuis ge bracht en 's nachts aan de gevolgen óver. leden. De man laat een weduwe met drie kinderen onverzorgd achter. Te Zierikzee werd een arbeider, die bezig was op het veld koren te snijden, door een zonnesteek getroffen. Hij overleed weidia- De man was gehuwd en vader van een talrijk gezin. Bij den landbouwer De M. te Koe- wacht zgn dezer dagen van een 150 bossen te velde staande tarwe de aren afgesneden, wat De M. op een vei lies van een paar zakken tarwe komt te staan. De dieven hebben hun buit per as vervoerd in de richting naar België. Een vrouw aldaar, die a&n het tarwe snijden wap, kreeg ongelukkiger wijze een aar in het linker oog. Hoewei zij aanvankelijk weinig pijn had, vreest men nu dat ze dat lichaams deel zal moeten missen. LANDBOUW. In de St. Cri. is opgenomen een staat van de gevallen van besmettelgke veeziekten in Nederland, voorgekomen gedurende de maand Juli. Daaraan octleenen wij de volgende op gave (de cgfers tusschen haakjes duiden het aantal eigenaren aaD, onder wier vee de ziekte voorkwam)mond- en klauwzeer 6 (3), kwade droes en huidworm bij de eenhoevige dieren 3 (3), schurft bij de eenhoevige dieren en de schapen 188 (34), vlekziekte bij de varkens 150 (108), miltvuur bij alle vee 15 (15), rot- kreupel by schapen 45 (8). In datzelfde tijdvak kwamen in Zeeland voor 20 (14) gevallen van vlekziekte en 1 (1) van miltvuur. Door den Provincialen Raad van Ooat- Vlaanderen is eene commissie benoemd, welke in overleg moet treden met de Vlaainsche landbouwers, om hunne meeniDg te leeren ken nen aangaande de beste maatregelen, welke de Raad aan de Belgische regeering zou voorslel lén in zake het openen en sluiten van de gren zen voor het Nederlandsche vee. Op verzoek van vele grensbewoners heeft de Belgische minister van landbouw maatregelen genomen om het gesmokkelde vee, dat aange houden wordt, na keuring, levend te verkoopen in plaats van het te slachten. Do Belgische grensbewoners vonden bet jammer, dat die schoone Hollandsche fokbeesten in de groote steden in de slachthuizen verkocht werden. KERKNIEUWS. Te Amsterdam overleed, op 60-jarigen leef tijd, de heer J. Brummelkamp, predikant bij de Ned. hervormde gemeente aldaar. In het jaar 1863 voleindigde hij zijne studie te Utrecht en was achtereenvolgens predikant te Veenendaal en te Tiel. In 1876 werd hij te Amsterdam beroepen, waar hij alzoo ruim 22 jaar gearbeid heeft, voornamelijk onder de be woners der Jordaan. Tijdens de heer Brummelkamp negen jaar bij de cbrist. gereformeerde gemeente te Tiel stond, was hij leermeester van H. K. H. Prinses von Wied, welke hij onderwijs gaf in de Nederlandsche taal. Om tot de hervormde kerk te kunnen overgaan, ging de overledene naar Utrecht, teneinde naeen colloquium doctum de bevoegdheid daartoe te verkrijgen. Ten gevolge van een longontsteking, voor eenige jaren opgedaan, was zijn gestel reeds •eschokt. Een kuur te Ems mocht hem geen baat geven en na een ziekbed van enkele weken overleed de, vooral onder de armen zeer be minde predikant. Verschillende Berichten. De minister van oorlog heeft bepaald, dat een vrijwilliger bg het reservekader, die by de militie wordt ingelyfd, met den dag zijner in- lijving van zijn vrgwillige verbintenissen wordt ontheven. - De werkstaking op de tentoonstelling van vrouwenarbeid te 's Gravenhage is reeds weder geëindigd. Woensdag ochtend zyn de zeven strike makende dametjes weder aan het werk gegaan. De grieven, die tot de staking aanlei ding gegeven hadden, berusten op een misver stand, dat door de directrice uit den weg werd geruimd. Deze meisjes verdienen f 6.25 per week daarvan wordt f 2 of f 1.75 (het bedrag wis selt wel eens) aan de moeders uitgekeerd. Zij betalen 4 kostgeld, met inbegrip van be- wassching, voor zooveel het ondergoed betreft, in een door het tentoonstellingsbestuur gehuurde, kuis, waar alle op de tentoonstelling van buiten 's Gravenhage werkzame vrouwen en meisjes verblijf houden. De kosten van bewassching der japonnen, schorten en mutsen worden door den fabrikant gedragen. Van tijd tot tgd vin den de meiBjes gelegenheid zich onder behoor lijk geleide te ontspannen voor rekening van bet tentoonstellingsbestuur. Dinsdag bracht de Groothertog van Saksen een bezoek aan genoemde tentoonstelling. Hij maakte een korte wandeling door de industrie- zaal en verzocht, by de drukkeig van den heer Van der Veer, hem het blad De Vrede aan het Kurhaus toe te zenden. De verpachting der staanplaatsen op de kermis te Haarlem heeft ongeveer f 8000 op gebracht. Verleden jaar, toen geen verpach ting plaats had, was de opbrengst f 3486.27. De eereboog van de Automobileclub de France komt te Amsterdam te staan op het Leidscheplein. Te Rotterdam is een kermisreiziger ge vallen en ernstig inwendig gewond in het ziekenhuis opgenomen. Uit de Parkhaven aldaar is opgehaald het lijk van een knaapje dat van een tjalk overboord viel en verdronk. Een man en een vrouw aldaar kregen in huDne woning twist, die zóó hoog liep, dat de vrouw haren man een mes in den schouder stak en daarna hem eene snede over het gelaat toe bracht. Do woedende vrouw verwondde ver volgens zich zelve bij het inslaan van ruiten en bekwam twee diepe sneden in den rechter- onderarm. Beiden werden naar het Ziekenhuis gebracht en aldaar verboLden. Aldaar is nog een 16-jarig jonkman bij het zwemmen verdronken. —Ongelukken tengevolge van do hitte. Te Rotterdam overleden door deze oorzaak een 34jarige pensman en een sleepers knecht. Te Marrum bezweek een arbeider bg het koolzaaddorechen door de warmte. Na nog eenige uren gaf hy den geest. Te Bladel, bij Eindhoven, is een smid door een zonnesteek getroffen en op de plaats dood gebleven. Te Enschede werd een landbouwer, uit Haaks?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1