MIDDELBURGSCHE COURANT.
N\ 194
1410 Jaargang.
1898.'
Vrijdag
19 Augustus.
Dote courant verschijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franeo p.p., 1.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 18 Aug. 8 u. vm. 72 gr. 12 o 82 gr.,
kv. 4 o. 77 gr. F. Verw. O. wind.
Advertentiën voor bet eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éésf uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regi
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeiigt
voorwaarden. Prospectussen dAai van zijn gratif
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 18 Augustus.
De werkstaking te Amsterdam.
Met een enkel woord hebben wij gemeld
hoe, nu die werkstaking is geëindigd, zoodat
in de hoofdstad alles weer druk aan den ar
beid is om de groote gebouwen en de versie
ringen voor de feesten te voltooien, de leiders
der beweging zich hebben beijverd om de
oorzaken te zoeken van het mislukken der
beweging.
En die zochten zij grootendeels daar waar
zij onzes inziens niet te vinden zijn. De
groote pers, de kleine pers, de provinciale
pers, de politie enz. kregen de schuld.
Alsof die aan de beweging op zich zelve
iets konden veranderen, hare oorzaken wegne
men, of haar doen ophouden!
Voor ons, die van verre staan, die de redenen
voor en den loop der beweging niet goed konden
nagaan en beoordeelen, is het al hoogst moei
lijk een meening nit te sprekenmaar een
algemeenen indruk verkregen wij tochen
wel deze, dat er bij deze werkstaking ook weer
invloeden zich hebben doen gelden, die 't beter
ware geweest dat zij zich er buiten hadden ge
houden.
Dan ware stellig het overleg tusschen patroon
en werklieden gemakkelijker geweest.
Een zeer verstandig woord laat in deze Het
Centrum hooren welks redactie het volgende
schrijft
De mislukking der timmerlieden-strike te
Amsterdam levert opnieuw het bewijs, dat
werkstaking een zeer gevaarlijk middel is,
een wapen, waarmede dikwerf de arbeider?
ziehzelven verwonden.
De redenen hiervoor zijn velerlei. Maar op
éen daarvan wenschen wij thans meer in
't bijzonder de aandacht te vestigen.
Wil een werkstaking slagen dan is daar
voor op de eerste plaats noodig een zeer
krachtig solidariteitsgevoel tusschen de werk
lieden en hiervan kan in de mee&te gevallen
geen sprake zijn.
De verklaring ligt voor de hand.
Het is nu ook te Amsterdam wederom gebleken,
dat de arbeidende klasse op het punt van ideeën
en van beginselen geenszins éen geheel vormt.
Het machtig verschil van levensbeschouwing
doet zijnen invloed gevoelen en een scherpe
afscheiding in de wereld der werklieden ont
staan.
Hoe zou het ook anders kunnen? In alle
klassen der maatschappij openbaart zich het
zelfde verschijnsel.
Toch meenen wij, dat arbeiders van verschil
lende godsdienstige en sociale overtuiging zeer
goed in een concreet geval kunnen samenwerken.
Een rechtmatige verhooging van loon, of
een andere billijke eisch kan hen allen aan
zetten tot een gemeenschappelijk optreden.
En daarin steekt ook niets, wat men zou
moeten afkeuren. Voor een bepaald werkmans-
belang mogen werklieden van alle richting
hunne actie vereenigen. De solidariteit dringt
zich in zulk een geval van zelf op.
Maar anders wordt de zaak, wanneer neven
bedoelingen den strijd doen ontaarden, wanneer
het weikmansbelang ondeigescbikt wordt ge
maakt aan een zekere richting, en voor deD
arbeider de propagandist in de plaats treedt.
En dit toch zien wij helaas, meermalen ge
schieden.
De volksmenners trachten, naar de geijkte
uitdrukking, in troebel water te visschen. Zij
trachten de ontevredenheid aan te blazen. Zij
maken inbreuk op de vrijheid van derden. Zij
ontrollen de banier van den klassenstrijd en
verbitteren door heftige taal de tegenpartij.
En nu is het duidelijk, dat de werklieden,
die op een ander en beter standpunt zich heb
ben geplaatst, daaraan niet kunnen mededoen
en de solidariteit ophoudt te bestaan.
De afstand der beginselen is te groot, dan
dat men vertrouwen in elkander zou stellen
en ordelievende christelijke werklieden mogen
in geen geval dulden, dat de beweging voor
zuivere arbeidersbelangen tot een propaganda
middel voor revolutionnaire begrippen zou
worden verlaagd.
Werkstaking zal daarom, waar de ide
zoo zeer uiteenloopen, altijd een bedenkelijke
onderneming zijn, zelfs al strydt men voor een
zaak, die, op zich-zelve beschouwd, billijk ie.
Als elke andere oorlog slaat ook deze strijd
doorgaans diepe wonden aan beide partijen.
Moge de tijd spoedig daar zijn, dat alom in
den lande kamers van arbeid en scheidsgerech
ten bestaan, om eeriyk en met degelijke ken-.
Agonten.
Te Vli8singen: C. N. J. de Vey Mestdagh; te
GoesA. C. Bolmjyt, firma Wed. de Jonge.
nis van zaken de belangen van patroon en
arbeider te verzekeren
STEMMACHINE.
Alsof een deel der kiezers nog niet genoeg
tot stemmachine's wordt verlaagd, zoekt meD.
vooral in Engeland en Amerika, nog steed.i
naar middelen om het verkiezingswerk geheel
en al automatisch te doen verrichten.
Zoo nu en dan vinden wij daaromtrent mede-
deelingen, die echter altijd nog op gebreken
wijzen.
Thans geeft het Tweede Kamerlid mr O. J.
H. graaf van Limburg Stirum in De Neder
lander een beschrijving van eene voting machine,
die hij te Londen zag.
Volgens die beschrijving is het een zeer
vernuftig werktuig, dat van den kiezer alleen
vergt het trekken aan een bepaalde kruk en
dan verder alles bezorgt.
De heer Van Limburg Stirum wijst er op dat
de uitvinder van zijn uitvinding veel verwachten
zegt dat hij die verwachtingen voor Engeland
en Amerika wel deelt, maar niet voor het
Europeesehe continent.
Nu, wat ons betreft, blijve men in ons land
den kiezers 'met die machines maar van het
lijf.
Ons ideaal is en blijft, dat alleen zij aan de
verkiezingen zullen kunnen deelnemen, die, be
halve dat zij de noodige andere vereischten be
zitten, in staat zijn op leesbare wijze den naam
van den candidaat hunner keuze op een stem
biljet te schrijven.
Natuurlijk hebben wij hierbij niet het oog op
gebrekkigen, waarvoor andere maatregelen
voorgeschreven kunnen worden.
Wij gelooven dat, werd van de kiezers ge
vorderd dat zij lezen kunnen en schrijven, op
menig stembureau andere namen uit de bus ko
men zouden dan thans, nu zoo velen analphabeten,
die van de gevolgen eener verkiezing en van
staatsbestuur niet het flauwste begrip hebben,
door het zwart maken van een wit stipje op
een stembiljet op de toekomst des lands zoo
grooten invloed kunnen uitoefenen.
Als overgangsmaatregel beschouwen wij, die
indertijd betreurden dat de schrijfproef, door
minister Tak van Poortvliet voorgesteld, geen
genade heeft kunnen vinden, liefst het huidige
stelsel, in de hoop dat men eenmaal tot zulk
een schriftelijke invulling van het stembiljet zal
overgaan.
Als leerplicht slechts is ingevoerd, de ge
legenheid om onderwijs te ontvangen zooveel
mogelijk aan de eischen voldoet, en een en
ander eenigen tijd heeft gewerkt, is het Qogen-
blik daartoe aangebroken.
Dus toch plaatsvervanging?
De redactie van de Gemeentestem heeft ook
haar aandacht geschonken aan het bekende
plan-Coolen, volgens hetwelk men zich hier en
daar voorstelt gebruik te maken van de bepa
ling der militiewet, welke zegt, dat vrijwilligers
bij de militie, die zich voor een gemeente aan
melden, in mindering komen van het aantal
lotelingen voor die gemeente. Men zou dan,
zooals men weet, vrijwilligers in voldoenden
getale zien te koopen, teneinde de lotelingen
vrij te krijgen.
Over het practisch mogelijke van dit plan
kan die redactie, bij gemis aan voldoende ge
gevens, vooralsnog geen oordeel uitspreken
Wel maakt zij, in verband met het idee, de
volgende opmerkingen
„Indien het practisch mogelijk mocht blijken
dat het contingent voor eene lichting in zijn
geheel, of het aandeel daarin van éene of meer
gemeenten in het bijzonder, samengesteld kan
worden uit vrij willigers voor de militie, dan is
dit in overeenstemming zoowel met de woor
den als met de bedoeling van den militiewet-
gever van 1861, al moge deze, terugziende op
de ervaring onder de wet van 8 Jan. 1817
Stbld no 1), zich het geval niet hebben voor
gesteld, dat onder de werking der wet van
1861 een eenigszins aanzienlijk aantal militie-
vrijwilligers zou kunnen worden verkregen.
Opgemerkt zij, naar aanleiding van gebleken
verschil van gevoelen dienaangaande, dat als
„vrijwilligers voor de militie" (art. 180 Grond
wet van 1848) niet kunnen worden beschouwd
zij, die, ingevolge art. 9 der wet van 1861, eene
verbintenis bij de zeemacht of bij de zoog.
staande armée (art. 178 Grondwet van 1848)
hebben aangegaan. Immers, om als vrijwilliger
bij de militie te kunnen worden aangemerkt,
moet men te voren als zoodanig door den
militieraad toegelaten zijnna inlijving kan
de toegelaten vrijwilliger nochtans zich even
zeer ingevolge art. 9 verbindenhij houdt
daardoor niet op als militie-vrijwilliger te
dienen met den aankleve van diendus blijft
hij ook in mindering strekken van het aandeel
in de lichting van da gemeente, voor welke
zijn inlijving plaats had, evenals de tot den
dienst aangewezen militieplicbtige, wiens
hem tot den dienst bij de militie gehouden doet
zijn en die na zijn inlijving bij de militie een
yorbintenis als bovenbedoeld aanging of aan
gaat door die verbintenis wordt ook deze niet
ontheven van zijn dienstplicht bij de militie
(zie de artt. 6 en 7 van het K. B. van 17 Dec.
1861, Stbl. no. 127.)
Wij zeiden, dat een „vrijwilliger voor de
militie" eerst na zijne inlijving gebruik kan
maken van de bij art. 9 gegeven bevoegdheid.
Hierop is intusschen ééne uitzondering; nl. zoo
hij, die als vrijwilliger wenscht op te treden,
ingeschreven is voor dezelfde lichting als waar
voor hij zich ter toelating als militie-vrijwilliger
aanbiedt.
In dat geval mag bij als zoodanig voor geeD
andere gemeente toegelaten worden (art. 12 der
wet), doch daar hij een „ingeschrevene voor
de militie" is, geldt ook art. 9 voor hem. Valt
hem bij de loting een dienstplichtig nommer
te beurt en wordt hg door den militieraad of
in hooger beroep tot den dienst aangewezen,
dan staat dit aan zijne inlijving als vrijwilliger,
indien bij als zoodanig is toegelaten, niet in
den weg (zie Schreuder, Handleidingdl. I,
aant. 81).
Een tweede opmerking is, dat ook bij het
beschikbaar zijn van een voor eene gemeente
voldoend aantal toekomstige militie-vrij willigers,
de gewone loting voor de ingeschrevenen en
eene uitspraak omtrent dezen door den mili
tieraad niet achterwege mogen worden gelaten.
Dit volgt o. a. hieruit, dat de loting vooraf
gaat aan de zitting van den militieraad, eD
dat eer6t in dezelfde zitting van dit college,
waarin omtrent de lotelingen uitspraak wordt
gedaan, het ondeizoek van de adspirant-vrij-
willigers en de beslissing over hunne toelating,
al of niet, plaats hebben (art. 88, lo. jo. art.
86 der gewijzigde mil. wet.)
De vrijwilligers worden niet toegelaten oi
ingelijfd ter voltalligmaking van de militie iD
het algemeen, nl. voor het geheele rijk, maai
elk voor een bepaalde gemeente, in mindering
van het haar, overeenkomstig art. 3 der wet,
opgelegd aandeel in de lichting. Hij das, die
door den militieraad vtor eene gemeente als
vrijwilliger is toegelaten, kan niet als zoodanig
voor eene andere gemeente optreden. Het op
schrift van de naamlijst, model no 3, bij boven
aangehaald kon. besluit vastgesteld, heft allen
twijfel hieromtrent op.
Misschien zoo merkte het blad ook nog
op is de Anti dienstvervangingbond nog te
vroeg ontbonden.
In elk geval blijkt ook nit het gevoelen van
de redactie van dit, op het gebied der gemeente
administratie gezaghebbend blad, dat wij in
onze beschouwingen omtrent dit plan Coolen
met recht daarin een treurig middel zagen om
een goeden maatregel voor een deel krachte
loos te maken.
Tentoonstelling van kleder
drachten.
Uit Amsterdam schrijft men ons:
De tentoonstelling van Nationale kleeder
drachten, bijeengebracht ter gelegenheid van
de inhuldiging van H. M. koningin Wilhelmina
in een zestal zalen van het Suasso (stedelijk)
museum, is gereed en wordt, heden (Donderdag),
in tegenwoordigheid.van genoodigden, door den
burgemeester, mr S. A. Vening Meinesz, eere
voorzitter der commissie, plechtig geopend.
Ten einde een goed denkbeeld van deze, in
alle opzichten zoo goed voorbereide en daarom
zoo goed geslaagde tentoonstelling te verkrijgen,
om er een dragelijk overzicht van te kunnen
geven, waren de vertegenwoordigers van dag
bladen reeds Woensdag in de gelegenheid
bij 't leggen van de laatste hand tot vol
tooiing deze belangrijke expositie inoogen-
schouw te nemen, en waren de voorzitter P.
van Eeghen en de secretaris mr Joh. M. Jolles,
van het uitvoerend comité, zoo beleefd en
welwillend inlichtingen te verstrekken en vragen
te beantwoorden.
Daaruit bleek dan o. m. dat de catalogus in
drie groepen, Daar de drie stammen, waaruit
het Nederlandsche volk voortsprootde Frie-
sche, Saksische en Frankische, is ingedeeld;
dat alle tentoongestelde drachten in alle op
zichten echt en deugdelijk zijn, zonder eenige
namaak, afkomstig vaD, of gemaakt door de
Heden zelf, die er zich nog dagelijks in be
wegen.
De beelden (poppen) zijn gekleed door des
kundigen, die daarvoor uit alle hoeken des
lands overkwamen. De bustes of liever de
koppen zijn naar photographieën van levende
personen uit de verschillende steden, dorpen
en vlekken genomen, vervaardigd door de
beeldhouwers Crevels en Van de Bossche, zoo
dat hier een zeldzaam gelukkige combinatie
aan het werk was, om een goed, degelijk
in alle opzichten historisch getrouw beeld te
geven van volks-eigen-drachten.
Over 't geheele land vond en verkreeg de
commissie hulp en stenn, zonder welke de ver
zameling niet bijeen te brengen geweest zon
zijn. Van hen maakten zich in hooge mate
verdienstelijk de hh.C. Bisschop(Scheveningen),
mr C. A. BoDÜam ('s Bosch), C. W. Bruinvis
((Alkmaar), H. Ie Coultre (Bodegraven), mr J.
A. Feith (Groningen), J. A. Element (Maastricht),
prof. dr J. fl. Gallée (Utrecht), F. A. Hoefer
(Hattem.)
De catalogus, opgemaakt en van vele belang
rijke aanteekeningen voorzien door mr J. E.
van Someren Brand, bevat 242 Dommers van
kleed.rdrachten uit Nederland; 2 uit West-
Ihdië en 8 uit Oost-Indië. In eene afzonderlijke
zaal treft men aan de Ethnografische Poppen-
verzameling van den heer E. S. Ali Colun,
te Singapore.
Wij komen, na een tweede langduriger be
zoek, op deze zeldzaam schoone en belang
wekkende expositie terug.
BEAOEMIA ilEA EXZ.
Bij kon. besluit:
is aan mr A. M. Pareau, op verzoek, met
ingang van 1 October 1898, verleend een eervol
ontslag uit zijne betrekking van vice-president
der arr.-rechtbank te Amsterdam, onder dank
betuiging
zijn benoemdtot inspecteur der dir. belast,
te Rotterdam, le afd. R. U. Mesdag, inspec
teur dier middelen te Rotterdam, 2e afd.en
2e afd. W. Vlug, inspecteur te Schiedam.
UIT STAD EN "FROVINCIE.
Heden morgen vroeg geraakte een voor
een melk- en groentekargespannen paard,door
dien het schrikte van het uitkloppen van een
kleed, op den Zuidsingel alhier op hol. De
kar werd erg beschadigdmelk stroomde en
groenten vielen over den grond en eenige
boompjes werden gedeeltelgk ontschorst.
Persoonlijke ongelukken vielen niet voor en
bet paard werd weldra tot staan gebracht.
Te 's Gravenhage is met goed gevolg
examen atgelegd in do Fransehe taal 1. o. door
mej. E. P. Matthijssen van Goes.
De dame, die Dinsdag te Roosendaal be
wusteloos in den trein gevonden werd en in
het gasthuis aldaar overleed, behoorde te Goes
thuis.
Bij het onderzoek der justitie naar het
telerseke gebeurde is, naar men ons van
daar nog nader schrijft, het volgende gebleken
Den lOen dezer is meergenoemde vrouw, de
weduwe W., heimelijk bevallen van een kind
van het vrouwelijk geslacht. Zij heelt van
geboorte noch van overigden aaDgiite gedaan
bij den burgerlijken stand, maar Maandag 11.
verzocht zij een buurman het lijkje in de
Schelde te werpen, doch deze vervoegde zich
bij de politie.
Het lijkje werd in verregaanden staat van
ontbinding op den zolder gevonden. Aan de
justitie verklaarde de moeder, dat het kind
niet geleefd heeft. In hoever bij het onder
zoek der geneeeheeren het tegendeel gebleken
is, weten wij niet.
Behalve de vrouw, die te C o 1 ij n s p 1 a a t,
zooals wij gemeld hebben, tengevolge van de
hitte bezweek, is daar Dinsdag in den laten
avond een arbeider, die in 't veld door de
warmte bevaDgen was, per wagen thuis ge
bracht en 's nachts aan de gevolgen óver.
leden. De man laat een weduwe met drie
kinderen onverzorgd achter.
Te Zierikzee werd een arbeider, die
bezig was op het veld koren te snijden, door
een zonnesteek getroffen. Hij overleed weidia-
De man was gehuwd en vader van een talrijk gezin.
Bij den landbouwer De M. te Koe-
wacht zgn dezer dagen van een 150 bossen
te velde staande tarwe de aren afgesneden,
wat De M. op een vei lies van een paar zakken
tarwe komt te staan. De dieven hebben hun
buit per as vervoerd in de richting naar België.
Een vrouw aldaar, die a&n het tarwe snijden
wap, kreeg ongelukkiger wijze een aar in het
linker oog. Hoewei zij aanvankelijk weinig
pijn had, vreest men nu dat ze dat lichaams
deel zal moeten missen.
LANDBOUW.
In de St. Cri. is opgenomen een staat
van de gevallen van besmettelgke veeziekten
in Nederland, voorgekomen gedurende de maand
Juli. Daaraan octleenen wij de volgende op
gave (de cgfers tusschen haakjes duiden het
aantal eigenaren aaD, onder wier vee de ziekte
voorkwam)mond- en klauwzeer 6 (3), kwade
droes en huidworm bij de eenhoevige dieren
3 (3), schurft bij de eenhoevige dieren en de
schapen 188 (34), vlekziekte bij de varkens
150 (108), miltvuur bij alle vee 15 (15), rot-
kreupel by schapen 45 (8).
In datzelfde tijdvak kwamen in Zeeland
voor 20 (14) gevallen van vlekziekte en 1 (1)
van miltvuur.
Door den Provincialen Raad van Ooat-
Vlaanderen is eene commissie benoemd, welke
in overleg moet treden met de Vlaainsche
landbouwers, om hunne meeniDg te leeren ken
nen aangaande de beste maatregelen, welke de
Raad aan de Belgische regeering zou voorslel
lén in zake het openen en sluiten van de gren
zen voor het Nederlandsche vee.
Op verzoek van vele grensbewoners heeft de
Belgische minister van landbouw maatregelen
genomen om het gesmokkelde vee, dat aange
houden wordt, na keuring, levend te verkoopen
in plaats van het te slachten. Do Belgische
grensbewoners vonden bet jammer, dat die
schoone Hollandsche fokbeesten in de groote
steden in de slachthuizen verkocht werden.
KERKNIEUWS.
Te Amsterdam overleed, op 60-jarigen leef
tijd, de heer J. Brummelkamp, predikant bij de
Ned. hervormde gemeente aldaar.
In het jaar 1863 voleindigde hij zijne studie
te Utrecht en was achtereenvolgens predikant
te Veenendaal en te Tiel. In 1876 werd hij te
Amsterdam beroepen, waar hij alzoo ruim 22
jaar gearbeid heeft, voornamelijk onder de be
woners der Jordaan.
Tijdens de heer Brummelkamp negen jaar
bij de cbrist. gereformeerde gemeente te
Tiel stond, was hij leermeester van H. K.
H. Prinses von Wied, welke hij onderwijs gaf
in de Nederlandsche taal. Om tot de hervormde
kerk te kunnen overgaan, ging de overledene
naar Utrecht, teneinde naeen colloquium doctum
de bevoegdheid daartoe te verkrijgen.
Ten gevolge van een longontsteking, voor
eenige jaren opgedaan, was zijn gestel reeds
•eschokt. Een kuur te Ems mocht hem geen
baat geven en na een ziekbed van enkele weken
overleed de, vooral onder de armen zeer be
minde predikant.
Verschillende Berichten.
De minister van oorlog heeft bepaald, dat
een vrijwilliger bg het reservekader, die by de
militie wordt ingelyfd, met den dag zijner in-
lijving van zijn vrgwillige verbintenissen wordt
ontheven.
- De werkstaking op de tentoonstelling van
vrouwenarbeid te 's Gravenhage is reeds weder
geëindigd. Woensdag ochtend zyn de zeven
strike makende dametjes weder aan het werk
gegaan. De grieven, die tot de staking aanlei
ding gegeven hadden, berusten op een misver
stand, dat door de directrice uit den weg werd
geruimd.
Deze meisjes verdienen f 6.25 per week
daarvan wordt f 2 of f 1.75 (het bedrag wis
selt wel eens) aan de moeders uitgekeerd. Zij
betalen 4 kostgeld, met inbegrip van be-
wassching, voor zooveel het ondergoed betreft,
in een door het tentoonstellingsbestuur gehuurde,
kuis, waar alle op de tentoonstelling van buiten
's Gravenhage werkzame vrouwen en meisjes
verblijf houden. De kosten van bewassching
der japonnen, schorten en mutsen worden door
den fabrikant gedragen. Van tijd tot tgd vin
den de meiBjes gelegenheid zich onder behoor
lijk geleide te ontspannen voor rekening van
bet tentoonstellingsbestuur.
Dinsdag bracht de Groothertog van Saksen
een bezoek aan genoemde tentoonstelling. Hij
maakte een korte wandeling door de industrie-
zaal en verzocht, by de drukkeig van den heer
Van der Veer, hem het blad De Vrede aan het
Kurhaus toe te zenden.
De verpachting der staanplaatsen op de
kermis te Haarlem heeft ongeveer f 8000 op
gebracht. Verleden jaar, toen geen verpach
ting plaats had, was de opbrengst f 3486.27.
De eereboog van de Automobileclub de
France komt te Amsterdam te staan op het
Leidscheplein.
Te Rotterdam is een kermisreiziger ge
vallen en ernstig inwendig gewond in het
ziekenhuis opgenomen. Uit de Parkhaven
aldaar is opgehaald het lijk van een knaapje
dat van een tjalk overboord viel en verdronk.
Een man en een vrouw aldaar kregen in huDne
woning twist, die zóó hoog liep, dat de vrouw
haren man een mes in den schouder stak en
daarna hem eene snede over het gelaat toe
bracht. Do woedende vrouw verwondde ver
volgens zich zelve bij het inslaan van ruiten
en bekwam twee diepe sneden in den rechter-
onderarm. Beiden werden naar het Ziekenhuis
gebracht en aldaar verboLden. Aldaar is
nog een 16-jarig jonkman bij het zwemmen
verdronken.
—Ongelukken tengevolge van do
hitte. Te Rotterdam overleden door deze
oorzaak een 34jarige pensman en een sleepers
knecht. Te Marrum bezweek een arbeider
bg het koolzaaddorechen door de warmte. Na
nog eenige uren gaf hy den geest. Te Bladel,
bij Eindhoven, is een smid door een zonnesteek
getroffen en op de plaats dood gebleven. Te
Enschede werd een landbouwer, uit Haaks?