MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 193.
141° Jaargang,
1898;
Donderdag
18 Augustus.
FEUILLETON.
Frans Döring.
Deie courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, xoowel voor Middelburg ah voor alle plaatsen in Noderland fraueo p.p., 1.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 11 Aug. 8 u. vm. 68 gr. 12 u 6
ev. 4 n. 66 gr. F. Verw. zw. wind.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór è&<n uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Grooto letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratie
aan het bureau te bekomen.
Agenten;
Te Vüssingen: C. N. J. be Vee Mestbagh; te
Goes: A. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge.
Middelburg 17 Augustus.
Indrukken van een ondervvijs-
congres.
Een tijdelijk briefschrijver, die, wegens afwe
zigheid van den gewonen Haagschen correspon
dent, aan de Zutph. Crt een epistel zond, geelt
daarvan op de volgende wijze de indrukken
weer, door hem verkregen op het onderwijs-
congres, gehouden bij gelegenheid der Tentoon
stelling van Vrouwenarbeid.
„Dat aan die tentoonstelling een congres tot
bespreking van de belangen van het onderwijs
werd verbonden, vind ik op zich zelf voortref
felijk. Men toont daardoor doordrongen te
zijn van de overtuiging, dat verheffing van de
vrouw mede in de eerste plaats afhankelijk is
en moet zijn van goed onderwijs en meerdere
ontwikkeling.
Ook de vraagstukken, die op de agenda
voorkwamen, waren belangrijk genoeg. De
opleiding van onderwijzers en onderwijzeresset
de positie der vtouw bij het onderwijs
het verband tusschen lager en voortgezet
onderwijs de waarde van het tegenwoordige
onderwijs de methode bij het doceeren vaD
moderne talen ziedaar tal van onderwerpen,
die het grootste deel van den tijd in beslag
namen en meestal op voortreffelijke wijze
werden ingeleid.
Aan belangstelling ontbrak het niet, maar
het publiek bestond voor negen tiende uit
dames, meest onderwijzeressen bij lager en
middelbare scholen, zoodat de weinige heeren,
die waren gekomen om te luisteren of te
spreken, zich zeker wel eens de vraag zullen
hebben gesteldzijn wij hier eigenlijk wel te
huis? Ook aan de bestuurstafel zaten alleen
vrouwen als presidente aan het hoofd van
de tafel mej. Goudsmit, die zich vootreffelijk
van haar taak kweet en de kunst verstond om
de vervelende of van het onderwerp afwijkende
sprekers of spreeksters heel geestig te recht
te zetten.
Ik schreef daarvervelende sprekers of
spreeksters, maar eigenlijk is dat onjuist,
want de langdradige, onbeduidende, verve-
lingwekkende debaters waren bijna uitsluitend
te vinden onder de vertegenwoordigers van het
sterkere geslacht. Of het kwam uit overdreven
galanterie, omdat de mannen aan de vrouwen
willen toonen, dat deze ook voor het houdeD
van een congres de hulp der meer bevoorrechte
sexe volstrekt niet noodig hebben, dan wel of
zelfs de uitstekende mannelijke woordvoerders
zich in deze omgeving minder op hun gemak
voelden zal ik niet beslissen, maar zeker
is het, dat de dames, die weinig gewoon zijn
in 't publiek te spreken, het in den regel
wonnen zelfs van de heeren, voor wie d%t,
om zoo te zeggen, een dagelijksche bezigheid
is. Geleerde heeren kwamen voor den dag
met de voorlezing van zware, op schrift ge
brachte stukken, terwijl dames in losse cause-
riëu en soms ook in schitterende improvisaties
telfeens het juiste en geestige woord wisten te
vinden.
Ik heb wel eens meer congressen bijgewoond,
waar ook vrouwen waren en ook vrouwen die
aan het debat deelnamen, maar als eene dame
het woord nam en het er redelijk goed afbracht,
werd dat nog altijd als een evenement be
schouwd. Hoe geheel anders bierMen kreeg
den indruk, alsof men was in de omgeving,
waarin welsprekendheid reeds sinds jaren haar
triumfen had gevierd en waar het van zelf
sprak dat de ééne het al beter deed dan de
andere.
Toch was mijn eindindruk van het congres
niet onverdeeld gunstig. Als gij mij vraagt
of vraagstukken, die behandeld werden, door
de besprekingeu en de daarop gevolgde stem
mingen ook een stap nader tot oplossing zijn
gebracht, dan zou ik daarop niet bevestigend
durven antwoorden. Een uitzondering maak
ik voor de meer technische onderwerpen. Als
men sprak over de techniek en methode van
verschillende leervakken, als men debatteerde
over 't geen noodig is voor een goede opleiding
of over de methode om moderne talen spoedig
en grondig te doceereD, dan werden tal
van wenken gegeven, die ongetwijfeld blijvende
waarde hebben, en waarmede menig onder
wijzer en menig schoolopziener zijn voordeel
zal kunnen doen. Maar als men kwam tot
ik weet er op het oogenblik geen beter
woord voor algemeene onderwijspolitiek,
als men trad in een kritiek van bestaande rege
lingen, dan was afkeuren en afbreken het
parool. Hoe krasser de stellingen des te meer
kans hadden ze bij acclamatie te worden aan
genomen. Om praktische eischen en historische
wording bekommerde men zich in 't geheel
niet. Het onderwijs in Nederland is zeker alles
behalve volmaakt, maar op deze vier congres
dagen zou men tot de conclusie komen, dat er
in al ons onderwijs niets, letterlijk niets goeds
meer valt op te merken. Zouden misschien de re
sultaten van het congres meer practisch geweest
zijn, indien ook de mannelijke eorypueeeu up
onderwijsgebied aan de debatten een meer actief
aandeel hadden genomen en in grooten getale
tegenwoordig waren geweest? Ik beslis niet,
ik vraag slechts. Dit is zeker dat ook op on
derwijsgebied de man den steun van de vrouw,
maar ook de vrouw den steun van den man
niet kan missen."
NATIONALE TENTOONSTELLING VAN
VROUWENARBEID.
Door mevrouw E. van Nispen tot Sevenaer—
Hekman is ontslag genomen als lid van het
uitnoodigings-comité van bovengenoemde ten
toonstelling.
Als redenen, welke haar tot dit besluit ge
bracht hebben, heeft zij in een schrijven aan
de presidente van bet hoofdbestnur, mevrouw
GoekoopDe Jong van Beek en Donk, aange
geven dat er „wellicht niet één congres tot
heden (is) gehouden, waarin niet beginselen
werden verkondigd, te eenenmalein strijd met
mijne godsdienstige overtuiging, of mijne be
grippen omtrent moraiititeit of maatschappij
I. NOVELLE
Uit het Duitsch, van
ER.NST ECKSTEIN.
1.
fiefc Was een klein hotel van den vierden
tang, in een drukke straat van de oude stad.
Boven den lagen ingang brandde de lantaren
reeds en haar flikkerend, dof licht weerkaatste
weemoedig in de plassen. Hier in dit smalle,
dompige straatje was het in dit jaargetijde
eigenlijk nooit droog.
Frans Döring kwam de Hanisburger straat
uit, om in De Stad Naumburg zijn armoedig
zolderkamertje op te zoeken. Onder den in
druk dezer ongezellige omgeving voelde hij
het pijnlijke zijner teleurstelling nog meer. Den
heelen dag had hij weer rondgeloopen om werk
te zoeken, dat eenigszins aanneembaar was,
maar net als gisteren en eergisteren keerde bij;
zonder iets gekregen te hebben, doodmoede
en hongerig in het kleine logementje in de
Frohnsgasse, waar hij voor dertig centen daags
een onderkomen gevonden had, terug. Het
was belachelijk goedkoop, maar voor zijne
middelen nog altijd duur genoeg; want bij
Bezat nog slechts anderhalve mark aan geld
en aan kostbaarheden niets meer dan den
xnooien revolver, dien hij eens in Venetië
gekocht had, eer hij een reis naar de Ionische
eilanden ging ondernemen. Van dien revolver
apn bij nooit scheiden, want hoe hopeloozer,
waarin niet uitlatingen werden ten beate ge
geven, welke deze ten diepste gekrenkt hebben.
En dat vaak, waar het verkondigen dier
leeringen absoluut niets te maken had met
hetgeen ik mij voorstel, als dienstig tot
verbetering van het lot der vrouw, doch mij
enkel nuttig is voorgekomen, om sommigen
gelegenheid te geven, haar half of kwart weten
op den luchter te steken.
„omdat die congressen aan het complex der
tentoonstelling het karakter hebben bijgezet
van een door mij ten zeerste veroordeeld
feminisme".
Op dezelfde tentoonstelling is een werksta
king uitgebroken ouder de werksters van de
tapijtfabriek te Amersfoort. Zij eischen hooger
loon. Dinsdagmorgen hebben zij gezamenlijk
het gebouw verlaten en den directeur van de
fabriek is terstond hiervan kennis gegeven.
Geheelonthouding.
De bekende dr Frederik van Eeden, gehoor
gevende aan de inspraak van zijn goed hart,
en alles doende om zijn ideaal te verwezen
lijken, heeft, in een openbaar geschrift, onze
jeugdige Koningin verzocht te verklaren zelve
geen alkohol te willen gebruiken, wat haar,
zooals den meesten beschaafden jongen vrou
wen, maar een zeer geringe opoffering zijn zal,
en verder niet gaarne te zieD, dat er bij de
tallooze feestmalen, waaraan zij moet deelne
men, alkohol geschonken wordt.
Straks zal H. M. verzocht worden het vege
tarisme te willen huldigen.
Wij vinden dergelijke verzoeken vrij onprac-
tisch en overdreven. Op dien weg voortgaande
kan koningin Wilhelmina ten slotte wel dage
lijks door iedereen lastig gevallen worden met
allerlei verzoeken, om op verschillend gebied
de ideëen te huldigen van vereenigingen of
bijzondere personen. Ons dunkthet „wacht u
voor overdrijving" moest weerhouden van der
gelijke verzoeken, hoe goed ook bedoeld.
.,1. "'.ellen zich bovendien
bloot aan miskenning en zijn aan het mikpunt
van allerlei aardigheden. Dit is nu ook het
geval met dr Van Eeden.
Van ernstigen aard is de opmerking, die,
naar aanleiding van zijn openbaar optreden,
door den heer Taco H. de Beer wordt gemaakt.
Dr Van Eeden had geschreven „De grootsche
werken van de Mooren, Arabieren en Turken
werden tot stand gebracht, hoewel deze geen
sterken drank dronken, en daarom". moeten
wij of kunnen wij dat ook laten."
„Of die Mahomedanen hebben niets met de
zaak te maken óf dat daarom heeft geen reden
van bestaanzoo schrijft de heer De Beer.
Wie in hun klimaat geen onthouder of zeer
geprononceerd matigheidsman is, moet vroeg
sterven. Geen verstandig overleg, maar ge
zondheidsmaatregel is hier in het spel. En de
geestdrift, de opwinding, de buitengewone
prikkel, die tot groote daden aanzet, ontstaat
door iets anders dan het alledaagschedie ge
heelonthouders hadden hun oogverblindende
weelde, hun duizelingwekkende reukwerken^
hun breede schare van weelderige vrouwenen
en treuriger zijn toestand werd, des te meer
hechtte hij aan dien laatsten vriend, die hem
in den uitersten nood toch kon bewaren voor
het lot om als bedelaar en landlooper opge
pakt te worden.
Diep neerslachtig overschreed hij den steenen
drempel, doch onder het langzame naar boven
klimmen tot op de vijfde verdieping, onder
ging zijn stemming een zonderlinge verandering.
Met dien uitersten nood was het toch
eigenlijk onzin'zou het dan voor een jong
mensch, met zijne persoonlijke eigenschappen,
zijn veelzijdigheid, zijn opvoeding, op den
duur onmogelijk zijn om iets geschikts te
vinden En voor de honderdste maal zei
hij tot zich zelf dat zijne teleurstellingen
tot nog toe slechts het gevolg waren van
een toeval. Eindelijk zou de fortuin hem
wel gunstig wordenHij moest Blechts het
hoofd boven water houden en met volharding
afwachten. Zoo sprak hij zich, met toenemend
zelfvertrouwen, moed intoen hij echter in
het klein vertrekje kwam, waarvan het eenige
venster uitzag op de afgebrokkelde dakpannen
van het achterhuis, overviel hem weer het
drukkende besef, dat hij niet veel tijd meer
had om te wachten. Een middagmaal, hoe
bescheiden ook, had hij zich gisteren reeds
moeten ontzeggen en van daag bleef he
niéts anders over dan hier, in De Stad Naumburg
koffie te bestellen die was ten minste warm
en er een paar broodjes bij te verorberen.
Hij schelde en het landelijke kamermeisje,
dat zijn bestelling stilzwijgend aanhoorde, wierp
hem een langen, medelijdenden blik toe. Zij
kende dat. Zij wist dat hier een verongelukt
bestaan met inspanning der laatste krachten
danseressen, dat alles ontbreekt op onze fees
ten en in onze levensmanieren. Ik zou wel eens
willen weten of er ergens in de wereld door
eene vereeniging van personen iets waarlijk
groofsch tot stand kwam (fanatisme er buiten-
gelaten) door personen, die hun levensbehoeften
uitsluitend tot een minimum bepaalden, die
zich diogeniseerden.
Om noodelooze vertoogen te voorkomen,
de mededeeling, dat ik al vele jaren de bit
tertjes en grogjes zoo goed als geheel heb af
geschaft, maar wijn en bier zweer ik nog niet af.
De Mahomedanen, die in dit geval niets be
wijzen, worden er bij gehaald evenals de be
ruchte maag van een dronkaard, die in plaat
wordt voorgesteld en moet doen gelooven, dat
alle dronkaardsmagen er zoo uitzien.
Een onzer hedendaagsche geleerdste mannen,
door ouderen in zijn vak als zoodanig genoemd,
dronk van tien tot dertien grogjes. Dit bewijst
niet, dat men geleerd wordt door grog te drin
ken, ook niet dat grog drinken geen kwaad kan
{ik voel mij 's avonds en 's morgens oneindig
frisscher dan voorheen) maar alleen dat er ge
stellen zijn, die zonder schade zelfs groote quan-
titeiten alcohol kunnen verdragen.
De heer dr Van Eeden houde mg de op
merking ten goede dat een medicus minder
dan eenig ander wetenschappelijk man mag
generaliseeren".
BEXOEMIA WO ENZ.
Bij kon. besluit:
zijn J. G. H. R. Bönhoff, burgemeester der
gemeente Tiel, G. W. A. W. baron van der
Feltz, burgemeester der gemeente Eist-, en J.
R. Kist, burgemeester der gemeente Buren,
voorzitter van bet college en curatoren van
het weeshuis te Buren, benoemd tot ridder in
de orde van Oranje-Nassau
is de heer M. A. Cornelissen benoemd tot
adspirant-ingenieur der marine.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Ter vervaneinp van willen den heer F.
G. Sprenger is tot directeur van het Vrij nan-
dels entrepot te Middelburg, van wege
de gemeente, door burgemeester en wethouders
benoemd de heer W. J. Sprenger.
tegen algeheelen ondergang streed.
Het sloeg vijf uur. De heldere November
dag liep ten einde. Het was koud in het
kamertje, waar sedert acht dagen de gego
ten ijzeren kachel aangelegd was. In afwach
ting van de koffie was Frans Döring op een
matten stoel voor het raam gaan zitteD, zonder
zijn overjas uit te trekken. Hij keek naar
buiten, naar het hooge achterbuis, waarvan al
de ramen achtereenvolgens verlicht werden.
Bijna elk vertrek was een werkplaats
Altemaal arme hedenschoenlappers, schrijn
werkers, boekbinders, kleermakers, naaisters,
die zich aftobden, in den wanbopigen wedstrijd
met de fabrieken. Maar die arbeidende, zwoe
gende lieden, daar achter die glazen bollen,
achter die schaafbanken, die naai-macbines,
hadden ten minste werkzij wisten dat zij
den volgenden dag konden eten, dat zij zonder
angst voor gebrek konden inslapen en uitrusten
voor hun nieuwe dagtaak zij wisten waar hun
plaats was in het gewoel der groote stadzij
hadden een tehuis, al was het nog zoo armoedig
Frans Döring sloot onwillekeurig de oogen.
Hij kon den aanblik van al die bescheiden,
doch zekere bedrijvigheid niet langer verdra
gen. En eensklaps kreeg hij het gevoel dat
dit alles slechts een nachtmerrie was, een spook
gestalte zijner verbeelding, dat het volgende
oogenblik zou verdwijnen. Zulke op waarheid
gelijkende droomen had hij vaak des morgens
gehad, wanneer hij zich, na een in feestvreugde
doorgebrachten nacht, op zijne weelderige leger
stede, onder een prachtigen hemel uitstrekte.
Doch die bedwelming duurde slechts een oogen
blik; terstond overviel hem weer het troos-
telooze besef der werkelijkheid. En die wer
Omtrent bet voorval te I e r s e k c, dat
Dinsdag een bezoek van de Middelburgsche
justitie tengevolge had, meldt men ons dat
het kinderlijkje, hetwelk in staat van ontbin
ding verkeerde, door de politie was gevonden
de weduwe W. Het werd naar het gemeen
tehuis overgebracht, aldaar gerechtelijk ge
schouwd en vervolgens op de algemeene be
graafplaats begraven.
De weduwe onderging een verhoor van on
geveer een uur, doch werd daarna weêr vrij
gelaten.
Bij het Maandag aldaar gehouden concours,
uitgeschreven door de handboogschutterij Clau
dius Civilis, werden de navolgende prijzen be
haald door W. de Bakker, te Ellewoutsdijk,
le en 2e Zij vogel, ieder ad f 12 50H. Ver-
strate te Vlake, le kal ad f 7.50; J. Spruit
te Wolfaartsdijk, le kal ad f 5J. Koens te
Ovezand, le kal ad f 2.50P. C. Pols te Ier-
seke, 2e kal ad f 2.50S. Kallewaard te Wol-
faartsdjjk, 3e kal ad f 2.50.
De verdere hoofdprijzen, waaronder de hoofd
vogel ad f 25, en 14 kleine prijzen ad f 1.50,
moesten worden verloot.
Aan het concours werd door 74 personen
deelgenomen.
Dat bij de in de laatste dagen geheerscht
hebbende hitte de arbeiders op het veld het
hard te verantwoorden hebben gehad, laat
zich begrijpen. Wij ontvingen dan ook uit onze
provincie berichten dat er hier en daar een
bewusteloos werd. Meerendeels had dit geen
ernstige ge volgen; alleen is Dinsdag te Colijns-
plaat een arbeidersvrouw op het veld zoo
danig door de hitte bevangen dat, toen zij
thuis was gebracht, de te hulp geroepen arts
slechts den dood kon constateeren.
Bij het baden is Zaterdag nabij Tiel de
18jarige zoon van den beurtschipper De Mul
van Colijnsplaat verdronken.
De gemeenteraad van Cats heeft f 150
toegestaan voor een aldaar te houden huldi-
gingsfeest. Gaat het plan door, dan zullen de
schoolkinderen, oude- en arme lieden getrak
teerd worden, zal de gemeente versierd en het
feest door muziek en vuurwerk opgeluisterd
worden.
Zooals in ons vorig nommer in het kort
is gemeld, is Dinsdag morgen het lijk van den
14jarige Dingeman Baars van Papendrecht,
die den 8 dezer, tengevolge van het ruwe
weder, in het Mastgat door de fok over boord
werd geslagen en verdronk, door schipper Jan
van Vijven van Papendrecht, op de Grevelin-
gen voor Bruinisse drijvende gevondeD,
opgepikt en aan den wal gebrachtwaar het
nog denzelfden dag op de algemeene begraaf
plaats werd begraven.
In 1897 zijn uit de havens van Amster
dam en Rotterdam vertrokken 792 Nederland-
sche landverhuizers. Daaronder waren er uit
25 kinderen beneden 10 jaar.
ONDERWIJS.
Tot eerste onderwijzeres in de hand
werken aan school A te Middelburg, ter
vervanging van mej. Goote, onlangs op haar
verzoek eervol ontslagen, is door burg. en
wetb. tijdelijk benoemd mej. M. P. Meertens.
De aanbeveling voor leeraar in de
Fransche taal en letterkunde aan de H. B.
school te Goes, opgemaakt door burg. en
weth. na overleg met den inspecteur van het
M. 0., bestaat uit de heeren S. A. Leopold te
Voorburg, C. Roovers te Gorinchem en J. M.
Sauveur te Nijmegen.
Te Breda is o. a. met goed gevolg exa
men afgelegd voor de hoofdakte door mej. C,
J, van den Bout van Zierikzee en te 'sGra-
venbage voor de Fransche taal 1. o. door mej.
M. Ramondt van Goes.
De minister van binnenl. zaken brengt in de
St. Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat
kelijkheid bracht hem thans bijna tot verba
zing. Was het mogelijk In zoo weinige jareD,
zulk een verandering! Hij, de verwende, lucht
hartige jonge mau, wien geen rij pak te sierlijk,
geen paard te vurig was geweestde lieveling
in alle gezelschappen; de verfijndesoupeur,die
zoo menige fiescb champagne gedronken had
met kunstenaars en kunstenaressendie nooit
naar den prijs vroeg wanneer het de bevredi
ging van een gril goldhij, Frans Döring, zat
hier nu geheel radelooB, als een zwervende
handwerksgezel, op de jacht van een bete broods
om van den eenen dag op den anderen te
leven. De laatste acht dagen waren een ware
marteling voor hem geweest. Bijna de helft
van zijn schamel vermogen had hij besteed
aan kostbare advertenties, waarop niemand
geschreven had. Dan had hij in de café's de
dagbladen en advertentieblaadjes ingekeken,
allerlei aauteekeningen gemaakt, brieven ge
schreven en zich persoonlijk aangemeld. Alles
te vergeefs. Of de plaatsen waren al vergeven
óf men verlangde getuigschriften, bewijzen van
vroegere betrekkingen, van afgelegde examens
enz. In dit opzicht was het echter met Frans
Döring treurig gesteld Als de zoon van schat
rijke, zwakke ouders, begaafd met een groot ta
lent om van het leven te genieten, was hij te nau-
wernood in staat geweest om als vrijwilliger een
jaar te dienen, en had verder voor zijn pleizier
geleefd. Het viel niet te ontkennen dat hij veel
natuurlijke gaven had. Hij speelde piano en
viool, schilderde met olie- en waterverf, sprak
vrij goed Fransch en Engelsch, was een uit
muntend danser, kon heel goed croquet en
lawntennisspelen, schermde uitstekend, doch
bracht bet in niets zóóver dat bij er practisch
nut uittrekken of er zgn oeroep van maken
kon. Jaren lang leefde hij er vroolijk op los»
gelijk zoo veel bedorven zoontjes, voor wie
het nest warm gemaakt is, en die zich om de
toekomst niet te bekommeren hebben, Daar
kwam echter eensklaps de groote ramp, die
hem slechts een zeer klein gedeelte van zijn
groot vermogen liet, en tegen alle gewoonte
in dwong om te gaan rekenen.- Maar dat laat
zich niet zoo gemakkelijk leerenevenmin als
men in eens ernstig leert werken. Het was
zoo moeilijk om iets te beginnen. En daö
liep hem ook alles tegen...., en al die tegen
vallers verslonden weldra zijn laatste paör
duizend mark en ook zij a laatsten trots, tot
dat hg zoover kwam van te zeggenelke arbeid,
ook do geringste, is mg welkom als hg mg
slechts bevrijdt van dat ellendig macbtelouze
gevoel; gg kunt in het geheel niets, verdienen
Frans Döring sprong op en ging naar de
tafel, waar een kaars stond die hg zuchtend
opstak; daarna staarde hij beurtelings op het
flikkerende licht en zijn kale omgeving, Het
was toch vreeselijk hier op dat armoedige
zolderkamertje1. Daar die gebarsten kom op
het ijzeren standaartje, die sjovele katoenen
gordijnen, die lompe matten stoelen dat
alles paste niet bij dat nog altijd voorname
voorkomen van den bewoner. Zijn blik viel
in den spiegel. Ja waarlijk, ondanks alle
ellende en zorgen, zag hij er in dien nauw-
sluiteuden overjas nog uit als een welgesteld,
deftig heer. Zijn dik, donker bruin haar golfde
heel mooi over zijn hoog voorhoofdzijne
handen waren heel netjes verzorgd, manchetten
en boordjes onberispelijk schoon. Alleen de
handschoenen, die hij op de latafel gelegd