MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 193. 141° Jaargang, 1898; Donderdag 18 Augustus. FEUILLETON. Frans Döring. Deie courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, xoowel voor Middelburg ah voor alle plaatsen in Noderland fraueo p.p., 1.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 11 Aug. 8 u. vm. 68 gr. 12 u 6 ev. 4 n. 66 gr. F. Verw. zw. wind. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór è&<n uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Grooto letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratie aan het bureau te bekomen. Agenten; Te Vüssingen: C. N. J. be Vee Mestbagh; te Goes: A. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge. Middelburg 17 Augustus. Indrukken van een ondervvijs- congres. Een tijdelijk briefschrijver, die, wegens afwe zigheid van den gewonen Haagschen correspon dent, aan de Zutph. Crt een epistel zond, geelt daarvan op de volgende wijze de indrukken weer, door hem verkregen op het onderwijs- congres, gehouden bij gelegenheid der Tentoon stelling van Vrouwenarbeid. „Dat aan die tentoonstelling een congres tot bespreking van de belangen van het onderwijs werd verbonden, vind ik op zich zelf voortref felijk. Men toont daardoor doordrongen te zijn van de overtuiging, dat verheffing van de vrouw mede in de eerste plaats afhankelijk is en moet zijn van goed onderwijs en meerdere ontwikkeling. Ook de vraagstukken, die op de agenda voorkwamen, waren belangrijk genoeg. De opleiding van onderwijzers en onderwijzeresset de positie der vtouw bij het onderwijs het verband tusschen lager en voortgezet onderwijs de waarde van het tegenwoordige onderwijs de methode bij het doceeren vaD moderne talen ziedaar tal van onderwerpen, die het grootste deel van den tijd in beslag namen en meestal op voortreffelijke wijze werden ingeleid. Aan belangstelling ontbrak het niet, maar het publiek bestond voor negen tiende uit dames, meest onderwijzeressen bij lager en middelbare scholen, zoodat de weinige heeren, die waren gekomen om te luisteren of te spreken, zich zeker wel eens de vraag zullen hebben gesteldzijn wij hier eigenlijk wel te huis? Ook aan de bestuurstafel zaten alleen vrouwen als presidente aan het hoofd van de tafel mej. Goudsmit, die zich vootreffelijk van haar taak kweet en de kunst verstond om de vervelende of van het onderwerp afwijkende sprekers of spreeksters heel geestig te recht te zetten. Ik schreef daarvervelende sprekers of spreeksters, maar eigenlijk is dat onjuist, want de langdradige, onbeduidende, verve- lingwekkende debaters waren bijna uitsluitend te vinden onder de vertegenwoordigers van het sterkere geslacht. Of het kwam uit overdreven galanterie, omdat de mannen aan de vrouwen willen toonen, dat deze ook voor het houdeD van een congres de hulp der meer bevoorrechte sexe volstrekt niet noodig hebben, dan wel of zelfs de uitstekende mannelijke woordvoerders zich in deze omgeving minder op hun gemak voelden zal ik niet beslissen, maar zeker is het, dat de dames, die weinig gewoon zijn in 't publiek te spreken, het in den regel wonnen zelfs van de heeren, voor wie d%t, om zoo te zeggen, een dagelijksche bezigheid is. Geleerde heeren kwamen voor den dag met de voorlezing van zware, op schrift ge brachte stukken, terwijl dames in losse cause- riëu en soms ook in schitterende improvisaties telfeens het juiste en geestige woord wisten te vinden. Ik heb wel eens meer congressen bijgewoond, waar ook vrouwen waren en ook vrouwen die aan het debat deelnamen, maar als eene dame het woord nam en het er redelijk goed afbracht, werd dat nog altijd als een evenement be schouwd. Hoe geheel anders bierMen kreeg den indruk, alsof men was in de omgeving, waarin welsprekendheid reeds sinds jaren haar triumfen had gevierd en waar het van zelf sprak dat de ééne het al beter deed dan de andere. Toch was mijn eindindruk van het congres niet onverdeeld gunstig. Als gij mij vraagt of vraagstukken, die behandeld werden, door de besprekingeu en de daarop gevolgde stem mingen ook een stap nader tot oplossing zijn gebracht, dan zou ik daarop niet bevestigend durven antwoorden. Een uitzondering maak ik voor de meer technische onderwerpen. Als men sprak over de techniek en methode van verschillende leervakken, als men debatteerde over 't geen noodig is voor een goede opleiding of over de methode om moderne talen spoedig en grondig te doceereD, dan werden tal van wenken gegeven, die ongetwijfeld blijvende waarde hebben, en waarmede menig onder wijzer en menig schoolopziener zijn voordeel zal kunnen doen. Maar als men kwam tot ik weet er op het oogenblik geen beter woord voor algemeene onderwijspolitiek, als men trad in een kritiek van bestaande rege lingen, dan was afkeuren en afbreken het parool. Hoe krasser de stellingen des te meer kans hadden ze bij acclamatie te worden aan genomen. Om praktische eischen en historische wording bekommerde men zich in 't geheel niet. Het onderwijs in Nederland is zeker alles behalve volmaakt, maar op deze vier congres dagen zou men tot de conclusie komen, dat er in al ons onderwijs niets, letterlijk niets goeds meer valt op te merken. Zouden misschien de re sultaten van het congres meer practisch geweest zijn, indien ook de mannelijke eorypueeeu up onderwijsgebied aan de debatten een meer actief aandeel hadden genomen en in grooten getale tegenwoordig waren geweest? Ik beslis niet, ik vraag slechts. Dit is zeker dat ook op on derwijsgebied de man den steun van de vrouw, maar ook de vrouw den steun van den man niet kan missen." NATIONALE TENTOONSTELLING VAN VROUWENARBEID. Door mevrouw E. van Nispen tot Sevenaer— Hekman is ontslag genomen als lid van het uitnoodigings-comité van bovengenoemde ten toonstelling. Als redenen, welke haar tot dit besluit ge bracht hebben, heeft zij in een schrijven aan de presidente van bet hoofdbestnur, mevrouw GoekoopDe Jong van Beek en Donk, aange geven dat er „wellicht niet één congres tot heden (is) gehouden, waarin niet beginselen werden verkondigd, te eenenmalein strijd met mijne godsdienstige overtuiging, of mijne be grippen omtrent moraiititeit of maatschappij I. NOVELLE Uit het Duitsch, van ER.NST ECKSTEIN. 1. fiefc Was een klein hotel van den vierden tang, in een drukke straat van de oude stad. Boven den lagen ingang brandde de lantaren reeds en haar flikkerend, dof licht weerkaatste weemoedig in de plassen. Hier in dit smalle, dompige straatje was het in dit jaargetijde eigenlijk nooit droog. Frans Döring kwam de Hanisburger straat uit, om in De Stad Naumburg zijn armoedig zolderkamertje op te zoeken. Onder den in druk dezer ongezellige omgeving voelde hij het pijnlijke zijner teleurstelling nog meer. Den heelen dag had hij weer rondgeloopen om werk te zoeken, dat eenigszins aanneembaar was, maar net als gisteren en eergisteren keerde bij; zonder iets gekregen te hebben, doodmoede en hongerig in het kleine logementje in de Frohnsgasse, waar hij voor dertig centen daags een onderkomen gevonden had, terug. Het was belachelijk goedkoop, maar voor zijne middelen nog altijd duur genoeg; want bij Bezat nog slechts anderhalve mark aan geld en aan kostbaarheden niets meer dan den xnooien revolver, dien hij eens in Venetië gekocht had, eer hij een reis naar de Ionische eilanden ging ondernemen. Van dien revolver apn bij nooit scheiden, want hoe hopeloozer, waarin niet uitlatingen werden ten beate ge geven, welke deze ten diepste gekrenkt hebben. En dat vaak, waar het verkondigen dier leeringen absoluut niets te maken had met hetgeen ik mij voorstel, als dienstig tot verbetering van het lot der vrouw, doch mij enkel nuttig is voorgekomen, om sommigen gelegenheid te geven, haar half of kwart weten op den luchter te steken. „omdat die congressen aan het complex der tentoonstelling het karakter hebben bijgezet van een door mij ten zeerste veroordeeld feminisme". Op dezelfde tentoonstelling is een werksta king uitgebroken ouder de werksters van de tapijtfabriek te Amersfoort. Zij eischen hooger loon. Dinsdagmorgen hebben zij gezamenlijk het gebouw verlaten en den directeur van de fabriek is terstond hiervan kennis gegeven. Geheelonthouding. De bekende dr Frederik van Eeden, gehoor gevende aan de inspraak van zijn goed hart, en alles doende om zijn ideaal te verwezen lijken, heeft, in een openbaar geschrift, onze jeugdige Koningin verzocht te verklaren zelve geen alkohol te willen gebruiken, wat haar, zooals den meesten beschaafden jongen vrou wen, maar een zeer geringe opoffering zijn zal, en verder niet gaarne te zieD, dat er bij de tallooze feestmalen, waaraan zij moet deelne men, alkohol geschonken wordt. Straks zal H. M. verzocht worden het vege tarisme te willen huldigen. Wij vinden dergelijke verzoeken vrij onprac- tisch en overdreven. Op dien weg voortgaande kan koningin Wilhelmina ten slotte wel dage lijks door iedereen lastig gevallen worden met allerlei verzoeken, om op verschillend gebied de ideëen te huldigen van vereenigingen of bijzondere personen. Ons dunkthet „wacht u voor overdrijving" moest weerhouden van der gelijke verzoeken, hoe goed ook bedoeld. .,1. "'.ellen zich bovendien bloot aan miskenning en zijn aan het mikpunt van allerlei aardigheden. Dit is nu ook het geval met dr Van Eeden. Van ernstigen aard is de opmerking, die, naar aanleiding van zijn openbaar optreden, door den heer Taco H. de Beer wordt gemaakt. Dr Van Eeden had geschreven „De grootsche werken van de Mooren, Arabieren en Turken werden tot stand gebracht, hoewel deze geen sterken drank dronken, en daarom". moeten wij of kunnen wij dat ook laten." „Of die Mahomedanen hebben niets met de zaak te maken óf dat daarom heeft geen reden van bestaanzoo schrijft de heer De Beer. Wie in hun klimaat geen onthouder of zeer geprononceerd matigheidsman is, moet vroeg sterven. Geen verstandig overleg, maar ge zondheidsmaatregel is hier in het spel. En de geestdrift, de opwinding, de buitengewone prikkel, die tot groote daden aanzet, ontstaat door iets anders dan het alledaagschedie ge heelonthouders hadden hun oogverblindende weelde, hun duizelingwekkende reukwerken^ hun breede schare van weelderige vrouwenen en treuriger zijn toestand werd, des te meer hechtte hij aan dien laatsten vriend, die hem in den uitersten nood toch kon bewaren voor het lot om als bedelaar en landlooper opge pakt te worden. Diep neerslachtig overschreed hij den steenen drempel, doch onder het langzame naar boven klimmen tot op de vijfde verdieping, onder ging zijn stemming een zonderlinge verandering. Met dien uitersten nood was het toch eigenlijk onzin'zou het dan voor een jong mensch, met zijne persoonlijke eigenschappen, zijn veelzijdigheid, zijn opvoeding, op den duur onmogelijk zijn om iets geschikts te vinden En voor de honderdste maal zei hij tot zich zelf dat zijne teleurstellingen tot nog toe slechts het gevolg waren van een toeval. Eindelijk zou de fortuin hem wel gunstig wordenHij moest Blechts het hoofd boven water houden en met volharding afwachten. Zoo sprak hij zich, met toenemend zelfvertrouwen, moed intoen hij echter in het klein vertrekje kwam, waarvan het eenige venster uitzag op de afgebrokkelde dakpannen van het achterhuis, overviel hem weer het drukkende besef, dat hij niet veel tijd meer had om te wachten. Een middagmaal, hoe bescheiden ook, had hij zich gisteren reeds moeten ontzeggen en van daag bleef he niéts anders over dan hier, in De Stad Naumburg koffie te bestellen die was ten minste warm en er een paar broodjes bij te verorberen. Hij schelde en het landelijke kamermeisje, dat zijn bestelling stilzwijgend aanhoorde, wierp hem een langen, medelijdenden blik toe. Zij kende dat. Zij wist dat hier een verongelukt bestaan met inspanning der laatste krachten danseressen, dat alles ontbreekt op onze fees ten en in onze levensmanieren. Ik zou wel eens willen weten of er ergens in de wereld door eene vereeniging van personen iets waarlijk groofsch tot stand kwam (fanatisme er buiten- gelaten) door personen, die hun levensbehoeften uitsluitend tot een minimum bepaalden, die zich diogeniseerden. Om noodelooze vertoogen te voorkomen, de mededeeling, dat ik al vele jaren de bit tertjes en grogjes zoo goed als geheel heb af geschaft, maar wijn en bier zweer ik nog niet af. De Mahomedanen, die in dit geval niets be wijzen, worden er bij gehaald evenals de be ruchte maag van een dronkaard, die in plaat wordt voorgesteld en moet doen gelooven, dat alle dronkaardsmagen er zoo uitzien. Een onzer hedendaagsche geleerdste mannen, door ouderen in zijn vak als zoodanig genoemd, dronk van tien tot dertien grogjes. Dit bewijst niet, dat men geleerd wordt door grog te drin ken, ook niet dat grog drinken geen kwaad kan {ik voel mij 's avonds en 's morgens oneindig frisscher dan voorheen) maar alleen dat er ge stellen zijn, die zonder schade zelfs groote quan- titeiten alcohol kunnen verdragen. De heer dr Van Eeden houde mg de op merking ten goede dat een medicus minder dan eenig ander wetenschappelijk man mag generaliseeren". BEXOEMIA WO ENZ. Bij kon. besluit: zijn J. G. H. R. Bönhoff, burgemeester der gemeente Tiel, G. W. A. W. baron van der Feltz, burgemeester der gemeente Eist-, en J. R. Kist, burgemeester der gemeente Buren, voorzitter van bet college en curatoren van het weeshuis te Buren, benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau is de heer M. A. Cornelissen benoemd tot adspirant-ingenieur der marine. UIT STAD EN PROVINCIE. Ter vervaneinp van willen den heer F. G. Sprenger is tot directeur van het Vrij nan- dels entrepot te Middelburg, van wege de gemeente, door burgemeester en wethouders benoemd de heer W. J. Sprenger. tegen algeheelen ondergang streed. Het sloeg vijf uur. De heldere November dag liep ten einde. Het was koud in het kamertje, waar sedert acht dagen de gego ten ijzeren kachel aangelegd was. In afwach ting van de koffie was Frans Döring op een matten stoel voor het raam gaan zitteD, zonder zijn overjas uit te trekken. Hij keek naar buiten, naar het hooge achterbuis, waarvan al de ramen achtereenvolgens verlicht werden. Bijna elk vertrek was een werkplaats Altemaal arme hedenschoenlappers, schrijn werkers, boekbinders, kleermakers, naaisters, die zich aftobden, in den wanbopigen wedstrijd met de fabrieken. Maar die arbeidende, zwoe gende lieden, daar achter die glazen bollen, achter die schaafbanken, die naai-macbines, hadden ten minste werkzij wisten dat zij den volgenden dag konden eten, dat zij zonder angst voor gebrek konden inslapen en uitrusten voor hun nieuwe dagtaak zij wisten waar hun plaats was in het gewoel der groote stadzij hadden een tehuis, al was het nog zoo armoedig Frans Döring sloot onwillekeurig de oogen. Hij kon den aanblik van al die bescheiden, doch zekere bedrijvigheid niet langer verdra gen. En eensklaps kreeg hij het gevoel dat dit alles slechts een nachtmerrie was, een spook gestalte zijner verbeelding, dat het volgende oogenblik zou verdwijnen. Zulke op waarheid gelijkende droomen had hij vaak des morgens gehad, wanneer hij zich, na een in feestvreugde doorgebrachten nacht, op zijne weelderige leger stede, onder een prachtigen hemel uitstrekte. Doch die bedwelming duurde slechts een oogen blik; terstond overviel hem weer het troos- telooze besef der werkelijkheid. En die wer Omtrent bet voorval te I e r s e k c, dat Dinsdag een bezoek van de Middelburgsche justitie tengevolge had, meldt men ons dat het kinderlijkje, hetwelk in staat van ontbin ding verkeerde, door de politie was gevonden de weduwe W. Het werd naar het gemeen tehuis overgebracht, aldaar gerechtelijk ge schouwd en vervolgens op de algemeene be graafplaats begraven. De weduwe onderging een verhoor van on geveer een uur, doch werd daarna weêr vrij gelaten. Bij het Maandag aldaar gehouden concours, uitgeschreven door de handboogschutterij Clau dius Civilis, werden de navolgende prijzen be haald door W. de Bakker, te Ellewoutsdijk, le en 2e Zij vogel, ieder ad f 12 50H. Ver- strate te Vlake, le kal ad f 7.50; J. Spruit te Wolfaartsdijk, le kal ad f 5J. Koens te Ovezand, le kal ad f 2.50P. C. Pols te Ier- seke, 2e kal ad f 2.50S. Kallewaard te Wol- faartsdjjk, 3e kal ad f 2.50. De verdere hoofdprijzen, waaronder de hoofd vogel ad f 25, en 14 kleine prijzen ad f 1.50, moesten worden verloot. Aan het concours werd door 74 personen deelgenomen. Dat bij de in de laatste dagen geheerscht hebbende hitte de arbeiders op het veld het hard te verantwoorden hebben gehad, laat zich begrijpen. Wij ontvingen dan ook uit onze provincie berichten dat er hier en daar een bewusteloos werd. Meerendeels had dit geen ernstige ge volgen; alleen is Dinsdag te Colijns- plaat een arbeidersvrouw op het veld zoo danig door de hitte bevangen dat, toen zij thuis was gebracht, de te hulp geroepen arts slechts den dood kon constateeren. Bij het baden is Zaterdag nabij Tiel de 18jarige zoon van den beurtschipper De Mul van Colijnsplaat verdronken. De gemeenteraad van Cats heeft f 150 toegestaan voor een aldaar te houden huldi- gingsfeest. Gaat het plan door, dan zullen de schoolkinderen, oude- en arme lieden getrak teerd worden, zal de gemeente versierd en het feest door muziek en vuurwerk opgeluisterd worden. Zooals in ons vorig nommer in het kort is gemeld, is Dinsdag morgen het lijk van den 14jarige Dingeman Baars van Papendrecht, die den 8 dezer, tengevolge van het ruwe weder, in het Mastgat door de fok over boord werd geslagen en verdronk, door schipper Jan van Vijven van Papendrecht, op de Grevelin- gen voor Bruinisse drijvende gevondeD, opgepikt en aan den wal gebrachtwaar het nog denzelfden dag op de algemeene begraaf plaats werd begraven. In 1897 zijn uit de havens van Amster dam en Rotterdam vertrokken 792 Nederland- sche landverhuizers. Daaronder waren er uit 25 kinderen beneden 10 jaar. ONDERWIJS. Tot eerste onderwijzeres in de hand werken aan school A te Middelburg, ter vervanging van mej. Goote, onlangs op haar verzoek eervol ontslagen, is door burg. en wetb. tijdelijk benoemd mej. M. P. Meertens. De aanbeveling voor leeraar in de Fransche taal en letterkunde aan de H. B. school te Goes, opgemaakt door burg. en weth. na overleg met den inspecteur van het M. 0., bestaat uit de heeren S. A. Leopold te Voorburg, C. Roovers te Gorinchem en J. M. Sauveur te Nijmegen. Te Breda is o. a. met goed gevolg exa men afgelegd voor de hoofdakte door mej. C, J, van den Bout van Zierikzee en te 'sGra- venbage voor de Fransche taal 1. o. door mej. M. Ramondt van Goes. De minister van binnenl. zaken brengt in de St. Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat kelijkheid bracht hem thans bijna tot verba zing. Was het mogelijk In zoo weinige jareD, zulk een verandering! Hij, de verwende, lucht hartige jonge mau, wien geen rij pak te sierlijk, geen paard te vurig was geweestde lieveling in alle gezelschappen; de verfijndesoupeur,die zoo menige fiescb champagne gedronken had met kunstenaars en kunstenaressendie nooit naar den prijs vroeg wanneer het de bevredi ging van een gril goldhij, Frans Döring, zat hier nu geheel radelooB, als een zwervende handwerksgezel, op de jacht van een bete broods om van den eenen dag op den anderen te leven. De laatste acht dagen waren een ware marteling voor hem geweest. Bijna de helft van zijn schamel vermogen had hij besteed aan kostbare advertenties, waarop niemand geschreven had. Dan had hij in de café's de dagbladen en advertentieblaadjes ingekeken, allerlei aauteekeningen gemaakt, brieven ge schreven en zich persoonlijk aangemeld. Alles te vergeefs. Of de plaatsen waren al vergeven óf men verlangde getuigschriften, bewijzen van vroegere betrekkingen, van afgelegde examens enz. In dit opzicht was het echter met Frans Döring treurig gesteld Als de zoon van schat rijke, zwakke ouders, begaafd met een groot ta lent om van het leven te genieten, was hij te nau- wernood in staat geweest om als vrijwilliger een jaar te dienen, en had verder voor zijn pleizier geleefd. Het viel niet te ontkennen dat hij veel natuurlijke gaven had. Hij speelde piano en viool, schilderde met olie- en waterverf, sprak vrij goed Fransch en Engelsch, was een uit muntend danser, kon heel goed croquet en lawntennisspelen, schermde uitstekend, doch bracht bet in niets zóóver dat bij er practisch nut uittrekken of er zgn oeroep van maken kon. Jaren lang leefde hij er vroolijk op los» gelijk zoo veel bedorven zoontjes, voor wie het nest warm gemaakt is, en die zich om de toekomst niet te bekommeren hebben, Daar kwam echter eensklaps de groote ramp, die hem slechts een zeer klein gedeelte van zijn groot vermogen liet, en tegen alle gewoonte in dwong om te gaan rekenen.- Maar dat laat zich niet zoo gemakkelijk leerenevenmin als men in eens ernstig leert werken. Het was zoo moeilijk om iets te beginnen. En daö liep hem ook alles tegen...., en al die tegen vallers verslonden weldra zijn laatste paör duizend mark en ook zij a laatsten trots, tot dat hg zoover kwam van te zeggenelke arbeid, ook do geringste, is mg welkom als hg mg slechts bevrijdt van dat ellendig macbtelouze gevoel; gg kunt in het geheel niets, verdienen Frans Döring sprong op en ging naar de tafel, waar een kaars stond die hg zuchtend opstak; daarna staarde hij beurtelings op het flikkerende licht en zijn kale omgeving, Het was toch vreeselijk hier op dat armoedige zolderkamertje1. Daar die gebarsten kom op het ijzeren standaartje, die sjovele katoenen gordijnen, die lompe matten stoelen dat alles paste niet bij dat nog altijd voorname voorkomen van den bewoner. Zijn blik viel in den spiegel. Ja waarlijk, ondanks alle ellende en zorgen, zag hij er in dien nauw- sluiteuden overjas nog uit als een welgesteld, deftig heer. Zijn dik, donker bruin haar golfde heel mooi over zijn hoog voorhoofdzijne handen waren heel netjes verzorgd, manchetten en boordjes onberispelijk schoon. Alleen de handschoenen, die hij op de latafel gelegd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1