MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 187.
141" Jaargang.
1898.
Donderdag
11 Augustus.
Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, xoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/I.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 10 Aug. 8 n. vm. 64 gr. 12 o 66 gr.,
uv. 4 0,64 gr.F.Verw. tam. kr. Z. W. wind.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn: 20 cent per rogel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per re.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; te
GoesA. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge.
deze courant behoort, i
Middelburg 10 Augustus.
De Inhuldiging der Koningin.
Het programma voor de inhuldiging en de
beide intochten mededeelende, zegt Het Vad.:
„Het trof onze aandacht, dat het stuk onder
teekend is door den opper-ceremoniemeester en
den chef van het militaire huis der koningin.
Is dan de inhuldiging der koningin een hof-
ceremonie? Wij meenden altijd dat de grond
wet haar gestempeld had tot een feit van
staatsrechtelijke beteekenis. Wat de koningin
krachtens de grondwet doet, is een regeerings-
daad der koningin, die zij verricht onder
verantwoordelijkheid van het ministerie. Het.
komt ons daarom voor, dat de gansche rege
ling der inhuldiging behoorde te geschieden
onder ministerieele verantwoordelijkheid.
De w'yze, waarop de intocht te Amsterdam
en daarna de intocht in de residentie zal plaats
hebben, Bchijnt van minder belang. Toch mee-
nen wij, dat het een beteren indruk zou ma
ken, wanneer de regeling ook daarvan niet
geheel aan hofdignitarissen ware overgelaten.
Ook uit practisch oogpunt. Voor orde en
veiligheid toch zijn de burgerlijke en militaire
autoriteiten aansprakelijkhoe kunnen zij
daarvoor ten volle instaan, als zij in de rege
ling niet zijn gekend Wij willen hierop niet
verder ingaan; wij hopen en vertrouwen, dat
geen wanklank de goede stemming in die da
gen zal verstoren, maar als het tegendeel het
geval is, op wie rust de verantwoordelijkheid
In deze opmerkingen zit zeker veel waars,
en men zou nog verder kunnén gaan. Is, zoo
zonden wij willen vragen, de regeling van de
plechtigheid in de kerk wel een zaak der
regeering? Volgens de Grondwet heeft de
inhuldiging plaats in de vereenigde zitting
van de beide Kamers der Staten-Generaalen
dit brengt o. i. mede, dat de voorzitter der
Eerste kamer meer op den voorgrond behoorde
te treden, dan hij thans, blijkens het pro
gramma, doet.
Ook wat Het Vad. over den intocht opmerkt,
is o. i. nog wat te zwak. 't Geldt niet alleen
een belang der openbare orde.
Want, waar blijkens het programma voor
den intocht te Amsterdam beschikt wordt over
de schutterij, over het garnizoen en over troe
pen van elders, daar zal toch wel de medewer
king van de staatsdienaren noodig zijn voor
de uitvoering.
BMOEMINGEA ENZ.
Bij kon. besluit:
is een pensioen verleend aan C. G. van Wijk
Werneke of Werneke C. G. van Wijk, ontv.
der dir. bel. enz., ad 3000;
is benoemd tot adjunct-commies aan het dep.
van waterstaat, enz. mr J. C. A. Everwijn
is de eerwaarde overste van het Piusgesticht,
in de Kerkstraat CC 136, te Amsterdam,
Antonia Francisca Boon (moeder Gabriël) be
noemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
De gewone audiënties van de ministers van
justitie, marine en koloniën hebben deze week
niet plaats.
Ned. Bond Maatschappelijk belang.
Onder voorzitterschap van den heer J. Nien-
huis uit Delft, werd Dinsdag te Haarlem het
congres en de algemeene vergadering van
bovengenoemden bond aangevangen.
De voorzitter riep den afgevaardigden het
welkom toe en herdacht het tienjarig bestaan
van den bond, hoe hij ontstond, werkte, tegen
werking had, maar toch doorging, en somde op
de algemeene belangen, waaraan de bond zijn
aandacht had gewijd. Het vele wat gedaan is
overziende, oordeelde spreker dat men tevreden
kon zijn over den arbeid en met moed kon
doorwerken.
Daarna behandelde de heer dr D. Bos uit
Winschoten het onderwerp „Handelsonderwijs.''
De inleider kwam tot de volgende conclusiën:
le. De opleiding van den koopman is over
H geheel in ons land zeer gebrekkig.
2e. Het is noodzakelijk, dat in alle handels
plaatsen van eenige beteekenis de gelegenheid
wordt geopend vakonderwijs als voorbereiding
voor den handel te ontvangen.
3e. Dit vakonderwijs behoort in drie trap
pen voor te komen naar gelang van den be
reikten ontwikkelingsgraad der jonge lieden
a. in den vorm van handelscursussen, aan
sluitende by goed ingericht voortgezet lager
of herhalingBonderwijs
b. als handelsscholen van tweejarigen cnrsus,
volgende op een driejarige burgerschool oplei
ding, zooals thans te Amsterdam
e. als handelsacademie, liefst in Amsterdam
vestigen.
4e. Financiëele steun van rijk, provincie en
gemeente, naast toezicht door een deskundigen
inspecteur, is gewenscht en gerechtvaardigd.
Deze conclusies zullen heden in de algemeene
vergadering in stemming worden gebracht.
Als tweede spreker trad op mr H. Binnerts
te Heerenveen, die inleidde:- „Wat kan nog
van rijkswege worden gedaan om te bevorde
ren, dat het credietwezen in den handel op
deugdelijke grondslagen rust
Hij kwam, na een breede uiteenzetting, tot de
volgende conclusie
„Het is wenscheiyk, dat in de wetten op £e
vermogensbelasting en de bedrijfsbelasting een
bepaling wordt opgenomen, waarbij aan hem,
die aantoont zyn belang by de bekendheid met
eenigen aanslag op de kohieren van de be
lastingen, de mogeiykheid wordt geopend om
inzage daarvan te bekomen."
Die conclusie werd aangenomen.
Verder behandelde de heer Jobs Biifer jr te
Amsterdam art. 152 der grondwet. Met zyne
conclusie, dat het bestuur van den Bond zich
tot de Hooge Regeering wende, ter verkrijging
van de wet, bedoeld bij het addition eele art.
V der Grondwet, en verder van eene wet, re
gelende de keuring van vee en vleesch in Ne
derland, vereenigde de vergadering zich.
De heer mr B. L. Ph. van Lier van Utrecht
besprak vervolgens de vraagIs de invoering
van eene wet tot bestrijding der oneerlijke con
currentie noodig
Hij kwam tot deze conclusie: Ofschoon het
eer en meer ruim toepassen en uitleggen van
art. 1401 B. W. door den rechter allen lof
verdient, voorziet dat artikel in vele gevallen
niet en is eene wet tot bestrijding der oneer
lijke concurrentie gewenscht. Wettelijke rege
ling in den geest van de Duitache wetgeving
is aan te bevelen.
In de besprekingen over de inleiding werd
instemming betuigd met het door den inleider
voorgestelde en gewezen op wat reeds wordt
gedaan tot bestrijding der oneerlijke concur
rentie en van zulk eene concurrentie voor
beelden aangegeven. Daarop werd de conclusie
aangenomen.
Eindelijk leverde de heer W. J. D. van Mee-
teren Brouwer eene causerie over de tentoon
stelling van vrouwenarbeid in Den Haag, aan
het einde waarvan hij eene conclusie in be
spreking bracht, inhoudende dat dit congres
de algemeene vergadering van den Bond uit-
noodige, eene commissie van 5 personen te
benoemen, om in den loop van 1898 een rap
port uit te brengen over de vragenWie er
de oorzaak van is, dat de vrouw zoo weinig
loon ontvangt voor haar werk enz.de fabrikant
en de winkelier, die zoo hooge winsten willen
behalen, of betpub'iek dat alles zoo goedkoop
mogelyk wil hebben; en of de vrouw niet in elk
geval van een en ander het slachtoffer wordt
In de besprekingen over deze conclusie werd
betoogd, dat de bond zich niet met zoo'n in
grijpend maatschappelijk vraagstuk moest be
zighouden, terwijl anderen met de conclusie
hunne instemming betuigden. Ook werd ge
vreesd, dat men zich zou gaan bewegen buiten
het terrein van den bond welke vrees anderen
niet van zoo'n overwegend belang achtten.
Eindelijk werd besloten de conclusie aan te
A T J E H.
De laatste mail bracht het verslag omtrent
de voornaamste gebeurtenissen in het gouverne
ment Atjeh en onderhoorigheden, loopende van
den 20en tot den 26en Juni.
Het bevat weinig, nog aan onze lezers onbe
kend nieuws.
Van de westkust wordt gemeld, dat de hoof
den en bevolking van het landschap Waili
bevreesd zyn dat T. Oemar, na uit Pedir ver
dreven te zijn, zich in dat landschap zal nes
telen.
T. Bin Waïla verklaarde in dit geval niets
tegen T. Oemar's goedgewapende bende te
kunnen doen.
In Groot-Atjeh was het droog en warm met
veel wind.
De gezondheidstoestand was over het a
meen gunstig. Op Groot-Atjeh kwamen inde
VI en IX moekims veel koors en buikziekte
voor.
Van 17 tot 25 Juni stierven aan veepest in
de VI en IX moekims en in de III moekims
Daroe 21 runderen en 7 karbouwen, terwijl
ook een 20tal runderen door mond- en klauw
zeer bleken aangetast te zijn.
TI¥EE»E KAMER,
Verzekering van werklieden.
Zooals in 't kort werd gemeld, is verschenen
het voorloopig verslag omtrent het wetsont
werp, houdende wettelijke verzekering van
werklieden tegen de gevolgen van ongevallen
in bepaalde bedrijven.
Vrij algemeen werd de indiening van het
wetsontwerp toegej uicht. De verzekering tegen
de gevolgen van ongevallen ontmoette in be
ginsel slechts bij zeer enkele leden bezwaar.
Zij werd beschouwd als een dringende eisch
des fljds.
Met de methode en den vorm van het ont
werp waren vele leden ingenomen. Zij prezen
den duidelijken opzet en de goede uitwerking.
Anderen meenden, dat het ontwerp zich te veel
bepaalt tot het stellen van algemeene regelen.
Men verwonderde-er zich over, dat de memorie
van toelichting zweeg over verschillende vragen
van principieelen aard, b. v. over de vraag
waarom de Staat de verzekering tegen onge
vallen geheel in eigenhand moet nemen, met
uitsluiting van particuliere maatschappijen.
Waarom kan de Staat zich niet bepalen tot
het opleggen van verzekeringsplicht aan de
werkgevers, en waarom moet hij elke werk
zaamheid van particuliere maatschappijen op
het gebied der wet onmogelijk maken. Ook
miste men licht over de vraag in hoever het
in het stelsel van staatsverzekering mogelijk
en wenscheiyk is de belanghebbenden, werk
gevers en werklieden, in de organiBtie der ver
zekering op te nemen
De vraag werd gedaan, of over de voorge
stelde regeling het gevoelen is gevraagd van
de kamers van koophandel en fabrieken, groote
ondernemingen en werkliedenvereenigingen.
E /eneens zwijgt de Memorie van Toelichting
over de vraag, of, behalve verzekering tegen
bedryfsongevallen, ook verzekering van werk
lieden tegen de gevolgen van ziekte, ouder
dom en invaliditeit, en van overlijden ten
behoeve van achterblijvende weduwen en wee
zen, en van werkeloosheid binnen den kring der
staatsbemoeiing behoort getrokken te worden,
en of het niet noodig of althans wenschelijk is
wettelijke voorziening ten aanzien van bedrijfs
ongevallen te doen voorafgaan door, of ge
paard te doen gaan met wettelijke voorziening
ten aanzien van ziekte, ouderdom en invali
diteit. Vooral de verzekering tegen de ge
volgen van ziekte en van ^uderdom en inva
liditeit had, meende men, moeten samengaan
met die tegen bedryfsongevallen. Doch anderen
vreesden hiervan langdurig uitstel, zoo niel
mislukking. Vele leden betreurden echter dat
aan de ongevallenverzekering de voorrang was
gegeven.
Terwijl sommige leden meenden, dat hetniet
op den weg van den Staat ligt te zorgen, dat
werklieden verzekerd worden tegen schade,
veroorzaakt door ongevallen, hun in het uit
oefenen van hun bedryf overkomen, was de
groote meerderheid daarentegen van meening,
dat het optreden van den Staat in deze wen
8chelijk en zelfs noodzakelijk moet worden
geacht. Met waardeering erkende men dat
een niet gering aantal werkgevers hunne
werklieden tegen de gevolgen van ongevallen
verzekert, maar de groote meerderheid doet
zulks niet. In de meeste gevallen worden de
door een ongeval getroffenen aan hun lot
overgelaten. Zonder wettelijke regeling is
geen verbetering te verwachten en Staats-
tusschenkomst werd alleszins gerechtvaardigd
geacht. Dat wetteiyke regeling der ongevallen
verzekering een stap in de richting van het
socialisme zou wezeD, werd van verschillende
zijden ontkend. Aanhangers dier richting be
oogden dat eene regeling, die de kapitalistische
werking der industrie handhaaft, kwalijk als
socialistisch kan worden aangemerkt. Zij acht
ten wettelgke regeling der ongevallenverzeke
ring aanbevelenswaard, al kon de verbetering,
die daardoor in den toestand der werklieden
gebracht wordt, niet geacht worden van veel
beteekenis te zyn.
Tegen het breDgen van de geheele verzeke
ring onder het gezag van den Staat werden
verschillende bezwaren ontwikkeld o. a. dat het
bedrijf der particuliere maatschappijen voor on
gevallenverzekering, voor zooveel het wettelijk
gebied betreft, zou worden vernietigd en wel
zonder eenige vergoeding, en dat verzekering
bij eene Rijksbank veel duurder zou zijn.
Sommige leden meenden dat de wet zich
kon bepalen tot het opleggen van verzekerings
plicht aan de werkgevers, met bijvoeging van
bepalingen, die behoorlijke uitvoering vandeD
verzekeringsplicht waarborgen. Daartegenover
meende men dat bij het stellen van strenge
geldelijke waarborgen, slechts enkele groote.
maatschappijen aan de eischen zouden kunnen
voldoen en aan kleinere het voortbestaan on
mogelijk zou worden gemaakt.
De meest volstrekte centralisatie, waarvan
dit ontwerp uitgaat, vond ook bestrijding;
met nadruk wenschte men meer invloed voor
belanghebbenden en het volgen van een stel
sel dat leidde tot het doen opkomen van de
noodige organisatiën uit de bedrijven zeiven.
in den trant der Duitsche Berufsgenossenschaf-
ten. Doch behalve door vorming van bedrijfs-
vereenigingen kon ook door eene gewijzigde
inrichting van het bestuur van de rijksverze-
keringbank en van den raad van toezicht aan
werkgevers en werklieden meer invloed wor
den toegekend.
Sommigen vreesden bevordering van zorge-
osheid by werklieden en werkgevers, doch
anderen bestreden die vrees en kwamen met
beslistheid op tegen de bewering dat de in
voering der verplichte verzekering in Duitsch-
land tot aanzienlijke vermeerdering van onge
vallen zou hebben geleid.
Vele leden meenden echter dat er geen aan
spraak op vergoeding behoorde te bestaan,
waar het ongeval aan de grove schuld van den
werkman is te wijten.
Verschillende bezwaren werden geopperd te
gen uitsluiting van alle aanspraak op vergoe
ding, wanneer het ongeval het gevolg is van
dronkenschap. Onvrij willige dronkenschap mocht
niet met vrijwillige op eene lijn worden ge
steld, terwijl in alle geval de uitsluiting zeer
hard is, in zooverre zij vrouw en kinderen
van den werkman benadeelt, ofschoon dezen
aan dronkenschap geen schuld hebben.
Veel tegenkanting vond het voorstel om bii
zelfmoord de nagelaten betrekkingen aanspraak
op vergoeding toe te kennen.
Vele leden konden zich niet vereenigen met
de beperking der verzekering tot bepaalde
bedrijven. Verschillende bezwaren werden
geopperd tegen het brengen van de betaling
der verzekeringspremiën geheel ten laste der
werkgevers, terwijl de voorgestelde regeling
der schadeloosstellingen tot verschillende op
merkingen aanleiding gaf.
UIT STAD ER PROVINCIE.
Ter gelegenheid van haar vijfjarig be
staan zal de afdeeling Middelburg van den
Nederlandschen bond van oud-onderofficieren,
waarvan de heer jhr mr L. Schorer bescherm
heer is, op Woensdag den 19 dezer in de groots
zaal van het Schuttershof een introductie-
soirée geven.
Op deze soirée, waartoe het muziekkorps der
dd. schutterij zyne medewerking zal verleenen,
heeft ook de uitreiking plaats van een vaandel,
door eenige dames aan de vereeniging aange
boden, terwyi het programma verder eeuige
muzieknommers en een paar tooneelstukjes
vermeldt.
Naar wij vernemen, is de toestand van de
dienstbode, die in den nacht van Zondag op
Maandag alhier verwond werd, de omstan
digheden in aanmerking genomen, vrij redelijk.
Dinsdag middag werd op een der Singels
alhier een knaapje van een jaar of tien slapende
in het gras gevonden. Wijl bleek dat hij te
veel sterken drank gebruik had en niet in
staat was te loopen, werd de knaap iu een
handwagen naar het politiebureau gebracht,
waar hy na eenigen tyd tot zich zelf kwam.
Het eerst geopperde vermoeden, dat het
knaapje den sterken drank was toegediend
gebleken onjuist te zijD. Eenige kameraadjes
hadden onder elkaar „bitter" gekocht en daarvau
gedronken; het bewuste knaapje zooveel dat
het buiten westen was geraakt.
Dinsdag avond hield de gemeenteraad van
Goes eene zitting, die gepresideerd werd door
den heer Wesselink, burgemeester, en waarbij
de heer mr W. Dicke wegens uitstedigheid niet
tegenwoordig was.
De voorzitter deelde mede, dat hy verlof
heeft om de gemeente te verlaten van 8 tot
en met 30 Aug.
Den heer G. C. C. Bethe werd verder, op ver
zoek, op de meest eervolle wijze ontslag ver
leend ingaande 24 Sept. of zooveel vroeger als
zyn opvolger zal zyn in functie getreden.
Ten slotte werd benoemd tot leeraar in de
ischiedenis en staatsinrichting aan de H. B.
school, voor 1 jaar, de heer R. Boersma te
Utrecht met 6 stemmende heer D. Wanjou
bekwam er 4 en 2 briefjeB waren blanco.
Tegen 1 Sept. is tot postbode te Ril-
land-Bath benoemd M. Bargo, thans milicien-
sergeant te Bergen op Zoom.
Voor de hoofdakte zyn met goeden uit
slag geëxamineerd te Arnhem de heer P. R.
Huyten van 's Heerenhoek en te Breda de
heer J. de Boer van VliBsingen.
DISHARMONIE.
Men schrijft onB uit IJ z e n d y k e
Het inhuldigiogsfeeBt, dat hier den 6en Sep
tem zal gehouden worden, doorwoi stelt een
lijden, dat daaraan geheel vreemd had behoo-
ren te blijven. Tengevolge der intrekking door
den gemeenteraad van het subsidie van f 150
aan de muzieksocieteit Geduld overwintwas
het te voorzien, dat deze niet gratis zou mee
werken ter opluistering van een feest, dat door
een damescomité onder patronaat van het da-
gelijksch bestuur georganiseerd wordt, vooral
omdat juist in dit bestuur twee leden zitting
hebben (de heeren J. A. Bekaar en F. J,
Ion) die jaren lang voetstoots het subsidie heb
ben gesteund en nu met de nieuwgebozen
leden Carpreau en De Jaeger zich, zonderling
genoeg, daartegen hebben verklaard. Dienten
gevolge hebben burgemeester en wethouders
muziekmaatschappijen in België en Nederland
uitgenoodigd, doch zoodra deze vernemen hoe
de vork in de steel zit, komt het esprit de
corps voor den dag en bedanken zy voor de
eer
Geduld overwint antwoordde op een schrij
ven aan B. en W., dat zij alleen tegen betaling
van 100 hare medewerking zou verleenen
dit is echter niet aangenomen en waarschynlijk
tot straf voor die stoutigheid, heeft, zooals reeds
iu dit blad gemeld is, dé burgemeester gewei
gerd voortaan toe te laten dat Geduld over
wint den eersten Zondag der maand des na
middags, na afloop der openbare godsdienst
oefeningen, eene openbare muziekuitvoering op
de markt geeft. De kapelmeester, die op zich
genomen had de kinder- en damescantate te
leiden, waarvoor men zich reeds oefende, heeft
dientengevolge onmiddellijk daarvoor bedankt,
zoodat ook dit deel van het program in het
water valt. De tombola, de fancy fairde kin
derwandeling door de gemeente met het tradi-
tioneele onthaal, en wat er nog al meer broeit,
zullen doorgaan, want de door de dames ver
zamelde f 400 zijn daarvoor bestemd.
Zelfs aan muziek schijnt het ook niet te
zullen ontbreken, dank zy de tusschenkomst
van een voornaam Belgisch grondeigenaar, die
uit eigen beurs een muziekgezelschap onder
houdt, dat hierheen zal komen.
Zóo zal onze nieuwe muziektempel, aan de
oprichting waarvan men druk bezig is, worden
ingewijd (beter gezegd ontwijd) door een vreemde
sociëteit op een nationaal feest, dat ieder,
zonder onderscheid, gaarne gul en vroolijk
zou willen meSvieren wanneer geen gal inden
beker was gegoten door eene bydrage Ie ont
trekken aan eene muzieksocieteit, die buiten
partijen staat en met eere eene plaats onder
hare kunstzusters gedurende meer dan een
halve eeuw inneemt. Een en ander deed dan
ook den populairen dr Schouten besluiten zijn
mandaat als bestuurslid van Geduld Overwint,
van 't Nut en van Ooft- en tuinbouw neer te
leggeD. Zyn practijfef en zijn rust zijn hem
meer waard dan al die ondankbare betrekkin
gen, waarin men met den besten wil ter wereld
toch ontevredenen maakt. Hy bedenke echter
On ne peut pas contenter tout le monde et son
père.
In verband met deze kwestie ontvingen wy
van een anderen correspondent de volgende
opmerking, die getuigt van een tegenoverge
stelde ineening, en waarin de houdiDg van den
burgemeester wordt verdedigd. Zy luidt als
volgt
„Het komt ons voor, dat een gezelschap
muzikanten, die op 't aanstaande feest hun
tonen niet doen klinken, licht op andere
dagen het stilzwygen kunnen bewaren.
De revanche van de directie der muziek, om
uit verbolgenheid over de onttrekking der
subsidie door 't gemeentebestuur het Konin-
ginnefeest te doen boeten, het damescomité
te grieven en de feestgezinden, vooral do
kleineren, teleur te stellen, noemen wy niet
alleen misplaatst maar ook ongepast."
Wy hebben nu aan tweeërlei meeningen
openbaarheid gegeven. De juistheid of onjuist
heid daarvan kunnen wy niet beoordeelen; en
kwestie is ook van te lokaal belang, om ons
in deze partij te stellen. Voor onze lezers
buiten den kring, waarin het gebeurde de ge
moederen in beweging brengt, is zy ook niet
van beteekeniB.
Voor verdere polemiek daarover moeten wy
dan ook de kolommen van ons blad sluiten,
tenzy een der daarbij betrokken autoriteiten
't openbaar hare houding zou willen ver
dedigen.
Te betreuren is het in elk geval, dat zy tot
scheuring en tweedracht aanleiding geeft by
een feest, dat, al moge er verschil van meening
heerschen over enkele bijzonderheden, toch tot
eendracht leiden moest.
RECHTSZAKEN.
Kantengerecht te Middelburg.
Heden, Woensdag, zijn veroordeeld: wegens
Btrooperij: A. G. V., Vlissingen, tot f 3 b. s.
2 d. h.; straatschenderijJ. P. d. J., Vlissin
gen, tot f 1 b. s. 1 d. h.; rumoer: C. J. M.,
Vlissingen, tot ƒ1 b. s. 1 d. h.; wederrech
telijk wegblijven van iemand, die wettelijk ia
opgeroepen als getuige: G. O., Raamsdonk,tot
15 b. s. 7 d. h.; in het openbaar houden
van een voor de eerbaarheid aanstootelyke
toespraakL. M. J. R., vrouw van G. G. K.,
Souburg, tot 5 b. 8. 3 d. h.; loopen op
beplanten grond: L. v. d. K., J. M., K. d. G.,
P. d. N., J. S., Arnemuiden, tot 0.50 b. s.
1 d. h.; drankwet: J. P., Middelburg, tot 3
b. s. 2 d. h.; E. P., Middelburg, tot 15 b*
s. 5 d. h.; J. J, P., Vlissingen, tot 10 b. s.
4 d. h.; bij zich hebben van een dolk op den
openbaien weg: A. J. B., Middelburg, tot 2
b. s. 1 b.; r|jden over een wandelweg te