MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 187. 141" Jaargang. 1898. Donderdag 11 Augustus. Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, xoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/I. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 10 Aug. 8 n. vm. 64 gr. 12 o 66 gr., uv. 4 0,64 gr.F.Verw. tam. kr. Z. W. wind. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per rogel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per re. Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; te GoesA. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge. deze courant behoort, i Middelburg 10 Augustus. De Inhuldiging der Koningin. Het programma voor de inhuldiging en de beide intochten mededeelende, zegt Het Vad.: „Het trof onze aandacht, dat het stuk onder teekend is door den opper-ceremoniemeester en den chef van het militaire huis der koningin. Is dan de inhuldiging der koningin een hof- ceremonie? Wij meenden altijd dat de grond wet haar gestempeld had tot een feit van staatsrechtelijke beteekenis. Wat de koningin krachtens de grondwet doet, is een regeerings- daad der koningin, die zij verricht onder verantwoordelijkheid van het ministerie. Het. komt ons daarom voor, dat de gansche rege ling der inhuldiging behoorde te geschieden onder ministerieele verantwoordelijkheid. De w'yze, waarop de intocht te Amsterdam en daarna de intocht in de residentie zal plaats hebben, Bchijnt van minder belang. Toch mee- nen wij, dat het een beteren indruk zou ma ken, wanneer de regeling ook daarvan niet geheel aan hofdignitarissen ware overgelaten. Ook uit practisch oogpunt. Voor orde en veiligheid toch zijn de burgerlijke en militaire autoriteiten aansprakelijkhoe kunnen zij daarvoor ten volle instaan, als zij in de rege ling niet zijn gekend Wij willen hierop niet verder ingaan; wij hopen en vertrouwen, dat geen wanklank de goede stemming in die da gen zal verstoren, maar als het tegendeel het geval is, op wie rust de verantwoordelijkheid In deze opmerkingen zit zeker veel waars, en men zou nog verder kunnén gaan. Is, zoo zonden wij willen vragen, de regeling van de plechtigheid in de kerk wel een zaak der regeering? Volgens de Grondwet heeft de inhuldiging plaats in de vereenigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaalen dit brengt o. i. mede, dat de voorzitter der Eerste kamer meer op den voorgrond behoorde te treden, dan hij thans, blijkens het pro gramma, doet. Ook wat Het Vad. over den intocht opmerkt, is o. i. nog wat te zwak. 't Geldt niet alleen een belang der openbare orde. Want, waar blijkens het programma voor den intocht te Amsterdam beschikt wordt over de schutterij, over het garnizoen en over troe pen van elders, daar zal toch wel de medewer king van de staatsdienaren noodig zijn voor de uitvoering. BMOEMINGEA ENZ. Bij kon. besluit: is een pensioen verleend aan C. G. van Wijk Werneke of Werneke C. G. van Wijk, ontv. der dir. bel. enz., ad 3000; is benoemd tot adjunct-commies aan het dep. van waterstaat, enz. mr J. C. A. Everwijn is de eerwaarde overste van het Piusgesticht, in de Kerkstraat CC 136, te Amsterdam, Antonia Francisca Boon (moeder Gabriël) be noemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. De gewone audiënties van de ministers van justitie, marine en koloniën hebben deze week niet plaats. Ned. Bond Maatschappelijk belang. Onder voorzitterschap van den heer J. Nien- huis uit Delft, werd Dinsdag te Haarlem het congres en de algemeene vergadering van bovengenoemden bond aangevangen. De voorzitter riep den afgevaardigden het welkom toe en herdacht het tienjarig bestaan van den bond, hoe hij ontstond, werkte, tegen werking had, maar toch doorging, en somde op de algemeene belangen, waaraan de bond zijn aandacht had gewijd. Het vele wat gedaan is overziende, oordeelde spreker dat men tevreden kon zijn over den arbeid en met moed kon doorwerken. Daarna behandelde de heer dr D. Bos uit Winschoten het onderwerp „Handelsonderwijs.'' De inleider kwam tot de volgende conclusiën: le. De opleiding van den koopman is over H geheel in ons land zeer gebrekkig. 2e. Het is noodzakelijk, dat in alle handels plaatsen van eenige beteekenis de gelegenheid wordt geopend vakonderwijs als voorbereiding voor den handel te ontvangen. 3e. Dit vakonderwijs behoort in drie trap pen voor te komen naar gelang van den be reikten ontwikkelingsgraad der jonge lieden a. in den vorm van handelscursussen, aan sluitende by goed ingericht voortgezet lager of herhalingBonderwijs b. als handelsscholen van tweejarigen cnrsus, volgende op een driejarige burgerschool oplei ding, zooals thans te Amsterdam e. als handelsacademie, liefst in Amsterdam vestigen. 4e. Financiëele steun van rijk, provincie en gemeente, naast toezicht door een deskundigen inspecteur, is gewenscht en gerechtvaardigd. Deze conclusies zullen heden in de algemeene vergadering in stemming worden gebracht. Als tweede spreker trad op mr H. Binnerts te Heerenveen, die inleidde:- „Wat kan nog van rijkswege worden gedaan om te bevorde ren, dat het credietwezen in den handel op deugdelijke grondslagen rust Hij kwam, na een breede uiteenzetting, tot de volgende conclusie „Het is wenscheiyk, dat in de wetten op £e vermogensbelasting en de bedrijfsbelasting een bepaling wordt opgenomen, waarbij aan hem, die aantoont zyn belang by de bekendheid met eenigen aanslag op de kohieren van de be lastingen, de mogeiykheid wordt geopend om inzage daarvan te bekomen." Die conclusie werd aangenomen. Verder behandelde de heer Jobs Biifer jr te Amsterdam art. 152 der grondwet. Met zyne conclusie, dat het bestuur van den Bond zich tot de Hooge Regeering wende, ter verkrijging van de wet, bedoeld bij het addition eele art. V der Grondwet, en verder van eene wet, re gelende de keuring van vee en vleesch in Ne derland, vereenigde de vergadering zich. De heer mr B. L. Ph. van Lier van Utrecht besprak vervolgens de vraagIs de invoering van eene wet tot bestrijding der oneerlijke con currentie noodig Hij kwam tot deze conclusie: Ofschoon het eer en meer ruim toepassen en uitleggen van art. 1401 B. W. door den rechter allen lof verdient, voorziet dat artikel in vele gevallen niet en is eene wet tot bestrijding der oneer lijke concurrentie gewenscht. Wettelijke rege ling in den geest van de Duitache wetgeving is aan te bevelen. In de besprekingen over de inleiding werd instemming betuigd met het door den inleider voorgestelde en gewezen op wat reeds wordt gedaan tot bestrijding der oneerlijke concur rentie en van zulk eene concurrentie voor beelden aangegeven. Daarop werd de conclusie aangenomen. Eindelijk leverde de heer W. J. D. van Mee- teren Brouwer eene causerie over de tentoon stelling van vrouwenarbeid in Den Haag, aan het einde waarvan hij eene conclusie in be spreking bracht, inhoudende dat dit congres de algemeene vergadering van den Bond uit- noodige, eene commissie van 5 personen te benoemen, om in den loop van 1898 een rap port uit te brengen over de vragenWie er de oorzaak van is, dat de vrouw zoo weinig loon ontvangt voor haar werk enz.de fabrikant en de winkelier, die zoo hooge winsten willen behalen, of betpub'iek dat alles zoo goedkoop mogelyk wil hebben; en of de vrouw niet in elk geval van een en ander het slachtoffer wordt In de besprekingen over deze conclusie werd betoogd, dat de bond zich niet met zoo'n in grijpend maatschappelijk vraagstuk moest be zighouden, terwijl anderen met de conclusie hunne instemming betuigden. Ook werd ge vreesd, dat men zich zou gaan bewegen buiten het terrein van den bond welke vrees anderen niet van zoo'n overwegend belang achtten. Eindelijk werd besloten de conclusie aan te A T J E H. De laatste mail bracht het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouverne ment Atjeh en onderhoorigheden, loopende van den 20en tot den 26en Juni. Het bevat weinig, nog aan onze lezers onbe kend nieuws. Van de westkust wordt gemeld, dat de hoof den en bevolking van het landschap Waili bevreesd zyn dat T. Oemar, na uit Pedir ver dreven te zijn, zich in dat landschap zal nes telen. T. Bin Waïla verklaarde in dit geval niets tegen T. Oemar's goedgewapende bende te kunnen doen. In Groot-Atjeh was het droog en warm met veel wind. De gezondheidstoestand was over het a meen gunstig. Op Groot-Atjeh kwamen inde VI en IX moekims veel koors en buikziekte voor. Van 17 tot 25 Juni stierven aan veepest in de VI en IX moekims en in de III moekims Daroe 21 runderen en 7 karbouwen, terwijl ook een 20tal runderen door mond- en klauw zeer bleken aangetast te zijn. TI¥EE»E KAMER, Verzekering van werklieden. Zooals in 't kort werd gemeld, is verschenen het voorloopig verslag omtrent het wetsont werp, houdende wettelijke verzekering van werklieden tegen de gevolgen van ongevallen in bepaalde bedrijven. Vrij algemeen werd de indiening van het wetsontwerp toegej uicht. De verzekering tegen de gevolgen van ongevallen ontmoette in be ginsel slechts bij zeer enkele leden bezwaar. Zij werd beschouwd als een dringende eisch des fljds. Met de methode en den vorm van het ont werp waren vele leden ingenomen. Zij prezen den duidelijken opzet en de goede uitwerking. Anderen meenden, dat het ontwerp zich te veel bepaalt tot het stellen van algemeene regelen. Men verwonderde-er zich over, dat de memorie van toelichting zweeg over verschillende vragen van principieelen aard, b. v. over de vraag waarom de Staat de verzekering tegen onge vallen geheel in eigenhand moet nemen, met uitsluiting van particuliere maatschappijen. Waarom kan de Staat zich niet bepalen tot het opleggen van verzekeringsplicht aan de werkgevers, en waarom moet hij elke werk zaamheid van particuliere maatschappijen op het gebied der wet onmogelijk maken. Ook miste men licht over de vraag in hoever het in het stelsel van staatsverzekering mogelijk en wenscheiyk is de belanghebbenden, werk gevers en werklieden, in de organiBtie der ver zekering op te nemen De vraag werd gedaan, of over de voorge stelde regeling het gevoelen is gevraagd van de kamers van koophandel en fabrieken, groote ondernemingen en werkliedenvereenigingen. E /eneens zwijgt de Memorie van Toelichting over de vraag, of, behalve verzekering tegen bedryfsongevallen, ook verzekering van werk lieden tegen de gevolgen van ziekte, ouder dom en invaliditeit, en van overlijden ten behoeve van achterblijvende weduwen en wee zen, en van werkeloosheid binnen den kring der staatsbemoeiing behoort getrokken te worden, en of het niet noodig of althans wenschelijk is wettelijke voorziening ten aanzien van bedrijfs ongevallen te doen voorafgaan door, of ge paard te doen gaan met wettelijke voorziening ten aanzien van ziekte, ouderdom en invali diteit. Vooral de verzekering tegen de ge volgen van ziekte en van ^uderdom en inva liditeit had, meende men, moeten samengaan met die tegen bedryfsongevallen. Doch anderen vreesden hiervan langdurig uitstel, zoo niel mislukking. Vele leden betreurden echter dat aan de ongevallenverzekering de voorrang was gegeven. Terwijl sommige leden meenden, dat hetniet op den weg van den Staat ligt te zorgen, dat werklieden verzekerd worden tegen schade, veroorzaakt door ongevallen, hun in het uit oefenen van hun bedryf overkomen, was de groote meerderheid daarentegen van meening, dat het optreden van den Staat in deze wen 8chelijk en zelfs noodzakelijk moet worden geacht. Met waardeering erkende men dat een niet gering aantal werkgevers hunne werklieden tegen de gevolgen van ongevallen verzekert, maar de groote meerderheid doet zulks niet. In de meeste gevallen worden de door een ongeval getroffenen aan hun lot overgelaten. Zonder wettelijke regeling is geen verbetering te verwachten en Staats- tusschenkomst werd alleszins gerechtvaardigd geacht. Dat wetteiyke regeling der ongevallen verzekering een stap in de richting van het socialisme zou wezeD, werd van verschillende zijden ontkend. Aanhangers dier richting be oogden dat eene regeling, die de kapitalistische werking der industrie handhaaft, kwalijk als socialistisch kan worden aangemerkt. Zij acht ten wettelgke regeling der ongevallenverzeke ring aanbevelenswaard, al kon de verbetering, die daardoor in den toestand der werklieden gebracht wordt, niet geacht worden van veel beteekenis te zyn. Tegen het breDgen van de geheele verzeke ring onder het gezag van den Staat werden verschillende bezwaren ontwikkeld o. a. dat het bedrijf der particuliere maatschappijen voor on gevallenverzekering, voor zooveel het wettelijk gebied betreft, zou worden vernietigd en wel zonder eenige vergoeding, en dat verzekering bij eene Rijksbank veel duurder zou zijn. Sommige leden meenden dat de wet zich kon bepalen tot het opleggen van verzekerings plicht aan de werkgevers, met bijvoeging van bepalingen, die behoorlijke uitvoering vandeD verzekeringsplicht waarborgen. Daartegenover meende men dat bij het stellen van strenge geldelijke waarborgen, slechts enkele groote. maatschappijen aan de eischen zouden kunnen voldoen en aan kleinere het voortbestaan on mogelijk zou worden gemaakt. De meest volstrekte centralisatie, waarvan dit ontwerp uitgaat, vond ook bestrijding; met nadruk wenschte men meer invloed voor belanghebbenden en het volgen van een stel sel dat leidde tot het doen opkomen van de noodige organisatiën uit de bedrijven zeiven. in den trant der Duitsche Berufsgenossenschaf- ten. Doch behalve door vorming van bedrijfs- vereenigingen kon ook door eene gewijzigde inrichting van het bestuur van de rijksverze- keringbank en van den raad van toezicht aan werkgevers en werklieden meer invloed wor den toegekend. Sommigen vreesden bevordering van zorge- osheid by werklieden en werkgevers, doch anderen bestreden die vrees en kwamen met beslistheid op tegen de bewering dat de in voering der verplichte verzekering in Duitsch- land tot aanzienlijke vermeerdering van onge vallen zou hebben geleid. Vele leden meenden echter dat er geen aan spraak op vergoeding behoorde te bestaan, waar het ongeval aan de grove schuld van den werkman is te wijten. Verschillende bezwaren werden geopperd te gen uitsluiting van alle aanspraak op vergoe ding, wanneer het ongeval het gevolg is van dronkenschap. Onvrij willige dronkenschap mocht niet met vrijwillige op eene lijn worden ge steld, terwijl in alle geval de uitsluiting zeer hard is, in zooverre zij vrouw en kinderen van den werkman benadeelt, ofschoon dezen aan dronkenschap geen schuld hebben. Veel tegenkanting vond het voorstel om bii zelfmoord de nagelaten betrekkingen aanspraak op vergoeding toe te kennen. Vele leden konden zich niet vereenigen met de beperking der verzekering tot bepaalde bedrijven. Verschillende bezwaren werden geopperd tegen het brengen van de betaling der verzekeringspremiën geheel ten laste der werkgevers, terwijl de voorgestelde regeling der schadeloosstellingen tot verschillende op merkingen aanleiding gaf. UIT STAD ER PROVINCIE. Ter gelegenheid van haar vijfjarig be staan zal de afdeeling Middelburg van den Nederlandschen bond van oud-onderofficieren, waarvan de heer jhr mr L. Schorer bescherm heer is, op Woensdag den 19 dezer in de groots zaal van het Schuttershof een introductie- soirée geven. Op deze soirée, waartoe het muziekkorps der dd. schutterij zyne medewerking zal verleenen, heeft ook de uitreiking plaats van een vaandel, door eenige dames aan de vereeniging aange boden, terwyi het programma verder eeuige muzieknommers en een paar tooneelstukjes vermeldt. Naar wij vernemen, is de toestand van de dienstbode, die in den nacht van Zondag op Maandag alhier verwond werd, de omstan digheden in aanmerking genomen, vrij redelijk. Dinsdag middag werd op een der Singels alhier een knaapje van een jaar of tien slapende in het gras gevonden. Wijl bleek dat hij te veel sterken drank gebruik had en niet in staat was te loopen, werd de knaap iu een handwagen naar het politiebureau gebracht, waar hy na eenigen tyd tot zich zelf kwam. Het eerst geopperde vermoeden, dat het knaapje den sterken drank was toegediend gebleken onjuist te zijD. Eenige kameraadjes hadden onder elkaar „bitter" gekocht en daarvau gedronken; het bewuste knaapje zooveel dat het buiten westen was geraakt. Dinsdag avond hield de gemeenteraad van Goes eene zitting, die gepresideerd werd door den heer Wesselink, burgemeester, en waarbij de heer mr W. Dicke wegens uitstedigheid niet tegenwoordig was. De voorzitter deelde mede, dat hy verlof heeft om de gemeente te verlaten van 8 tot en met 30 Aug. Den heer G. C. C. Bethe werd verder, op ver zoek, op de meest eervolle wijze ontslag ver leend ingaande 24 Sept. of zooveel vroeger als zyn opvolger zal zyn in functie getreden. Ten slotte werd benoemd tot leeraar in de ischiedenis en staatsinrichting aan de H. B. school, voor 1 jaar, de heer R. Boersma te Utrecht met 6 stemmende heer D. Wanjou bekwam er 4 en 2 briefjeB waren blanco. Tegen 1 Sept. is tot postbode te Ril- land-Bath benoemd M. Bargo, thans milicien- sergeant te Bergen op Zoom. Voor de hoofdakte zyn met goeden uit slag geëxamineerd te Arnhem de heer P. R. Huyten van 's Heerenhoek en te Breda de heer J. de Boer van VliBsingen. DISHARMONIE. Men schrijft onB uit IJ z e n d y k e Het inhuldigiogsfeeBt, dat hier den 6en Sep tem zal gehouden worden, doorwoi stelt een lijden, dat daaraan geheel vreemd had behoo- ren te blijven. Tengevolge der intrekking door den gemeenteraad van het subsidie van f 150 aan de muzieksocieteit Geduld overwintwas het te voorzien, dat deze niet gratis zou mee werken ter opluistering van een feest, dat door een damescomité onder patronaat van het da- gelijksch bestuur georganiseerd wordt, vooral omdat juist in dit bestuur twee leden zitting hebben (de heeren J. A. Bekaar en F. J, Ion) die jaren lang voetstoots het subsidie heb ben gesteund en nu met de nieuwgebozen leden Carpreau en De Jaeger zich, zonderling genoeg, daartegen hebben verklaard. Dienten gevolge hebben burgemeester en wethouders muziekmaatschappijen in België en Nederland uitgenoodigd, doch zoodra deze vernemen hoe de vork in de steel zit, komt het esprit de corps voor den dag en bedanken zy voor de eer Geduld overwint antwoordde op een schrij ven aan B. en W., dat zij alleen tegen betaling van 100 hare medewerking zou verleenen dit is echter niet aangenomen en waarschynlijk tot straf voor die stoutigheid, heeft, zooals reeds iu dit blad gemeld is, dé burgemeester gewei gerd voortaan toe te laten dat Geduld over wint den eersten Zondag der maand des na middags, na afloop der openbare godsdienst oefeningen, eene openbare muziekuitvoering op de markt geeft. De kapelmeester, die op zich genomen had de kinder- en damescantate te leiden, waarvoor men zich reeds oefende, heeft dientengevolge onmiddellijk daarvoor bedankt, zoodat ook dit deel van het program in het water valt. De tombola, de fancy fairde kin derwandeling door de gemeente met het tradi- tioneele onthaal, en wat er nog al meer broeit, zullen doorgaan, want de door de dames ver zamelde f 400 zijn daarvoor bestemd. Zelfs aan muziek schijnt het ook niet te zullen ontbreken, dank zy de tusschenkomst van een voornaam Belgisch grondeigenaar, die uit eigen beurs een muziekgezelschap onder houdt, dat hierheen zal komen. Zóo zal onze nieuwe muziektempel, aan de oprichting waarvan men druk bezig is, worden ingewijd (beter gezegd ontwijd) door een vreemde sociëteit op een nationaal feest, dat ieder, zonder onderscheid, gaarne gul en vroolijk zou willen meSvieren wanneer geen gal inden beker was gegoten door eene bydrage Ie ont trekken aan eene muzieksocieteit, die buiten partijen staat en met eere eene plaats onder hare kunstzusters gedurende meer dan een halve eeuw inneemt. Een en ander deed dan ook den populairen dr Schouten besluiten zijn mandaat als bestuurslid van Geduld Overwint, van 't Nut en van Ooft- en tuinbouw neer te leggeD. Zyn practijfef en zijn rust zijn hem meer waard dan al die ondankbare betrekkin gen, waarin men met den besten wil ter wereld toch ontevredenen maakt. Hy bedenke echter On ne peut pas contenter tout le monde et son père. In verband met deze kwestie ontvingen wy van een anderen correspondent de volgende opmerking, die getuigt van een tegenoverge stelde ineening, en waarin de houdiDg van den burgemeester wordt verdedigd. Zy luidt als volgt „Het komt ons voor, dat een gezelschap muzikanten, die op 't aanstaande feest hun tonen niet doen klinken, licht op andere dagen het stilzwygen kunnen bewaren. De revanche van de directie der muziek, om uit verbolgenheid over de onttrekking der subsidie door 't gemeentebestuur het Konin- ginnefeest te doen boeten, het damescomité te grieven en de feestgezinden, vooral do kleineren, teleur te stellen, noemen wy niet alleen misplaatst maar ook ongepast." Wy hebben nu aan tweeërlei meeningen openbaarheid gegeven. De juistheid of onjuist heid daarvan kunnen wy niet beoordeelen; en kwestie is ook van te lokaal belang, om ons in deze partij te stellen. Voor onze lezers buiten den kring, waarin het gebeurde de ge moederen in beweging brengt, is zy ook niet van beteekeniB. Voor verdere polemiek daarover moeten wy dan ook de kolommen van ons blad sluiten, tenzy een der daarbij betrokken autoriteiten 't openbaar hare houding zou willen ver dedigen. Te betreuren is het in elk geval, dat zy tot scheuring en tweedracht aanleiding geeft by een feest, dat, al moge er verschil van meening heerschen over enkele bijzonderheden, toch tot eendracht leiden moest. RECHTSZAKEN. Kantengerecht te Middelburg. Heden, Woensdag, zijn veroordeeld: wegens Btrooperij: A. G. V., Vlissingen, tot f 3 b. s. 2 d. h.; straatschenderijJ. P. d. J., Vlissin gen, tot f 1 b. s. 1 d. h.; rumoer: C. J. M., Vlissingen, tot ƒ1 b. s. 1 d. h.; wederrech telijk wegblijven van iemand, die wettelijk ia opgeroepen als getuige: G. O., Raamsdonk,tot 15 b. s. 7 d. h.; in het openbaar houden van een voor de eerbaarheid aanstootelyke toespraakL. M. J. R., vrouw van G. G. K., Souburg, tot 5 b. 8. 3 d. h.; loopen op beplanten grond: L. v. d. K., J. M., K. d. G., P. d. N., J. S., Arnemuiden, tot 0.50 b. s. 1 d. h.; drankwet: J. P., Middelburg, tot 3 b. s. 2 d. h.; E. P., Middelburg, tot 15 b* s. 5 d. h.; J. J, P., Vlissingen, tot 10 b. s. 4 d. h.; bij zich hebben van een dolk op den openbaien weg: A. J. B., Middelburg, tot 2 b. s. 1 b.; r|jden over een wandelweg te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1