Maar deze plechtigheid, waarvoor de keizer
reeds alle bevelen had gegeven, komt nn te
vervallen.
Alles zou zich nu bepalen tot een eenvoudige
plechtigheid in de kerk welke ter eere van
Wilhelm I is opgericht.
Maar de keizer, die veel van praal houdt, en
gevoelt dat het Duitsche volk verwacht hem
te zien voorgaan, laat zich door dit alle8 en
door don pijnlijken indruk van de bekende
onthulling, geen duim breed afvoeren van den
weg, dien hij meent te moeten volgen.
Te Kiel werd hij Maandagavond opgewacht
door de keizerin, die in zware rouw was ge
kleed. Na te Kiel te hebben overnacht, begaf
de keizer zich met de keizerin en Yon Biilow
en zijn gevolg naar Friederichsmhe, waar men
des middags te zes uur aankwam.
Een eerewacht was opgesteld en de zoons van
Bismarck ontviügen de keizerlijke bezoekers.
Wilhelm kuste prins Herbert op beide wan
gen en liet zich daarop naar de sterfkamer
brengen.
Deze was met rouwlaken behangenom do
kist stonden zuilen met 48 kaarsen en aan het
hoofdeinde een kruisbeeld. Het voetstuk was
onder bloemen begraven.
De dorpspredikant hield een toespraak op
een door Bismarck zelf aangewezen tekst.
Alios ging zeer vlug en de bezoekers ver
trokken reeds een half uur na hun aankomst»
Volgens denBerlijnschen correspondent van
de F. Z. heeft Bismarck zijn tot den laatste
tijd toe bijgewerkte gedenkschriften voor 1
miljoen mark aan de uitgeversmaatschappij
Union verkocht.
Alle Duitsche en Pruisische ministers,
die met verlof waren, zijn te Berlijn terugge
keerd.
De eerste krans welke op Friederichsmhe
aankwam was van de boeren van het goed
van Bismarck, en vervaardigd van eikenblaren
en korenbloemen (de geliefde bloem van
Wilhelm I.)
Zaak Dreyiuss.
De raadkamer heeft zich Dinsdag met
het conflict tusschen den rechter van instruc
tie en den procureur der republiek bezig ge
houden. Hoewel de zaak, gelijk alles wat de
iustructie betreft, met gesloten, deuren werd
behandeld, weet men toch dat het O. M. c
cludeerde om Bertulus niet ontvankelijk te
verklaren, daar in het dossier geen sporen van
medeplichtigheid van Du Paty du Clam waren
gevonden.
Er worden verschillende memories voorge
lezen, o. a. een namens Picquart, een tweede
was samengesteld door verscheidene advocaten
bij het hof van casatie, en ging vergezeld van
een advies van Labori. Hoe het anders met
de civiele partij ging, nu Labori het dossier
niet heeft mogen zien, vinden wij niet vermeld.
De beslissing is tot Vrijdag aangehouden.
Aan het paleis van justitie vei wachtte men,
dat de raadkamer ook over de hoofdzaak
beslissen.
-r. De Siècle bevat een stukje, dat vermoe
delijk door Scheurer-Kestner is ingegeven, al
tbans in nauw verband staat met het punt waar
over deze den vorigen dag werd verhoord, en den
vorm oener nota heeft. Daarin wordt gezegd,
dat de soldaat Savignaud, die voorden rechter
van instructie de verklaring aflegde, dat hg in
Mei 1807 in Tunis voor Picquart brieven naar
de post bracht aan het adres van Scheurer
Kestner, een valsche getuige is.
Scheurer-Kestner heeft Picquart voor het
eerst gezien op 10 Januari, in de getuigen-
kamer bij het proces-Eaterhazy. Nooit heeft bij
met Picquart in eenige rechtstreekscbe of
zijdelingBche betrekking gestaan, of mondelinge
ot schriftelijke gemeenschap onderhouden. In
Mei 1897 kende ScheurertKestner noch den
naam van den verrader Esterhazy, noch wist
hij dat een officier diens verraad had ontdekt.
De Ind. Beige verneemt van een bij zon
deren berichtgever uit Parijs, dat Brisson wel
recht wil. Maar hij acht zich verplicht reke
ning te houden met de Btrooming, welke door
de houding van Méline in het land is gewekt.
Méline's erfenis drukt hem zwaar en maakt
het hem onmogelijk rechtuit den weg van
herstel te bewandelen. Daarom zou hij willen
dat de civiele justitie haar gang ging en
voortdurend licht zou verspreiden, tot men
eindelijk tot een uitspraak van de burgerlijke
justitie kwam, welke door Frankrijk en Europa
met vertTonweu zou worden aanvaard.
Veel gelooven wij hier niet van. Immers dat
dit kabinet heeft medegewerkt om Zola en
Stapfer te straffen, bewijst dat het geen haar
beter ia dan zijn voorganger.
Een Parijscb blad deelt evenwel mede dat
Faure overmorgen naar Parijs komt, tot bij
woning van een ministerraad, waar belangrijke
besluiten zullen worden genomen, o. a. ten
aanzien van de bladen, die do campagne voor
de herziening van het vonnis volhouden.
Daar reeds vroeger van ernstige verdeeldheid
in den ministerraad is gebleken, kan daaruit
wel wat worden.
De oud-advocaat Salie, die herhaaldelijk
in de pers was lastig gevallen, wegens zijn
houdiDg in de Dreyfuss-zaak, verantwoordt zich
op een beschuldiging in een der bladen. In
dien hij als getuige ware gehoord zou hij zijn
verklaring aldus hebben saamgevat, dat noch in
zijn woorden, noch in zijn daden, iets is, dat
doet denken, dat bij ooit geloofd heeft of heeft
kunnen gelooven, aan de onschuld van den
veroordeelde. Evenmin acht hij zich in een
enkel opzicht de medeplichtige van Zola bij
het schandelijk werk door deze ondernomen.
Deze verklaring van den heer Salie zal alle
oppervlakkige vrienden van den staf eu alle
die willens en wetens het onrecht beschermen,
doen juichen.
Maar in werkelijkheid beteekent de verkla
ring niets. De heer Salie zwijgt over het
eenige punt waarop zijn getuigenis door La
bori werd gevraagdnl. of het waar is dat hij
van een lid van den krijgsraad heeft gehoord
dat Dreyfuss op geheime stukken was ver.
oordeeld.
Zijn zwijgen over dit punt is natuurlijk een
bekentenis.
- De Siècle zet een monster-petitionneniênt
aan de kamers op touw, waarin wordt gewezen
op de onwettigheid van de veroordeeling van
Dreyfuss en waarin wordt gevraagd het onwet
tige vonnis te herzien.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
EEN WOORDJE OP ZIJN PAS
Voorloopig, Mijnheer de Redacteur, veroor
loof ik mij een vraagteeken te zetten in plaats
van uw uitroepteeken.
De heer V. d. Moer was, blijkens uw Maan
dagnummer, tegen de gemeentelijke subsidie
voor de kroningsfeesten te Terneuzen, in ver
band met den toestand der gemeente-financiën
aldaar.
Dat bijzonder geval moet ik laten rusteB,
Doch met de algemcene beschouwing over feest
vieren, vervat in 't door u gereleveerde schrij
ven en in uw toevoegsel, kan ik mg zoo weinig
vereenigen, dat ik u beleefd eenige ruimte kom
vragen voor een paar bedenkingen daartegen,
De beer V. d. Moer beschouwt de begrippen
„nuttige zaken" en „feesten" als tegenstellin
gen. Uw redactie, opmerkende, dat er
feesten niets overblijft dan de herinnering,
staat blijkbaar niet ver van hem af. Het komt
mij voor, dat uw meeningen niet van zekere
eenzijdigheid zijn vrij te pleiten. Gaarne geef
ik toe dat sommige wijzen van feestvieren aan
ernstige bedenkingen onderhevig zijn en met
den heer V. d. Moer ben ik 't eens in de al-
keuring van feestvieren voor zich zelf. Maar
daarom mag de keerzijde der medalje niet wor
den over 't hoofd gezien.
Er zijn zaken qu'on ooit en andere qu'on ne
voit pas. En ofschoon ik de stoffelijke factoren
van ons bestaan Diet laag schat, meen ik ook
dat per slot van rekening de menschelijke geest
de machtigste sturende, leidende en drijvende
kracht is, zoo voor 't individu als voor de sa
menleving. Wanneer dus aangetoond kan wor
den, dat feestvieren een gunstigen invloed heeft
op ons maatschappelijk denken, dan is het be
schikbaar stellen van geld voor feesten even
goed te rechtvaardigen, als voor wegsverbete-
ring, openbare gezondheid of welk ander alge
meen belang men wil. En dat kan m. i. wor
den aangetoond.
Aan elk feest ligt een idee ten grondslag.
Voor, tijdens en na het feest treedt die idee,
minder vaag, scherper belijnd, nader bij ons
dagelijksch denken gebracht, op den voorgrond,
Zij schiet wortel, waar zij nog geen wortel
had zij wortelt vaster waar zij nog geen diepte
van aarde had. De beteekenis der idee voor de
samenleving wint daardoor, en zoo wordt de
weg gebaand, waarlangs ce qu'on ne voit pas
leidt naar ce qu'on voit: de gedachte draagt
vrucht, zij krijgt een vorm in de tastbare we
reld. Ik vertel hiermede volstrekt niets nieuws,
doch ik meende er aan te mogen herinneren,
wijl het door den heer V. d. Moer en uw re
dactie over 't hoofd gezien, althans niet in
rekeniDg gebracht, is.
En behalve dat waar erkend wordt, dat
ten minste de herinnering blijft, mag ook ge
vraagd worden, of de herinnering aan iets, dat
men goed eu schoon acht, als waardeloos be
schouwd mag worden.
Een andere vraag van den heer V. d. Moer
is, of men ook tegen den zin van den belasting
betaler mag grijpen in de algemeene kas. Die
vraag lijkt mij zoo weinig ad remdat ik ver
moed, don heer V- d. Moer op dit punt niet
goed te begrijpen. Een raadslid kan zich zulk
een vraag stellen vóór of na een raadsbesluit.
Vóór het besluit komt ze neer op„mag ik
tegen mijn eigen zin grijpen enz." En zulk
een vraag heeft geen zin. En na het besluit
kan het geen vraag meer zijn. Door den raad
spraken de belastingbetalers zich uit. Waar
zou het heen met de bestuursdaden onzer eol-
legiën, indien de vraag recht van bestaan had.
Mag een gemeenteraad geen geld beschikbaar
stellen voor bv. den telefoondienst, omdat er
in of buiten den raad tegenstanders zijn van
de telefoon? M. i. geeft elk wettig genomen
besluit hot recht, eenvoudig een bijdrage van
de belastingschuldigen te nemen.
De zinsnede over „groote woorden" heeft
't zij met bescheidenheid gezegd m. i. zelf
wel iets van een groot woord. Indien „Vor
stenhuis, Oranjetelg en Vaderlandsliefde" groote
ivoorden zijn, dan is dat, wijl zij namen zijn
van groote zalcen. Men begrijpe mij niet ver
keerd ik wensch geen beschouwingen te
leveren vóór „Vorstenhuis" of „Vaderlands
liefde", evenmin als de beer V. d. Moer het
daar tegen zal hebben willen opnemen, 'k Wensch
alleen te constateeren, dat die begrippen van
meer dan voldoenden inhoud zijn voor ons
volksleven, om ze te houden buiten de rubriek
der „groote" d. i. zinledige woorden. En 't is
m. i. niet de minst belangrijke zijde der a. s.
kroningsfeesten, dat zij de gelegenheid geven,
de beteekenis dier woorden op te helderen en
toe te lichten voor 't volk. Want evenals er
maar al te veel windmolens en andere Don
Quiehotterie in het spel komt bij de bestrijding
van Vorstenhuis en Vaderlandals staatsrech
terlijk begrippen, evenzoo worden van de andere
zijden al te dikwijls de geesten en krachten
der massa in beweging gezet door vage, zwe
vende denkbeelden, in plaats van door de taal
der overtuiging en des verstands. Mochten
de feesten op die punteu het zoo gewenschte
licht ontsteken, dan zou, dunkt me zelfs de
tegenstander van feestvieren geen „zonde"
makeu van 't geld.
De economische zijde, door u, M. de Red.
aangevoerd, laat zich niet in enkele regels
afdoen. Doch tegenover de bewering, dat het
jammer is, dat men niet een deel der ingeko-
i bijdragen heeft mogen of kunnen afzonderen
voor een nuttige stichting of instelling, mag
worden opgemerktdie nuttige instellingen hebt
gij altijd bij u, doch een inhuldiging niet altijd.
U dankend voor de plaatsing en met de
meeste achting, mijnheer de Redacteur,
Uw dienstw. dienr,
W. 1. 8. '98. A. T. C. SWENNE,
Secr. eener feestcommissie.
Voor zoover bovenstaand schrijven ten doei
heeft onze meoning te bestrijden, wenschen wij,
ter weerlegging daarvan, eenvoudig ons te be
palen tot de opmerking, dat wij ons nooit
hebben verklaard tegen eene feestviering, wan
neer daartoe eene gepaste aanleiding bestaat,
want wij beschouwen die als het zout des
levens. Trouwens onze gevoelens op dit punt
zijn genoeg bekend. Tegen de feesten in Au
gustus en September hebben wij allerminst
bezwaar. Wij kwamen alleen op tegen dt
overdrijving, die in deze valt waar te nemeü
De beteekenis der voorlaatste zinsnede is
ons niet recht duidelijk. Het daarin gebezigde
argument komt ons niet bijster afdoende voor
en dunkt ons eer een pleidooi voor ons standpunt.
Aan de nuttige instellingen, die men altijd
hij, zonder op de gedekte tafel te letten, in
een leuningstoel bij den schoorsteen neerviel.
Hij zag er geheel ontdaan uit, als iemand
die iets verschrikkelijks heeft bijgewoond.
Daar ik hem verwonderd en vragend aan
zag, verzocht hij mij hem een beker wijn in te
Bcbenken, die bij in één teug ledigde.
Rose kwam met de dampende soepterine
binnen.
„Roep Theotimus en kom met hem terug",
beval hij.
Toen wij alle drie voor hem stonden, vroeg
hij „Zijn al de deuren goed gesloten
„Ja kapitein".
De oud-dragonder kon er nooit toe besluiten
om hem mijnheer te noemen.
„Welaan, luistert goed. Morgen ochtend
zullen de gendarmes hier zijn".
Wij zagen hem verbaasd aan.
„Ja, de markies d'Angilliers is in het
bosch vermoord".
„Onmogelijk I riep ik uit.
„Ik heb hem gevonden bij het Kruis van
Gr and-Jean, met een kogel in de borst en
zijne beide honden luid blaffende naast hem".
Wij Btonden versteld.
„Wat heeft men tegenwoordig aan de
boschwachters 1 Ik heb het Pouray laten
zeggen door houthakkers, die ik uit Foud-aux-
Aulmes ben gaan roepen. Ik heb alarm ge
maakt bij de wacht te Ployes, en ben uit alle
macht naar Mony gereden, om den brigadier
tg waarschuwen, want de misdaad is op zijn
gebied gepleegd en hij loopt met zijne man
schappen het bosch af. Of zij den schuldige
vinden of niet vinden dat is mijn zaak
nietMaar zooveel is zeker, dat zij een aar
dige bende landloopers en bedelaars zullen op
jagen Maar wat mij bet meest verveelt
is dat zij iederen dag, dan om deze dan om
gene rede hier zullen komen en het zal een
gedrink en een gebabbel zonder einde geven".
Ziezoo, nu heb ik u gezegd wat ik weet,
opdat gij het precies zoo kunt over vertellen
en dat gij goed begrijpt dat ik verder met rust
gelaten wil worden. Morgen ga ik naar den
procureur des konings, om mijn verklaring af
te leggen en daar ik niemand gezien, en zelfs
geen schot gehoord heb, en de markies niets
tegen mij gezegd heeft, daar hij reeds dood was
toen ik hem vond, hoop ik dat de procureur
mij niet al te veel zijne ambtenaren zal zenden.
Ga nu verder uw paard verzorgen Theotimus;
gij Rosa brengt mij terstond wat er nog te
eten is en gij, mijnheer mijn neef, maak dat
gij op uw kamer komt; het is meer dan tijd
om naar bed te gaan. Ik zal alleen soupeeren".
Ik kon dien nacht geen oog dicht doen en
doorleefde ons bezoek te Pouray weer in alle
bijzonderhedenik zag en hoorde den mar
kies weerhorinnerde mij al zijne gezegden,
die mij verbaasd hadden om bun kortheid
en stijfheid, en die mij nu heel anders in de
ooren klonken, nu degeen die ze uitgesproken
had, thuis was gekomen, niet als een gebitJ
als heer en meester, maar koud, verstijfd, stom,
bij zich beeft, wordt niet altijd gedacht.
Daarom is eene inhuldiging, die zeldzaam is,
juist eene goede gelegenheid om als blijvende
herinnering aan die gewichtige gebeurtenis,
eene flinke bijdrage daaraan te verleenen.
En dit weegt te meer, wanneer men had
kunnen besluiten een deel der bijdragen te be
stemmen voor eene nieuwe stichtingwaaraan
behoefte bestaat; zij zou nog meer een blijvend
monument zijn ter gedachtenis aan eene ge
wichtige gebeurtenis in onze vaderlandsche
Red.
met een doorboorde borst en de ijzige kalmte
van den dood op het gelaat En zijn bruid,
zoo aandoenlijk, zoo schoon met baar heimelijk
verdriet. Welk een omwenteling had die laffe
moordenaar met zijn éene schot voor haar te
weeg gebracht!
Het parket leidde het onderzoek onder de
stiptste geheimhouding, met al den ijver en
het verstand, waartoe het in staat wa3men
zuiverde het bosch en de naburige dorpen
zorgvuldig van al bet gespuis dat er, uit de
steden verjaagd, leefde van stelen en stroopen
en in verlaten kolenbrandershutten of in de
steengroeven van de Mare-Madame buisde, ieder
die men vond werd gevangen genomen, nauw
keurig ondervraagd, nog eens verboord en
weer verhoord, men liet die haveloozen, met
verwilderde, lijdende gezichten, bij troepen,
stevig geketend, naar de stad brengen, weken
lang van de gevangenis naar de gerechtszaal
wandelen, te midden der algemeene opschud
ding en nieuwsgierigheid, maar vond niets, en
verkreeg niet de geringste aanwijzing, welke
gedoogde dat men een hunner voor schuldig
hield en liet hen altemaal weer vrijzij keer
den terug waar zij vandaan kwamen; tot
groote wanhoop en ergernis der bevreesde
burgers een ergernis en vrees, die echter
niet lang aanhielden, daar weldra de een of
andere onbescheidene een geschiedenis onthulde
waarover men in het geheim allerlei ver
makelijke bijzonderheden kon vertellen, een
avontuur, waarin de vrouw van don schout,
HANDELSBERICHTEN.
OraanmarBien enz.
Gedurende de vorige week werden van
Bruinisse verzonden 2100 ton mosselen,
waarvan het leeuwendeel naar België en Frank
rijk, voorts naar Holland, Duitschland en
Engeland. De prijzen varieerende van ƒ2.20
tot f 1.50 per ton. De kwaliteiten zijn goed.
Oostbukg, 3 Aug. Ter graanmarkt van
heden wsb de aanvoer matig en de handel slap.
Men besteedde heden voorjarige tarwe
den H.L.; nieuwe 9.75 a 10.
;n H.L.jarige rogge a nieuwe
f 6.a 6.15 den H.L.jarige wintergerst
a nieuwe a de
100 K.G.; jarige zomergerst a
nieuwe f—.— a de 100 K.G.chevalier
f a f de 100 K.G; haver 8.45
a de 100 K.G.; paardeuboonen
a den H.L.j bruineboonen a
den H.L.witteboouen a/—
den H.L.groene erwten 7.a 7.25
kroonevwten a den H.L.kook
a en niet kook den
H.L.koolzaad 8.— a 8.25kanariezaad
a per 100 K.G.
Amsterdam, 3 Aug. Lijnolie f 163/4. Raapolie
243/4 a contant.
Marktprijzen fan Tarwe en Meel.
Dinsdag 2 Augustus.
Antwerpen. Tarwe lager. Amorikaanscb
roode no. 2 fr. 17%.
Parijs. Tarwe kalm; loop. md. fr. 21.
Pesth. Tarwe 20 a 25 kr. hooger. Dinsdag
20 fl. Maandag 8.16 fl.
B e r I g n. Koopers gingen met het oog op
het gunstige weder voorzichtiger te werk en
verkoopers waren om dezelfde reden tegemoet
komender. Op herfstlevering is tarwe ca. mk. V/s
en rogge ca. mk. 1 lager dan gisteren verkocht.
Er had wel is waar een klein herstel plaats,
toen van Oostenrijk-Hongarije betere prijzen
werden gemeld, maar van de bovengenoemde
daling kon slechts mk. herwonnen worden.
Haver was traag en lusteloos.
N e w - Y o r k dia. vorige» dag
Chicago W/8643/s.
Cert-5 500-1000 04% 64%
Ned. Hand. Mij A. 1403/g
N.-I. Hantlelsb. A. 1000 75
Zeeland Pr. dito 150 70
dito Obl. 1886S a 500 781/4 781/4
Spoorwegleeiilngen.
NEDERLAND. pCt.
Holl. Spoor A. 1000
Mij tot Expl. vim
St. Spw. Aand. 250
Ned. Ctr. Spw. A. 350 85
dito Obiigatieu3 1000 92J£
N.-I. Spw. Aand. 350-1000 3021/. 202}£
N.-B. Bost. Obl.
gestemp. 1875/80 180 01 00
dito 2e hypotheek n 250-1000 31 21
ITALIË. Spoorweg-
leening 1887/89 8 Lir. 500-2500 5G3/]e 561/.
Zuid Ital. Sp. O. 3 500-5000 581/8 581
POLEN. W. W. A. Z.R. 100 14SS/s
RUSLAND. Gr. Sp.
Maats. Obl. 1888 4 100 101
Kurk Ch. Az. O. 4 u 100
Mosk. Sraol. dito 4 1000
Z. W. Spoormij 4 Z.R. 625 9813% r mu
AMERIKA. Atch.
Top S. F. cert.
van pref. aand500-1000 881% 343%
dito Alg. Hyp. O. 4 500-1000 921% 98
Centr. Pac. Obl. 5 1000 102 1023/8
N. Y. Pennsylv.
Ohio prior Ohl. 4J$ 500-1000 10915%
Illinois Cert. v. A. 500-1000
dit. Leas L. St. Ct. 4 n 500-1000 93
Miss. Kans, Tes.
Ie Hyp. Obl. 4 ,i 500-1000 8811% 886%
Oreg. Short. Line
Inc. Bonds B. 6 u 500-1000 557% 561%
St. Paul Minn.
Manit. 2e hyp. O. 6
Union Pac. Rr.
Comp. Crt, r. pref.
Aand500-1000 61 6 U/s
Union Pac. goud O. 4 1000 96 U
West. New. Y.
Penns. Alg.byp.O. 3 1000 55 551/4
Id. id. Inc. Mort.
gage Goldb. 5 1000 106% 153%
Frewle-Leeningeii.
NEDERL. St. Am. 3 100
Stad Rotterdam 8 100 1051% 1051'4
BELGIE. St. Antw.
1887 2% R 100 993/4
dito Brussel 1886 2>£ 100
HONG. Theiss loten fl. 100 II7I/4 1173/4
OOSTENRIJK.
Staatsleeningl854 4 250
dito 18605 a 500 II9I/4
dito 186411 100 1621L
Cred. inst. 1858 100
RUSL. Staats!. 1864 100
dito 18665 100
SPANJE. St. Madr. 3 400 833% 335%
TURKIJE. Spoorwl. 3 w 400 27 3G5%
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Staatsleeningen.
De beleeningrente bij de Ncderlandsche Bank
is met een half percent verlaagd.
y Koers
Por telegraaf
3 3
Ang. Aug.
NEDERLAND. pCt. Bedrag Stukken
Cert. N. W. Soh. 2% f 1000 853% 853%
dito Obl8 -/ 1000 901% 96%
dito Cert3 1000 961% 961%
HONG. Goudleeuing
1S81-9S4 1.00 1011% 1017%
ITALIË, ins. 63/81 5 Lire 100-100000 87'A
OOSTENRIJK. Obl.
Mei-Noyembev 5 ft. 1000 8411% 849%
dito Jan.-Juli 5 1000 81% 843/4
PORT. O. B. 53/84
met ticket 3 1715% 183%
dito dito '88/89
met ticket 4V fr. 500 307% 267/q
RUSLAND. Obl.
1880 geeons. 4 Z.R. 625 97597%
dito 1889 Hope 4 625 9715% 985%
dito '94 6e Etn. 4 625 100% 100%
dito 1S67/69 4 100 1013% 1013/8
dito 1884 goud 5 Q.R. 125-1000 103:% 1037/8
SPANJE. O. buitenl.
Perpet4 Pes. 1000-24000 399% 39
dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000
TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 90 8913%
Geconv. serie D. 20-2000 227/8 23
dito dito C. 11 20-101 272615%
EGYPTE O. L. '76 4 20-100
BRAZILIË. Obl.
Londen 1883. 4% 1000
dito Obl. 1889 4 48:% 49
VENEZUELA 1881 4 n 100-500 30
Indissfrieele en Financleele
•ondernemingen.
NEDERLAND. pCt.
N. W. en Pac. Pbr.
Oostenrijk Zilver
Diverse in =g
met affidavit
Fransche
Diverse Rijksmark
Russen in Goudroebel
in Z. R
Spaansche Buitenl.
n Binnenl.
Amerik. in dollars
GOUD ZILVER
Wicht. Souv. ƒ10.05 ƒ12.15 Stukk. v. 5fr. 3.35 ƒ2.40
St. v. 20 mk. a 11.75 ]1.85jPrff. Zilver 1.75 1.78
h 20 fir. 9.55 n 9.65
Burgerlyke Stand.
Van 2 en 3 Augustus.
Middelburg. OndertrouwdH. Vermeulen,
„-A. 26 j. met J. A. de Jager, jd. 24 j. A. N.
ïouman, jm. 21 j. met L, A. de Jager, jd. 19 j.
Getrouwd J. P. Klaarhamer, jm. 25 j. met
J. C. Boutens, jd. 27 j.
BevallenJ. C. Hendrikse, geb. Bekman,'z.
P. C. Lindenberg, geb. Van Zweeden, d. E.
Radder, geb. Van Maldegem, d.
OverledenP. M. Lorier, ongeh. d. 49 j.
S. van Leerzem, wede van A. Botting, 76 j.
E. C. Lang, ongeh. d. 85 j.
de vrouw van een afgevaardigde en zekere
knappe klerk van een advocaat de hoofdrollen
speelden De zaak werd dus door het publiek,
evenals door het gerecht, ter zijde geschoven.
Ondertusschen naderde St. Andreas, de dag
der groote, jaarlijksche, druk bezochte kermis.
Van het aanbreken van den dag af trokken
tallooze paardenkoopers met hunne paarden,
boomkweekers met hunne bossen struiken met
het snoeimes van de takken ontdaan, boe
ren met hunne wagens vol geurig hooi en
boordenvolle zakken zorgvuldig gebuild meel
de Btad in, benevens de bewoners van Balles,
met hunne fijn geweven linnens, die van
Brenil-le-Vert, voorzichtig rijdende met hunne
gele oliekruiken; door de lieele stad was het
markt, zelfs langs den straatweg, naar gelang
van het aankomen, voor de huizen en op hoe
ken van straten, met allerlei grappige bedenk
sels om do koopers te lokken, een loven en
bieden, een drukte, een verwarring, een rumoer,
gelach en gevloek, een opeenhooping van man
den, van zakken, van kruiwagens, ecu geloop
en gedraaf van allerlei menschen, te midden
van het geweeklaag der bedelaars, van het ge
schitter van kleuren, het geflikker van koper- en
blikwerk, een schilderachtige wanorde, die
Clermont geheel veranderde en (helaas, slechts
voor een daghot leven teruggaf, dat er ge-
heerscht had, toen het „trouw was uan
koning en zijn graaf."
Onze stoep, op een hoekje van da voorstad, was
Prijzen ran toiipons en losbare
Obligatiën»
Amsterdam 2 Aug. 3 Aug.
f 20,95
20.95
U 20.97V"
a 20.97li
11 11.53
11 11.53
11 11.93
11.93
11 47.30
47.25
11 47.25
11 58.60
1. 58.60
1.90^
11 1.89)4
u 1.25
a 1.25
1.05
11 1.05
2.46^
2.481/2
POSTERIJEN.
Lijst van brieven geadresseerd aan onbe
kenden, verzonden door het postkantoor te Mid
delburg gedurende de le helft der maand
Juli 1898J. Schagen DeventerC. van
Zweeden VlissiDgenH. de Jonge Willemstad
en mejufvr. Leg
BEKENDMAKINGEN.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van verlofgangers der lichting 1896
De burgemeester van Middelburg; gezien de
circulaire van den commissaris der koningiü in
gewoonlijk de verzamelplaats der porcelein-en
glaskooplieden, eu de aanblik daarvan was
alleraardigst. Op een dikke laag stroo stonden
de mooie aarden kruiken van Savignies, de
verglaasde kannen, de dikgebuikte melkkannen
en zoutpotten, die een reeks van schakeeringen
vormden, met hun glimmend glazuur, terwijl
daartusschen in borden en schalen lagen,
waarop roode rozen bloeiden, onmogelijke hanen
kraaiden en waarop men de reeds geïllustreerde
geschiedenis van den Grooten Man las. In het
midden was een breede weg opengehouden
voor de diligence van Duinkerken, die elk
oogenblik kon voorbijkomen, op weg naar den
kruisweg St André, waar men uitspande, en
die wij vlak tegenover ons hadden, aan het
boveneinde der Fonteinstraat. Zij werd dien dag
vol ongeduld verwacht, want tengevolge eener
behendig opgezette intrigue, zou zij heden niet
stilhouden voor het Witte Paardzooals zij
sedert onheugelijke tijden gedaan had, maar
voor de Twee Zwaarden, waar de kastelein ver
gunning tot pleisteren had gekregen. En daal
de avond viel en zij weldra komen moest, waren
oom en ik op den drempel gaan staan.
{Wordt vervolgd.)