Maar deze plechtigheid, waarvoor de keizer reeds alle bevelen had gegeven, komt nn te vervallen. Alles zou zich nu bepalen tot een eenvoudige plechtigheid in de kerk welke ter eere van Wilhelm I is opgericht. Maar de keizer, die veel van praal houdt, en gevoelt dat het Duitsche volk verwacht hem te zien voorgaan, laat zich door dit alle8 en door don pijnlijken indruk van de bekende onthulling, geen duim breed afvoeren van den weg, dien hij meent te moeten volgen. Te Kiel werd hij Maandagavond opgewacht door de keizerin, die in zware rouw was ge kleed. Na te Kiel te hebben overnacht, begaf de keizer zich met de keizerin en Yon Biilow en zijn gevolg naar Friederichsmhe, waar men des middags te zes uur aankwam. Een eerewacht was opgesteld en de zoons van Bismarck ontviügen de keizerlijke bezoekers. Wilhelm kuste prins Herbert op beide wan gen en liet zich daarop naar de sterfkamer brengen. Deze was met rouwlaken behangenom do kist stonden zuilen met 48 kaarsen en aan het hoofdeinde een kruisbeeld. Het voetstuk was onder bloemen begraven. De dorpspredikant hield een toespraak op een door Bismarck zelf aangewezen tekst. Alios ging zeer vlug en de bezoekers ver trokken reeds een half uur na hun aankomst» Volgens denBerlijnschen correspondent van de F. Z. heeft Bismarck zijn tot den laatste tijd toe bijgewerkte gedenkschriften voor 1 miljoen mark aan de uitgeversmaatschappij Union verkocht. Alle Duitsche en Pruisische ministers, die met verlof waren, zijn te Berlijn terugge keerd. De eerste krans welke op Friederichsmhe aankwam was van de boeren van het goed van Bismarck, en vervaardigd van eikenblaren en korenbloemen (de geliefde bloem van Wilhelm I.) Zaak Dreyiuss. De raadkamer heeft zich Dinsdag met het conflict tusschen den rechter van instruc tie en den procureur der republiek bezig ge houden. Hoewel de zaak, gelijk alles wat de iustructie betreft, met gesloten, deuren werd behandeld, weet men toch dat het O. M. c cludeerde om Bertulus niet ontvankelijk te verklaren, daar in het dossier geen sporen van medeplichtigheid van Du Paty du Clam waren gevonden. Er worden verschillende memories voorge lezen, o. a. een namens Picquart, een tweede was samengesteld door verscheidene advocaten bij het hof van casatie, en ging vergezeld van een advies van Labori. Hoe het anders met de civiele partij ging, nu Labori het dossier niet heeft mogen zien, vinden wij niet vermeld. De beslissing is tot Vrijdag aangehouden. Aan het paleis van justitie vei wachtte men, dat de raadkamer ook over de hoofdzaak beslissen. -r. De Siècle bevat een stukje, dat vermoe delijk door Scheurer-Kestner is ingegeven, al tbans in nauw verband staat met het punt waar over deze den vorigen dag werd verhoord, en den vorm oener nota heeft. Daarin wordt gezegd, dat de soldaat Savignaud, die voorden rechter van instructie de verklaring aflegde, dat hg in Mei 1807 in Tunis voor Picquart brieven naar de post bracht aan het adres van Scheurer Kestner, een valsche getuige is. Scheurer-Kestner heeft Picquart voor het eerst gezien op 10 Januari, in de getuigen- kamer bij het proces-Eaterhazy. Nooit heeft bij met Picquart in eenige rechtstreekscbe of zijdelingBche betrekking gestaan, of mondelinge ot schriftelijke gemeenschap onderhouden. In Mei 1897 kende ScheurertKestner noch den naam van den verrader Esterhazy, noch wist hij dat een officier diens verraad had ontdekt. De Ind. Beige verneemt van een bij zon deren berichtgever uit Parijs, dat Brisson wel recht wil. Maar hij acht zich verplicht reke ning te houden met de Btrooming, welke door de houding van Méline in het land is gewekt. Méline's erfenis drukt hem zwaar en maakt het hem onmogelijk rechtuit den weg van herstel te bewandelen. Daarom zou hij willen dat de civiele justitie haar gang ging en voortdurend licht zou verspreiden, tot men eindelijk tot een uitspraak van de burgerlijke justitie kwam, welke door Frankrijk en Europa met vertTonweu zou worden aanvaard. Veel gelooven wij hier niet van. Immers dat dit kabinet heeft medegewerkt om Zola en Stapfer te straffen, bewijst dat het geen haar beter ia dan zijn voorganger. Een Parijscb blad deelt evenwel mede dat Faure overmorgen naar Parijs komt, tot bij woning van een ministerraad, waar belangrijke besluiten zullen worden genomen, o. a. ten aanzien van de bladen, die do campagne voor de herziening van het vonnis volhouden. Daar reeds vroeger van ernstige verdeeldheid in den ministerraad is gebleken, kan daaruit wel wat worden. De oud-advocaat Salie, die herhaaldelijk in de pers was lastig gevallen, wegens zijn houdiDg in de Dreyfuss-zaak, verantwoordt zich op een beschuldiging in een der bladen. In dien hij als getuige ware gehoord zou hij zijn verklaring aldus hebben saamgevat, dat noch in zijn woorden, noch in zijn daden, iets is, dat doet denken, dat bij ooit geloofd heeft of heeft kunnen gelooven, aan de onschuld van den veroordeelde. Evenmin acht hij zich in een enkel opzicht de medeplichtige van Zola bij het schandelijk werk door deze ondernomen. Deze verklaring van den heer Salie zal alle oppervlakkige vrienden van den staf eu alle die willens en wetens het onrecht beschermen, doen juichen. Maar in werkelijkheid beteekent de verkla ring niets. De heer Salie zwijgt over het eenige punt waarop zijn getuigenis door La bori werd gevraagdnl. of het waar is dat hij van een lid van den krijgsraad heeft gehoord dat Dreyfuss op geheime stukken was ver. oordeeld. Zijn zwijgen over dit punt is natuurlijk een bekentenis. - De Siècle zet een monster-petitionneniênt aan de kamers op touw, waarin wordt gewezen op de onwettigheid van de veroordeeling van Dreyfuss en waarin wordt gevraagd het onwet tige vonnis te herzien. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden. EEN WOORDJE OP ZIJN PAS Voorloopig, Mijnheer de Redacteur, veroor loof ik mij een vraagteeken te zetten in plaats van uw uitroepteeken. De heer V. d. Moer was, blijkens uw Maan dagnummer, tegen de gemeentelijke subsidie voor de kroningsfeesten te Terneuzen, in ver band met den toestand der gemeente-financiën aldaar. Dat bijzonder geval moet ik laten rusteB, Doch met de algemcene beschouwing over feest vieren, vervat in 't door u gereleveerde schrij ven en in uw toevoegsel, kan ik mg zoo weinig vereenigen, dat ik u beleefd eenige ruimte kom vragen voor een paar bedenkingen daartegen, De beer V. d. Moer beschouwt de begrippen „nuttige zaken" en „feesten" als tegenstellin gen. Uw redactie, opmerkende, dat er feesten niets overblijft dan de herinnering, staat blijkbaar niet ver van hem af. Het komt mij voor, dat uw meeningen niet van zekere eenzijdigheid zijn vrij te pleiten. Gaarne geef ik toe dat sommige wijzen van feestvieren aan ernstige bedenkingen onderhevig zijn en met den heer V. d. Moer ben ik 't eens in de al- keuring van feestvieren voor zich zelf. Maar daarom mag de keerzijde der medalje niet wor den over 't hoofd gezien. Er zijn zaken qu'on ooit en andere qu'on ne voit pas. En ofschoon ik de stoffelijke factoren van ons bestaan Diet laag schat, meen ik ook dat per slot van rekening de menschelijke geest de machtigste sturende, leidende en drijvende kracht is, zoo voor 't individu als voor de sa menleving. Wanneer dus aangetoond kan wor den, dat feestvieren een gunstigen invloed heeft op ons maatschappelijk denken, dan is het be schikbaar stellen van geld voor feesten even goed te rechtvaardigen, als voor wegsverbete- ring, openbare gezondheid of welk ander alge meen belang men wil. En dat kan m. i. wor den aangetoond. Aan elk feest ligt een idee ten grondslag. Voor, tijdens en na het feest treedt die idee, minder vaag, scherper belijnd, nader bij ons dagelijksch denken gebracht, op den voorgrond, Zij schiet wortel, waar zij nog geen wortel had zij wortelt vaster waar zij nog geen diepte van aarde had. De beteekenis der idee voor de samenleving wint daardoor, en zoo wordt de weg gebaand, waarlangs ce qu'on ne voit pas leidt naar ce qu'on voit: de gedachte draagt vrucht, zij krijgt een vorm in de tastbare we reld. Ik vertel hiermede volstrekt niets nieuws, doch ik meende er aan te mogen herinneren, wijl het door den heer V. d. Moer en uw re dactie over 't hoofd gezien, althans niet in rekeniDg gebracht, is. En behalve dat waar erkend wordt, dat ten minste de herinnering blijft, mag ook ge vraagd worden, of de herinnering aan iets, dat men goed eu schoon acht, als waardeloos be schouwd mag worden. Een andere vraag van den heer V. d. Moer is, of men ook tegen den zin van den belasting betaler mag grijpen in de algemeene kas. Die vraag lijkt mij zoo weinig ad remdat ik ver moed, don heer V- d. Moer op dit punt niet goed te begrijpen. Een raadslid kan zich zulk een vraag stellen vóór of na een raadsbesluit. Vóór het besluit komt ze neer op„mag ik tegen mijn eigen zin grijpen enz." En zulk een vraag heeft geen zin. En na het besluit kan het geen vraag meer zijn. Door den raad spraken de belastingbetalers zich uit. Waar zou het heen met de bestuursdaden onzer eol- legiën, indien de vraag recht van bestaan had. Mag een gemeenteraad geen geld beschikbaar stellen voor bv. den telefoondienst, omdat er in of buiten den raad tegenstanders zijn van de telefoon? M. i. geeft elk wettig genomen besluit hot recht, eenvoudig een bijdrage van de belastingschuldigen te nemen. De zinsnede over „groote woorden" heeft 't zij met bescheidenheid gezegd m. i. zelf wel iets van een groot woord. Indien „Vor stenhuis, Oranjetelg en Vaderlandsliefde" groote ivoorden zijn, dan is dat, wijl zij namen zijn van groote zalcen. Men begrijpe mij niet ver keerd ik wensch geen beschouwingen te leveren vóór „Vorstenhuis" of „Vaderlands liefde", evenmin als de beer V. d. Moer het daar tegen zal hebben willen opnemen, 'k Wensch alleen te constateeren, dat die begrippen van meer dan voldoenden inhoud zijn voor ons volksleven, om ze te houden buiten de rubriek der „groote" d. i. zinledige woorden. En 't is m. i. niet de minst belangrijke zijde der a. s. kroningsfeesten, dat zij de gelegenheid geven, de beteekenis dier woorden op te helderen en toe te lichten voor 't volk. Want evenals er maar al te veel windmolens en andere Don Quiehotterie in het spel komt bij de bestrijding van Vorstenhuis en Vaderlandals staatsrech terlijk begrippen, evenzoo worden van de andere zijden al te dikwijls de geesten en krachten der massa in beweging gezet door vage, zwe vende denkbeelden, in plaats van door de taal der overtuiging en des verstands. Mochten de feesten op die punteu het zoo gewenschte licht ontsteken, dan zou, dunkt me zelfs de tegenstander van feestvieren geen „zonde" makeu van 't geld. De economische zijde, door u, M. de Red. aangevoerd, laat zich niet in enkele regels afdoen. Doch tegenover de bewering, dat het jammer is, dat men niet een deel der ingeko- i bijdragen heeft mogen of kunnen afzonderen voor een nuttige stichting of instelling, mag worden opgemerktdie nuttige instellingen hebt gij altijd bij u, doch een inhuldiging niet altijd. U dankend voor de plaatsing en met de meeste achting, mijnheer de Redacteur, Uw dienstw. dienr, W. 1. 8. '98. A. T. C. SWENNE, Secr. eener feestcommissie. Voor zoover bovenstaand schrijven ten doei heeft onze meoning te bestrijden, wenschen wij, ter weerlegging daarvan, eenvoudig ons te be palen tot de opmerking, dat wij ons nooit hebben verklaard tegen eene feestviering, wan neer daartoe eene gepaste aanleiding bestaat, want wij beschouwen die als het zout des levens. Trouwens onze gevoelens op dit punt zijn genoeg bekend. Tegen de feesten in Au gustus en September hebben wij allerminst bezwaar. Wij kwamen alleen op tegen dt overdrijving, die in deze valt waar te nemeü De beteekenis der voorlaatste zinsnede is ons niet recht duidelijk. Het daarin gebezigde argument komt ons niet bijster afdoende voor en dunkt ons eer een pleidooi voor ons standpunt. Aan de nuttige instellingen, die men altijd hij, zonder op de gedekte tafel te letten, in een leuningstoel bij den schoorsteen neerviel. Hij zag er geheel ontdaan uit, als iemand die iets verschrikkelijks heeft bijgewoond. Daar ik hem verwonderd en vragend aan zag, verzocht hij mij hem een beker wijn in te Bcbenken, die bij in één teug ledigde. Rose kwam met de dampende soepterine binnen. „Roep Theotimus en kom met hem terug", beval hij. Toen wij alle drie voor hem stonden, vroeg hij „Zijn al de deuren goed gesloten „Ja kapitein". De oud-dragonder kon er nooit toe besluiten om hem mijnheer te noemen. „Welaan, luistert goed. Morgen ochtend zullen de gendarmes hier zijn". Wij zagen hem verbaasd aan. „Ja, de markies d'Angilliers is in het bosch vermoord". „Onmogelijk I riep ik uit. „Ik heb hem gevonden bij het Kruis van Gr and-Jean, met een kogel in de borst en zijne beide honden luid blaffende naast hem". Wij Btonden versteld. „Wat heeft men tegenwoordig aan de boschwachters 1 Ik heb het Pouray laten zeggen door houthakkers, die ik uit Foud-aux- Aulmes ben gaan roepen. Ik heb alarm ge maakt bij de wacht te Ployes, en ben uit alle macht naar Mony gereden, om den brigadier tg waarschuwen, want de misdaad is op zijn gebied gepleegd en hij loopt met zijne man schappen het bosch af. Of zij den schuldige vinden of niet vinden dat is mijn zaak nietMaar zooveel is zeker, dat zij een aar dige bende landloopers en bedelaars zullen op jagen Maar wat mij bet meest verveelt is dat zij iederen dag, dan om deze dan om gene rede hier zullen komen en het zal een gedrink en een gebabbel zonder einde geven". Ziezoo, nu heb ik u gezegd wat ik weet, opdat gij het precies zoo kunt over vertellen en dat gij goed begrijpt dat ik verder met rust gelaten wil worden. Morgen ga ik naar den procureur des konings, om mijn verklaring af te leggen en daar ik niemand gezien, en zelfs geen schot gehoord heb, en de markies niets tegen mij gezegd heeft, daar hij reeds dood was toen ik hem vond, hoop ik dat de procureur mij niet al te veel zijne ambtenaren zal zenden. Ga nu verder uw paard verzorgen Theotimus; gij Rosa brengt mij terstond wat er nog te eten is en gij, mijnheer mijn neef, maak dat gij op uw kamer komt; het is meer dan tijd om naar bed te gaan. Ik zal alleen soupeeren". Ik kon dien nacht geen oog dicht doen en doorleefde ons bezoek te Pouray weer in alle bijzonderhedenik zag en hoorde den mar kies weerhorinnerde mij al zijne gezegden, die mij verbaasd hadden om bun kortheid en stijfheid, en die mij nu heel anders in de ooren klonken, nu degeen die ze uitgesproken had, thuis was gekomen, niet als een gebitJ als heer en meester, maar koud, verstijfd, stom, bij zich beeft, wordt niet altijd gedacht. Daarom is eene inhuldiging, die zeldzaam is, juist eene goede gelegenheid om als blijvende herinnering aan die gewichtige gebeurtenis, eene flinke bijdrage daaraan te verleenen. En dit weegt te meer, wanneer men had kunnen besluiten een deel der bijdragen te be stemmen voor eene nieuwe stichtingwaaraan behoefte bestaat; zij zou nog meer een blijvend monument zijn ter gedachtenis aan eene ge wichtige gebeurtenis in onze vaderlandsche Red. met een doorboorde borst en de ijzige kalmte van den dood op het gelaat En zijn bruid, zoo aandoenlijk, zoo schoon met baar heimelijk verdriet. Welk een omwenteling had die laffe moordenaar met zijn éene schot voor haar te weeg gebracht! Het parket leidde het onderzoek onder de stiptste geheimhouding, met al den ijver en het verstand, waartoe het in staat wa3men zuiverde het bosch en de naburige dorpen zorgvuldig van al bet gespuis dat er, uit de steden verjaagd, leefde van stelen en stroopen en in verlaten kolenbrandershutten of in de steengroeven van de Mare-Madame buisde, ieder die men vond werd gevangen genomen, nauw keurig ondervraagd, nog eens verboord en weer verhoord, men liet die haveloozen, met verwilderde, lijdende gezichten, bij troepen, stevig geketend, naar de stad brengen, weken lang van de gevangenis naar de gerechtszaal wandelen, te midden der algemeene opschud ding en nieuwsgierigheid, maar vond niets, en verkreeg niet de geringste aanwijzing, welke gedoogde dat men een hunner voor schuldig hield en liet hen altemaal weer vrijzij keer den terug waar zij vandaan kwamen; tot groote wanhoop en ergernis der bevreesde burgers een ergernis en vrees, die echter niet lang aanhielden, daar weldra de een of andere onbescheidene een geschiedenis onthulde waarover men in het geheim allerlei ver makelijke bijzonderheden kon vertellen, een avontuur, waarin de vrouw van don schout, HANDELSBERICHTEN. OraanmarBien enz. Gedurende de vorige week werden van Bruinisse verzonden 2100 ton mosselen, waarvan het leeuwendeel naar België en Frank rijk, voorts naar Holland, Duitschland en Engeland. De prijzen varieerende van ƒ2.20 tot f 1.50 per ton. De kwaliteiten zijn goed. Oostbukg, 3 Aug. Ter graanmarkt van heden wsb de aanvoer matig en de handel slap. Men besteedde heden voorjarige tarwe den H.L.; nieuwe 9.75 a 10. ;n H.L.jarige rogge a nieuwe f 6.a 6.15 den H.L.jarige wintergerst a nieuwe a de 100 K.G.; jarige zomergerst a nieuwe f—.— a de 100 K.G.chevalier f a f de 100 K.G; haver 8.45 a de 100 K.G.; paardeuboonen a den H.L.j bruineboonen a den H.L.witteboouen a/— den H.L.groene erwten 7.a 7.25 kroonevwten a den H.L.kook a en niet kook den H.L.koolzaad 8.— a 8.25kanariezaad a per 100 K.G. Amsterdam, 3 Aug. Lijnolie f 163/4. Raapolie 243/4 a contant. Marktprijzen fan Tarwe en Meel. Dinsdag 2 Augustus. Antwerpen. Tarwe lager. Amorikaanscb roode no. 2 fr. 17%. Parijs. Tarwe kalm; loop. md. fr. 21. Pesth. Tarwe 20 a 25 kr. hooger. Dinsdag 20 fl. Maandag 8.16 fl. B e r I g n. Koopers gingen met het oog op het gunstige weder voorzichtiger te werk en verkoopers waren om dezelfde reden tegemoet komender. Op herfstlevering is tarwe ca. mk. V/s en rogge ca. mk. 1 lager dan gisteren verkocht. Er had wel is waar een klein herstel plaats, toen van Oostenrijk-Hongarije betere prijzen werden gemeld, maar van de bovengenoemde daling kon slechts mk. herwonnen worden. Haver was traag en lusteloos. N e w - Y o r k dia. vorige» dag Chicago W/8643/s. Cert-5 500-1000 04% 64% Ned. Hand. Mij A. 1403/g N.-I. Hantlelsb. A. 1000 75 Zeeland Pr. dito 150 70 dito Obl. 1886S a 500 781/4 781/4 Spoorwegleeiilngen. NEDERLAND. pCt. Holl. Spoor A. 1000 Mij tot Expl. vim St. Spw. Aand. 250 Ned. Ctr. Spw. A. 350 85 dito Obiigatieu3 1000 92J£ N.-I. Spw. Aand. 350-1000 3021/. 202}£ N.-B. Bost. Obl. gestemp. 1875/80 180 01 00 dito 2e hypotheek n 250-1000 31 21 ITALIË. Spoorweg- leening 1887/89 8 Lir. 500-2500 5G3/]e 561/. Zuid Ital. Sp. O. 3 500-5000 581/8 581 POLEN. W. W. A. Z.R. 100 14SS/s RUSLAND. Gr. Sp. Maats. Obl. 1888 4 100 101 Kurk Ch. Az. O. 4 u 100 Mosk. Sraol. dito 4 1000 Z. W. Spoormij 4 Z.R. 625 9813% r mu AMERIKA. Atch. Top S. F. cert. van pref. aand500-1000 881% 343% dito Alg. Hyp. O. 4 500-1000 921% 98 Centr. Pac. Obl. 5 1000 102 1023/8 N. Y. Pennsylv. Ohio prior Ohl. 4J$ 500-1000 10915% Illinois Cert. v. A. 500-1000 dit. Leas L. St. Ct. 4 n 500-1000 93 Miss. Kans, Tes. Ie Hyp. Obl. 4 ,i 500-1000 8811% 886% Oreg. Short. Line Inc. Bonds B. 6 u 500-1000 557% 561% St. Paul Minn. Manit. 2e hyp. O. 6 Union Pac. Rr. Comp. Crt, r. pref. Aand500-1000 61 6 U/s Union Pac. goud O. 4 1000 96 U West. New. Y. Penns. Alg.byp.O. 3 1000 55 551/4 Id. id. Inc. Mort. gage Goldb. 5 1000 106% 153% Frewle-Leeningeii. NEDERL. St. Am. 3 100 Stad Rotterdam 8 100 1051% 1051'4 BELGIE. St. Antw. 1887 2% R 100 993/4 dito Brussel 1886 2>£ 100 HONG. Theiss loten fl. 100 II7I/4 1173/4 OOSTENRIJK. Staatsleeningl854 4 250 dito 18605 a 500 II9I/4 dito 186411 100 1621L Cred. inst. 1858 100 RUSL. Staats!. 1864 100 dito 18665 100 SPANJE. St. Madr. 3 400 833% 335% TURKIJE. Spoorwl. 3 w 400 27 3G5% PRIJZEN VAN EFFECTEN. Staatsleeningen. De beleeningrente bij de Ncderlandsche Bank is met een half percent verlaagd. y Koers Por telegraaf 3 3 Ang. Aug. NEDERLAND. pCt. Bedrag Stukken Cert. N. W. Soh. 2% f 1000 853% 853% dito Obl8 -/ 1000 901% 96% dito Cert3 1000 961% 961% HONG. Goudleeuing 1S81-9S4 1.00 1011% 1017% ITALIË, ins. 63/81 5 Lire 100-100000 87'A OOSTENRIJK. Obl. Mei-Noyembev 5 ft. 1000 8411% 849% dito Jan.-Juli 5 1000 81% 843/4 PORT. O. B. 53/84 met ticket 3 1715% 183% dito dito '88/89 met ticket 4V fr. 500 307% 267/q RUSLAND. Obl. 1880 geeons. 4 Z.R. 625 97597% dito 1889 Hope 4 625 9715% 985% dito '94 6e Etn. 4 625 100% 100% dito 1S67/69 4 100 1013% 1013/8 dito 1884 goud 5 Q.R. 125-1000 103:% 1037/8 SPANJE. O. buitenl. Perpet4 Pes. 1000-24000 399% 39 dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 90 8913% Geconv. serie D. 20-2000 227/8 23 dito dito C. 11 20-101 272615% EGYPTE O. L. '76 4 20-100 BRAZILIË. Obl. Londen 1883. 4% 1000 dito Obl. 1889 4 48:% 49 VENEZUELA 1881 4 n 100-500 30 Indissfrieele en Financleele •ondernemingen. NEDERLAND. pCt. N. W. en Pac. Pbr. Oostenrijk Zilver Diverse in =g met affidavit Fransche Diverse Rijksmark Russen in Goudroebel in Z. R Spaansche Buitenl. n Binnenl. Amerik. in dollars GOUD ZILVER Wicht. Souv. ƒ10.05 ƒ12.15 Stukk. v. 5fr. 3.35 ƒ2.40 St. v. 20 mk. a 11.75 ]1.85jPrff. Zilver 1.75 1.78 h 20 fir. 9.55 n 9.65 Burgerlyke Stand. Van 2 en 3 Augustus. Middelburg. OndertrouwdH. Vermeulen, „-A. 26 j. met J. A. de Jager, jd. 24 j. A. N. ïouman, jm. 21 j. met L, A. de Jager, jd. 19 j. Getrouwd J. P. Klaarhamer, jm. 25 j. met J. C. Boutens, jd. 27 j. BevallenJ. C. Hendrikse, geb. Bekman,'z. P. C. Lindenberg, geb. Van Zweeden, d. E. Radder, geb. Van Maldegem, d. OverledenP. M. Lorier, ongeh. d. 49 j. S. van Leerzem, wede van A. Botting, 76 j. E. C. Lang, ongeh. d. 85 j. de vrouw van een afgevaardigde en zekere knappe klerk van een advocaat de hoofdrollen speelden De zaak werd dus door het publiek, evenals door het gerecht, ter zijde geschoven. Ondertusschen naderde St. Andreas, de dag der groote, jaarlijksche, druk bezochte kermis. Van het aanbreken van den dag af trokken tallooze paardenkoopers met hunne paarden, boomkweekers met hunne bossen struiken met het snoeimes van de takken ontdaan, boe ren met hunne wagens vol geurig hooi en boordenvolle zakken zorgvuldig gebuild meel de Btad in, benevens de bewoners van Balles, met hunne fijn geweven linnens, die van Brenil-le-Vert, voorzichtig rijdende met hunne gele oliekruiken; door de lieele stad was het markt, zelfs langs den straatweg, naar gelang van het aankomen, voor de huizen en op hoe ken van straten, met allerlei grappige bedenk sels om do koopers te lokken, een loven en bieden, een drukte, een verwarring, een rumoer, gelach en gevloek, een opeenhooping van man den, van zakken, van kruiwagens, ecu geloop en gedraaf van allerlei menschen, te midden van het geweeklaag der bedelaars, van het ge schitter van kleuren, het geflikker van koper- en blikwerk, een schilderachtige wanorde, die Clermont geheel veranderde en (helaas, slechts voor een daghot leven teruggaf, dat er ge- heerscht had, toen het „trouw was uan koning en zijn graaf." Onze stoep, op een hoekje van da voorstad, was Prijzen ran toiipons en losbare Obligatiën» Amsterdam 2 Aug. 3 Aug. f 20,95 20.95 U 20.97V" a 20.97li 11 11.53 11 11.53 11 11.93 11.93 11 47.30 47.25 11 47.25 11 58.60 1. 58.60 1.90^ 11 1.89)4 u 1.25 a 1.25 1.05 11 1.05 2.46^ 2.481/2 POSTERIJEN. Lijst van brieven geadresseerd aan onbe kenden, verzonden door het postkantoor te Mid delburg gedurende de le helft der maand Juli 1898J. Schagen DeventerC. van Zweeden VlissiDgenH. de Jonge Willemstad en mejufvr. Leg BEKENDMAKINGEN. NATIONALE MILITIE. Oproeping van verlofgangers der lichting 1896 De burgemeester van Middelburg; gezien de circulaire van den commissaris der koningiü in gewoonlijk de verzamelplaats der porcelein-en glaskooplieden, eu de aanblik daarvan was alleraardigst. Op een dikke laag stroo stonden de mooie aarden kruiken van Savignies, de verglaasde kannen, de dikgebuikte melkkannen en zoutpotten, die een reeks van schakeeringen vormden, met hun glimmend glazuur, terwijl daartusschen in borden en schalen lagen, waarop roode rozen bloeiden, onmogelijke hanen kraaiden en waarop men de reeds geïllustreerde geschiedenis van den Grooten Man las. In het midden was een breede weg opengehouden voor de diligence van Duinkerken, die elk oogenblik kon voorbijkomen, op weg naar den kruisweg St André, waar men uitspande, en die wij vlak tegenover ons hadden, aan het boveneinde der Fonteinstraat. Zij werd dien dag vol ongeduld verwacht, want tengevolge eener behendig opgezette intrigue, zou zij heden niet stilhouden voor het Witte Paardzooals zij sedert onheugelijke tijden gedaan had, maar voor de Twee Zwaarden, waar de kastelein ver gunning tot pleisteren had gekregen. En daal de avond viel en zij weldra komen moest, waren oom en ik op den drempel gaan staan. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 3