IHIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 175, 1898. Donderdag 28 Juli. 141° Jaargang, Dose courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- 8n Teestdagea. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f t.~ AXzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelbnrg 57 Juli 8 n. vm. 69 gr. 12 a 74 gr., *v. 4 u.70 gr.F.Verw.zwakke wind. AdvertentiSn voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór ééw oor aan het bureau bezorgd rijn. AdvortonLSn20 eenl per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke rogel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Frospectussen daarvan zijn gratis aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Gebr, Bet,infante to AmsterdamA. de La Mau Aztj. courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 27 Juli. VRAACTEEKENS. Onder dit opschrift schrijft De Standaard in zijn nommer van heden „De jongste exploiten der Amerikaansche en Spaansche marine zijn voor de zeemogendheden, groot en klein, goud waard, omdat ze de eerste maal geven, wat tot dusver te eenenmale ont brak praktisch experiment met de Dieuwmo- del schepen. Men bouwde dusver zoo goed als uitsluitend op theorieën afgaande; en van al deze theo rieën saam oordeelden diepere denkers, dat ze nog steeds den waren theoretischen grondslag misten. Thans weet men althans iets, al spreekt het vanzelf, dat op ervaring van zoo kleine schaal nog geen zekere profetieën zijn te bouwen. Ëen ding intusschen maakte vooral op de Ministers van Marine van kleine mogendheden een hoogst onverkwikkeiijben indruk De groote slagschepen bleken onveranderlijke dood doeners voor alle kleinere vaartuigen te zijn, en bleven zei ven zoo goed als ODgedeerd. De torpedobooten, zelfs die van de nieuwste constructie als de Terrorhebben feitelijk niets uitgericht; en niet alleen zijn delsla deLucon en andere verouderde schepen in minder dan geen tijd in den grond geschoten, maar ook uit stekende kruisers als de Cristobal Colon, de Oquendo enz., zijn éen voor éen naar den kel der gegaan. En wat nog meer verbaasde was, dat de groote Amerikaansche slagschepen zeiven, ook in het laatste gevecht, zoo goed als geen let sel ontvingen. Ook als ze getroffen werden, deerde het huD niet. Toch was Cervera een kundig admiraal, zijn eskader bestond uit snelle kruisers van moderne constructie, zijn „bluejackets" waren dapper en onversaagd, en geen kolengebrek verlamde zijn optreden. Maar niets hielp. Schip na schip ging ook van zijn kant te looren de Amerikanen konden na afloop der bataillo met al hun schepen victorie schieten. Voor een mogendheid als de onze, die niet anders dan zulke kleine schepen bezit, om wanhopig te worden. Gelukkig staat er tegenover, dat de beste marine tegenover goed bewapende landforten aan het kortste eind bleek te trekken, en dat goedgelegde mijnen zelfs met geen Merrimac zijn ze neutraliseeren. Doch hoe dit ook zij, een ding moet, dunkt ons, thans ook voor ons als een paal boven water staan Al de oude schepen moeten hoe eer hoe beter voor oud-roest verkocht. Die zijn voortaan niet alleen ganscbelijk waardeloos, maar wat erger is, voor het perso neel uiterst gevaarlijk." Aan deze beschouwing ligt, naar wij vreezen, maar al te zeer waarheid ten grondslag. Al leen gelooven wij, dat een beslist oordeel eerst geveld kan worden, als men voldoende gege vens heeft om de werking der wederzijdsche artiljerie te beoordeelen. Zoowel over het materieel als over geoefend heid der Spanjaarden zijn kwade noten ge kraakt. DE JONGSTE STAATSLEENINC. Zooals bekend, is de onlangs door een con sortium uitgeschreven Nederlandsche staats- leening niet volteekend. Daarover is al vrij wat geschreven, maar het verstandigste woord daarover laat, dunkt ons, de Economiste Européenne hooren. Dit schrijft het mislukken van die financieele operatie terecht toe aan verschillende oorzaken. Voor eerst heeft een emissie-syndicaat deze keerzijde, dat zij, die er toe behooren, doorgaans aarzelen om zelf in te schrijven. Maar ook waren er tegelijkertijd in Nederland een uitgifte van 8 millioen door de Holl. Spoorwegmaatschappij en een Russische Spoorweg-obligatie-leening aan de markt tegen booger rente, terwijl ook de ï-ondensche beurs voor een groot deel in beslag werd genomen door een nieuwe leening voor Xndië. Dat ons muntstelsel mede aanleiding kan zijn, om Nederlandsche Staatsfondsen in het buitenland weinig gewild te maken, kan de schrijver in de Economiste moeilijk aannemen, daar wel is waar onze zilvermunt ver beneden de feitelijke waarde staat, maar de Nederland sche Bank voor den muntuitvoer toch altijd genoegzamen goudvoorraad heeft, dien zij aan de binnenlandsche circulatie weet te onthouden. De Economiste zegt ten slotte dat letterlijk ~l"i door den uitslag is teleurgesteld, zelfs de grootste A T J E H. Bij het departement van koloniën is Dinsdag ontvangen het volgende, van 26 dezer gedag- teekende telegram van den gouverneur-generaal van N.-I., betreffende de krijgsverrichtingen in A*jeh, welk telegram nog in een deel der op laag van ons vorig nommer is opgenomen „Colonne van kolonel Van Heutsz maakte een vijfdaagschen toeht van Edi over Bagoh, Djolok, Seinantoh en Simpang Olim tot Djam- boe Ajer. Geen schot gevallen. Alle hoofden meldden zich aan. Troepen Segliwaarts terug. Colonne van overste Willems deed een vierdaagschen tocht van Segli over Kemala, Tjot Moeroeng.Glé Siblah, Beureunoen en Reuëng Reu eng naar Gigieng. Vijand, die zware verliezen leed, heeft 33 dooden achtergelatenonzerzijds 26 militairen beneden den rang van officier gewond." Behalve het in ons vorig nommer reeds ge melde, ontving bet Alg. Hbld. Dinsdag nog bet volgende uitvoerige telegram uit Batavia: „De colonne Willems is teruggekeerd (te Segli). Zij marcheerde Woensdag over Garoet, den Glé Gapoei en Langga naar Poeloe Pante waar gebivakkeerd werd. Eenig vuur. Donderdag bereikte men Tjot Moerong; ge durende den marsch werd men beschoten van een plateau ten Zuidwesten van den Tjot Pliëng. De cavelerie maakte een charge en nam drie Atjehers gevangen. De vijand trok in massa terug. Toen ons bivak weder werd be schoten werd kampong Lho Igeuëh (in de Moekims Tiro) geattakeerd79 geweren wer den buitgemaakt en de bewaarplaats van wa penen werd vernield. Des nachts hevig vuur. Vrijdag bij een verkenning 50 geweren buit- Zaterdag kreeg men op den terugtocht hevig vuur op beide flankende vijand volgde in massa tot aan den Zuidelijken kampongrand van Reuëng Reuëng (Moekims Ajer Leboe.) De stelling des vijands werd door ons aange vallen, waarbij de vijand 10 dooden verloor. De rest vluchtte. Gedurende den verderen maisch bleven wij vuur krijgen. Het totale aantal verliezen onzerzijds bedroeg 26 minderen. Alle kampongs waren verlaten men werd beschoten uit de tot dusver „be vriende". Kolonel Van Heutsz is te Kota Radja aan gekomen. Hij keert Woensdag naar Segli terug. Donderdag wordt weer uitgerukt." De redactie teekende hierbij het volgende aan Ofschoon in de cijfers omtrent de wederzijd sche verliezen geen volkomen overeenstemming is tussehen de beide telegrammen, valt hieruit en uit de verdere bijzonderheden wel met zekerheid op te maken, dat de tegenstand dit maal een ernstiger karakter had dan men in laatsten tijd gewend was. Het „thuis brengen" hadden wij in lang niet beleefd en ook uit het feit dat de kampongs allerwege door de bevolking waren verlaten en dat de tot dusver „bevriend" geachte streken thans zich vijandig toonden, spreekt, naar het ons voorkomt, een herleving van den tegenstand het wellicht ook slechts tijdelijk) op groo- tere schaal. Het lijkt ons niet onmogelijk dat hierin het resultaat is te zien vau de onlangs in een onzer telegrammen vermelde conferentie van den pretendent-sultan met de hoofden. BENOEMINUEJI enz. By kon. besluit: ie de kapitein t/z L. C. Rovers eervol ont heven van de betrekking van lid der directie van het weduwen- en weezenfonds der militaire officieren bij de zeemacht,onder dankbetuiging, en benoemd tot lid der directie van genoemd fonds de kapitein t/z W. F. Blaauw, inspecteur van de art. der marine is aan den tijdelijk gepens. off. van gezondh. lste kl. bij de zeemacht C. J. P. Verhoeff opnieuw toegekend bet hem by kon. besluit van 23 Mei 1893 verleende pensioen van ƒ950 'sjaars, thans voor den tijd van éen jaar. Zaterdag verleent de minister van binnen landsche zaken geen audiëntie. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van hen, die het examen van geëxamineerd en beëedigd landmeter wen- schen af te leggen, dat zij zich daartoe vóór 25 Augustus schriftelijk bij het departement van binnenlandsche zaken moeten aanmelden. Voor verdere inlichtingen verwijzen wij naar de St. Ct van Woensdag no 173. RIJKSPOSTSPAARBANK. De directeur dezer instelling heeft vernomen, dat, hier en daar in den lande, de commissiën, gevormd met het oog op feesten, die zullen plaats hebben, ter gelegenheid der inhuldiging van H. M. de Koningin, voornemens zijn, te dier gelegenheid o. a. spaarbankboekjesten geschenke te geven aan de jeugd. Hij is Volgaarne bereid, dat loffelijk plan zijnerzijd^B^reei doenlijk te steunen. Onder méér, getconm omslag der boekjes, welke h^^^Bgeldt, te vervangen door een fraaieren ^^Hrorm, die aan de livretten een commemoratW karakter verleent. Intusschen is het hem daartoe nooilig, ten spoedigste (en wei vóiir iö-dw^wtasaanstaandf) van bedoelde commissiën enkele inlichtingen tc ontvangen. Vooral wenseht hij dan, zoo nauwkeurig mogelijk, te vernemenhet aantal boekjes, dal men van plan is, tot bedoeld einde bij een dei postkantoren aan te vragen. Hij zal vervolgens aan bedoelde commissiën den dag melden, waarop zij hem de genomen boekjes uiterlijk kuunen doen toekomen, ter vervanging (te zijner directie) van den gewonen omslag, door den meer sierlijken. Eu, nadat zulks geschied is, zal hij de col lecties onver wy ld terugzenden. In elk geval zóo vroegtijdig, als ten deze noodig blijkt. De commissiën kuüDen de boekjes aan den directeur der rijkspostspaarbank doen toekomen hetzij door bemiddeling van een postkantoor, hetzij direct. Voor het geval zij op laatst gemelde wijze mochten handelen, kan het nuttig wezen in herinnering te brengen, dat alle postzendingen, aan en van dien directeur vrij van port zijn. Over dit belangrijk onderwerp werd Dinsdag op het congres in de groote zaal van het ge bouw der Nationale tentoonstelling voor vrouwen arbeid te 's Hage van gedachten gewisseld. Door den heer mr H. J. vau Leeuwen, re gent van het Hervormde weeshuis te 's Herto genbosch, werd ingeleid„De voogdij over weezen, die het gesticht, waarin zij korten ol langen tijd werden verpleegd, hebben verlaten." Met vele voorbeelden toonde de inleider aan, hoe dringend noodig het in het belang der weezenopvoeding was de regentenvoogdij, zoo als die in ons Bureerlyk Wetboek is om schreven, nader te regelen. Art 421 van dat wetboek zegt: „Minder jarigen, die in eenig gesticht van weldadigheid zijn opgenomen, verblijven zoolang zy zich daarin bevinden of daartoe behooren, onder voogdij van de regenten van dat gesticht. Dezen zijn van het stellen van zekerheid vrijgesteld." Volgens mr Van Leeuwen moest dit artikel worden aangevuld in dien zin, dat de voogdij over weezen en half weezen die door den daartoe bevoegde ter verzorging worden toe vertrouwd aan een instelling van weldadigheid welke weezenverpleging in of buiten gestichten voortdurend ten doel heeft van het oogen- blik hunner opneming tot aan hun meerderjarig heid blijft aan het bestuur dier instelling en niet, zooals thans, slechts zóólang zij verblijven in of behooren tot de instelling. Voorts diende te worden bepaald, dat een instelling eerst dan het recht van voogdij ver krijgt, als hier omschreven is, wanneer zij van den staat de bevoegdheid heeft gekregen tot het opnemen van minderjarigen, en die uit breiding van voogdij ook van kracht is, wan neer het bestuur van de instelling geheel of gedeeltelijk uit vrouwen bestaat. In bet belang der weezen zal het bovendien nog wenschelijk zijn dat, al blijven rechtens alle bestuurders persoonlijk en hoofdelijk voor de uitoefening der voogdij aansprakelijk, voor iederen wees of half-wees respectievelijk een der bestuurders of bestuurderessen door hun huishoudelijk reglement speciaal worden aan gewezen voor de zorg der opvoeding. De spreker uitte ten slotte den wenscb, dat het wetsontwerp van den minister van justitie, waarin ook deze quaestie geregeld zal worden, spoedig tot wet moge verheven worden. Mr. Asser maakte daarop eenige opmerkin gen omtrent de benoeming van voogden, in verband met een goede controle van staatswe ge, welke door den inleider werden beantwoord. Een andere opmerking van den voorzitter, den heer Van Loenen Martinet, dat volgens het Btelsel van den heer Van Leeuwen het aantal regenten en regentessen belangrijk zou moeten worden uitgebreid, vooral voor gestichten met zes honderd en meer verpleeg den, werd door den inleider beaamd, maar deze hoopte dat deze kinderkazernes langzamerhand zouden verdwijnen. Door den heer J. B. Kobus van Zutpben, werd eene beschouwing geleverd over „De weezen-fondsen in verband met de weezenver pleging". Deze toonde aan op welke wijze het moge lijk zou zijn de inkomsten van een weesinrich ting door een andere, maar niet minder solide plaatsing van het kapitaal belangrijk te ver meerderen ook hoe door bezuiniging op de verplegingskosten en een mogelijke bekorting van den verplegingstyd de uitgaven aanzien- lijk kunnen dalen. Als gevolg daarvan zonden met hetzelfde grondkapitaal meerdere weezen en vooral half weezen en uatuurlyke kinderen kunnen worden geholpen. Een van zijn conclusies was, dat de batige saldo's van de gestichten ook voor dio onge- Inkkigcn mochten aangewend. Deze conclusie gaf aan mr Vau Leeuwen aanleiding tot de opmerking, dat het in vele gevallen onmogeiyk zal zijn dezen wensch in vervulling te brengen, aangezien toch de fond sen van weczeniorichtingen zijn vooitgekomen uit schenkiugen, die onder btpialde voorwaar den werden vermaakt. Na deze geldquaostie kwam een belangrijk opvoedingsvraagatuk aan de orde, nl. de co edneatie. In zeer boeienden vorm schetste mevrouw Van LeeuwenFrancken, van 's Hertogenbosch, de schoone resultaten, die coor co-educatie bi| de weezen te verkrijgen waren. Dat geza menlijk opvoeden bevorderde de zedelijkheid; den weesjongen maakte de co-educatie minder ruw en het weesmeisje minder prikkelbaar en een van do grootste voordeelen van dat systeem was zeker, dat de overgang van bet gesticht naar de maatschappij daardoor beter werd voorbereid. Na deze inleiding was het, zegt Het Vad., waaraan wy een en ander ontleenen, zeker geen wonder dat een der aanwezigen het spreekgestoelte beklom, om te weten te komen of ook ergens in ons vaderland in eenig wee- zengesticht de co educatie zóo in praktijk werd gebracht, als de inleider bet had voorgesteld. Uit de mededeelingen, die door enkele leden van het congres werden verstrekt, bleek het dat inderdaad in sommige gestichten, o. a. te Utrecht in het Centrale Israëlietisch weeshuis, de jongens en meisjes op die wijze worden opge voed en met succes. De namiddagzitting ving aan met een warm pleidooi van den heer J. Attema van 'sGra venbage over „de opvoeding van weezen in het huisgezin." In zijn voordracht deed deze vooral uitkomen het verschil dat er bestaat in de opvoeding in het gezin, zooals die nog een kwart eeuw geleden vrij algemeen op de kleine plaatsen in ons land geschiedde, waar geen weezengestich- ten bestonden en de opvoeding in het gcziD, zooala men die in onze dagen bedoelt. Duidelijk deed de beer Attema uitkomen, hoe schandelijk dikwerf gehandeld werd met die „aanbestede" of „uitbestede" weezen; hij, die ze kocht, dacht er meestal in de eerste plaats aan, die kinde ren te exploiteeren. Waar bij verder een vergelijking maakte tns- scben de opvoeding in een gesticht en die in een gezin, werd de eerste natuurUjk veroor deeld doch veroordeeld op goede gronden. Hulde werd door hem gebracht aan den heer Scheltema, den man, die zoo verbazend veel gedaan heeft voor de verpleging van weezeD in het gezin. En wat nu de uitvoering van het stelsel be trof, zeker er waren moeilijkheden aan verbon den, maar ze waren niet onoverkomelijk. Dat had de Vereeniging tot verpleging van weezen in het gezin ondervonden; zij had op dit oogen- blik tweehonderd weezen ter verzorging en het was haar gelukt voor die allen goede pleeg ouders te vindenzij twijfelde er niet aan, of een ruimere toepassing van het systeem zou men even gelukkig zijn als zy. Mevrouw Van LeëuwenFrancken zag zich genoodzaakt een tweetal bezwaren tegen het stelsel in te brengen, die wel van beteekeuis zijn. Het eerste is, dat bij dat stelsel doorgaans de kinderen uit éen gezin bij den dood hunner ouders van elkaar moeten worden gescheiden, wat juiBt in die omstandigheden te betreuren is: en het tweede is het gevaar, dat men ouder looze kinderen brengt by pleegouders, die zelf kinderen hebben en niet zedelijk hoog genoeg staan, om geen verschil in verpleging en op voeding bij allen te doen gevoelen. Eigenaardig sloot zich bij het behandelde onderwerp aan„de opvoeding van de weezei: volgens het paviljoen stelsel," Het was de heer W. H. van Schaick van Amsterdam, die het congres hieromtrent uit stekend op de hoogte kon stellen, omdat bij f, na het systeem in Engeland bestudeerd te hebben, tot het oprichten van paviljoens voor de weezen van de Gereformeerde kerk te Am sterdam bad medegewerkt. Spreker bleef krachtens zijn ondervinding aan dat systeem groote waarde hechten en het verkiezen zelfs boven de opvoeding in het gezindoor vele bijzonderheden werd dit toegelicht. Nog vele congresleden, o. a. prof. Gunning van Amsterdam, voerden over de beide wijzen van verpleging nog het woord, de licht- en de schaduwzyden van beide stelsels werden uitvoerig aangetoond, en Het Vad. meent uit het gesprokene de conclusie te mogen maken, dat beide systeems bruikbaar zyn, maar dat bet gewaagd is vooralsnog bepaald aan bet eene de voorkeur te geven boven het andere, omdat de ondervinding ons nog heel wat moet leeren op (lat gebied. UIT STAD EN PROVINCIE. GEMEENTEBELANG. Onder voorzitterschap van do heer J. de Vos werd Dinsdag avond, in de kleine benedenzaal van de soeieteit De Vergenoeging, alhier eene vergadering gehouden van de bovengenoemde liberale kiesvereeniging. De opkomst was bevredigend een twintigtal leden was tegenwoordig. Na mededeel ing van den voorzitter, dat zich twee pereonen voor het lidmaatschap hebben aangemeld, werden do notulen van het verhan delde in de vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Hierna herdacht de voorzitter het feit, dat de heer L. Baart der vereeniging door den dood als lid is ontvallenhij herinnerde eraan, dat hij een der trouwe comparanten was op de vergaderingen en meende dat allen het met hem eens zonden zyn, dat zijn heengaan een werkelijk verlies is voor Gemeentebelang. Van zelf kwam de voorzitter er nu toe een woord te wijden aan de nagedachtenis van wijlen den heer F. G. Sprengcr, in leven lid van den raad dezer gemeente. Hij achtte het overbodig bij den lof, die den overledene van verschillende zijden is gebracht, nog iets te voegen en stelde daarom voor over te gaan tot de aanwijzing van een candidaat voor de verkiezing van een gemeenteraadslid in de plaats van wijlen den heer Sprenger, die zitting had voor district II, kiezers uit de wijken A tot en met H. Do voorzitter raadpleegde alvorens de verga dering, of zij het noemen van candidaten en het bespreken daarvan in openbare of in ge sloten zitting wenschte. Met meerderheid van stemmen werd goed gevonden de besprekingen in comité te houden, waarop de deuren gesloten werden. Na afloop der vergadering werd medegedeeld dat de heer jhr C. J. J. A. van Teylingen tot candidaat der vereeniging was gekozen. Nader vrmemtn wij dat het bij de in huldigingsfeesten alhier af te steken vuur werk niet zal worden geleverd door een Belgi sche, maar door een Nederlandsche firma; en wel door tusschenkomst van een firma hier ter stede. Uit W estkapelle schrijft men ons Het was een kleine stoet, die Dinsdag hier naar de begraafplaats toog, met het lijk van Van Dilst voorop. Het werd gevolgd door de weduwe en twee harer zoons enjtwee zwagers, o. a. Lems, den man die den laatsten treurigen toeht met den overledene meemaakte. De vergunning, om het lijk naar Vlissingen over te brengeD, kon niet gegeven worden. Nu werd onder politiegeleide den doode de laatste eer bewezen. De burgemeester hield ne toespraak bij bet graf. Mej. C. E. Hulsebos te Vlissingen is benoemd tot directrice van het opleidiogshuia voor aspirantverpleegsters, tevens tehuis voor de verpleegsters te Ermelo. Dit eerste opleidingshuis, dat den naam van Salem zal dragen, wordt geopend den 10 Augustus en gaat uit van do Vereeniging tot bevordering van Ger. Ziekenverzorging in Nederland. Bij de opening zullen verschillende sprekers het woord voeren. Het plan om in de Groote kerk te Goes een gedenkraam te plaatsen bij gelegenheid der inhuldiging van onze koningin is opgege ven. Kerkvoogden der Ned. Hervormde ge meente aldaar hebben, na ingewonnen advies, op het verzoek daartoe sfwyzend beschikt. Bij het doen der wasch kreeg eenige da gen geleden te Goes een waschvronw eenig bleekpoeder in een wondje aan haar vinger. Dat lichaamsdeel en ook de band zwollen op en Dinsdag moest de vinger geamputeerd wor den, teiwyl men vreest dat ook de hand zal volgen. Aldaar sloeg Dinsdag het paard van een vrachtrijder, die gereed stond van het Slot Oostende naar Wemeldingefo vertrekken, op hol. Het dier liep nabij de Sociëteit V. O. V. een heining omver eu werd toen tot btaau ge bracht. Het vervoermiddel werd nog al ge havend. Tot postbode Heinkenszandstation 'sHeer-Arendskerke is tegeu 1 Aug. be noemd Andrea, gepasporteerd militair te Ber gen op Zoom. Te Axel is, ter vervulling van de vaca ture, ontstaan door hot overlijden van den heer M. A. Smies, tot lid van den raad ge kozen do heer Johs Smies, (anti-rev.) met 188 van de 360 geldig uitgebrachte stemmen. Op den heer J. Veryzer waren er 131 en op den beer L. C. van Vessem 41 uitgebracht. Van de 556 kiezers stemden er 376,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1