IHIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 175,
1898.
Donderdag
28 Juli.
141° Jaargang,
Dose courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- 8n Teestdagea.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f t.~
AXzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelbnrg 57 Juli 8 n. vm. 69 gr. 12 a 74 gr.,
*v. 4 u.70 gr.F.Verw.zwakke wind.
AdvertentiSn voor bet eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór ééw oor
aan het bureau bezorgd rijn.
AdvortonLSn20 eenl per regel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke rogel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Frospectussen daarvan zijn gratis
aan bet bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebr, Bet,infante to
AmsterdamA. de La Mau Aztj.
courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 27 Juli.
VRAACTEEKENS.
Onder dit opschrift schrijft De Standaard in
zijn nommer van heden
„De jongste exploiten der Amerikaansche en
Spaansche marine zijn voor de zeemogendheden,
groot en klein, goud waard, omdat ze de eerste
maal geven, wat tot dusver te eenenmale ont
brak praktisch experiment met de Dieuwmo-
del schepen.
Men bouwde dusver zoo goed als uitsluitend
op theorieën afgaande; en van al deze theo
rieën saam oordeelden diepere denkers, dat ze
nog steeds den waren theoretischen grondslag
misten.
Thans weet men althans iets, al spreekt het
vanzelf, dat op ervaring van zoo kleine schaal
nog geen zekere profetieën zijn te bouwen.
Ëen ding intusschen maakte vooral op de
Ministers van Marine van kleine mogendheden
een hoogst onverkwikkeiijben indruk De
groote slagschepen bleken onveranderlijke dood
doeners voor alle kleinere vaartuigen te zijn,
en bleven zei ven zoo goed als ODgedeerd.
De torpedobooten, zelfs die van de nieuwste
constructie als de Terrorhebben feitelijk niets
uitgericht; en niet alleen zijn delsla deLucon
en andere verouderde schepen in minder dan
geen tijd in den grond geschoten, maar ook uit
stekende kruisers als de Cristobal Colon, de
Oquendo enz., zijn éen voor éen naar den kel
der gegaan.
En wat nog meer verbaasde was, dat de
groote Amerikaansche slagschepen zeiven, ook
in het laatste gevecht, zoo goed als geen let
sel ontvingen.
Ook als ze getroffen werden, deerde het huD
niet.
Toch was Cervera een kundig admiraal, zijn
eskader bestond uit snelle kruisers van moderne
constructie, zijn „bluejackets" waren dapper
en onversaagd, en geen kolengebrek verlamde
zijn optreden.
Maar niets hielp.
Schip na schip ging ook van zijn kant te
looren de Amerikanen konden na afloop der
bataillo met al hun schepen victorie schieten.
Voor een mogendheid als de onze, die niet
anders dan zulke kleine schepen bezit, om
wanhopig te worden.
Gelukkig staat er tegenover, dat de beste
marine tegenover goed bewapende landforten
aan het kortste eind bleek te trekken, en dat
goedgelegde mijnen zelfs met geen Merrimac
zijn ze neutraliseeren.
Doch hoe dit ook zij, een ding moet, dunkt
ons, thans ook voor ons als een paal boven
water staan Al de oude schepen moeten hoe
eer hoe beter voor oud-roest verkocht.
Die zijn voortaan niet alleen ganscbelijk
waardeloos, maar wat erger is, voor het perso
neel uiterst gevaarlijk."
Aan deze beschouwing ligt, naar wij vreezen,
maar al te zeer waarheid ten grondslag. Al
leen gelooven wij, dat een beslist oordeel eerst
geveld kan worden, als men voldoende gege
vens heeft om de werking der wederzijdsche
artiljerie te beoordeelen.
Zoowel over het materieel als over geoefend
heid der Spanjaarden zijn kwade noten ge
kraakt.
DE JONGSTE STAATSLEENINC.
Zooals bekend, is de onlangs door een con
sortium uitgeschreven Nederlandsche staats-
leening niet volteekend.
Daarover is al vrij wat geschreven, maar het
verstandigste woord daarover laat, dunkt ons,
de Economiste Européenne hooren. Dit schrijft
het mislukken van die financieele operatie
terecht toe aan verschillende oorzaken. Voor
eerst heeft een emissie-syndicaat deze keerzijde,
dat zij, die er toe behooren, doorgaans aarzelen
om zelf in te schrijven. Maar ook waren er
tegelijkertijd in Nederland een uitgifte van 8
millioen door de Holl. Spoorwegmaatschappij
en een Russische Spoorweg-obligatie-leening aan
de markt tegen booger rente, terwijl ook de
ï-ondensche beurs voor een groot deel in beslag
werd genomen door een nieuwe leening voor
Xndië. Dat ons muntstelsel mede aanleiding
kan zijn, om Nederlandsche Staatsfondsen in
het buitenland weinig gewild te maken, kan de
schrijver in de Economiste moeilijk aannemen,
daar wel is waar onze zilvermunt ver beneden
de feitelijke waarde staat, maar de Nederland
sche Bank voor den muntuitvoer toch altijd
genoegzamen goudvoorraad heeft, dien zij aan
de binnenlandsche circulatie weet te onthouden.
De Economiste zegt ten slotte dat letterlijk
~l"i door den uitslag is teleurgesteld, zelfs
de grootste
A T J E H.
Bij het departement van koloniën is Dinsdag
ontvangen het volgende, van 26 dezer gedag-
teekende telegram van den gouverneur-generaal
van N.-I., betreffende de krijgsverrichtingen in
A*jeh, welk telegram nog in een deel der op
laag van ons vorig nommer is opgenomen
„Colonne van kolonel Van Heutsz maakte
een vijfdaagschen toeht van Edi over Bagoh,
Djolok, Seinantoh en Simpang Olim tot Djam-
boe Ajer.
Geen schot gevallen. Alle hoofden meldden
zich aan. Troepen Segliwaarts terug.
Colonne van overste Willems deed een
vierdaagschen tocht van Segli over Kemala,
Tjot Moeroeng.Glé Siblah, Beureunoen en Reuëng
Reu eng naar Gigieng.
Vijand, die zware verliezen leed, heeft 33
dooden achtergelatenonzerzijds 26 militairen
beneden den rang van officier gewond."
Behalve het in ons vorig nommer reeds ge
melde, ontving bet Alg. Hbld. Dinsdag nog
bet volgende uitvoerige telegram uit Batavia:
„De colonne Willems is teruggekeerd (te Segli).
Zij marcheerde Woensdag over Garoet, den
Glé Gapoei en Langga naar Poeloe Pante waar
gebivakkeerd werd. Eenig vuur.
Donderdag bereikte men Tjot Moerong; ge
durende den marsch werd men beschoten van
een plateau ten Zuidwesten van den Tjot
Pliëng. De cavelerie maakte een charge en nam
drie Atjehers gevangen. De vijand trok in
massa terug. Toen ons bivak weder werd be
schoten werd kampong Lho Igeuëh (in de
Moekims Tiro) geattakeerd79 geweren wer
den buitgemaakt en de bewaarplaats van wa
penen werd vernield. Des nachts hevig vuur.
Vrijdag bij een verkenning 50 geweren buit-
Zaterdag kreeg men op den terugtocht hevig
vuur op beide flankende vijand volgde in
massa tot aan den Zuidelijken kampongrand
van Reuëng Reuëng (Moekims Ajer Leboe.)
De stelling des vijands werd door ons aange
vallen, waarbij de vijand 10 dooden verloor.
De rest vluchtte. Gedurende den verderen
maisch bleven wij vuur krijgen.
Het totale aantal verliezen onzerzijds bedroeg
26 minderen. Alle kampongs waren verlaten
men werd beschoten uit de tot dusver „be
vriende".
Kolonel Van Heutsz is te Kota Radja aan
gekomen. Hij keert Woensdag naar Segli
terug. Donderdag wordt weer uitgerukt."
De redactie teekende hierbij het volgende aan
Ofschoon in de cijfers omtrent de wederzijd
sche verliezen geen volkomen overeenstemming
is tussehen de beide telegrammen, valt hieruit
en uit de verdere bijzonderheden wel met
zekerheid op te maken, dat de tegenstand dit
maal een ernstiger karakter had dan men in
laatsten tijd gewend was. Het „thuis
brengen" hadden wij in lang niet beleefd en
ook uit het feit dat de kampongs allerwege
door de bevolking waren verlaten en dat de
tot dusver „bevriend" geachte streken thans
zich vijandig toonden, spreekt, naar het ons
voorkomt, een herleving van den tegenstand
het wellicht ook slechts tijdelijk) op groo-
tere schaal.
Het lijkt ons niet onmogelijk dat hierin het
resultaat is te zien vau de onlangs in een
onzer telegrammen vermelde conferentie van
den pretendent-sultan met de hoofden.
BENOEMINUEJI enz.
By kon. besluit:
ie de kapitein t/z L. C. Rovers eervol ont
heven van de betrekking van lid der directie
van het weduwen- en weezenfonds der militaire
officieren bij de zeemacht,onder dankbetuiging, en
benoemd tot lid der directie van genoemd
fonds de kapitein t/z W. F. Blaauw, inspecteur
van de art. der marine
is aan den tijdelijk gepens. off. van gezondh.
lste kl. bij de zeemacht C. J. P. Verhoeff
opnieuw toegekend bet hem by kon. besluit
van 23 Mei 1893 verleende pensioen van ƒ950
'sjaars, thans voor den tijd van éen jaar.
Zaterdag verleent de minister van binnen
landsche zaken geen audiëntie.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van hen, die het examen
van geëxamineerd en beëedigd landmeter wen-
schen af te leggen, dat zij zich daartoe vóór
25 Augustus schriftelijk bij het departement
van binnenlandsche zaken moeten aanmelden.
Voor verdere inlichtingen verwijzen wij naar
de St. Ct van Woensdag no 173.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
De directeur dezer instelling heeft vernomen,
dat, hier en daar in den lande, de commissiën,
gevormd met het oog op feesten, die zullen
plaats hebben, ter gelegenheid der inhuldiging
van H. M. de Koningin, voornemens zijn,
te dier gelegenheid o. a. spaarbankboekjesten
geschenke te geven aan de jeugd.
Hij is Volgaarne bereid, dat loffelijk plan
zijnerzijd^B^reei doenlijk te steunen. Onder
méér, getconm omslag der boekjes,
welke h^^^Bgeldt, te vervangen door een
fraaieren ^^Hrorm, die aan de livretten een
commemoratW karakter verleent.
Intusschen is het hem daartoe nooilig, ten
spoedigste (en wei vóiir iö-dw^wtasaanstaandf)
van bedoelde commissiën enkele inlichtingen
tc ontvangen.
Vooral wenseht hij dan, zoo nauwkeurig
mogelijk, te vernemenhet aantal boekjes, dal
men van plan is, tot bedoeld einde bij een dei
postkantoren aan te vragen.
Hij zal vervolgens aan bedoelde commissiën
den dag melden, waarop zij hem de genomen
boekjes uiterlijk kuunen doen toekomen, ter
vervanging (te zijner directie) van den gewonen
omslag, door den meer sierlijken.
Eu, nadat zulks geschied is, zal hij de col
lecties onver wy ld terugzenden. In elk geval
zóo vroegtijdig, als ten deze noodig blijkt.
De commissiën kuüDen de boekjes aan den
directeur der rijkspostspaarbank doen toekomen
hetzij door bemiddeling van een postkantoor,
hetzij direct.
Voor het geval zij op laatst gemelde wijze
mochten handelen, kan het nuttig wezen in
herinnering te brengen, dat alle postzendingen,
aan en van dien directeur vrij van port zijn.
Over dit belangrijk onderwerp werd Dinsdag
op het congres in de groote zaal van het ge
bouw der Nationale tentoonstelling voor vrouwen
arbeid te 's Hage van gedachten gewisseld.
Door den heer mr H. J. vau Leeuwen, re
gent van het Hervormde weeshuis te 's Herto
genbosch, werd ingeleid„De voogdij over
weezen, die het gesticht, waarin zij korten ol
langen tijd werden verpleegd, hebben verlaten."
Met vele voorbeelden toonde de inleider aan,
hoe dringend noodig het in het belang der
weezenopvoeding was de regentenvoogdij, zoo
als die in ons Bureerlyk Wetboek is om
schreven, nader te regelen.
Art 421 van dat wetboek zegt: „Minder
jarigen, die in eenig gesticht van weldadigheid
zijn opgenomen, verblijven zoolang zy zich
daarin bevinden of daartoe behooren, onder
voogdij van de regenten van dat gesticht.
Dezen zijn van het stellen van zekerheid
vrijgesteld."
Volgens mr Van Leeuwen moest dit artikel
worden aangevuld in dien zin, dat de voogdij
over weezen en half weezen die door den
daartoe bevoegde ter verzorging worden toe
vertrouwd aan een instelling van weldadigheid
welke weezenverpleging in of buiten gestichten
voortdurend ten doel heeft van het oogen-
blik hunner opneming tot aan hun meerderjarig
heid blijft aan het bestuur dier instelling en
niet, zooals thans, slechts zóólang zij verblijven
in of behooren tot de instelling.
Voorts diende te worden bepaald, dat een
instelling eerst dan het recht van voogdij ver
krijgt, als hier omschreven is, wanneer zij van
den staat de bevoegdheid heeft gekregen tot
het opnemen van minderjarigen, en die uit
breiding van voogdij ook van kracht is, wan
neer het bestuur van de instelling geheel of
gedeeltelijk uit vrouwen bestaat.
In bet belang der weezen zal het bovendien
nog wenschelijk zijn dat, al blijven rechtens
alle bestuurders persoonlijk en hoofdelijk voor
de uitoefening der voogdij aansprakelijk, voor
iederen wees of half-wees respectievelijk een
der bestuurders of bestuurderessen door hun
huishoudelijk reglement speciaal worden aan
gewezen voor de zorg der opvoeding.
De spreker uitte ten slotte den wenscb, dat
het wetsontwerp van den minister van justitie,
waarin ook deze quaestie geregeld zal worden,
spoedig tot wet moge verheven worden.
Mr. Asser maakte daarop eenige opmerkin
gen omtrent de benoeming van voogden, in
verband met een goede controle van staatswe
ge, welke door den inleider werden beantwoord.
Een andere opmerking van den voorzitter,
den heer Van Loenen Martinet, dat volgens
het Btelsel van den heer Van Leeuwen het
aantal regenten en regentessen belangrijk
zou moeten worden uitgebreid, vooral voor
gestichten met zes honderd en meer verpleeg
den, werd door den inleider beaamd, maar deze
hoopte dat deze kinderkazernes langzamerhand
zouden verdwijnen.
Door den heer J. B. Kobus van Zutpben,
werd eene beschouwing geleverd over „De
weezen-fondsen in verband met de weezenver
pleging".
Deze toonde aan op welke wijze het moge
lijk zou zijn de inkomsten van een weesinrich
ting door een andere, maar niet minder solide
plaatsing van het kapitaal belangrijk te ver
meerderen ook hoe door bezuiniging op de
verplegingskosten en een mogelijke bekorting
van den verplegingstyd de uitgaven aanzien-
lijk kunnen dalen. Als gevolg daarvan zonden
met hetzelfde grondkapitaal meerdere weezen
en vooral half weezen en uatuurlyke kinderen
kunnen worden geholpen.
Een van zijn conclusies was, dat de batige
saldo's van de gestichten ook voor dio onge-
Inkkigcn mochten aangewend.
Deze conclusie gaf aan mr Vau Leeuwen
aanleiding tot de opmerking, dat het in vele
gevallen onmogeiyk zal zijn dezen wensch in
vervulling te brengen, aangezien toch de fond
sen van weczeniorichtingen zijn vooitgekomen
uit schenkiugen, die onder btpialde voorwaar
den werden vermaakt.
Na deze geldquaostie kwam een belangrijk
opvoedingsvraagatuk aan de orde, nl. de co
edneatie.
In zeer boeienden vorm schetste mevrouw
Van LeeuwenFrancken, van 's Hertogenbosch,
de schoone resultaten, die coor co-educatie bi|
de weezen te verkrijgen waren. Dat geza
menlijk opvoeden bevorderde de zedelijkheid;
den weesjongen maakte de co-educatie minder
ruw en het weesmeisje minder prikkelbaar en
een van do grootste voordeelen van dat systeem
was zeker, dat de overgang van bet gesticht
naar de maatschappij daardoor beter werd
voorbereid.
Na deze inleiding was het, zegt Het Vad.,
waaraan wy een en ander ontleenen, zeker
geen wonder dat een der aanwezigen het
spreekgestoelte beklom, om te weten te komen
of ook ergens in ons vaderland in eenig wee-
zengesticht de co educatie zóo in praktijk werd
gebracht, als de inleider bet had voorgesteld.
Uit de mededeelingen, die door enkele leden
van het congres werden verstrekt, bleek het
dat inderdaad in sommige gestichten, o. a. te
Utrecht in het Centrale Israëlietisch weeshuis, de
jongens en meisjes op die wijze worden opge
voed en met succes.
De namiddagzitting ving aan met een warm
pleidooi van den heer J. Attema van 'sGra
venbage over „de opvoeding van weezen in
het huisgezin."
In zijn voordracht deed deze vooral uitkomen
het verschil dat er bestaat in de opvoeding
in het gezin, zooals die nog een kwart eeuw
geleden vrij algemeen op de kleine plaatsen in
ons land geschiedde, waar geen weezengestich-
ten bestonden en de opvoeding in het gcziD,
zooala men die in onze dagen bedoelt. Duidelijk
deed de beer Attema uitkomen, hoe schandelijk
dikwerf gehandeld werd met die „aanbestede" of
„uitbestede" weezen; hij, die ze kocht, dacht
er meestal in de eerste plaats aan, die kinde
ren te exploiteeren.
Waar bij verder een vergelijking maakte tns-
scben de opvoeding in een gesticht en die in
een gezin, werd de eerste natuurUjk veroor
deeld doch veroordeeld op goede gronden.
Hulde werd door hem gebracht aan den heer
Scheltema, den man, die zoo verbazend veel
gedaan heeft voor de verpleging van weezeD
in het gezin.
En wat nu de uitvoering van het stelsel be
trof, zeker er waren moeilijkheden aan verbon
den, maar ze waren niet onoverkomelijk. Dat
had de Vereeniging tot verpleging van weezen in
het gezin ondervonden; zij had op dit oogen-
blik tweehonderd weezen ter verzorging en het
was haar gelukt voor die allen goede pleeg
ouders te vindenzij twijfelde er niet aan, of
een ruimere toepassing van het systeem zou
men even gelukkig zijn als zy.
Mevrouw Van LeëuwenFrancken zag zich
genoodzaakt een tweetal bezwaren tegen het
stelsel in te brengen, die wel van beteekeuis
zijn. Het eerste is, dat bij dat stelsel doorgaans
de kinderen uit éen gezin bij den dood hunner
ouders van elkaar moeten worden gescheiden,
wat juiBt in die omstandigheden te betreuren is:
en het tweede is het gevaar, dat men ouder
looze kinderen brengt by pleegouders, die zelf
kinderen hebben en niet zedelijk hoog genoeg
staan, om geen verschil in verpleging en op
voeding bij allen te doen gevoelen.
Eigenaardig sloot zich bij het behandelde
onderwerp aan„de opvoeding van de weezei:
volgens het paviljoen stelsel,"
Het was de heer W. H. van Schaick van
Amsterdam, die het congres hieromtrent uit
stekend op de hoogte kon stellen, omdat bij
f, na het systeem in Engeland bestudeerd te
hebben, tot het oprichten van paviljoens voor
de weezen van de Gereformeerde kerk te Am
sterdam bad medegewerkt. Spreker bleef
krachtens zijn ondervinding aan dat systeem
groote waarde hechten en het verkiezen
zelfs boven de opvoeding in het gezindoor
vele bijzonderheden werd dit toegelicht.
Nog vele congresleden, o. a. prof. Gunning
van Amsterdam, voerden over de beide wijzen
van verpleging nog het woord, de licht- en
de schaduwzyden van beide stelsels werden
uitvoerig aangetoond, en Het Vad. meent uit
het gesprokene de conclusie te mogen maken,
dat beide systeems bruikbaar zyn, maar dat
bet gewaagd is vooralsnog bepaald aan bet
eene de voorkeur te geven boven het andere,
omdat de ondervinding ons nog heel wat
moet leeren op (lat gebied.
UIT STAD EN PROVINCIE.
GEMEENTEBELANG.
Onder voorzitterschap van do heer J. de Vos
werd Dinsdag avond, in de kleine benedenzaal
van de soeieteit De Vergenoeging, alhier eene
vergadering gehouden van de bovengenoemde
liberale kiesvereeniging.
De opkomst was bevredigend een twintigtal
leden was tegenwoordig.
Na mededeel ing van den voorzitter, dat zich
twee pereonen voor het lidmaatschap hebben
aangemeld, werden do notulen van het verhan
delde in de vorige vergadering gelezen en
goedgekeurd.
Hierna herdacht de voorzitter het feit, dat de
heer L. Baart der vereeniging door den dood als
lid is ontvallenhij herinnerde eraan, dat hij een
der trouwe comparanten was op de vergaderingen
en meende dat allen het met hem eens zonden
zyn, dat zijn heengaan een werkelijk verlies is
voor Gemeentebelang.
Van zelf kwam de voorzitter er nu toe een
woord te wijden aan de nagedachtenis van wijlen
den heer F. G. Sprengcr, in leven lid van
den raad dezer gemeente. Hij achtte het
overbodig bij den lof, die den overledene
van verschillende zijden is gebracht, nog iets te
voegen en stelde daarom voor over te gaan
tot de aanwijzing van een candidaat voor de
verkiezing van een gemeenteraadslid in de plaats
van wijlen den heer Sprenger, die zitting had
voor district II, kiezers uit de wijken A tot en
met H.
Do voorzitter raadpleegde alvorens de verga
dering, of zij het noemen van candidaten en
het bespreken daarvan in openbare of in ge
sloten zitting wenschte.
Met meerderheid van stemmen werd goed
gevonden de besprekingen in comité te houden,
waarop de deuren gesloten werden.
Na afloop der vergadering werd medegedeeld
dat de heer jhr C. J. J. A. van Teylingen tot
candidaat der vereeniging was gekozen.
Nader vrmemtn wij dat het bij de in
huldigingsfeesten alhier af te steken vuur
werk niet zal worden geleverd door een Belgi
sche, maar door een Nederlandsche firma; en
wel door tusschenkomst van een firma hier
ter stede.
Uit W estkapelle schrijft men ons
Het was een kleine stoet, die Dinsdag hier
naar de begraafplaats toog, met het lijk van
Van Dilst voorop. Het werd gevolgd door de
weduwe en twee harer zoons enjtwee zwagers,
o. a. Lems, den man die den laatsten treurigen
toeht met den overledene meemaakte.
De vergunning, om het lijk naar Vlissingen
over te brengeD, kon niet gegeven worden.
Nu werd onder politiegeleide den doode de
laatste eer bewezen. De burgemeester hield
ne toespraak bij bet graf.
Mej. C. E. Hulsebos te Vlissingen is
benoemd tot directrice van het opleidiogshuia
voor aspirantverpleegsters, tevens tehuis voor
de verpleegsters te Ermelo.
Dit eerste opleidingshuis, dat den naam
van Salem zal dragen, wordt geopend den
10 Augustus en gaat uit van do Vereeniging
tot bevordering van Ger. Ziekenverzorging in
Nederland.
Bij de opening zullen verschillende sprekers
het woord voeren.
Het plan om in de Groote kerk te Goes
een gedenkraam te plaatsen bij gelegenheid
der inhuldiging van onze koningin is opgege
ven. Kerkvoogden der Ned. Hervormde ge
meente aldaar hebben, na ingewonnen advies,
op het verzoek daartoe sfwyzend beschikt.
Bij het doen der wasch kreeg eenige da
gen geleden te Goes een waschvronw eenig
bleekpoeder in een wondje aan haar vinger.
Dat lichaamsdeel en ook de band zwollen op
en Dinsdag moest de vinger geamputeerd wor
den, teiwyl men vreest dat ook de hand zal
volgen. Aldaar sloeg Dinsdag het paard van
een vrachtrijder, die gereed stond van het
Slot Oostende naar Wemeldingefo vertrekken,
op hol. Het dier liep nabij de Sociëteit V. O. V.
een heining omver eu werd toen tot btaau ge
bracht. Het vervoermiddel werd nog al ge
havend.
Tot postbode Heinkenszandstation
'sHeer-Arendskerke is tegeu 1 Aug. be
noemd Andrea, gepasporteerd militair te Ber
gen op Zoom.
Te Axel is, ter vervulling van de vaca
ture, ontstaan door hot overlijden van den
heer M. A. Smies, tot lid van den raad ge
kozen do heer Johs Smies, (anti-rev.) met 188
van de 360 geldig uitgebrachte stemmen.
Op den heer J. Veryzer waren er 131 en op
den beer L. C. van Vessem 41 uitgebracht.
Van de 556 kiezers stemden er 376,