MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 173 141® Jaargang. 1898. Dinsdag 26 Juli. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., ft. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 25 Juli 8 n, vm. G9 gr. 12 n 75 gr., av. 4 u. 70 gr. F. Verw. zwakke wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór èó't nur aan bet bureau bezorgd zijn. Advertentiön20 cent per regol. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regol moer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Grooto lettors naar do plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau to bekomen. deze courant behoort een Bij Middelburg 25 Juli. De nationale tentoonstelling ran Vrouwenarbeid. Als inleiding tot eene beschouwing over deze tentoonstelling schrijft de correspondent van de Zwolsche Crt. het volgende, dat zeker wel de aandacht verdient: Den 9en Jali werd de veel besproken ten toonstelling geopend. De opruiming van een paar heel mooie duinen tegenover het hotel La Promenade leverde het terrein, waarop een gebouw verrees, dat er op het oog nog al des- paraat uitziet. Door den hoofdingang aan de in grootschen stijl aangelegde Stadhouderslaan komt men op een voorterrein, waar slechts een paar vérverschingskiosken staan, waar een naakte zandvlakte rechts parmantig „kinder speelplaats" gedoopt is, en waar het alomtegen woordige rijwielenhek niet ontbreekt. Van deze voorplaats komt men in het hoofdgebouw, voor handel en industrie bestemd, waar bet draait en snort en klopt van wonder en geweld. Dit doorgaande, worden oog en hersenen aan genaam verrast door een grooten tuin, geheel omgeven door gebouwen met een doorloopende veranda, in- en tevens uitgang van da ver schillende afdeelingen die in de gebouwen ondergebracht zijn. Alleen de afdeeling „Oost- Indië" geeft aan de achterzijde toegang tot de „Kampong Insulinde", aangelegd op een terrein, ongeveer zoo groot als de heele tentoonstelling. Noem ik nu nog de aan het uiteinde van den tuin uitspringende congreszaal, dan heb ik den plattegrond in ruwe lijnen geteekend. In de eerste plaats kan van deze tentoonstel ling getuigd worden, dat zij op den openings dag klaar was, iets wat tot heden door het sterkere geslacht niet vertoond is. Een tweede, niet minder groote verdienste is, dat de onder neming zooveel mogelijk vrij gehouden is van het kermisachtige en overladene, wat tot heden bijna alle tentoonstellingen heeft gekenmerkt en ontsierd. Dit maakt dat de geheele inrich ting, zelfs voor een éendagBbezoeker, lichame lijk en geestelijk te bevatten is, zonder vrees voor uitputting of vlagen van idiotisme. Een ander gevolg van deze wijze beperking ia, dat alles wat ten schouw is gesteld, belangrijk en belangwekkend mag genoemd worden, welk feit deze tentoonstelling in hooge mate nuttig en leerrijk maakt. Niet in den chaos verloren of door drukte en lawaai versuft, zijn de arbeid sters aan haar werktuigen en getouwen bezig altijd bereid u te woord te staan, terwijl de leden der verschillende commissien om beurten de taak vervullen aan weetgierige bezoekers de noodige inlichtingen te verschaffen. In de veranda om den tuin is gelegenheid tot rusten en verversching, en vooral gedurende de mid daguren levert dat gedeelte een vroolijken en gezelligen aanblik. De beteekenis van deze tentoonstelling voor onze vrouwenbeweging moet zeer hoog aange slagen worden. Zij betuigt, meer dan door boe ken en redevoeringen, van een ontwaakten wil, van een bewust zijn van macht en kracht. Tegenover de laaggestemde verwachtingen, de geringschatting en spot, waarmee de onderne miDg van den aanvang af bejegend werd, kon de presidente in haar openingsrede met trots uitroepen: „Want ik vind het heerlijk het hier met klem te kunnen zeggen, dat er kranig, prachtig gewerkt is, met een ernst, een zich zelf vergetende toewijding, waaraan het geden ken gelukkig stemt." Met welke geduchte bezwaren de kloeke voor gangsters te kampen hebben gehad, valteenigs- zins na te gaan uit de bittere woorden, die mevrouw Goekoop in diezelfde rede meende niet voor zich te moeten houden„Maar tegenover het mooie werken van deze allen staat dat van zoovele anderen, die, niettegenstaande al haar hulpvaardigheid en enthousiasme, niet wisten wat werleen beteekent, en dus als arbeidskrach ten bijna geen waarde hadden. Het verantwoor delij ksgevoel, het staan-voor-je-werk, om zoo snel accuraat en intelligent mogelijk te volvoe ten wat men op zich genomen heeft, ook al komen er moeilijkheden en verleidelijke amuse menten in den weg, is wat nog zoovele vrou wen ontbreektdit is een groote hinderpaal van ons wélslagen geweestal de arbeid kwam daardoor op veel te weinig Bchonders neer Mevrouw de presidente schijnt niet te weten dat dezelfde woorden van a tot z ook op man nen en mannenwerk toepasselijk zijn. Het eenige onderscheid is, dat mannen uit bittere ervaring weten waaraan zij zich ten opzichte van dat verantwoordelijkheidsgevoel en dien werklust te houden hebben, en er bij samenstelling van besturen en commissiën rekening mee houden. Nu bevond zich het tentoonstellingsbestuur Agenten. Te 's GravonbageDe Ghbr. Beliktante te Amsterdam: A. ius La Mar Azn. in een zeer slecht milieu, om die arbeidskracht en zelfverloochening te vinden, in Den Haag, waar naar het getuigenis dat ik dezer dagen van een die „in de beweging is" en meedoet" vernam de pretmakerij hand over hand toe neemt, en waar vooral onder de jonge dames een „fnifgeest" gevaren is, die hen in het morgenuur op fietstochten en andere sport, des middags naar het strand, en des avonds in het Kurhaus drijft. Als krachtig protest tegen zulk een „fnif geest" zij daarom deze tentoonstelling te har telijker welkom. Indien de vrouw, in plaats van zich aan allerlei beuzelarijen te wijden, met aandrang en ernst verlangt haar deel te nemen van het maatschappelijk werk, dan worde haar die plaats zonder morren gegund. Wij mannen kunnen er niet anders dan beter bij varen; want wie zal zich niet liever een vrouw tot levensgezellin kiezen met werkgeest bezield dan met fuifgeest besmet indien ik hier nog eenmaal dien voor een vrouw vernederende term van „kiezen" mag bezigen. PLAATSVERVANGING LANGS EEN OMWEG. Het, ook door ons besproken, plan van den heer Coolen, te Helvoirt, vindt, tot ons genoe gen, in katholieke kringen lang niet onverdeeld instemming. Zoo verklaart de katholieke Nieuwe Delftsche Courant zich volstrekt niet ingenomen daar mede. Niet zoozeer omdat het voor groote gemeenten onuitvoerbaar is, en dus toch altijd maar half zou werken. Maar meer wegens andere redenen, die het blad aldus ontvouwt: „Bij de behandeling van het wetsontwerp is duidelijk gebleken, dat het der regeering met den persoonlijken dienstplicht hooge ernst is, en niet minder duidelijk is gebleken, dat zij ia de beide Kamers voor haar beginsel een over- groote meerderheid achter zich heeft. Zal de regeering zich nu met zoo'n nuchter begrip als wij voor ons hebben het doel van van deze wet uit de hand laten spelen? Immers neen. Gesteld dat het plan-Coolen uitvoerbaar blijkt, dan zal men één van de twee zien gebeurenóf wel de keuring van vrijwilligers voor het leger hier te lande wordt op verzoek van den minis ter van oorlog zoo scherp mogelijk gehouden, en valt het plan van zelf in duigen, óf wel de regeering, ten einde raad, dient een voorstel in tot invoering van den algemeenen dienstplicht. Dat wij den persoonlijken dienstplicht nolens nolens moeten eerbiedigen, is al erg genoeg. Laten wij het nu niet zelf nog erger maken. En dat zal gebeuren, als de uitvoering van het plan-Coolen blijkt op den persoonlijken dienstplicht eenigen invloed van beteekenis te hebben. Wij houden niet van struisvogel-politiek; zij zal alleen leiden tot verhaasting van executie en onze positie nog ellendiger maken dan zij is. Naar onze meening is het zeer onverstandig, een noodzakelijk kwaad te ontloopen, met de zekerheid voor oogeD, dat men een Dog grooter kwaad er voor in de plaats krijgt. Zij, die het plan-Coolen uitvoerbaar helpen maken, spelen hoog spel en doen hun eigen partij een zeer slechten dienst". De Tijd is het hiermee echter niet geheel eens; zijne redactie teekent hierbij aan „Zooals men zich herinnert, hebben wij reeds dadelijk ten aanzien der op 't touw gezette ver- eenigingen eenige reserve in acht genomen en meenen daarbij te moeten volharden, zonder het denkbeeld dos heeren Coolen te willen be strijden. Immers, het is niet te verwachten, dat het voorbeeld, in twee Nood-Brahantsche gemeenten gesteld, algemeene navolging zal vinden, niet wijl men er geen sympathie voor heeft, maar omdat de practijk in de uitvoering op groote moeilijkheden zal stuiten. Maar indien dat zoo is, dan schijnen er ook niet zulke gewichtige gevolgen van te wachten als de Nieuwe Delftsche Courant in het ver schiet stelt. In geen enkel opzicht zal, dunkt ons, de regeering haar tegenwoordig succes geschaad achten, wanneer, door een bij de wet gesanctionneerd propagandamiddel, het aantal vrijwillig dienenden iets zou toememen". CE BR. HOCERHUIS. Prof. mr M. W. F. Treub, wien door de redactie van een te Amsterdam verschijnend dagblad een oordeel over de zaak van de ge broeders Hogerhuis was gevraagd, antwoordde het volgende: „Een agitatie als te hunnen behoeve is gewekt en gaande gehouden, zou mij alleen dan ge rechtvaardigd toeschijnen, indien er reden was de rechters van partijdigheid te verdenken bij het uitspreken der schuldigverklaring. Ik heb echter den indruk ontvangen, dat voor zulk een verdenking in deze geen grond bestaat. Waar gegronde reden bestaat om 's rechters onpartijdigheid in twijfel te trekken, mag en moet het publiek daartegen protest aanteekenen. Waar zulk een reden niet bestaat, acht ik eene publieke agitatie tegen een gewezen vonnis noch noodig, noch wettig. Is er eene dwaling begaan, hetgeen hier evenzeer mogelijk is als in alle andere gevallen, waarin de beklaagde niet op heeterdaad betrapt wordt, dan is het zeker te hopen, dat zij worde hersteld. Maar óf een afdoende grond aanwezig is om een te goedertrouw begane dwaling aan ie nemen, kunnen alleen zij beoordeeien' die van de bijzonderheden der zaak uit eigen reden van wetenschap op de hoogte zyn. Het pnbliek kan hierover niet oordeelen, rui de publicatie der beschikking van den officier van justitie te Leeuwarden evenmin, als daar vóór. Wie een veroordeelde helpen wil tegen een z. i. te goeder trouw begane rechterlijke dwa ling, moet van het begaan zyn dezer dwaling niet het publiek, maar de rechtbank zelve, welke het vonnis wees, trachten te overtuigen. Ziedaar de redenen, waarom ik mij als redac teur van het Sociaal Weekblad buiten de Ho- gerhuiszaak heb gehouden en denk te blijven houdeD." Ook anderen, o. a. mr Levy, verklaarden over de zaak niet te kunnen oordeelen, omdat hun daarvoor de noodige gegevens ontbraken. BENOEMIAGEA EJiZ. Bij Kon. besluit: is aan den officier van adm. 2e kl. E. A. O. Vervooren vergunning verleend tot het in Oost- Indië waarnemen van eene particuliere betrek king buiten het zeewezen, voor den tijd van een jaar, onder stilstand van non-activiteits- traktement en zonder opklimming in de ranglyst; en is bevorderd tot officier van adm. 2e kl. de adjunct adm. H. D. Rubenkoning; is benoemd by het wapen der art., tot kapi tein bij het le reg. vest.-art. de eerste-luif. W. C. baron Roëll, van het 2e reg. veld-art., en op zijne aanvrage op non-activiteit gesteld de kapitein L. van de Velde, van hat 3e reg. vest.-art. is benoemd bij het wapen der inf., bij het 8a reg., tot kapitein de oersfe-luit. J. J. M. A. Mommer8, van het 2e reg. is benoemd tot reserve-tweede-luit. bij het wapen der inf., en wel bij het 5e reg. inf. de vaandrig S. J. L. M. van Schaik, van genoemd korps is de heer H. L. Oort, emeritus-predikant te 's Gravenhage, op zijn verzoek, eervol ontslagen uit zijne betrekking van president der com missie tot de zaken der Protestantsche kerken in N. O.- en W.-Indië, met dankbetuiging. Blijkens een telegram van den gouv.-gen. van N.-I., van 22 dezer, wordt de gouverne- ments-koffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 102.000 pikols. Aanstaanden Donderdag verleent de minister van oorlog geen audiëntie. In October zal een vergelijkend onder zoek plaats hebben van adspiranten voor de betrekking van klerk der posterijen en tele- graphie, om naar mate van de behoefte te worden benoemd. Aan die betrekking is verbonden eene jaar wedde van f 400, welke tot f 1200 resp. f 1500, kan klimmen. Dit laatste alleen voor ben, die bij de examina in de beide dienstvakken blijk gaven daarmede voldoende vertrouwd te zijn. In dit geval geschieden ook de verhoogingen van jaarwedde na&r een gunstiger maatstaf dan voor hen, die deze examina niet of met onvoldoenden uitslag afleggen. Zij, die zich aan dit onderzoek verlangen te onderwerpen, moeten zich vóór 3 September aanmelden bij het hoofdbestuur der posterijen en telegraphie door een op zegel geschreven verzoek, met nauwkeurige opgave van naam, voornamen en woonplaats. Bijzonderheden zyn te vinden in de St. Crt. (no 171). Oost-Indië. De mededeelingen in de Indische bladen over den tocht door Pedir, luiden weinig uitvoeriger dan hetgeen door de regeering per telegram is ontvangen en bekend gemaakt. De meer uit voerige schriftelijke berichten zijn eerst later te verwachten. Uit de bladen blijkt dat de officieren Lutje en Bosch zich voor een raad van onderzoek hebben moeten verantwoorden en boe de uit slag van dat onderzoek is geweest. De raad heeft uitgemaakt, tegenover den luit. Bosch met algemeene stemmen, tegenover Lutje met op éen na algemeene stemmen, dat zij schuldig moesten worden verklaard en nit den dienst behoorden te worden verwijderd. De eerste zeide in zijne verdediging, dat de raad onbe voegd was om van de zaak kennis te nemeB. Er werden intusschen verzachtende omstandig heden aangenomen. Na deze uitspraak is het onlangs telegraphisch gemelde ontslag geheel verklaard. Omtrent de aankomst van brieven enz. inlndië bevatte de Java Ct. de vol gende, voor ons land aangename aankondiging van den hoofdinspecteur, chef van den post en telegraafdienst „Uit een opgtve van het hoofdbestuur der posterijen in Nederland blijkt, dat de per Ne derlandsche mail booten verzonden brievenmalen gemiddeld vlugger worden overgebracht dan de per vreemde mailgelegenheid verzond ene. In verband daarmede zal, bijaldien de vreemde mails gelijktijdig met of slechts éen dag eerder dan de Nederlandsche mails vertrekken, de ver zending der correspondentie per Nederlandsche mail geschieden, tenzij de afzenders uitdrukke lijk verzending per vreemde mail verlangen en daarvan door een aanteekening op de adressen der stukken doen blijken". UIT STAD EN PROVINCIE. In de St.-Ct no 171, dt. Zondag er Maandag 24 en 25 Juli, zijn opgenomen de statnten van de naamlooze vennootschap Ver pleeghuis te Middelburg. Deze vennootschap heeft ten doel het op richten en exploiteeren van een verpleeghuis voor zieken, waar gelegenheid bestaat tot huisvesting van verpleegsters en opname van zieken ter verpleging en geneeskundige be handeling. Zij zal aanvangen op den dag waarop de koninklijke bewilliging op de akte is verleend en eindigen 31 December 1927. Het kapitaal, dat geheel gestort is, bedraagt f 17.500, verdeeld in 70 aandeelen van f 250. Het bestuur der vennootschap wordt opge dragen aan vijf bestnurderessen, te benoemen door de aandeelhouders. Voor de eerste maal treden onder meer als bestuurderessen op: mevrouw J. E. van Citters-Ermerins, mevrouw J. A. Keiser-Van Sonsbeek, mejuffrouw A. M. Sprenger en mejuf frouw A. M. de Man. net bestuur kiest uit zyn midden een voor zitter, vice voorzitter, secretaris en penning meester en geniet geene bezoldiging. Een reservefonds wordt bij de oprichting dezer vennootschap gevormd door een bedrag, door de dames: mevrouw Van Citters-Ermerins, mevrouw Keizer-Van Sonsbeeck, mejuffrouw Sprenger en mejuffrouw De Man voornoemd, bestuurderessen der bestaande inrichting voor ziekenverpleging, daarin gestort, bestaande uit f 4246.48, op rentegevende wijze belegd. Dit reservefonds zal worden gebruikt voor herstel ling, vernieuwing, verandering of uitbreiding der gebouwen van de inrichting. Eventueel nadeelige sloten der rekening zullen daaruit, voor zoover mogelijk, worden gedekt. Een pensioenfonds wordt bij de oprichting der vennootschap gevormd door een bedrag, door de dames bovenvermeld in hare genoemde qualiteit gestort, bestaande nit f 1555.08, op rentegevende wijze belegd. De bepalingen, omtrent het pensioenfonds der voormalige Vereeniging voor ziekenverpleging gemaakt, blijven voor dit fonds van kracht. Door de directie der Nederlandsche Bank is tot adviseur bij het agentschap Middel burg, ter vervanging van wijlen den heer F. G. Sprenger, benoemd de heer mr F. N. van der Bilt, die, in verband hiermede, ontslag neemt als lid der commissie van aanslag voor de bedryfabelas ing. Op de Londensche kaai alhier zakte heden middag, bij het graven voor de rioolee- ring, een kelder in van bet woonhuis H 57. Die kelder bleek door ouderdom niet meer ia staat om bij de ontgraving staande te blijven. Twee toeschouwers vielen in de diepte doch bleven ongedeerd. Een bewijs te meer voor het nut van den goeden maatregel om van gemeentewege te waarschuwen niet te dicht aan den kant van het gegravene te komen. De aangerichte schade is zeer gering; bin nen korten tijd was alles weer opgeruimd en de pa sage hersteld. Dat de Zondagavondconcerten steeds meer en meer in den smaak vallen van het Mid- delburgsche publiek bewees de talrijke op komst, die aan het tweede dier concerten gis teren avond ten deel viel. Wij schatten het aantal bezoekers op een twaalfhonderd. Nu, de avond leende er zich uitstekend voor om in denfraaien, geheel verlichten Schutters- hoftuin te vertoeven en te genieten van de goede muziek van ons schutterij muziekkorps Dat eeu en ander op de juiste waarde ge schat werd, bleek uit het aandachtig luisteren en het dankbaar applaus na elk nommer. Zoo'n enkele moge eens uit den band sprin gen, weinu, de vroohjkheid kent soms geen grenzen; en meer dan eens bleek, dat wie een buitensporigheid wilde begaan juisteen vreemde mynheer was, die nu geen bijster goed voorbeeld gaf, hoe men als mijnheer zich ge dragen moet; en meende voor een toegangs prijs van 25 cents zich allerlei vrjjbeden te mogen veroorloven. Het mag wel geconstateerd worden dat dergelijke, gelukkig zeldzame, ge beurlijkheden niet plaats hebben door de schuld van hen, voor wie die concerten hoofdzakelijk bestemd zijn. Zaterdag morgen is te W e s f. k a p e II e voor den dijk, ter hoogte van het licht by den molen, een lijk aangespoeld, dat reeds in zoo verren staat van outbimling verkeerde, dat geen signalement op to geven i». Van de kleedingstukken zag teen slechts aan de voeten een paar zwartleeren pantoffels en bruine kousen. Verder oen blauwe broek, waarineen knipmes. Het lijk werd spoedig begraven. Zondag is aldaar geweest de weduwe van den roeier Van Dilst, uit Viissingen, die onge veer zes weken geleden verdronken is; wat uitvoerig door ons is gemeld. Zij heefc de broek en het mes, di8 men haar toonde, herkend als afkomstig van haar man. Thans heeft zy stappen gedaan om vergun ning te krijgen het lijk naar Viissingen over te brengen en daar te doen begraven. Uit Viissingen schrijft men ons Zie zoo, dat hebben we weer gehad; genoten zouden sommigen zeggen. Nu is 't maar te hopen, dat bij 't natellen van het overschot van de voor kermishouden bestemd geweest zijnde centen, als er nog geteld kan worden, blijken zal dat dit genot niet te duur is ge kocht. Voor hen bijv. die in den nacht van Zaterdag op Zondag meenden hun lust tot ruziemaken te moeten botvieren en door hun onhebbelijk optreden hun medemenschen slechts Jast bezorgden, zou 't wellicht beter geweest zijn, als zij de vergaderingen van de leden der jongelingsvereeniging Gelijk aan 't mosterdzaad aan de IJzeren brug hadden bijgewoond. Zooals gewoonlijk met alles, gaat het ook met de kermisze is spoediger afgebroken dan opgebouwd; 't boeltje is al zoo goei als op geruimd. 't Prachtige weer, dat we Zondag hadden, kwam o. a. der menigte Belgen, hier per stoom boot Excelsior aangebracht en natuurlijk door een muziekgezelschap vergezeld, zeer ten goede. Er heerschte in de concerfzaal van het groote badhuis, waar zich een 160 dames en heeren uit Brussel aan drie lange tafels tot een ge- meenschappelijken maaltijd vereenigd hadden, een zeer gezellige toon. Aardig was 't te hooren, hoe men onz?n koninginnen een dronk wijdde; niet onaardig zou 't geweest zijn als bijv. eens een lid van het bestuur van het vreemdelingenverkeer aan wezig was geweest, om dien dronk te beant woorden. Een strijkorkest hielp mee om de prettige stemming te verhoogen, o. a. door het spelen van ons volkslied. In de eetzaal van gen oemd badhuis lieten ongeveer een 60 inwoners van Antwerpen zich de daar te verkrijgen spy zen blijkbaar wel smaken. En natuurlijk werd van de gelegen heid om zich te verfrisschen, druk gebruik gemaakt. Wat ons geen verbetering toeschijnt, is dat men het deel van het strand, waar men van stoelen kan gebruik maken, door draad heeft afgezet. Voor de controle over die stoelen mag dat gewensebt zijn, maar 't ontneemt toch wel iets aan 't vrije, dat men gewoonlijk aan 'tstrand denkt te vinden. De Excelsior lag heden te twaalf uur, met een groot aantal passagiers aan boord, iu de sluis om naar Middelburg te stoomen. Niet ter wille van het groote gewicht, dat er aan te hechten is, maar wel omdat w'ij 't heter weten, merken wij op dat de elders ge noemde datum van aankomst van HU. KK. Uil. prins en prinses Cbristiaan van Slecswijk llol» stein de 30a behoort te zijn. In de laatste 3 a 4 jaren most zich naar men aan de N. R. Crt. schrijft bet verschijnsel voordoen, dat er kreeften in de Oosterschelde gevangen worden, in toe- uemende mate. Vooral dezen zomer worden er veel gevangen en van allerlei leeftijd en grootten. Girca 2 maanden geleden ving iemand een vervaarlijk grooten; iemand, met kreeften goed bekend, betuigde nog nimmer zó )'n grooten gezien te hebben. De vorige week ving men er o. ui. van 10 a 12 cM. lengte. Verleden jaar een zeer kleinen van l!/;cM., en ook dry vende eieren heeft men toen gezien. Eokele dagen bad iemand een broed- of moerkreeft, geheel geladen, van onder met don kergroene eitjes, ter grootte van jacbt-bagel- korrels, z. g. n. patrijzeuhagel. Deze is te Ierseke in een oesterput opgebor gen, in de hoop dat het broed daarin tot ver dere ontwikkeling kom-n zal. Een paar jaar geleden schreef iemand „Als de ansjovis weggaat, wie weet, kreeft komt er dan in de Oosterschelde." Dat werd toen door velen nog al voorbarig gevonden; van dezen echter zijn er velen ge

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1