MIDDELRIRGSCHE COURANT.
N°. 173
141® Jaargang.
1898.
Dinsdag
26 Juli.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., ft.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 25 Juli 8 n, vm. G9 gr. 12 n 75 gr.,
av. 4 u. 70 gr. F. Verw. zwakke wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór èó't nur
aan bet bureau bezorgd zijn.
Advertentiön20 cent per regol. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regol moer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Grooto lettors naar do plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau to bekomen.
deze courant behoort een Bij
Middelburg 25 Juli.
De nationale tentoonstelling
ran Vrouwenarbeid.
Als inleiding tot eene beschouwing over deze
tentoonstelling schrijft de correspondent van
de Zwolsche Crt. het volgende, dat zeker wel
de aandacht verdient:
Den 9en Jali werd de veel besproken ten
toonstelling geopend. De opruiming van een
paar heel mooie duinen tegenover het hotel
La Promenade leverde het terrein, waarop een
gebouw verrees, dat er op het oog nog al des-
paraat uitziet. Door den hoofdingang aan de
in grootschen stijl aangelegde Stadhouderslaan
komt men op een voorterrein, waar slechts
een paar vérverschingskiosken staan, waar een
naakte zandvlakte rechts parmantig „kinder
speelplaats" gedoopt is, en waar het alomtegen
woordige rijwielenhek niet ontbreekt. Van
deze voorplaats komt men in het hoofdgebouw,
voor handel en industrie bestemd, waar bet
draait en snort en klopt van wonder en geweld.
Dit doorgaande, worden oog en hersenen aan
genaam verrast door een grooten tuin, geheel
omgeven door gebouwen met een doorloopende
veranda, in- en tevens uitgang van da ver
schillende afdeelingen die in de gebouwen
ondergebracht zijn. Alleen de afdeeling „Oost-
Indië" geeft aan de achterzijde toegang tot de
„Kampong Insulinde", aangelegd op een terrein,
ongeveer zoo groot als de heele tentoonstelling.
Noem ik nu nog de aan het uiteinde van den
tuin uitspringende congreszaal, dan heb ik den
plattegrond in ruwe lijnen geteekend.
In de eerste plaats kan van deze tentoonstel
ling getuigd worden, dat zij op den openings
dag klaar was, iets wat tot heden door het
sterkere geslacht niet vertoond is. Een tweede,
niet minder groote verdienste is, dat de onder
neming zooveel mogelijk vrij gehouden is van
het kermisachtige en overladene, wat tot heden
bijna alle tentoonstellingen heeft gekenmerkt
en ontsierd. Dit maakt dat de geheele inrich
ting, zelfs voor een éendagBbezoeker, lichame
lijk en geestelijk te bevatten is, zonder vrees
voor uitputting of vlagen van idiotisme. Een
ander gevolg van deze wijze beperking ia, dat
alles wat ten schouw is gesteld, belangrijk en
belangwekkend mag genoemd worden, welk feit
deze tentoonstelling in hooge mate nuttig en
leerrijk maakt. Niet in den chaos verloren of
door drukte en lawaai versuft, zijn de arbeid
sters aan haar werktuigen en getouwen bezig
altijd bereid u te woord te staan, terwijl de
leden der verschillende commissien om beurten
de taak vervullen aan weetgierige bezoekers
de noodige inlichtingen te verschaffen. In de
veranda om den tuin is gelegenheid tot rusten
en verversching, en vooral gedurende de mid
daguren levert dat gedeelte een vroolijken en
gezelligen aanblik.
De beteekenis van deze tentoonstelling voor
onze vrouwenbeweging moet zeer hoog aange
slagen worden. Zij betuigt, meer dan door boe
ken en redevoeringen, van een ontwaakten wil,
van een bewust zijn van macht en kracht.
Tegenover de laaggestemde verwachtingen, de
geringschatting en spot, waarmee de onderne
miDg van den aanvang af bejegend werd, kon
de presidente in haar openingsrede met trots
uitroepen: „Want ik vind het heerlijk het hier
met klem te kunnen zeggen, dat er kranig,
prachtig gewerkt is, met een ernst, een zich
zelf vergetende toewijding, waaraan het geden
ken gelukkig stemt."
Met welke geduchte bezwaren de kloeke voor
gangsters te kampen hebben gehad, valteenigs-
zins na te gaan uit de bittere woorden, die
mevrouw Goekoop in diezelfde rede meende niet
voor zich te moeten houden„Maar tegenover
het mooie werken van deze allen staat dat van
zoovele anderen, die, niettegenstaande al haar
hulpvaardigheid en enthousiasme, niet wisten
wat werleen beteekent, en dus als arbeidskrach
ten bijna geen waarde hadden. Het verantwoor
delij ksgevoel, het staan-voor-je-werk, om zoo
snel accuraat en intelligent mogelijk te volvoe
ten wat men op zich genomen heeft, ook al
komen er moeilijkheden en verleidelijke amuse
menten in den weg, is wat nog zoovele vrou
wen ontbreektdit is een groote hinderpaal
van ons wélslagen geweestal de arbeid kwam
daardoor op veel te weinig Bchonders neer
Mevrouw de presidente schijnt niet te weten
dat dezelfde woorden van a tot z ook op man
nen en mannenwerk toepasselijk zijn. Het eenige
onderscheid is, dat mannen uit bittere ervaring
weten waaraan zij zich ten opzichte van dat
verantwoordelijkheidsgevoel en dien werklust
te houden hebben, en er bij samenstelling van
besturen en commissiën rekening mee houden.
Nu bevond zich het tentoonstellingsbestuur
Agenten.
Te 's GravonbageDe Ghbr. Beliktante te
Amsterdam: A. ius La Mar Azn.
in een zeer slecht milieu, om die arbeidskracht
en zelfverloochening te vinden, in Den Haag,
waar naar het getuigenis dat ik dezer dagen
van een die „in de beweging is" en meedoet"
vernam de pretmakerij hand over hand toe
neemt, en waar vooral onder de jonge dames
een „fnifgeest" gevaren is, die hen in het
morgenuur op fietstochten en andere sport,
des middags naar het strand, en des avonds
in het Kurhaus drijft.
Als krachtig protest tegen zulk een „fnif
geest" zij daarom deze tentoonstelling te har
telijker welkom. Indien de vrouw, in plaats
van zich aan allerlei beuzelarijen te wijden, met
aandrang en ernst verlangt haar deel te nemen
van het maatschappelijk werk, dan worde haar
die plaats zonder morren gegund. Wij mannen
kunnen er niet anders dan beter bij varen;
want wie zal zich niet liever een vrouw tot
levensgezellin kiezen met werkgeest bezield dan
met fuifgeest besmet indien ik hier nog
eenmaal dien voor een vrouw vernederende
term van „kiezen" mag bezigen.
PLAATSVERVANGING LANGS EEN
OMWEG.
Het, ook door ons besproken, plan van den
heer Coolen, te Helvoirt, vindt, tot ons genoe
gen, in katholieke kringen lang niet onverdeeld
instemming.
Zoo verklaart de katholieke Nieuwe Delftsche
Courant zich volstrekt niet ingenomen daar
mede. Niet zoozeer omdat het voor groote
gemeenten onuitvoerbaar is, en dus toch altijd
maar half zou werken. Maar meer wegens
andere redenen, die het blad aldus ontvouwt:
„Bij de behandeling van het wetsontwerp is
duidelijk gebleken, dat het der regeering met
den persoonlijken dienstplicht hooge ernst is,
en niet minder duidelijk is gebleken, dat zij ia
de beide Kamers voor haar beginsel een over-
groote meerderheid achter zich heeft.
Zal de regeering zich nu met zoo'n nuchter
begrip als wij voor ons hebben het doel van
van deze wet uit de hand laten spelen?
Immers neen.
Gesteld dat het plan-Coolen uitvoerbaar blijkt,
dan zal men één van de twee zien gebeurenóf
wel de keuring van vrijwilligers voor het leger
hier te lande wordt op verzoek van den minis
ter van oorlog zoo scherp mogelijk gehouden,
en valt het plan van zelf in duigen, óf wel de
regeering, ten einde raad, dient een voorstel
in tot invoering van den algemeenen dienstplicht.
Dat wij den persoonlijken dienstplicht nolens
nolens moeten eerbiedigen, is al erg genoeg.
Laten wij het nu niet zelf nog erger maken.
En dat zal gebeuren, als de uitvoering van
het plan-Coolen blijkt op den persoonlijken
dienstplicht eenigen invloed van beteekenis te
hebben.
Wij houden niet van struisvogel-politiek; zij
zal alleen leiden tot verhaasting van executie
en onze positie nog ellendiger maken dan zij is.
Naar onze meening is het zeer onverstandig,
een noodzakelijk kwaad te ontloopen, met de
zekerheid voor oogeD, dat men een Dog grooter
kwaad er voor in de plaats krijgt. Zij, die het
plan-Coolen uitvoerbaar helpen maken, spelen
hoog spel en doen hun eigen partij een zeer
slechten dienst".
De Tijd is het hiermee echter niet geheel
eens; zijne redactie teekent hierbij aan
„Zooals men zich herinnert, hebben wij reeds
dadelijk ten aanzien der op 't touw gezette ver-
eenigingen eenige reserve in acht genomen en
meenen daarbij te moeten volharden, zonder
het denkbeeld dos heeren Coolen te willen be
strijden. Immers, het is niet te verwachten,
dat het voorbeeld, in twee Nood-Brahantsche
gemeenten gesteld, algemeene navolging zal
vinden, niet wijl men er geen sympathie voor
heeft, maar omdat de practijk in de uitvoering
op groote moeilijkheden zal stuiten.
Maar indien dat zoo is, dan schijnen er ook
niet zulke gewichtige gevolgen van te wachten
als de Nieuwe Delftsche Courant in het ver
schiet stelt. In geen enkel opzicht zal, dunkt
ons, de regeering haar tegenwoordig succes
geschaad achten, wanneer, door een bij de wet
gesanctionneerd propagandamiddel, het aantal
vrijwillig dienenden iets zou toememen".
CE BR. HOCERHUIS.
Prof. mr M. W. F. Treub, wien door de
redactie van een te Amsterdam verschijnend
dagblad een oordeel over de zaak van de ge
broeders Hogerhuis was gevraagd, antwoordde
het volgende:
„Een agitatie als te hunnen behoeve is gewekt
en gaande gehouden, zou mij alleen dan ge
rechtvaardigd toeschijnen, indien er reden was
de rechters van partijdigheid te verdenken bij
het uitspreken der schuldigverklaring. Ik heb
echter den indruk ontvangen, dat voor zulk
een verdenking in deze geen grond bestaat.
Waar gegronde reden bestaat om 's rechters
onpartijdigheid in twijfel te trekken, mag en
moet het publiek daartegen protest aanteekenen.
Waar zulk een reden niet bestaat, acht ik eene
publieke agitatie tegen een gewezen vonnis
noch noodig, noch wettig.
Is er eene dwaling begaan, hetgeen hier
evenzeer mogelijk is als in alle andere gevallen,
waarin de beklaagde niet op heeterdaad betrapt
wordt, dan is het zeker te hopen, dat zij worde
hersteld. Maar óf een afdoende grond aanwezig
is om een te goedertrouw begane dwaling aan
ie nemen, kunnen alleen zij beoordeeien' die
van de bijzonderheden der zaak uit eigen reden
van wetenschap op de hoogte zyn. Het pnbliek
kan hierover niet oordeelen, rui de publicatie
der beschikking van den officier van justitie
te Leeuwarden evenmin, als daar vóór.
Wie een veroordeelde helpen wil tegen een
z. i. te goeder trouw begane rechterlijke dwa
ling, moet van het begaan zyn dezer dwaling
niet het publiek, maar de rechtbank zelve,
welke het vonnis wees, trachten te overtuigen.
Ziedaar de redenen, waarom ik mij als redac
teur van het Sociaal Weekblad buiten de Ho-
gerhuiszaak heb gehouden en denk te blijven
houdeD."
Ook anderen, o. a. mr Levy, verklaarden over
de zaak niet te kunnen oordeelen, omdat hun
daarvoor de noodige gegevens ontbraken.
BENOEMIAGEA EJiZ.
Bij Kon. besluit:
is aan den officier van adm. 2e kl. E. A. O.
Vervooren vergunning verleend tot het in Oost-
Indië waarnemen van eene particuliere betrek
king buiten het zeewezen, voor den tijd van
een jaar, onder stilstand van non-activiteits-
traktement en zonder opklimming in de ranglyst;
en is bevorderd tot officier van adm. 2e kl. de
adjunct adm. H. D. Rubenkoning;
is benoemd by het wapen der art., tot kapi
tein bij het le reg. vest.-art. de eerste-luif.
W. C. baron Roëll, van het 2e reg. veld-art.,
en op zijne aanvrage op non-activiteit gesteld
de kapitein L. van de Velde, van hat 3e reg.
vest.-art.
is benoemd bij het wapen der inf., bij het 8a
reg., tot kapitein de oersfe-luit. J. J. M. A.
Mommer8, van het 2e reg.
is benoemd tot reserve-tweede-luit. bij het
wapen der inf., en wel bij het 5e reg. inf. de
vaandrig S. J. L. M. van Schaik, van genoemd
korps
is de heer H. L. Oort, emeritus-predikant te
's Gravenhage, op zijn verzoek, eervol ontslagen
uit zijne betrekking van president der com
missie tot de zaken der Protestantsche kerken
in N. O.- en W.-Indië, met dankbetuiging.
Blijkens een telegram van den gouv.-gen.
van N.-I., van 22 dezer, wordt de gouverne-
ments-koffieoogst op Java voor dit jaar thans
geraamd op 102.000 pikols.
Aanstaanden Donderdag verleent de minister
van oorlog geen audiëntie.
In October zal een vergelijkend onder
zoek plaats hebben van adspiranten voor de
betrekking van klerk der posterijen en tele-
graphie, om naar mate van de behoefte te
worden benoemd.
Aan die betrekking is verbonden eene jaar
wedde van f 400, welke tot f 1200 resp. f 1500,
kan klimmen. Dit laatste alleen voor ben, die
bij de examina in de beide dienstvakken blijk
gaven daarmede voldoende vertrouwd te zijn.
In dit geval geschieden ook de verhoogingen
van jaarwedde na&r een gunstiger maatstaf
dan voor hen, die deze examina niet of met
onvoldoenden uitslag afleggen.
Zij, die zich aan dit onderzoek verlangen te
onderwerpen, moeten zich vóór 3 September
aanmelden bij het hoofdbestuur der posterijen
en telegraphie door een op zegel geschreven
verzoek, met nauwkeurige opgave van naam,
voornamen en woonplaats. Bijzonderheden zyn
te vinden in de St. Crt. (no 171).
Oost-Indië.
De mededeelingen in de Indische bladen over
den tocht door Pedir, luiden weinig uitvoeriger
dan hetgeen door de regeering per telegram is
ontvangen en bekend gemaakt. De meer uit
voerige schriftelijke berichten zijn eerst later
te verwachten.
Uit de bladen blijkt dat de officieren Lutje
en Bosch zich voor een raad van onderzoek
hebben moeten verantwoorden en boe de uit
slag van dat onderzoek is geweest. De raad
heeft uitgemaakt, tegenover den luit. Bosch met
algemeene stemmen, tegenover Lutje met op
éen na algemeene stemmen, dat zij schuldig
moesten worden verklaard en nit den dienst
behoorden te worden verwijderd. De eerste
zeide in zijne verdediging, dat de raad onbe
voegd was om van de zaak kennis te nemeB.
Er werden intusschen verzachtende omstandig
heden aangenomen. Na deze uitspraak is het
onlangs telegraphisch gemelde ontslag geheel
verklaard.
Omtrent de aankomst van brieven
enz. inlndië bevatte de Java Ct. de vol
gende, voor ons land aangename aankondiging
van den hoofdinspecteur, chef van den post
en telegraafdienst
„Uit een opgtve van het hoofdbestuur der
posterijen in Nederland blijkt, dat de per Ne
derlandsche mail booten verzonden brievenmalen
gemiddeld vlugger worden overgebracht dan
de per vreemde mailgelegenheid verzond ene.
In verband daarmede zal, bijaldien de vreemde
mails gelijktijdig met of slechts éen dag eerder
dan de Nederlandsche mails vertrekken, de ver
zending der correspondentie per Nederlandsche
mail geschieden, tenzij de afzenders uitdrukke
lijk verzending per vreemde mail verlangen en
daarvan door een aanteekening op de adressen
der stukken doen blijken".
UIT STAD EN PROVINCIE.
In de St.-Ct no 171, dt. Zondag er
Maandag 24 en 25 Juli, zijn opgenomen de
statnten van de naamlooze vennootschap Ver
pleeghuis te Middelburg.
Deze vennootschap heeft ten doel het op
richten en exploiteeren van een verpleeghuis
voor zieken, waar gelegenheid bestaat tot
huisvesting van verpleegsters en opname van
zieken ter verpleging en geneeskundige be
handeling.
Zij zal aanvangen op den dag waarop de
koninklijke bewilliging op de akte is verleend
en eindigen 31 December 1927.
Het kapitaal, dat geheel gestort is, bedraagt
f 17.500, verdeeld in 70 aandeelen van f 250.
Het bestuur der vennootschap wordt opge
dragen aan vijf bestnurderessen, te benoemen
door de aandeelhouders.
Voor de eerste maal treden onder meer als
bestuurderessen op: mevrouw J. E. van
Citters-Ermerins, mevrouw J. A. Keiser-Van
Sonsbeek, mejuffrouw A. M. Sprenger en mejuf
frouw A. M. de Man.
net bestuur kiest uit zyn midden een voor
zitter, vice voorzitter, secretaris en penning
meester en geniet geene bezoldiging.
Een reservefonds wordt bij de oprichting
dezer vennootschap gevormd door een bedrag,
door de dames: mevrouw Van Citters-Ermerins,
mevrouw Keizer-Van Sonsbeeck, mejuffrouw
Sprenger en mejuffrouw De Man voornoemd,
bestuurderessen der bestaande inrichting voor
ziekenverpleging, daarin gestort, bestaande uit
f 4246.48, op rentegevende wijze belegd. Dit
reservefonds zal worden gebruikt voor herstel
ling, vernieuwing, verandering of uitbreiding
der gebouwen van de inrichting.
Eventueel nadeelige sloten der rekening zullen
daaruit, voor zoover mogelijk, worden gedekt.
Een pensioenfonds wordt bij de oprichting
der vennootschap gevormd door een bedrag,
door de dames bovenvermeld in hare genoemde
qualiteit gestort, bestaande nit f 1555.08, op
rentegevende wijze belegd.
De bepalingen, omtrent het pensioenfonds der
voormalige Vereeniging voor ziekenverpleging
gemaakt, blijven voor dit fonds van kracht.
Door de directie der Nederlandsche Bank
is tot adviseur bij het agentschap Middel
burg, ter vervanging van wijlen den heer
F. G. Sprenger, benoemd de heer mr F. N.
van der Bilt, die, in verband hiermede, ontslag
neemt als lid der commissie van aanslag voor
de bedryfabelas ing.
Op de Londensche kaai alhier zakte
heden middag, bij het graven voor de rioolee-
ring, een kelder in van bet woonhuis H 57.
Die kelder bleek door ouderdom niet meer ia
staat om bij de ontgraving staande te blijven.
Twee toeschouwers vielen in de diepte doch
bleven ongedeerd. Een bewijs te meer voor
het nut van den goeden maatregel om van
gemeentewege te waarschuwen niet te dicht
aan den kant van het gegravene te komen.
De aangerichte schade is zeer gering; bin
nen korten tijd was alles weer opgeruimd en
de pa sage hersteld.
Dat de Zondagavondconcerten steeds meer
en meer in den smaak vallen van het Mid-
delburgsche publiek bewees de talrijke op
komst, die aan het tweede dier concerten gis
teren avond ten deel viel. Wij schatten het
aantal bezoekers op een twaalfhonderd.
Nu, de avond leende er zich uitstekend voor
om in denfraaien, geheel verlichten Schutters-
hoftuin te vertoeven en te genieten van de
goede muziek van ons schutterij muziekkorps
Dat eeu en ander op de juiste waarde ge
schat werd, bleek uit het aandachtig luisteren
en het dankbaar applaus na elk nommer.
Zoo'n enkele moge eens uit den band sprin
gen, weinu, de vroohjkheid kent soms geen
grenzen; en meer dan eens bleek, dat wie een
buitensporigheid wilde begaan juisteen
vreemde mynheer was, die nu geen bijster goed
voorbeeld gaf, hoe men als mijnheer zich ge
dragen moet; en meende voor een toegangs
prijs van 25 cents zich allerlei vrjjbeden te
mogen veroorloven. Het mag wel geconstateerd
worden dat dergelijke, gelukkig zeldzame, ge
beurlijkheden niet plaats hebben door de schuld
van hen, voor wie die concerten hoofdzakelijk
bestemd zijn.
Zaterdag morgen is te W e s f. k a p e II e
voor den dijk, ter hoogte van het licht by
den molen, een lijk aangespoeld, dat reeds in
zoo verren staat van outbimling verkeerde,
dat geen signalement op to geven i». Van de
kleedingstukken zag teen slechts aan de voeten
een paar zwartleeren pantoffels en bruine
kousen. Verder oen blauwe broek, waarineen
knipmes. Het lijk werd spoedig begraven.
Zondag is aldaar geweest de weduwe van
den roeier Van Dilst, uit Viissingen, die onge
veer zes weken geleden verdronken is; wat
uitvoerig door ons is gemeld.
Zij heefc de broek en het mes, di8 men haar
toonde, herkend als afkomstig van haar man.
Thans heeft zy stappen gedaan om vergun
ning te krijgen het lijk naar Viissingen over
te brengen en daar te doen begraven.
Uit Viissingen schrijft men ons
Zie zoo, dat hebben we weer gehad; genoten
zouden sommigen zeggen. Nu is 't maar te
hopen, dat bij 't natellen van het overschot
van de voor kermishouden bestemd geweest
zijnde centen, als er nog geteld kan worden,
blijken zal dat dit genot niet te duur is ge
kocht. Voor hen bijv. die in den nacht van
Zaterdag op Zondag meenden hun lust tot
ruziemaken te moeten botvieren en door hun
onhebbelijk optreden hun medemenschen
slechts Jast bezorgden, zou 't wellicht beter
geweest zijn, als zij de vergaderingen van de
leden der jongelingsvereeniging Gelijk aan
't mosterdzaad aan de IJzeren brug hadden
bijgewoond.
Zooals gewoonlijk met alles, gaat het ook
met de kermisze is spoediger afgebroken dan
opgebouwd; 't boeltje is al zoo goei als op
geruimd.
't Prachtige weer, dat we Zondag hadden,
kwam o. a. der menigte Belgen, hier per stoom
boot Excelsior aangebracht en natuurlijk door
een muziekgezelschap vergezeld, zeer ten goede.
Er heerschte in de concerfzaal van het groote
badhuis, waar zich een 160 dames en heeren
uit Brussel aan drie lange tafels tot een ge-
meenschappelijken maaltijd vereenigd hadden,
een zeer gezellige toon.
Aardig was 't te hooren, hoe men onz?n
koninginnen een dronk wijdde; niet onaardig
zou 't geweest zijn als bijv. eens een lid van
het bestuur van het vreemdelingenverkeer aan
wezig was geweest, om dien dronk te beant
woorden. Een strijkorkest hielp mee om de
prettige stemming te verhoogen, o. a. door het
spelen van ons volkslied.
In de eetzaal van gen oemd badhuis lieten
ongeveer een 60 inwoners van Antwerpen zich
de daar te verkrijgen spy zen blijkbaar wel
smaken. En natuurlijk werd van de gelegen
heid om zich te verfrisschen, druk gebruik
gemaakt.
Wat ons geen verbetering toeschijnt, is dat
men het deel van het strand, waar men van
stoelen kan gebruik maken, door draad heeft
afgezet. Voor de controle over die stoelen
mag dat gewensebt zijn, maar 't ontneemt
toch wel iets aan 't vrije, dat men gewoonlijk
aan 'tstrand denkt te vinden.
De Excelsior lag heden te twaalf uur, met
een groot aantal passagiers aan boord, iu de
sluis om naar Middelburg te stoomen.
Niet ter wille van het groote gewicht, dat
er aan te hechten is, maar wel omdat w'ij 't
heter weten, merken wij op dat de elders ge
noemde datum van aankomst van HU. KK. Uil.
prins en prinses Cbristiaan van Slecswijk llol»
stein de 30a behoort te zijn.
In de laatste 3 a 4 jaren most zich
naar men aan de N. R. Crt. schrijft bet
verschijnsel voordoen, dat er kreeften in de
Oosterschelde gevangen worden, in toe-
uemende mate.
Vooral dezen zomer worden er veel gevangen
en van allerlei leeftijd en grootten. Girca 2
maanden geleden ving iemand een vervaarlijk
grooten; iemand, met kreeften goed bekend,
betuigde nog nimmer zó )'n grooten gezien te
hebben. De vorige week ving men er o. ui.
van 10 a 12 cM. lengte.
Verleden jaar een zeer kleinen van l!/;cM.,
en ook dry vende eieren heeft men toen gezien.
Eokele dagen bad iemand een broed- of
moerkreeft, geheel geladen, van onder met don
kergroene eitjes, ter grootte van jacbt-bagel-
korrels, z. g. n. patrijzeuhagel.
Deze is te Ierseke in een oesterput opgebor
gen, in de hoop dat het broed daarin tot ver
dere ontwikkeling kom-n zal.
Een paar jaar geleden schreef iemand „Als
de ansjovis weggaat, wie weet, kreeft komt er
dan in de Oosterschelde."
Dat werd toen door velen nog al voorbarig
gevonden; van dezen echter zijn er velen ge