MIDDELB11RGSCHE COURANT.
23 Juli.
N°. 171.
141° Jaargang,
1898.
Zaterdag
Zondagsscholen.
UIT STADIÈN'PROVINCIE.
Deie courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers koston 5 cent.
Thermometer
Middelburg 22 Juli 8 u. vm. 69 gr. 12 u 77 gr.,
*v. i u. 78 gr. T. Verw. zw. Z. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éést uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Adiert-ontiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere familieberichten ea
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regi
Grooto letters naar de plaats die zij inneinon.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectlissen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te
Amsterdam A. de La Mar Azn.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 22 Juli.
Op het Donderdag, ter gelegenheid van de
Nationale tentoonstelling van'
vrouwenarbeid, te 's-Hagegehouden con
gres den laataten dag waarop „het maat
schappelijk werk" werd besproken leidde
mejuffrouw Manette de Fauvage van Utrecht
het onderwerp „Zondagsscholen" in.
Zg verdedigde daarbij de volgende stellingen
1*' Het doel der Zondagsschool is het in het
kind wekken van het geestelijk leven;
2°. de Zondagsschool is gebiedend noodza
kelijk omdat: a. niet of nog niet alle ouders
dat werk zelf kunnen verrichten en elk kind
geestelijk ontwaken moet; b. reeds vroeg en
ook in religieuse dingen het gemeenschapsge
voel opgewekt moet worden
3°. uit het Zondagsschool-onderwijs vloeit
voort pogen om het kind en het gezin physiek
en maatschappelijk vooruit te brengen
4°. het Zondagsschool-werk is eigenaardig
vrouwelijk werk, als vervangend of aanvullend
het werk der moeder.
Mej. Marie Jungius sprak overKinderbond
en humanitarisme met de stelling het is wen-
schelijk dat in het algemeen de gemoedsont
wikkeling van bet kind dieper en ruimer
worde opgevat.
Dit zQn zeker twee voor ons maatschappelijk
leven belangrijke onderwerpen, die nauw met
elkaar in verband staan. Het is daarom, dat
wij ook op de bespreking daarvan, aan de
hand van bet verslag in de Hollandsche bladeD
steeds afkomstig van een en denzelfden
schrijver de aandacht onzer lezers willen
Mej. Fauvage dan gaf zoo lezen wij
in haar toeliehting een beeld van het doel-der
Zondagsschool, gevende religie, d. i. poëzie,
sprankelend en opwekkend tot leven. Het wak
ker roepen van hetgeen in het kind nog
sluimert voor poëzie en gelooven, door den harte-
klop van ons geloofsleven en onze overtuiging,
niet met feiten en tekBten, maar door algemeene
ontwikkeling tot het begrip, dat in de wereld
een vluchtplek is, tot dat van het zijn van
kind van God, is bet streven van de ten on
rechte als school gekarakteriseerde Zondags
bijeenkomsten voor kinderen. Geen kennis
verspreiden, maar het bewustzijn wekken van
gebonden te zijn aan de eeuwige bron van het
bestaan, is het streven der Zondagsschool.
In zeer boeienden, dichterlijken vorm werden
deze beginselen door de inleidster uitgewerkt.
Tal van kinderen zouden van die levensvoor
waarden verstoken zijn zonder die school, welke,
juist omdat zij door leeken wordt gehouden,
de kinderen nader brengt tot godsdienstig leven,
en tot" opwekken van tiet gemeenschapsgevoel
door het verkeer met elkander. Van der kin
deren gemoedsindrukken tijdens de lessen gaf
mej. Fauvage een welsprekende schets.
De bevrediging van het geestelijk leven
wordt door materieelen nood belemmerd. Dien
te helpen wegnemen moet ook doel zijn der
Zondagsschool.jWat het individu ten goede komt,
hem vrij maakt en bewust, kan niet anders
zijn dan een zegen voor de gemeenschap.
De geestelijke taak der moeder, aan wie is
toevertrouwd een stukje wereld, maakte ver
volgens het onderwerp uit van het gedicht in
proza der inleidster. Deze geestelijke zijde van
bet moederschap is voor geen enkele moeder
gesloten, maar waar de omstandigheden die
kracht verdrukken, ontkennen of miskennen
is de Zondagsschool daar, als voorbereiding tot
den nieuwen dag.
De oud-hoogleeraar in de oogheelkunde, de
heer Gunning, meende dat de inleidster het
fntellectueele van het Zondagsschool-onderricht
te veel op den achtergrond had gesteld en
bepleitte de wenschelgkheid die school niet op
Zondag te houden. Te Bussum heelt daarover
een soort plebisciet plaats gehad. Vijftig per
cent der ouders waren voor den Zaterdag.
Voorts betoogde hij, dat de Zondagsschool een
zooveel mogelijk selfsupporting karakter moet
dragen; er dient iets voor te worden betaald,
dan zal 't beter worden gewaardeerd. De heer
Gunning betuigde ten slotte dank aan de
inleidster, 't betreurende, dat zoo weinig mannen
haar nobele woorden hebben gehoord.
Jonkvr. Hogendorp wilde, na een dertig
jarige ervaring, verklaren, dat zij verplaatsing
van de Zondagsschool naar een anderen dag
zou betreurenmej. Kuenen zeide, dat te Lei
den bijdragen van ouders worden opgehaald in
bussen, en mej. De Fauvage deed in haar
repliek o.a. uitkomen, dat zij schoolgeld niet
wenschelijk acht.
MèjMarie Jungius, haar stelling toelichtende,
zeide dat de Nederlandsche Kinderbond. ten
doel heeft bij de kinderen rechtvaardigheid en
medegevoel voor al wat leeft te bevorderen, hen
te leeren steunen,lief hebben en eerbiedigen al wat
leeft. Zij trad daarbij in een beschouwing van
het humanitair beginsel, dat meelij vraagt voor
het levende en toekomende geslacht in alle
opzichten en omstandigheden. Reeds zijn er
voorteekenen van het teerdeder worden onzer
ziel tegenover nooden en behoeften, tegenover
mensch en dier.
Na van de inrichting van den Bond en haar
wijze van werken in de afdeelingen door bijeen
komsten met kinderen een overzicht te hebben
gegeven, en een schets van het opwekken van
meêgevoel, van afstand doen van machtsmis
bruik tegenover al wat zwak is, kwam mej.
Jungius tot de argumentatie, reeds den vorigen
dag in een toespraak tegen vivisectie ontwikkeld.
Zy had daarbij o. a. geschetst de martelingen,
het lijden der duizenden en duizenden dieren,
slachtoffers der menschelijke eigenbaat. Derge
lijke folteringen voor een vermeend heil mogen,
volgens haar, niet wprden geduld. Onze ge
zondheid en genot moeten wij niet zoeken ten
koste van wat leeft en voelt. De wetenschap
pelijke zijde der kwestie werd. toen door haar
slechts aangeroerd, om de namen te noemen
van geneeskundigen in Duitschland, België,
Engeland, Amerika en Rusland, benevens voor
ons land die van dr Frederik van Eeden, die
vivisectie bestrijden. Volgens haar toch wordt
elke humanitaire hervorming verkregen door
leeken, en moest de vivisectie, gevolg van on
nauwkeurig kennen en gebrekkig liefhebben,
door hen in de eerste plaats worden bestreden.
Mej. Jungius besprak daarna Donderdag een
reeks van punten uit het programma van den
Kinderbondwaarbij zij opmerkte, dat het
ernstig streven van den Bond geen afbreuk
doet aan de vroolijkheid der bijeenkomsten.
Bij de bespreking gaf een onderwijzeres als
hare meening te kennen, dat voor de ontwik
keling der kinderen in den geest van den
Kinderbond de gewone school en de Zondags
school voldoende zijn, een beschouwing door
mej. Jungius op grond harer ervaring als
onderwijzeres bestreden. De school kan veel
doen, maar niet alles wat in^dit opzicht gedaan
worden moet en kan.
Onze belangstelling voor bovenstaande on
derwerpen dwingt ons tot een enkele opmer
king. Zg betreft echter meer de Zondagsscho
len dan den Kinderbond, waarvan wij meer
zouden moeten weten dan wij nu doen, willen
wij daarover een oordeel uitspreken.
Over die Zondagsscholen hebben wg al
meermalen onze meening gezegd; maar eene
herhaling daarvan is bij deze gelegenheid zeker
niet te onpas.
Een algemeen bezwaar tegen die scholen
onzerzgds komt neer op dezelfde bedenking,
door den beer Gunning gemaakten het deed
ons genoegen uit zijne mededeeliugen te zien,
dat in Bussum reeds een uitspraak was ge
vallen niet ten gunste van den Zondag.
Men legt op dien dag weêr beslag op de
kinderen, ten nadeele van hen zeiven en van
het gezinsleven.
Wie weet hoe de kleinen de geheele week
met de school en bgzondere lessen bezig zgn,
kan en mag het, dunkt ons, niet goedkeuren
dat zij ook 's Zondags in beslag worden geno
men om tot leeren en luisteren te worden
gedwongen.
Uitspanning, ontspanning, beweging, wan
delen in de vrije lucht, het bevorderen van
het ook voor de kinderen zoo heerlijk idee
eens vrg te zijn, en niet weêr naar een school
te moeten, zij op dien dag hoofdzaak
Maar bovendienterwyi in de week voor
nauwere aanraking tnsschen ouders en kinderen
weinig gelegenheid isde eersten hunne bezig
heden hebben en de laatsten, behalve door de
school, door andere zaken in beslag worden
genomen, is de Zondag daar om hen meer tot
elkaar te brengen, met elkander te doen om
gaan, elkander nader te leeren kennen.
By het algemeen streven om den Zondag tot
een dag van rust en ontspanning in welken
zin ook, maar in elk geval in eene goede be-
teekenis te stempelen ligt in die Zon
dagsscholen voor ons altijd iets tegenstrgdigs
met dat goede pogen.
En in elk geval verkorten zy de vrijheid
der beweging van gezinnen en kinderen om op
dien dag eens, zoo mogelgk onbekommerd en
prettig, vrij te genieten.
En waar dat in de week al ruimschoots het
geval is, moest men op Zondag den dag vry
laten.
Nu weten wij wel, dat er kinderen zijn, die
van al die heerlijkheden op Zondag niet veel
ontdekkenvoor wie het huiselijk leven niet
veel waarde beeft en het bijwonen der Zondags
school misschien een welkome afleiding is. Maar
dat zijn uitzonderingen. En voor hen zijn in
de week tocb ook wel uren te vinden om hen
te onderrichten, en iets goeds te leeren.
Voor hen blgft dit hetzelfde; en men mag
toch om hunnentwil niet anderen dwingen een
deel van hun Zondag op te offeren.
De vraag blijft ook bij ons altgdzijn naast
het catechetisch onderwys die scholen nog zoo
noodig Is het eerste zoo onvoldoende, dat de
laatste het moeten aanvullen Of dienen die
scholen als voorbereiding voor de catechisatiën?
In het laatste geval is er, dunkt ons, tocb
ook geen bezwaar om den wenk van den oud-
hoogleeraar Gunning op te volgen.
Een tweede, meer bgzondere bedenking geldt
de kwestie, door ons by de bespreking van
het godsdienstonderwgs op de scholen, tegen
over Het Vaderland aangevoerd.
Het nut van zulke Zondagsscholen hangt
naar onze meening geheel af van de vraag
wat daar geleerd wordt
Laat ons zonder omwegen de eenvoudige
waarheid zeggen, dat die Zondagsscholen,in de
laatste jaren meer en meer zijn toegenomen,
ook als gevolg van de strijd op kerkeiyk
gebied. De orthodoxe party is, als wg ons
niet vergissen, daarmee begonnenen de mo-
dernen hebben het voorbeeld in deze gevolgd.
Het is daarmee gegaan als met de dank- en
bededagen; waarbg de een de andere is ge
volgd, nit vrees de rij der volgelingen te
zien verminderen.
En al blgft dat navolgen bedenkelijk, omdat
men niet vooruit weet hoéver men in deze
gaan zal, niet te weerspreken is het feit, dat
ook in deze de noodzakelijkheid vaak daartoe
dwingt.
Dit erkennende, zg men echter voorzichtig
met alles over éen kam te scheren en ook over
die Zondagscholen in het algemeen een
gunstig oordeel uit te spreken.
Er is hierbij ook veel kaf onder het koren.
Als men die scholen dienstbaar maakte aan
het verkondigen der edele principes, waarvoor
de dames De Fauvage en Jungius een pleidooi
leverdenwanneer men daar leert al wat
algemeene menschenliefde kan bevorderenwat
de jeugd vatbaar maken kan voor een ruime
levensopvatting en haar afkeerig doet zgn van
godsdiensthaat en dweperij dan afgeschei
den van den dag waarop men ze wil houden
erkennen wij ook het nut van scholen, waar
men het kinderlijk gemoed voor al dat goede
ontvankelijk maakt.
Onze minister van binnenlandsche zaken.
La Revue diplomatique bevat een levensschets
van mr H. Goeman Borgesius, met diens zeer
goed geslaagd portret. Toen na de verkiezingen
van 1897, het gevaar voor de invoering van
protectionistische maatregelen was gebleken
aldus wordt gezegd het ministerie Piersou
aan het bewind kwam, en zoovele moeilgk op
te lossen sociale vraagstukken volksvertegen
woordiging en regeering zouden moeten bezig
houden, werd den heer Borgesius de portefeuille
van binnenlandsche zaken toevertrouwd. Door
zijnen ontwikkelden geest en breede inzichten,
gepaard aan een sterk ontwikkeld bewustzijn
der eischen van het moderne leven en daar
mede verband houdende, door de sociale rege
ling gebodene maatregelen in vooruitstrevende
richting, was hij, de toenmalige leider der libe
rale partij, daarvoor de aangewezen man. Zijn
loopbaan begonnen als hoofdredacteur van het
orgaan der vooruitstrevende liberalen, Het Vad.,
werd bij op 30jarigen leeftijd tot afgevaardigde
gekozen. Wijsgeer, schrijver en staatsman
tevens, is hij begaafd met een zeldzaam talent
als redenaar. Steeds helder, logisch en overtui
gend in zgne betoogen, wordt hem altyd het
oor geleend door alle leden der vertegenwoor
diging, onverschillig hunne richting. Het was
daaraan dat hij in 1897, na invoering van een
meer uitgebreid kiesreeht, zgne herkiezing had
te danken, met overgroote meerderheid. De
heer Pierson zou bij de vorming van het
staande kabinet moeilgk beter medewerker
hebben kunnen kiezen, dan den heer Goeman
Borgesius.
GENERAAL VETTER.
De Semarangsche Locomotief, onder redactie
van mr P. Brooshoolt, bevat in baar nummer
van 17 Juni jl. de volgende verklaring van
negen te Semarang algemeen .geachte heeren:
„De ondergeteekenden verklaren, dat de hoofd
redacteur der Locomotief hun schriftelijke me
dedeelingen nit volkomen vertrouwbare hron
heeft ter inzage gegeven, waaruit overtuigend
blijkt
lo dat het in De Locomotief van 18 Februari
jl. opgenomen telegram van generaal Vetter,
den 28en Augustus 1894 geseind uit Boeleleng,
het eerste telegram is, van dien géneraal ont
vangen na den overval onzer troepen;
2o. dat geen telegram of geschrift bestaat,
waarin door den gouverneur-generaal bevel werd
gegeven om op Lombok te blijven, met de be
doeling Tjakra in het volgend seizoen te be
stormen
3o. dat ook overigens aan generaal Vetter
is gelaten volle vrijheid van handelen in de
uitvoering der operatie-plannen en de geheele
verantwoordelgkheid voor de wijze dier uit
voering.
Mr B. Nijman, officier v. justitie; P. H.
Soeterfl, president v/d Kamer v. Kooph.mr C.
W. baron v. Heeckeren, landsadvokaatJ. J.
van Oosterzee, luit.-kol. comm. der Semarang
sche schutterij0. Netscher, inspecteur v.
finantiën; J. G. L. Houthuysen, t. v. notaris;
J. F. H. de Vignon van de Velde, agent v/d
Javasche bankJ. A. van der Loeff, lid G. C.
T. v. Dorp Co.A. A. J. Krüsemann, proc.
Mirandoüe Voflte Co."
Door deze mededeeling in het Indische blad,
die wij op verzoek in ons blad opnemen,
wordt dus ten volle bevestigd alles wat wg
vroeger te dezer zake opmerkten.
Trouwens, ook generaal Vetter zelf had in
deze juist reeds een verklaring afgelegd welke
allen twijfel uitsloot.
A T J E H.
De Indische mail gedagteekend 21 Juni
bracht o. a. het officieele verslag omtrent de
gebeurtenissen in het gonvernemet Atjeh en
Onderhoorigheden, loopende van 31 Mei toten
met 6 Juni.
Ten onrechte werd in het voorlaatste verslag
de terugkeer gemeld van Iman Tjoet-van
Kroeng Kala in Lehong; hij werd onderweg
ingehaald door T. Oemar's getrouwen aanhanger
T. Ripin, waarnemend Imam van Lam Soedjin
(Lehong), en naar Garoet teruggebracht.
Bij eene poging van den waarnemend civiel
gezaghebber van Lepong om in den nacht van
3 op 4 Juni Pang Abas, alsook de bekende
volgelingen van T. Oemar Bang HiemenSjech
Moed in Paroi op te lichten, werden alleen de
beide laatstgenoemden aangetroffen en gearre
steerd en een bg hen aangetroffen Beaumont-
en een voorlaadgeweer in beslag genomen.
De bende, welke zich in de omstreken van
den Glé-Taroempas en Boekiet Seboen ophield,
is waarschijnlijk wegens het niet opdagen van
de aangewezen leiders eener beweging in de
XXV moekims, t. w. T. Gedong en Panglima
Karin, die Oemar in verband met ons optreden
in Pedir liefst bij zich wilde houden, onver
richter zake naar het berggebied der VII moe
kims Baid afgetrokken.
Wat de weersgesteldheid betreft, valt te mel
den dat het op Groot-Atjeh dagelijks en zeer
veel regende welke regens nu en dan verge
zeld gingen van hevigen wind.
In de Pedir-streek was het in de laatste helft
der maand Mei vrij regenachtig.
Op de Westkust viel Bteeds veel regen. De
zware golfslag op het strand voor onze vesti
ging bracht gelukkig weinig schade toe. Met
het maken eener nieuwe beschoeiing is een
aanvang gemaakt.
De gezondheidstoestand was vrg guDstig.
De veeziekte heeft in Zuid-Lebong, Kroeng
Kata en Paroi groote verwoestingen aangericht
en nagenoeg den geheelen veestapel vernietigd.
BMOEMIHUEA ENZ,
Bij kon. besluit:
is benoemd aan het dep. van justitie, met
ingang van 1 AuguBtus, tot adjunct-inBpecteur
by het gevangeniswezen (voor den arbeid) B.
P. Huurman, architect te 's Gravenhage;
zijn bevorderd tot luit. t/z. 2e kl. de adel
borsten le kl.A. E. Thierens, J. A. Wichers
Hoeth, L. Kloos, A. F. Hansen, P. Lagaay,
H. L. A. M. Camp, H. J. Pek, E. M. J. Che
valier, H. B. L. Braam, J. C. F. Hooykaas, O.
van Slooten, A. L. Boeser, A. M. Kan, A. F.
Folkersma, jhr P. A. Prins en J. F. C. van
Schreven
zgn bij het korps mariniers bevorderd tot
eerste-lnit. de tweede-luit. J. G. Gruschke, J
J. C. de Koek, J. C. de Koek van Leeuwen
en J. U. J. Romswinckel.
Nederlandsche Handel maatschappij.
De regeering heeft, ter vervanging van de
bestaande overeenkomst, die in 1897 is opgezegd,
eene nieuwe overeenkomst, met de Nederlandsche
Handelmaatschappij gesloten, ter bekrachtiging
aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze
nieuwe overeenkomst zal op 1 Januari 1900 in
Zoo als btweeid trad in het Treokblad Iiunlinde
van 3 Mei jl.
werking treden en wykt in zoover van de
tegenwoordige af1° dat, boewei voor den tgd
van 5 jaren (van 1 Jan. 1900 tot en met uit0
Dec. 1904) aangegaan, elk der partyen de be
voegdheid heeft om haar, mits tydig opzeggende,
met elk jaar te doen eindigen, terwijl het
beding eener stilzwijgende verlenging is weg
gelaten; 2° dat het waarborgkapitaal, groot 5
millioen, niet van de Nederlandsche Handel
maatschappij wordt gevorderd.
Nu wij midden in het reiszeizoen zijn,
herinneren wij nog eens aan de reisbelasting.
Met de ontvangst van giften voor dit doel
heeft zich te Middelburg, blijkens eene
aankondiging in dit nommer, tijdelijk belast
mejuffrouw M. Fokker, Houtkaai.
In de Donderdag gehouden vergadering
van de Vereemging tot bevordering van goede
voorstellingen op kunstgebied te Middelburg
werd het jaarverslag over 1897/98 uitgebracht.
Het luidde als volgt
„Op de algemeene vergadering van 15 Juli
1897 werd het volgende besluit genomen:
„„Het is gewenscht eiken winter een zeker
aantal goede voorstellingen te geven, op het
gevaar af dat de leden aan het eind van elk
seizoen in een eenigszins belangrijk tekort heb
ben te voorzien.""
„Reedsin Juli ,werd toen afgesloten met den
Algemeenen Muziekhandel voor een concert door
Messchaerts vocaalkwartet op 7 Oct., Heer-
mann's trio op 10 Nov. en met Le Gras en
Haspels voor een tooneelvoorstelling op 4
November.
Oppervlakkig zon men zeggen dat dit „„tydig
afsluiten"" en dientengevolge ook „vroeg ad ver
teeren"" de aandacht van het uitgaand publiek
meer dan anders trekken zou. De ondervinding
heeft anders geleerdwij werden teleurgesteld
in onze verwachting omtrent goede financieele
uitkomsten, voornamelgk wat betrof de tooneel
voorstelling. De ZVfoK-schouwburg toch annon
ceerde op hare Igat voor abonnées als eerste
voorstelling Qringoire en Krelis Louwen, doch
adverteert eerst twee dagen vóór hare eerste
voorstelling dat De Zwerver zal gegeven wor
den. Dit was voor ons een groote teleurstelling,
daar Le Gras en Haspels ook dit stuk voor
hun optreden hier hadden bestemd. Wg durf
den toen De Zwerver een week later niet aan
en verzochten om een ander stuk. Dominee
Broze werd toen glings in studie genomen.
Het tekort op deze voorstelling is f 210.97.
Ook het Heermann-trio had ie kampen met
de groote concurrentie van muziek- en comedie-
gezelschappen, die, door ons vroegtijdig adver-
teeren, vele vrije avonden vóór ons concert in
beslag namen. Het tekort op dit concert is
f 175.40.
Alleen het concert van Messchaerts vocaal
kwartet leverde een batig Baldo, echter veel
minder dan wij hadden verwachthet bedroeg
slechts f 12.33.
Het door de leden te betalen tekort be
draagt, volgens de rekening van den penning
meester, f 8.30 per hoofd."
Met het oog op het aanzienlgk tekort werd
door de vergadering in beginsel besloten eene
afwachtende houding aan te i
Aan het examen tot toelating voor het
reservekader, dat Donderdag alhier werd af
genomen, namen 14 ad spiranten deel waarvan
8 zijn geslaagd.
- De kapitein A. J. Gronstra, van het le
reg. infanterie, die bg het 3e regiment is over
geplaatst, blgft voorloopig by het departement
van oorlog gedetacheerd, en is ingedeeld by
de 2e compagnie, 2e bataljon te Middelburg.
- De stafmuziek van het 3e regiment in
fanterie maakte heden ochtend met het hierin
garnizoen liggend bataljon dat zij nabij het
station afhaalde, eene wandeling door de ge
meente.
- Naar men ons uit Vlissingen meldt,
moet het resultaat van het nemen an proeven
ouder water met electriBch licht, dat, zooals
gemeld, Donderdag aan de buitcnsluizen plaats
had, en waarbg o. m. ook de hoofd-ingenieur
van den rijkswaterstaat tegenwoordig was,
slechts pover zijn.
Omtrent de Ostender vischsloep, verleden
week in den nacht van Woensdag op Donder
dag te Westkapelie voor den wal gezon
ken, meldt men ons, dat zg ligt tusschen de
paalhoofden 19 en 20 vaa 't Züiderstrand, d. i.
tusschen het 2e en 3e paalhoofd, komende van
den bant van Zoutelande.
Donderdag ontdekte men, met de peilboot
Westkapelie daar langs varende, bg laagwater
den top van de steng, een palm nauwelijks
boven het water uitstekende. Het water was
bij peiling 17.M, diep; het schip zit, een 120
M, uit den wal by laagwater,gevaarlijk voor
de visschersschepen, tjalken en loodskotters.