MIDDELRURGSCHE COllRANT.
N°. 169.
141s Jaargang.
1898.
Donderdag
21 Juli.
Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 20 Juli 8 u. vm. 63 gr. 12 n 70 gr.,
»v. 4 n. 64 gr. F. Verw. N. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
na mm er moeten des middags vóór één uur
aan het bnrean bezorgd zijn.
AdvertentiSn: 20 cent per regel. Goboorte- dood- en alle andere familioberiohten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per re{
Groofce letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten;
Te 's GravenhageDe Gebe. Belinfante tc
Amsterdam A. de La Mae Azn.
Middelburg 20 Juli.
TOYN BEE-WERK.
Het is ons natuurlijk niet mogelijk melding
te maken van alle congressen en vergaderin
gen, di« in den tegenwoordigen tijd in ons land
worden gehouden.
Wij moeten ons bepalen tot die, waarop
punten worden besproken, ook voor onze
provincie of onze naaste omgeving van belang.
Dit is zeker wel het geval met hetgeen
Dinsdag in de congreszaal der Nationale
tentoonstelling van vrouwen-ar
beid te 's Gravenhage is besproken, nl. het
Toynbee-werk. En te meer verdient dit onze
belangstelling om de personen, die de be
spreking inleidden of aan het debat deelnamen.
Het onderwerp werd nl. ingeleid door den
heer F. M. Wibaut van Middelburg, die daarbij
uitging van de volgende stellingen
lo. Toynbee-werk in Nederland wil neutra
liteit betrachten ten opzichte van den klassen
strijd. Dus kan het de arbeidersklasse niet
steunen in haren strgd om een beter leven;
2o leden der bezittende klasse, die beseffen
het goed recht der strijdende arbeidersklasse,
vinden in Toynbee-werk, dat den klassenstrijd
erkent, een waardige taak.
In zijn uiteenzetting deed de heer Wibaut
uitkomen, dat het Toynbee-werk ten onzent
allervriendelijkst is bedoeld, maar niet scherp
gedacht. Werken voor volksontwikkeling is
iets anders dan verbroedering; de onderrich
tende voordrachten, de cursussen, de lessen
brengen daartoe niet. Dit alles is goed herha-
lingsonderwijs op kleine schaal. Voor de eigen
lijke Toynbee-vrienden is dit aiet het ware.
Het leidt niet tot omgang tusschen rijken en
armen op gelijken voet.
Van Toynbee's bedoelen en dat zijner voor
gangers gaf spreker een schets. Het verheffen
de en veredelende van persoonlijk verkeer met
de armen, na zich in hunne buurten te hebben
gevestigd, stond daarbij op den voorgrondhet
verbroederen werd na gestreefd.
Toynbee koos geen partij. Zijn navolgers in
Engeland schrijven, dat ze ook dit niet doen,
maar ze doen 't wel. Zij trekken partij voor
de strijdende arbeiders. De heer Wibaut gaf
hiervan voorbeelden.
De Nederlanders big ven neutraal, en staan
niet aan de zijde der arbeiders in hun strijd
naar betere levensvoorwaarden.
Uit geschriften en verslagen, in Engeland en
ten onzent verschenen uit de werkzaamheden
van Toybee-hall en van Ons Huis lichtte
spreker deze meeningen toe.
Naar zijn oordeel is het intieme verkeer tus
schen rijken en armen, het vertrouwen, niet
mogelijk, zonder dat voor den arbeider in zijn
economischen strijd partij wordt gekozen.
Toynbee-werk moet aan „bitterheid" leiding
geven, niet van socialen vrede spreken, zoolang
er sociale oorlog is.
Het door den heer Wibaut gewilde Toynbee-
werk zal ook ondericht geven, evenals nn,
maar 't zal niet smoren het streven naar ge
lijkheid in de voorwaarden van sociale ont
wikkeling, welke ontwikkeling hij van zijn
socialistisch standpunt breedvoerig schetste.
Toynbee-werk moet revolutionnair luide doen
klinken den haat van al wat slecht is in de
maatschappelijke verhoudingen.
De rede van den heer Wibaut, waarvan het
bovenstaande, zeer korte resumé, evenals het
hierna volgende, is ontleend aan de Holland-
sche bladen, werd door een deel der aanwezigen
luide toegejuicht. Mej. Knappert dankte deD
heer Wibaut voor zijn toespraak, er bij op
merkende, dat zijn standpunt zeker niet door
heel de vergadering welke druk was bezocht
werd gedeeld.
De heer Herman Snijders van Middelburg
opende na de pauze de rij der bestrijders van
den heer Wibaut. Hij begon met de opmer
king, dat zeker niet licht iemand te vinden zou
geweest zijn, zoo uitnemend geschikt als de heer
Wibaut, om inzake Toynbee-werk door eene
inleiding aanleiding te geven tot tegenspraak.
Hg verklaarde verder het met dezen totaal on
eens te zijn, noemde diens schets eenzijdig en
teekeude protest aan tégen vele uitdrukkingen
van zijn collega-bestuurslid van het Middel-
burgsche Ons Huis. Al is het Toynbee-werk
begin-werk, nog onvolmaakt, de critiek van
den heer Wibaut verdient 'tniet. Den klas
senstrijd negeert 't niet, maar Toynbee-werk
wil: onderlinge waardeering en achting be
vorderen of aankweeken in den strgd om be
langen 't wil dien strgd gestreden zien zonder
haat en verbittering. Dit doel wordt bereikt
by hen, die tot dusverre te bereiken zijn.
Toenaderende bemiddeling in arbeidsgeschillen
is ook het Toynbee-werk te Middelburg niet
vreemd. Elke stelling van den heer Wibaut werd
door den heer Snijders aan deze grondgedachten
ter bestrijding getoetst. Hij verklaarde daarbij
het bestaan van een klassenstrijd niet te
erkennen, wel een strijd van belangen; wees
op de bracht der socialisten in het afbreken
en op hun gemis aan kracht om daarvoor iets
in de plaats te stellen, hetgeen z. i. ook weder
nit de inleiding van den heer Wibaut bleek,
en schetste ten slotte nog eens Toynbee-werk in
al zijn maatschappelijke beteekenis, opwekkende
tot medewerking aan dat schoone werk inden
strijd van belaDgen.
Mevr. Rutgers-Hoitsema meende dat de Toyn-
bee-beoefenaars de zijde der arbeiders zullen
moeten kiezen, wanneer ze tot oordeelen wor
den geroepen, want deze zijn de verdrukten.
De klassenstrijd bestaatdit bestaan mag
niet worden geloochend.
De heer P. L. Tak van Amsterdam gaf als
zijn overtuiging op grond van ervaring te
kennen, dat Toynbee-werk de illusie moet
laten varen, iets te kunnen bijdragen tot ver
meerdering van gemeenschapsgevoel, 't Kan
overigens nut hebben, maar uit dien hoofde
niet. Daartoe is de omgang te klein, 't Beperkt
zich tot verspreiding van kennis in kleineD
kring, daarbij niet eischend dat de arbeider,
die kennis komt opdoen, zijn karakter met de
parapluie in den bak zet.
De heer Van der Veer, uit 's-Hage, die op
de tentoonstelling van vrouwenarbeid een druk
kerij heefc opgericht, zeide Als Toynbee-werk
is een uiting van den geest van liefde voor
medemenschen, ook buiten Ons Huis, ook buiten
voordracht of les, dan is 't een schoon en edel
werk. Niet wanneer 't beperkt blijft tot die paar
uurtjes per week. Helpt niet een ander, zoolang
ge niet met u zelf in 't reine zijt. Altijd dat
zoeken naar 't materieele lijden, altijd dat
streven naar dat zoogenaamde beter leven,
het materieele. Zoekt eerst het Koninkrijk
Gods en zijne gerechtigheid.
Op grond van ervaring, te Deventer opgedaan,
meende de heer S. Lulofs dat door ontwikke
ling, zooals het Toynbee-werk dat beoogt, de
arbeider gesteund wordt in zijn strijd, 't Zon
hem leed doen als het gesprokene nadeel be
rokkende aan het streven van zoovelen om
daarin mede te werken, en uitbreiding van hun
aantal belette.
Mej. H. Goudsmit van Amsterdam zou het
betreuren, wanneer alleen belijders der sociaal
democratische leer geschikt werden geacht
Toynbeewerk te beoefenen, en daartoe zou het
komen wanneer de neutraliteit, die het werk
eischt, werd opgevat zooals sommigen dit doen.
Mej. Drucker vindt in Toybee opleiding ver
keerd, dat aan mannen en vrouwen niet dezelfde
intellectueele ontwikkeling wordt gegeven.
De heer Van Wijk, predikant te Zwolle, zeide
dat bij al wat de Toynbee-werkers willen weg
nemen, zij stuiten op het ieder-voor-zich stelsel.
Wilt gij slagen met dezen arbeid, helpt het
stelsel omverwerpen, dat het belet. Als het
„vriendelijk bedoelen" geen liefhebberij is,
maar werkelijk meenen, dan komt men ervan
zelf toe. Christus won zijn strijd tegen een
stelsel waaruit nooden en ellenden sproten.
En gij allen strijdt ook tegen een stelsel, tegen
het recht-van-den-sterkste-stelsel, met haat, als
ge de menschen maar niet haat. Zoo opgevat,
niet als klassenstrijd, maar als beginselstrijd,
zal het woord van den heer Wibaut nog beter
worden gewaardeerd, om het allen-voor allen-
stelsel voor te bereiden.
Met een repliek van den heer Wibaut ein
digde de vergadering.
RECHTERLIJKE DWALINCEN.
In verband met de zaak-Hogerhuis verdient
zeker de aandacht de volgende mededeeling,
door het Weekblad van het Recht gedaan:
Wij zijn, wij zouden haast zeggen met ieder
verstandig mensch en bij name met ieder eer
lijk rechter, die op eene eenigszins langdurige
ervaring mag wijzen, ten volle overtuigd van
de mogelijkheid van rechterlijke dwalingen,
ook en niet het minst in strafzaken. Wij heb
ben het dan ook altgd betreurd, dat de gren
zen der revisie van in kracht van gewijsde
gegane uitspraken van den strafrechter door
ons Wetboek van Strafvordering zoo eng zijn
getrokken, terwijl wij hopen en vertrouwen,
dat de herziening van dat wetboek, thans bij
het departement van justitie aanhangig, ons
eindelijk eene verruiming dezer grenzen zal
brengen, een voorbeeld, dat dan spoedig in
de wetgevingen van onze Oost- en West-Indi
sche bezittingen en koloniën moge worden
gevolgd.
Deze overtuiging, die wij nooit onder Btoe-
len of banken geschoven hebben, belet niet, dat
wij in het algemeene maatschappelijke belang
den eerbied voor het gerechtelijke gewijsde
hoog houden en dat wij alzoo, zelf het bestaan
van rechterlijke dwalingen, waar zij niet open
en bloot voor ons liggen, niet licht aannemende,
ook aan anderen in ons blad het woord niet
kunnen geven voor op min of meer hoogen
toon gestelde, maar niet op afdoende w$ze
staafde beschuldigingen van dwalingen, begaan
in rechterlijke gewijsden, die het „schuldig"
over onscbuldigen zouden hebben uitgesproken.
Dit moge verklaren, waarom wij tot nn toe
het stilzwijgen hebben bewaard over de zaak
der gebroeders Hogerhuis, eene zaak, waarover
wij geen eigen meening hebben noch kunnen
hebben, omdat wij het dossier niet kennen en
de debatten, in twee instanties gevoerd, niet
hebben bijgewoond.
Maildienst op Engeland.
De Nederlandsche kamer van Koophandel te
Londen heeft haar meening doen kennen over
het plan um het vertrekuur van de dagmail der
stoomvaartmaatschappij Zeeland uit Londen
van den morgen op den namiddag te verplaatsen.
De kamer was van oordeel, dat de voordeelen
van een dergelijk later vertrek niet zouden
opwegen tegen de nadeelen, die het met zich
zou brengen. Behalve de groote bezwaren, aan
het tot stand komen dier verandering verbonden
zouden slechts Hamburg en de Scandinavische
rijken, voor wie de verbinding met Londen over
Hamburg loopt, er voordeel van ondervinden.
Voor Berlijn zou er geen voordeel in gelegen
zijn, terwijl de verandering ten nadeele zou
strekken van Nederland, Rusland en Zuid-
Duitschland.
De Kamer meende echter, dat het mogelijk
en wenschelijk zou zijn het vertrekuur op 10
uur 's morgens te bepalen in plaats van 8.30,
zooals thans, en zij overwoog de middelen,
waardoor voor deze verandering de medewer
king van Duitschland zou kunnen worden ver-
Verschillend geboren
De Zwolsche Crt. ontving dezer dagen van
een bevriende hand de volgende opmerking,
waarmede zeker velen, evenals wij, geheel
instemmen.
In een Duitsche courant lees ik„Overal in
de wereld worden de menschen op dezelfde
wijs geboren, alleen in Duitschland niet. In
het geboorteland van Kant bestaan verschil
lende soorten van geboren en ia deze straten
loopen de Hochgeboren, de llochwohlgeboren en
de alleen Wohlgeborenen elkaar omver. Zullen
wij deze grootste aller flauwiteiten in de twin
tigste eeuw meenemen?"
Die vraag mag ook bij ons wel eens gedaan
worden. In ons geuzenland blijven wij met
gekke titulaturen bij Dnitschland vooral niet
achter en wie het waagt iemand alleen met
„den Heer" te adresseeren, wordt vrij zeker
voor een lompert gehouden.
Het begint met de „edelheid" „Weledel" is
ieder, die een boord en manchetten draagt;
een simpele luitenant of jong advocaat is reeds
„WelEdelgestreng" en van het „Edelachtbare"
is bij de tegenwoordige samenstelling der ge
meenteraden de distinctie niet weinig afgegaan.
Gelukkig dat voor de meer hooggeplaatsten
nog het „WelEdel/.eergeleerd", het „HoogEdel
gestreng" en het „EdelGrootachtbaar" over
blijft. Maar ook in het geboren zijn doen wij
met onze Hooggeboren, Hoogwelgeboren en
WelEdelgeborenen voor Duitschland niets onder.
In mijn jongenstijd was men niet eens zoo dade
lijk een heer en bestond nog de overgangs
vorm „Heerschap" ('eersköp), zooals nu nog de
wettige huisvrouw van menig Weledele en
Edelachtbare het met den maagdelijken „Juf-
frouw'stitel voor lief moet nemen, (weten de
feministen hier geen raad op?)
De oudere Zwollenaars herinneren zich nog
wel den hier wonenden blikslager, die bij het
passeeren eener acte zijn ongenoegen te ken
nen gaf, dat zijn naam zonder bijvoeging van
„den Heer" voorkwam, 't geen door den notaris
onmiddellijk werd verholpen door het renvooi:
die bg deze verklaart een Heer te zijn."
Zouden wij allen met dat „Heer zgn" ons
niet kunnen tevreden stellen, zooals in Frankrijk
ieder doet? Wg zouden er niet minder van
worden.
A T J E H.
Aan de N. R. C. werd Dinsdag het volgende
„Van Heutsz heeft het overschot der oproe
rige benden van Tapiang geslagen en Noord
waarts van Edi gedreven.
„Op 29 Juni is de luitenant Prensen licht
gewond.
„In Dambesoi zijn vijf vijanden gedood".
(Een officier van dien naam komt in de
naamlijst der officieren niet voor, wel een
luitenant Prinsen, A. J. J. G., Ie luit. infanterie.)
BENOEMOGEN ENZ.
Bij kon. besluit
is toegekend de zilveren eere-medaille (met
de gekruiste zwaarden) der orde van Oranje-
Nassau, aan den administrateur van het mili
tair hospitaal te Deventer C. A. Brandt
is benoemd tot reserve-tweede-luitenant by
het wapen der infanterie en wel by het 5e reg.
inf. de vaandrig E. A. van Berensteyn van
genoemd korps;
Door de arr.-rechtbank te Tiel is, ter ver
vulling van eene vacature van rechter in dat
college, opgemaakt de navolgende alphabetische
lijst van aanbeveling: mr A. Croockewit,kan
tonrechter te Den Helder; mr H. B. van der
Eist, substituut-griffier bij gemelde rechtbank,
en mr A. van de Koppel Gz., griffier bg het
kantongerecht te Gorinchem.
De gewone audiëntie van den minister van
binnenlandsche zaken zal Zaterdag e. k. niet
plaats hebben.
In de St. Crt. van Woensdag is opgenomen
de wet van den 14den Juli 1898, tot regeling
van de wijze, waarop door de daartoe ver
plichte rijksambtenaren ten behoeve van den
Staat zekerheid wordt gesteld.
Surnumerair-staatsspoor.
Met wijziging van de tot dusver bestaande
bepalingen omtrent het surnumerairs-examen by
de 8taatsspoorwegmaat8chappy zullen voortaan
de volgende regelen gelden
lo. Om te kunnen worden toegelaten tot
het examen voor surnumerair moeten de can-
didaten den leettgd van 16 jaren bereikt doch
mogen zij dien van 23 jaren niet overschreden
hebben.
2o. Aan het personeel, dat den leeftijd van
23 jaren reeds heeft overschreden, of dien
leeftijd vóór na te melden datum zal bereiken,
wordt alsnog uiterlijk tot 1 Januari 1900 de
gelegenheid opengesteld aan het surnumerairs
examen deel te nemen, met dien verstande dat
zg, die vóór dien datum niet aan de eischen
van het volledig examen voldoen, later niet
meer tot het afleggen van examen worden
toegelaten.
Deze bepaling heeft ook betrekking op de
ambtenaren, die, na voldaan te hebben aan de
eischen van gedeelte A van het vroeger ge
splitste surnumerairs-examen, later benoemd
zijn tot klerk of klerk-telegrafist, doch gedeelte
B van dat examen nog niet, of niet met goed
gevolg hebben afgelegd.
3o. De sub. 2 bedoelde gunstige bepaling ie
niet van toepassing op personen, die na 15
Juli 1898 in dienst worden genomen en den
leeftijd van 23 jaren reeds hebben overschreden,
of dien leeftijd vóór 1 Januari 1900 zullen be
reiken. Deze personen kunnen, overeenkomstig
het hierboven sub. lo bepaalde, niet meer tot
deelneming aan het surnumerairs examen wor
den toegelaten.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Uit het garnizoen Middelburg ver
trekken morgen 2 kapiteins, 4 luitenants en
16 onderofficieren naar Bunnik (Utrecht), om
deel te nemen aan de kadermanoeuvres in de
Nieuwe Hollandsche Waterlinie.
De heer J. L. Hulsenboom, volontair bij
de politie te G o e s, is benoemd tot klerk bij
de politie te Haarlem.
1Men meldt ons uit Goes:
De verzending van kruis- of stekbessen uit
onze omgeving is afgeloopen. Een alhier goed
bekende kweeker verzond in de afgeloopen
weken 32.000 kilo's voor de Engelsche markt
Ruim 200 personen van het zwakke geslacht
zijn thans bezig de zwarte bessen te plukken.
Vrouwen en meisjes worden met wagens naar
de bosschen gebracht om dit werk te verrichten,
Terwgl te Ierseke een voerman meer
lette op een joDgen, die aan zijn met koopwaren
beladen wagen hing, dan op zijn voertuig, ge
raakten kar en paard in de sloot. Van eenige
honderden eieren, die opgeladen wareD, braken
er heel wat. Gelukkig was er geen andere
schade te betreuren.
- Doordat men een verfpot op de mest
vaalt had schoongemaakt, zijn bij den land
bouwer L. v. Fr. te W a a r d e 26 kippen aan
loodvergiftiging gestorven.
En, als een nieuw bewijs dat een ongeluk
nooit alleen komt, denzelfden avond kreeg bij
een jongen met een gebroken arm thuis.
In dezelfde gemeente viel Dinsdag avond een
meisje van een wagenmaker in de werkplaats
over eenen dissel, waardoor het eene diepe
wond in het heen bekwam.
Volgens mededeeling van den inspecteur
over het loodswezen in het 4de en 5de district,
do. 16 dezer, zijn van het 0.- en W.-Hellegat,
Zeegat van Brouwershaven, 5dedistrict,
de navolgende tonnen verlegd
a. Van het O.-Hellegat
De rood en zwart horizontaal gestreepte
kogelton no 7 met kegel, in 54 d.M. water, op
ongeveer 51° 42' 29" NB. en 0° 30' 2" WL.
b. Van het W.-Hellegat:
le. De stompe ton no 1, in 39 d.M. water,
op ongeveer 51° 40' 30" NB. en 0* 30'56" WL.
2e. De stompe ton no 7, in 48 d.M. water,
op ongeveer 51° 42' 15" NB. en 0° 30' 22" WL.
Te Koewacht zgn sinds Zondag de
leden van eenige huisgezinnen na het eten van
vleescb, afkomstig van een, door een land
bouwer aldaar geslachte koe, zoo ongesteld
geworden, dat bij enkelen direct geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen. Allen leden
aan hevige buikpijnen. Zelfs een hond mocht
een portie kluifjes ook niet goed bekomen
by werd eveneens ziek.
HET HUT.
Onder voorzitterschap van den heer L. K.
van der Harst JJz. werd Dinsdag avond in
een der lokalen van de sociëteit De Vérgenoe-
ging alhier eene vergadering gehouden van
leden van het departement Middelburg der
Maatschappij Tot Nut van 't algemeen.
De voorzitter opende de, als gewooniyk
slechts door enkele leden bygewoonde, bgeen-
komst met een woord van weemoedige herin
nering aan den hooggeschatten medebestuurder,
wglen den heer F. G. Sprenger, die op zoo
onverwachte wijze een plaats als lid van het
bestuur heeft open gelaten.
„Ik heb" zoo zeide de voorzitter een
woord van weemoedige herinnering geuit aan
de geopende groeve, daar sprekende nit naam
van het bes'uur en naar ik hoop van u. Ik
verzoek u even met mij van uwe plaatsen op
te staan en zoodoende hulde te brengen aan
hem die heefc getoond steeds in de ware be
teekenis van bet woord mensch te hebben
willen zgn."
Deze woorden werden met instemming begroet.
Na lezing en goedkeuring der notulen, werd
mededeeling gedaan van eenige ingekomen
stukken. Daaronder behoorde bericht van de
heeren Vogel en Van de Ree, dat zij hunne
benoeming als leden van de commissiën voor
de volksbibliotheek en de bewaarschool hebben
aangenomen.
Verder werd mededeeling gedaan van een
schrgven van de familie van den heer F. G.
Sprenger, houdende bericht van diens overlijden.
e missive is met een brief van rouwbeklag
beantwoord.
Nog werd van de bestuurstafel kennis ge
geven dat de pogingen, in vereenigitg met Ons
Huis aangewend, om hier een kookcursus te
bonden, zijn geslaagd dat een geschikte locali-
teit is gevonden en eene onderwijzeres is be
noemd. Deze zaak is dus in orde gekomen en
de hoop wordt gekoesterd dat zy goede vruch
ten zal opleveren.
Daarna was aan de orde de verkiezing van
een bestuurslid, ter voorzieniug in de vacature,
ontstaan door het overlijden van den heer F. G.
Sprenger. Aanbevolen werden de heeren C. L.
van Woelderen en J. A. Altorffer. Eerstge
noemde werd met algemeene (7) stemmen be
noemd.
Eindelijk werd door den afgevaardigde ter
algemeene vergadering, den heer J. A. Altorffer,
vérslag uitgebracht omtrent het daar verhan
delde. Nadat hem dauk was gezegd voor zgn
rapport, werd de vergadering gesloten.
ONDERWIJS.
De heer H. J. van N ederveen van M i d-
d e 1 b u r g heeft te Utrecht met goed gevolg
examen gedaan als rijksveearts.
- Voor de hoofdakte zijn te Breda o. a.
geslaagd de heeren I. J. E. Feleus van Kat-
tendijke en K F. Immens van Oostburg
en te Arnhem mej. G. Elshout van Gorinchem.
Mej. M. A. Jansen te Kruiningen
komt als no. 3 voor op de voordracht voor
onderwijzeres aan eene openbare school te
Alblasserdam.
LETTEREN EN KUNST.
Reeds eenigen tijd ligt op onze schrijftafel
een zeer lezenswaardig verhaal, in net gewaad
gestoken. Het draagt tot titelDe ballingen
door M. W. Maclame Pont.
Als wij ons goed herinneren is het te voren
opgenomen in Eigen Haard en wezen wij des
tijds reeds daarop en vooral op de betuiging
van erkentelijkheid, door den schryver gericht
tot eenige autoriteiten in Zeeuwsch-Vlaanderen
W. D., die hem behulpzaam waren bij het raad
plegen van verschillende bronnen.
Of nu, wat uit die bronnen werd geput, goed
en juist is aangewend of het verhaal op zuiver
geschiedkundige grondslagen rust; of ter wille
van het onderhoudende soms niet te veel van
het historische is opgeofferddat alles kunnen
wij niet beoordeelen.
Wel weten wij, dat het onderhoudend is
geschreven en ons bij de lectuur veel genot
verschafte. Uit de geschiedenis van die Salz-
burgers, die vervolgden om den geloofswille,
met hunne ervaringen in Groede, Cadzand,
Breskens; met hunne eigenaardigheden en
tekortkomingen, die burgemeester Boogaert zoo
typisch deed zeggen: „Kom, kom, martelaars
zijn daarom nog geen heiligennit die ge
schiedenis valt ook nog heel wat te leeren,