MIDDELRURGSCHE COllRANT. N°. 169. 141s Jaargang. 1898. Donderdag 21 Juli. Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 20 Juli 8 u. vm. 63 gr. 12 n 70 gr., »v. 4 n. 64 gr. F. Verw. N. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend na mm er moeten des middags vóór één uur aan het bnrean bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Goboorte- dood- en alle andere familioberiohten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per re{ Groofce letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten; Te 's GravenhageDe Gebe. Belinfante tc Amsterdam A. de La Mae Azn. Middelburg 20 Juli. TOYN BEE-WERK. Het is ons natuurlijk niet mogelijk melding te maken van alle congressen en vergaderin gen, di« in den tegenwoordigen tijd in ons land worden gehouden. Wij moeten ons bepalen tot die, waarop punten worden besproken, ook voor onze provincie of onze naaste omgeving van belang. Dit is zeker wel het geval met hetgeen Dinsdag in de congreszaal der Nationale tentoonstelling van vrouwen-ar beid te 's Gravenhage is besproken, nl. het Toynbee-werk. En te meer verdient dit onze belangstelling om de personen, die de be spreking inleidden of aan het debat deelnamen. Het onderwerp werd nl. ingeleid door den heer F. M. Wibaut van Middelburg, die daarbij uitging van de volgende stellingen lo. Toynbee-werk in Nederland wil neutra liteit betrachten ten opzichte van den klassen strijd. Dus kan het de arbeidersklasse niet steunen in haren strgd om een beter leven; 2o leden der bezittende klasse, die beseffen het goed recht der strijdende arbeidersklasse, vinden in Toynbee-werk, dat den klassenstrijd erkent, een waardige taak. In zijn uiteenzetting deed de heer Wibaut uitkomen, dat het Toynbee-werk ten onzent allervriendelijkst is bedoeld, maar niet scherp gedacht. Werken voor volksontwikkeling is iets anders dan verbroedering; de onderrich tende voordrachten, de cursussen, de lessen brengen daartoe niet. Dit alles is goed herha- lingsonderwijs op kleine schaal. Voor de eigen lijke Toynbee-vrienden is dit aiet het ware. Het leidt niet tot omgang tusschen rijken en armen op gelijken voet. Van Toynbee's bedoelen en dat zijner voor gangers gaf spreker een schets. Het verheffen de en veredelende van persoonlijk verkeer met de armen, na zich in hunne buurten te hebben gevestigd, stond daarbij op den voorgrondhet verbroederen werd na gestreefd. Toynbee koos geen partij. Zijn navolgers in Engeland schrijven, dat ze ook dit niet doen, maar ze doen 't wel. Zij trekken partij voor de strijdende arbeiders. De heer Wibaut gaf hiervan voorbeelden. De Nederlanders big ven neutraal, en staan niet aan de zijde der arbeiders in hun strijd naar betere levensvoorwaarden. Uit geschriften en verslagen, in Engeland en ten onzent verschenen uit de werkzaamheden van Toybee-hall en van Ons Huis lichtte spreker deze meeningen toe. Naar zijn oordeel is het intieme verkeer tus schen rijken en armen, het vertrouwen, niet mogelijk, zonder dat voor den arbeider in zijn economischen strijd partij wordt gekozen. Toynbee-werk moet aan „bitterheid" leiding geven, niet van socialen vrede spreken, zoolang er sociale oorlog is. Het door den heer Wibaut gewilde Toynbee- werk zal ook ondericht geven, evenals nn, maar 't zal niet smoren het streven naar ge lijkheid in de voorwaarden van sociale ont wikkeling, welke ontwikkeling hij van zijn socialistisch standpunt breedvoerig schetste. Toynbee-werk moet revolutionnair luide doen klinken den haat van al wat slecht is in de maatschappelijke verhoudingen. De rede van den heer Wibaut, waarvan het bovenstaande, zeer korte resumé, evenals het hierna volgende, is ontleend aan de Holland- sche bladen, werd door een deel der aanwezigen luide toegejuicht. Mej. Knappert dankte deD heer Wibaut voor zijn toespraak, er bij op merkende, dat zijn standpunt zeker niet door heel de vergadering welke druk was bezocht werd gedeeld. De heer Herman Snijders van Middelburg opende na de pauze de rij der bestrijders van den heer Wibaut. Hij begon met de opmer king, dat zeker niet licht iemand te vinden zou geweest zijn, zoo uitnemend geschikt als de heer Wibaut, om inzake Toynbee-werk door eene inleiding aanleiding te geven tot tegenspraak. Hg verklaarde verder het met dezen totaal on eens te zijn, noemde diens schets eenzijdig en teekeude protest aan tégen vele uitdrukkingen van zijn collega-bestuurslid van het Middel- burgsche Ons Huis. Al is het Toynbee-werk begin-werk, nog onvolmaakt, de critiek van den heer Wibaut verdient 'tniet. Den klas senstrijd negeert 't niet, maar Toynbee-werk wil: onderlinge waardeering en achting be vorderen of aankweeken in den strgd om be langen 't wil dien strgd gestreden zien zonder haat en verbittering. Dit doel wordt bereikt by hen, die tot dusverre te bereiken zijn. Toenaderende bemiddeling in arbeidsgeschillen is ook het Toynbee-werk te Middelburg niet vreemd. Elke stelling van den heer Wibaut werd door den heer Snijders aan deze grondgedachten ter bestrijding getoetst. Hij verklaarde daarbij het bestaan van een klassenstrijd niet te erkennen, wel een strijd van belangen; wees op de bracht der socialisten in het afbreken en op hun gemis aan kracht om daarvoor iets in de plaats te stellen, hetgeen z. i. ook weder nit de inleiding van den heer Wibaut bleek, en schetste ten slotte nog eens Toynbee-werk in al zijn maatschappelijke beteekenis, opwekkende tot medewerking aan dat schoone werk inden strijd van belaDgen. Mevr. Rutgers-Hoitsema meende dat de Toyn- bee-beoefenaars de zijde der arbeiders zullen moeten kiezen, wanneer ze tot oordeelen wor den geroepen, want deze zijn de verdrukten. De klassenstrijd bestaatdit bestaan mag niet worden geloochend. De heer P. L. Tak van Amsterdam gaf als zijn overtuiging op grond van ervaring te kennen, dat Toynbee-werk de illusie moet laten varen, iets te kunnen bijdragen tot ver meerdering van gemeenschapsgevoel, 't Kan overigens nut hebben, maar uit dien hoofde niet. Daartoe is de omgang te klein, 't Beperkt zich tot verspreiding van kennis in kleineD kring, daarbij niet eischend dat de arbeider, die kennis komt opdoen, zijn karakter met de parapluie in den bak zet. De heer Van der Veer, uit 's-Hage, die op de tentoonstelling van vrouwenarbeid een druk kerij heefc opgericht, zeide Als Toynbee-werk is een uiting van den geest van liefde voor medemenschen, ook buiten Ons Huis, ook buiten voordracht of les, dan is 't een schoon en edel werk. Niet wanneer 't beperkt blijft tot die paar uurtjes per week. Helpt niet een ander, zoolang ge niet met u zelf in 't reine zijt. Altijd dat zoeken naar 't materieele lijden, altijd dat streven naar dat zoogenaamde beter leven, het materieele. Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid. Op grond van ervaring, te Deventer opgedaan, meende de heer S. Lulofs dat door ontwikke ling, zooals het Toynbee-werk dat beoogt, de arbeider gesteund wordt in zijn strijd, 't Zon hem leed doen als het gesprokene nadeel be rokkende aan het streven van zoovelen om daarin mede te werken, en uitbreiding van hun aantal belette. Mej. H. Goudsmit van Amsterdam zou het betreuren, wanneer alleen belijders der sociaal democratische leer geschikt werden geacht Toynbeewerk te beoefenen, en daartoe zou het komen wanneer de neutraliteit, die het werk eischt, werd opgevat zooals sommigen dit doen. Mej. Drucker vindt in Toybee opleiding ver keerd, dat aan mannen en vrouwen niet dezelfde intellectueele ontwikkeling wordt gegeven. De heer Van Wijk, predikant te Zwolle, zeide dat bij al wat de Toynbee-werkers willen weg nemen, zij stuiten op het ieder-voor-zich stelsel. Wilt gij slagen met dezen arbeid, helpt het stelsel omverwerpen, dat het belet. Als het „vriendelijk bedoelen" geen liefhebberij is, maar werkelijk meenen, dan komt men ervan zelf toe. Christus won zijn strijd tegen een stelsel waaruit nooden en ellenden sproten. En gij allen strijdt ook tegen een stelsel, tegen het recht-van-den-sterkste-stelsel, met haat, als ge de menschen maar niet haat. Zoo opgevat, niet als klassenstrijd, maar als beginselstrijd, zal het woord van den heer Wibaut nog beter worden gewaardeerd, om het allen-voor allen- stelsel voor te bereiden. Met een repliek van den heer Wibaut ein digde de vergadering. RECHTERLIJKE DWALINCEN. In verband met de zaak-Hogerhuis verdient zeker de aandacht de volgende mededeeling, door het Weekblad van het Recht gedaan: Wij zijn, wij zouden haast zeggen met ieder verstandig mensch en bij name met ieder eer lijk rechter, die op eene eenigszins langdurige ervaring mag wijzen, ten volle overtuigd van de mogelijkheid van rechterlijke dwalingen, ook en niet het minst in strafzaken. Wij heb ben het dan ook altgd betreurd, dat de gren zen der revisie van in kracht van gewijsde gegane uitspraken van den strafrechter door ons Wetboek van Strafvordering zoo eng zijn getrokken, terwijl wij hopen en vertrouwen, dat de herziening van dat wetboek, thans bij het departement van justitie aanhangig, ons eindelijk eene verruiming dezer grenzen zal brengen, een voorbeeld, dat dan spoedig in de wetgevingen van onze Oost- en West-Indi sche bezittingen en koloniën moge worden gevolgd. Deze overtuiging, die wij nooit onder Btoe- len of banken geschoven hebben, belet niet, dat wij in het algemeene maatschappelijke belang den eerbied voor het gerechtelijke gewijsde hoog houden en dat wij alzoo, zelf het bestaan van rechterlijke dwalingen, waar zij niet open en bloot voor ons liggen, niet licht aannemende, ook aan anderen in ons blad het woord niet kunnen geven voor op min of meer hoogen toon gestelde, maar niet op afdoende w$ze staafde beschuldigingen van dwalingen, begaan in rechterlijke gewijsden, die het „schuldig" over onscbuldigen zouden hebben uitgesproken. Dit moge verklaren, waarom wij tot nn toe het stilzwijgen hebben bewaard over de zaak der gebroeders Hogerhuis, eene zaak, waarover wij geen eigen meening hebben noch kunnen hebben, omdat wij het dossier niet kennen en de debatten, in twee instanties gevoerd, niet hebben bijgewoond. Maildienst op Engeland. De Nederlandsche kamer van Koophandel te Londen heeft haar meening doen kennen over het plan um het vertrekuur van de dagmail der stoomvaartmaatschappij Zeeland uit Londen van den morgen op den namiddag te verplaatsen. De kamer was van oordeel, dat de voordeelen van een dergelijk later vertrek niet zouden opwegen tegen de nadeelen, die het met zich zou brengen. Behalve de groote bezwaren, aan het tot stand komen dier verandering verbonden zouden slechts Hamburg en de Scandinavische rijken, voor wie de verbinding met Londen over Hamburg loopt, er voordeel van ondervinden. Voor Berlijn zou er geen voordeel in gelegen zijn, terwijl de verandering ten nadeele zou strekken van Nederland, Rusland en Zuid- Duitschland. De Kamer meende echter, dat het mogelijk en wenschelijk zou zijn het vertrekuur op 10 uur 's morgens te bepalen in plaats van 8.30, zooals thans, en zij overwoog de middelen, waardoor voor deze verandering de medewer king van Duitschland zou kunnen worden ver- Verschillend geboren De Zwolsche Crt. ontving dezer dagen van een bevriende hand de volgende opmerking, waarmede zeker velen, evenals wij, geheel instemmen. In een Duitsche courant lees ik„Overal in de wereld worden de menschen op dezelfde wijs geboren, alleen in Duitschland niet. In het geboorteland van Kant bestaan verschil lende soorten van geboren en ia deze straten loopen de Hochgeboren, de llochwohlgeboren en de alleen Wohlgeborenen elkaar omver. Zullen wij deze grootste aller flauwiteiten in de twin tigste eeuw meenemen?" Die vraag mag ook bij ons wel eens gedaan worden. In ons geuzenland blijven wij met gekke titulaturen bij Dnitschland vooral niet achter en wie het waagt iemand alleen met „den Heer" te adresseeren, wordt vrij zeker voor een lompert gehouden. Het begint met de „edelheid" „Weledel" is ieder, die een boord en manchetten draagt; een simpele luitenant of jong advocaat is reeds „WelEdelgestreng" en van het „Edelachtbare" is bij de tegenwoordige samenstelling der ge meenteraden de distinctie niet weinig afgegaan. Gelukkig dat voor de meer hooggeplaatsten nog het „WelEdel/.eergeleerd", het „HoogEdel gestreng" en het „EdelGrootachtbaar" over blijft. Maar ook in het geboren zijn doen wij met onze Hooggeboren, Hoogwelgeboren en WelEdelgeborenen voor Duitschland niets onder. In mijn jongenstijd was men niet eens zoo dade lijk een heer en bestond nog de overgangs vorm „Heerschap" ('eersköp), zooals nu nog de wettige huisvrouw van menig Weledele en Edelachtbare het met den maagdelijken „Juf- frouw'stitel voor lief moet nemen, (weten de feministen hier geen raad op?) De oudere Zwollenaars herinneren zich nog wel den hier wonenden blikslager, die bij het passeeren eener acte zijn ongenoegen te ken nen gaf, dat zijn naam zonder bijvoeging van „den Heer" voorkwam, 't geen door den notaris onmiddellijk werd verholpen door het renvooi: die bg deze verklaart een Heer te zijn." Zouden wij allen met dat „Heer zgn" ons niet kunnen tevreden stellen, zooals in Frankrijk ieder doet? Wg zouden er niet minder van worden. A T J E H. Aan de N. R. C. werd Dinsdag het volgende „Van Heutsz heeft het overschot der oproe rige benden van Tapiang geslagen en Noord waarts van Edi gedreven. „Op 29 Juni is de luitenant Prensen licht gewond. „In Dambesoi zijn vijf vijanden gedood". (Een officier van dien naam komt in de naamlijst der officieren niet voor, wel een luitenant Prinsen, A. J. J. G., Ie luit. infanterie.) BENOEMOGEN ENZ. Bij kon. besluit is toegekend de zilveren eere-medaille (met de gekruiste zwaarden) der orde van Oranje- Nassau, aan den administrateur van het mili tair hospitaal te Deventer C. A. Brandt is benoemd tot reserve-tweede-luitenant by het wapen der infanterie en wel by het 5e reg. inf. de vaandrig E. A. van Berensteyn van genoemd korps; Door de arr.-rechtbank te Tiel is, ter ver vulling van eene vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr A. Croockewit,kan tonrechter te Den Helder; mr H. B. van der Eist, substituut-griffier bij gemelde rechtbank, en mr A. van de Koppel Gz., griffier bg het kantongerecht te Gorinchem. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal Zaterdag e. k. niet plaats hebben. In de St. Crt. van Woensdag is opgenomen de wet van den 14den Juli 1898, tot regeling van de wijze, waarop door de daartoe ver plichte rijksambtenaren ten behoeve van den Staat zekerheid wordt gesteld. Surnumerair-staatsspoor. Met wijziging van de tot dusver bestaande bepalingen omtrent het surnumerairs-examen by de 8taatsspoorwegmaat8chappy zullen voortaan de volgende regelen gelden lo. Om te kunnen worden toegelaten tot het examen voor surnumerair moeten de can- didaten den leettgd van 16 jaren bereikt doch mogen zij dien van 23 jaren niet overschreden hebben. 2o. Aan het personeel, dat den leeftijd van 23 jaren reeds heeft overschreden, of dien leeftijd vóór na te melden datum zal bereiken, wordt alsnog uiterlijk tot 1 Januari 1900 de gelegenheid opengesteld aan het surnumerairs examen deel te nemen, met dien verstande dat zg, die vóór dien datum niet aan de eischen van het volledig examen voldoen, later niet meer tot het afleggen van examen worden toegelaten. Deze bepaling heeft ook betrekking op de ambtenaren, die, na voldaan te hebben aan de eischen van gedeelte A van het vroeger ge splitste surnumerairs-examen, later benoemd zijn tot klerk of klerk-telegrafist, doch gedeelte B van dat examen nog niet, of niet met goed gevolg hebben afgelegd. 3o. De sub. 2 bedoelde gunstige bepaling ie niet van toepassing op personen, die na 15 Juli 1898 in dienst worden genomen en den leeftijd van 23 jaren reeds hebben overschreden, of dien leeftijd vóór 1 Januari 1900 zullen be reiken. Deze personen kunnen, overeenkomstig het hierboven sub. lo bepaalde, niet meer tot deelneming aan het surnumerairs examen wor den toegelaten. UIT STAD EN PROVINCIE. Uit het garnizoen Middelburg ver trekken morgen 2 kapiteins, 4 luitenants en 16 onderofficieren naar Bunnik (Utrecht), om deel te nemen aan de kadermanoeuvres in de Nieuwe Hollandsche Waterlinie. De heer J. L. Hulsenboom, volontair bij de politie te G o e s, is benoemd tot klerk bij de politie te Haarlem. 1Men meldt ons uit Goes: De verzending van kruis- of stekbessen uit onze omgeving is afgeloopen. Een alhier goed bekende kweeker verzond in de afgeloopen weken 32.000 kilo's voor de Engelsche markt Ruim 200 personen van het zwakke geslacht zijn thans bezig de zwarte bessen te plukken. Vrouwen en meisjes worden met wagens naar de bosschen gebracht om dit werk te verrichten, Terwgl te Ierseke een voerman meer lette op een joDgen, die aan zijn met koopwaren beladen wagen hing, dan op zijn voertuig, ge raakten kar en paard in de sloot. Van eenige honderden eieren, die opgeladen wareD, braken er heel wat. Gelukkig was er geen andere schade te betreuren. - Doordat men een verfpot op de mest vaalt had schoongemaakt, zijn bij den land bouwer L. v. Fr. te W a a r d e 26 kippen aan loodvergiftiging gestorven. En, als een nieuw bewijs dat een ongeluk nooit alleen komt, denzelfden avond kreeg bij een jongen met een gebroken arm thuis. In dezelfde gemeente viel Dinsdag avond een meisje van een wagenmaker in de werkplaats over eenen dissel, waardoor het eene diepe wond in het heen bekwam. Volgens mededeeling van den inspecteur over het loodswezen in het 4de en 5de district, do. 16 dezer, zijn van het 0.- en W.-Hellegat, Zeegat van Brouwershaven, 5dedistrict, de navolgende tonnen verlegd a. Van het O.-Hellegat De rood en zwart horizontaal gestreepte kogelton no 7 met kegel, in 54 d.M. water, op ongeveer 51° 42' 29" NB. en 0° 30' 2" WL. b. Van het W.-Hellegat: le. De stompe ton no 1, in 39 d.M. water, op ongeveer 51° 40' 30" NB. en 0* 30'56" WL. 2e. De stompe ton no 7, in 48 d.M. water, op ongeveer 51° 42' 15" NB. en 0° 30' 22" WL. Te Koewacht zgn sinds Zondag de leden van eenige huisgezinnen na het eten van vleescb, afkomstig van een, door een land bouwer aldaar geslachte koe, zoo ongesteld geworden, dat bij enkelen direct geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Allen leden aan hevige buikpijnen. Zelfs een hond mocht een portie kluifjes ook niet goed bekomen by werd eveneens ziek. HET HUT. Onder voorzitterschap van den heer L. K. van der Harst JJz. werd Dinsdag avond in een der lokalen van de sociëteit De Vérgenoe- ging alhier eene vergadering gehouden van leden van het departement Middelburg der Maatschappij Tot Nut van 't algemeen. De voorzitter opende de, als gewooniyk slechts door enkele leden bygewoonde, bgeen- komst met een woord van weemoedige herin nering aan den hooggeschatten medebestuurder, wglen den heer F. G. Sprenger, die op zoo onverwachte wijze een plaats als lid van het bestuur heeft open gelaten. „Ik heb" zoo zeide de voorzitter een woord van weemoedige herinnering geuit aan de geopende groeve, daar sprekende nit naam van het bes'uur en naar ik hoop van u. Ik verzoek u even met mij van uwe plaatsen op te staan en zoodoende hulde te brengen aan hem die heefc getoond steeds in de ware be teekenis van bet woord mensch te hebben willen zgn." Deze woorden werden met instemming begroet. Na lezing en goedkeuring der notulen, werd mededeeling gedaan van eenige ingekomen stukken. Daaronder behoorde bericht van de heeren Vogel en Van de Ree, dat zij hunne benoeming als leden van de commissiën voor de volksbibliotheek en de bewaarschool hebben aangenomen. Verder werd mededeeling gedaan van een schrgven van de familie van den heer F. G. Sprenger, houdende bericht van diens overlijden. e missive is met een brief van rouwbeklag beantwoord. Nog werd van de bestuurstafel kennis ge geven dat de pogingen, in vereenigitg met Ons Huis aangewend, om hier een kookcursus te bonden, zijn geslaagd dat een geschikte locali- teit is gevonden en eene onderwijzeres is be noemd. Deze zaak is dus in orde gekomen en de hoop wordt gekoesterd dat zy goede vruch ten zal opleveren. Daarna was aan de orde de verkiezing van een bestuurslid, ter voorzieniug in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer F. G. Sprenger. Aanbevolen werden de heeren C. L. van Woelderen en J. A. Altorffer. Eerstge noemde werd met algemeene (7) stemmen be noemd. Eindelijk werd door den afgevaardigde ter algemeene vergadering, den heer J. A. Altorffer, vérslag uitgebracht omtrent het daar verhan delde. Nadat hem dauk was gezegd voor zgn rapport, werd de vergadering gesloten. ONDERWIJS. De heer H. J. van N ederveen van M i d- d e 1 b u r g heeft te Utrecht met goed gevolg examen gedaan als rijksveearts. - Voor de hoofdakte zijn te Breda o. a. geslaagd de heeren I. J. E. Feleus van Kat- tendijke en K F. Immens van Oostburg en te Arnhem mej. G. Elshout van Gorinchem. Mej. M. A. Jansen te Kruiningen komt als no. 3 voor op de voordracht voor onderwijzeres aan eene openbare school te Alblasserdam. LETTEREN EN KUNST. Reeds eenigen tijd ligt op onze schrijftafel een zeer lezenswaardig verhaal, in net gewaad gestoken. Het draagt tot titelDe ballingen door M. W. Maclame Pont. Als wij ons goed herinneren is het te voren opgenomen in Eigen Haard en wezen wij des tijds reeds daarop en vooral op de betuiging van erkentelijkheid, door den schryver gericht tot eenige autoriteiten in Zeeuwsch-Vlaanderen W. D., die hem behulpzaam waren bij het raad plegen van verschillende bronnen. Of nu, wat uit die bronnen werd geput, goed en juist is aangewend of het verhaal op zuiver geschiedkundige grondslagen rust; of ter wille van het onderhoudende soms niet te veel van het historische is opgeofferddat alles kunnen wij niet beoordeelen. Wel weten wij, dat het onderhoudend is geschreven en ons bij de lectuur veel genot verschafte. Uit de geschiedenis van die Salz- burgers, die vervolgden om den geloofswille, met hunne ervaringen in Groede, Cadzand, Breskens; met hunne eigenaardigheden en tekortkomingen, die burgemeester Boogaert zoo typisch deed zeggen: „Kom, kom, martelaars zijn daarom nog geen heiligennit die ge schiedenis valt ook nog heel wat te leeren,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1