IHIDDELBURGSCHE COIBANT.
N°. 167.
141s Jaargang.
1898.
Dinsdag
19 Juli.
Md toch plaatsvervanging?
uit stad en provincie.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 18 Juli 8 u. vxn. 70 gr. 12 u 78 gr.,
av. 4 0.74 gr.F.Verw. W. wind.
AdvertentiëD voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één nor
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenteni
Te 's GravenhageDe Gebb. Belinfante te
AmsterdamA. de La Mar Azn.
Ziedaar een vraag, die dezer dagen niet
zonder voel bekijks hare wandeling door de
pers doet. En dat bekijks kan ons niet
verwonderen. Immers het pakt, als nauwe
lijks enkele dagen nadat de plaatsvervan
ging door wijziging der militiewet is afge
schaft, onder aanvoering van wetsartikelen
wordt verkondigd„en tóch hebben we
plaatsvervanging1"
Ons ontging het verrassende van dat be
richt, omdat we er in zekeren zin op waren
voorbereid. In het voorloopig verslag der
Tweede Kamer op het ontwerp tot wijziging
der militiewet troffen wij toch onder 9
het navolgende aan
„Volgens art. 14 strekken de vrijwil
ligers (bedoeld is: de vrij willigere bij
de militie) in mindering van het aan
deel, te dragen door de gemeente voor
welke zij optreden. De opmerking werd
gemaakt, dat deze bepaling in kleine
gemeenten gelegenheid geeft, de inge
zetenen aan de persoonlyke vervulling
van den dienstplicht te onttrekken, al
is de plaatsvervanging afgeschaft. Dit
kan worden verkregen, door het aan
gaan van overeenkomsten, waarbij zoo
vele personen als bet aandeel der ge
meente in de lichting bedraagt, zich
verbinden als vrij williger op te treden.
Tegen deze ontduiking van de afschaf
fing der plaatsvervanging behoort naar
de meening van verscheidene leden door
wijziging van het artikel gewaakt te
worden," enz.
Door „verscheidene leden" was dus reeds
duidelijk in beeld gebracht een uitlokkend
voertuig voor de talrijke tegenstanders der
afschaffing van de plaatsvervanging. En de
heer Coolen te Helvoirt heeft zich beijverd
aan dat beeld een bepaalden vorm te geven
hQ is zelfs verder gegaan en heeft zich
voor dat voertuig gespannen.
Dat spannetje zoo ziende, doet het ons
leed, dat de regeering op den wenk der
„verscheidene leden" niet is ingegaandat
zij geen spaak in het wiel heeft gestoken
in den vorm van wijziging of uitlichting van
de artikelen, die op vrijwilligers bij de
militie betrekking hebben. Niet alleen
omdat daardoor voorkomen ware, dat het
binnen het bereik van sommigen liggen zou
om, plaats nemende op het voertuig van den
beer Coolen c. s., zich aan de persoonlijke
vervulling van den dienstplicht te onttrekken,
maar bovendien ook omdat het ongewijzigd
handhaven der evenbedoelde wetsartikelen
niet anders dan schadeiyk kan werken, zij
't ook in minder of in meerdere mate, op de
verwezenlyking van hetgeen de Minister van
Oorlog zich, blijkens zijn Memorie van
Toelichting op bet ontwerp tot wijziging der
militiewet, in verschillend opzicht, van de
invoering van den persoonlijken dienstplicht
voor volk en leger voorstelt.
Waar de persoonlyke vervalling van den
dienstplicht terecht is voorgesteld als een
eisch op zedelyk gebied en der rechtvaar
digheid, een eisch ook voor ons zelfstandig
volksbestaan, daar had de wet, waarbij dat
beginsel wordt ingevoerd, ook iederen weg
tot ontduiking moeten afsneden. Want dat
daarvoor thans een weg is opengelaten, dat
zyn wy met de „verscheidene leden," hier
boven bedoeld, eens; dat staat o. i. vast. Het II'
Hoofdstuk der militiewet laat te dier zake
geen twijfel. Het bepaalt niet alleen letterlijk,
dat de vrywilligers bij de militie strekken
in mindering van het aandeel in de
lichting te dragen door de gemeente, vooi
welke zij optreden, maar omschryft tevens
uitvoerig wie vrijwilligers bij de militie
kunnen zyn en aan welke eischen zij moeleL
voldoen. Wy zullen onzen lezers de op
somming dier eischen spareu en Blechts met
een enkel woord vermeiden, dat ingezetenen,
die ongehuwd of kinderloos weduwnaar zyn
en lichameiyke geschiktheid hebben voor
den dienst, van hun 18de tot hun 41ste jaar
kunnen optreden als vrijwilliger bij de
Waaronder niet te verstaan gewone vry
willigers, die zich voor zes jaren of langer
verbinden, doch zoodanige, die zich aanbieden
uitsluitend om vrijwillig den militiediensttyd
te vervallen.
militie zoo zij vroeger met goed gedrag in
militairen dienst geweest zyn en tot hun
36ate jaar ala zij niet hebben gediendeen
en ander met dien verstande dat zij, die
ingeschreven zijn voor de militie, slechts als
vrijwilliger worden toegelaten voor de ge
meente, in welke zij ingeschreven zyn, tenzij
zij geene verplichtingen ten aanzien van de
militie meer te vervullen hebben.
De laatatbedoelden en de niet ingeschre
venen voor de militie kunnen dus optreden
als vrijwilliger bij de militie voor de ge
meente hunner keuze. Vooral dit laatste,
gevoegd bij de omstandigheid dat zeer zeker
in gemeenten van slechts enkels gewesten
vrijwilligers, als hier bedoeld, zullen worden
aangeworven, is oorzaak dat er voor die
werving stof genoeg zal te vinden zijn.
Meer bezwaar zal het dan ook inhebben om
ene gemeente zooveel eenstemmigheid en
geld te verkrygen, dat het mogelyk is een
aantal vrijwilligers by de militie te leveren,
gelyk staande met het aantal miliciens, het
welk zou moeten nitkomen. Want al ont
breekt er maar ééo, dan staat iedere lote-
ling er met gelyke kans aan bloot, door het
lot te worden aangewezen om die ledige
plaats te bezetten, onverschillig of hij ƒ1000
of niets zou hebben gestort in de gezamen-
3 kas tot afbetaling der vrijwilligers. In
plaats van de persooulijke plaatsvervanging
van vroeger zal het dus nu kunnen worden
het uitkoopen van het geheele, door eene ge
meente te leveren contingent met een gelijk
aantal vrijwilligers bij de militie, die zoowel
kunnen worden aangeworven onder de ge
meentenaren zeiven ala elders. En nu moge
die gezamenlijke handeling zelfs in Noord-
Brabant en Limbnrg op veel meer be
zwaar stniten dan het persoonlijk stellen van
een plaatsvervanger, znlks laat volkomen
onverkort het feit, dat het zonder eenigen
twyfel mogelijk is gebleven zich aan de
persoonlijke vervulling van den dienstplicht
te onttrekken. En dat betreuren wy.
En hoe wij oordeelen over hen, die langs
den hierbedoelden omweg zich zullen beij
veren om het hunne er toe bij te dragen,
dat niet wordt bereikt hetgeen in het be
lang van het volk en diens weerkracht met
de invoering van den persoonlijken dienst
plicht door de regeering werd beoogd Wii
behoeven dat oordeel niet uit te spreken;
de handeling kan niet anders dan antipa
thie wekken en zou zeker een niet benijd
baar stempel drukken op dat gedeelte der
bevolking, hetwelk zich in het by zonder
op de praktijk dier handeling zou toeleggen,
ook al zouden zijn vertegenwoordigers in
de beide kamers zich van den aanvang af
tegen de aanvaarding van het beginsel der
persoonlijke vervulling van den dienstplicht
hebben verzet.
Niet alleen de letter, maar ook de geest
der wet moet onschendbaar zyn in het oog
van den staatsburger.
En waar dan ook de (R. K.) Gelderlander
naar aanleiding van de hier besproken quaes-
tie, o. m. zegt
wij zouden gevraagd willen
hebben of de gemeente niet de bevoegd
heid zou hebben om zelf het benoodigd
aantal vrijwilligers aan te werven en
de kosten daarvan om te slaan over
de gezamenlijke, belasting betalende
bevolking",
daar willen wij geantwoord hebben, dat
een zoodanig optreden van het gemeente
bestuur, gesteld het had daartoe de bevoegd
heid, o. i. ten minste laakbaar zou zyn.
Deze beschouwing danken wij aan de
welwillendheid van den schrijver, een zeer
bevoegd deskundige, die reeds meermalen
over militaire zaken in ons blad zijn ge
voelen kenbaar maakte en nu cok wêer
zich oogenblikkelijk bereid verklaarde te
voldoen aan ons verlangen om zyn oordeel
te zeggen over een kwestie van den dag.
die vele pennen in bewegiüg brengt en
waarover heel wat verschil van gevoelen
bestaat.
Zijn wy hem zeer erkentelijk voor zyne
beleefdheid; wij moeten onmiddeliyk erbij-
voegen, dat wy van zyn schryven met leed
wezen kennis namen te meer omdat wy
juist aan zijn oordeel groote waarde hechten
nu wij daaruit bemerken dat de beweging,
waarvan hierby sprake is en die wij meenden
te rusten op een zwakken of foutieven grond
slag, niet licht geteld mag worden.
Wat toch blijkt uit zijn opstel?
Dat de gelegenheid is geopend om het
hoofdbeginsel van een wet, over welks tot
standkoming velen in den 1 nde, onder wie
wij zeiven ons scharen, zich verheugden, voor
n groot deel krachteloos te maken.
Art. 8 van het kon. besluit van den 17
Dec 1861 (S. 127), betreffende de uitvoering
van de drie eerste hoofdstakken der wet
betrekkelijk de nationale militie, van den
19en Aug. 1861, bepaalt in zijn eerste
alin.„De gemeentebesturen stellen alle
middelen in het werk, welke hun geschikt
voorkomen om het door de gemeente in de
jaarlijksche lichting te leveren aandeel zoo
veel mogelyk samen te stellen uit vrijwil
ligers".
Onzes inziens spreekt dit duidelijk.
De bevoegdheid der gemeentebesturen,
staat dns vastalleen rest de vraag of de
gemeenteraden bevoegd en geneigd zullen
zijn om, overeenkomstig de vingerwijzing
van De Gelderlanderop de begrooting een
post te brengen voor het aannemen van die
vrijwilligers en die kosten om te slaan op
de door dat blad aangegeven w'jze. In tal
van, vooral katholieke, gemeenten, waar men
gekant is tegen den persoonlijken dienst
plicht, zal die geneigdheid zeker gevonden
worden.
Men moge verschillen in gevoelen omtrent
het al of niet laakbare van znlk eene
handeling, zoolang het kon. besluit dien
besturen den plicht oplegt om a 11 e mid
delen voor het bekende doel aaa te
wenden, valt tegen eene dergelijke handel
wijze niet veel te zeggen. Het eenige zou
zijnintrekking of wyziging van genoemd
koninklijk besluit.
Maar buiten die ber.inren om kan het
particulier initiatief, met de wet in de
hand, zeer veel doen om de vrienden van
plaatsvervanging en de tegenstanders van
n persoonlijken dienstplicht te believen.
Wij weten dat het gevoelen van den schrij
ver, door andere mannen van het vak gedeeld,
sterk bestreden wordt door de Arnh. Ct.} wier
redactie, zich beroepende op de militiewet
welke blijkens haar considerans strekt
tot uitvoering van art. 180 der grondwet
van 1848 beweert dat het door mili
tairen in deze ingenomen standpunt, het
welk uitsluitend dat van praktijk en traditie
is, niet juist kan zyn en niet strookt met
de wet. Het groote verschil van meening
tasschen beiden schuilt hem in de kwestie
wat de militiewet verstaat onder vrij
willigers, en dit zijn, volgens die redactie
geen andere dan de vrijwilligers bij de
militie. Het departement van oorlog moge
onderscheiden tusschen vrijwilligers-soldaten
en vrijwilligers-milicien8, de „toereikende
landmacht" van art. 178 der Grondwet van
1848 beslaat volgens de Arnh. Ct. feitelijk
niet.
Naar de meening der redactie van dat
blad heeft dan ook de regeering op de des
betreffende opmerking in het voorloopig
verslag over het ontwerp op den persoonle
ken dienstplicht vermoedelyk niet geant
woord, omdat baars inziens de zaak niet
quaestieus is.
Het is mogelijk; maar zij is nu toch wel
quaestieus geworden of liever gemaakt
en waar er verschil van gevoelen bestaat en
waar voor de meening van den schrijver
hiervoren en van anderen ook veel te zeg
gen valt, daar kunnen wij in een moeilijk
parket geraken.
Dit overwegende, komt ons van zelf de
meermalen reeds geuite meening in de ge
dachten, dat wij in ons land slecht de kunst
verstaan om goede wetten te maken of die
goed te veranderen.
Ons rest na eenvoudig de verwachting
dat, wanneer de ervaring leert, dat de
geachte schrijver gelijk heeft, de beweging,
uitgaande van den heer Coolen te Helvoirt,
op goeden basis berust en in kracht toe
neemt, men de pas tot stand gekomen
wijziging in de militiewet op dit belangryk
punt zoo spoedig mogelijk moge herzien.
Of is aan dit bezwaar ook tegemoet te
komen bij de geheele herziening der militie
wet in verband met onze legerorganisatie r
Dat dan het tegenwoordige ministerie
dat met znlke goede voornemens is be
zield, daarmee niet te lang drale en de
vertegenwoordiging het in deze even voort
varend ala krachtig steune
Dit alles merken wij natuurlijk op in de
meening dat de militairen, die den grond
slag voor de beweging van den Helvoirt-
schen notaris onaantastbaar achten, in hun
recht zijn.
Is de regeering, en speciaal de ministers
van binneniand8che zaken en oorlog, het
daarmede niet eens, dat zij dan, overeenkom
stig den wenk der Arnh. Crtop eenige
wijze, b. v. door een aanschryving aan de
militie-commissarissen of aan de burgemees
ters, het bestaande misverstand zoo spoedig
mogelijk nit den weg ruime, ware 't alleep
maar om de ouders tegen teleurstelling en
financieel nadeel te behoeden, die den door
den heer Coolen gewezen weg inslaan, om
voor hun zoons aan den persoonlijken mili
tairen dienst te ontkomen.
Middelburg 18 Juli.
BEN O EMU* ÜL» ENZ.
Bij kon. besluit
is aan F. P. M. Baetens, te Groningen, op
zyn verzoek, wegens lichaamsgebreken, eervol
ontslag verleend als landmeter le kl. van het
kadaster, behoudens aanspraak op pensioenen
zijn benoemdtot landmeter le kl. J. C. van
der Veur, te 's Gravenhage, thans 2e kl.tot
landmeter 2e kl. A. van der Werf, te Leeuwar
den, thans 3e kl.;
de luitenant-kolonel J. J. de Greve, van
den staf der artillerie, eervol ontheven uit de
betrekking van hoofd der geschutgieterij, en
genoemde hoofdofficier in zijn rang overge
plaatst bij het 4e reg. vest.-art.
is benoemd tot directeur van het postkantoor
te Montfoort G. Visser, thans in gelijke betrek
king te Markelo, en tot directeur van het
postkantoor te Markelo G. Hoffman, thans in
gelyke betrekking te Montfoort.
Aanstaanden Donderdag verleent de minister
van oorlog geene audiëntie.
DE ZAAK-HOCERHUISEN.
Naar aanleiding van het idee van mr Troel
stra, om gratie te vragen voor de Hogerhuisen
bevat De Nederlandsche Werkman deze week
een zeer sprekende plaat, voorstellende de
weduwe van Oldenbarneveldt tegenover prins
Maurits. Daaronder staat het volgende
Anno 1623 De Wed. Van Oldenbarneveldt,
vergezeld van hare schoondochter, Mevr. Van
Groeneveld, en haar kleindochter, vraagt genade
voor Groeneveld, die een aanslag hielp beramen
op Prins Maurits.
Wed. Van Oldenbarneveldt: Excel
lentie, wij vragen gratie voor onzen schuldi
gen Zoon.
Prins Maurits: Waarom voor hem en
niet vroeger voor uw man.
Wed. Van Oldenbarneveldt: Myn
zoon is schuldig. Mijn man was onschuldig en
voor zulken vraagt men geen genade.
Belangstellenden en belanghebbenden
wijzen wij erop, dat in de lijst der „P r y z e n
van effecten" eenige wijzigingen en aan
vullingen hebben plaats gehad.
Wij meenen door die veranderingen aan veler
verlangen te gemoet te komen.
- Ter provinciale griffie van Zeeland
zyn bevorderdtot adjunct-commies der le kl.
heeren C. H. de Wagemaker en J. K. van
Heuven, thans adjunct commies der 2e kl.,
en tot eersten klerk de heeren C. Adriaansen
en J. P. llmer, thans tweede klerk.
De majoor der infanterie J. A. Roeloffs,
benoemd tot garnizoens-commandant alhier,
heeft Zaterdag zijn nieuw commando aanvaard.
Naar wij vernemen zal de heer J. C. Smits,
adjudant-onderofficier alhier, weldra gedeta
cheerd worden op het bureel van den hoofd
officier van het reservekader te 's Gravenhage.
- De aanstaande Middelburgsohe ker-
belooft wat meer aantrekkelijks te zullen
bieden dan in vorige jaren het ge val ia geweest.
Voor het stadhuis komt te staan het theatre
varié van Antonio Wallenda, dat de gansche
breedte van dat deel der Markt beslaat
waarin zeer veel goeds te zien gegeven wordt.
Toen het verleden jaar te Vlissingen voorstel
lingen gaf, ging daarvan een gunstige roep uit
eu op de kermis te Utrecht, waar het thans is
geplaatst, is de groote tent eiken avond
stampvol.
Aan de zijde van de NoordBtraat tot de
Lange Delft komt een panopticum te staan,
waarvan de heer Kunkels directeur is.
In de rij, voor de stoomcaroussels bestemd,
zal G. Vincke zijn stoommolen opslaan en daar
naast L. van Bergen's hippodrome een plaats
vinden.
Ongeveer over de Lange Delft komt eene
salon de rafraichissements van de firma Porton,
eene naar de eischen des tijds ingerichte ge
legenheid om den inwendigen mensch te ver
sterken.
Aan de andere zijde der Markt zal een plaats
vinden de kraam van den bekenden wafelbak
ker Smits, die deze ook eene flinke verbetering
deed ondergaan.
Verder zullen twee loterijkramen en een
electrisch vischvermaak op de Markt een stand
plaats vinden.
Er komen overigens heel wat speelgoed-,
koek- en andere kramen en, de groote aan
trekkelijkheid voor de jeugd, drie caroussels.
De Markt zal zoodoende grootendeels gevuld
worden.
Misschien komt ook nog een kraam op de
Groenmarkt te staan, maar dat is niet zeker.
De Heerenbeurs wordt dit jaar niet voor de
kermis benuttigd.
Dat een schouwburg op den Dam zal worden
opgeslagen en daarin de heeren Gebr. Van
Lier voorstellingen geven zullen, zal den lief-
Hebbers van dergeiyke uitspanning zeker ge
noegen doen. De groote aantrekkelijkheid
daarvan zal wel vormen het bekende Luilek'
herlandmet de nu reeds populair geworden
Pietje Puck en Zwarte Kardoes.
In plaats dat, zooals gewoonlijk, een specia
liteiten-gezelschap van den heer Frits van
Haarlem gedurende de kermis in bet Schutters
hof optreedt, zal, naar wy vernemen, een zoo
danig gezelschap onder directie van den heer
Van Os, daar avondvoorstellingen geven.
De passagiers van de tram, die Zondag
avond te zeven uren uit Vlissingen naar Mid
delburg vertrok, hadden heel wat overlast van
der medereizigers, zekeren C., bakkers
knecht te Koudekerke. Bovendien vernielde
de jonge man ook een paar ruiten in dat
middel van vervoer. Een keer of drie werd
de woeste passagier uit den waggon gezet,
doch telkens klom bij daar weer in.
Toen de tram te Middelburg aankwam, be
klaagde de conducteur zich bij de politie en
verzocht deze den man, die zijn naam niet
wilde zeggen, naar het bureau te brengen om
zyn identiteit vast to stellen.
De politie voldeed aan dat verzoek, doch
had heel wat te stellen met den woedenden
bakker, die een paar politiemannen in de
handen beet en hun Bchoppen toebracht.
De dienaars van den gerechte werden bij
de overbrenging van den man door een bur
ger flink geholpen. Dien burger werd dat
echter treurig genoegdoor het domme
publiek zeer kwalijk genomen en hy moest,
om niet gemolesteerd te worden, onder politie-
geleide huiswaarts gebracht worden.
De bakkersknecht, die blijkbaar gedronken
had, werd op het politiebureau in aizondering
geplaatst en na een paar uur, toen hij wat tot
kalmte gekomen was, weer op vrije voeten
gesteld.
Het brengen naar het bureau van den ru-
moerigen passagier en het huiswaarts geleiden
van den man, die der politie hulp had gebodeD,
bracht heel wat beweging onder de vele markt-
wandelaars, waarvan een groot deel by het
laatste onnoodig en veel te lang getuige bleef.
- Zaterdagavond omstreeks een uur of acht
had de ongeveer zestig-jarige waschbaas F.
N. G., tijdens hy in de Latijnsche Schoolstraat
alhier met wagen en paard wasebgoed thuis
bracht en afhaalde, het ongeluk door een toe
val getroffen te worden. Hy viel van zijn
wagen en werd ernstig aan het hoofd gewond.
Bij een der omwonenden ingebracht, werd
spoedig geneeskundige hulp ingeroepen en na
dat deze verleend was, de man huiswaarts ver
voerd.
Naar wij vernemen is zijn toestand, hoewe*
zeer pijnlijk, niet onrustbarend.
De bootsman S., aan boord van Hr. Ms
wachtschip Buig ia te Vlissingen. die door
den op schildwacht staanden matroos L. gewond
werd, heeft het hospitaal kunnen verlatende
kwetsuren aan een zijner handen zijn echter nog
niet genezen. De matroos L. is naar Helle-
voetsluis overgebracht om voor den krijgsraad
te recht te staan.
Naar de VI. Crt. verneemt is een, door
verschillende ingezetenen van Vlissingen
aan H. M. de Koningin-Regentes gericht verzoek
om gratie ten behoeve van den vroeger aldaar
woonachtigen postambtenaar H. T. afgewezen
Zondag vierde de Haudboogschuttery De
Eensgezindheidonder de zinspreuk Eendracht
maakt machtdie haar schietingen houdt op
't Zand onder Koudekerke haar jaariykacb
feesthet Koningschieten.